Wijkgericht inburgeren Meerzicht Plan van aanpak
Oktober 2008 Gemeente Zoetermeer Werk, Zorg en Inkomen Team Beleid & Implementatie
Inhoudsopgave Samenvatting ____________________________________________________________ 4 1
Inleiding: een tante in Meerzicht ______________________________________ 6
2
Context _____________________________________________________________ 7 2.1
Deltaplan inburgering ____________________________________________ 7
2.2 De gemeente Zoetermeer _________________________________________ 8 2.2.1 Inburgering en participatie ______________________________________ 8 2.2.2 Prioritaire doelgroepen_________________________________________ 9 2.2.3 Aantallen en kenmerken _______________________________________ 9 2.2.4 Inburgeraars in relatie tot wijken _______________________________ 10 2.2.5 Wijkgericht werken en inburgering ______________________________ 11 2.2.6 Organisatie van de Wet Inburgering en wijkaanpak _______________ 13 2.2.7 Samenvatting: kansen wijkaanpak en inburgering ________________ 13 3
4
5
Keuze van de wijk ___________________________________________________ 15 3.1
Afwegingen ____________________________________________________ 15
3.2
Beschrijving van de wijk Meerzicht op hoofdlijnen_________________ 16
3.3
Inburgeraars in Meerzicht _______________________________________ 17
3.4
Actoren en potentiële partners in de wijk _________________________ 19
Thematiek rondom inburgering en participatie ________________________ 21 4.1
Werving en toeleiding ___________________________________________ 21
4.2
Samenleven in de wijk___________________________________________ 22
4.3
Opvoeding _____________________________________________________ 22
4.4
Werk ___________________________________________________________ 23
4.5
Digitale wijk ____________________________________________________ 23
Doelstellingen van de pilot Wijkgericht Inburgeren Meerzicht __________ 25 5.1
Doelstellingen kwantitatief_______________________________________ 25
5.2
Kwalitatief ______________________________________________________ 25
5.3
Resultaten______________________________________________________ 26
6
Organisatie _________________________________________________________ 27
7
Actieplan Wijkgericht Inburgeren Meerzicht ___________________________ 31 7.1 Werving ________________________________________________________ 7.1.1 Onderzoeken motieven en ervaringen van inburgeraars ___________ 7.1.2 Inzetten bestaande netwerken in de wijk t.b.v. werving ____________ 7.1.3 Nieuwe wervingsnetwerken ontwikkelen, met de inzet van ingeburgerden _______________________________________________________ 7.1.4 Complexgerichte werving _____________________________________
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
2
31 32 33 34 35
7.1.5 Werving en activering met behulp van community-bronnen van gemeenschappen ____________________________________________________ 37 7.1.6 Wat betekent deze intensieve werving voor de organisatie van de inburgering en bijvoorbeeld de inkoop van trajecten? _____________________ 38 7.2 Samenleven in de wijk___________________________________________ 7.2.1 Taalmaatjes in de buurt en wijk ________________________________ 7.2.2 Inburgeraars en ouderen ______________________________________ 7.2.3 Duale trajecten koppelen aan de wijk ___________________________ 7.2.4 Wijkbewoners betrekken bij inburgering in de wijk. ________________ 7.2.5 Integratie van de wijk in bestaande trajecten _____________________
39 40 40 41 42 43
7.3 Opvoeding en onderwijs_________________________________________ 7.3.1 Verbinden inburgering aan bestaande VVE-trajecten zoals taalspeelhuis ________________________________________________________ 7.3.2 VVE en opvang van kinderen van inburgerende ouders combineren 7.3.3 Kennis maken met peuterspeelzaal / basisschool / Brede School in inburgeringstraject ___________________________________________________ 7.3.4 Autochtone en allochtone moeders/ouders met elkaar in contact brengen 46
43
7.4 Digitale wijk ____________________________________________________ 7.4.1 Betrekken onderwijsinstituten __________________________________ 7.4.2 Inzet van „virtuele wijk‟ ter ondersteuning van inburgering in de wijk _ 7.4.3 Mogelijkheden wijkwebsite ____________________________________ 7.4.4 Inburgeraars leren digitale wijk optimaal benutten ________________
47 47 48 49 49
44 44 45
8
Draagvlak, communicatie en overdracht ______________________________ 51
9
Monitoring, verslaglegging, verantwoording en resultaten _____________ 53
10
Tijdsplanning en financiën_________________________________________ 55
10.1
Tijdsplanning ___________________________________________________ 55
10.2
Begroting ______________________________________________________ 55
Bijlagen ________________________________________________________________ 56 Bijlage 1:
Kenmerken van Zoetermeer _____________________________ 1
Bijlage 2:
Demografische gegevens Zoetermeer _______________________ 1
Bijlage 3:
Inburgeraars met aanbod, verdeeld per wijk__________________ 1
Bijlage 4:
BPI bestand medio oktober _________________________________ 2
Bijlage 5:
Etnische afkomst WWB-klanten _____________________________ 3
Bijlage 6:
Overzicht taalgerelateerde activiteiten Zoetermeer ___________ 1
Bijlage 7:
Samenvatting programma _______ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 8:
Planning _______________________ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 9:
Begroting ______________________ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Verklaring van afkortingen en begrippenlijst _____________________________ 3
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
3
Samenvatting De gemeente Zoetermeer is ingeloot voor deelname aan de pilot van het ministerie van VROM voor wijkgericht inburgeren. Het gaat om één van de programma‟s uit het Deltaplan Inburgering, gericht op vergroten van de kwaliteit en kwantiteit van de inburgering. De pilot start in 2008 en duurt tot en met 2011. (Instroom trajecten tot en met 2010). Zoetermeer is een stad met veel nieuwkomers. Sinds de stad in de jaren ‟60 als groeigemeente werd aangewezen, zijn er ruim 100.000 nieuwe inwoners bij gekomen. Er zijn dan ook maar weinig mensen die opgegroeid zijn en van jongs af aan zijn geworteld in Zoetermeer. Integratie binnen je nieuwe omgeving is niet alleen belangrijk voor nieuwe inwoners van allochtone afkomst maar voor alle inwoners van Zoetermeer. De gemeente Zoetermeer hecht er dan ook veel waarde aan dat er in Zoetermeer niemand aan de kant staat. Mee(r) doen staat centraal in het collegeprogramma. Inburgeren is één van de manieren om tot participatie te komen. Dit plan voor wijkgericht inburgeren heeft dan ook raakvlakken met verschillende beleidsterreinen, zoals re-integratiebeleid, WMO, vrijwilligersbeleid, educatie, integratiebeleid en uiteraard wijkmanagement. Op al deze terreinen zijn er in Zoetermeer al veel activiteiten. Met deze pilot wil de gemeente Zoetermeer vooral inzetten op het verbinden van die activiteiten, ze met elkaar in samenhang te brengen, netwerken op elkaar aan te laten sluiten en op die manier bestaande middelen en energie op een effectievere manier te gebruiken. Binnen de pilot zullen we ook met een aantal nieuwe methoden in Zoetermeer gaan werken, maar we willen vooral ook dat de pilot als een katalysator optreedt om een meer samenhangende en integrale werkwijze te realiseren. De keuze voor de wijk waar de pilot plaats dient te vinden, is op Meerzicht gevallen. In Meerzicht woont een aanzienlijke groep inburgeringsverplichten en inburgeringsbehoeftigen. Daarnaast kent de wijk een aanzienlijke problematiek. Belangrijk voor de keuze was ook dat er een redelijk stevig netwerk is van actieve organisaties en er zijn verschillende initiatieven waarop in deze pilot voortgebouwd kan worden. In de afgelopen twee maanden is met een groot aantal betrokkenen in Meerzicht en met ambtenaren op het stadhuis gesproken over de mogelijke invulling van de pilot. Op basis van deze gesprekken en op basis van de beschikbare informatie is dit plan van aanpak tot stand gekomen. Hoofdmoot van het plan is een programma van activiteiten, die in de komende twee jaar gestart zullen worden. Deze activiteiten laten zich rond vier thema‟s rangschikken: Werving Om als gemeente voldoende bij te dragen aan de inburgeringsopgave, dient zich de noodzaak aan om vooral de inburgeringsbehoeftigen op te sporen en tot deelname te verleiden. Met betrekking tot de inburgerinsplichtigen is Zoetermeer immers al een
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
4
eind op streek. Logischerwijze ligt er in de pilot dan ook een belangrijk accent op de werving van deelnemers. Samenleven in de wijk Een thema dat naar voren komt in diverse rapporten (leefbaarheidsmonitor bijvoorbeeld) en ook veelvuldig genoemd wordt in de gesprekken met wijkmanagers en andere betrokkenen is het samenleven door verschillende bewoners in de wijk. De bewoners van wijken vormen een mix van mensen van verschillende leeftijden, mensen die al langer in Zoetermeer wonen of die nieuw zijn, mensen met een Nederlandse of met een allochtone achtgrond en met verschillende sociaaleconomische posities. Hoe kun je deze verschillende groepen integreren in de wijk en voorkomen dat tegenstellingen de overhand krijgen? Een ander probleem dat veel gesignaleerd wordt, met name in de hoogbouwflats, is isolement en eenzaamheid. Dit speelt zowel bij allochtone als bij autochtone bewoners. Opvoeding en onderwijs De ervaring leert dat het zeer moeilijk is voor kinderen die met een taalachterstand aan hun schoolcarrière beginnen, om deze in te halen. Reden dus om krachten te bundelen op dit terrein. Er ligt in Zoetermeer een basisstructuur rondom opvoeding en opvoedingsondersteuning. (Consultatiebureau, Vroeg- en voorschoolse educatie, ouderkamers op de school, Brede School.) Deze structuur heeft echter nog weinig samenhang met de Onderwijs, Gezondheid en Opvoedings-trajecten vanuit inburgering. Digitale wijk Een vierde thema betreft Zoetermeer als ICT stad. De vraag is of ICT / digitalisering ook een rol kan spelen bij inburgering en liefst dan ook bij participatie op wijkniveau. Het gaat hierbij om het gebruik van ICT en digitale leermiddelen binnen de trajecten, maar ook bijvoorbeeld het ontwikkelen van een virtuele wijk, het gebruik van ICT om wegwijs te worden in de samenleving en om je te presenteren aan je omgeving (wijken buurtwebsites). Bekend is dat het gebruik van computer en ICT juist voor vrouwen (ook laagopgeleide) een sterk motiverende factor is. In bijlage 7 is een overzicht te vinden van alle activiteiten die aan deze thema‟s gekoppeld zijn. Met deze pilot en de daarbinnen beschreven activiteiten stelt de gemeente Zoetermeer zich als doel om in de komende twee jaar in Meerzicht minimaal 300 inburgeraars een traject aan te bieden. Van deze inburgeraars verwachten wij dat 80% ook daadwerkelijk gaat en blijft participeren, waarvan een aanzienlijk deel binnen de wijk. Voor de organisatie van de pilot wordt voor één dag per week een projectleider aangesteld, die ondersteuning krijgt van een projectmedewerker (2 dagen) die vooral in de wijk werkzaam zal zijn. Er komt een projectgroep waarin vertegenwoordigd team Beleid en Implementatie van WZI, cluster Cultuur, Welzijn en Zorg van de afdeling Beleid en de wijkmanager. Hierboven staat een stuurgroep onder voorzitterschap van de teammanager Beleid en Implementatie en met de clustermanager Cultuur, Welzijn en Zorg en het hoofd Wijkmanagement.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
5
1 Inleiding: een tante in Meerzicht “Weet je, in Marokko ga je vaak, als je even niet weet hoe je iets moet aanpakken of gewoon voor de gezelligheid, bij ‘tante’ langs. Dat hoeft niet een echte tante te zijn, dat kan ook een buurvrouw zijn met de nodige ervaring en een goed hart. Volgens mij missen veel mensen in Zoetermeer en ook in Meerzicht zo iemand in de buurt. Of er is misschien wel zo iemand, maar ze weten hem of haar niet te vinden. Eigenlijk zou iedereen in Meerzicht ook een tante moeten hebben." Eén van degenen met wie gesproken werd in het kader van het schrijven van dit plan, vatte met bovenstaande opmerking heel mooi het idee van wijkgericht inburgeren samen. Wijkgerichte inburgering moet er toe bijdragen dat iedereen zich thuis kan voelen in zijn omgeving, zinvolle contacten onderhoudt en bijdraagt aan de (wijk) samenleving. Inburgeren is iets dat voor alle Zoetermeerders van belang is. En het is iets dat veel Zoetermeerders zelf hebben mee gemaakt. Als groeistad zijn er de laatste 30 jaar meer dan 100.000 mensen van buitenaf in Zoetermeer komen wonen. Zij hebben allemaal het proces doorgemaakt, zo goed en zo kwaad als dat ging, van het je eigen maken van een nieuwe woonomgeving, je thuis gaan voelen en op jouw beurt weer te maken krijgen met nieuwkomers in de omgeving. In Zoetermeer willen we niemand aan de kant laten staan. Mee(r) doen in Zoetermeer is het parool van het bestuur. Daarom zetten we vol in op participatie in alle facetten en op alle beleidsterreinen: activering, re-integratie, WMO, vrijwilligersbeleid en dus ook inburgering. Daarin voelen we ons gesteund en uitgedaagd door het Deltaplan Inburgering dat door minister Vogelaar is opgesteld om de inburgering op een kwalitatief en kwantitatief hoger niveau te brengen. Zoetermeer was de eerste gemeente die een inburgeringsagenda heeft opgesteld en gepresenteerd. Zoetermeer is nu één van de 8 gemeenten die meedoet met de pilot wijkgerichte inburgering. Kortom Zoetermeer wil met de nodige ambitie de doelstelling „Mee(r) doen‟ waarmaken. In voorliggend plan wordt in hoofdstuk 2 allereerst de context van het plan beschreven: het Deltaplan Inburgering en de situatie in Zoetermeer. In hoofdstuk 3 wordt de keuze voor de wijk Meerzicht onderbouwd. Hoofdstuk 4 gaat in op de thematiek rondom inburgering en participatie. De doelstellingen staan vermeld in hoofdstuk 5 en de projectstructuur in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 behelst het feitelijke actieplan en wordt gevolgd door hoofdstuk 8 over communicatie en draagvlak. In hoofdstuk 9 gaan we in op monitoring en verslaglegging en in hoofdstuk 10 tot slot worden de planning en financiën toegelicht.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
6
2 Context 2.1
Deltaplan inburgering
In september 2007 heeft het kabinet het Deltaplan Inburgering aangeboden aan de Tweede Kamer. De doelstelling van het Deltaplan is hierin als volgt uitgewerkt: “Het verbeteren van de kwaliteit van de inburgering, zodat meer mensen hun inburgering afronden met een hoger niveau en economisch, sociaal en cultureel participeren in de samenleving”. Zoals bekend blijven de resultaten van inburgering van oudkomers en nieuwkomers achter bij het niveau dat van inburgeraars wordt gevraagd in het examen conform de nieuwe wetgeving en bij wat minimaal nodig is om in de Nederlandse samenleving te kunnen participeren. Meer dan de helft van de oud- en nieuwkomers behaalt niet het gewenste niveau. In het Deltaplan is er in 2008 en 2009 met name aandacht voor de verbetering van de kwaliteit en het rendement van de trajecten. Daarnaast zal ook het aantal mensen dat met hun inburgeringtraject via de gemeente start worden verhoogd door een verruiming van de doelgroepen. Om de kwaliteit van de inburgering te verbeteren, richt het kabinet zich op de wisselwerking tussen inburgering en participatie omdat dat een belangrijke waarborg is voor de kwaliteit. Er zal met name worden ingezet op duale inburgeringprogramma‟s die inburgering koppelen aan bijvoorbeeld onderwijs, werk of maatschappelijke participatie. Het kabinet stelt zich ten doel dat in het jaar 2011 minstens 80% van de inburgeringprogramma‟s een duaal karakter heeft. Ook verwacht men veel van het inzetten van vrijwilligers als taalcoach (taalmaatje). Het gaat hierbij om een integrale benadering van participatiebevorderende maatregelen. Het realiseren van de beoogde kwaliteitsverbetering wordt door het rijk ondersteund door het faciliteren van een aantal actieprogramma‟s op het gebied van het participatiebudget, de participatieketen, de wijkgerichte aanpak, het persoonsvolgend budget en een examenprofiel voor ondernemers en voor sociale participatie. Aan deze programma‟s wordt systematisch onderzoek gekoppeld zodat inzicht ontstaat in „best practices‟ (wat werkt wel, wat werkt niet), die vervolgens breed in het land kunnen worden ingezet. Met de gemeenten heeft het Rijk afspraken gemaakt in de vorm van een inburgeringsagenda, waarin iedere gemeente de kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen ten aanzien van inburgering voor de periode 2008 en 2009 vastlegt.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
7
2.2
De gemeente Zoetermeer
2.2.1 Inburgering en participatie In Zoetermeer laten we niemand aan de kant staan. Mee(r) doen staat centraal in het collegeprogramma. Dit is ook vastgelegd in het beleidsplan re-integratie 2008-2010 én het beleidsplan inburgering 2008-2010. Het liefst ziet Zoetermeer mensen meedoen doordat ze regulier werk krijgen. Indien dit nog niet kan, via een gesubidieerde baan. Omdat iedereen iets kan, verwachten we van mensen die een uitkering ontvangen, een tegenprestatie. Maatwerk is hierbij vanzelfsprekend en we willen meer mensen stimuleren om arbeidsmarktgerichte scholing te volgen. We stellen de klant centraal maar geven ook aan enkele groepen extra aandacht. Dit zijn de groep 45+, alleenstaande ouders, jongeren, inburgeraars en nietuitkeringsgerechtigden. Om deze doelstelling zo goed mogelijk te realiseren wordt ook actief samenwerking gezocht met het bedrijfsleven, via de Sociaal Economische Agenda. Dit vertaalt zich ondermeer in een convenant Diversiteit dat in op 10 december 2008 met een aantal belangrijke ondernemers in Zoetermeer wordt afgesloten. Maar ook op andere beleidsterreinen liggen verbindingen met participatie, zoals WMO en vrijwilligersbeleid, integratiebeleid en t.a.v. educatie. Zoetermeer is een stad van nieuwkomers. Sinds 1962 groeide Zoetermeer met meer dan 100.000 inwoners. En deze groei gaat nog door. Er zijn dan ook weinig volwassen Zoetermeerders die in Zoetermeer geboren en getogen zijn. Het doel is dan ook dat álle nieuwe Zoetermeerse inwoners, dus ook Zoetermeerders van buitenlandse komaf meedoen in de samenleving van Zoetermeer. Als de Nederlandse taal daarbij een probleem vormt, is inburgering het middel om de integratie te versnellen. Zo is er in het convenant Diversiteit specifiek aandacht voor inburgering en de mogelijkheid voor het bedrijfsleven om hieraan een bijdrage te leveren. In het beleidsplan WMO deelplan 1 is aandacht voor integratie in de wijk en buurt met speciale aandacht voor de inburgeraars. Zo worden er met behulp van vrijwilligers verschillende taalactiviteiten ontwikkeld voor wijkbewoners, die gezien kunnen worden als voortraject of als aanvulling op de reguliere inburgerinstrajecten. Educatietrajecten worden ingezet om mensen toe te leiden naar opleiding en te trainen voor bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Inburgering is geen doel op zich maar een middel, één van de wegen, waarlangs mensen in Zoetermeer tot participatie kunnen komen. Daarom heeft de gemeente Zoetermeer dan ook bij de aanbesteding van inburgeringstrajecten voor zowel de OGO-trajecten als de op werk gerichte trajecten (inburgering en re-integratie) vastgesteld dat 80% van de trajecten moet leiden tot participatie. Voor de werktrajecten betekent dit plaatsing op werk, voor de OGO-trajecten participatie gedurende het traject. Onder participatie wordt hier verstaan dat de inburgeraar gedurende het traject op de één of andere manier actief is, bijvoorbeeld door het volgen van een taalstage, door het doen van vrijwilligerswerk, deelname aan activiteiten in het kader van Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE).
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
8
Zoetermeer was de eerste gemeente die een lokale inburgeringsagenda heeft vastgesteld. Met deze agenda laat Zoetermeer zich zien als een ambitieuze gemeente, die zowel kwalitatief als kwantitatief een stevige doelstelling neerzet. Belangrijke onderdelen van de Zoetermeerse inburgeringsagenda zijn: - duale trajecten (daadwerkelijk meedoen in de samenleving) - participatiebudget - taalmaatjes (doelstelling: 200) - integratie in de wijk - realiseren participatieketen - inburgering en ondernemen op de Sociaal Economische Agenda - afstemming met lokale partners en combinatie met re-integratieactiviteiten - wijkgericht inburgeren
2.2.2 Prioritaire doelgroepen In 2007 werden als prioritaire groepen vastgesteld (en in deze volgorde) 1. In ieder geval krijgen een aanbod: a. Asielgerechtigden nieuwkomers en oudkomers, alsmede geestelijk bedienaren. b. Inburgeringsplichtigen met een WWB-uitkering, waarbij de WWBcliënten met arbeidsplicht en (nog) zonder re-integratietraject voorrang hebben. c. Inburgeringsplichtige opvoeders zonder werk of uitkering. 2. Analfabete inburgeringsplichtigen kunnen een alfabetiseringscursus volgen in het kader van de WEB. 3. Onderzocht wordt of mensen met een uitkering ingevolge van sociale zekerheid ook in aanmerking kunnen komen voor een gemeentelijke inburgeringsvoorziening. 4. Vrijwillige inburgeraars met een maximaal inkomen van 110% van de bijstandsnorm kunnen gefaseerd in aanmerking komen voor een gemeentelijke inburgeringsvoorziening. Naar aanleiding van het Deltaplan Inburgering heeft de gemeente Zoetermeer in het voor jaar 2008 de doelstellingen herzien en is vastgesteld dat alle verplichte inburgeraars een gemeentelijk aanbod kunnen krijgen. Hiertoe is een inhaalactie gestart om inburgeringsplichtigen die in eerste instantie waren afgewezen voor een gemeentelijke aanbod, alsnog in staat te stellen van een gemeentelijke aanbod gebruik te maken. Het aantal vrijwillige inburgeraars dat van een gemeentelijk aanbod gebruik kan maken werd vooralsnog vastgesteld op 50 (voor de periode 2007/2008). Er heeft geen actieve werving plaatsgevonden voor deze plaatsen.
2.2.3 Aantallen en kenmerken Zoetermeer kent ongeveer 19.000 inwoners van niet westerse afkomst. Het landelijke Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen (BPI) geeft een overzicht van
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
9
mensen die waarschijnlijk inburgeringsplichtig zijn. Het BPI voor Zoetermeer van 30 juni 2007 bestond uit ruim 1065 mensen. Al deze mensen zijn persoonlijk uitgenodigd voor een individueel gesprek. Van deze BPI-lijst bleken er 616 daadwerkelijk inburgeringsplichtig te zijn. In het recente BPI van medio oktober staan 378 mensen vermeld. Deze mensen zijn nog niet opgeroepen en ook hiervan zal naar waarschijnlijk een deel niet inburgeringsplichtig blijken te zijn. Uit ervaringsgegevens van ministerie van VROM blijkt dat het aantal inburgeringsbehoeftigen 2 tot 3 maal zo groot is als het aantal verplichte inburgeraars. Dat zou dus voor Zoetermeer neer komen op 1200 – 1800 inburgeringsbehoeftigen. Het aantal nieuwkomers voor Zoetermeer werd in 2007 geschat op jaarlijks 150. Dit blijkt aan de hoge kant. Volgens ISI waren er in het jaar 2007 70 nieuwkomers en over periode januari - medio oktober 2008 37. Ondanks het feit dat er in de 1e helft van 2008 voor Nederland wel weer sprake is van een stijging van het aantal asielaanvragen, ligt het toch voor de hand om de schatting voor het aantal nieuwkomers voor de komende jaren bij te stellen naar tussen de 50 en 100 nieuwkomers per jaar. De gemeente Zoetermeer heeft ongeveer 119.000 inwoners, waarvan 16% bestaat uit mensen van niet-Westerse afkomst. De landen van herkomst zijn (in volgorde van grote van de bevolkingsgroep): - Suriname - Nederlandse Antillen en Aruba - Marokko - Irak - Afghanistan - Turkije De Surinaamse bevolkingsgroep wordt binnen het gemeentelijk beleid niet gezien als een groep die extra aandacht vraagt, behalve eventueel een groep Hindostaanse ouderen. Wat opvalt is dat de traditionele arbeidsmigranten van Turkse en Marokkaanse afkomst een relatief kleine groep vormen. Verder kent Zoetermeer relatief veel bewoners met een vluchtelingenachtergrond. Onder de groep Afghanen Irakezen en Iraniërs, zijn er veel die al langer (5-10 jaar) in Zoetermeer wonen, destijds een WIN-traject gevolgd hebben maar desondanks niet goed Nederlands spreken en redelijk geïsoleerd leven. Het aantal mensen dat werkloos is, is in deze groepen relatief hoog. (zie bijlage 5)
2.2.4 Inburgeraars in relatie tot wijken Om een beeld te krijgen van het potentieel inburgeraars per wijk zijn verschillende benaderingen gebruikt. Allereerst is een analyse gemaakt van het aantal nietwesterse allochtonen per wijk. Zie ook bijlage 2. Om het potentieel inburgeraars te bepalen zijn vervolgens de groepen Surinamers en Antillianen er uit gehaald. Er is voor gekozen om de Surinaamse groep niet mee te laten tellen omdat uit ervaring blijkt dat hier weinig sprake is van een inburgeringsachterstand. Voor een deel van
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
10
de Antilliaanse groep geldt dit in mindere mate (er is een groep waarvan de schoolopleiding en beheersing van de Nederlandse taal laag is, evenals de sociaaleconomische positie), echter voor deze groep zijn de ingekochte trajecten inburgering minder geschikt. Vervolgens is het aantal allochtone bewoners dat tot de 2e generatie behoort (dus geboren in Nederland) er af getrokken. Op deze manier benaderd, tekent zich het volgende beeld af: Potentiële inburgeraars naar wijk Meerzicht 1591 Palenstein 1133 Rokkeveen 1092 Oosterheem 1092 Seghwaert 974 Buytenwegh 839 Driemanspolder 571 Om dit beeld te toetsten is vervolgens gekeken naar het aantal inburgeraars dat een aanbod geaccepteerd had (dus op traject zit) en de verdeling over de wijken. In de zomer (medio juli) van 2008 hadden 348 inburgeraars een aanbod geaccepteerd, dit waren bijna allen verplichte inburgeraars (circa 10 vrijwillige inburgeraars hadden een aanbod gekregen). Uit deze gegevens bleek dat van de inburgeraars die op traject zaten, de meeste uit Meerzicht en Palenstein kwamen (respectievelijk 80 en 84 in iedere wijk). (zie bijlage 2) Als we vervolgens kijken naar het actuele BPI bestand (medio oktober 2008), dan telt dat 378 personen, waarvan het grootste deel woont in de wijken Meerzicht, Palenstein, Buytenwegh, Oosterheem en Rokkeveen. (zie bijlage 4). Opgemerkt moet worden dat deze mensen nog niet opgeroepen zijn voor een gesprek door Publiekszaken en dus nog niet met zekerheid gesteld kan worden dat het hier om verplichte inburgeraars gaat. Het feit dat er in dit bestand flink wat mensen voorkomen van wie de nationaliteit onbekend is of waar als geboorteplaats een stad in de Verenigde Staten staat vermeld, doet vermoeden dat ze zeker niet allen inburgeringsplichtig zullen zijn. Al deze rekenkundige exercities geven aan dat er in ieder geval niet één wijk is in Zoetermeer die eruit springt als het gaat om aantallen inburgeraars. In het volgende hoofdstuk gaan we verder in op de verschillen tussen de wijken en de keuze voor de pilot-wijk.
2.2.5 Wijkgericht werken en inburgering Zoetermeer heeft een goede basis voor wijkgericht werken. Ieder wijk heeft een wijkmanager die samenwerking op wijkniveau stimuleert en met de organisaties uit de wijk een wijkactieplan opstelt. In de wijk is een wijkteam aanwezig met in onder meer wijkagent, opbouwwerk, woningcorporaties, Brede School, zorginstelling, wijkbeheer en de afdeling Beleid (Welzijn). De wijkmanager voert overleg met basisscholen, bewoners en ondernemers uit de wijk. Een stedelijk overleg van wijkmanagers wisselt voortgang en good practices uit. Tussen beleidsmedewerkers Welzijn en de wijkmanagers vindt afstemming plaats m.b.t. activiteiten in de wijk en
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
11
bijvoorbeeld bij inkoop van Educatie (WEB) worden wijkmanagers betrokken om de vraag uit de wijk helder te krijgen. Ook zijn er zijn er vele activiteiten in de wijk waarbij aansluiting gevonden kan worden, als het gaat om inburgering: VVE, Brede School, vrijwilligerswerk, actieve buurtorganisaties, integratieactiviteiten, sport etc. Iedere wijk heeft een wijkbudget, bestemd voor het bevorderen van sociale cohesie van vier euro per bewoner. Via Wijkwebsites wordt informatie gegeven over de wijkorganisaties, activiteiten en initiatieven. De slag van wijkgericht werken naar inburgering moet echter nog gemaakt worden. Zo is er bijvoorbeeld geen relatie tussen VVE-activiteiten en inburgering, of tussen Brede School en inburgering. Aanbieders die verantwoordelijk zijn voor de invulling van het duale deel van de trajecten gebruiken de kansen die de wijk hiervoor biedt, nog niet. En de wijk als vindplaats wordt nog niet of weinig benut. Wijkgericht inburgeren biedt in onze mening de mogelijkheid om aan de twee doelstellingen van het Deltaplan te werken: vergroten van het aantal inburgeraars en verbeteren van de kwaliteit van de trajecten. Door de wijk als vindplaats voor inburgeraars te gebruiken, te werven via wijknetwerken en persoonlijke contacten op te bouwen met de doelgroep in de wijk, is de verwachting dat er vooral veel vrijwillige inburgeraars gevonden kunnen worden. En door de inhoud van de trajecten te verbinden met activiteiten op wijkniveau, door wijkbewoners te betrekken bij inburgering, de bestaande netwerken in te zetten om duale trajecten vorm te geven en nieuwe netwerken te laten groeien, zal de participatie van inburgeraars tijdens maar ook na het inburgeringstraject in belangrijke mate kunnen toenemen. Inburgering kan dus baat hebben bij de wijk maar wat kan inburgering betekenen voor de wijk? Welke problemen spelen er in de wijk, waarvoor inburgering kan bijdragen aan de oplossing? Zoetermeer is een stad waar „grote stadsproblematiek‟ (langdurige werkloosheid, laag inkomen, onveiligheid) in vergelijking met een groot aantal andere steden, relatief gering is. Zie ook de cijfers met betrekking tot werkloosheid, opleiding en inkomen in bijlage 1. Uiteraard zijn er wel wijken waar relatief meer mensen zonder werk wonen, of laagopgeleiden. Echter, bij de als we kijken naar de problematiek in de wijken en knelpunten, kwam vooral het punt naar voren van het „samenwonen‟ in de wijk1 en het feit dat bepaalde groepen (of liever, leden van deze groepen) tamelijk geïsoleerd in het leven staan, meer dan knellende sociaaleconomische problemen. De zorg van wijkmanagers was vooral hoe nieuwkomers in de wijk (en niet alleen nieuwkomers met een buitenlandse afkomst) in de wijk te integreren en te voorkomen dat er een tegenstelling tussen gevestigden en nieuwkomers ontstaat. (En helaas ook hoe deze kloof te overbruggen.) In contacten met bijvoorbeeld de Afghaanse vereniging (maar ook met de woningcorporaties) kwam een beeld naar voren van mensen die geïsoleerd in de samenleving staan. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen van allochtone afkomst die, alhoewel al langer in Nederland, de taal niet voldoende machtig zijn omdat ze deze nooit in praktijk brengen, geen contacten hebben met Nederlands sprekenden en geen werk hebben. Maar bijvoorbeeld ook om ouderen in hoogbouw flats die hun omgeving zien veranderen en het contact daarmee verliezen. Of om (alleenstaande)
1
Dit bleek in verschillende gesprekken en uit diverse rapporten zoals de leefbaarheidsmonitor.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
12
moeders die hun handen vol hebben aan de opvoeding en nauwelijks geld om eens iets leuks te doen.
2.2.6 Organisatie van de Wet Inburgering en wijkaanpak gemeente
Zoetermeer
Gemeentelijke organisatie B&W / gem.secr. Hoofd afd. bestuur
Hoofd afd. welzijn
Hoofd afd. ruimte
Beleid (welzijn) (Ond., jeugd, cultuur, sport, integratie, vrijw. werk)
Werk, Zorg en Inkomen Wijkmanagers
Team Beleid (Inburgering)
Vrije tijdsvoorzieningen en accommodaties
In Zoetermeer is de afdeling WZI verantwoordelijk voor het beleid, uitvoering en monitoring van inburgering. Daardoor is een goede verbinding mogelijk met activiteiten gericht op re-integratie en activering. Deze afdeling houdt zich ook bezig met de Sociaal Economische Agenda, onder andere contacten met het bedrijfsleven over doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Voorlichting, oproepen en intakes voor inburgering zijn ondergebracht bij Publiekszaken. De afstemming hiermee vindt plaats via het afstemmingsoverleg inburgering. De afstand naar welzijnsbeleid, waaronder ook WEB-inkoop, integratie- en vrijwilligersbeleid is wat groter maar er vindt wel afstemming plaats ten aanzien van de inkoop van trajecten. De relatie met wijkgericht werken (wijkmanagers) was tot voor kort met betrekking tot inburgering nog niet gelegd. Men realiseert zich echter heel duidelijk de noodzaak tot meer afstemming en de ontwikkeling van een integrale werkwijze.
2.2.7 Samenvatting: kansen wijkaanpak en inburgering Een eerste inventarisatie leert dat er behoorlijk wat kansen liggen voor het ontwikkelen van wijkgerichte inburgering. Er ligt een goede basis voor wijkgericht werken: wijkmanagers en wijknetwerk zijn veelal actief en de managers zijn
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
13
ambitieus voor hun wijken. Verschillende wijkmanagers hebben dan ook aangegeven graag mee te willen werken aan de pilot. Men ziet de pilot als een kans om vooral te werken aan een beter samenleven tussen verschillende wijkbewoners. Inburgeringsbeleid is onderdeel van een breder beleid gericht op participatie, waarvan activering, re-integratie en samenwerking met het bedrijfsleven belangrijke onderdelen zijn. De ambities van de gemeenten Zoetermeer zijn hoog, daar waar het de eigen taak en verantwoordelijkheden betreft maar dat geldt ook naar de uitvoering. Een nadeel voor het wijkgericht inburgeren is dat Zoetermeer tot nu toe wat betreft beleid voor Werk, Zorg en Inkomen nog een minimale „wijkgerichte blik‟ heeft en dat het beleid voor Welzijns en Inburgering c.q. re-integratie en activering zich losstaand van elkaar heeft ontwikkeld.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
14
3 Keuze van de wijk 3.1
Afwegingen
Criteria om een wijk te kiezen waren: - aantal potentiële inburgeraars - sociaaleconomische positie en sociale problematiek wijkbewoners - potentieel netwerk voor samenwerkingspartners Zoetermeer kent 7 wijken, onderverdeeld in wijken en subbuurten. In zogenaamde wijkfoto‟s zijn gegevens te vinden over het percentage bewoners van allochtone afkomst naar wijk en subbuurt. De wijkfoto‟s geven ook inzicht in het niveau van werkloosheid, inkomen en opleiding van de wijkbewoners. Op basis hiervan heeft een eerste selectie plaats gevonden, van wijken en buurten die niet verder in de overwegingen zijn betrokken. Dit geldt voor Noordhove, Dorp en Stadscentrum en De Leyens. In deze wijken wonen relatief minder potentiële inburgeraars dan in de wijken die hieronder worden benoemd. Vervolgens is op basis van cijfers van de afdeling Onderzoek & Statistiek bepaald hoeveel eerste generatie niet westerse allochtonen, uitgezonderd mensen met een Surinaams en Antilliaanse/Arubaanse afkomst er per wijk zijn. In deze groep bevinden zich de inburgeringsplichtigen en potentieel behoeftigen. Omdat het niet alleen gaat om het leren van de taal aan mensen van niet-Nederlanse komaf maar juist ook om het bevorderen van sociale cohesie, zijn ook de gegevens m.b.t. oordeel over de wijk, opleiding, werk en inkomen toegevoegd (zie bijlage 1). Per wijk of buurt zijn dan de volgende afwegingen gemaakt: De buurt Driemanspolder (centrum) is in de afwegingen meegenomen, omdat deze buurt grenst aan Palenstein (centrum); tel je beide wijken bij elkaar op, dan kom je op een aantal van ruim 1600 potentiële inburgeraars. Kijk je echter naar de sociale problematiek in de wijk, dan is die in Driemanspolder veel minder dan in Palenstein, wat het niet logisch maakte om Driemanspolder in deze pilot te betrekken. Palenstein is een wijk die hoog scoort op aantallen allochtonen én op sociale problematiek. Het gaat hier om de één van de eerste nieuwbouwwijken van Zoetermeer, een wijk waar nu een herstructureringsproces plaats vindt, met zowel fysieke als sociale ingrepen. Uit de ronde die gemaakt is bij beleidsambtenaren, wijkmanagers en betrokkenen in de wijk, komt eigenlijk de vraag naar voren om een andere wijk te kiezen dan Palenstein. Bij Palenstein doet zich het verschijnsel voor van de krachtwijken: men heeft het idee dat andere wijken ook aandacht nodig hebben. Bovendien waarschuwt men voor een overkill aan middelen en instrumenten op de wijk. Als we dan zien dat Palenstein en Meerzicht-Oost qua problematiek vergelijkbaar scoren, en Meerzicht bovenaan staat wat betreft aantallen, gaat de keuze eerder naar Meerzicht.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
15
Oosterheem is een wijk die ook regelmatig genoemd wordt als het gaat om problematiek op het gebied van leefbaarheid. In deze meest recent gebouwde wijk wordt een lage tolerantiegrens naar andere leefstijlen gesignaleerd. Mensen hebben geïnvesteerd in een (duurdere) nieuwbouwwoning en komen in een gedifferentieerd gebouwde en bewoonde wijk, waar verschillende leefstijlen gemengd wonen. Het gaat niet alleen om een verschil tussen allochtoon en autochtoon, maar ook tussen autochtone culturen onderling. Vanuit innovatief oogpunt in relatie tot leefbaarheid zou het zeker interessant zijn om in voor deze nieuwe wijk te kiezen en te kijken hoe je het integreren van leefstijlen kunt combineren met inburgeren. Echter, het kwantitatieve aspect rechtvaardigt dat niet. Rokkeveen scoort qua aantallen vergelijkbaar met Oosterheem maar scoort op de wijkfoto (wat betreft opleiding, werk en inkomen én oordeel over de wijk) veel beter, en is dus geen kandidaat deelname. Voor Seghwaert geldt het zelfde. Buytenwegh heeft wel een bijzondere positie. Absoluut wonen er van de genoemde wijken het minste aantal allochtonen, het percentage ligt op 8,5%. Buytenwegh scoort echter het slechtst als het gaat om het oordeel dat bewoners uitspreken over de wijk: 5,1 ten opzichte van een 6 gemiddeld in Zoetermeer. Kijken we naar de cijfers voor opleiding, werk en inkomen, dan zijn deze slechter dan gemiddeld maar lang niet zo slecht als bijvoorbeeld Palenstein of Meerzicht. Dit alles in overweging nemend, is niet gekozen voor Buytenwegh. Op basis van aantallen potentiële inburgeraars en sociale problematiek, bleek Meerzicht dus een geschikte wijk voor de pilot. Deze keuze werd ondersteund doordat er op het eerste gezicht voldoende netwerk aanwezig was, om het wijkgericht inburgeren gezamenlijk mee vorm te geven. In de volgende paragraaf geven we een uitgebreidere beschrijving van deze wijk.
3.2
Beschrijving van de wijk Meerzicht op hoofdlijnen
Hieronder staat een overzicht van een aantal kerngegevens voor Meerzicht: gemeente
Zoetermeer
Een paar cijfers Meerzicht Zoetermeer Aantal inwoners 15.000 119.500 % niet west. All 20% 16% Werkloos/ AWW / WAO 11% 6% Laag opgeleid 46% 36% Inkomen < 2.000 50% 39%
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
16
Meerzicht wordt afgebakend door de A12, twee grote hoofdwegen binnen Zoetermeer en een groengebied. Langs één van de begrenzende hoofdwegen staat een aantal grotere kantoorgebouwen waar bedrijven/organisaties als ABVA/KABO en Reaal verzekeringen gevestigd zijn. Meerzicht valt grofweg te verdelen in twee buurten: Meerzicht Oost en Meerzicht West. Een spoorlijn van de Randstadrail deelt de wijk in tweeën. Meerzicht Oost kent voornamelijk hoogbouw, langgerekte flats tot 10 etages hoog. Tussen deze flatgebouwen is veel openbaar groen en speelmogelijkheid. Er is een grote diversiteit van nationaliteiten en sommige complexen springen er uit vanwege hoge cijfers als het gaat om criminaliteit, overlast en drugsgebruik. Door woningcorporaties zijn er de laatste jaren een flink aantal woningen verkocht aan zittende of nieuwe huurders. Daar waar complexen grotendeels door eigenaar-bewoners worden bewoond, ziet het geheel er volgens de woningcorporatie beter en verzorgder uit dan waar dat niet het geval is. In één complex, Fonteinbos, wonen veel ouderen, geconcentreerd op een aantal woonlagen. Dit was bewust beleid van de corporatie, om binnen het flatgebouw enigszins homogene woonsferen te creëren. In Meerzicht Oost, maar vlak tegen Meerzicht West aan, is ook de Albrandswaard gevestigd, een complex voor ouderenwoningen, met een gemeenschappelijke ruimte waar de ouderenconsulent zit en met verschillende voorzieningen zoals een grand café/restaurant, kapper, pedicure etc. waar ook de buurt gebruik van kan maken. Tussen Meerzicht Oost en West in liggen centraal in de wijk de wijkpost, het gezondheidscentrum, het dienstencentrum en een winkelcentrum (onlangs gerenoveerd). Meerzicht West kent voornamelijk laagbouw, eensgezinswoningen. Ondanks dat de buurt op het eerste gezicht ruim opgezet lijkt, is er weinig gemeenschappelijk groen en ook weinig speelgelegenheid voor kinderen. In deze buurten doet zich het verschijnsel voor van ouderen die moeite hebben met de jonge gezinnen in hun omgeving.
3.3
Inburgeraars in Meerzicht
De niet-westerse bevolking in Meerzicht is als volgt samengesteld: Antilliaans 408 Marokkaans 270 Irakees 293 Afghaans 268 Turks 79 Verplichte inburgeraars Eind september was het aantal inburgeraars in Meerzicht dat een aanbod kreeg, gestegen tot 127. Er waren er nog 59 die nog geen aanbod hadden gekregen (inhaalactie vanwege de verruiming van het aantal trajecten, zie paragraaf 2.2.2). Er zijn nog 57 mensen die op de BPI lijst van medio oktober stonden, die nog opgeroepen dienen te worden. Van de verplichte inburgeraars uit Meerzicht die nu bekend zijn bij de gemeente (met en zonder aanbod), woont het merendeel in Meerzicht Oost, in één van de hoogbouw complexen (zoals Fonteinbos, Laveibos en
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
17
Hoevenbos). Ongeveer 2/3 van hen is vrouw. Wat betreft hun herkomst, is de verdeling ongeveer conform de tabel hierboven, met uitzondering van de Antilliaanse doelgroep. Vrijwillige inburgeraars Wat betreft de verplichte inburgeraars kunnen we gedetailleerd, tot op adresniveau, vast stellen wat hun kenmerken zijn. Maar wat kunnen we verwachten als we kijken naar de groep vrijwillige inburgeraars? Voor dit project wordt niet expliciet geworven onder de Antilliaanse doelgroep maar ze worden uiteraard ook niet uitgesloten. Maar naar verwachting zullen de groepen Marokkaans, Afghaans, Irakees en Iranees sterk vertegenwoordigd zijn (meer dan de helft van het aantal inburgeraars). Verder valt er een grote diversiteit aan herkomstlanden van inburgeraars te verwachten. Als we kijken naar de grotere groepen met een vluchtelingen achtergrond, zoals Afghanen, Irakezen en Iranezen, dan zal het hier vaak gaan om mensen die al langer in Nederland (en Zoetermeer) verblijven, wat ouder zijn (45+) en weliswaar ooit wel de Nederlandse taal hebben geleerd door een WIN-cursus, maar die zelden actief gebruiken. Deze groep heeft vaak weinig contact met de Nederlandse samenleving, heeft vaak ook te maken met specifieke problematiek die samenhangt met het vluchtelingenschap (trauma‟s, onvrijwillig vertrek uit het land, zorgen over het vaderland en de nog daar wonende familie, etc.) Ook zien we vaak dat de kinderen van deze groep het goed doen op school en met studie. Enerzijds zijn ouders hier trots op, anderzijds maken ze zich wel zorgen of hun kinderen niet te veel vervreemden van hen en van hun vaderland. Deze situatie geldt voor zowel mannen als vrouwen, waarbij komt dat vrouwen vanwege culturele achtergrond mogelijk meer geïsoleerd leven dan mannen. Onder de traditionele groepen migranten (Turken en Marokkanen) verwachten we met name veel vrouwen te vinden, die voor inburgering in aanmerking komen. Als het gaat om oudere vrouwen (45+) zijn dit vaak laag opgeleide vrouwen of met alleen basisschool en onder de Marokkaanse groep komt nog veel analfabetisme voor. In het algemeen bestaat de indruk dat er veel alleenstaande ouders (moeders) wonen in de hoog bouwflats in Meerzicht. Dat zijn niet alleen de Surinaamse en Antilliaanse moeders maar ook onder andere groepen komt dit verschijnsel in toenemende mate voor door scheiding of verlating. Als we kijken naar de vrouwen, dan valt te verwachten dat veel vrouwen te maken hebben met belemmeringen vanuit hun gezin: kinderen en man om voor te zorgen, vaak ook nog familie (ouders of schoonouders) waarvoor gezorgd moet worden. Ook wordt het door de omgeving vaak niet passend gevonden wanneer vrouwen zich ontwikkelen en een cursus of opleiding gaan volgen. Mannen hebben minder last van belemmeringen van hun gezin of vanuit de cultuur. Bij hen speelt vaak teleurstelling over hoe hun leven er nu uitziet een grote rol: het feit dat ze geen werk meer hebben dat bij hen past, dat ze positie verloren hebben, er een verwijdering dreigt met hun kinderen etc. Zowel bij mannen als bij vrouwen zie je vaak psychosomatisch klachten, somberheid en een laag zelfbeeld.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
18
3.4
Actoren en potentiële partners in de wijk
Meerzicht kent een breed netwerk van professionele en vrijwillige organisaties: - Er zijn 5 basisscholen (waarvan er 2 een extra dependance hebben, dus zeven locaties). Alle scholen zijn ook Brede School. De Brede School richt voornamelijk op het aanbieden van vrijetijdsactiviteiten voor kinderen van de basisschool - VVE activiteiten In samenwerking met basisscholen, peuterspeelzalen en bijvoorbeeld ROC ID College worden verschillende VVE-activiteiten aangeboden zoals het Taalsspeelhuis op basischool Zwanenbos. Naast een programma voor de kinderen bestaat dit ook uit een programma voor ouders (onder andere Nederlandse taal) Kernkinderopvang - Stadsboerderij Hier kunnen worden voor volwassenen en kinderen natuur en milieuactiviteiten georganiseerd. - Piëzo centrum (Stichting voor Participatie, Integratie en Emancipatie) In een Piëzocentrum worden activiteiten georganiseerd gericht op participatie, integratie en emancipatie. De voornaamste bezoekers zijn vrouwen en de activiteiten variëren van laagdrempelige naailessen, taallessen tot beroepenoriëntatie. In Meerzicht nam Piëzo de taken over van het Moedercentrum. - Opbouwwerk Stichting Mooi biedt opbouwwerk. De opbouwwerker houdt zich op dit moment onder meer bezig met fietslessen voor allochtone vrouwen, het begeleiden van bewoners bij de organisatie van een kerstfeest, problematiek van jongerenoverlast en de herinrichting van een schoolplein. - Zoethout Speelgoeduitleen voor kinderen / tieners - Vierstroomzorgring Stichting Vierstroomzorgring is één van de grootste aanbieders van zorg in Meerzicht. Zij bieden ondersteuning aan ouderen door middel van een ouderenadviseur, verzorgen activiteiten die ook voor de buurt toegankelijk zijn, waaronder een restaurant in het dienstencentrum gekoppeld aan de Albrandswaard (woonservicezone) en hebben een grote groep vrijwilligers. - 1 lijnsgezondheidszorg (gezondheidscentrum) Centraal gelegen (nabij wijkpost, dienstencentrum) ligt ook het gezondheidscentrum waarin onder meer het consultatiebureau en maatschappelijk werk. - ICT opleidingen Het ID College (ROC) een MBO opleiding ICT en INholland een HBO ICT academie, beiden gevestigd aan de rand van de wijk - Woningcorporaties In de wijk zijn woningen van drie corporaties: Vidomes, Vestia en Goede woning. De corporaties nemen actief deel aan het wijkoverleg en aan leefbaarheidsdactiviteiten. - Oase kerk
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
19
-
Gereformeerde kerk, biedt onder meer ondersteuning aan allochtone vrouwen bij het leren van de taal. Marokkaanse Moskee Ondernemers Aan de rand van de wijk zijn wat grotere bedrijven gevestigd. Contacten op wijkniveau zijn er vooral met kleinere ondernemers (winkeliers, sportcentra) Sociaal Restaurant Pleysierschool met het project koken voor de buren. Eetcafé Braakhekke In een ruimte die door Woningcorporatie Vidomes ter beschikking is gesteld wordt 1 maal per 2 weken door vrijwilligers voor circa 20 mensen gekookt. 55+ soos Door vrijwilligers gerund. Onderzoek burenhulpcentrale Onderzocht wordt of en hoe het concept burenhulpcentrale in Meerzicht ingang kan vinden.
Een deel van het netwerk komt een maal per 4 weken bij elkaar in het wijkoverleg: wijkmanager, wijkbeheer, wijkagenten, Vierstroomzorgring, opbouwwerk, Stichting Piezo, Woningcorporaties, Brede School-coördinator, afdeling Beleid. Dit blijkt een goede plaats om initiatieven af te stemmen, kennis uit te wisselen en signalen op te vangen.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
20
4 Thematiek rondom inburgering en participatie In dit hoofdstuk geven we eerst een analyse van de thema‟s die zich aandienden bij het opstellen van dit plan van aanpak. Een deel van deze thema‟s zijn specifiek voor Zoetermeer, andere onderwerpen spelen ook in andere gemeenten. Op basis van de thema‟s zijn onderzoeksvragen opgesteld die in het volgende hoofdstuk worden uitgewerkt in een actieplan. Niet alle thema‟s komen echter terug in het actieplan: niet alle vragen vallen immers binnen een wijkplan op te lossen. De thema‟s waar we hier op ingaan zijn: werving, samenleven in de wijk, opvoeding en onderwijs, werk en participatie, Zoetermeer ICT-stad.
4.1
Werving en toeleiding
Zoetermeer is in 2007 op intensieve manier aan de slag gegaan met het BPI. Alle mensen die op deze lijst stonden zijn opgeroepen en nagegaan is of zij inderdaad inburgeringsplichtig zijn. Vervolgens krijgt deze hele groep een aanbod. De nieuwkomers die zich in Zoetermeer vestigen zijn uiteraard ook bekend. In principe zijn dus alle verplichte inburgeraars in beeld. Dat geldt niet voor de vrijwillige inburgeraars of inburgeringsbehoeftigen. In Zoetermeer heeft tot nu toe geen actieve werving onder deze groep plaatsgevonden. Wel zijn nu de trajectaanbieders geïnformeerd dat deze groep ook een aanbod kan krijgen. Dat heeft tot nu toe een klein aantal vrijwillige inburgeraars op traject opgeleverd. Zoetermeer heeft voor 2007 en 2008 totaal 980 trajecten inburgering. De screening van het BPI bestand heeft 616 verplichte inburgeraars opgeleverd. Voor 2009 heeft Zoetermeer het maximaal aantal trajecten van 590 aangevraagd. Dit geeft aan dat er een aanzienlijke inspanning verricht moet worden om naast de verplichte inburgeraars ook vrijwillige inburgeraars te werven. Zoetermeer ziet de pilot Wijkgericht inburgeren dan ook als een belangrijke kans om met name vrijwillige inburgeraars te werven voor een traject. We realiseren ons daarbij dat als we de wijk ingaan om mensen te werven, we niet alleen inburgeraars zullen vinden maar ook mensen die een andere (participatie) vraag. Hier ligt een mooie link met de invoering van het Participatiebudget, waarbij immers het doel is een integraal aanbod te kunnen doen dat leidt tot participatie, zonder dat het belangrijk is onder welke regeling iemand valt. Om mensen die geworven zijn ook naar een passend traject toe te leiden, is niet altijd eenvoudig. Het is belangrijk dat deelnemers een goede keuze maken voor ene aanbod dat bij hen past. Dat is immers ook een voorwaarde voor het succes. In deze pilot willen we voor potentiële deelnemers die nog geen heldere vraag of doelstelling hebben, een korte cursus ontwikkelen die hen helpt om hun eigen vraag in kaart te brengen en een bewuste keuze te maken voor een vervolg.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
21
4.2
Samenleven in de wijk
Zoals hiervoor al vermeld, is een probleem dat naar voren komt en dat speelt in verschillende wijken, het samenleven tussen bewoners die al langer in Zoetermeer gevestigd zijn en nieuwkomers. Wat hierbij speelt is dat Zoetermeer lange tijd een tamelijk witte stad was, met weinig grote stedenproblemen. Een deel van de mensen verhuisden naar Zoetermeer omdat ze dachten dat hier nog weinig allochtonen zouden wonen of vonden het juist wel prettig dat het zo was. Zij bekijken nu met argwaan de (allochtone) nieuwkomers. Het gaat enerzijds om het je eigen maken van de wijkcultuur, rekening houden met bestaande normen en waarden maar anderzijds ook om ruimte bieden voor nieuwkomers, minder angstig zijn voor wat anders is en je realiseren dat verandering niet per se negatief is. Een voorbeeld hiervan is een laagbouw buurtje in Meerzicht West, met wat oudere bewoners, van wie de kinderen het huis verlaten hebben. In de directe omgeving vestigen zich nu jonge gezinnen. Deze ouderen dachten nu aan rust toe te zijn maar worden geconfronteerd met de onrust die de jeugd met zich mee brengt. Een ander probleem dat veel gesignaleerd wordt, met name in de hoogbouwflats, is isolement en eenzaamheid. Dit speelt zowel bij allochtone als bij autochtone bewoners. Het kan gaan om oudere alleenstaanden maar bijvoorbeeld ook om vrouwen met kleine kinderen, van wie de man werkt of om alleenstaande moeders. Vanuit de Afghaanse gemeenschap bijvoorbeeld komen signalen dat, ondanks dat men al langer in Zoetermeer woont (tot 10 jaar) en een WIN cursus heeft gevolgd, de contacten met de Nederlandse omgeving minimaal zijn en de beheersing van het Nederlands slecht is. Deze problemen spelen in verschillende wijken, waar dan ook met belangstelling gekeken naar de toepasbaarheid van de resultaten die de pilot Wijkgericht inburgeren oplevert.
4.3
Opvoeding
Zoetermeer heeft verschillende VVE trajecten met peuterspeelzalen en basisonderwijs, gericht op kinderen die mogelijk een ontwikkelingsachterstand op kunnen lopen. Trajecten met als thema opvoeding en gezondheid worden uitgevoerd door ID College. Positief is dat alle scholen die een VVE-voortraject hebben, werken met dezelfde lesmethode (Piramide). Hierdoor krijgen kinderen vanaf de peuterspeelzaal tot en met de basisschool volgens eenzelfde methodiek les. Daarnaast komt de Brede School in steeds meer wijken. Brede School richt zich tot nu toe vooral op het ontwikkelen van een activiteitenaanbod voor leerlingen van de basisschool. Ook heeft een toenemend aantal scholen een ouderkamer, waar cursussen en voorlichting georganiseerd worden voor met name moeders. En uiteraard heeft Zoetermeer consultatiebureaus, die in iedere wijk in het wijkgezondheidscentrum gevestigd zijn. Er ligt dus een basisstructuur rondom opvoeding, opvoedingsondersteuning en onderwijs. Deze structuur heeft echter nog weinig samenhang met de OGO trajecten vanuit inburgering. In deze pilot willen we dan ook op kleine schaal onderzoeken hoe we een verbinding kunnen leggen
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
22
tussen het bestaande aanbod gericht op opvoeding en onderwijs enerzijds en inburgeringstrajecten anderzijds.
4.4
Werk
De duale trajecten gericht op werk vormen een belangrijk onderdeel van het inburgeringsaanbod in Zoetermeer en WWB-klanten met een inburgeringsverplichting krijgen dan ook een duaal traject Werk aangeboden. Maar er zijn veel meer activiteiten die ingezet kunnen worden als het gaat om werk en/of participatie, in combinatie met taal, waar het inburgeringstraject een onderdeel van kan zijn. Alleen is er geen goed overzicht van het totaalaanbod en staan de verschillende projecten en trajecten niet logisch met elkaar in verband. Zo weet Stichting Piëzo vrouwen te activeren en langs verschillende stappen ook zo ver te krijgen dat ze naar betaald werk zouden kunnen gaan, maar blijkt die laatste stap vaak moeilijk te realiseren. Soms nemen vrouwen deel aan een bepaalde activiteit, bijvoorbeeld vanuit VVE maar is hun klantmanager hier niet van op de hoogte en vindt deze een ander (re-integratie)traject meer geschikt. Andersom gebeurt het dat klantmanagers vrouwen voor activering bij Piëzo zouden willen aanmelden, maar niet weten hoe dat moet. Kortom, het aanbod dat er is, sluit niet op elkaar aan en wordt niet efficiënt gebruikt. Dit thema vraagt om meer samenwerking en afstemming tussen de verschillende betrokkenen (zowel ambtelijk als uitvoerend) en een meer integrale blik op het onderwerp participatie. Dit zal ook terugkomen naar aanleiding van het invoeren van het Participatiebudget, waarbij middelen vanuit de WWB, WI en WEB meer geïntegreerd ingezet kunnen worden. De stap van activering naar participatie door middel van regulier werk, is een onderwerp dat terugkomt op de Sociaal Economische Agenda, het overleg met werkgevers binnen Zoetermeer. Kortom, er wordt (of zal worden) gewerkt aan dit onderwerp. Dit thema heeft zeker raakvlakken met het wijkgericht inburgeren, maar omdat al langs andere lijnen aan deze problematiek gewerkt word en deze pilot niet het meest geëigende instrument hiervoor is, wordt dit thema dan ook niet vertaald in specifieke vraagstelling voor dit project.
4.5
Digitale wijk
Zoetermeer profileert zich als ICT stad, er is een ICT academie (HBO opleiding) en een MBO-opleiding ICT (ID College), zit (zat) op Second Life en heeft uitgebreide wijkwebsites. Steeds meer gemeentelijke diensverlening aan de burgers speelt zich af via internet. De vraag is of ICT / digitalisering ook een rol kan spelen bij inburgering en liefst dan ook bij participatie op wijkniveau. Agens (de aanbieder van werk-trajecten) werkt al met het programma van IT-preneurs, waarin veel via internet en e-learing gebeurt en dat de mogelijkheid heeft van een virtuele wijk. Ook het ID College (OGO-trajecten) zet digitale leermiddelen in. Het blijkt mogelijk om ook laag opgeleide vrouwen (zelfs analfabete vrouwen) in meer of mindere mate wegwijs te maken op de computer. Sterker nog, voor veel vrouwen is het een enorme motiverende factor om de werking van de computer, email en internet te
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
23
doorgronden, iets wat tot daarvoor aan hun kinderen en/of man voorbehouden was. Binnen Zoetermeer past het bij uitstek om te onderzoeken hoe ICT, digitale instrumenten en de virtuele wereld een rol kunnen spelen bij wijkgericht inburgeren en uiteraard bij wijkparticipatie. In het actieplan (hoofdstuk 7) wordt dit thema dan ook uitgewerkt in een aantal onderzoeksvragen.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
24
5 Doelstellingen van de pilot Wijkgericht Inburgeren Meerzicht In dit hoofdstuk stellen we de doelstellingen op hoofdlijnen vast voor de pilot. Daarna gaan we in op de organisatie in hoofdstuk 7 worden de doelstellingen vertaald in het actieplan.
5.1
Doelstellingen kwantitatief
Zoetermeer ziet de wijkgerichte inburgering als de kans om vooral de inburgeringsbehoeftigen te vinden en tot deelname aan een traject te „verleiden‟. Hiervoor bleek dat er eind september 2008 186 inburgeraars (127 met aanbod en 59 zonder aanbod) in Meerzicht bekend waren. In het BPI van medio oktober stonden nog 57 mensen vermeld die in Meerzicht wonen. Ook in de komende jaren krijgt uiteraard Meerzicht ook zijn deel van de nieuwkomers te verwerken. Als we nu de vuistregel hanteren dat er twee tot drie maal zoveel inburgeringsbehoeftigen zijn, als verplichte inburgeraars, dan zou dat in Meerzicht tussen de 400 en 500 inburgeringsbehoeftigen opleveren. Gezien het aantal allochtone inwoners in Meerzicht dat behoort tot de 1e generatie, zoals vermeld in bijlage 1, lijkt dit geen overdreven schatting. Op basis van deze cijfers wil de gemeente Zoetermeer in de jaren 2009 en 2010 minimaal 300 inburgeraars uit Meerzicht laten inburgeren, waarbij de nadruk ligt op de vrijwillige inburgeraars. Gezien het feit dat er voor 2009 590 nieuwe trajecten zijn aangevraagd (en voor 2010 dit waarschijnlijk ook het geval zal zijn) en het aantal trajecten voor 2007/2008 nog niet verbruikt is, moet hiervoor ook voldoende ruimte zijn. Door het aantal voor Meerzicht te reserveren trajecten niet te hoog te nemen, bieden we voldoende ruimte aan andere wijken om al lopende de pilot ook geslaagde methoden over te nemen en ook meer op inburgering in te zetten.
5.2
Kwalitatief
De gemeente Zoetermeer liep bij haar aanbesteding voor inburgering voorop door de doelstelling te hanteren dat 80% van de aangeboden trajecten voor Werk en OGO duaal is. In het Deltaplan wordt gesteld dat in 2008 20% van de trajecten duaal moet zijn, in 2009 40%, in 2010 60% en in 2011 80%, wil een gemeente aanspraak kunnen maken op de Participatiebonus. Vrij recent heeft VROM de criteria waar in hun ogen een duaal traject aan moet voldoen, bekend gemaakt. Op dit moment wordt met de aanbieders de invulling van de trajecten afgestemd op de criteria die VROM stelt. Onzeker is nog of alle aanbieders in 2008 al kunnen voldoen aan de 80procentseis conform de eisen van VROM, maar Zoetermeer zal dit jaar zeker het percentage van 20% dat VROM stelt voor de Participatiebonus halen. Vanaf volgend jaar, wanneer ook voor de aanbieders helder is wat verstaan wordt onder duaal, zullen we weer inzetten op de oorspronkelijke doelstelling van 80%. Deze doelstelling geldt dus ook voor de inburgeraars uit de wijk Meerzicht. De verwachting
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
25
is dat we om deze doelstelling te behalen vooral de trajecten OGO zullen inzetten en de trajecten Participatie, die volgend jaar mogelijk worden. Dit is ook mogelijk omdat bij de aanbesteding in principe zowel OGO als participatie trajecten ingekocht zijn.
5.3
Resultaten
Behalen inburgeringsexamen Conform de inburgeringsagenda dient 80% van de deelnemers aan een inburgeringstraject het examen te behalen. Met deze doelstelling scoren wij al hoger dan de verplichting die als gevolg van het volgend jaar in te voeren Partcipatiebudget wordt gesteld. Voor de deelnemers aan de pilot in Meerzicht willen dit percentage dan ook handhaven. Participatiedoelstelling Ook voor de participatiedoelstelling willen we met betrekking tot de pilot onze oorspronkelijke doelstelling halen. We willen hier vooral er op inzetten dat deelnemers ook na het inburgeringstraject nog blijvend participeren in de Nederlandse samenleving, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk, het volgen van een opleiding of (toeleiding naar) werk. Op dit moment is dit alleen goed vastgelegd voor de trajecten gericht op Werk, waar geldt dat inburgeraars geplaatst dienen te worden op werk (contractduur minimaal 6 maanden). Voor de OGO trajecten geldt nu echter alleen de verplichting dat deelnemers gedurende het traject participeren (= 80% duaal traject). Uiteraard willen we dit verbreden naar ook blijvende participatie na het traject. Het lijkt ons echter zeker niet realistisch om hiervoor een hoger percentage dan 80% vast te leggen, gezien het feit dat we verwachten met deze pilot en voor deze trajecten juist inburgeraars te bereiken die een grote afstand hebben tot de Nederlandse samenleving (veel meer dan degenen die nu een werktraject volgen) en die de nodige drempels zullen ervaren voor participatie. Qua aantallen betekent dit dat van de 300 inburgeraars uit de pilot er 240 daadwerkelijk zullen participeren. We gaan er echter niet vanuit dat al deze inburgeraars ook in de wijk zelf een participatieplek krijgen. Voor bepaalde deelnemers kan immers en plek buiten de wijk ook geschikt zijn. Maar we willen wel de nadruk op participatie in de wijk leggen, waarbij we streven naar ongeveer 175 mensen die in de wijk actief zullen zijn.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
26
6 Organisatie Er komt een structuur van stuurgroep en projectgroep. Stuurgroep en projectgroep zijn zo ingevuld dat de voornaamste betrokken afdelingen vertegenwoordigd zijn en zijn dan ook essentieel als het gaat om de afstemming tussen de verschillende gemeentelijke onderdelen en het realiseren van de gewenste integrale benadering. De projectgroep is qua omvang beperkt. Om de projectgroep heen functioneert een schil van betrokken ambtenaren en externen die bij onderdelen van het project betrokken zijn en die op afroep bij de projectgroepvergaderingen kunnen zijn. De stuurgroep wordt op ambtelijk niveau ingevuld. De wethouder van onder meer Sociale Zaken & Werkgelegenheid en Welzijn is de eerst verantwoordelijke binnen het college voor inburgering en dus ook voor deze pilot. Als daar aanleiding toe is wordt de wethouder in het tweewekelijks wethoudersoverleg (wethouder en hoofdafdeling Welzijn) over de voortgang van de pilot geïnformeerd (als onderdeel van de inburgeringsagenda). Daarnaast is de wijkwethouder van Meerzicht uiteraard betrokken bij de pilot. De bestuurders hebben ook een rol als het gaat om het verkrijgen van draagvlak door daar waar passend, in de publiciteit te treden. De procesmanager vanuit Vrom functioneert als de rechterhand van de projectleider en maakt deel uit van de bijeenkomsten van de projectgroep. Op die manier blijft ze volledig betrokken bij de voortgang, kan ze stagnatie tijdig signaleren en kan ze de projectleider helpen om het project op de rails te krijgen. Evenals de projectleider heeft zij een overall kennis van inburgering in Zoetermeer maar daarnaast kan ze putten uit de ervaringen die in andere gemeenten worden opgedaan. De projectleider combineert deze taak met die van beleidsmedewerker inburgering. Door deze combinatie kan deze medewerker met betrekking tot beleid en implementatie goed een aantal zaken combineren, zoals het ontwikkelen en uitzetten van Taalmaatjes, de duale trajecten en de afstemming met Publiekszaken en klantmanagers. Echter, doordat de projectleider tevens beleidsmedewerker is, houdt deze weinig tijd over om zich in de wijk zeer actief met de verschillende activiteiten bezig te houden. Daarom stellen we voor om de projectleider voor 1 dag per week voor het wijkgericht inburgeren vrij te maken en daarnaast ondersteuning in de wijk te bieden door het inzetten van een 2e kracht, een projectmedewerker voor 3 dagen per week. Deze houdt zich specifiek in de wijk bezig met coördinatie, verbinden en afstemmen. Deze medewerker is de spin in het web tussen alle activiteiten die in het kader van deze pilot worden gestart. Nauwe afstemming met de wijkmanager is hierbij noodzakelijk. Het bijkomend voordeel is dat op deze manier de wijkmanager, die weinig ruimte heeft om zich met de concrete uitvoering van de activiteiten bezig te houden, ontlast wordt. Het is echter nadrukkelijk niet de bedoeling dat deze medewerker taken met betrekking tot de uitvoering gaat overnemen. Uiteraard zal tussen de projectleider en deze wijkgerichte medewerker (projectondersteuner) zeer
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
27
nauwe afstemming plaatsvinden. De projectmedewerker, die een werkplek in de wijk zal hebben, werkt onderverantwoordelijkheid van de projectleider. Onderstaand schema geeft de structuur weer.
AMBTELIJKE ORGANISATIE WIJKGERICHT INBURGEREN
STUURGROEP
AFSTEMMINGSOVERLEG INBURGERING
PROJECTLEIDER
PROCES MANAGER VROM
PROJECTGROEP
IN – EN EXTERNE BETROKKENEN Stuurgroep wijkgerichte inburgering Leden -
Teammanager Beleid en Implementatie beleid WZI (voorzitter) Projectleider (secretaris) Manager Cluster Cultuur, Welzijn en Zorg Hoofd wijkmanagement
Frequentie: 1 maal per 6 maanden of indien nodig. Taken: - Goedkeuren uitvoeringsplannen (inclusief inzet medewerkers) - Bewaken voortgang en interveniëren indien stagnatie dreigt - Vaststellen rapportages naar ministerie en gemeentebestuur Projectgroep wijkgerichte inburgering
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
28
Leden: - Projectleider (voorzitter) - Projectmedewerker (secretaris) - Vanuit het Team Beleid WZI: 1 of 2 medewerkers met takenpakketten: Reintegratietrajecten / Activering en Zorg / Participatiebudget / WEB / W-deel / Inburgering; - Wijkmanager Meerzicht - Vanuit cluster Cultuur, Welzijn en Zorg, afdeling Beleid: beleidsmedewerker integratie - Procesmanager VROM Frequentie: 1 maal per 6 weken Taken projectgroep - Ondersteuning projectleider, meedenken, sparren, - Opstellen van concrete uitvoeringsplannen per onderdeel en bewaken van de samenhang binnen het gehele project; voordragen van de juiste partners - Afstemming acties en vragen aan interne en externe betrokkenen - Realiseren van draagvlak, intern en extern, verbanden leggen en zorgen voor samenhang met o.m. WMO, activering, zorg en re-integratie, bewaken afstemming - Bewaken voortgang, signaleren van knelpunten; voorstellen doen voor het oplossen van de knelpunten (richting stuurgroep) - Evalueren, bijsturen en zo nodig stoppen van acties of nieuwe acties starten - Zorgen voor rapportages over de (deel)projecten - Vertalen van de resultaten van methodieken etc. naar andere wijken en naar regulier beleid, ook buiten inburgering Afstemmingsoverleg inburgering Projectleider wijkgerichte inburgering is tevens beleidsmedewerker inburgering en neemt daarom tevens deel aan het afstemmingsoverleg inburgering (teammanager Beleid WZI, teammanager Zorg en Inkomen, beleidsmedewerker inburgering, unitcoördinator Inburgering, PuZa); het wijkgericht inburgeren wordt in dit overleg geagendeerd wanneer nodig. Vragen en consequenties voor de werkwijze van Publiekszaken (intakes) en voor Zorg en Inkomen en Werk en Inkomen (klantmanagers) worden hier besproken. Rol en taken projectleider De projectleider combineert deze functie met die van beleidsmedewerker inburgering. De projectleider werkt uiteraard nauw samen met de leden van de projectgroep die ook zelf trekker kunnen zijn van enkele onderdelen. De projectleider is eindverantwoordelijke voor het project en heeft de volgende taken: - Zorg dragen voor afstemming met en vertaling naar beleidsterreinen van collega‟s. - Samenhang bewaken met inburgeringsbeleid in brede zin. - Bewaken voortgang, signaleren knelpunten, zoeken naar oplossingen en delen van successen.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
29
-
Coördinatie en afstemming met partners in de wijk, bewaken van de samenhang tussen de activiteiten. Uitzetten van vragen, opdrachten t.b.v. de uitvoering en monitoring. Contractbesprekingen met uitvoerende partners. Aansturing projectmedewerker. Zorg dragen voor rapportages aan stuurgroep en ministerie van VROM Contactpersoon naar ministerie van VROM. Voorzitter projectgroep.
Rol en taken projectmedewerker De projectmedewerker werkt onder verantwoordelijkheid van de projectleider en werkt voornamelijk in en vanuit de wijk Meerzicht. De projectmedewerker functioneert als de ogen en oren van de projectleider. Taken: - Onderhouden van contacten met alle relevantie organisaties en instellingen, waaronder ook de vrijwilligers en betrokken bewoners. - Zorgen dat mensen over en weer van elkaars initiatieven en activiteiten op de hoogte zijn. - Waar zinvol initiatieven met elkaar verbinden en samenhang aanbrengen, overlap signaleren en afstemmen van acties. - Rapporteren aan de projectleider. - Secretaris van de projectgroep.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
30
7 Actieplan Wijkgericht Inburgeren Meerzicht In de gemeente Zoetermeer gebeurt al veel op het gebied van participatie en inburgering. Er zijn veel initiatieven rondom taal (zie ook bijlage 6), vanuit de WEB wordt een groot aantal cursussen en opleidingen aangeboden, er zijn leerwerkbedrijven en WZI biedt maatwerk als het gaat om re-integratie en zorg aan mensen met een WWB-uitkering en Nuggers. Er is een beleid ten aanzien van Vroeg- en Voorschoolse Educatie (gericht op kinderen met een dreigende ontwikkelingsachterstand) en er zijn activiteiten in het kader van Brede School. In de wijk is de wijkmanager de spin in het web, er zijn vele vrijwilligers zijn actief, er is opbouwwerk en participatiewerk, woningcorporaties zetten zich in voor leefbaarheid en zorginstellingen bekommeren zich om mensen die het op eigen kracht niet (meer) redden. Er is dus geen reden om nieuwe organisaties naar de wijk te halen en om veel nieuwe methoden te bedenken. Het gaat veel meer erom dat voortgebouwd wordt op het bestaande, instellingen en initiatieven met elkaar verbonden worden, activiteiten op elkaar afgestemd raken, kennis over het aanbod breed bekend raakt en energie efficiënter ingezet wordt. In onze visie kan de pilot Wijkgericht Inburgeren hiervoor een katalysator zijn, met Meerzicht als startpunt maar zeker met een bredere uitstraling, naar andere wijken en naar stedelijk beleid. Hieronder wordt per programma onderdeel (werving, samenleven in de wijk, opvoeding en onderwijs en de digitale wijk) de aanpak beschreven. Ieder onderdeel worden vertaald naar concrete vragen. Aan de vragen worden acties verbonden en per thema en actie worden de gewenste resultaten (kwalitatief en kwantitatief) vastgelegd. Onder het kopje „Wie‟ wordt omschreven wie de in- en externe partners zijn. Ieder onderdeel start met het bereiken van overeenstemming met deze partners over doel, inzet, planning, wijze van samenwerking en verantwoording. In de verdere uitvoering zal waarschijnlijk blijken dat bepaalde onderdelen samengevoegd kunnen worden, elkaar overlappen of dat onderdelen vervallen. Het actieplan zal uiteraard regelmatig aangepast worden aan de voortgang van de uitvoering.
7.1
Werving
Met betrekking tot werving komen we op basis van de analyse uit hoofdstuk 4 tot de volgende vragen voor de pilot: - Hoe kunnen we inburgeringsbehoeftigen motiveren tot deelname? - Hoe kunnen we de bestaande netwerken in de wijk (professionele en vrijwillige organisaties) inzetten om inburgeraars te werven voor trajecten? - Zijn er nieuwe wervingsnetwerken te ontwikkelen met de inzet van inburgeraars die al een traject volgen (of gevolgd hebben)? - Werkt een buurt- of complexgerichte2 (integrale) werving, eventueel huis-aanhuis om potentiële inburgeraars toe te leiden naar een traject? Kan
2
Meerzicht bestaat voor een deel uit hoogbouw flats, met tussen de 200 en 300 woningen per complex
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
31
-
inburgering hier samen opgaan met andere initiatieven t.b.v de buurt of het complex? Hoe kunnen we de eigen (interne) netwerken van etnische gemeenschappen inzetten om potentiële inburgeraars maar ook anderen toe te leiden naar een (participatie)-traject? Wat betekent deze intensieve werving voor de organisatie van de inburgering en van de gemeente?
7.1.1 Onderzoeken motieven en ervaringen van inburgeraars Om inburgeringsbehoeftigen te motiveren tot deelname aan een traject dient eerst inzicht te bestaan in wat de motieven van inburgeraars kunnen zijn en waar de belemmeringen kunnen liggen. Op basis daarvan kun je potentiële inburgeraars goed informeren maar ook samen met iemand nagaan of een inburgeringstraject nu de juiste optie is. Niet voor iedereen met een taal- of participatieachterstand is inburgeringstraject ook per se het meest geschikte traject. Andersom kan een inburgeringstraject voor een deelnemer ook onverwachte positieve effecten hebben. We willen daarom eerst bij inburgeraars die nu een traject volgen of hebben afgerond, onderzoeken wat motieven en belemmeringen kunnen zijn en vervolgens handvatten geven hoe die kennis te gebruiken bij de werving. Dit onderzoek dient ook als basis om vervolgens een evaluatiegesprek te houden met iedere inburgeraar die een traject afsluit. Acties 1. Een selectie bepalen van inburgeraars met wie de gesprekken gevoerd worden. Minimaal 50 deelnemers, evenredig verdeeld over de verschillende doelgroepen en trajecten, mensen die al een redelijk eind op weg zijn met hun traject of die het reeds beëindigd hebben. Indien dit aantal gesprekken onvoldoende informatie oplevert kan het aantal opgehoogd worden. 2. Met ondersteuning van de afdeling Onderzoek & Statistiek wordt een vragenlijst opgesteld om de groep te bevragen over hun motivatie om deel te nemen en hoe ze daar nu over denken. Het gaat zowel om successen als om mislukkingen. Wat heeft het traject hen opgeleverd? Wat viel er tegen? Wat zou er beter kunnen? Hoe gaan ze straks verder? Welke kansen hebben ze voor zich zelf ontdekt? Hoe denken zij dat nieuwe inburgeraars gemotiveerd kunnen worden? Welke belemmeringen zijn er voor deelname? 3. De uitkomst van deze gesprekken toegankelijk maken voor degenen die in contact komen met potentiële inburgeraars of hun netwerken. (Factsheets, aansprekende voorbeelden door persoonlijke interviews in verschillende krantjes, op de website, in folders etc.) 4. Dit onderzoek geeft tevens inhoudelijke informatie over succes- en faalfactoren. Deze kennis kan vervolgens gebruikt worden om de effectiviteit van de trajecten te verbeteren, drempels zoveel mogelijk weg te nemen etc. Daar waar problemen voor inburgeraars niet opgelost kunnen worden, is het ook nuttig om hier duidelijk over te zijn en iemand goed te kunnen informeren. 5. Na het uitproberen van de vragenlijst, wordt deze zo aangepast dat hij kan dienen als een handleiding voor een evaluatiegesprek dat standaard door de klantmanager gevoerd wordt bij de afsluiting (ook indien dit voortijdig
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
32
gebeurt) van een traject. De uitkomsten van dit gesprek worden zo (uiteraard geanonimiseerd) verwerkt dat de informatie gebruikt kan worden voor beleidsontwikkeling. Wie: Projectleider wijkgericht inburgeren trekt dit onderdeel, met ondersteuning vanuit de afdeling Onderzoek & Statistiek. Voorgesteld wordt om het uittesten van de vragenlijsten te laten doen door een onafhankelijke interviewer. Afdeling Communicatie wordt ingeschakeld om de ervaringen van inburgeraars toegankelijk te maken. De vertaling van hun ervaring naar verbetering van de inhoud van de trajecten en het wegnemen van belemmeringen ligt bij de projectleider c.q. beleidsmedewerker inburgering. De implementatie van de vragenlijst naar een evaluatiegesprek door klantmanagers gebeurt onder begeleiding van team beleid WZI en O&S. Klantmanagers worden geïnformeerd over doel en werkwijze. Resultaat - In eerste instantie worden minimaal 50 gesprekken gevoerd. - Inzicht in motiverende factoren van inburgeraars en hun beoordeling van de trajecten, kennis van eventuele belemmeringen. - Informatiemateriaal en gesprekshandleidingen t.b.v. degenen die in contact staan met de doelgroep. - Potentiële inburgeraars worden beter geïnformeerd, waardoor zij een meer overwogen besluit kunnen nemen om deel te nemen aan inburgering. - Een evaluatiemethode door inburgeraars die standaard kan worden uitgevoerd tijdens of aan het eind van een traject. - Met het resultaat van de onderzoeken kan de gemeente vervolgens haar voordeel doen bij het bepalen van beleid en het inkopen van trajecten. - De kennis en informatie kan stedelijk toegepast worden.
7.1.2 Inzetten bestaande netwerken in de wijk t.b.v. werving Een logisch begin van een intensieve werving op wijkniveau is vervolgens het zoveel mogelijk inzetten van bestaande netwerken in de wijk. Acties: 1. Inventarisatie organisaties en netwerken waar potentiële inburgeraars gevonden kunnen worden. Dit gaat om de voor de hand liggende netwerken, zoals basisscholen, consultatiebureaus en andere organisaties van het meer formele wijknetwerk maar er moet breder gedacht worden: denk bijvoorbeeld ook aan netwerken rondom winkeliers en winkelcentra (zoals een Turkse stomerij/kleermaker, winkelpersoneel, fitnesscentra), actieve bewoners etc. We gebruiken hiervoor de methode van de steentjes in de vijver: te beginnen bij het bekende netwerk wordt iedereen gevraagd minimaal 5 mensen/organisaties te noemen waar inburgeraars gevonden kunnen worden. Deze mensen en organisatie worden op hun beurt met de zelfde vraag benaderd. Er zullen hierbij uiteraard veel namen dubbel genoemd worden maar er zullen er ook veel nieuwe bij zijn.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
33
2. Vervolgens moet de vraag aan deze mensen/organisaties duidelijk gemaakt worden, (onder meer aan de hand van de uitkomsten van het hiervoor beschreven onderzoek, wordt een profiel van de „te vinden inburgeraar‟ opgesteld), de werkwijze afgesproken en moet men voldoende informatie hebben om inburgeraars te werven. Dit kan gebeuren door middel van gezamenlijke bijeenkomsten maar ook in individuele contacten. 3. De daadwerkelijke werving is een doorlopend proces, waarbij mensen waarschijnlijk druppelsgewijs binnen komen. Uiteraard dienen de werkprocessen voor intake en toetsing hierop toegerust te zijn. 4. Om de drempel te verlagen kan er eventueel een wijkspreekuur gehouden worden waar inburgeraars informatie kunnen krijgen en dat bijvoorbeeld gedraaid wordt door vrijwilligers. Dit spreekuur is uiteraard ook van nut zijn bij de andere wervingsacties en kan eventueel op verschillende locaties plaats vinden. Wie: Projectleider wijkgerichte inburgering trekt en coördineert dit proces. De praktische contacten worden voor een belangrijk deel gelegd door de projectmedewerker. De wijkmanager Meerzicht is nauw betrokken bij de inventarisatie en zet zich in om hiervoor draagvlak te realiseren. Met een vertegenwoordiger van WZI en/of PuZa worden de werkprocessen afgestemd. Een medewerker van WZI of PuZa is contactpersoon en spin in het web als het gaat om de toelevering en doorgeleiding van nieuwe inburgeraars in de wijk. Uiteraard zijn de actieve professionals en vrijwilligers in de wijk hierbij onmisbaar. Resultaat - Meer samenwerking en kennis in het wijknetwerk t.b.v. de doelgroep. - Een groeiend netwerk in de wijk dat zich inzet voor de werving van inburgeraars. Dit netwerk kan op termijn ook ingezet worden voor het bereiken en werven van andere en nieuwe doelgroepen en activiteiten. - Een beschreven en dus naar andere wijken overdraagbaar werkproces voor werving van inburgering via netwerken. - 100-150 inburgeraars worden via het netwerk geworven.
7.1.3 Nieuwe wervingsnetwerken ontwikkelen, met de inzet van ingeburgerden Naast bestaande kanalen, zullen naar verwachting ook nieuwe wervingskanalen en netwerken ontstaan door uitvoering van de pilot. We willen hier expliciet onderzoeken of nieuwe wervingsnetwerken ontwikkeld kunnen worden met de inzet van inburgeraars die met succes een traject volgen of afgerond hebben, te werven. Acties: 1. Profiel op stellen van het soort inburgeraar dat je zoekt als deelnemer aan het wervingsnetwerk.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
34
2. Aanbieders vragen om na te gaan wie van hun deelnemers (huidige of voormalige) hiervoor benaderd kunnen worden. (Een deel van deze kandidaten kan mogelijk voortkomen uit de geïnterviewden bij 1.) 3. Met kandidaten nagaan of zij gemotiveerd zijn om nieuwe inburgeraars te werven en dus als een soort ambassadeur voor inburgering op te treden. 4. In groepsgesprek nagaan welke mogelijkheden zij zien om nieuwe inburgeraars te werven en wat zij hiervoor nodig hebben (extra training, informatiemateriaal, begeleiding) en dit faciliteren. 5. Afspraken maken hoe zij hun werving vervolgens gaan vormgeven: individueel, in paren optredend, gaan ze zelf bijeenkomsten organiseren (à la de tupperware methode) of gaan ze instellingen en organisaties langs (moskee, migrantenorganisatie, school, etc.) Kunnen zij uitgenodigd worden door andere organisaties om voorlichting te geven? 6. Werkprocessen afspreken: hoe de geworven inburgeraars door te leiden via intake, toetsing etc. naar passend (voor)traject. 7. Het wijknetwerk informeren wanneer zij actief zijn en hoe zij ingezet kunnen worden. 8. Voor de deelnemers van dit wervingsnetwerk (ofwel ambassadeursnetwerk) dient dit als een tussenstap naar weer nieuwe activiteiten. Het netwerk dient dus steeds nieuwe vulling te krijgen van inburgeraars en vormt daarmee een mooie startplaats voor langdurige participatie. Wie: Projectleider trekt dit, in samenwerking met de trajectaanbieders. Voor hen ligt er immers een belang om hun inburgeraars te laten participeren gedurende en na het traject. ID College kan training verzorgen van ambassadeurs. De projectmedewerker zorgt voor het leggen van de contacten op wijkniveau en houdt in de gaten dat inburgeraars op deze manier geworven, worden doorgeleid naar passend aanbod (PuZa/WZI). De projectmedewerker zorgt ook voor afstemming van deze wervingsactiviteiten op de andere die in dit hoofdstuk genoemd worden. Voor de begeleiding van de eventuele ambassadeurs kan ondersteuning in de wijk gezocht worden (bijvoorbeeld opbouwwerk vanStichting Mooi of stichting Piëzo). Resultaten: - Actief netwerk van circa 20 ambassadeurs voor inburgering. Gezien de doorstroom die er uit dit netwerk plaatsvindt, zijn 40 tot 60 inburgeraars bij het netwerk betrokken. - Bij bewezen succes kan dit netwerk vertaald worden naar andere wijken en stedelijk niveau. - Via dit netwerk worden 75-100 deelnemers voor inburgering geworven.
7.1.4 Complexgerichte werving Een kans om hiermee te experimenteren is het gebouw Fonteinbos. In dit complex, in eigendom van Woningcorporatie Vestia, woont een belangrijk deel van de inburgeraars uit Meerzicht die op dit moment een traject volgen. Vestia heeft besloten, in reactie op signalen over eenzaamheid onder bewoners, een voormalige containerruimte om te bouwen tot ontmoetingsruimte. In het najaar van 2008 start
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
35
Vestia in samenwerking met Stichting Piëzo een onderzoek waarbij 1/3 van de bewoners worden benaderd om te achterhalen aan welke soort activiteiten behoefte is. Het onderzoek zal, naast een concreet beeld van wensen van bewoners, ook inzicht geven in wat er in het complex speelt, welke problematiek er is. Op dit initiatief willen we aansluiten met de werving van inburgeraars. Naar aanleiding van de uitkomsten uit het onderzoek wordt nagegaan waar mogelijkheden zijn om hierop met de werving voor inburgeraars aan te sluiten: Acties: 1.
2.
3.
4. 5.
6.
Mogelijk biedt het onderzoek al voldoende inzicht om een aantal concrete activiteiten op te zetten (zoals een laagdrempelige taal of schrijfcursus). Ook voorstelbaar is dat met WEB middelen een korte oriëntatiecursus of training Participatie wordt opgezet waar bewoners van de flat inzicht krijgen in wat er allemaal voor mogelijkheden zijn op het gebied van participatie (zie ook onder onderdeel 6, hierna). Deze activiteiten zijn vindplaatsen om mensen naar een inburgeringstraject toe te leiden. Met de aanbieder(s) van inburgering wordt nagegaan of er onder de inburgeraars uit het betreffende complex, deelnemers zijn die een rol kunnen spelen bij de complex gerichte aanpak, hetzij in de werving, hetzij bij de benadering van bewoners, hetzij bij de activiteiten. Hier ligt een relatie met het ambassadeursnetwerk. Voor de werving van inburgeraars kan verder gebouwd worden op het groeiende netwerk dat als gevolg van het onderzoek in deze flat ontstaat. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van bijvoorbeeld spreekuren van maatschappelijke dienstverleners die eventueel in de activiteitenruimte plaats zullen vinden of kunnen ambassadeurs ingeschakeld worden. Ook is het wellicht mogelijk dat uit het onderzoek al direct naar voren komt, welke bewoners rechtstreeks benaderd kunnen worden voor een aanbod in het kader van inburgering. De activiteitenruimte kan gebruikt worden om een spreekuur of informatieloket te organiseren omtrent inburgering en participatie. Mensen kunnen informatie krijgen over cursussen, opleidingen en trajecten. Als het voorgaande weinig concrete inburgeraars oplevert, kan er een tweede interviewslag worden gemaakt, zodat alle bewoners uiteindelijk benaderd zijn. Mocht dit in Fonteinbos niet nodig zijn, dan stellen we voor om in een tweede complex of buurt in deze wijk, te experimenteren met deze intensieve manier van werven. Onder de geactiveerde bewoners van Nederlandse afkomst worden kandidaten geworven voor taalmaatjes. Bijvoorkeur worden koppels uit de flat ingezet. (Link naar paragraaf 7.2 Samenleven in de wijk.)
Wie: Het initiatief ligt in eerste instantie bij Vestia en Stichting Piëzo. De projectleider onderzoekt vervolgens met hen hoe aangesloten kan worden. In de uitvoering krijg de projectmedewerker hierbij een belangrijke taak. Verder betrokken zijn trajectaanbieders, cursusaanbieders, hulp- en dienstverlenende instellingen. Het maken van afspraken met deze laatsten ligt in het voortraject dat door Vestia en Stichting Piëzo wordt opgepakt.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
36
Resultaat - In Fonteinbos worden circa 25 vrijwillige inburgeraars geworven. Dit geldt ook voor andere complexen waar de methode eventueel wordt toegepast. - Inburgeraars worden actief in hun eigen woonomgeving en zijn ambassadeur voor inburgering. - Er ontstaat meer inzicht in de vraag van bewoners als het gaat om participatie en belemmeringen daarin. - Bewoners worden geactiveerd om zelf verantwoordelijkheid te nemen bij activiteiten op buurtniveau. - Er ontstaan meer contacten tussen inburgeraars en autochtone bewoners. - (Onderdelen van) de werkwijzen zijn te gebruiken in andere complexen, buurten en wijken.
7.1.5 Werving en activering met behulp van community-bronnen van gemeenschappen Terwijl veel etnische groepen vaak geen of slechte netwerken hebben binnen de „Nederlandse‟ samenleving, geldt dat zij onderling vaak wel over hechte contacten en netwerken beschikken. De grote onderlinge verbondenheid kan ingezet worden als een positieve kracht voor deze groep. Voorgesteld wordt om in de pilot te starten met een experiment voor werving van de Afghaanse gemeenschap. Deze groep is in Meerzicht (en in Zoetermeer) relatief groot en er zijn gesprekken geweest met de Afghaanse vereniging, die aangeeft meer naar buiten te willen treden en meer contact met de Nederlandse samenleving wenselijk te vinden. De gemeente wil graag inspelen op hun vraag, waarbij wel een voorwaarde is dat activiteiten leiden tot integratie en niet alleen gericht zijn op de eigen groep. Dus ondanks dat de netwerken van de eigen gemeenschap gebruikt worden voor activering, is het nadrukkelijk niet de bedoeling dat zij vervolgens alleen aan activiteiten voor hun eigen groep meedoen. Het doel is dat zij toegeleid worden naar gemengde activiteiten en contact leggen met de Nederlandse samenleving. Acties: 1. Een organisatie als Stichting Mooi (opbouwwerk) of Stichting Piëzo wordt aangezocht om dit onderdeel te ontwikkelen en begeleiden. In overleg met WZI en afdeling beleid van Welzijn wordt een aanpak ontwikkeld met de volgende onderdelen: 2. Ontwikkelen draagvlag bij Afghaanse vereniging voor deze aanpak. 3. Opbouwen van een netwerk van sleutelfiguren (mannen en vrouwen) binnen deze gemeenschap. Mogelijk kunnen hier ook (Afghaanse) leden van het ambassadeursnetwerk ingezet worden. Zonodig worden de sleutelfiguren voor hun rol in het project getraind. 4. Met behulp van deze sleutelfiguren worden vervolgens Afghaanse bewoners van Meerzicht benaderd om in gesprek te gaan over hun leven, hun wensen, hun toekomst, hun vragen en hun vaardigheden. Uitgangspunt van het gesprek is dat iedereen iets kan bijdragen maar dat er soms belemmeringen zijn om dat te doen. In kleine groepjes (voor vrouwen eventueel in de huiskamer) kan hierover gesproken worden en vervolgens met de
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
37
deelnemers in kaart gebracht worden hoe het best aan hun belemmeringen gewerkt kan worden. 5. Met de belangrijkste organisaties t.a.v. hulpverlening en dienstverlening wordt vooraf afgestemd dat mensen ook naar hen doorverwezen kunnen worden wanneer dat nodig blijkt. 6. Op basis van de uitkomsten van de vraaggesprekken wordt met de deelnemers een passend vervolgtraject ontwikkeld. Dit dient uiteindelijk te leiden tot meer participatie en meer contacten binnen de Nederlandse samenleving. Deelname aan inburgering is hiervan één van de mogelijke uitkomsten. De leden van de gemeenschap die op deze manier actief worden (de eerste sleutelfiguren maar later ook degenen die een bepaald traject gaan volgen) gaan zoveel mogelijk deelnemen aan en door stromen naar algemene trajecten en opleidingen. Deze aanpak is slechts een eerste stapje, een steun in de rug. Wie Projectleider, afdeling welzijn, Stichting Mooi of Stichting Piëzo; WZI, PuZa, WEB, hulpverlening. Resultaat - 25-30 inburgeraars worden op deze manier geworven. - Methoden om specifieke doelgroepen te activeren, mogelijk ook toe te passen op andere etnische groepen (in Zoetermeer: Irakezen, Iranezen) - Inzetbare van sleutelfiguren uit de eigen gemeenschap - Empowermentstrategieën voor specifieke doelgroepen (eventueel naar mannen / vrouwen te onderscheiden): regie over eigen leven maar ook actieve rol bij realiseren van aanbod.
7.1.6 Wat betekent deze intensieve werving voor de organisatie van de inburgering en bijvoorbeeld de inkoop van trajecten? De pilot Wijkgerichte Inburgering is niet een geïsoleerde actie om meer inburgeraars op traject te krijgen. Door de intensieve werving in de wijk zullen niet alleen nieuwe inburgeraars gevonden worden maar komt er een veel bredere vraag naar de gemeente toe als het gaat om activering, participatie en zorg. Dat betekent dat er afstemming moet zijn met de werkwijze van klantmanagers en aanbod van uit bijvoorbeeld de WEB, WWB, welzijn en zorg flexibel ingezet moet kunnen worden. Er zijn uiteraard consequenties voor degenen die zich nu bezig houden met intakes, klantmanagement en inkoop van trajecten. Acties: 1. Met PuZa wordt nagegaan hoe deze aanpak (kwalitatief en kwantitatief) vertaald wordt naar het werk van de medewerkers die intakes doen. De daadwerkelijke intakes voor inburgering worden niet in de wijk gehouden maar er kan wel informatie en advies gegeven worden aan groepen en bijvoorbeeld een pre-intake afgenomen worden.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
38
2. Bij de intake zal ook het feit dat iemand uit Meerzicht komt, inzichtelijke gemaakt moeten worden in het aan te leggen dossier. Dit vraagt aanpassing van de algemene werkwijze. 3. In bepaalde gevallen moet bij een intake ook breder gekeken worden dan alleen inburgering of alleen re-integratie. Bekend moet zijn dat de gemeente niet alleen voor WZI-klanten een aanbod kan doen als het gaat om reintegratie maar ook voor Nuggers. Intakers en klantmanagers dienen hierover voldoende informatie te hebben. 4. Met WZI wordt afgestemd hoe om te gaan met bijstandsgerechtigden; klantmanagers worden goed geïnformeerd over de werkwijze en betrokken bij de uitkomsten van de wijkgerichte werving. 5. Met WZI (beleid en uitvoering) wordt nagegaan hoe de uitkomst van de werving vertaald kan worden naar een concreet aanbod, als het gaat om uitkeringsgerechtigden. Vertaling ook naar Participatiebudget (trajecten WI, WWB en WEB). 6. Het ontwikkelen van een voortraject, wijkgericht voor de mensen die als gevolg van de wervingsacties gevonden worden, waar zij een bewuste keuze kunnen maken voor een bepaald vervolgtraject. De cursus biedt niet alleen informatie maar werkt er met behulp van empowerment-strategieën aan dat de deelnemers een heldere keuze voor zichzelf kunnen maken. Wie: Projectleider, beleidsmedewerker WEB, beleidsmedewerkers re-integratie en zorg, hoofd PuZa, Resultaat: - Intern draagvlak voor effecten - Organisatie beter afgestemd op vraag uit de wijk - Voortraject waaraan zich oriënterende potentiële inburgeraars kunnen deelnemen - Meer afstemming ten aanzien WEB, WWI, WWB
7.2
Samenleven in de wijk
Dit onderdeel kent, zoals hiervoor al vermeld, raakvlakken met het de activiteiten die plaatsvinden bij buurt- en complexgebonden werving. Ook zullen we aansluiten bij de publciteitscampagne van het ministerie van Vrom „het begint met taal‟ en Taalmaatjes. De vragen m.b.t. dit onderdeel: - Hoe kunnen we in deze pilot een substantieel deel van onze doelstelling Taalmaatjes realiseren? - Hoe kunnen we inspelen op de aanwezigheid van een flink aantal oudere bewoners in de wijk? - Hoe kunnen we wijkbewoners betrekken bij het inburgeren en bij deze pilot? - Hoe kunnen we de wijk „integreren‟ in de inburgeringstrajecten.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
39
7.2.1 Taalmaatjes in de buurt en wijk Een belangrijk instrument dat in de pilot ingezet wordt, is Taalmaatjes. Zoetermeer heeft zich in de inburgeringsagenda verbonden aan de doelstelling van 200 koppels. Een belangrijk deel hiervan willen we in Meerzicht realiseren. Voor taalmaatjes wordt een apart actieplan opgesteld, hieronder gaan we alleen in op de mogelijkheid die de pilot biedt voor Taalmaatjes. Acties: 1. Afstemming werkwijze t.a.v. koppeling en begeleiding met stedelijk aanpak Taalmaatjes en trajectaanbieders. 2. Inventarisatie van mogelijkheden om op wijkniveau taalmaatjes te werven en te koppelen aan inburgeraars uit de wijk. Denk hierbij aan buurtverenigingen, de wijkpost, basisscholen, kerken, complexaanpak, etc. 3. Informatie aan sleutelfiguren over taalmaatjes 4. Tot stand brengen van duo‟s binnen de wijk 5. Eventueel op wijkniveau ondersteunende activiteiten organiseren voor de taalmaatjes en taalmaatjes (als duo) betrekken bij wijk- en buurtactiviteiten. Wie Trekker: projectleider stemt stedelijk af met taalmaatjes en vrijwilligersbeleid. Projectmedewerker in de wijk speelt belangrijke rol in de werving en zorgt dat taalmaatjes actief betrokken worden bij wijkactiviteiten. Afstemming met wijkmanager. Trajectaanbieders „leveren‟ inburgeraars. Resultaat - 50 – 75 taalduo‟s - Contacten tussen allochtone en autochtone bewoners - Groter actief netwerk van bewoners - Methodiek overdraagbaar naar wijken.
7.2.2 Inburgeraars en ouderen Meerzicht kent een woonservice zone, er wonen flink wat oudere bewoners en er is een goed georganiseerde aanbieder van diensten en zorg (Vierstroomzorging). Ouderen leiden vaker een eenzaam bestaan en ervaren ook een kloof met nieuwkomers in de wijk. De gedachte is dat we door een inburgeraar en een oudere te koppelen (eigenlijk dus ook een vorm van Taalmaatje), de inburgeraar de oudere kan ondersteunen, bijvoorbeeld door hulp bij boodschappen, kleine klusjes, meegaan om te wandelen etc. en de oudere als tegenprestatie de inburgeraar ondersteunt bij het spreken van de Nederlandse taal. Voor inburgeraars kan dit contact eventueel leiden tot een vervolg richting ouderenzorg (maar dat is niet het eerste doel). Acties: 1. Afspraken en taakverdeling met Vierstroomzorging en trajectaanbieders.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
40
2. Vierstroomzorgring en trajectaanbieder ontwikkelen samen de werkwijze: profiel inburgeraars, ouderen en inhoud van de relatie. 3. Trajectaanbieders dragen inburgeraars aan voor wie dit onderdeel een passend duaal onderdeel is, Vierstroomzorging koppelt aan een oudere. 4. Vierstroomzorging houdt contact met de oudere om eventueel knelpunten/problemen te signaleren. 5. Trajectaanbieder zorgt voor begeleiding en passende taalverwerving bij inburgeraars. Wie: Projectleider trekt het maken van afspraken tussen trajectaanbieders en Vierstroomzorgring. Op uitvoerend niveau houdt de projectmedewerker e.e.a. in de gaten. Resultaat: - 25 ouderen krijgen hulp van een inburgeraar en helpen deze inburgeraar bij het leren van de Nederlandse taal (taalduo‟s). - Methodiek overdraagbaar naar andere wijken. - Duale invulling van trajecten
7.2.3 Duale trajecten koppelen aan de wijk Binnen de bestaande trajecten OGO ligt reeds een verplichting tot participatie en het aanbieden van een duaal traject. Het nieuwe profiel „Participatie‟ dat volgend jaar ingericht wordt, biedt ook ruimte om participatie in de wijk onderdeel te laten zijn van het traject. Mogelijk kan hier, als vervolg voor, ook het programma dat door Het ITTA (Instituut voor Taalonderzoek en Taalonderwijs Anderstaligen van de Universiteit van Amsterdam) heeft een kwalificerende MBO-opleiding „Contactvrouwen‟ ontwikkeld in samenhang met inburgering. Dit programma kan interessant zijn, bijvoorbeeld voor de huidige contactvrouwen van Piëzo. Acties 1. ID College wordt gevraagd om voor inburgeraars uit Meerzicht zo veel mogelijk het participatieonderdeel in de wijk te laten plaats vinden en hierop aan te sluiten met begeleiding en taalaanbod. 2. Binnen de wijk wordt geïnventariseerd welke duale mogelijkheden er liggen voor inburgeraars (denk aan bestaande vormen van vrijwilligerswerk, ondersteuning bij Brede School activiteiten, buurtpreventie (Was-kracht), ondersteuning op de basisschool en peuterspeelzaal, in het dienstencentrum, activiteitenruimte Fonteinbos, buurtbehee, sport etc.) Het kan gaan om structurele activiteiten of om eenmalige activiteiten, zoals het buurtkerstfeest dat georganiseerd wordt met hulp van de opbouwwerker. 3. Tussen ID College en wijkinstellingen worden concrete afspraken gemaakt over aantallen inburgeraars, duur, hoe te matchen etc. 4. Een mogelijkheid om een goede match te maken, kan zijn door vooraf inburgeraars als onderdeel van hun traject kennis te laten maken met verschillende activiteiten (zie ook onder 4.)
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
41
5. De inzet van inburgeraars in de wijk wordt zichtbaar gemaakt door middel van wijkwebsites, persberichten, nieuwsbrieven etc. 6. Aan het eind van het traject wordt met inburgeraar besproken of en hoe hij na het traject actief wil blijven in de wijk. 7. Voor instellingen die een duale plaats realiseren is 150,-- als incentive per plaats beschikbaar. Wie Projectleider maakt afspraken met ID College, projectmedewerker in samenwerking wijkmanager maakt inventarisatie, begeleidt de afspraken met de wijkinstellingen en monitort de voortgang, signaleert knelpunten en lost deze met de partners op. Resultaat - 175 inburgeraars actief in de wijk, waarvan de helft blijvend. - Extra ondersteuning voor allerlei (vrijwilligers)organisaties in de wijk - Een betere afspiegeling van de vrijwilligers t.o.v. wijkbewoners, hierdoor ook betere aansluiting bij deel van de wijkbewoners. - Duale invulling van trajecten - Overdraagbaar naar andere wijken.
7.2.4 Wijkbewoners betrekken bij inburgering in de wijk. Wijkbewoners en inburgeraars zijn medeverantwoordelijk voor het samenleven in de wijk. In Zoetermeer gaat inburgering over meer dan over het inburgeren van allochtone bewoners: het gaat er om dat iedereen zich in de wijk thuis voelt en een plek heeft. Dat betekent bijvoorbeeld ook aandacht voor bijvoorbeeld oudere bewoners die zich niet meer thuis voelen in hun buurt. Vanuit deze invalshoek willen we wijkbewoners ook betrekken bij het onderwerp en zoveel mogelijk hun eigen oplossingen en voorstellen een plek geven. Acties: 1. Met wijkbewoners worden bijeenkomsten georganiseerd over inburgeren in de wijk en hoe dat vorm kan krijgen. Hierbij ook inburgeraars, bijvoorbeeld het ambassadeursnetwerk betrekken. Zie ook hoofdstuk 8, Draagvlak, communicatie en overdracht. 2. Inburgeraars uit de wijk worden met elkaar in contact gebracht en samen met hen wordt besproken hoe zij een rol in de wijk zouden kunnen/willen spelen. (ID College wil dit nu al oppakken, ook voor andere wijken. 3. Door middel van wijkwebsite, interactieve communities (zie ICT-wijk) nieuwsbrieven etc. worden successen en problemen gedeeld. 4. Bij iedere (nieuwe) activiteit in de wijk wordt de vraag gesteld: „kan inburgering hier een rol spelen?‟ Bijvoorbeeld door inburgeraars in te zetten als vrijwilligers, door taalmaatjes te werven, door inburgeraars te werven etc. Wie: Projectleider, projectmedewerker en wijkmanager. Trajectaanbieders. Wijknetwerk. Afdeling communicatie.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
42
Resultaat: - Dennis over inburgering en de pilot bij actieve wijkbewoners. - Draagvlak en betrokkenheid bij bewoners. - Inburgeraars die zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun rol in de wijk. - Overdraagbaar naar andere wijken.
7.2.5 Integratie van de wijk in bestaande trajecten De trajecten die aangeboden worden kennen al een flinke praktijkcomponent. Toch kan de wijk daarin nog een grotere rol krijgen: Acties: 1. Met aanbieders wordt afgesproken om daar waar zinvol en haalbaar, de trajecten in de wijk zelf uit te voeren. (Dat hoeft niet voor iedere doelgroep nuttig te zijn.) Dit kunnen bijvoorbeeld ook voortrajecten zijn. Het is niet nodig om alles in de wijk te doen, het is prima dat inburgeraars ook de wijk uit moeten. 2. Inventarisatie op welke manier informatie over en uit de wijk in het traject kan komen, bijvoorbeeld: - Bezoeken aan wijkorganisaties / activiteiten gedurende het traject - Gastlessen door wijkinstellingen tijdens de lessen - Vulling van onderdelen van het portfolio, - Kennismaken met wijkwebsite, digitale wijk 3. Afspraken tussen betrokken organisaties / aanbieders 4. Voor wijkorganisaties is per bezoek van een groep 50,-- beschikbaar (uitgegaan wordt van 15 groepen die maximaal 10 excursies afleggen, dus totaal 150 bezoeken). Wie: Trajectaanbieders, projectleider, projectmedewerker, wijkorganisaties. Resultaat: - Minimaal 200 inburgeraars krijgen meer informatie over hun wijk en raken beter wegwijs in hun wijk. - Wijkinstellingen krijgen meer contact met inburgeraars, drempel wordt verlaagd. - Overdraagbaar naar stedelijk niveau.
7.3
Opvoeding en onderwijs
Vragen m.b.t. dit thema zijn: - Op welke manier kunnen moeders die een OGO inburgeringstraject volgen deelnemen aan VVE projecten, zoals het project Taalspeelhuis? - Kan VVE een rol spelen bij de opvang van kinderen van moeders die een inburgeringstraject volgen? - Hoe kunnen we het onderdeel kennismaken met peuterspeelzaal en Brede School integreren in de trajecten?
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
43
-
Kunnen we autochtone en allochtone moeders/ouders met elkaar in contact brengen (link naar samenleven in de wijk)
7.3.1 Verbinden inburgering aan bestaande VVE-trajecten zoals taalspeelhuis Taalspeelhuis is een VVE project op basisschool Zwanenbos, waar wordt samengewerkt met onder meer Kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, ROC. Moeders krijgen taalcursussen en informatie over opvoeding en onderwijs terwijl de kinderen de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf bezoeken. Acties: 1. Met uitvoerders van het programma voor ouders en trajectaanbieders kijken of (onderdelen) te integreren zijn. Eventueel delen van programma aanpassen. En aansluiten met taalonderwijs uit inburgering bij programma VVE (piramide). Deelname aan programma zou bijvoorbeeld als duaal onderdeel kunnen gelden. 2. Informatie naar intakers en klantmanagers over VVE en passendheid voor de doelgroep inburgeraars. 3. Bij intake inburgeraars uit Meerzicht kijken of zij behoren tot doelgroep VVE en bij een VVE-aanbod kunnen aansluiten. 4. Zoveel mogelijk rechtstreeks contacten tussen uitvoerders laten lopen. 5. Evalueren bij afsluiting van een programma VVE hoeveel inburgeraars deel hebben genomen. Wie: Projectleider, trajectaanbieders, VVE-instellingen, ROC, beleidsmedewerkers WEB en VVE. Resultaat - 35% van de deelnemende ouders aan VVE-trajecten in Meerzicht doet dit gecombineerd met inburgering - Efficiëntere inzet van VVE-cursussen voor ouders en beter bereik onder de doelgroep. - Duale invulling van trajecten. - Overdraagbaar naar andere VVE-activiteiten.
7.3.2 VVE en opvang van kinderen van inburgerende ouders combineren Dit gaat om peutergroepen waar extra aandacht aan taalontwikkeling en andere vaardigheden wordt besteed. Acties: 1. Afstemmen tijden inburgerlessen / VVE 2. Bij intake kijken of er kinderen zijn die behoren tot doelgroep VVE 3. Kinderopvang (deels) realiseren door plaatsing kind in VVE-groep 4. Nagaan of moeder deel kan nemen aan VVE-activiteiten (zie hiervoor)
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
44
Wie: Projectleider, trajectaanbieders en VVE-instellingen (beleidsmedewerker VVE), medewerkers PuZa en klantmanagers WZI. Resultaat: - Kinderen van inburgeraars maken gebruik van VVE. - Efficiëntere inzet van VVE middelen. - Minder beslag op reguliere kinderopvang. - Duale invulling trajecten. - Overdraagbaar naar stedelijke aanpak.
7.3.3 Kennis maken met peuterspeelzaal / basisschool / Brede School in inburgeringstraject Zie ook onder Samenleven in de wijk. In het kader van OGO en trajecten Opvoedingsondersteuning (nieuw in 2009) kunnen excursies georganiseerd worden naar een peuterspeelzaal in de wijk, informatie gegeven worden over het nut ervan, moeders meedraaien etc. Hetzelfde geldt voor de basisschool en Brede Schoolactiviteiten. Vaak vinden moeders het leuk om ook zelf een keer met een activiteit mee te doen, het element van leren spelen en waarom dat belangrijk is, heeft vaak in hun eigen opvoeding ontbroken. Binnen Brede School activiteiten is ook veel ruimte voor moeders om als een „assistent‟ mee te draaien (participatie). Activiteiten worden uitgevoerd door een keur van instellingen en organisaties maar zijn wel wijkgebonden. Acties 1. Met ID College worden afspraken gemaakt over de invulling van het duale onderdeel. Uitvoerder van Werk-trajecten kan hier mogelijk ook een rol spelen als het gaat om kennismaken met een werksoort en toeleiding naar werk. 2. Inventariseren welke activiteiten opgenomen kunnen worden in een traject (in het kader van kennis maken met). 3. Inventariseren hoeveel duale plekken er binnen deze organisaties gerealiseerd kunnen worden. 4. Instellingen en aanbieder(s) maken afspraken over kennismakingsbezoeken, werving, matching, begeleiding etc. Wie: Projectleider start gesprekken over de invulling duale deel en betrekt hierbij beleidsmedewerkers (gemeentelijk) en peuterspeelzalen, basisscholen en aanbieders Brede School. Projectmedewerker inventariseert activiteitenaanbod van Brede School instellingen. Trajectaanbieder(s) en instellingen maken rechtstreeks afspraken. Projectmedewerker houdt vinger aan de pols en grijpt in bij knelpunten e.d. Resultaat:
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
45
-
In principe alle deelnemers van OGO en Opvoedingsondersteuning met kinderen in de betreffende leeftijd maken kennis met peuterspeelzaal, basisschool en Brede School. Deelnemers leren meer over opvoeden, vrije tijdsbesteding en omgaan met (hun) kinderen 75 deelnemers volgen een duaal onderdeel binnen VVE, de basisschool of de Brede School (deze zijn meegeteld hiervoor bij 5.2.2, onderdeel 3) Deelnemers participeren in de wijk en leren hierdoor mogelijk ook weer andere ouders kennen. Deel van de deelnemers blijft na het traject actief. Ondersteuning voor VVE-activiteiten en Brede School. Overdraagbaar naar stedelijke aanpak.
7.3.4 Autochtone en allochtone moeders/ouders met elkaar in contact brengen Hier ligt uiteraard weer een relatie met samenleven in de wijk en taalmaatjes. Op het moment dat inburgeraars meer betrokken zijn bij peuterspeelzaal en basisschool, is er al een basis waardoor zij meer met moeders in contact kunnen komen. De VVEactiviteiten zijn niet per definitie bestemd voor kinderen van allochtone ouders, dus in deze groepen kan men ook al met elkaar in contact komen. Dit is ook het moment om bijvoorbeeld via de basisschool taalmaatjes te werven. Het gaat hier echter niet alleen om de scholen waar veel kinderen van inburgeraars naar toe gaan (drie van de zes). Ook ouders van de andere drie scholen zouden hierbij betrokken kunnen zijn. Er kan mogelijk aansluiting of ondersteuning gezocht worden bij initiatieven van het NISB, dat projecten ontwikkeld gericht op een combinatie van ontmoeting en beweging. Acties: 1. Inventarisatie van plekken waar moeders/ouders gevonden worden (scholen, peuterspeelzaal, consultatiebureau, huisarts, stichting Piëzo), elkaar kunnen ontmoeten en nagaan in hoeverre dat al gebeurt. 2. Nagaan in hoeverre er activiteiten voor moeders zijn (VVE-activiteiten, zwangerschapsgym, kinderwagengym, opvoedingsondersteuning, activiteiten op basisschool). 3. Eventueel afspraken maken over nieuwe activiteiten of een aangepaste opzet, zodat ze aantrekkelijker worden voor zowel allochtone als autochtone moeders. 4. Gerichte informatie en werving onder de doelgroepen. 5. Werving van moeders als taalmaatjes en taalmaatjes samen aan dit soort activiteiten laten deelnemen. 6. Daar waar duale plekken voor inburgeraars zijn gerealiseerd, stimuleren dat ouders met elkaar in gesprek gaan en samen activiteiten oppakken, zoals hulp bij Brede School, toezicht schoolplein, opknappen van zaken, actie voor veilig verkeer, straatspeeldag etc. Bijvoorbeeld door hieraan portfolio acties te verbinden of opdrachten in het kader van het duale onderdeel.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
46
Wie: Projectmedewerker, wijkinstellingen (zoals basisschool, Brede Schoolaanbieders, peuterspeelzalen), trajectaanbieders. Resultaat - 25 (van de 100) taalduo‟s bestaan uit moeders. - Meer contact tussen allochtoon en autochtone bewoners. - Meer kennis over en weer van opvoedingsstijlen en keuzes. - Overdraagbaar naar andere wijken / stedelijke aanpak.
7.4
Digitale wijk
Dit onderwerp biedt veel mogelijkheden. Een goede samenwerkingspartner zou het ID College (MBO) zijn. Hun inzet kan gericht zijn op simpele vragen, zoals het inzetten van studenten ter ondersteuning van inburgeraars bij het wegwijs raken op de computer tot gecompliceerd, zoals studenten vragen om game-elementen met een wijkgericht karakter te ontwikkelen t.b.v. inburgeringstrajecten. Ook kunnen ze ondersteuning bieden bij het ontwikkelen van websites, de inrichting van computerruimtes, informatiesystemen ontwikkelen etc. Mooi zou zijn wanneer studenten van de ICT Academie (HBO) ingezet zouden kunnen worden als projectontwikkelaar en –begeleider en de MBO-ers meer op de uitvoering. De ICT Academie krijgt echter al zeer veel vragen voor de inzet van studenten, dus het is onzeker of dit er nog bij past. Een voorwaarde voor dit onderwerp, is dat hetgeen hier ontwikkeld wordt aansluit bij de wijk en met „meedoen in de echte wereld‟. Virtueel inburgeren zonder je in de echte wereld te begeven is geen optie. Vragen met betrekking tot dit onderdeel: - Kunnen we de onderwijsinstituten op een zinvolle manier betrekken bij inburgeren in de wijk (ICT Academie en ID College)? - Kan „virtuele wijk‟ ingezet worden ter ondersteuning van het inburgeringsproces in de wijk en hoe verhoudt zich dan de „virtuele participatie‟ tot meedoen in de echte wereld? - Kan de wijkwebsite door ontwikkeld worden tot een zowel voor inburgeraars als wijkbewoners betekenisvolle interactieve site? - Hoe leren inburgeraars de mogelijkheden van de digitale wijk optimaal benutten?
7.4.1 Betrekken onderwijsinstituten ID College heeft reeds aangegeven graag mee te werken. Met de ICT Academie is nog niet gesproken. Behalve de vraag naar bereidheid speelt ook de vraag hoe studenten effectief ingezet kunnen worden. Het feit dat het gekoppeld is aan een lesprogramma en opleiding brengt uiteraard ook beperkingen mee: er is geen garantie op levering, vragen moeten aansluiten bij leermoment en motivatie van de student etc. Het voordeel is dat leerlingen een bijzondere leerervaring opdoen, zich ook maatschappelijk inzetten en jongeren en volwassenen op een andere manier met elkaar in verhouding komen te staan. Er ligt een sterke voorkeur om met
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
47
opleidingsinstituten samen te werken in dit project, eerder dan met een commerciële partij. Acties: 1. Verder verkennen van de mogelijkheden, inzetbaarheid en voorwaarden m.b.t. de inzet van de opleidingen. 2. Met opleidingsinstituten, trajectaanbieders en wijkmanager een brainstorm houden welk soort activiteiten/producten nuttig zijn en in welke volgorde. (bijvoorbeeld inzetten van leerlingen ter ondersteuning van inburgeraars, hulp bij het inrichten van een buurt-computerruimte, ontwikkelen van materiaal) 3. Een stappenplan afspreken, welke soort producten wanneer aan de orde kunnen komen. Wie: Projectleider, opleidingsinstituten, trajectaanbieders, wijkmanager. Resultaat: - Concrete vragen vanuit de wijk en afspraken met betrekking tot de inzetbaarheid van studenten, de begeleiding vanuit de opleiding. - Inzicht in haalbaarheid van het werken met opleidingsinstituten en eventuele noodzaak om ook commerciële aanbieders in te zetten.
7.4.2 Inzet van „virtuele wijk‟ ter ondersteuning van inburgering in de wijk Er is een programma van IT-preneurs: virtuele wijk. Hoewel Agens werkt met materiaal van IT-preneurs, werken ze nog niet met de virtuele wijk. ID College werkt met eigen digitaal materiaal. De ICT-opleiding van ID College kan eventueel ook instrumenten ontwikkelen, vergelijkbaar met virtuele wijk. De virtuele wijk kan dienen als voorbereiding op daadwerkelijke opdrachten in de wijk. Acties 1. Met aanbieders wordt het programma van IT Preneurs goed bekeken: wat is mogelijk, hoe zou het ingezet kunnen worden in hun lesprogramma ten behoeve van participatie? Beoordeling van bruikbaarheid van het programma. 2. Met ID-College en eventueel ICT Academie wordt nagegaan of het mogelijk is dat zij een vergelijkbaar aanbod ontwikkelen en wat de voor- en nadelen hiervan zijn, zodat vervolgens een keuze gemaakt kan worden. 3. Met de uiteindelijke ontwikkelaars wordt vervolgens het programma virtuele wijk gevuld en uitgeprobeerd met een groep inburgeraars. De resultaten worden vergeleken met een groep die niet met dit materiaal werkt (maar verder vergelijkbaar is qua niveau en participatiemogelijkheden). 4. Met de ontwikkelaars wordt nagegaan of aanpassingen / aanvullingen / wijzigingen nodig zijn en hoe deze kunnen worden ingevoerd. De virtuele wijk hoeft niet in één keer klaar te zijn maar er kunnen gedurende de pilot steeds nieuwe onderdelen ontwikkeld en getoetst worden. Wie:
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
48
Projectleider, trajectaanbieders, ontwikkelaar(s) van virtuele wijk. Resultaat: - Een getoetste methode om het inburgeren te ondersteunen m.b.v. een programma „virtuele wijk‟. - Minimaal een groep inburgeraars (circa 12) heeft gebruik gemaakt van het programma. - Overdraagbaarheid naar andere groepen en andere wijken.
7.4.3 Mogelijkheden wijkwebsite Zoals iedere wijk in Zoetermeer heeft Meerzicht een eigen wijkwebsite, waar wijkbewoners en professionals informatie kunnen vinden over organisaties in de wijk, activiteiten, spreekuren etc. Op deze website zou ruimte kunnen komen voor het wijkgericht inburgeren, ruimte voor ervaringen van inburgeraars en taalmaatjes, resultaten van de pilot, laten zien hoe inburgeraars en autochtone bewoners in de wijk actief zijn etc. De website heeft nu nog geen mogelijkheid voor wijkbewoners om hun eigen vragen en reacties rechtstreeks te plaatsen of om bijvoorbeeld met elkaar in gesprek te gaan. Als dat wel zou kunnen, zou dat voor inburgeraars een extra oefenplaats opleveren. Acties 1. Brainstorm met enkele betrokkenen, waaronder wijkmanager, projectleider, ICT-deskundigen, afdeling Communicatie. 2. Nagaan in hoeverre onderdelen van de website interactief kunnen zijn. 3. Een keuze maken of er een apart onderdeel komt voor het onderdeel inburgeren in de wijk of dat dit geïntegreerd wordt in de overige pagina‟s. 4. Afspreken wie verantwoordelijk is voor de inhoud met betrekking tot inburgeren in de wijk. 5. Eventueel ontwikkelen aparte pagina‟s, forum voor/over inburgeren etc. Wie Projectleider, wijkmanager, ICT-deskundigen (waaronder opleidingsinstituten), afdeling communicatie. Resultaat - Verbeterde wijkwebsite met zichtbaarheid voor het project wijkgericht inburgeren en zichtbare inburgeraars in de wijk - Overdraagbaar naar andere wijken.
7.4.4 Inburgeraars leren digitale wijk optimaal benutten Het benutten van digitale wijk loopt van het simpelweg gebruik maken van de wijkwebsite om aan nuttige informatie te komen tot en met zelf input te leveren voor de wijkwebsite of het ontwikkelen van eigen websites. Acties
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
49
1. Met trajectaanbieders wordt nagegaan hoe dit onderdeel in het reguliere programma ingepast kan worden. 2. Eventueel wordt hulp van studenten (of taalmaatjes) gevraagd om inburgeraars hierbij te ondersteunen. 3. Inburgeraars die na een introductie in het werken op de computer, de mogelijkheden van internet, de wijkwebsite etc. enthousiast zijn over dit onderdeel, krijgen de mogelijkheid om zich hierin verder te bekwamen. Bijvoorbeeld door met steun van studenten een eigen website te maken (individueel of groepsgewijs) waar zij hun ervaringen als inburgeraars in de wijk zichtbaar maken. Of doordat ze als internet reporters verslag doen van hetgeen zich in de wijk afspeelt. De mogelijkheden zijn legio. Wie: Projectleider, trajectaanbieders, studenten ICT-opleiding, projectmedewerker. Resultaat: - Inburgeraars weten waar informatie over hun wijk te vinden op internet. - Studenten zetten zich in op een nuttige manier - Inburgeraars participeren met inzet van digitale middelen. - Overdracht naar andere wijken of ontwikkelen stedelijk programma.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
50
8
Draagvlak, communicatie en overdracht
In de voorbereiding van dit plan is overleg geweest met de verschillende in- en externe partners, die de nodige ideeën hebben aangedragen voor de invulling ervan. Het initiatief om een pilot wijkgerichte inburgering te starten werd positief ontvangen en werd veelal gezien als een kans om tot betere samenwerking en betere dienstverlening voor de inwoners van Zoetermeer te komen. Dit is van groot belang, aangezien het bij de uitvoering van de voorgestelde acties niet gaat om geïsoleerde activiteiten in de wijk, maar er een impact te verwachten is op de werkwijze van een groot deel van de betrokkenen. Het vraagt om meer afstemming intern, bij de gemeente (bijvoorbeeld tussen Welzijn en WZI) en het vraagt om een andere blik op de klant: een meer vraaggestuurde werkwijze. Bijvoorbeeld als het gaat om het realiseren van een activiteitenprogramma. Wijkgericht inburgeren is overigens niet de enige aanleiding voor dit soort veranderingen. WZI heeft een dienstverleningsconcept waarbij een integrale benadering van de klant centraal staat. De noodzaak tot afstemming wordt breed binnen de gemeente gevoeld en ook bijvoorbeeld de invoering van het Participatiebudget per 1 januari a.s. maakt dit noodzakelijk. Wijkgericht inburgeren sluit dus goed aan bij (gemeentelijke) ontwikkelingen en kan daaraan een extra impuls geven. Om deze positieve benadering vast te houden is goede communicatie naar de verschillende partners, zowel intern als extern, een voorwaarde. De communicatie richt zich in eerste instantie op de direct betrokkenen maar in een later stadium zeker ook op degenen die de resultaten van deze pilot met belangstelling volgen, om er hun eigen voordeel mee te kunnen doen, bijvoorbeeld in hun eigen wijk. Onder de betrokkenen moet ook gedacht worden aan wijkbewoners, zowel autochtoon als allochtoon (waaronder inburgeraars). De formele lijn voor de communicatie met direct betrokkenen verloopt via de projectstructuur zoals hiervoor geschetst. Maar dat is uiteraard niet voldoende. Zowel de projectleider als de projectmedewerker zal een uitstekend gevoel voor communicatie moeten hebben en zorg dragen voor afstemming met de verschillende partijen. Halfjaarlijkse bijeenkomst Eén maal per half jaar is er een bijeenkomst voor alle spelers, intern en extern, ten behoeve van informatie- uitwisseling, voortgang, delen ervaringen en successen, draagvlak kweken, evalueren etc. Tijdens deze bijeenkomsten is er veel ruimte voor onderling contact en netwerken. De bijeenkomsten worden gecombineerd met excursies naar goede voorbeelden, binnen Zoetermeer en buiten Zoetermeer, zoals het multicultureel verpleeghuis De Schildershoek. Bij deze bijeenkomsten worden ook de wijkmanagers van andere wijken uitgenodigd, zodat deze geïnformeerd blijven over de voortgang en ideeën opdoen voor hun eigen wijk.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
51
Inburgeringsdag voor de wijk Eén maal per jaar is er een inburgeringsdag in de wijk met wijkbewoner, inburgeraars en alle andere betrokkenen. Het doel is het benadrukken van de gedeelde verantwoordelijkheid voor een wijk waar bewoners zich thuis voelen, ervaringen en successen uitwisselen, resultaten laten zien, enthousiasme delen en genereren, inbreng van bewoners een rol geven, evalueren, nieuwe ideeën opdoen. De eerste bijeenkomst vindt plaats bij de start van het project (1e kwartaal 2009) en daarna wordt het jaarlijks herhaald. Wanneer het stadium van overdracht van werkwijzen naar andere wijken is aangebroken, kunnen ook vertegenwoordigingen bewoners uit deze wijken uitgenodigd worden. De bijeenkomst wordt bijgewoond door de wethouder en levert naar verwachting ook de nodige plaatselijke publiciteit op. Overwogen wordt om deze dag te combineren met de WMO-markt die volgens plan ook jaarlijks in de wijk georganiseerd zal worden. Betrokken ambtenaren Allereerst zullen, zo snel als het plan door VROM is goedgekeurd en de begroting (en dus de activiteiten) zijn vastgesteld, interne medewerkers geïnformeerd worden. Dit zal dus nog in 2008 gebeuren. Specifieke aandacht wordt daarbij besteed aan de consequenties voor PuZa-medewerkers en de klantmanagers. Om op een leuke manier medewerkers van de gemeente (en met name van de betreffende afdelingen) te betrekken bij de pilot in de wijk, worden ook onder hen inburgermaatjes geworven. Zij kunnen zo in werkelijkheid ondervinden wat inburgeraars meemaken. Een idee om dit vorm te geven is om afdelingen uit de nodigen om hun afdelingsuitje in de wijk Meerzicht te laten plaatsvinden. Communicatieplan Ook de externe communicatie vraag de nodige aandacht. Alle personen met wie gesproken is om input te krijgen voor het plan, zullen geïnformeerd worden over de stand van zaken en zodra het plan vastgesteld is, worden ze benaderd om het plan gezamenlijk verder uit te werken. Na de definitieve vaststelling zal er met de afdeling communicatie een communicatieplan worden opgesteld ten behoeve van de externe communicatie (naar de wijk en stedelijk). Hierbij is ook de rol van PuZa belangrijk. Wijkgerichte Inburgering kan gezien worden als een voorliggende voorziening die aansluit op het reguliere beleid inburgering. Afstemming met PuZa in verband met het verzorgen intake, communicatie en voorlichting is dan ook noodzakelijk. Belangrijke elementen in dat plan zijn verder het delen van successen en het benadrukken van de verantwoordelijkheid van alle Zoetermeerders voor de geslaagde inburgering van nieuwkomers. De wijkwebsite heeft een belangrijke rol hierbij, evenals bestaande nieuwsbrieven en andere communicatiemiddelen. Ook kan overwogen worden om speciaal voor dit project een eigen nieuwsbrief te ontwikkelen (op papier of digitaal). Aangesloten zal ook worden bij het onderdeel Digitale wijk. Minimaal één maal per kwartaal zal er een nieuwsitem via de gemeente onder de aandacht gebracht worden.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
52
9 Monitoring, verslaglegging, verantwoording en resultaten Monitoring Kwantitatieve monitoring van het project zal plaatsvinden ten aanzien van de volgende resultaten: - instroom aantal inburgeraars uit Meerzicht - aantal duale trajecten door inburgeraars uit Meerzicht - aantal duale plaatsen voor inburgeraars in Meerzicht - aantal duo‟s taalmaatjes in Meerzicht - aantal inburgeraars dat inburgeringsexamen haalt - aantal inburgeraars dat na een half jaar na het beëindigen van het traject nog actief is in Meerzicht Kwalitatieve monitoring vindt plaats ten aanzien van de volgende aspecten: - Beoordeling van de trajecten door inburgeraars (tevredenheid, mate waarin ze kennis over de wijk hebben opgedaan, mensen in de wijk kennen, actief zijn geworden en gebleven) - Beoordeling van de activiteiten en de resultaten door de betrokken professionals en vrijwilligers: in welke mate zijn ze geslaagd, hebben ze geleid tot meer actieve inburgeraars en meer en betere contacten tussen mensen in de wijk? Verslaglegging Ten behoeve van de verslaglegging zullen de volgende activiteiten worden ondernomen: 1. In het klantvolgsysteem zullen de inburgeraars die aan de pilot deelnemen apart bijgehouden worden. We vragen ook de trajectaanbieders om de resultaten van de deelnemers apart te kunnen presenteren. 2. Door middel van groepsgesprekken zullen de ervaringen van inburgeraars uit de pilot inzichtelijk gemaakt worden. 3. Partners in de pilot (wijkmanager, trajectaanbieders, uitvoerders) maar ook met enkele wijkorganisaties die iets meer op afstand staan, zoals wijkbeheer en wijkagent, zullen halfjaarlijks bevraagd worden over wat zij als successen en problemen ervaren in de pilot. 4. Wijkbewoners worden tijdens de wijkdag geïnterviewd over de successen en problemen van de pilot. 5. De projectleider legt 1 maal per kwartaal per onderdeel de vorderingen vast, zowel kwalitatief als kwantitatief. 6. Aanbieders wordt gevraagd een half jaar na beëindiging van het inburgeringstraject te rapporteren over de participatie van de betreffende deelnemers.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
53
Verantwoording Halfjaarlijks wordt gerapporteerd aan de stuurgroep Wijkgerichte Inburgering en aan VROM. Daarnaast zal de voortgang van de pilot onderdeel vormen van de monitoring van de inburgerinsagenda in de Stuurgroep Inburgering. Resultaten In het actieplan is per onderdeel het resultaat voor de wijk en voor Zoetermeer beschreven. Hieronder geven we nog een overzicht van de resultaten ten behoeve van overdracht naar andere gemeenten: M.b.t. werving: - Uitkomsten motivatieonderzoek inburgeraars - Methodiek voor evaluatie bij afsluiting traject door inburgeraar - Voorbeelden werkproces t.b.v. werving langs bestaande wijknetwerken - Gedocumenteerde ervaringen met betrekking tot het opzetten van „ambassadeursnetwerken‟ voor en door inburgeraars - Gedocumenteerde ervaringen m.b.t. de integratie van „leefbaarheids‟ benadering vanuit een corporatie en inburgering. - Empowerment strategieën voor specifieke (etnische) doelgroepen M.b.t. samenleven in de wijk - Voorbeeld werven en inzetten taalmaatjes in de wijk - Voorbeeld om op basis van wederkerigheid ouderen en inburgeraars te koppelen als Taalmaatjes - Voorbeelden van duale trajecten in de wijk - Voorbeelden van het betrekken van wijkbewoners bij inburgering en het realiseren van draagvlak - Voorbeelden hoe trajecten ingevuld kunnen worden met informatie uit de wijk M.b.t. opvoeding en onderwijs - Voorbeeld van VVE-project, geïntegreerd met traject OGO - Voorbeelden van combinatie van VVE en kinderopvang voor inburgeraars - Voorbeelden van contacten tussen moeders van allochtone en autochtone afkomst M.b.t. digitale wijk - Praktijkervaring met virtuele wijk - Voorbeelden hoe wijkwebsite ingezet kan worden t.b.v. inburgering in de wijk - Voorbeelden over de inzet van studenten als ondersteuning bij het kennismaken met ICT en digitale instrumenten. - Inburgeraars ontwikkelen zich tot reporter met betrekking tot inburgering en doen op internet verslag Algemeen: - Voorbeelden van communicatie, gericht op de wijk en wijkbewoners
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
54
10 Tijdsplanning en financiën 10.1 Tijdsplanning In bijlage 8 vindt u een overzicht van de gedetailleerde planning per onderdeel van het activiteitenprogramma. Er is ook een overzicht gemaakt van de te verwachten kwantitatieve resultaten (instroom, duale plaatsen en taalmaatjes). Het programma omvat een veelheid aan activiteiten. Echter, het gaat lang niet allemaal om nieuwe activiteiten maar vaak wordt er voortgebouwd op bestaande initiatieven of worden deze voor het eerst met inburgering in verband gebracht. Door de activiteiten zoveel mogelijk met elkaar in samenhang te ontwikkelen en uit te voeren, kan er ook winst behaald worden met betrekking tot de nodige inzet. Daarom willen we aan het begin van het project over het totale pakket met de verschillende uitvoeringspartners afspraken maken, zodat mensen niet ieder kwartaal met steeds weer een nieuwe vraag lastig gevallen worden. Vandaar dat in het planningsoverzicht wel bij bijna ieder activiteit in het eerste kwartaal kruisjes staan. Toch zal niet alles tegelijk gestart kunnen worden, in de afspraken die met de partners in de wijk gemaakt worden zal hier eventueel een nadere prioritering gemaakt worden. In de eerste periode ligt de nadruk vooral bij de wervingsactiviteiten en bij die activiteiten die al een stevige basis hebben, met name VVE. De planning wordt uiteraard aangepast als de situatie daarom vraagt. Met betrekking tot de algemene organisatie willen we in december al een aantal stappen gezet hebben, zodat we in januari snel aan de slag kunnen. Het gaat dan om: de aanstelling van de projectleider en hopelijk ook de projectmedewerker, het instellen van de stuurgroep en projectgroep, de terugkoppeling naar de partners in de wijk (degenen met wie gesproken is in het kader van het plan van aanpak) en een begin maken met het opstellen van het communicatieplan.
10.2 Begroting In bijlage 9 vindt u een gedetailleerde begroting voor de algemene kosten en per projectonderdeel. De kosten waarvoor wij een beroep doen op VROM zijn: - Organisatiekosten - Innovatiekosten - Implementatiekosten - Communicatiekosten - Monitoring en verantwoording De exploitatiekosten (kosten trajecten, intakes, casemanegement etc.) vallen te dekken uit de reguliere kosten van de WI (inclusief participatiebonus en taalmaatjes vergoeding), WWB en WEB. De ambtelijke inzet valt (behalve de projectleiding en enkele kleine uitzonderingen, zie begroting) onder de reguliere middelen en taken.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
55
Bijlagen
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
56
Bijlage 1:
Enkele kenmerken m.b.t. Zoetermeer gemeente
Zoetermeer
Werk en opleiding • Werkloos/AWW/WAO
6%
• Laag opgeleid 37% • Middelbaar opgeleid 36% • Hoog opgeleid 28% Kenmerkende sectoren • ICT (kenniseconomie), vrijetijdseconomie, Bestuur en Belang
gemeente
Zoetermeer
Netto inkomen / maand • < 2.000 • 2.000 – 3.000 • 3000 of meer
41% 28% 30%
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
1
Bijlage 2:
Demografische gegevens Zoetermeer 1e generatie cijfer aantal niet westerse sociale inwoners all., exc. Suri. kwaliteit en antill. abs.
Centrum Meerzicht
Buytenwegh Seghwaert
Rokkeveen Oosterheem
Palenstein Ddriemanspolder west oost totaal meerz. zw no totaal Seghwaert zw no totaal oosterh.
5906 5736 9204 5790 14994 9896 7545 9309 16854 22514 1179 14310 15489
1133 571 852 739 1591 839 388 586 974 1092 146 942 1092
%
19,2 10,0 9,3 12,8 10,6 8,5 5,1 6,3 5,8 4,8 12,4 6,6 7,0
Zoetermeer
opleiding
inkomen
laag midden hoog 5,3 44% 28% 37% 6 37% 27% 36% 6,1 40% 30% 31% 5,6 54% 31% 15%
46% 50% 49% 46%
5% 5% 4% 2%
<2000 2000-3000 >3000 23% 70% 19% 11% 27% 50% 29% 21% 25% 44% 35% 22% 28% 58% 28% 14%
5,1 38% 6 33% 5,9 38%
35% 26% 39% 29% 40% 22%
61% 63% 69%
4% 3% 2%
18% 15% 9%
47% 40% 39%
29% 32% 31%
25% 29% 31%
6,3 31% 22% 5,3 32%
37% 31% 33% 44% 39% 44%
59% 63% 76%
5% 22%* 13% 1% 4%
30% 40% 25%
32% 40% 32%
38% 20% 43%
6 36%
36% 28%
62%
2%
39%
30%
31%
*(wao hier bij werkzoekend geteld)
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
loon werk aow, vut, dienst/ zoekend wao/ eigen zonder invalide bedrijf werk
1
17%
Bijlage 3: De Leyens Centrum Noordhove Dorp Rokkeveen Driemanspolder Oosterheem Seghwaert Buytenwegh Meerzicht Palenstein
Inburgeraars met aanbod, verdeeld per wijk 5 7 7 8 19 29 32 33 44 80 84
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
1
Bijlage 4:
BPI bestand medio oktober
per wijk Meerzicht Palensteijn Buytenwegh Oosterheem Rokkeveen Segwaert Driemanspolder Noordhove Dorp Centrum De Leyens onbekend totaal
57 52 48 47 44 40 27 15 11 6 6 25 378
Landen van herkomst (meest voorkomend) Marokko 46 Afghanistan 43 Turkije 31 Indonesië 22 China 21 Irak 21 Suriname 19 Iran 18
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
2
Bijlage 5:
Etnische afkomst WWB-klanten
Overzicht gegevens per standdatum 30 juni Aantal WWB klanten onder 65 jaar Aantal mannen Aantal vrouwen
1983 582 1401
Geboorteland mannen: Nederland Irak Suriname Afghanistan Iran Marokko Nederlandse Antillen Turkije Overig niet westers Voormalig Oostblok Overig westers Overig Totaal
263 50 36 35 30 25 13 11 56 23 2 38 582
Geboorteland vrouwen: Nederland Suriname Nederlandse Antillen Marokko Irak Iran Afghanistan Turkije Overig niet westers Voormalig Oostblok Overig westers Overig Totaal
782 141 79 47 41 31 28 21 111 27 23 70 1401
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
3
Bijlage 6:
Overzicht taalgerelateerde activiteiten Zoetermeer
Activiteit
Doelgroep
Locatie
Praathuis
Breed, iedereen die hulp zoekt bij het spreken van Nederlands
Meerzicht
Vrouwen groep Oase
All. vrouwen, meestal laag niveau
Meerzicht
Welzijn/ vrijwilligersbeleid
Kerk Oase (vrijwilligers)
Lop aan
Taalmaatjes, ondersteuning bij inburgering Taalactiviteiten
Deelnemers inburgeringstrajecten; samenwerking met Agens Allochtone vrouwen tot niveau 2
Stedelijk
Welzijn/ vrijwilligersbeleid Welzijn
‟t Gilde (vrijwilligers)
Lop aan
Taalactiviteiten
Allochtone mannen en vrouwen, avondgroep
Meerzicht
Welzijn
Stichting Piezo Lop (vrijwilligers) aan
Leesgroep
Allochtone vrouwen vanaf niveau 2
Oosterheem
Welzijn
Stichting Piezo Lop (vrijwilligers) aan
Taalspeelhuis:
Taallessen voor ouders, kinderen nemen deel aan peuterspeelzaal
Meerzicht
WEB
Lop aan
Cursus Schrijven verbeteren schrijfvaardigheid Voorschakeltraject MBO/ BBL kinderopvang Ondersteuning BBL opleiding Kinderopvang
All. + autochtone vrouwen, voor analfabeten, tot niveau 2 en vanaf niveau 2. Allochtone vrouwen, met te laag taalniveau om in te stromen in MBO opleiding Allochtone vrouwen, die bij extra ondersteuning nodig hebben mbt taalniveau en vaktaal Allochtone vrouwen die bezoekvrouw gaan worden, dus al wat hoger taalniveau
Palensteijn, WEB Oosterheem, Meerzicht Stedelijk, ID WEB College
ID College ism Piezo en basisschool Zwanenbos ID College ism Piezo OD College
Lop aan
Gesprekstechniek bezoekvrouwen
Meerzicht, Palensteijn Oosterheem
Financiering Uitvoering: Per professioneel / vrijwilligers Welzijn/ ‟t Gilde, Lop vrijwilligers(vrijwilligers) aan beleid
Stedelijk, ID College
WEB
Meerzicht
WEB
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
Stichting Piezo Lop (vrijwilligers) aan
ID College
Lop aan
Ge van te w dee ID College ism Afg Piezo
1
Activiteit
Doelgroep
Locatie
Minicolleges op de basisschool: bijspijkeren spelling, grammatica, rekenen Inburgering Opvoeding, Gezondheid en Onderwijs (OGO)
Allochtone en autochtone ouders van basisschool ‟t Groene Hart
Oosterheem
Financiering Uitvoering: Per professioneel / vrijwilligers WEB ID College Nie gro sta
Inburgeraars, die via de Stedelijk gemeente een aanbod krijgen, vnl vrouwen. Analfabete vrouwen krijgen via de WEB een voortraject Inburgering, losse Inburgeraars die zich slechts Stedelijk modules op enkele onderdelen moeten bijscholen om het examen te kunnen halen Inburgering, gericht Inburgeraars met een Stedelijk op Werk uitkering en reintegratieverplichting
WI
ID College
Ins 200
WI
ID College
Ins 200
WI (eventueel Agens (locatie aanvulling uit in Palenstijn) WWB)
Ins 200
Inburgering, werk en inburgering, opvoeding
Inburgeraars
WI
Intop (locatie in Meerzicht)
Alfabetisering NT2
Voor allochtone analfabeten, Stedelijk grotendeels vrouwen.
WEB
ID College
Co loo gee nie ins Lop aan
Ondersteunende taaltrajecten reintegratie
Niet-inburgeraars, maar wel allochtonen met reintegratieverplichting en tekorten t.a.v. beheersing Nederlads
WWB
ID College (per Ind traject nod ingekocht)
Stedelijk
Stedelijk
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
2
Verklaring van afkortingen en begrippenlijst BPI Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen. Een landelijk door IB-groep bijgehouden bestand waarin potentieel inburgeringsverplichtigen worden bijgehouden en dat voor de gemeente als bron dient om deze groep te vinden. Het BPI is dynamisch, als mensen aan hun inburgeringsplicht voldaan hebben, gaan ze er uit, maar er komen uiteraard ook steeds weer nieuwe namen in. Deltaplan inburgering Pakket van maatregelen van minister Vogelaar om inburgering kwalitatief en kwantitatief te verbeteren. Duaal traject inburgering Een duale inburgeringsvoorziening is een inburgeringsvoorziening (taalvoorziening) die gecombineerd wordt met activiteiten gericht op het bevorderen van de actieve deelname aan de Nederlandse samenleving. Die activiteiten dienen in samenhang en ten minste voor een deel gelijktijdig met de onderdelen van de inburgeringsvoorziening gericht op taalwerving en verwerving van kennis van de Nederlandse samenleving door de inburgeraar te worden uitgevoerd. Dus het leren van de taal wordt gecombineerd met praktijkervaring. Inburgeringsbehoeftig Gaat in feite om dezelfde groep als inburgeringsplichtigen maar deze groep heeft de Nederlandse nationaliteit. Wordt ook wel vrijwillige inburgeraar genoemd. Daarnaast mogen bijvoorbeeld ook Oost-Europeanen een traject op vrijwillige basis volgen. Vrijwillige betekent echter niet dat het examen niet gedaan hoeft te worden, dat blijft verplicht. Inburgeringstraject Een cursustraject dat een inburgeraar volgt met het doel het inburgeringsexamen af te kunnen leggen. Er zijn op dit moment twee examenprofielen waarvoor de inburgeraar kan worden opgeleid: Opvoeding, Gezondheid en Onderwijs of Werk. Met ingang van 1 maart 2009 komt het profiel Maatschappelijke Participatie daarbij en op 1 juli 2009 het profiel Ondernemen. Alle verplichte inburgeraars met een reintegratieverplichting vanuit de WWB worden geplaatst op een traject Werk. Het inburgeringstraject wordt verplicht afgesloten met een examen. Inburgeringsexamen Het inburgeringsexamen bestaat uit drie onderdelen: een taaltoets, een toets Kennis van de Nederlandse Samenleving en een praktijktoets. De praktijktoets kan bestaan uit een portfolio waarin 30 bewijzen zijn verzameld van praktijksituaties die een inburgeraar heeft doorlopen (zoals het schrijven voeren van een 10 minutengesprek op school, je inschrijven bij de burgerlijke stand of aangifte doen bij de politie). Een andere invulling van de praktijktoets is door middel van assessments, waarbij 8 maal een situatie wordt nagespeeld in een examenomgeving. Een combinatie van beiden is ook mogelijk.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
3
Inburgeringsverplicht Inburgeringsverplicht is iedere niet westerse allochtoon die minder dan 8 jaar school heeft gehad in Nederland en die ook niet op een andere manier kan aantonen over voldoende taalbeheersing te beschikken en die niet beschikt over de Nederlandse nationaliteit. ISI Informatiesysteem Inburgering. Landelijk bestand waarin wordt bijgehouden hoeveel inburgeraars er per gemeente op traject zitten, slagen etc. Nuggers Niet uitkeringsgerechtigden. Indien deze mensen als werkzoekende geregistreerd staan kunnen zij onder bepaalde voorwaarden voor een re-integratietraject in aanmerking komen. NISB Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen OGO-traject Inburgeringstraject met als examenprofiel: Onderwijs, Gezondheid en Opvoeding en dus inhoudelijk toegespitst op deze onderdelen. Participatiebonus Een bonus van 1.000,-- per duaal traject, waarbij als duaal geldt dat er een link is tussen de activiteiten van de inburgeraars en de taalontwikkeling/taalaanbod. Particitpatiebudget Wetswijziging per 1 januari 2009 gepland, waarbij de budgetten voor de WI, de WEB en het W-deel van de WWB samen worden gevoegd ten behoeve van een integraal participatieaanbod aan mensen die dat nodig hebben. PuZa Afdeling Publieks Zaken Taalmaatjes Campagne om autochtonen te motiveren taalmaatje te worden van een inburgeraars met als doel deze te helpen bij het doorlopen van het inburgeringstraject. Het idee is dat mensen zo de taal beter kunnen leren en er meer contacten ontstaan tussen autochtoon en allochtoon. Trajectaanbieders De (onderwijs)instellingen die inburgeringstrajecten uitvoeren. In Zoetermeer zijn de voornaamste het ID college (OGO) en Agens (Werk). Intop (OGO) had een contract tot en met 2007 en rondt alleen nog de trajecten af van degenen die voor 1 januari 2008 waren ingestroomd. Het zelfde geldt voor Alexander Calder. VVE Vroeg- en Voorschoolse Educatie, gericht op kinderen (en hun ouders) die een onderwijsachterstand dreigen op te lopen.
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
4
WEB Wet Educatie Basisvorming, met geld dat op grond van deze wet beschikbaar is, kunnen gemeenten educatietrajecten voor volwassenen inkopen bij het ROC. Werk-trajct Inburgeringstraject met als examenprofiel Werk. Hieraan kunnen zowel werkenden inburgeraars meedoen als inburgeraars die aan het werk moeten/willen. In Zoetermeer voert re-integratiebedrijf Agens de zogenaamde duale werktrajecten uit, die aan de inburgering ook de re-integratie naar werk koppelt. WI Wet Inburgering, ingegaan per 1 januari 2007. WIN Wet Integratie Nieuwkomers. Tot 1 januari 2007 de wet de regelde dat iedere nietwesterse nieuwkomer in Nederland een inburgerinsaanbod kreeg. WWB Wet Werk en Bijstand. Hieronder vallen de uitkering van de sociale dienst en (het Wdeel) de kosten voor re-integratie. WZI Afdeling Werk, Zorg en Inkomen, onderdeel van de hoofdafdeling Welzijn
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
5
Wijkgericht inburgeren Meerzicht Pan van aanpak, 3e concept Gemeente Zoetermeer, Werk Zorg en Inkomen, team Beleid en Implementatie
6