Uitgave januari 2013
Meester in advies
Wijzigingen in 2013 BELASTINGWIJZIGINGEN 2013 VOOR ONDERNEMERS EN BEDRIJVEN Vennootschapsbelasting De tarieven voor vennootschapsbelasting blijven voor 2013 onveranderd op: - 20% voor een winst van niet meer dan € 200.000; - 25% voor een winst van € 200.000 en meer. Er geldt een nieuwe aftrekbeperking voor excessieve rente op deelnemingen. De aftrekbeperking ziet op rente van leningen die verband houden met de financiering van deelnemingen. De eerste € 750.000 aan rente is altijd aftrekbaar. Uitbreidingsinvesteringen worden niet geraakt door deze aftrekbeperking. Gelukkig is de thincapregeling vanwege de invoering van de aftrekbeperking excessieve deelnemingsrente afgeschaft.
IN DIT NUMMER Wijzigingen in 2013 ...................... 1 Geen BTW voor DGA .................... 2 Bedrijfsoverdracht ....................... 3 Bezwaar voor erfbelasting .......... 4
De anti-misbruikbepaling tegen de handel in lichamen met een herinvesteringsreserve wordt met ingang van 1 januari 2013 aangescherpt en verduidelijkt.
Verlies op vordering eigen BV ...... 5
Loonbelasting Per 1 januari is het budget voor de werkkostenregeling verhoogd van 1,4% naar 1,5%. Door de werkkostenregeling kan, naast een aantal gerichte vrijstellingen, maximaal 1,5% van het totale fiscale loon (de ‘vrije ruimte’) worden besteed aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor werknemers. Over het bedrag boven de vrije ruimte moet de werkgever loonbelasting betalen in de vorm van een (gebruteerde) eindheffing van 80%.
Financiële planning ..................... 9
De werkkostenregeling komt in de plaats van de huidige regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Het is nog niet verplicht gebruik te maken van de werkkostenregeling. Tot en met 2013 mag ieder jaar gekozen worden voor de werkkostenregeling of voor de bestaande regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Na 2013 geldt de werkkostenregeling voor alle werkgevers. Bron: Ministerie van Financiën, 19-12-2012, Eindejaarsbericht.
Besluit aanmerkelijk belang ........ 7 Rente over restschuld .................. 8
Met deze nieuwsbrief informeren wij u over actualiteiten en ontwikkelingen die voor u van belang kunnen zijn.
Wilt u hierover meer informatie of wilt u een ander onderwerp bespreken, neem dan contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
VOLGENS HOGE RAAD GEEN BTW VOOR WONING DGA Weet u het nog? In 2002 had de Hoge Raad beslist dat een DGA voor zijn arbeid als BTW-ondernemer is te beschouwen, waardoor de DGA’s massaal voor de BTW werden geregistreerd. Na de uitspraak van het Hof van Justitie (HvJ) inzake de familie Charles medio 2005 bleek dat de DGA’s een voordeel konden genieten bij investeringen. Als een DGA een woning met BTW kocht, had de DGA recht op 100% aftrek van deze BTW als er in die woning belaste prestaties plaatsvonden. Een zakelijke bespreking was in voorkomende gevallen afdoende. Maar eind 2007 besliste dezelfde Hof van Justitie dat een DGA voor wat betreft zijn arbeid helemaal geen ondernemer voor de BTW kan zijn. Flink wat commotie was het gevolg. Want wat moest er nu met de afgetrokken en terugontvangen BTW gebeuren ten aanzien van de woning? Idem voor de BTW op de aankoop van een auto. Het Ministerie van Financiën stelde in een beleidsbesluit dat de DGA’s in één keer BTW moesten betalen wegens bedrijfsbeëindiging. De DGA’s moesten de BTW herzien en de BTW terugbetalen.
KEUZE MOMENT VAN AFREKENING Bedrijven die vertrekken naar het buitenland, krijgen de keuze wanneer ze willen afrekenen met de Belastingdienst. Dat is de kern van een nieuw wetsvoorstel waar de tweede kamer mee heeft ingestemd. Bankgarantie nodig De eindafrekening hoeft daarmee niet onmiddellijk voldaan te worden. Bedrijven die de zogeheten exit heffing op een later moment willen betalen, moeten echter wel een bankgarantie afgeven. Invorderingsrente Daarnaast is invorderingsrente verschuldigd. Voor de berekening van de heffing mag de Belastingdienst uitgaan van de waarde ten tijde van het vertrek. Het wetsvoorstel vloeit voort uit een uitspraak van het Hof van Justitie.
2
Veel DGA’s en hun adviseurs maakten bezwaar. Want hoe kon er nou sprake zijn van een bedrijfsbeëindiging als er nimmer ondernemerschap is geweest? In veel gevallen voelden de inspecteurs nattigheid en legden eveneens een naheffingsaanslag op voor de afgetrokken BTW. Een adviseur legde de zaak voor aan de rechter. Eerst bij rechtbank Haarlem en vervolgens bij het Gerechtshof in Amsterdam. Bij beide instanties kreeg de DGA gelijk omdat de BTW teruggaaf terecht was verleend op basis van de toenmalige wet en regelgeving. Heffing wegens bedrijfsbeëindiging is alleen mogelijk als er op het moment van de beëindiging nog sprake was van ondernemerschap. In casu was dat niet het geval door de eerdere uitspraak van het Hof van Justitie. Het ministerie van Financiën ging in cassatie. Echter tevergeefs omdat de Hoge Raad de motivering van de lagere rechters volledig overnam. Ook de Hoge Raad is het volledig eens met de DGA. Geen heffing en geen correctie van de voorbelasting. Een mooie meevaller voor veel DGA’s.
’Heffing wegens bedrijfsbeëindiging is alleen mogelijk als er op het moment van de beëindiging nog sprake was van ondernemerschap’
BEDRIJFSOVERDRACHT Er komt een moment dat u uw bedrijf gaat overdragen. Of dat nu is om gezondheidsredenen, u gewoonweg met pensioen wilt gaan of een derde uw bedrijf graag wil kopen. Wat de reden ook is, een bedrijfsoverdracht is niet van de ene op de andere dag geregeld. Het vergt vaak jaren van voorbereiding. Begin dus op tijd! Bij een bedrijfsoverdracht krijgt u in de meeste gevallen te maken met de Belastingdienst. Daarbij maakt het ook nog verschil of het gaat om bijvoorbeeld de overdracht van een eenmanszaak, uw aandeel in een vennootschap onder firma of de overdracht van aandelen in een BV. Vaak zal over de verkoopwinst moeten worden afgerekend, maar dat hoeft niet altijd. Er zijn namelijk een aantal verzachtende regelingen. De belangrijkste zetten wij voor u op een rij.
TELEFOON OF COMPUTER U heeft er vast ook eentje. Een smartphone. Ze zijn zo compleet uitgerust dat ze niet onder doen voor een kleine laptop. Maar is het nu een telefoon of een computer? Fiscaal maakt dat nogal uit. Een werkgever mag een telefoon onbelast verstrekken bij een zakelijk gebruik van minimaal 10%. Bij een computer is dat pas mogelijk als deze tenminste 90% zakelijk wordt gebruikt. Nogal een verschil dus. Uit een besluit van de staatssecretaris valt op te maken dat er sprake is van een onbelast te verstrekken communicatiemiddel als:
het gaat om een apparaat met de uiterlijke kenmerken van een telefoon; het een toestel is waarbij mondelinge communicatie een hoofdrol speelt; het beeldscherm een diagonaal heeft van niet meer dan 7 inch (17,78 cm)
De laatste eis is niet keihard. Er is tegenbewijs mogelijk. Een iPad is overigens een computer. Mondelinge communicatie bij een iPad speelt geen hoofdrol aldus rechtbank Haarlem.
3
De inkomstenbelasting kent onder andere een doorschuiffaciliteit bij de overdracht van een eenmanszaak of een aandeel in een vennootschap onder firma aan een medeondernemer of aan een werknemer die langer dan 36 maanden in dienst is. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, hoeft op verzoek niet te worden afgerekend met de fiscus en gaan de fiscale claims over op de overnemer. Voor de aanmerkelijkbelanghouder (houder van meer dan 5% van de aandelen in een BV) is er een doorschuiffaciliteit ingeval van bijvoorbeeld een aandelenfusie of een juridische splitsing. Vanaf 1 januari 2010 is er een doorschuiffaciliteit in de Successiewet bij schenking van aanmerkelijk belang aandelen. Deze doorschuiffaciliteit bestaat al langer bij vererving van aandelen. Daarnaast kent de Successiewet ook de bedrijfsopvolgingsregeling. Een verkrijging van ondernemingsvermogen of aandelen in een BV is voor 100% voorwaardelijk vrijgesteld van erf- of schenkbelasting als de waarde van de objectieve onderneming niet groter is dan € 1.006.000. Is de onderneming meer waard, dan geldt een voorwaardelijke vrijstelling van 83% over het meerdere. De koop en verkoop van een bedrijf is een uitermate complexe aangelegenheid. Daarbij spelen bedrijfseconomische, juridische, fiscale, financiële en sociale aspecten een grote rol. Ook spelen zaken als estate planning en financiële planning een grote rol. Wilt u een advies op maat? Neem dan contact met ons op.
Massaal bezwaar voor bezwaarschriften schenk– en erfbelasting Op 13 juli 2012 oordeelde Rechtbank Breda dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de schenk- en erfbelasting op basis van het gelijkheidsbeginsel ook op privévermogen toegepast zou moeten worden. In onze vorige nieuwsbrief hebben we u geïnformeerd over deze uitspraak. De Belastingdienst heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Afgewacht moet worden of Hof ’s- Hertogenbosch en de Hoge Raad het oordeel van de rechtbank zullen volgen. De uitspraak van Rechtbank Breda heeft gevolgen voor alle aanslagen schenk- en erfbelasting waarvoor de bezwaartermijn nog niet is verstreken en waarin de bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet is toegepast. Aanwijzing als massaal bezwaar Als gevolg van de uitspraak zijn inmiddels op grote schaal (pro-forma) bezwaarschriften ingediend tegen reeds opgelegde aanslagen voor de verkrijgingen van privévermogen. Om die reden heeft de Staatssecretaris van Financiën op 25 oktober 2012 een besluit naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij mededeelt dat de voorliggende bezwaren voor de openstaande rechtsvraag worden aangewezen als ‘massaal bezwaar’. Alle bezwaarschriften waarop nog geen uitspraak is gedaan ten tijde van de dagtekening van het gepubliceerde besluit (23 oktober 2012) gaan op in deze regeling. Op die bezwaren wordt vooralsnog geen uitspraak gedaan. Om de procedures te kunnen voeren zijn zes bezwaarschriften geselecteerd in overleg met de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisaties en de Vereniging van Estate Planners in het Notariaat. Indien de Hoge Raad uiteindelijk in gelijke zin als Rechtbank Breda beslist verliezen de bezwaren hun status van massaal bezwaar. De inspecteur doet vervolgens binnen een jaar uitspraak op de individuele gevallen. Het arrest van de Hoge Raad werkt in beginsel door naar gelijke gevallen waarin geen bezwaar is aangetekend, maar wel bezwaar openstond op het moment van de dagtekening van het besluit tot aanwijzing als massaal bezwaar en een bezwaar zou hebben geleid tot massaal bezwaar. Indien de Hoge Raad de uitspraak van Rechtbank niet volgt en de Belastingdienst gelijk krijgt, wordt door de inspecteur binnen zes weken een zogenaamde collectieve uitspraak gepubliceerd in onder andere de Staatscourant. Uitspraak Rechtbank Arnhem van 1 november 2012 Vlak na het besluit van 25 oktober 2012 heeft Rechtbank Arnhem op 1 november 2012 een uitspraak gedaan in een soortgelijke zaak. Rechtbank Arnhem komt in deze zaak tot een tegengesteld oordeel dan dat van Rechtbank Breda en overweegt dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Bezien vanuit het doel om met de bedrijfsopvolgingsfaciliteit liquiditeitsproblemen te voorkomen brengen erfrechtelijke verkrijgingen van ondernemings- en privévermogen volgens Rechtbank Arnhem verschillende risico’s met zich mee waardoor geen sprake is van gelijke gevallen. Ook indien wel sprake zou zijn van gelijke gevallen, dan bestaat er volgens Rechtbank Arnhem een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de ongelijke behandeling, namelijk het stimuleren van ondernemerschap. De wetgever heeft met het maken van een onderscheid tussen beide typen vermogens een gerechtvaardigd doel voor ogen gehad en heeft zijn ruime beoordelingsruimte niet overschreden. In vergelijkbare zin had Rechtbank Arnhem eerder geoordeeld op 25 maart 2010 en in navolging daarvan Hof Arnhem op 22 maart 2011, welke uitspraak door de Hoge Raad in stand is gelaten op 9 december 2011. Ook rechtbank Haarlem heeft op 14 december 2012 geoordeeld dat er geen sprake is van een discriminatie. Of de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in zijn huidige vorm gehandhaafd kan blijven, hangt af van het uiteindelijke oordeel van de Hoge Raad maar het lijkt er op dat rechtbank Breda de plank flink heeft misgeslagen.
4
VERLIES OP VORDERING OP EIGEN BV Als u een vordering heeft op uw eigen BV dan valt deze vordering onder de terbeschikkingsstellingsregeling Hof Amsterdam heeft in een feitelijke procedure beslist dat het verlies op een rekening-courantvordering op de eigen BV een negatief resultaat uit een werkzaamheid (box 1 inkomen) vormde na saldering met een rekeningcourantschuld aan die BV. Sterk vereenvoudigd weergegeven betrof de procedure het volgende. Een man hield in 2007 30% van de aandelen in een BV en zijn echtgenote 70%. Het echtpaar had zowel een rekening-courantvordering op als een rekeningcourantschuld aan deze BV. De rekening-courantvordering op de BV was ontstaan door stortingen in de BV en het door de BV schuldig blijven van de huur van een pand dat het echtpaar aan de BV ter beschikking had gesteld. De rekening-courantschuld was ontstaan door privéopnamen en betalingen door de BV van privébestedingen. Op 30 september 2007 bedroeg de vordering € 220.191 en de schuld € 184.455. Op 1 oktober 2007 werden de aandelen in de BV verkocht aan een derde voor € 1. De rekening-courantpositie werd ook voor € 1 verkocht aan de nieuwe eigenaar. De man claimde in zijn belastingaangifte inkomstenbelasting over 2007 een negatief resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen van € 220.191 wegens afwaardering van zijn rekening-courantvordering op de BV tot nihil. Dit leidde per saldo tot een fors negatief box 1-inkomen. De inspecteur corrigeerde de belastingaangifte (onder meer) op de hoogte van het in aanmerking te nemen afwaarderingsverlies op de vordering op de BV. Zo stond de inspecteur slechts een negatief resultaat op de rekening-courantvordering toe tot een bedrag van € 35.736, dat wil zeggen na verrekening van de vordering met de rekening-courantschuld. Het hof was met Rechtbank Haarlem van oordeel dat de vordering en de schuld civielrechtelijk gelijkwaardig aan elkaar waren en door verrekening tot het verrekende bedrag teniet zijn gegaan. Dit volgde uit de verkoopovereenkomst van de aandelen, waaruit bleek dat de rekening-courantvordering en de rekeningcourantschuld met elkaar waren verrekend voordat de per saldo resterende schuld was overgedragen aan de koper van de aandelen voor € 1. De afwaardering kon niet meer belopen dan het resterende saldo, zodat ook het hof oordeelde dat de inspecteur het juiste bedrag aan afwaarderingsverlies in box 1 in aanmerking had genomen. Opmerking Op basis van de specifieke feiten en omstandigheden in deze zaak was sprake van een gesaldeerde rekeningcourantpositie. In het algemeen blijft saldering van een (rekening-courant)vordering op de eigen BV met een (rekening-courant)schuld aan de BV wel achterwege. Let dus op bij al te snelle verrekening van schulden aan en vorderingen op de BV in de verkoopovereenkomst van aandelen in de BV. Dit kan namelijk gevolgen hebben voor de hoogte van het eventuele afwaarderingsverlies.
Bron: Hof Amsterdam, 20-9-2012, nr. 11/00900 (gepubliceerd 3-10-2012).
5
WEINIG OPVOLGERS VOOR FAMILIEBEDRIJF Weinig jongeren in Nederland zijn van plan om later het bedrijf van hun ouders over te nemen. Volgens Ernst & Young ziet maar 10 procent van de jongeren met ondernemende ouders zich als opvolger. En daarmee is de interesse om door te gaan in een familiebedrijf hier lager dan in veel andere landen. Onderzoekers vroegen 93.000 jongeren uit 26 landen. Gemiddeld wil 23 procent het familiebedrijf overnemen. Volgens de onderzoekers moet er binnen een familiebedrijf meer aandacht besteed worden aan de opvolging. "Ouders blijken een cruciale invloed te hebben op hun kinderen. Van de ondervraagden geeft bijna 85% aan dat zij veel waarde hechten aan de mening van hun ouders over hun toekomstige carrière. Ik ben er van overtuigd dat ouders hun invloed op de loopbaan van hun nageslacht onderschatten", zegt Arjen Brussé van Ernst & Young. Volgens Brussé zijn de cijfers zorgwekkend. In Nederland is 70 procent van de bedrijven een familiezaak. Veel familiebedrijven zijn succesvol door jarenlange ervaring, een langetermijnvisie en goede relaties met klanten. Als er geen opvolger binnen de eigen kring gevonden kan worden, kan dat ook het einde betekenen voor een familiebedrijf.
6
TARIEFTABEL 2013 SCHENK– EN ERFBELASTING Belaste verkrijging
Partner/kinderen
Kleinkinderen
Anderen
€ 0 - 118.254
10%
18%
30%
€ 118.254 - en hoger
20%
36%
40%
De bij de Belastingdienst erkende goede doelen (zogenaamde ANBI's) zijn geen erf - en schenkbelasting verschuldigd.
Vrijstellingen Vrijstellingen bij erfenissen Verkrijgers
Vrijstelling
Echtgenoot, geregistreerd partners en sa€ 616.880,- (denk aan pensioenimputamenwonende partners die aan de voortie*) waarden voldoen Zieke/gehandicapte kinderen onder voor- € 58.604,Kinderen en kleinkinderen
€ 19.535,-
Ouders
€ 46.266,-
Anderen
€ 2.057,-
* Bij echtgenoten, geregistreerd partners en samenwoners wordt een gedeelte van het nabestaandenpensioen op de vrijstelling in mindering gebracht. Dit wordt pensioenimputatie genoemd.
Vrijstellingen bij schenkingen Verkrijgers
Vrijstelling
Kinderen
€ 5.141 per jaar
Kinderen tussen 18 en 35 jaar
Eenmalige vrijstelling € 24.676 (alleen op verzoek). Kan verhoogd worden tot € 51.407 indien schenking wordt gebruikt voor eigen woning of studie van het kind.
Anderen
€ 2.057 per jaar
NIEUWE HYPOTHEEKREGELS: GEVOLGEN VOOR GELDLENING OUDERS-KIND In de 'Wet herziening fiscale behandeling eigen woning' zijn wijzigingen opgenomen met betrekking tot de ‘hypotheekrenteaftrek’ in de inkomstenbelasting. Zo is voor leningen die na 1 januari 2013 worden afgesloten voor de aankoop of verbetering van de eigen woning alleen nog aftrek mogelijk in box 1 als hierop ten minste annuïtair en in maximaal 360 maanden wordt afgelost. Ten minste annuïtair wil zeggen dat ook een lineaire aflossing is toegestaan. De gevolgen van het niet voldoen aan dergelijke verplichtingen kan zijn dat de rente niet langer aftrekbaar is in box 1. Andere toetsmomenten zijn: het moment van vervreemding, het moment van wijziging van de maandelijkse rentevoet en het laatste moment waarop de eigenwoningschuld bestond. Deze nieuwe regels gelden niet alleen voor de (hypotheek)leningen die bij professionele hypotheekverstrekkers worden aangegaan. Als ouders aan hun kind een lening geven voor de aankoop of verbetering van de eigen woning én het de bedoeling is dat het kind voor deze lening aftrek krijgt in box 1, zal deze lening ook moeten voldoen aan de nieuwe regels. Deze vorm van financiering komt steeds vaker voor. Het is dan ook van belang dat zowel de ouders als de kinderen goed geadviseerd worden over de nieuwe regels en de verplichtingen die deze regels met zich meebrengen. Wij kunnen kopers en hun ouders over een dergelijke ouder-kind-lening adviseren en deze volgens de fiscale juiste regels vastleggen.
NIEUW BESLUIT INZAKE AANMERKELIJK BELANG Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft een nieuw verzamelbesluit over aanmerkelijk belang uitgebracht. Nieuw zijn onder meer enkele goedkeuringen voor situaties van doorschuiving van de verkrijgingsprijs bij schenking van aanmerkelijk belang aandelen (veelal als onderdeel van een bedrijfsopvolging) en bij schenking en vererving van preferente aandelen. In hoofdlijnen houden de goedkeuringen het volgende in: Een van de voorwaarden bij doorschuiving van de verkrijgingsprijs van de aanmerkelijk belang aandelen betreft de voorwaarde dat de verkrijger van de aanmerkelijk belang aandelen op het tijdstip van de verkrijging al ten minste 36 maanden in dienst is van de vennootschap waarop de aanmerkelijk belang aandelen betrekking hebben (de dienstbetrekkingeis). Als dienstbetrekking kwalificeert niet alleen de normale dienstbetrekking, maar ook de zogeheten fictieve dienstbetrekkingen. Doorschuiving is ook mogelijk als de verkrijger (bedrijfsopvolger) van de aanmerkelijk belang aandelen in plaats van een dienstbetrekking bij
de vennootschap waarop de aanmerkelijk belang aandelen betrekking hebben, door middel van een samenwerkingsverband betrokken is bij die vennootschap. Daarbij gelden enige voorwaarden. De 36maandseis hoeft niet altijd een aaneengesloten periode te zijn. Het besluit geeft daarvan enige voorbeelden. Ook als de verkrijger van de aanmerkelijk belang aandelen werkzaamheden voor die bv heeft verricht via een persoonlijke houdstermaatschappij, kan worden voldaan aan de dienstbetrekkingeis. Doorschuiving is onder voorwaarden ook mogelijk bij overdracht van aanmerkelijk belang aandelen tegen schuldigerkenning waarbij de koopprijs geheel of gedeeltelijk onmiddellijk wordt kwijtgescholden. Verder geldt een goedkeuring voor doorschuiving van de verkrijgingsprijs bij schenking en vererving van preferente aandelen, waarbij de preferente aandelen vóór 2010 zijn ontstaan door omwisseling van een vordering. Ook hierbij gelden enige voorwaarden.
7
BV KON KOSTEN LIDMAATSCHAP COMMERCIËLE CLUB BELASTINGVRIJ VERGOEDEN Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat BV X de kosten van het lidmaatschap aan de Commerciële Club belastingvrij aan haar directeur heeft kunnen vergoeden. BV X, vergoedt aan Y, de enige werknemer, het lidmaatschapsgeld voor de commerciële club (CC) waar hij lid van is. BV X neemt (in)direct deel in acht dochtervennootschappen die hotels exploiteren. X is de algemeen directeur van het hotelconcern. In geschil is of de inspecteur de vergoede kosten van het lidmaatschap van de CC van € 1731 terecht heeft nageheven. Rechtbank Leeuwarden acht het aannemelijk dat het lidmaatschap van de CC objectief gesproken – gezien het statutaire doel van de club en gezien de zakelijk voordelen – kon bijdragen aan een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking van X. Belanghebbende kan de volledige kosten van het lidmaatschap belastingvrij aan X vergoeden. Inspecteur in hoger beroep. Rechtbank Leeuwarden, 1 november 2012 AWB 12/838
RENTE OVER RESTSCHULD BLIJFT 10 JAAR AFTREKBAAR Huiseigenaren die hun woning met verlies verkopen kunnen de rente en kosten voor een lening waarmee ze de restschuld voldoen maximaal 10 jaar aftrekken van de inkomstenbelasting. Het gaat om restschulden die zijn ontstaan in de periode 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017. Vanaf 1 januari 2018 verdwijnt deze faciliteit voor verkopen van woning die ‘onder water staan’. Om in aanmerking te komen voor de renteaftrek behoeft niet te worden afgelost. Brief Staatssecretaris van Financiën van 23 november 2012, AFP 2012/810
LEEFTIJD EENMALIGE GROTE GIFT VERRUIMD De leeftijdsbegrenzing van de eenmalige verhoogde vrijstelling in de schenkbelasting gaat omhoog van 35 jaar naar 40 jaar. De verhoging geldt ook voor de aanvullende schenking ten behoeve van de eigen woning ingeval vóór 2010 gebruik is gemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling. Deze maatregel verruimt mogelijkheden voor financiering van de eigen woning en kan daarmee ook de doorstroming op de woningmarkt bevorderen. Het bedrag van de eenmalig verhoogde vrijstelling voor het jaar 2013 bedraagt € 24.676. Dit bedrag wordt verhoogd tot € 51.407 indien schenking wordt gebruikt voor eigen woning of studie van het kind.
GEBRUIKELIJK LOON De Hoge Raad heeft in twee arresten de grenzen aangegeven van de toepasbaarheid van de zogeheten afroommethode bij de bepaling van het loon dat een directeur-grootaandeelhouder (dga) in dienst van zijn vennootschap geacht wordt te genieten. De afroommethode is alleen toepasbaar als de opbrengsten van de vennootschap (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de arbeid die de dga als werknemer in zijn vennootschap verricht. Zo mag de afroommethode niet worden toegepast als nog andere werknemers in dienst van die vennootschap staan. In dat geval kan niet meer worden aangenomen dat de opbrengsten van de vennootschap (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de door de dga in zijn hoedanigheid als werknemer verrichte arbeid. Ook kan de afroommethode niet worden toegepast als een dga via een eigen bv in een samenwerkingsverband participeert en het aandeel van zijn bv in het resultaat van het samenwerkingsverband uit een percentage in laatstgenoemd resultaat bestaat. Toepassing van de afroommethode is wel mogelijk in het geval dat een dga via een eigen bv in een samenwerkingsverband (bijvoorbeeld maatschap) participeert en het aandeel van de eigen bv in het resultaat van het samenwerkingsverband (nagenoeg) geheel voortvloeit uit de arbeid die de dga in het samenwerkingsverband verricht. Bron: Hoge Raad, 9-11-2012, nrs. 11/03555 en 11/02127.
8
EDVIZE Bij Edvize zijn we sterk in het verzorgen van belastingaangiften, het verzorgen van administraties, het samenstellen van jaarrekeningen en het geven van belastingadvies. Iedere aangifte, jaarrekening of advies is uniek omdat ieder bedrijf of persoon uniek is. Dat weet u als geen ander. Bij ons gaat het niet alleen om de cijfers maar ook om het verhaal achter de cijfers. Bij Edvize krijgt u daarom cijfers met toegevoegde waarde. Betrokken adviseur We zijn een betrokken adviseur. Voor particulieren en ondernemingen. Dat betekent dat u gevraagd en ongevraagd adviezen zult ontvangen. Ook zullen we u regelmatig op de hoogte houden van adviesmogelijkheden in de vorm van een nieuwsbrief. Werkwijze Wat voor toegevoegde waarde heeft dit voor u? Daar laten wij u graag kennis mee maken. Bekijk op uw gemak onze website of vraag naar de laatste nieuwsbief. Wilt u daarna een stap verder zetten? Neem contact met ons op voor een vrijblijvende afspraak!
TIP VOOR 2013: FINANCIËLE PLANNING Een financiële planning (ook wel persoonlijk financieel plan genoemd) is een beschrijving van de huidige financiële situatie. Het geeft inzicht in en overzicht van alle financiële aspecten die al goed geregeld zijn en welke nog aanvulling of bijsturing behoeven. Aan de hand van de financiële planning worden besproken de huidige en toekomstige wensen en wordt rekenkundig in kaart gebracht wat het effect van een wens is op de financiële situatie. Aansluitend aan deze inventarisatie zal er geadviseerd worden welke stappen er ondernomen kunnen of moeten worden om de (financiële) wensen te kunnen realiseren. Een financiële planning verandert de lappendeken van financiële zaken in een overzichtelijk totaalplaatje. Het legt minder goed verzorgde financiële zaken bloot, maar laat ook zien welke financiële producten elkaar overlappen. Vanwege het overzicht kan ook inzichtelijk gemaakt worden op welke momenten er veel belasting betaald moet worden. Indien mogelijk kunnen er al vroegtijdig maatregelen genomen worden om de belastingheffing te nivelleren. De financiële planning is altijd een momentopname. Het leven staat niet stil. Het is daarom altijd aan te bevelen om de financiële planning regelmatig te updaten. Bij Edvize zien wij het opstellen van een financiële planning graag in combinatie met het opstellen van een estate planning. Op deze manier ontstaat er een totaaloverzicht zowel tijdens leven alsmede na het overlijden voor de langstlevende. Bent u geïnteresseerd in een financiële planning? Neem dan contact met ons
CONTACT? MacArthurdreef 44 6716 CB EDE Gld Postbus 102 6710 BC EDE Gld T M E W
0318 701 292 06 2221 6663
[email protected] www.edvize.nl
Disclaimer Deze nieuwsbrief is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Toch is het niet uitgesloten dat bepaalde informatie onvolledig of anderszins onjuist is. De inhoud van deze nieuwsbrief dient daarom uitdrukkelijk niet te worden beschouwd als een advies.
Copyright Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/ of vermenigvuldigd zonder voorafgaande toestemming van Edvize. Deze nieuwsvoorziening is met grote zorg samengesteld. Voor eventuele onvolkomenheden kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden. Druk– en zetfouten voorbehouden. ©Edvize 2013