Duurzame Scholen Magazine April 2015
Inmiddels maken honderden scholen gebruik van EnergyAlert om inzicht te krijgen in hun overbodige energieverbruik én om geholpen te worden minder te gaan verbruiken. Bekijk vandaag nog het gratis bespaarplan met concrete / nuttige tips!
EnergyAlert | Inzicht in verbruik
www.energyalert.nl/scholen
#1
De schakel tussen probleem en oplossing Duurzame Scholen #1 | april 2015
Wij helpen scholen om minder energie te verbruiken
/ Duurzame Scholen ‘‘Wij bepleiten een integrale benadering’’
Petra van Haren en Roelf Willemstein:
In dit nummer: Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch
Vrije Universiteit wordt futureproof
Rondetafelgesprek: ‘Samenwerken moet je doen’
Foto: Corbis / Hollandse Hoogte
Het schoolgebouw van de toekomst Slimme oplossingen voor frisse scholen
De ‘frisse school’ is een term die steeds vaker opduikt. Terecht, want uit onderzoek blijkt dat er op scholen veel te verbeteren is aan het binnenklimaat én de energieprestaties. Scholen zijn vanaf heden zelf verantwoordelijk voor het realiseren van een goed binnenklimaat, en dat heeft voordelen!. ABB is specialist in gebouwsysteemtechniek. Samen met partners en dochterbedrijven biedt ABB een range aan oplossingen voor het schoolgebouw van de toekomst. Comfort, duurzaamheid, veiligheid en productiviteit zijn daarbij onze speerpunten. Maak kennis met onze mogelijkheden. www.abb.nl
ABB b.v. Frankeneng 15 NL-6710 BC Ede Tel. +31 (0)318 66 93 00, Fax +31 (0)318 63 17 18 E-mail:
[email protected]
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
In dit nummer Duurzame Scholen Magazine wil verbinden en delen Voor u ligt het eerste nummer van het gloednieuwe tijdschrift Duurzame Scholen Magazine: een samenwerking tussen de Stichting Duurzame Scholen en platform Duurzaam Gebouwd. Initiatiefnemers Wietse Walinga, Eric Carbijn en Gerard Lokhorst zijn
Pagina 11
erover eens: “Het magazine moet de schakel zijn tussen de vraag en de oplossing.”
Zonder visie blijft duurzaam schoolgebouw utopie “Ga nu het onderwijs eens zien als een investering in plaats van een kostenpost. Dan komen we tot mooie en vooral duurzame oplossingen. We moeten onze kinderen in een innovatieve en uitdagende omgeving plaatsen, maar dat vereist (financiële) investe-
Pagina 17
ringen die zich pas op lange termijn en dan ook nog indirect terugbetalen. Dat vereist visie van onze beleidsmakers, het onderwijs en het bedrijfsleven.”
Rhijnspoorgebouw zorgt voor nieuwe duurzaamheidsstandaard Het Rhijnspoorgebouw heeft het hoogste duurzaamheidscertificaat ontvangen, dat ooit is toegekend aan een onderwijsgebouw in Nederland: BREEAM Excellentcertificaat (4 sterren). Dit gebouw van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vormt het nieuwe centrum voor het Domein
Pagina 35
Techniek van deze hogeschool. Stefan Prins is namens Powerhouse Company als projectarchitect en projectmanager hierbij nauw betrokken.
Wat presteert uw gebouw?
Een gezond binnenklimaat zorgt voor productieve mensen. Wat gezond is, is afhankelijk van de wensen van de gebruiker. Van nu en in de toekomst. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, flexibele en comfortabele woon- en werkomgevingen die steeds zijn aan te passen. Flexibel comfort noemen we dat. Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort
www.vbi.nl
4 | april 2015 | Duurzame Scholen
Lyceum Schravenlant in Schiedam winnaar van de Award Duurzame Architectuur 2014
HET SCHOOLVOORBEELD VAN DUURZAAMHEID
TBI is een groep van ondernemingen die onze leefomgeving op een duurzame manier vernieuwt, inricht en onderhoudt. Scholen zijn hier een belangrijk onderdeel van en de TBI-ondernemingen zijn sterk vertegenwoordigd in deze markt. Zo ook bij het Schravenlant Lyceum in Schiedam, winnaar van de Award Duurzame Architectuur 2014. Met een uitgekiend ventilatiesysteem dat ervoor zorgt dat de lucht binnen zuiverder is dan buiten en rendiermos op de muur is de school geheel volgens het cradle-to-cradle concept gebouwd. Ons werk heeft een langdurige impact op het leven van mensen en dus ook onze kinderen. De toekomst is niet iets wat ons overkomt, die kunnen we maken. MAAK DE TOEKOMST Duurzame Scholen | april 2015 |
5
Adviseurs voor gezonde en energieneutrale scholen © Moke Architecten
OBS Dorus Rijkersschool Amsterdam
© Architecten- en ingenieursbureau kristinsson
Brede school Plein Oost Haarlem
© TenW architecten adviseurs
MFA Kapelle Kapelle
© Architectenbureau Marlies Rohmer
Brede school Meervoud Amsterdam
Kijk voor meer energieneutrale projecten op merosch.nl
/ INHOUD 8
Nieuws
9
Column Lisa Wade
11
Duurzame Scholen Magazine wil verbinden en delen
16
Zonder visie blijft duurzaam schoolgebouw utopie
22
I/O-gebouw ontwikkelt zich tot ontmoetingsplek
26
‘Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch’
30
Gezonde en energieneutrale scholen, gewoon doen
35
Rhijnspoorgebouw zorgt voor nieuwe
duurzaamheidsstandaard
43
Rondetafelgesprek: Samenwerken moet je doen
48
Congres Duurzame Scholen
50
‘Een duurzaam schoolgebouw is aanpasbaar’
54
Vrije Universiteit wordt futureproof
57
Doorgeefcolumn: Meindert Smallenbroek
58
Nieuws
60
PAS-concept brengt plezier terug in de bouw
64
Alleen ben je nergens
66
ScholenDossier: praktische tool voor facilitaire beginner
én professional
70
Brede School ’t Berflo: fris en vrolijk
73
Op maat gemaakt onderwijs
77
Samen het onderwijs beter maken
80
‘Belemmeringen weghalen bij decentralisatie’
Duurzame Scholen | april 2015 |
7
/ NIEUWS
Renovatie en uitbreiding RK Mariaschool De Rotterdamse RK Maria Basisschool is recentelijk geheel uitgebreid en gerenoveerd. In dit project is het Frisse Scholen-concept toegepast met luchtinblaas via plafonds, C02-gestuurde ventilatie. Daarnaast is gebruik gemaakt van ledverlichting met daglichtregeling. De school had behoefte aan uitbreiding. In samenwerking met de gemeente Rotterdam, de gebruiker en de architect is een ontwerp gemaakt waarin alle wensen ingevuld zijn.
Bij dit ontwerp is een deel van het achtergelegen historische kloostercomplex betrokken. Deze vleugel stond reeds twintig jaar leeg en is nu geheel gerenoveerd en voorzien van lokalen. Ingenieursbureau IOB heeft de complete bouwkundige, constructieve en de installatietechnische uitwerking van het ontwerp op basis van het duurzame Frisse Scholen-concept. Verder heeft het bureau onder meer het complete projectmanagement inclusief prijs- en contractvorming en directievoering en toezicht voor zijn rekening genomen.
Boete voor onjuiste asbestverwijdering Wie asbest niet op een juiste wijze verwijdert, kan een gepeperde rekening tegemoet zien. Een onderneming uit Lobith heeft die pijnlijke les geleerd. Dit bedrijf kreeg van de Inspectie SZW een boete van € 28.800 voor het ongecertificeerd en op onjuiste wijze verwijderen van asbestkozijnen uit een schoolgebouw in Arnhem. Volgens de inspectie had het bedrijf vermoedens van asbestverdacht materiaal, maar ging het niettemin door met de werkzaamheden. Voorts is gebleken dat de asbestinventarisatie die de school in mei 2014 had laten uitvoeren, onvolledig was.
8 | april 2015 | Duurzame Scholen
Daardoor werd ten onrechte geconcludeerd dat er geen asbesthoudend materiaal aanwezig was. In het kader van de renovatie van het schoolgebouw in Arnhem was het Lobithse bedrijf bezig met de vervanging van oude kozijnen. Tijdens een controle zagen de inspecteurs van SZW in de nog aanwezige oude kozijnen asbestverdacht materiaal zitten. Hierop werden de werkzaamheden stilgelegd. De opdrachtgever heeft een asbestsaneringsbedrijf ingeschakeld om het asbest op juiste wijze te verwijderen. Daarna kan de renovatie van de school hervat worden.
/ COLUMN COLUMN Lisa Wade, radio- en televisiepresentator
‘Dit is wat ik zoek’ Toen ik presentator van Het Klokhuis was, kwam ik vaak op scholen. Meestal zorgde dit voor grote opwinding bij de schoolkinderen. De avond ervoor hadden ze me nog langs zien komen op tv en nu stond ik ineens in de klas. Ik was altijd blij als ik weer buiten stond. Niet alleen door het gestuiter om me heen, maar vooral door de tl-verlichte gebouwen zonder groen waar ik de hele dag in had gezeten.
I
Alle scholen waar ik ging kijken, hadden wel iets duurzaams. Ledverlichting, recycleprojecten, lespakketten over het milieu of zonnepanelen. En toch vraag ik me steeds af als ik naar mijn dochter kijk of dit genoeg is. Op een dag kwam ik bij een schooltje in Culemborg terecht dat de juffen en ouders zelf hebben gebouwd. Met strobalen en leem. Met hergebruikt hout aan de koude kant van het gebouw en steen aan de warme kant. De juffen wonen in het gebouw en dus is er geen vervuilend vervoer nodig. Er is een houtgestookte cv die door de kinderen zelf wordt bediend. Ze zagen het hout, stapelen het op en vullen de kachel zelf waardoor ze precies weten wat er allemaal bij komt kijken om het warm te kunnen hebben. De kinderen spelen in een tuin met bomen om in te klimmen, om appels uit te oogsten, met water om in te zwemmen en op te schaatsen. Ze eten er biologisch: het eten is door de kinderen zelf geteeld bij de stadsboerderij aan het einde van de straat. Het is de eerste school die ik zie die niet iets duurzaams doet of heeft, maar die duurzaam is. Omdat ze de kinderen niet uit hun wereld halen, maar ze de band tussen het kind en zijn
F OTO : R U TG E R G E E R L I N G
nmiddels ben ik zelf moeder van een klein meisje. In het dorp waar we wonen, begroet Simcha elke ochtend de bomen. Ze zwaait met een rietstengel door de lucht als met een toverstaf. Ze springt in plassen en gooit steentjes van de brug. Ze juicht bij het zien van het eerste sneeuwklokje. Over twee jaar gaat ook zij voor het eerst naar school. Mijn hart draait zich om bij het idee haar weg te brengen naar een plek waar ze moet spelen op een stuk beton en waar ze binnen op een stoel moet zitten, terwijl ze leert over de wereld om haar heen. De laatste tijd kom ik weer af en toe op scholen. Op zoek naar een school die echt aansluiting vindt bij de belevingswereld en ontwikkeling van een kind. Eentje waarbij de aarde, met zijn planten en dieren, dus als vanzelfsprekend centraal staat. Een duurzame school.
omgeving intensiveren. Alle kinderen die ik daar zie, zijn onderdeel van de natuur om hen heen. En voelen zich er als vanzelfsprekend verantwoordelijk voor. Ik heb een plek gevonden waar mijn dochter haar ontdekkingsreis zou kunnen voortzetten. Ook al is deze school een heel eind bij ons vandaan, we hebben Simcha hier ingeschreven. We moeten ons hele leven ervoor omgooien. Maar het was ook een levensveranderende ontdekking. Alsof je altijd hebt geweten dat het anders zou moeten, maar je nu pas realiseert dat het ook anders kan.
Duurzame Scholen | maart 2015 |
9
Meer
zuurstof
tot nadenken ...
Healthy School Concept ® Bouwen aan energiezuinige en gezonde scholen. Bij de bouw of renovatie van scholen denkt RENSON ® niet alleen aan energiezuinigheid, maar vooral aan de gezondheid en het comfort van leerlingen en leerkrachten. De continue toevoer van verse lucht en de gecontroleerde afvoer van vervuilde lucht (basisventilatie) zorgt voor een goede luchtkwaliteit. Buitenzonwering in combinatie met intensieve nachtventilatie (nightcooling) garandeert steeds aangename temperaturen in de lokalen.
10 | april 2015 | Duurzame Scholen
www.renson.be
/ ALGEMEEN
Duurzame Scholen Magazine wil verbinden en delen Voor u ligt het eerste nummer van het gloednieuwe Duurzame Scholen Magazine: een samenwerking tussen de Stichting Duurzame Scholen en platform Duurzaam Gebouwd. Initiatiefnemers Gerard Lokhorst, Eric Carbijn en Wietse Walinga zijn het erover eens: “Het magazine moet de schakel zijn tussen de vraag en de oplossing.” Tekst: Gerrit Tenkink
H
et drietal kan het enthousiasme over het nieuwe magazine en de bijbehorende website, nauwelijks in bedwang houden. Geen wonder, want de eerste geluiden uit de markt over de start van dit magazine zijn uitsluitend positief. Gerard Lokhorst, voorzitter van de Stichting Duurzame Scholen denkt dat het magazine exact op het goede moment komt. “Scholen zijn sinds dit jaar zelf verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van hun schoolgebouwen. Dat betekent dat veel schoolbesturen zich moeten verdiepen in materie dat niet bij hun primaire taak hoort en vaak lastig te doorgronden is. Als stichting proberen we de schoolbesturen, gemeenten, opdrachtgevers, uitvoerders, adviseurs en andere belanghebbenden te informeren en te inspireren, maar vooral ook om ze met elkaar in contact te brengen. Wij zijn van mening dat een magazine daar een heel goed medium voor is.”
Verduurzaming benadrukken Voor zijn initiatief contact zocht hij met het platform Duurzaam Gebouwd, vooral ook omdat het magazine de verduurzaming van gebouwen wil benadrukken. “Op het gebied van verduurzaming ligt er een enorme hoeveelheid aan kansen te wachten. Pak de cijfers er bij en zie hoe groot het probleem van achterstallig onderhoud is en hoe slecht het bijvoorbeeld gesteld is met de energievoorziening en het binnenklimaat op scholen. Het platform Duurzaam Gebouwd beschikt over een uitgebreid kennisnetwerk. Dat netwerk maakt ook weer graag gebruik van onze kennis. Samen kom je op die manier verder.”
Kennisdeling Juist van die verbinding en het samenwerken wordt Duurzaam Gebouwd-directeur Wietse Walinga enthousiast. “We gaan
Van links naar rechts: Wietse Walinga, Eric Carbijn en Gerard Lokhorst.
het magazine twee keer per jaar op de markt brengen in een oplage van minimaal 5.000 stuks. We beschikken zelf over een uitgebreid netwerk en Stichting Duurzame Scholen heeft de contacten met opdrachtgevers en overheden. Bovendien gaan we het magazine koppelen aan de website DuurzameScholen.nl. Op die website gaan we ook de mogelijkheid creëren om met elkaar in discussie te gaan en om contacten te leggen.” Walinga is inmiddels ook tot het bestuur van Stichting Duurzame Scholen toegetreden. “Alles draait om kennisdeling. Maak gebruik van elkaars expertise en het brengt je verder. We gaan onze partners ook een aanbieding doen om partner te worden van Duurzame Scholen. Daarnaast gaan
Duurzame Scholen | april 2015 |
11
12 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ALGEMEEN ‘Maak gebruik van elkaars expertise en het brengt je verder’ we jaarlijks een viertal seminars organiseren om ook de duurzame school in de schijnwerpers te plaatsen. Maar dat is de spin-off. We starten met het magazine.”
Onafhankelijk Het magazine pretendeert onafhankelijk te zijn. Hoe is dat mogelijk als ook bedrijven zich kunnen aansluiten bij de initiatiefnemers? Eric Carbijn is bestuurslid van de Stichting Duurzame Scholen en tevens directeur bij Energy Alert. Met zijn bedrijf richt hij zich van oudsher op de energiehuishouding bij woningen en bedrijven, en sinds enkele jaren ook op scholen. “Duurzaamheid is vooral slimme dingen doen. Ga niet zelf slimme dingen bedenken, maar doe het samen. Als we die kennis weten samen te brengen, dan ontstaat er een win-winsituatie. Wij zien bijna dagelijks dat scholen een enorme kennisachterstand hebben als het gaat om het beheer van het gebouw. Uiteraard heeft dat te maken met de beperkte financiële middelen, maar misschien nog wel meer met gebrek aan kennis. Ik weet zeker dat scholen met hetzelfde budget veel meer kunnen doen, als ze de juiste partners in huis halen. De kennis die er is binnen het ScholenDossier, delen we ook in het magazine”, zegt Carbijn. Momenteel monitort Energy Alert honderden scholen. “Ingewonnen benchmarkinformatie slaan we op in het ScholenDossier: een onafhankelijk platform dat de coöperatie Digitaal Gebouw Dossier heeft ontwikkeld. In dat dossier brengen we de fysieke staat van schoolgebouwen in kaart. Dat stelt ons beter in staat om de informatie te beoordelen.
Dat gaat verder dan de gebruikelijke constatering dat de verwarming aan staat in het weekend of soms zelfs tijdens de schoolvakanties.” Net als Lokhorst en Walinga komt ook Carbijn uit bij de sleutelwoorden ‘samenwerken’ en ‘kennis delen’. “Mijn inspanning voor duurzame schoolgebouwen komen voort uit idealisme. Wij monitoren jaarlijks zo’n 50.000 energiemeters, variërend van kantoren en ziekenhuizen tot en met woningen. Onderwijs is dus maar een klein stukje van ons werk. Maar we weten allemaal hoe slecht het in het onderwijs is gesteld met de klimaatbeheersing en de energievoorziening. Het gaat me aan het hart dat we onze eigen jeugd in dit soort ruimtes laten leren en werken. En dat terwijl de kennis voorhanden is om er iets aan te doen.”
Laagdrempelig Een magazine voor de aanbodkant, maar ook voor de vragende kant betekent in de ogen van Lokhorst, Walinga en Carbijn dat er een mix moet komen van technische informatie, mooie praktijkvoorbeelden en visie. Lokhorst: “Maar we schrijven en discussiëren ook over de ontwikkeling dat scholen steeds meer functies toebedeeld krijgen, bijvoorbeeld als multifunctionele accommodaties. Het wordt vooral een laagdrempelig magazine. Prettig leesbaar, ook voor bestuurders en schoolleiders die minder technisch zijn onderlegd. Het gaat daarbij niet alleen om bestuurders die rondlopen met nieuwbouwplannen, maar ook om renovatie of onderhoud, want de markt zal zich de komende jaren vooral die kant op bewegen.”
Duurzame Scholen Magazine April 2015
/ Duurzame Scholen
#1
De schakel tussen probleem en oplossing
‘‘Wij bepleiten een integrale benadering’’ Petra van Haren en Roelf Willemstein:
In dit nummer: Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch Vrije Universiteit wordt futureproof Rondetafelgesprek: ‘Samenwerken moet je doen’
Magazine ontvangen? Wilt u een exemplaar van Duurzame Scholen Magazine ontvangen? Mail dan naar
[email protected] en wij zetten u op de verzendlijst. Het magazine is ook gratis te downloaden via DuurzameScholen.nl en DuurzaamGebouwd.nl.
Duurzame Scholen | april 2015 |
13
Hygiëne op scholen Educatiepakket leert kinderen over gebruik sanitair
CWS Nederland B.V. is gevestigd te ‘s Hertogenbosch. Via 11 landelijke servicedepots levert CWS diensten en producten op het gebied van sanitaire hygiëne. Zij verzorgt met name de inrichting van de toiletruimte met handdoekautomaten, zeepautomaten, luchtverfrissers en schoonloopmatten. De inrichting van de sanitaire ruimte is echter pas het begin. Voorlichting geven aan de kinderen op school is minstens zo belangrijk. Hygiëne begint immers bij de gebruikers van het toilet zelf. Kwaliteit, duurzaamheid en innovatie zijn de drie pijlers waarop CWS focust. “Wij onderscheiden ons door kwalitatief hoogwaardige materialen te leveren die ook nog eens bijdragen aan een beter milieu. 100% biologisch katoen, toiletpapier met cradle-to-cradle en/of FSC-keurmerk, waterbesparende sensorkranen en een energie-efficiënte wasserij zijn slechts enkele voorbeelden van onze milieuvriendelijke manier van werken. Jaarlijks wordt een nieuw duurzaamheidsrapport opgesteld en op onze website geplaatst. Iedereen kan wel roepen dat hij groen is, maar dat moet je ook kunnen aantonen. Daarom is een transparante communicatie voor ons enorm belangrijk”, aldus marketing manager Han Strijbos. Hij is dan ook enorm trots op het onlangs verkregen MVO Prestatieladder 4 en het Fira brons certificaat. Een tweede aspect waarin CWS voorop loopt is innovatie. Naar het toilet gaan, je handen wassen en vervolgens afdrogen is heel gewoon, maar je kunt het ook zoveel interessanter maken: “Wij bieden handdoekautomaten in diverse kleuren, maar indien gewenst ook met klantspecifieke cover, eventueel voorzien van een individuele boodschap. Een logo of zelfs een cover met een instelbaar beeldscherm behoort tot de mogelijkheden. Tevens maken we de hygiënecirkel rond met producten waarbij je kraan noch deurklink hoeft aan te raken en leveren we automaten die waarschuwen dat ze binnenkort weer gevuld moeten worden. Via de CWS MKB desk, webshop en het online klantenportaal (‘Mijn CWS’) laten we zien wat we te bieden hebben.”
Als professionele dienstverlener zorgt CWS er voor dat de klant weinig omkijken heeft naar de sanitaire ruimtes. Hierdoor is men verzekerd van goed werkende, gevulde automaten en schone matten.
Educatiepakket voor kinderen Onderzoek wijst uit dat goede hygiëne op scholen zorgt voor een lager ziekteverzuim en een beter imago. Dit heeft direct invloed op de financiën, de schoolresultaten en de werkdruk. Met name op scholen is hygiëne in de toiletruimtes erg belangrijk om te voorkomen dat ziektekiemen zich veelvuldig verspreiden. Het ziekteverzuim wordt, aldus het onderzoek, mede veroorzaakt door een gebrek aan hygiëne en een slechte luchtkwaliteit. CWS helpt scholen hierbij graag. “Het begint met een net en schoon toilet met de juiste faciliteiten, maar de gebruikers moeten ook weten hoe ze er mee om moeten gaan. Daarom hebben we onlangs een educatiepakket voor leerlingen van onder- tot bovenbouw ontwikkeld en geïntroduceerd. In ons ludieke pakket zit allerhande informatie voor kinderen met tips en uitleg. Met behulp van de toilettweeling Tom & Tammy wordt de kinderen op verschillende manieren geleerd wat bacteriën zijn, wat je zelf aan hygiëne kunt doen en krijgen ze leuke toiletweetjes onder ogen. Er is bijvoorbeeld een handdoekautomaat met op de cover een strip die de volgorde van het handenwassen omschrijft. In de klas kunnen de kinderen tests doen en certificaten behalen. Het educatiepakket proberen we zo levendig mogelijk te houden, toegespitst op kinderen van diverse leeftijden. Zo maken we ze op een leuke manier bewust van het feit dat hygiëne belangrijk is. Via de afbeeldingen in de toiletruimte worden ze dagelijks herinnerd aan de juiste wijze van handen wassen, waardoor hun handhygiëne met sprongen vooruit zal gaan”, aldus Strijbos. Informatie over producten en educatiepakketten:
[email protected] | www. tomentammy.nl | T. 073-6 338 338
14 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ADVERTORIAL
Onderwijsplan Wijzonol ontzorgt scholen Wijzonol heeft een onderwijsplan voor scholen in het leven geroepen. In het plan draait alles om de drie speerpunten: partnerschap, duurzaamheid en innovatie. “Want”, stelt Peter van Dijk, “het een kan niet zonder het ander.”
H
et creëren van een prettige sfeer en omgeving vraagt om de juiste partners in het onderhoud. Wijzonol kan hierin ontzorgen. “Het zijn deze speerpunten die wij hoog in het vaandel hebben en waarmee wij onze kwaliteit en vakmanschap willen waarborgen. Als partner in het onderwijs hebben wij veel ervaring opgedaan en voor elke situatie een passende oplossing gevonden. Samen met onze focusonderhoudsbedrijven bezoeken we de scholen. We leveren gratis inspecties volgens de NEN-norm 2767. Op basis van de uitkomsten brengen we een verftechnisch advies op maat uit. Voor zowel de binnen- als de buitenzijde van de gebouwen”, vertelt verkoopleider Peter van Dijk.
Besparen op onderhoud Hij geeft aan dat zo’n rapportage en daaropvolgend advies doorgaans plaatsvindt aan de hand van een zogeheten LevensDuur Verwachting (LDV)-tool met bijbehorend kleuradvies. “Dit digitaal hulpprogramma geeft snel inzicht in de onderhoudsfrequentie van verf in combinatie met zon- en weersinvloeden. Het programma berekent ook hoeveel een opdrachtgever kan besparen op onderhoud van zijn pand zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. De frequentie van het schilderwerk kan veelal omlaag. We verkopen dan misschien minder verf, maar het straalt wel vertrouwen uit naar onze opdrachtgever.” Bij het onderhoud zijn de onderhoudsbedrijven de spil in het verhaal. Een intensieve begeleiding hoort daar wat betreft Wijzonol bij. “Wij adviseren onze onderhoudsbedrijven altijd tijdens het werk. Als ze tussentijds vragen hebben, dan kunnen ze gegarandeerd een beroep doen op onze adviseurs. Daarnaast gaan wij na oplevering van het werk twee jaar na aanvang opnieuw bij het project kijken hoe de verf het houdt. Zijn er dan problemen, dan verhelpen we die netjes.” Van Dijk benoemt ook graag het ‘meedenken met de klant’. “Samen met het onderhoudsbedrijf en de school zoeken we naar het beste moment voor onderhoud en dat vraagt flexibiliteit. Zo kijken we naar vakantieperiodes en bijvoorbeeld wanneer een lokaal leeg staat door lesuitval. Zo beperken we de overlast tot een minimum.”
Tweede-generatieproduct Wijzonol is een vooruitstrevend bedrijf, dat innovatie en duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. Van Dijk ziet het bij Wijzonol allemaal samenkomen. “De brancheorganisatie VVVF heeft als doel gesteld dat in 2030 vijftig procent van de grondstoffen moet zijn samengesteld uit duurzame, biobased grondstoffen. Wij zijn voorloper op het gebied van duurzame materialen. De afgelopen jaren zijn we heel intensief bezig geweest met de doorontwikkeling van onze muurverven. Bij traditionele muurverven is aardolie de basis voor de bindmiddelen in de verf, maar we hebben nu bij Wijzonol een bindmiddel ontwikkeld op basis van afval van aardappelen, het zogeheten tweede-generatieproduct. Testen hebben inmiddels uitgewezen dat de kwaliteit zelfs beter is dan die van de traditionele muurverven.”
Wijzonol Bouwverven Russenweg 14, Postbus 205 8000 AE Zwolle Tel.: 038 – 429 11 00, Fax: 038 – 429 11 49
[email protected], www.wijzonol.nl
Duurzame Scholen | april 2015 |
15
Roelf Willemstein (links) en Petra van Haren zijn erover eens dat intensieve samenwerking de sleutel is om te komen tot innovatieve verduurzaming van schoolgebouwen.
16 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ALGEMEEN
Zonder visie blijft duurzaam schoolgebouw utopie “Ga nu het onderwijs eens zien als een investering in plaats van een kostenpost. Dan komen we tot mooie en vooral duurzame oplossingen. We moeten onze kinderen in een innovatieve en uitdagende omgeving plaatsen, maar dat vereist (financiële) investeringen die zich pas op lange termijn en dan ook nog indirect terugbetalen. Dat vereist visie van onze beleidsmakers, het onderwijs en het bedrijfsleven.” Tekst: Gerrit Tenkink
D
at zeggen Petra van Haren en Roelf Willemstein, respectievelijk voorzitter en directeur van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS). Deze organisatie ondersteunt bijna 5400 leidinggevenden in primair en voortgezet onderwijs in hun zoektocht naar goed onderwijs. Dat varieert van antwoorden op de vraag hoe om te gaan met maatschappelijke vraagstukken als discriminatie of pestgedrag tot en met de inrichting van het schoolgebouw en schoolplein. Hoewel Willemstein en Van Haren een overvolle agenda hebben, maken ze graag plek vrij voor een interview voor het eerste nummer van het Duurzame Scholen Magazine. Want er is volgens beiden op het gebied van verduurzaming van de gebouwde schoolomgeving nog veel te behalen. Van Haren: “Het is toch te gek voor woorden dat de beleidsmakers voor de inrichting van hun eigen gebouwen hogere eisen stellen dan voor de gebouwen van onze kinderen? We hebben net de Doordecentralisatie Huisvesting nu ook voor primair onderwijs achter de rug, waarbij scholen via hun bestuur zelf het groot onderhoud voor hun rekening krijgen. Met de doordecentralisatie ging er nog even een bezuinigingsronde overheen. Ik vind dat onbegrijpelijk en getuigen van een gebrek aan visie.”
Integrale benadering Als het aankomt op visie op het gebied van scholenbouw en -onderhoud, dan mag daarbij wat betreft Willemstein en Van Haren het onderdeel ‘verduurzaming’ zeker niet ontbreken. “Uiteraard is een goed en duurzaam schoolgebouw van belang voor goed onderwijs, maar duurzaamheid is meer dan alleen het gebouw”, gaat Van Haren verder. “Het gaat niet alleen om energiebesparing, goede ventilatie en het gebruik van duurzame materialen. Maar ook om bewustwording bij kinderen en ze bewust maken van de noodzaak van een gezonde en duurzame samenleving. We hebben het dan ook over het concreet laten zien dat de energiemeter terugloopt op het moment dat de zonnepanelen zon opvangen. Het pedagogisch aspect hoort er zeker bij. En het gaat zelfs nog verder. Scholen en bouwende partijen moeten ook oog hebben voor de veranderende maatschappij. Bijvoorbeeld een school als multifunctionele accommodatie, of een school die – gezien de demografische ontwikkeling in een stad of dorp – over twintig jaar moet worden ongevormd tot appartementencomplex. Het zijn allemaal aspecten die meespelen.” Als voorbeeld noemt ze een school in het Gelderse Teuge, nabij de luchthaven. Daar heeft het vliegveld in samenspraak
Duurzame Scholen | april 2015 |
17
EEN GEZOND BINNENKLIMAAT 200 TOT 300% RENDEMENT EEN GEZOND OP UW INVESTERING
BINNENKLIMAAT TERUGVERDIEND IN 5 JAAR
18 | april 2015 | Duurzame Scholen T 078 - 615 00 00
E
[email protected]
I WWW.ALKLIMA.NL
/ ALGEMEEN met de gemeente Voorst en de school een plan gemaakt voor het plaatsen van zonnepanelen, die vervolgens stroom leveren aan de school en de wijkbewoners. “De school heeft dus niet alleen de lasten van het vliegveld, maar ook de lusten. Dat is een verhaal dat we graag ook aan de kinderen duidelijk maken. Wij bepleiten een integrale benadering.”
Verbinding Willemstein sluit zich aan bij Van Haren en verwacht van bedrijven een actieve rol op dit gebied. “Bedrijven zoeken nog te weinig de verbinding. Scholen, architecten, bouwende partijen moeten het samen doen. Het kan niet zo zijn dat een bedrijf enkel en alleen geïnteresseerd is in het plaatsen van zonnepanelen en dan weer weg is. Ze moeten zich ervan bewust zijn dat deze kinderen over twintig jaar hun klanten zijn. Dat heeft dus inderdaad te maken met visie en langetermijndenken. Als het bedrijf deze verbinding begrijpt, dan heeft het daar zelf ook baat bij en heeft het bestaansrecht op lange termijn. Ik verbaas me erover dat ik op een congres kom over duurzame scholenbouw, maar geen enkele schooldirecteur is aanwezig. Hoe kan dat? Bedrijven zijn toch van hen afhankelijk voor wat betreft de input?”
In gesprek Ook al valt er nog veel te verbeteren, Van Haren en Willemstein zien ook mooie dingen. “Er zijn bouwende partijen, bijvoorbeeld architecten, die in gesprek gaan met de kinderen. Ze vragen de kinderen om zelf met ideeën te komen hoe hun ideale school eruit moet ziet. Dat krijg je de meest creatieve ideeën. Natuurlijk kunnen die niet allemaal worden uitgevoerd, maar ook hier gaat het om bewustwording. De architect maakt een uitstapje naar de gedachtewereld van het kind en de kinderen krijgen antwoorden op allerlei vragen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met het regenwater? Dat kun je ook voor het doorspoelen van het toilet gebruiken of gebruik het voor een natte speelplaats in plaats van het direct te laten verdwijnen in het riool. Maar leg in ieder geval ook aan de kinderen uit dat regenwater voor het riool uit duurzaamheidsoogpunt een betere oplossing is dan schoon leidingwater.” Want zo veel is volgens Willemstein en Van Haren wel duidelijk: de korte termijndenkers die voor het snelle gewin gaan, leggen het af. “Als je niet bereid bent om de verbinding met de school, de kinderen en de omgeving aan te gaan, dan wordt het heel moeilijk om een duurzame verbinding
AVS-directeur Roelf Willemstein: “Veel bedrijven zijn niet goed op de hoogte van de kansen.”
met het onderwijs aan te gaan. Het is absoluut noodzakelijk dat je de klant begrijpt, maar ook de maatschappij.”
Kansen Schoolbesturen zijn sinds 1 januari 2015 niet alleen verantwoordelijk voor de inrichting en het binnenonderhoud van hun schoolgebouwgebouw, maar ook voor het groot onderhoud van het gebouw. Daarbij kunnen ze de keuze maken of zij hun financiën inzetten voor bijvoorbeeld personeel, onderhoud of leermiddelen. De angst vanuit het bedrijfsleven dat de school dan eerder
‘Bedrijven zoeken nog te weinig de verbinding’ Duurzame Scholen | april 2015 |
19
Luchtverdeling essentieel voor een gezond binnenklimaat Een goed binnenklimaat verbetert de prestaties van de gebruikers van een ruimte. Essentieel is hoe de lucht wordt verdeeld. Solid Air is specialist in luchtverdeeltechniek. Wij ontwikkelen en leveren een groot assortiment hoogwaardige koelconvectoren, roosters, volumeregelaars, regelkeppen en andere luchttechnische producten.
BIM READY!
Door eigen productie- en testfaciliteiten biedt Solid Air een hoge mate van flexibiliteit.
Tel +31 20 696 69 95
[email protected]
solid-air.nl
/ ALGEMEEN kiest voor de leermiddelen dan voor onderhoud is volgens Willemstein onterecht. “Scholen zijn verplicht om een meerjarenplan voor het onderhoud op te stellen. Als een school het groot onderhoud voor zich uitschuift, dan gooit het zijn eigen glazen in.” Van Haren vult hem aan: “Ook hier ligt er een uitdaging voor het bedrijfsleven. Maak inzichtelijk dat je met de juiste maatregelen de school juist ook in financieel opzicht kunt helpen. Nu dubbelglas plaatsen, betekent een investering die je op termijn terugverdient.”
Onduidelijkheid Als het over de financiële kaders gaat, is er altijd nog veel onduidelijkheid. Niet alleen bij schoolbesturen, maar ook bij het bedrijfsleven. Zo vallen nieuwbouw en grote renovaties ook vanaf 1 januari in financieel opzicht nog onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Willemstein: “Als het gaat om verbeteringen op het gebied van verduurzaming van je gebouw, dan mag je tegenwoordig onder voorwaarden rijksbekostiging inzetten. Veel bedrijven, maar ook scholen zijn niet goed op de hoogte van de kansen, bijvoorbeeld ook op het gebied van technieken en subsidies.” Van Haren geeft toe dat dit ingewikkelde materie is. Hierbij is het voor een schoolbestuur ook niet onverstandig om een gespecialiseerde adviesbureau in de arm te nemen, die de mogelijkheden op een rij zet. Het is vaak juist de MR, de schoolleider of het schoolbestuur zelf, die aanhikt tegen zo’n relatief duur rapport. Maar ook daar ligt voor het bedrijfsleven een kans: zorg dat zo’n onafhankelijk, maar ook toegankelijk rapport er komt. Het kan net het stapje zijn waardoor ook de MR en het schoolbestuur hun fiat geven.”
AVS-voorzitter Petra van Haren: “We hebben mooie koplopers in het land.”
Bewustwording Hoewel de AVS-voorzitter en -directeur niet negatief zijn over de ontwikkelingen op gebied van verduurzaming, het mag wat hen betreft allemaal wel wat sneller. Van Haren: “We hebben mooie koplopers in het land. Gemeenten met een goede visie. Scholen die samen met architecten en bedrijven mooie dingen uitdenken en die het geheel ook gefinancierd krijgen, bijvoorbeeld via een Publiek Private Samenwerking-constructie. We zien dat bouwende partijen nu ook willen meedenken en verantwoording nemen in bijvoorbeeld een stukje onderhoud en service. Dat vind ik een positieve ontwikkeling.”
Volgens beiden komt het aan op visie en vooral ook samenwerking. Willemstein: “Het is de kunst om alle partijen in hun kracht te zetten. Misschien heb je een procesbewaker nodig de het hele proces begeleidt. Scholen weten wat ze voor hun kinderen willen. Bedrijven hebben de techniek in huis en de architect, maar ook de kinderen hebben de creativiteit. Verbind dit en je komt tot mooie en duurzame oplossingen.”
‘Zie het onderwijs nu eens als een investering en niet als een kostenpost’ Duurzame Scholen | april 2015 |
21
Het IO-gebouw van Faculteit Educatie te Nijmegen biedt onderdak aan circa 3.500 studenten. (foto: Ben Vulkers)
I/O-gebouw ontwikkelt zich tot ontmoetingsplek Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) kwam afgelopen najaar uitgebreid in het nieuws met de opening van het duurzaamste onderwijsgebouw van Nederland. Nu het I/O-gebouw ruim een halfjaar in gebruik is, stelt architect Thomas Bögl tevreden vast dat het gebouw zich steeds meer ontwikkelt als ontmoetings- en verbindingsplek waar ook studenten van andere opleidingen graag vertoeven. Tekst: Gerrit Tenkink
22 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
D
e Milieu-Index Gebouw (MIG) bedraagt 283 en de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) is 0,25. Dit betekent dat het vier keer beter is dan het Bouwbesluit vereist. Alle duurzaamheidsaspecten samen zorgen ervoor dat het gebouw niet alleen in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien, maar onderaan de streep zelfs plust. Zo kan het ook energie leveren aan de andere gebouwen op de Nijmeegse HANCampus. Het I/O-Gebouw is gebouwd in opdracht van de Faculteitsdirecteur en Faculteit Educatie en het College van Bestuur van de HAN.
Open en overzichtelijk Architect Thomas Bögl zette namens LIAG architecten en bouwadviseurs uit Den Haag zijn handtekening onder het ontwerp. “Duurzaamheid gaat in dit gebouw hand in hand met onderwijscomfort. Van binnen domineren de natuurlijke materialen en heb je te maken met veel daglicht en rustige kleuren. Zo is er een open en overzichtelijk gebouw ontstaan. Het atrium is ruim opgezet en dat geeft de gebruiker veel licht en ruimte en nodigt uit tot interactie. Ondanks dat het een grote ruimte is met veel glas, is de akoestiek goed te noemen. We hebben zowel in het plafond als op de wanden geluidsabsorberende materialen aangebracht. De studenten hebben veel plekken waar ze kunnen gaan zitten. Je kunt kiezen voor een plek in de openbare ruimte, waar dus veel interactie plaatsvindt, maar er zijn ook rustige plekken“, zegt Bögl. Nu het gebouw een halfjaar in gebruik is, constateert hij tevreden dat ook in praktijk blijkt dat studenten er graag vertoeven. “Het gebouw begint meer en meer de functie van ontmoetingsplek te krijgen. Ik heb begrepen dat in de pauzes zelfs de studenten van de andere HAN-gebouwen naar dit gebouw komen om hun middagpauze door te brengen. Er is ook bewust gekozen om het gebouw van ‘s ochtends 7.00 uur tot ‘s avonds 22.00 uur toegankelijk te houden voor de studenten, zodat ze hier ook in de avonduren kunnen werken en studeren. De ontmoetingen vinden overigens niet alleen plaats in het atrium, maar ook bij de entree en in het werkcafé.”
Led vervangt tl Ook op het gebied van de verlichting werd de duurzaamheidslat hoog gelegd. Oorspronkelijk was het de bedoeling om tl-verlichting aan te leggen, maar er moest gezocht worden naar nieuwe oplossingen om de beoogde ambities te behalen. Bovendien bleek dat er op sommige plekken in het gebouw te weinig ruimte boven het plafond beschikbaar was voor de W- en E-technische installaties. De oplossing werd gevonden door tl in te ruilen voor led. Voor het lichtontwerp werd de expertise van het bureau KelvinNL uit Delft ingeroepen. In opdracht van Unica Installatietechniek en in samenwerking met LIAG architecten en bouwadviseurs ontwikkelde KelvinNL het complete lichtontwerp voor de nieuwbouw. Algemeen directeur bij KelvinNL Arno Westerbeek: “De HAN heeft een hoge duurzaamheidsambitie. Toen bleek dat tl-verlichting minder geschikt was en er een gezonde businesscase aan ten grondslag lag, betekende dat de keuze voor led. Wij hebben het hele gebouw, de parkeergarage en het schoolgebouw met al haar specifieke ruimten in 3D-software nagebouwd om vervolgens een compleet lichtontwerp te maken.” Volgens Westerbeek zijn er veel minder armaturen in het gebouw toegepast dan in het conventionele plan. En dat betekent ook een flinke kostenbesparing in de bouwfase op bijvoorbeeld montage, bekabeling en centraaldozen. Terugkijkend ziet hij dat er mooie resultaten zijn behaald. “Dit lichtontwerp met hoge kwaliteit van licht, dertig procent minder armaturen en een energiebesparing per armatuur van ruim vijftig procent met een zeer lange levensduur. Het resultaat is een zeer energiezuinig ontwerp met een belangrijke bijdrage aan de Greencalc-score.”
Getrapte gevel Wat direct aan het gebouw opvalt, is de getrapte gevel. Bögl kwam om meerdere redenen bij dit ontwerp uit. “Allereerst wilden we de buren het zonlicht niet ontnemen. Met dit ontwerp profiteren onze buren ook nog optimaal van het zonlicht. Het gebouw had zelfs nog iets hoger mogen zijn, maar daar hebben we dus vanaf gezien. Verder staat het gebouw met deze gevel als het ware in zijn eigen schaduw. Zo blijft het in de zomer koel, maar vangt het wel voldoende licht.” Het getrapte ontwerp is ook in het gebouw duidelijk te herkennen. De etages liggen trapsgewijs op elkaar. Elke verdieping ligt een stuk naar voren of naar achteren geschoven. Hierdoor ontstaan dakterrassen die ruimte scheppen voor extra groen, maar ook zorgen voor een aangename lichtinval. Het atrium is een prettige plek om te verblijven. (foto: Ben Vulkers)
Duurzame Scholen | april 2015 |
23
De BinnenklimaatWand, voor een stimulerende, comfortabele leeromgeving onuitputtelijke grondstoffen
brandwerend
snel te monteren
geluidwerend
schroefvast
thermisch isolerend
dubo
Het gebruik van verantwoorde bouwproducten voor gezond leren, werken en wonen raakt meer ingeburgerd. Er wordt vaker doordacht en bewust gekozen voor ecovriendelijke bouwmaterialen. In een schoolgebouw kunnen duurzame en damp-open binnenwandsystemen bijdragen aan energiebesparing en een optimaal binnenklimaat. Milieuvriendelijke wanden van Faay passen daarom heel goed binnen het streven naar frisse, stimulerende onderwijsgebouwen. Gezonde binnenlucht, energiebesparing en een betere akoestiek zijn mogelijk met de damp-open BinnenklimaatWand van Faay. Deze wand wordt samengesteld uit panelen die een vlasvezelkern hebben met aan weerskanten een houtvezelplaat van 20 mm. De wand kan afgewerkt worden met een natuurlijke afwerklaag, zoals leemstuc, kalkpleister of sierpleister.
Akoestisch en thermisch comfort Door de damp-open constructie en de natuurlijke afwerklaag verbetert de BinnenklimaatWand de inpandige luchtkwaliteit. Dat betekent: hogere concentratie, betere prestaties, minder overdracht van ziektekiemen.
Een gezonde en comfortabele omgeving laat leerlingen en docenten zich beter concentreren en zo optimaal presteren.
24 | april 2015 | Duurzame Scholen
En ook: een beter thermisch klimaat, in alle seizoenen. De BinnenklimaatWand geeft een gelijkmatige luchtvochtigheid, wat resulteert in een natuurlijk ademende omgeving. Daarnaast zorgt de BinnenklimaatWand ook voor thermisch comfort. Er zijn twee manieren van isoleren: de kou buiten of de warmte binnen houden. Damp-open isolatie doet allebei. De grote warmteopslagcapaciteit voorziet in een binnenklimaat waarvan de temperatuur gelijkmatiger en constanter is. De isolatie fungeert als warmtebuffer én houdt de kou buiten. Ook geeft de BinnenklimaatWand een hoger akoestisch comfort. De wand vermindert galm en dempt buitengeluiden.
100% duurzaam De ecologische BinnenklimaatWand is een prachtige aanvulling op het milieuvriendelijke assortiment van Faay, een bedrijf dat bekendstaat om zijn duurzame bouwproducten.
De BinnenklimaatWand is immers 100% duurzaam qua grondstoffen, productieproces en hergebruik. De wand is zeer geschikt voor toepassing binnen luchtdicht bouwen, waar regulering van het binnenklimaat verplicht is. Ook scholen, zorginstellingen en woningen kunnen dus van de voordelen van de BinnenklimaatWand profiteren.
De ecologische BinnenklimaatWand met een afwerking van leem biedt een aangenaam binnenklimaat en geeft een frisse en gezonde beleving. Intensief gebruik Belangrijk is dat een onderwijsinterieur duurzaam is. Daarnaast moet een school een (visueel) stimulerend, aangenaam en veilig interieur bieden, dat ook bestand is tegen intensief gebruik. De wand- en plafondsystemen van Faay beantwoorden aan ál deze wensen. Niet voor niets worden Faay-wanden bijzonder veel gebruikt bij de nieuwbouw, verbouw en renovatie van onder meer onderwijsgebouwen! Bel voor meer informatie 0347-37 66 24 of kijk op www.faay.nl.
/ PROJECT In de genen Naast de duurzame technieken als onder andere ledverlichting, aanwezigheidsmelders, stralingspanelen (pv-panelen) en een WKO-installatie zijn er waterinfiltratie, gebruik grijs water voor toiletten, CO2-ventilatie, betonkernactivering, vloerverwarming met klimaatplafonds en vloerkoeling toegepast. Bij het ontwerp is de Cradle to Cradle-gedachte nadrukkelijk in het oog gehouden. Deze gedachte zit Bögl in het bloed. “We hebben bij de keuze voor het materiaalgebruik veel gecertificeerde materialen gebruikt, die niet schadelijk zijn voor het milieu en de omgeving. Het is een gebouw met een zogeheten flexibele structuur. Het gebouw is vrij eenvoudig om te bouwen naar een andere toepassing, bijvoorbeeld een kantoorfunctie, met een hogere bezettingsgraad.” De architect geeft aan dat de duurzaamheidseisen die de opdrachtgever stelde, hem niet hebben beperkt in het ontwerp. “Ik heb me altijd al gefocust op duurzaamheid. Duurzaam bouwen zit bij ons bureau in de genen. Je kunt het vergelijken met de veiligheid in een gebouw. Daarvan vraagt ook niemand zich nog af of het nodig is. Het is gewoon een vast gegeven.”
Pv-panelen op het dak dienen tevens als zonwering en zorgen voor een diffuus licht binnen. (foto: Hannah Anthonysz)
Ontmoeten en overleggen Ook de gebruiker kan een halfjaar na ingebruikname de eerste ervaringen optekenen. Justine van den Berg, marketing- en communicatieadviseur Faculteit Educatie, zet ze op een rij: “De gebruikers zijn blij met het gebouw en dan vooral met de prettige lichte werkplekken. Het is eenvoudig om in het atrium mensen van andere opleidingen te ontmoeten en te overleggen. Ook de pub wordt als zeer prettige ervaren, net als de bijzondere lokalen, zoals de theaterzalen, iXperium, de gymzaal en de verschillende soorten scheikundelokalen. Mensen moeten wel wennen aan de flexplekken. De HAN Pabo was gewend aan een eigen gebouw, maar zij moeten het nu delen met de andere opleidingen en afdelingen.”
Onderwijsinstelling met voorbeeldfunctie “Met dit gebouw heeft de HAN gekozen voor duurzaam bouwen. Als onderwijsinstelling willen wij onze verantwoordelijkheid nemen”, zegt Van den Berg. “In een moderne onderwijsinstelling is het belangrijk om ook verantwoordelijkheid te nemen voor je omgeving: dus bewust omgaan met energie, met water, met materialen, met grondstoffen en met je omgeving. Als Faculteit Educatie heb je daarin ook een voorbeeldfunctie. Duurzaamheid is een belangrijk thema voor veel scholen, de toekomstige werkplek van onze studenten. Wij vatten het begrip ‘duurzaam’ ook ruimer op dan alleen energie. Het gaat ook om een gebouw waar je prettig (samen) werkt, in aangename temperatuur, waar goed licht is, goede akoestiek, waar mensen bewust omgaan met de omgeving, zonder verspilling, zonder troep achter te laten (letterlijk, maar ook kiezen voor Cradle to Cradle). We hopen dat studenten en medewerkers dit prettig vinden. Het is echter ook een plicht voor een moderne organisatie om bewust om te gaan met bijvoorbeeld je omgeving en grondstoffen.”
De ruime lichtinval maakt het werkcafé tot een prettige ruimte om te werken. (foto: Ben Vulkers)
Duurzame elementen op een rij • Totaal bruto vloeroppervlak: 36.633 m2 • 650 ondergronds parkeerplaatsen • Energieopwekking met warmte-en koudeopslag in de bodem • Grijswatercircuit • Betonkernactivering • Isolatiewaarde: Rc-waarde 5 • Zonnepanelen • Aanwezigheidsdetectie • Vaste horizontale zonwering in de vorm van lamellen • Overstekken van de zuidgevel zorgt voor extra zonwering • Situering van de theorielokalen naar de noordzijde, • Duurzame materiaaltoepassingen zoals een lichte betonschil op de gevel met gerecycled glas als toeslagmateriaal • Toepassing ledverlichting • Groene daken en gevels • Cradle to Cradle-materialen • Hemelwaterinfiltratie • Atrium bevordert overzicht en daarmee het gevoel van veiligheid en sociale cohesie
Duurzame Scholen | april 2015 |
25
‘Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch’ Niet al te lang geleden werd een gloednieuwe school in Oegstgeest in gebruik genomen: het Dok. Drie pijlers stonden centraal bij het ontwerp: daglicht, frisse lucht en het gebruik van natuurlijke materialen. Met een beperkt budget werd het gedachtegoed van Frisse Scholen zo ver mogelijk doorgevoerd. Tekst: Marvin van Kempen Beeld: Sónia Arrepia
26 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
“W
e bereikten de geplande verduurzaming met cherry picking”, weet Noud Paes, projectarchitect bij Architectenbureau Paul de Ruiter. “De focus lag met name op drie pijlers. Samen met de opdrachtgever en Arup, betrokken als installatie- en duurzaamheidsadviseur, zochten we uit hoe deze ambities vorm konden krijgen, binnen een strak budget.”
Belang van luchtkwaliteit Goede luchtkwaliteit staat niet voor niets centraal. Het is een fel onderbelicht aspect in menige school. “De luchtkwaliteit in scholen is over het algemeen slecht. Ze zijn te goed geïsoleerd vanwege het bouwbesluit en er is een te grote focus op energiezuinigheid. Daarnaast wordt er te vaak bezuinigd op een goede klimaatinstallatie. Dat moest beter.”
Daarom werd een installatie ontworpen met natuurlijke toevoer van lucht en een centrale mechanische afvoer op basis van overstort tussen de verblijfsruimten en de centrale ruimten. De ventilatiekanalen zijn volledig in de houten constructie geïntegreerd. “We werken met heel veel gevelroosters, waardoor de luchtstroom heel langzaam door het gebouw gaat, in grote hoeveelheden.” De eerste gebruikerservaringen met dit klimaatsysteem zijn positief. “De eerste weken zijn we bezig geweest met de inregeling en de signalen die we vanuit de school opvangen zijn positief. Natuurlijk weten we uit ervaring dat gebruikers anders omgaan met het klimaat en de installaties dan ontwerpers vaak voorzien. Door bijvoorbeeld ramen voor een lange tijd open te zetten. Het voordeel van de klimaatinstallatie van het Dok is dat deze werkt met natuurlijke ventilatie en grote luchthoeveelheden. Een open raam hier of daar heeft dus veel minder impact op het totale klimaat en de energiehuishouding. Volledige mechanische ventilatie maakt dit spanningsveld een stuk groter.”
Breed betrokken Noud Paes, projectarchitect bij Architectenbureau Paul de Ruiter
Het was een ferme uitdaging om dit nieuwe installatiesysteem goed, tijdig en binnen budget te realiseren. In installateur Kuijpers vond Architectenbureau Paul de Ruiter een partner die aan het technisch ontwerp meehielp. “Het is geen
Duurzame Scholen | april 2015 |
27
Op weg naar Een zorgeloos werkend leerklimaat voor €40,- per jaar per leerling met Itho Daalderop Klasse-ventilatie.
Klasse-ventilatie van Itho Daalderop is een slimme plug & play oplossing met energiezuinige, stille en comfortabele CO2-gestuurde ventilatie-units. Al meer dan 500 scholen zijn u voorgegaan en voorzien van goede ventilatie. Heeft u belangstelling en wilt u meer informatie? Kijk op www.ithodaalderop.nl/ klasselease of geef uw interesse aan via:
[email protected]. Wij komen graag bij u langs om u alles uit te leggen over hoe uw school ook een schoolvoorbeeld van klasse-ventilatie kan worden.
www.ithodaalderop.nl 28 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
standaard klimaatsysteem, laat dat duidelijk zijn. We wilden graag dat degene die het gaat bouwen, ook bij de engineering betrokken is.” Minstens zo belangrijk was het gebruik van natuurlijke, duurzame materialen. Zo bestaat de draagconstructie uit duurzaam vurenhout, voorzien van een coating om het gemakkelijk schoon te maken. “We kozen voor materiaalminimalisatie en voor niet-giftige bouwstoffen. In de binnenruimtes kun je eigenlijk exact uitlezen hoe het gebouw in elkaar zit, we vergelijken het wel eens met een houten bouwpakket”, zegt Paes.
Voorbereid Deze draagconstructie is flexibel, zodat de inrichting van de school en de ruimtes vrij aanpasbaar is in de toekomst. “Het is mogelijk om binnenwanden uit de constructie te halen en elke 80 centimeter kan een binnenwand worden aangesloten.” Ook met de diverse duurzaamheidsmaatregelen is de school voorbereid op de toekomst. Er is een WKO in de bodem en dit is een onderdeel van het ventilatiesysteem. Lucht die het gebouw binnenkomt wordt voorverwarmd en vooraf gekoeld. “Achter elk toevoerrooster in de gevel zit een verwarmings- en koelelement, welke samen met de vloer verwarming is gekoppeld aan de WKO. Los van labels en
EPC-regelgeving streefden we naar een eigen systeem dat zeer geschikt is voor scholen.” Ook op het gebied van lesgeven wordt een bijzonder concept toegepast. Het Dok werkt met kleine klaslokalen, ook wel huiskamers genoemd. Leerlingen verzamelen zich’s ochtends in deze huiskamers en krijgen instructies van een docent. Vervolgens gaan ze naar het leerplein, waar de docenten zijn, om op verschillende plekken een les te krijgen. Natuurlijk kan er in de pauze naar hartenlust gespeeld worden in de buitenruimtes. De buitenspeelpleinen vormen het hart van het gebouw, waar de kinderen op verschillende niveaus veilig en vertrouwd kunnen spelen.”
Focusverschuiving Omdat hij vaker betrokken is bij de realisatie van scholen, kent Paes de uitdagingen en kansen hieromtrent. “De focus moet niet alleen op energie liggen, terwijl dat wel vaak zo is bij ontwerp en realisatie. Denk na over frisse lucht en de opmars van relevante klimaatsystemen die hieraan kunnen bijdragen. Eigenlijk is het gek dat veel partijen zich richten op energie, terwijl juist een goed klimaat met veel frisse lucht een bewezen relatie heeft met leerprestaties en een prettig werkklimaat. Dan is een focusverschuiving toch duidelijk?”
Duurzame Scholen | april 2015 |
29
Gezonde en energieneutrale scholen, gewoon doen Gezonde en energieneutrale scholen zijn wel degelijk haalbaar en betaalbaar, zo leert de praktijk. Soms door sleuren en trekken. Wie er vol voor gaat en geen nee accepteert, lukt het - linksom of rechtsom – om een gezonde en energieneutrale school te realiseren. Tekst: ing. Ronald Schilt – adviesbureau Merosch
Daarvoor moet wel aan enkele voorwaarden worden voldaan. De ambities en de budgettaire kaders van de opdrachtgever moeten bij aanvang helder zijn. Een team met commitment en gedegen kennis van zaken moet het schoolgebouw integraal ontwerpen. Dat vraagt om een goede samenwerking van architect en adviseurs, die voldoende vertrouwen hebben en elkaar ook de waarheid vertellen. Bovendien moeten heel duidelijke lange termijn prestatieafspraken worden vastgelegd, waaraan ze elkaar vervolgens houden. Twee scholen – Plein Oost in Haarlem en De Zeven Zeeën in Amsterdam – en een multifunctionele accommodatie (MFA) in Kapelle illustreren hoe een gezond en energieneutraal gebouw daadwerkelijk tot stand komt. Gezondheid staat daarbij altijd voorop, aan de kwaliteit van het binnenmilieu worden geen concessies gedaan. De energetische ambitie komt op de tweede plaats. Alle scholen voldoen aan het programma van eisen niveau B voor lucht, licht, comfort en akoestiek.
Plein Oost, Haarlem (Kristinsson Architecten) De uitgesproken ambitie van de gemeente Haarlem en de inzet van een bevlogen ambtenaar vormden het vertrekpunt. Geld voor die ambitie was er in eerste instantie niet, wel de overtuiging dat met nieuwbouw een kans voorhanden lag. Al voordat met het schoolgebouw werd begonnen, was Merosch door de gemeente en het schoolbestuur betrokken bij advies over financiële dekking en het opstellen van de gewenste prestatie-eisen. Daarna was het vooral een kwestie van blijven stimuleren en motiveren van alle betrokkenen en deze waar nodig aanspreken om het beloofde eindresultaat daadwerkelijk te realiseren. Sinds de vooroplevering van de school in april 2014 wordt het daadwerkelijke energiegebruik en de energieopwekking uit de pv-panelen gemeten en geanalyseerd. Ondanks wat opstartproblemen is het netto energiegebruik nu al op het niveau zoals berekend: zo’n 7,2 kWh/m². Na het doorvoeren van een
30 | april 2015 | Duurzame Scholen
aantal optimalisaties is het verbruik inmiddels aanzienlijk gereduceerd en verwachten we uiteindelijk twintig procent lager uit te komen dan de aanvankelijke berekening.
• EPC = 0 • Extra dikke isolatie • HR-verlichting • Warmteterugwinning • Warmtepomp en WKO • Pv-panelen • 3.000 m² BVO • Bouwkosten 1.300 euro/m² (ex btw)
Multifunctionele accommodatie Kapelle (Teeuwisse en Willems Architecten) De gemeente Kapelle was zonneklaar over zowel het budget als de ambitie voor de nieuwe multifunctionele accommodatie, waar ook twee scholen in gevestigd zijn. De gemeente had in 2011 al een duurzaamheidsvisie vastgesteld voor de gehele gemeente. Daarin stond expliciet de ambitie om deze MFA volledig energieneutraal te realiseren. De architect en de adviseur stonden in dit proces kritisch tegenover elkaar, maar durfden zich ook kwetsbaar op te stellen om tot een integraal en optimaal ontwerp te komen. Stevige discussies zijn gevoerd over de compactheid van het gebouw en de gevelopeningen. In een open gesprek is vervolgens het optimum gezocht tussen gebouwvorm, gevel en comfort, binnenklimaat en energieverbruik. Het commitment van het ontwerpteam voor een gezond en energieneutraal gebouw was groot. De architect heeft gekozen voor energieneutraliteit als leidend beginsel voor de esthetische verschijningsvorm en de adviseurs van het installatietechnisch ontwerp hebben hun honorarium verbonden aan het daadwerkelijk aangetoonde eindresultaat.
/ ALGEMEEN Het grote dak is zongericht, ligt onder een hellingshoek van 10 tot 15 graden en is volledig ontworpen op pv-panelen. Bij 800 m² aan pv-panelen is het gebouw energieneutraal. Omdat de bedoeling is om 1.500 m² aan pv-panelen aan te brengen, zijn de adviseurs ervan overtuigd dat het gebouw energie gaat leveren.
• Energieneutraal tot energieleverend • Extra dikke isolatie • HR-verlichting • Warmteterugwinning • Warmtepompen en WKO • Pv-panelen • Koppeling van warmtepomp en WKO met nabij gelegen zwembad • 4.250 m² bvo • 1.400 euro/m² (ex btw)
IKC De Zeven Zeeën, Amsterdam (Moke architecten) De ambities voor het IKC De Zeven Zeeën waren vooraf helder geformuleerd en bovendien hoog op het gebied van zowel verschijningsvorm als duurzaamheid. Voor alle gebouwen van de gemeente Amsterdam geldt vijftig procent energieneutraal als minimale eis. De directeur van de Stichting Openbaar Onderwijs Noord sprak bij aanvang de ambitie uit om de Scholenbouwprijs te winnen met deze school. Maar voor die ambities was nauwelijks aanvullend budget. In een intensieve samenwerking zijn binnen het ontwerpteam de grenzen opgezocht van oplossingsmogelijkheden en technieken om binnen het beperkte budget toch een energieneutraal en aansprekend gebouw te ontwerpen. Vanuit energie bestaat bijvoorbeeld de wens om koelmachines te voorkomen en krijgen de zonbelaste gevels zo klein mogelijke ramen. Tegelijkertijd waren de eisen van het ‘Frisse Scholen Programma van Eisen’ van toepassing en daarmee waren juist grote ramen gewenst. Per lokaal zijn berekeningen gemaakt en alternatieven afgewogen om tot een optimum te komen tussen het voorkomen van mechanische koeling dan wel opwarming van de ruimte, optimale daglichttoetreding, esthetisch fraai gevel- en dakontwerp en besteedbaar budget.
• EPC = 0 • Extra dikke isolatie • Maximale afstemming glasvlakken in relatie tot oververhitting en daglichttoetreding • Ledverlichting • Stadsverwarming • Pv-panelen • 1.700 m² bvo • 1.500 euro/m² (ex btw)
Multifunctionele accommodatie Kapelle
Pv-panelen energieneutrale school
Nauwe samenwerking in ontwerpteams Hoge ambities vragen om een kritische blik, want deze moeten uiteindelijk wel realiseerbaar zijn. Vaak kunnen niet alle ambities naar de letter worden gevolgd. Zo zijn sommige eisen in het ‘Frisse Scholen Programma van Eisen’ strijdig met energetische doelstellingen. Alleen in nauwe samenwerking in ontwerpteams kan dan een optimum worden bereikt om zo veel mogelijk ambities te realiseren. Het moet en het kan altijd beter. Door gerealiseerde projecten te monitoren en voor nieuwe projecten vooraf een realistische en heldere financiële analyse te maken, wordt de investering telkens beter ingezet. Alleen als de opdrachtgever en alle teamleden overtuigd zijn van de duurzame ambities – door op de meter aan te tonen en te garanderen dat het echt kan en te helpen met het vinden van de financiële dekking – wordt het schoolgebouw gezond en energieneutraal.
Duurzame Scholen | april 2015 |
31
Duurzaam binnenklimaat voor een vaste prijs Het is ondertussen breed uitgemeten in de landelijke media: het Nederlandse onderwijs kampt met slechte luchtkwaliteit in de lokalen. Hoewel een beperkt aantal scholen reeds is voorzien van een ventilatiesysteem, blijken de werking en het bereikte resultaat vaak tegen te vallen.
V
aak worden grote resultaten verwacht: meer verkoeling en ventilatie, maar ook een gebruiksvriendelijke installatie en – niet onbelangrijk – minder exploitatie en energiekosten. Het programma Frisse Scholen heeft in al die jaren minder vruchten afgeworpen dan gewenst. Teleurstellend en merkwaardig. Ook Klimaatgroep Holland, inmiddels tien jaar gespecialiseerd op het gebied van Frisse Scholen, is tegen de nodige uitdagingen aangelopen. Deze uitdagingen zijn echter omarmd en ondanks tegenslagen omgezet in goede resultaten. Met het nodige doorzettingsvermogen en de wilskracht om te gaan voor een comfortabel en energiezuinig binnenklimaat.
Profiteren van nieuwe technieken Naast wilskracht was er ook daadkracht en de mogelijkheid
om de praktijkervaringen om te zetten naar nog betere (home made) apparatuur en software. Hiermee worden niet alleen nieuwe installaties steeds beter, maar ondervinden ook bestaande installaties voordeel door een eenvoudige software update. Het centraal updaten van de software is bijzonder waardevol gebleken voor de opdrachtgevers, omdat zij blijvend profiteren van de nieuwste technieken en mogelijkheden. Met als resultaat een reductie op de energierekening en een optimaal comfort. Klimaatgroep Holland heeft haar kennis en ervaring op het gebied van klimaattechniek en de wensen en eisen van de gebruikers en opdrachtgevers weten om te zetten naar prachtige technieken voor nu en in de toekomst. Het bedrijf vertaalt dit niet alleen in techniek, maar ook
In een goed binnenklimaat voelen leerlingen zich prettiger en presteren ze beter.
32 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ADVERTORIAL daarbuiten. Behalve dat leerlingen in een fris en gezond binnenklimaat beter presteren, wordt er ook bewust nagedacht over hun leefomgeving: de atmosfeer waarin ze opgroeien.
Energiebesparing en recycling Energieverbruik en duurzaamheid zijn dan ook speerpunten voor het bedrijf. Het is de hoogste tijd om verder te kijken dan frisse scholen alleen. Maximale energiebesparing en volledige recycling staan hoog op de agenda. Het Scholen˚Concept is speciaal ontwikkeld voor en mede door scholen en ventileert, verwarmt en koelt met één systeem. Elk lokaal wordt voorzien van een optimale verdeling van binnen- en buitenlucht via een constante meting van CO², vocht en temperatuur. Een inventieve technologie met een hoge mate van gebruiksgemak. Elke unit wordt eenvoudig aangesloten op de meldkamer van Klimaatgroep Holland. Op deze manier kunnen proactief verbetervoorstellen voor de instellingen per lokaal worden gedaan. Onnodig energieverbruik wordt voorkomen waardoor dus extra kosten worden bespaard. Het Scholen˚Concept is standaard uitgerust met aanwezigheidsdetectie, waarop ook de verlichting wordt aangesloten. De unit hoeft dus nooit in- of uitgeschakeld te worden bij aankomst of vertrek. Daarnaast is het Scholen˚Concept geschikt om volledig te aan te sluiten op de nieuwe generatie warmtepomptechnieken, die hun energie uit de buitenlucht halen. Nauwe samenwerking met deskundige en innovatieve fabrikanten resulteert in ongekende rendementen.
Het Scholen˚Concept ventileert, verwarmt en koelt met één systeem.
Klimaatgroep Holland heeft een ruime ervaring op het gebied van klimaattechniek in onder meer onderwijsgebouwen.
Eenvoud en overzicht Tot slot speelt ontzorging een grote rol bij Klimaatgroep Holland. Eenvoud en overzicht door integratie van verschillende functies die van invloed zijn op het binnenklimaat en het energieverbruik, zoals verwarming, ventilatie, koeling, maar ook verlichting en zonwering. Een logische vervolgstap is de ontwikkeling naar totale ontzorging: het onderwijs investeert daarbij niet meer in een installatie, maar betaalt voor het resultaat. Geen investering, wel een comfortabel klimaat voor een vaste prijs per maand, zonder omkijken. Daarbij wordt het voorzien van een honderd procent recyclebare installatie. Toekomstgericht.
Klimaatgroep Holland BV Odenseweg 8 Postbus 5233 9700 GE Groningen Telefoon: 050-5470400
[email protected] www.klimaatgroepholland.nl Het Scholen˚Concept is toekomstgericht.
Duurzame Scholen | april 2015 |
33
Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed
DELEN
NIEUWE
hebben IS HET
Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed
Brink Groep staat voor grip op kwaliteit, proces en eindresultaat in bouw, huisvesting en vastgoed. Ons motto is: de goede dingen goed doen. We zijn altijd op zoek naar de werkelijke behoefte van onze klanten (de goede dingen) en de meest pragmatische oplossing van vraagstukken (goed doen). We zijn overtuigd van de waarde van samenwerking en brengen partijen, kennis en kunde samen voor een duidelijk resultaat.
34 | april 2015 | Duurzame Scholen brinkgroep.nl/duurzaam
/ PROJECT
Rhijnspoorgebouw zorgt voor nieuwe duurzaamheidsstandaard Het Rhijnspoorgebouw heeft de hoogste duurzaamheidsscore ontvangen, dat ooit is toegekend aan een onderwijsgebouw in Nederland: BREEAM-NL Excellent-certificaat (vier sterren). Dit gebouw van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vormt het nieuwe centrum voor het Domein Techniek van deze hogeschool. Tekst: Ton Brands
De gevel van het Rhijnspoorgebouw is enerzijds open en anderzijds gesloten. Daglicht komt wel diep het gebouw binnen, maar de directe toetreding van zonlicht wordt gereduceerd. (Afbeelding: MIR)
T
eam RSG is een combinatie van drie architectenbureaus: Powerhouse Company, de Architekten Cie. en Marc Koehler Architects. Gezamenlijk zijn deze bureaus verantwoordelijk voor het ontwerp van het Rhijnspoorgebouw. Dit project bestaat uit een toren aan de Wibautstraat, een laag bouwblok aan de Mauritskade en een atrium dat verbonden
wordt met de bestaande gebouwen van de Amstel Campus. “Elke afdeling binnen de faculteit krijgt een eigen verdieping, die via aansluitende terrassen uitkijkt op het levendige en openbaar toegankelijke atrium,” vertelt Stefan Prins. Namens Powerhouse is hij als projectmanager en –architect nauw betrokken bij het project.
Duurzame Scholen | april 2015 |
35
Wat is BREEAM-NL? BREEAM-NL is het instrument om integraal de duurzaamheid van nieuwe gebouwen, bestaande gebouwen, gebieden en sloopprojecten te meten en te beoordelen. De Dutch Green Building Council geldt als beheerder en ontwikkelaar van BREEAM-NL, dat is afgeleid van het internationale BREEAM. BREEAM-NL kent vier keurmerken: Nieuwbouw en Renovatie, Gebiedsontwikkeling, In-Use, en Sloop en Demontage. De certificering van projecten met een van deze keurmerken geeft inzicht in de werkelijke prestatie van dit project op het gebied van duurzaamheid. Gezien de internationale erkenning is een mondiale prestatie. Hierbij draait duurzaamheid niet enkel om energie besparen. BREEAM-NL beoordeelt op negen verschillende duurzaamheidscategorieën, waaronder ook gezondheid. Kijk voor meer informatie op BREEAM.nl.
De Hogeschool van Amsterdam hecht veel belang aan het onderwerp duurzaamheid. Het instellingsplan omvat een apart hoofdstuk ‘duurzaamheid op de hogeschool’. In dit hoofdstuk geeft de HvA onder meer aan dat zij zich committeert aan de doelstellingen van de Rijksoverheid (30% energie-efficiencyverbetering in 2020 ten opzichte van 2005; 40% CO2-reductie in 2025 ten opzichte van 1990 en 50% duurzaam inkopen in 2012). Duurzaamheid wordt niet alleen geïntegreerd in onderwijs, maar ook bij de nieuwbouw en renovatie van de HvA.
Duurzaamheidmeetlat Met de vier sterren BREEAM-NL-certificering voor duurzaamheid beloont de Dutch Green Building Council het Rhijnspoorgebouw met de hoogste score, die ooit is toegekend aan een onderwijsgebouw in Nederland. BREEAM-NL Nieuwbouw is de meest gebruikte duurzaamheidmeetlat voor nieuwbouw en renovatie in Nederland en Europa. “Tijdens het ontwerpen en bouwen van het Rhijnspoorgebouw is uitgebreid rekening gehouden met meerdere duurzaamheidthema’s. Naast energie en gezondheid zijn dit onder meer transport, water, materialen, afval, landgebruik en ecologie, vervuiling en management”, vertelt Prins.
Stefan Prins: “Energiebesparing is een belangrijk BREEAM-onderdeel van het project Rhijnspoorgebouw, maar BREEAM omvat veel meer. Een aspect als gezondheid bijvoorbeeld krijgt veel aandacht.” (Foto: Rasmus Malmstrøm)
36 | april 2015 | Duurzame Scholen
“Kennisoverdracht en ontmoeting als essentie van het onderwijs zijn kernwaarden van het project Rhijnspoorgebouw. Daarnaast vormt duurzaamheid de rode draad. Deze ambities zijn bereikt door de uitvoering van groene en technische oplossingen.” Die oplossingen variëren van energieopwekking via zonnepanelen tot het gebruik van recyclebare materialen op de gevel. Andere opvallende kenmerken in het ontwerp zijn: nestkasten voor zwaluwen, klimaatplafonds en een opslagsysteem voor thermische energie. De combinatie van de verschillende duurzame oplossingen resulteert in een gebouw dat 40% minder energie verbruikt dan de Nederlandse bouwregelgeving vereist.
Verantwoording Nestkasten voor zwaluwen? Gaat dat niet wat ver? “Integendeel”, vindt Prins. “BREEAM-NL helpt je om allerlei zaken helder te krijgen, die anders misschien aan de aandacht ontsnappen. Omdat het hele projectteam streefde naar een hoge BREEAM-NL-score, neem je dit soort zaken ook mee.” Toch is het geen trucje om een hoge score te halen, haast de architect zich te zeggen. “Omdat we met veel mensen aan dit project werken, komen er allerlei ideeën naar voren. BREEAM-NL reguleert die ideeën en dan moet je er ook wat van vinden. Dan komt er van alles voorbij. Het gebouw komt bijvoorbeeld op de plek waar een oud gemaal staat. Het bouwteam was het er helemaal over eens om voorzieningen voor vleermuizen te realiseren. Dat bleek uiteindelijk niet nodig omdat vleermuizen niet voorkomen in dit gebied, maar het tekent het commitment. Het is helemaal niet zo moeilijk om zoiets mee te nemen in een ontwerp. Als je het als ‘gedoe’ ziet en er ellenlang over discussieert, kost het meer tijd dan wanneer je in oplossingen denkt. We bouwen vlakbij het centrum van Amsterdam, wat deel uitmaakt van het werelderfgoed van Unesco. Dat geeft een bepaalde verantwoording, ook als het gaat om flora en fauna.”
Meer dan energiebesparing De nestkasten zijn weliswaar een detail binnen het totale project; het onderstreept tegelijkertijd de reikwijdte. “BREEAM-NL wordt vaak geassocieerd met ‘energiebesparing’. Dit is weliswaar een belangrijk onderdeel, maar BREEAM-NL omvat veel meer. Een aspect als gezondheid bijvoorbeeld krijgt veel aandacht. Dat zie je onder andere terug in de daglichttoetreding. Op talrijke plekken is zon- en lichtwering toegepast. De zonneschermen zijn per ruimte te bedienen. De gevel van het gebouw is enerzijds open en anderzijds gesloten. Dit helpt om directe zontoetreding te reduceren. Er komt wel daglicht binnen, maar je hoeft iets minder snel het scherm te gebruiken. Je houdt dus wel het daglicht, maar de nadelen van de zon worden gereduceerd.” In de architectuur kan een negge de schaduw- en dieptewerking van een gevel beïnvloeden. Aan de hand van de diepte van de negge kan het gewenste gevelbeeld verkregen worden. “De neggen in de gevel van het Rhijnspoorgebouw zijn aan één zijde uitgevoerd in aluminium, wat zorgt voor
Het atrium is een beeldbepalend element in het Rhijnspoorgebouw. (Afbeelding: MIR)
indirect licht in het gebouw. Het is tegelijkertijd een esthetische component, die de gevel een dynamisch uiterlijk biedt én een functionele component die ervoor zorgt dat het daglicht diep het gebouw binnendringt.” Waar kunstlicht is toegepast, is gekozen voor energiezuinige ledverlichting. “Led voorkomt vervelende flikkeringen, de gekozen lichtkleur is ‘warm’ en de kleuren zijn natuurgetrouw. Bovendien is de verlichtingsinstallatie voorzien van aanwezigheidsdetectie, zodat verlichting niet nodeloos blijft branden. Stuk voor stuk maatregelen die het gebouw energiezuiniger maken en tegelijkertijd zorgen voor extra comfort.”
Aanpasbare temperatuur Prins geeft nog meer duurzaamheidsvoorbeelden. Zo kunnen de gebruikers van het Rhijnspoorgebouw per verblijfsruimte de temperatuur aanpassen. Om onnodig waterverbruik te beperken zijn waterbesparende technieken toegepast voor de waterkranen, urinoirs en toiletten. “Opvallend daarbij zijn de Join the Pipe-tappunten. Met deze punten stimuleert de HvA kraanwater boven flesjeswater. Flesjeswater zijn immers vervuilend door transport, productie en plastic afval. Ook draagt elk gerealiseerd Join the Pipe-tappunt bij aan het realiseren van waterprojecten in ontwikkelingslanden.”
Afval bestaat niet ‘Afval’ is een ander onderwerp dat BREEAM-NL behandelt. Tijdens de bouw komt veel ongebruikt restmateriaal vrij. Dit materiaal wordt bij het Rhijnspoorgebouw zo veel mogelijk geminimaliseerd, volledig gescheiden en 80% ervan wordt weer gerecycled en dus hergebruikt. Naast dat hergebruik zal
het Rhijnspoorgebouw zelf voor meer dan 25% uit gerecycled materiaal bestaan. “Materiaal dat anders wellicht ongebruikt blijft, krijgt hiermee een tweede leven.” Onder het gebouw is ruimte gereserveerd om het afval in meerdere afvalstromen te sorteren. Maar ook op elke verdieping vindt gescheiden afvalinzameling plaats. Zo kan het afval gescheiden worden aangeleverd voor verdere recycling. Het lage dak van het Rhijnspoorgebouw wordt bekleed met sedum planten. Zo’n dak is een habitat voor fauna, het vangt extreme neerslag op en neutraliseert giftige stoffen uit de omgeving. “De laagbouw op het dak zal tevens diverse installaties bevatten. Hier plaatsen we ook een proeftuin van pv-panelen, zodat studenten kunnen leren van de systemen. Het educatieve karakter hiervan sluit mooi aan bij de functie van het gebouw. Het is tenslotte een gebouw voor techniek.”
Beeldbepalend atrium Het atrium is een beeldbepalend element in het Rhijnspoorgebouw. Dit atrium loopt vanaf de laagbouw tot aan het bestaande Theo Thijssen-gebouw. “We voegen een nieuw gebouw toe aan een cluster van twee: het Theo Thijssengebouw en het monumentale Kohnstammhuis”, legt de architect uit. “Het atrium wordt wijder als je dieper in het gebouw bent en smaller als je je hoger in het gebouw bevindt. Deze constructie is een gevolg van studies naar maximale toetreding van daglicht in gebouwen en zorgt ervoor dat het daglicht diep het gebouw binnenvalt.” Ook aan de akoestiek is meer dan gemiddeld aandacht besteed. “We hebben geluidsstudies laten uitvoeren en referentieprojecten bezocht om tot een optimale akoestiek te
Duurzame Scholen | april 2015 |
37
EXPERTISE
VAKWERK BEGINT MET SAMENWERKEN Hoe groot of klein uw schilderproject ook is, bij Sikkens staat u er nooit alleen voor. Als professionele partner brengen wij uw expertise, onze producten en services bij elkaar. Of het nu gaat om de keuze tussen zijdeglans of hoogglans. Of om kleuradvies of technische ondersteuning. Samen werken we aan ideeën en oplossingen. Want een project tot een perfect einde brengen, begint met samenwerken. Kijk voor onze services en al onze producten op www.sikkens.nl.
38 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT komen. Omdat het atrium zo fors is, is dit een zeer belangrijk element. Daarom worden daar waar mogelijk akoestisch absorberende materialen gebruikt. Dat geldt voor de plafonds, maar ook voor de terrassen en de vloerafwerking.”
Gebouw levert energie De luchtkwaliteit in het Rhijnspoorgebouw is optimaal. Gebruikte binnenlucht verlaat het gebouw en wordt aangevuld met schone gezuiverde lucht van buiten. Ook is voor het gebouw gekozen voor materialen waarvan onderdelen geen schadelijke en vluchtige stoffen bevatten, die het binnenklimaat vervuilen. Een groot deel van de energievraag levert het Rhijnspoorgebouw zelf. Zo wordt er warmte en koude uit de grond gebruikt voor het verwarmen en koelen van het gebouw. Zonnepanelen wekken elektriciteit op. Windmolens in de provincie Zeeland wekken de resterende energievraag voor 100% groen op. “Het klimaat in het Rhijnspoorgebouw is gekwalificeerd in de hoogste klasse van het ‘Frisse Scholenconcept’.”
Omvangrijk project “We zijn inmiddels tweeënhalf jaar bezig”, vertelt Prins. “Het is een omvangrijk project. We ronden nu (20 februari, red.) het bestek af. Dat duurt nog zo’n vier à vijf weken. Het plan is om eind dit jaar met het grondwerk te beginnen, waarna in 2016 de ruwbouw en de bouw kan starten. In de zomer van 2018
moet het klaar zijn, zodat het gebouw in het nieuwe schooljaar volledig ingehuisd kan starten.” Een viersterren BREEAM-NL-kwalificatie is niet zomaar bereikt. Het vereist dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen. “Dat kan alleen als er vanaf het prille begin serieus mee wordt omgegaan en er voortdurend toetsing plaatsvindt. Dat zal tot het eind van het project zo blijven”, beklemtoont Prins. “Overal vormt BREEAM-NL een onlosmakelijk onderdeel. Alleen dan kun je tot zo’n score komen.” Tegelijkertijd relativeert Prins BREEAM-NL ook weer: “Uiteindelijk is het een checklist, een hulpmiddel. BREEAM-NL is een onderdeel om doelstellingen te bereiken, wat handig is, zeker als je met zo’n groot ontwerpteam werkt. BREEAM-NL mag geen middel op zich zijn. Het duurzaamheidbeleid van de HvA gaat veel verder dan BREEAM-NL aangeeft.”
Projectgegevens Locatie: Amsterdam, Nederland Opdrachtgever: Hogeschool van Amsterdam Oppervlakte: 24.000 m² Ontwerpteam: Powerhouse Company, de Architekten Cie., Marc Koehler Architects Constructeur: BREED Integrated Design, ABT Installatieadviseur: Royal HaskoningDHV
Het Rhijnspoorgebouw vormt het nieuwe centrum voor het Domein Techniek van de Hogeschool van Amsterdam. Deze afbeelding toont het Rhijnspoorplein. (Afbeelding: Powerhouse Company)
www.modulairelichtstraten.velux.nl 40 | april 2015 | Duurzame Scholen
Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat
Duurzame Scholen | april 2015 |
41
De hoogste standaard voor goed geklimatiseerde ruimtes
Klimaatplafonds van Solid Air Met klimaatplafonds van Solid Air worden koeling, verwarming en verse lucht aangevoerd via het plafond. Dit levert indrukwekkende prestaties op. Klimaatplafonds van Solid Air worden overal toegepast, waar het belangrijk is dat mensen zich prettig voelen.
• Hoogste comfortklasse • Dezelfde warmteopbrengst als met radiatoren • Meer koelvermogen, geen tocht! • Energiezuiniger dan andere klimaatsystemen • Overal toepasbaar • Energetisch verantwoord • Lange levensduur
BIM READY!
Tel +31 20 696 69 95
[email protected]
solid-air.nl
/ RONDETAFELGESPREK
Samenwerken moet je doen Het is droevig gesteld met het binnenklimaat in schoolgebouwen. Waarom is de bouwsector zo slecht in staat om de gewenste kwaliteit te bieden? Tijdens de Week van de Bouw gingen Gerard Lokhorst (Stichting Duurzame Scholen), Rudy Grevers (adviseur Alklima) en Martin Koppenhol (manager New Business Development VBI) met elkaar in discussie. “Voor het eind van het jaar hebben we samen een totaaloplossing voor de bouw en renovatie van onderwijsgebouwen.”
Tekst: Gerrit Tenkink - Beeld: Rockin Pictures
D
e eerste stelling luidt: ‘Er moet een verplichte cursus voor gebouwonderhoud komen voor de leden van schoolbesturen.’ Door de zogeheten doordecentralisatie krijgen de schoolbesturen de verantwoordelijkheid voor het totale onderhoud van de gebouwen. Vroeger lag dat onderhoud bij de gemeente, maar nu dus bij het schoolbestuur. Scholen waren al verantwoordelijk voor het binnenonderhoud, dus lijkt het voor de hand te liggen dat het onderhoud voor het buitendeel ook bij die besturen wordt neergelegd. Hoe kunnen de bouwende partijen bij de schoolbesturen aan tafel komen? Zeker als het onervaren en moeilijk te naderen besturen zijn. “Schoolbesturen hebben inderdaad te weinig kennis van zaken”, reageert Lokhorst. “Schoolbesturen nemen soms foute beslissingen. Dat heeft ook te maken met een stuk achterdocht richting het bedrijfsleven. Het begint volgens mij met de constatering dat we elkaar gewoon niet begrijpen. Scholen denken nog steeds dat de bedrijven eropuit zijn om ze zo veel mogelijk geld uit de zak te kloppen.”
Bouwende partijen op cursus Grevers ziet dat anders. “Dat wil niet zeggen dat schoolbesturen direct op cursus moeten worden gestuurd. Je stuurt je opdrachtgever niet op cursus, dat is belachelijk. Je zet een willekeurig accountantsbureau dat een nieuw
Martin Koppenhol, manager New Business Development VBI: “Als schoolbesturen kiezen, dan gaat geld eerder naar lesmateriaal dan naar het schoolgebouw.“
Duurzame Scholen | april 2015 |
43
Het rondetafelgesprek vond plaats tijdens de Week van de Bouw in de Utrechtse Jaarbeurs. Rechts staat gespreksleider en Duurzaam Gebouwd-directeur Wietse Walinga.
kantoor wil bouwen toch ook niet in de schoolbanken? Waarom een schoolbestuur dan wel? Ik ben van mening dat we de bouwende partijen op cursus moeten sturen. Het is hun taak om fatsoenlijk en op begrijpelijke wijze aan een schoolbestuur uit te leggen waarom ze moeten kiezen voor een bepaald, bijvoorbeeld duurzaam, concept.” Volgens Grevers is onwetendheid geen probleem. “Als je maar open staat voor advies.” Hij krijgt hierin bijval van Koppenhol. “Het probleem van bouwende partijen is dat wij in producten denken en te weinig gewend zijn om in processen te denken. Het wordt tijd dat wij als bouwende partijen die omslag ook weten te maken. Als bouwende partijen is het geen enkel probleem om een goed concept neer te zetten. De kennis is er, maar waarom doen we dat dan niet? Dat is de vraag.” Nu de scholen sinds 1 januari zelf kunnen bepalen waar zij het geld aan besteden, ziet Koppenhol een ander probleem dat de kop op steekt. “Als schoolbesturen moeten kiezen, dan gaat het geld in veel gevallen eerder naar lesmateriaal dan naar het schoolgebouw.” Hierop haakt Lokhorst in: “Het is dus onze taak om de meerwaarde van een goed gebouw aan te tonen. Wat scheelt je dat bijvoorbeeld op het gebied van ziekte verzuim van docenten.”
44 | april 2015 | Duurzame Scholen
Gerard Lokhorst (oprichter Stichting Duurzame Scholen): “Scholen denken nog steeds dat de bedrijven eropuit zijn om ze zo veel mogelijk geld uit de zak te kloppen.“
/ RONDETAFELGESPREK
Van links naar rechts: Rudy Grevers, Martin Koppenhol en Gerard Lokhorst.
Deze laatste opmerking sluit aan bij de tweede stelling: ‘Zonder kant-en-klaar concept met een prestatiegarantie maakt het bedrijfsleven geen kans bij scholen.’ Het bedrijfsleven heeft veel kennis op het gebied van verduurzaming en het creëren van een gezond binnenklimaat. Tegelijkertijd is bij scholen sprake van achterstallig onderhoud en een binnenklimaat dat drastisch verbeterd moet worden. Waarom komen de partijen dan niet tot elkaar? “We zien dat scholen ook worstelen met deze vraag”, zegt Lokhorst. “Het antwoord wordt dan gezocht in een prestatiegarantie.” Volgens Koppenhol moet het bedrijfsleven met cijfers komen. “Bij energiegebruik is dat niet zo moeilijk”, zegt Koppenhol. “Op het moment dat de isolatie is aangebracht, kun je zo laten zien wat de investering oplevert. Maar wij moeten het ook inzichtelijk maken dat een fris schoolgebouw daadwerke-
‘Een duurzame school levert gewoon geld op’
lijk zorgt voor een betere leerprestatie en minder ziekteverzuim. Daarmee trek je een schoolbestuur over de streep.” Grevers ziet samenwerking als ‘het ei van Columbus’. “Je moet het totale verdienmodel aan een school kunnen uitleggen. Dat kan alleen als we ons als bedrijven clusteren. Nu gaat nog steeds ieder bedrijf voor zich naar een schoolbestuur met een individueel voorstel.”
Gewoon doen Lokhorst is het eens met zijn tafelgenoten, maar tegelijkertijd steekt hij niet onder stoelen of banken dat hij over wil tot actie. “Niet steeds maar blijven praten. Gewoon doen. Wat mij betreft stoppen we met onderzoeken en praten. We hebben jarenlang scholen gebouwd die niet kloppen. Deels door de gefragmenteerde markt en deels doordat bouwende partijen elkaar tegenwerken of in ieder geval niet samenwerkten. Laten we gewoon aan de hand van concrete plannen aantonen dat we daadwerkelijk in staat zijn om duurzame en gezonde scholen te bouwen.” Het drietal is erover eens dat er actie moet komen en dat de tijd van vergaderen en overleg achter ons ligt. Die actie verwachten ze met name van het bedrijfsleven. Immers, het bedrijfsleven heeft de kennis in handen.
Duurzame Scholen | april 2015 |
45
The SMART way to GREEN Buildings
Gebouwbeheer Ruimteautomatisering Veldapparatuur Energiemanagement Ventilatie met Climotion®
46 | april 2015 | Duurzame Scholen
Technologie voor gebouwautomatisering
Technologie voor gebouwautomatisering Kieback&Peter Nederland B.V. (0341) 27 80 20
[email protected] www.kieback-peter.nl
/ RONDETAFELGESPREK
‘Scholen hebben te weinig kennis van zaken’
Lokhorst vindt dit zonde van het geld. “Nogmaals: de sleutel ligt bij het bedrijfsleven, maar bedrijven moeten zich als collectief opstellen en samen aan scholen laten zien wat ze voor meerwaarde kunnen leveren.” Rudy Grevers, adviseur Alklima/Mitsubishi Electric: “Je stuurt je opdrachtgever niet op cursus. Dat is belachelijk.”
Scholen langs meetlat? Het is alleen de kunst om deze kennis op het juiste moment bij de opdrachtgever te krijgen. Kan het daarbij helpen als scholen langs de meetlat worden gelegd, zoals de stelling ‘Er moet een publieke jaarlijks beoordeling van scholen komen’ aangeeft? Een duurzame school is namelijk een geweldig marketinginstrument. En dus is het tijd voor een labeling van scholen, zodat een school zich kan profileren. Kortom, wat is er mis met een labeling en scholen onderverdelen in zwakke, sterke, zeer zwakke, en zeer sterke scholen? Koppenhol zegt kriebels van weer een beoordeling te krijgen. “Het jeukt. Ik word daar niet blij van: nog meer onderzoeken en rapporten.” Ook Grevers is geen voorstander. “Waarom moeten we daar direct weer een marketingtool aan ophangen? Waarom zijn we niet in staat om de goede argumenten aan te voeren, zodat scholen de juiste beslissingen nemen? Een schoolgebouw is niet anders dan een kantoorgebouw. We moet niet weer proberen om iets nieuws op te tuigen.”
Grevers vindt dat bedrijven samen garant moeten staan voor kwaliteit. “We moeten naar een totaalconcept voor onderhoud, liefst tegen een vast tarief per jaar. En dat concept gaan we niet over tien jaar realiseren, maar dit jaar nog. We hebben de kennis en technisch gezien kan het, waarom dan niet nu beginnen?”
Betere school leveren Lokhorst durft de handschoen wel aan te nemen. “Voor het eind van het jaar ligt er een uitgewerkt en direct toepasbaar concept”, zegt hij, terwijl hij Koppenhol en vervolgens Grevers de hand toesteekt. “Dat moet kunnen, want een duurzame school levert gewoon geld op.” Grevers sluit aan bij de stappen, die Lokhorst en Koppenhol beloven te zetten. “Als bedrijfsleven staan we dichter bij elkaar dan we denken. We hebben namelijk een gezamenlijk doel: een betere school leveren. Dat kan alleen als je het samen doet. We moeten af van het idee dat we elkaars concurrenten zijn. Kennis delen en samenwerken zijn volgens mij de sleutelwoorden waar het hier om draait.” Koppenhol durft de conclusie van dit gesprek nog wel wat verder op te rekken dan het puur zakelijke aspect. “Hoe kan het dat we onze eigen jeugd in slecht functionerende gebouwen onderbrengen? Het gaat wel om de gezondheid van onze eigen kinderen.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
47
Congres Duurzame Scholen 2014 Afgelopen november vond het Duurzame Scholen Congres 2014 plaats. In het Amersfoortse leerhotel Het Klooster was het thema ‘Tijd om wakker te worden’. Tekst: Tim van Dorsten
Anne-Marie Rakhorst: “In mijn ogen zijn de afvalverwerkers van vandaag dan ook de golddiggers van de toekomst.”
D
at vond keynote-spreker Anne-Marie Rakhorst ook. “Jaarlijks geven alle scholen € 140 miljoen uit aan energie”, zei ze aan het eind van de dag. “Dat kan toch anders? Het wordt tijd om actie te ondernemen. De tendens verandert van bezit naar behoefte. Waarom zou je een school willen bezitten?” Daarnaast stelde ze de grondstoffenschaarste aan de orde. “Want in de toekomst kampen we niet alleen met een voedselschaarste, maar hebben we ook een tekort aan grondstoffen. In mijn ogen zijn de afvalverwerkers van vandaag dan ook de golddiggers van de toekomst.”
ScholenDossier doorontwikkelen Ook dagvoorzitter Lisa Wade toonde haar bevlogenheid met het onderwerp ‘Duurzame Scholen’, net zoals uit haar column
48 | april 2015 | Duurzame Scholen
in deze uitgave van Duurzame Scholen Magazine blijkt. “Sinds ik moeder ben, kijk ik kritischer naar scholen. Veel basisscholen lijken net betonnen dozen. Daar wil ik mijn kinderen niet naartoe sturen. Daarom wil ik jullie oproepen: Doe daar wat aan!” Haar luisteraars waren onder meer gemeenten en directeuren van basis- en middelbare scholen. Zij hadden de hele dag in het Amersfoortse Leerhotel Het Klooster naar presentaties geluisterd, waarin de wekker centraal stond. Het thema was immers ‘Tijd om wakker te worden’. “We zijn enorm blij met de Green Deal Verduurzaming Schoolgebouwen”, liet Stichting Duurzame Scholen-oprichter Gerard Lokhorst weten. “Vanuit Stichting Duurzame Scholen steunen we deze Green Deal voor duurzame schoolgebouwen en betere schoolprestaties. Daarnaast willen we in 2015 het Digitale Scholendossier doorontwikkelen.”
/ CONGRES Congres Duurzame Scholen 2015 Ook dit jaar vindt het Congres Duurzame Scholen weer plaats: in november in de regio Utrecht. Het plan is om met veel andere partijen samen te werken. Stichting Duurzame Scholen richt zich met haar congres met name op gemeenten, schoolbesturen en schooldirecteuren van het primair en voortgezet onderwijs.
Dagvoorzitter Lisa Wade: “Veel basisscholen lijken net betonnen dozen. Doe daar iets aan.”
Regie over vastgoed Tijdens een van de presentatiesessies weidde Eric Carbijn, oprichter van internettechnologiebedrijf Oblivion, uit over dit dossier. “Vanaf 2015 hebben scholen zelf de regie over hun eigen vastgoed. Ze hebben alleen geen inzicht hierin, omdat deze regie altijd bij de gemeente heeft gelegen.” Het Digitaal Scholendossier biedt uitkomst, vertelde hij. “Hiermee kunnen scholen eenvoudig alle vastgoedonderdelen vastleggen en er eventueel meldingen van maken.” Daarnaast legt Klimaatverbond-projectleider Ruud van Vliet de Green Deal Verduurzaming Schoolgebouwen uit, die begin november is ondertekend. “Onze ambitie is om zo veel mogelijk scholen energieneutraal te maken”, legde hij uit. “Er is wel besparingspotentieel, maar weinig activiteit. Dat komt omdat de kennis en kunde ontbreekt.” Een
oplossing per gebouw is echter lastig. “Liever zoeken we naar een oplossing voor de totale lokale of regionale voorraad.”
Actie op het juiste moment Onlinestrateeg Peter Ros begon en eindigde de dag met een bevlogen presentatie, waarin hij stelt dat in deze samenleving informatie niet meer belangrijk is. “In deze netwerksamenleving van exponentiële technologische groei is het daarom belangrijker dat we kinderen leren de juiste vraag te stellen”, vindt hij. “Een netwerksamenleving zorgt voor een kanseconomie, waarin het van belang is om op het juiste moment actie te ondernemen.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
49
‘Een duurzaam schoolgebouw is aanpasbaar’ De laatste jaren verrijzen onderwijsgebouwen die volledig aangepast zijn aan de actuele en toekomstige behoeftes van leerlingen een leerkrachten. Architecten Herman Hertzberger en Marlies Rohmer geven tekst en uitleg over de specifieke eisen, waaraan onderwijsgebouwen tegenwoordig moeten voldoen. Tekst: Henk-Jan Hoekjen
“W
ij maken duurzame generieke flexibele casco’s, die heel specifiek kunnen worden uitgewerkt”, zegt Marlies Rohmer. Recentelijk werd de Energieneutrale Brede School in de Amsterdamse Houthavens opgeleverd, die van haar tekentafel kwam. “Heel anders dan vroeger, toen we meer een maatkostuum maakten. Onze duurzame gebouwen kunnen tegenwoordig de veranderingen aan door een flexibele opzet en geïntegreerde gebouwtechnieken. Zo creëren we plekken waar mensen zich goed voelen, nu en in de toekomst.” De Energieneutrale Brede School is een flexibel en multifunctioneel gebouw, gebouwd volgens het Frisse Scholen Klasse A-principe. Dankzij slim materiaalgebruik en een goed daglichtconcept is volgens de architect een zeer duurzaam casco ontstaan. Dit laatste vindt ze belangrijk. “Duurzaamheid gaat over gebouwen die na jaren nog boeien, over gebruik, over identiteit, over rijkdom in materialisering en ruimtebeleving.”
De Energieneutrale Brede School van Marlies Rohmer doet in weinig meer denken aan een traditionele school. (Foto: Thea van de Heuvel)
50 | april 2015 | Duurzame Scholen
Belang van duurzaamheid inzien Het gaat daarbij volgens haar nadrukkelijk om meer dan slechts ‘het stapelen van oplossingen’. Door duurzaamheid in te bedden in verschillende lagen van het ontwerpconcept, wordt het een vanzelfsprekend onderdeel van het eindresultaat. Ook speelt het maakproces een belangrijke rol. Gebouwen met een zorgvuldige detaillering die mooi verouderen, hebben volgens de architect een onvergankelijke kwaliteit. Belangrijk is wel, dat ook de opdrachtgever het belang van duurzaamheid inziet. En dit is niet altijd het geval. Gevraagd naar de hindernissen bij het realiseren van duurzame schoolgebouwen, wijst Rohmer op de financiële kant van de zaak. “Casco’s worden afgeschreven over een periode van 25 jaar. Het is beter een periode van vijftig jaar aan te houden, waardoor een reëel budget ontstaat voor een duurzaam gebouw. Goedkoop is duurkoop.”
Spanningsveld Rohmer is niet de enige architect die tracht generieke en flexibele onderwijsgebouwen te realiseren. Zo sloeg Herman Hertzberger met zijn ‘structuralisme’ begin jaren 70 van de vorige eeuw een totaal andere weg in dan zijn voorgangers. “Het structuralisme is eigenlijk gestoeld op de vraag hoe je generieke gebouwen kunt maken die toch karakter hebben”, legt hij uit. “Daar zit een belangrijk spanningsveld: het is moeilijk om neutrale gebouwen toch nog iets uitgesprokens te geven. Ik ben eigenlijk heel mijn leven bezig geweest om te proberen gebouwen te maken, die karakter hebben zonder dat het karakter het gevolg is van de specifieke functie van het gebouw.” Hertzberger ziet dit als essentie van duurzaamheid. “Ik vind dat een architect zich in de eerste plaats moet bezighouden met het creëren van ruimte. Ik ben ervan overtuigd dat de duurzaamste gebouwen die gebouwen zijn, die in de loop der tijd verschillende functies ondersteunen. Het klinkt als een
/ PROJECT
Tribunes zijn volgens Herman Hertzberger prachtige generieke gebieden. (Foto: Architectuurstudio Herman Hertzberger)
De Energieneutrale Brede School van Marlies Rohmer is een flexibel en multifunctioneel gebouw, gebouwd volgens het Frisse Scholen klasse A-principe. (Foto: Thea van den Heuvel)
paradox: het duurzaamste onderwijsgebouw is het gebouw dat in staat is voortdurend aan te passen aan veranderende opvattingen.” Dergelijke flexibiliteit is lange tijd een probleem geweest voor onderwijsgebouwen, aangezien deze veelal gekenmerkt werden door een vaststaande, geheel door de functie gedicteerde typologie. “Traditioneel zijn scholen vormgegeven als een serie klaslokalen langs een brede gang”, vertelt hij. “Die typologie voldoet niet meer. Mede daarom val ik heel mijn leven de onaantastbaarheid van het klaslokaal aan. Ik probeer in mijn gebouwen een soort van ‘gemeenschappelijke individualiteit’ mogelijk te maken.”
Leerstraten Met zijn studio ontwierp hij recentelijk onder meer het gebouw voor de Faculteit Bètawetenschappen van de Universiteit van Utrecht, ABC-school De Bron in Amersfoort en het Stedelijk Gymnasium in Leiden. Daarnaast werkt hij momenteel aan brede scholen in Hillegom en Arnhem. In al deze gebouwen en ontwerpen is het streven naar nieuwe manieren van ruimtegebruik herkenbaar. “Verschillende ontwikkelingen maken de traditionele typologie onbruikbaar. Het is tegenwoordig zo eenvoudig om informatie te vergaren, dat docenten eigenlijk vooral nodig zijn als procesbegeleider. Dat betekent dat je in scholen veel meer ruimte moet creëren waar kinderen individueel kunnen werken, bijvoorbeeld door de gangen te veranderen in ‘leerstraten’. Dit biedt allerlei voordelen: niet alleen op het gebied van het onderwijs en de duurzaamheid van een gebouw, maar ook budgettair. Het is toch zonde om het krappe vierkante-meterbudget in de onderwijswereld te verspillen aan ruimtes waar enkel jassen hangen?”
Eén van de manieren om een onderwijsgebouw van karakter te voorzien is het toevoegen van een tribuneachtige trap. Deze oplossing heeft Rohmer toegepast in de Energieneutrale Brede School. Hertberger is zeer te spreken over zo’n ingreep. “Tribunes zijn prachtige generieke gebieden. Onlangs hebben we bij de uitbreiding van het Stedelijk Gymnasium in Leiden nog een tribunetrap toegevoegd. Deze zit van begin af aan dagelijks vol met leerlingen die een plek zoeken om hun lessen voor te bereiden of om gewoon bij elkaar te zitten.”
Akoestiek Behalve de ruimtelijke indeling spelen ook technische aspecten een rol bij het realiseren van duurzaamheid. In onderwijsgebouwen worden allerlei nieuwe technieken en materialen gebruikt, die de gebouwen duurzamer maken dan de onderwijsgebouwen uit het verleden. Zo koos Rohmer bij de Energieneutrale Brede School voor toepassing van een energiebesparend ‘warmtewiel’ en op het dak is 1.800 m2 pv-cellen geplaatst. Ook in de gebouwen van Hertzberger speelt techniek en materiaalgebruik een belangrijke rol. Met betrekking tot onderwijsgebouwen benadrukt hij de akoestiek. “De duurzaamheid van een onderwijsgebouw gebaat is bij nieuwe vormen van ruimte-indeling. Het eigentijdse onderwijsgebouw moet zijn uitgerust met open ruimtes, waar kinderen in een soort van stedelijke setting hun werk kunnen doen. Het is dan wel belangrijk dat de ruimte een goede akoestiek heeft. Wanneer de geluidemping in een nieuw onderwijsgebouw niet goed is, dan gaat het hele verhaal niet meer op. Een slecht gebouw is per definitie niet duurzaam.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
51
Intelligente oplossingen voor schoolgebouwen ABB, specialist in gebouwsysteemtechniek, biedt samen met partners en dochterbedrijven een range aan slimme oplossingen voor het schoolgebouw van de toekomst. Comfort, duurzaamheid, veiligheid en productiviteit zijn daarbij de speerpunten. Het geheim? Slimme oplossingen leveren waarbij de gebruiker van het gebouw centraal staat. Zoals het gebouwbeheersysteem ABB i-bus KNX.
“E
n dat is nodig”, zo stelt Ron van de Beek, bij ABB werkzaam op de afdeling business development. “Want uit diverse onderzoeken blijkt dat er veel te verbeteren is aan het binnenklimaat en de energieprestaties bij scholen. Oude gebouwen, gedateerde bouwmaterialen, slechte ventilatie, luchtvervuiling door intensief gebruik en gebrekkige installaties zijn slechts enkele van de oorzaken die maken dat tachtig procent van de scholen slecht scoort op het binnenklimaat. Bovendien zijn er in schoolgebouwen per vierkante meter relatief veel mensen aanwezig wat de luchtkwaliteit niet ten goede komt. Dit heeft, zo blijkt ook uit onderzoek, zijn weerslag op de prestaties en het welzijn van leerlingen en medewerkers.”
Schoolgebouw van de toekomst “Maar het kan anders: namelijk met het schoolgebouw van de toekomst”, stelt hij. “Dit gebouw is gebouwd rond de gebruiker. Het kan gaan om nieuwbouw, maar ook om renovatie. Door het toepassen van intelligente automatiseringsoplossingen voor onder andere verwarming, verlichting en ventilatie, kunnen schoolbesturen en gemeenten gebouwen realiseren, die een positieve invloed uitoefenen op gezondheid, productiviteit en welbevinden van medewerkers en leerlingen. Bovendien leveren ze ook nog eens de mogelijkheid om een gebouw beter te beveiligen. Denk aan toegangscontrole, het bewaken van ruimtes en noodverlichting. De gebouwen leveren daarnaast een enorme energiebesparing.” In het ideale nieuwe schoolgebouw komen alle elementen samen, legt Van Beek uit. “Verlichting, verwarming en koeling voegen zich automatisch naar het gebruik. Ventilatie gaat zo veel mogelijk natuurlijk. Installaties zijn hoog-efficiënt. Gebruikte materialen zijn vriendelijk voor mens en milieu. Het gebouw wekt zelf stroom op. En het gebouw ‘denkt’ zelfs mee bij de effectieve inzet van energie en het behoud van gebruikte energie, zoals warmte. In het schoolgebouw van de toekomst beschikt de gebruiker over beste binnenklimaat, tegen het laagste energieverbruik.”
Economisch omgaan met energie
In schoolgebouwen zijn per vierkante meter veel mensen aanwezig, wat de luchtkwaliteit niet ten goede komt.
52 | april 2015 | Duurzame Scholen
Natuurlijk is budget bij nieuwbouw of renovatie een belangrijk aspect. Het gaat erom de juiste balans te vinden tussen eisen, wensen en mogelijkheden. Het grote voordeel is dat een gebouw met een moderne uitrusting ook veel economischer omgaat met energie. Cases met een energiebesparing van dertig procent zijn geen uitzondering. En energiebesparing gaat hand in hand met CO2-reductie. Zo levert de gebouwgebruiker meteen een positieve bijdrage aan het buitenklimaat. Moderne en intelligente gebouwsysteemtechniek
/ ADVERTORIAL
ABB levert slimme oplossingen waarbij de gebruiker van het gebouw centraal staat.
In het schoolgebouw van de toekomst beschikt de gebruiker over beste binnenklimaat tegen het laagste energieverbruik.
betekent: kosten besparen (energieverbruik, ziekteverzuim, productiviteit), veiligheid vergroten, comfort verhogen en leer- en werkklimaat verbeteren. ABB adviseert daarbij architecten, projectontwikkelaars, aannemers en elektrotechnisch installateurs en ondersteunt met een helder stappenplan in iedere fase van het ontwerpen bouwproces. “Daarnaast brengen we rechtstreeks advies uit bij schoolbesturen. Zo kunnen wij desgevraagd ook functioneren als schakel tussen school en de professional. En aan de installateur leveren we een keur aan elektrotechnische componenten die bijdragen aan de energieprestatie van het gebouw. Efficiënt in energieverbruik en meetbaar. Het gaat daarbij om installatie op maat, oftewel ABB Tailor-Made: snel, eenvoudig en veilig.”
gebruiker altijd zelf baas blijft over de techniek. Stel de zon schijnt en de zonwering gaat automatisch naar beneden. Maar als de docent ervoor kiest dat de zonwering omhoog blijft, dan kan dat hij dat ter plekke regelen. Zo blijft hij te allen tijde baas over het systeem. Dat is belangrijk. Je kunt van alles bedenken met techniek, maar het draait uiteindelijk toch om de gebruiker.”
Baas over techniek Het schoolgebouw van de toekomst is dichterbij dan men denkt, met dank aan de zogeheten ABB i-bus KNX-standaard voor gebouwbesturing. Met deze ABB i-bus KNX-systemen is verlichting, verwarming, koeling en ventilatie volledig automatisch te regelen en te monitoren, maar het betekent ook nog eens dat de verschillende onderdelen in het elektrisch installatiesystemen ‘met elkaar kunnen praten’. “Zo realiseren we de intelligente aansturing van verlichting, klimaatregeling, zonwering, veiligheid en energiemanagement, waarbij de
Energiebesparing met ABB i-bus KNX ABB garandeert dat met ABB i-bus® KNX voor diverse gebouwonderdelen aanzienlijke besparingen te realiseren zijn: Regeling per individuele ruimte 14 tot 25 procent Automatisering van de verwarming 7 tot 17 procent Automatisering van de zonwering 9 tot 32 procent Automatisering van de verlichting 25 tot 58 procent Automatisering van de ventilatie 20 tot 45 procent De gemiddelde totale energiebesparing door optimalisering met ABB i-bus® KNX-systemen kan oplopen van 11 tot 31 procent.
Duurzame Scholen | april 2015 |
53
Vrije Universiteit wordt futureproof Centraal gelegen aan de campus van de Vrije Universiteit Amsterdam komt een nieuw, flexibel gebouw. Het sleutelwoord van het project is toekomstbestendigheid. “Flexibel zijn betekent immers dat je de toekomst van een gebouw zeker stelt.” Tekst: Marvin van Kempen
H
et nieuwe gebouw verrijst in 2017 aan de Zuidas en vormt een kans voor de VU om personeel, studenten en bezoekers bewust te maken van duurzaamheid. Communiceren over duurzaamheid in het primaire proces doet de VU al, onder andere online. Sinds 2014 staan er op het terrein van de universiteit kunststofscheidingsbakken in de vorm van grote PET-flessen, om dit soort flessen apart in te zamelen. Daarnaast wordt een Groen Vervoersbeleid gehanteerd, dat het gebruik van OV en fiets stimuleert. Verder wordt een deel van de daktuin gebruikt als proeftuin voor onderzoek en is er een Street Charge aanwezig voor studenten of medewerkers die hun mobiele telefoon of tablet willen opladen. De VU heeft net als vele universiteiten in Nederland ook een eigen ‘Green Office’: een platform voor studenten en medewerkers om de duurzaamheid van de VU te stimuleren. De Green Office is onder meer een aanspreekpunt voor studenten en medewerkers met ideeën voor een duurzamere campus, maar de Green Office komt zelf ook met verbeterpunten.
Intrinsiek duurzaam “Duurzaamheid zit verankerd in de bedrijfsvoering en ons huisvestingsbeleid”, weet Ellen van Midlum, projectleider VU. Enkele huidige gebouwen van de universiteit zijn grotendeels verouderd en de komende decennia maakt een aantal van deze gebouwen plaats voor nieuwbouw, zoals het nieuwe universiteitsgebouw en het labgebouw O|2. Een deel van de oude gebouwen, zoals het hoofdgebouw van VU aan de Boelelaan, wordt gerenoveerd. De ambitie is om de komende jaren de scores op BREEAM-NL In Use te verkrijgen op tenminste niveau Good. Ook voor het aan VU en VUmc verbonden energiebedrijf vormt BREEAM-NL een richtsnoer en toetssteen bij de productie en levering van energie, warmte en koude.
54 | april 2015 | Duurzame Scholen
De universiteit wil jaarlijks twee procent energie-efficiëntieverhoging bereiken door technische maatregelen te nemen en het bewustzijn van de aanwezigen in het gebouw te verhogen. Daarbij blijft het niet bij het inzichtelijk maken van energiegebruik. Om te enthousiasmeren, motiveren en bewustwording te creëren is het zaak om intrinsiek duurzaam te zijn en dit uit te stralen. “Niet alleen naar studenten en medewerkers, maar ook naar bezoekers die af en toe eens binnenstappen in het gebouw. De nieuwbouw heeft een openbare maatschappelijke functie en dat maakt het des te belangrijker dat we het verhaal duidelijk vertellen”, weet VU-consultant Ilko van Genderen. Zijn collega Ellen van Midlum, projectleider VU, weet waar de focusgebieden bij het ontwerp lagen, namelijk het welzijn van de gebruikers, flexibiliteit en multifunctionele inzetbaarheid. Samen met Van Genderen vervult zij de rol van BREEAM-NL Expert. “We hebben namelijk aanbesteed op BREEAM-NL Excellent. Dat past niet alleen in ons eigen ambitieniveau, want iedere ontwikkeling op de Zuidas dient naar Excellent of hoger te streven.” Deze certificeringsmethodiek werkt met credits en de diverse duurzaamheidsmaatregelen tellen natuurlijk mee bij het behalen hiervan. Zo ook de onderwerpen afval- en omgevingsmanagement, waar een goede score op wordt behaald. “Afvalscheiding is bij de VU al sterk uitgewerkt, dit onderwerp speelt hier dan ook onafhankelijk van de geplande nieuwbouw.”
Adaptieve gebouwfunctie De toekomstbestendigheid van het gebouw blijft van groot belang, want de universiteit moet de mogelijkheid hebben om de gebouwfunctie aan te passen. Bijvoorbeeld als het gebouw over een jaar of tien voor een andere functie ingezet wordt. Schumacher beaamt dit streven. “Je stelt de toekomst van je nieuwbouw zeker als het flexibel is. Daarom vind ik de
/ PROJECT
Projectteam VU Amsterdam (Foto: Marjolein Ansink)
teitswens te komen. “Het metalen plafond komt van Team V en Royal HaskoningDHV komt met het waternet.” Van Team V Architectuur is Barry van Waveren aangeschoven bij het gesprek, die deze integraliteit als randvoorwaarde ziet om het ambitieniveau van de VU Amsterdam in te gestalte te geven. “In plaats van een schetsontwerp zijn we aan de slag gegaan met modellen en matrixen. We hebben alternatieven naast elkaar gezet voordat we het ontwerp maakten en naar een optimum gezocht in groepsverband. Na vier of vijf maanden hadden we voorkeuren geselecteerd.”
Veentuin en WKO Bovenaanzicht van de Vrije Universiteit.
flexibele vloeren een van de mooiste elementen.” Dankzij dit slimme vloersysteem, waarbij alle installaties efficiënt in de vloer zijn opgenomen, kan de verdiepingshoogte optimaal worden benut.
Voorbeeld van integraliteit Naast deze vloeren is een plaatselijke uitbreiding mogelijk met verwarming en koeling. “Het metalen plafondeiland kan geactiveerd worden en je kunt het van een waternet voorzien om het koud of warm te laten worden”, vindt Schumacher. Dit is volgens hem een mooi voorbeeld van integraliteit binnen het project, noodzakelijk om tot het invullen van de flexibili-
Een van die voorkeuren was een Frisse Scholen klimaatklasse A, maar daar steeg het projectteam bovenuit. Van Midlum kent de andere ambities op haar duim. “We maken een soort veentuin op het lage dak, met waterretentie. Verder gebruiken we FSC-hout, gerecycled beton en aluminiumprofielen. Daarnaast monitoren we voortdurend verbruiksparameters als energie en water en plaatsen we een Warmte Koude Opslag (WKO) in de bodem. We zetten gecertificeerde en milieubewuste leveranciers in bij het bouwproces.” Al deze maatregelen en meer moeten zorgen voor een bijzonder duurzaam universiteitsgebouw, waarvan de oplevering gepland staat in 2017. Op dat moment moet ook de certificering in handen zijn. Schumacher geeft als advies mee om in een vroeg stadium de koppen bij elkaar te steken en de tijd te nemen om van elkaars expertise te leren. “Uiteindelijk win je de tijd terug, die je in de voorbereiding steekt.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
55
Aandacht maakt het verschil Fraai, comfortabel en duurzaam
Het nieuwe schoolgebouw voor de basisschool St. Michaëlschool in de Rotterdamse wijk Hillegersberg heeft een Frisse Scholen-classificatie B en GPR Gebouw-score van 8,4. Door de nieuwbouw kwam een einde aan klachten over tocht, kou en ventilatie. De extra investering in de duurzame opwekking resulteert niet alleen in een beter binnenklimaat en comfort, maar ook in lagere energiekosten (63% voor verwarmen) en 55% CO2 reductie. Het resultaat is een fraaie school met een comfortabel binnenklimaat waardoor zowel leerlingen als leerkrachten optimaal kunnen presteren. Op 17 december 2014 ontving het team van de St. Michaëlschool de publieksprijs Rotterdam Architectuurprijs. Het team bestond naast Van Wijnen uit opdrachtgever Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs, ontwerper De Zwarte Hond en Innax.
56 | april 2015 | Duurzame Scholen
www.vanwijnen.nl
/ DOORGEEFCOLUMN
Verduurzamen scholen: waar is het wachten op? In Nederland staan ongeveer 10.000 schoolgebouwen. Grote en kleine, nieuwe maar vooral toch ook veel oudere gebouwen. Schoolgebouwen waaraan nog veel te verbeteren valt als het gaat om de hoogte van de energierekening. En in veel van deze schoolgebouwen is het binnenklimaat niet goed. Werk aan de winkel, zou je dus zeggen.
M
aar toch gebeurt er nog te weinig. Schoolbesturen en schooldirecteuren lijken op gewone huiseigenaren. Ze zijn met heel andere dingen bezig dan met hun maandelijkse energierekening. Laat staan dat ze bezig zijn met het nemen van energiebesparende maatregelen. Gelukkig maar, zou je bijna zeggen. Ze zijn namelijk aan het werk met hun leerlingen, en of die goed les krijgen en goed worden klaargestoomd voor hun latere leven. Want daarvoor is de school tenslotte opgericht. En toch is het ook wel weer vreemd. Want een school die goed wil zorgen voor zijn leerlingen, moet ook ervoor zorgen dat het schaarse geld niet onnodig door de schoorsteen verdwijnt. Dus ook zorgen voor een goed binnenklimaat in het gebouw, omdat de prestaties van leerlingen en leerkrachten hierdoor verbeteren. Net als bij huiseigenaren gaat dit niet vanzelf. Schoolbesturen en schooldirecteuren moeten worden geholpen. ‘Ontzorgen’ heet dat in Haags jargon. Door mensen die geen verstand hebben van lesgeven, maar wel verstand hebben van gebouwen, en vooral van wat mensen in gebouwen nodig hebben om er prettig te verblijven en er goed te presteren. Door mensen die kunnen doorrekenen wat er financieel wel en niet mogelijk is. Door aannemers en installateurs die ‘integrale pakketten’ aanbieden, waardoor een schoolgebouw in één keer wordt aangepakt en verduurzaamd. Tegen een vaste prijs en met gegarandeerde prestaties. En dan het liefst in de schoolvakanties, als het gebouw toch leeg staat. Om deze beweging kracht bij te zetten, is onlangs de ‘Green Deal Verduurzaming Scholen’ afgesloten. De koepels voor het primair en voortgezet onderwijs, de gemeenten en de Rijksoverheid hebben hun handtekeningen gezet onder de afspraak om met behulp van concrete renovatieprojecten van scholen te kijken waar de knelpunten zitten om scholen te verduurzamen. Waar zitten nog knelpunten in wetten en regels of in de financiering. Of zitten er problemen in bepaalde – soms ingesleten – culturen en werkwijzen. Iedereen die de Green Deal heeft ondertekend, heeft beloofd zich in te zetten om dit soort knelpunten op te lossen. Ook bouwers en
installateurs, financiers en iedereen die iets bij te dragen heeft aan de verduurzaming van scholen, kunnen zich aansluiten bij deze Green Deal. En uiteraard worden ook de scholen zelf – en dus ook de leerlingen en de leerkrachten – betrokken bij de uitwerking van deze Green Deal. Want als het goed gaat, is het verduurzamen van de school en het schoolgebouw een feest voor iedereen! Meindert Smallenbroek Directeur Bouwen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ik geeft de pen voor het schrijven van deze doorgeefcolumn door aan Hugo Levie, directeur van de PO-Raad, de koepel van scholen voor het primair onderwijs.
Duurzame Scholen | april 2015 |
57
Duurzaam klimaatplafond toegepast Scholengemeenschap KSE in Etten-Leur maakt sinds kort gebruik van een C3 PCM Klimaatplafond. Als pilot beschikt één lokaal van het koelende en energiebesparende plafondsysteem op basis van Phase Change Materials (PCM). Autarkis uit Holten heeft dit systeem geleverd, Climatic uit Etten-Leur heeft het geïnstalleerd. Technische PCM of faseovergangsmaterialen kunnen smelten en stollen bij een gekozen temperatuur. Hierdoor ontstaan materialen, die bijvoorbeeld rond de 23 °C bevriezen en smelten. Door de energie uit deze faseovergang te benutten voor het koelen en verwarmen, ontstaat een duurzaam concept. “De toepassing van PCM resulteert altijd in vijftig procent minder vermogen voor koelen en/of verwarmen en geeft altijd energiebesparing”, aldus een woordvoerder van Autarkis. Dit plafond maakt het mogelijk ruimtetemperatuur te stabiliseren en het comfort te verhogen. Er is gekozen om dit innovatieve en nieuwe systeem als pilot toe te passen, zodat de ervaringen direct gebruikt kunnen worden in andere lokalen en/of toepassingen.
‘Transformeer oude schoolgebouwen’ Minister Stef Blok voorspelt mooiere tijden voor de bouw. Zo constateert de minister voor Wonen en Rijksdienst dat 2014 voor de bouw in zijn geheel een beter jaar was dan de voorgaande jaren. “Er begint weer een beetje kleur op de wangen van de bouwsector te komen.” Blok deed zijn uitspraken op het Gala van de Nederlandse Bouw, dat begin februari in Utrecht plaatsvond. Tijdens dit gala voorspelde hij onder meer dat de bouwsector een stabielere basis heeft dan de politiek. “U werkt over tien jaar nog in een
fantastische sector. Dat weet ik zeker. Ik weet ook zeker dat ik iets compleet anders doe. Ministers houden het geen tien jaar uit.” Met betrekking tot onderwijsgebouwen deed Blok een opmerkelijke uitspraak. “Transformeer oude schoolgebouwen of oude ziekenhuizen in gebouwen met appartementen van honderdduizend euro. Ik ken projecten die hiervoor driemaal zijn overtekend. Zo groot is de belangstelling. Mensen zijn bereid genoegen te nemen met een relatief kleine oppervlakte als hun appartement op een unieke locatie ligt en veel kwaliteit in zich heeft.”
‘Wereldprimeur in klimaattechniek’ Op 21 januari vond bij Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen (ICDuBo) de onthulling plaats van een nieuwe, duurzame klimaatvloer: de UniWarm/RIHO Crystal Climate Floor. Deze vloer geldt als een innovatieve doorbraak in klimaattechniek, gebaseerd op faseovergangsmaterialen (Phase Change Materials - PCM). Faseovergangsmaterialen zijn niet-brandbare, anorganische thermische zouten, die onder invloed van temperatuur van vast naar vloeibaar of van vloeibaar naar vast overgaan. Zodoende kunnen ze warmte en koude opslaan en aan de ruimte afgeven. De PCM’s zijn in dunne cassettes verwerkt die in de vloer worden aangebracht, waardoor de opbouwhoogte beperkt blijft
58 | april 2015 | Duurzame Scholen
tot maximaal 36 millimeter. De nieuwe klimaatvloer die als een thermische accu fungeert, kan zowel in nieuwbouwwoningen als in renovatiewoningen worden toegepast. Ook in bijvoorbeeld schoolgebouwen kan het systeem worden toegepast. “De UniWarm/RIHO Crystal Climate Floor is uniek, omdat UniWarm in samenwerking met RIHO Climate Systems en OC Autarkis als enige erin is geslaagd een PCM-klimaatvloer te ontwikkelen, die op maat ontworpen, gedimensioneerd en kant-en-klaar wordt geleverd”, aldus aanbieder UniWarm. “Er zijn besparingen te realiseren van vijftig procent op het te installeren verwarmingsvermogen en van dertig procent op het energieverbruik voor verwarming.”
/ NIEUWS Ledverlichting in schoolgebouwen Ledverlichting is een technologie in opkomst. Ook in scholen kan nu op een verantwoorde manier gebruik gemaakt worden van de nieuwe lichttechnologie. Dat stelt de organisatie LEDs Enable. “Verlicht een duurzame toekomst. Stap nu over op ledverlichting.” Ledverlichting is echter niet goedkoop. Om van de voordelen van ledverlichting te kunnen genieten, is een behoorlijke investering nodig. Hiervoor zijn in de onderwijswereld niet altijd de middelen beschikbaar. LEDsEnable stelt dat het hiervoor een oplossing biedt. “Wij maken de aanschaf van ledverlichting mogelijk door de aanschaf, installatie, financiering en onderhoud te organiseren door
middel van de DBFM (light) methodiek: Design, Build, Finance and Maintain. Met deze opzet kan LEDsEnable een voorstel maken dat budgetneutraal of gelijk positief resultaat heeft op het jaarlijks budget”, vertelt directeur Erik Jan van der Linden. Hij benadrukt hiertoe de benodigde kennis in huis te hebben. Zo is het bedrijf in staat lichtplannen te maken. “Daarnaast maken wij een scan van de huidige lichtopbrengst in objecten, die u heeft geselecteerd. Wij bespreken met u de gewenste lichtsterktes en branduren, en uw behoefte aan responstijd en actie voor benodigd onderhoud. Na overeenstemming op deze gegevens kunnen wij u ook informeren over de besparingen die u gaat realiseren.”
Landelijk onderhoudscontract Rijksvastgoed In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf voert Breijer Bouw & Installatie het onderhoud uit aan bouwkundige elementen in Rijksgebouwen. Het betreft een vierjarig contract voor 202 monumentale en niet-monumentale gebouwen, verdeeld over zeven provincies, waaronder een aantal voormalige schoolgebouwen. Het totale bruto vloeroppervlak voor deze opdracht ligt op 879.233 m2. Het Rijksvastgoedbedrijf is als vastgoedorganisatie van de Nederlandse overheid verantwoordelijk voor het beheer en de
instandhouding van de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland. Het Rijksvastgoedbedrijf is voornemens met de gunning van dit contract haar interne klanten zo veel mogelijk ongestoord gebruiksgenot te bieden. Sleutelbegrippen hierin zijn veiligheid en duurzaamheid. De inschrijving van Breijer Bouw & Installatie is beoordeeld op basis van economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). Naast ‘prijs’ is de opdracht gegund op ‘kwaliteit’. Hierin bleek het plan van aanpak van Breijer inzake storingsafhandeling en rapportages de doorslag te geven voor de gunning.
Betere energie- en leerprestaties Daglicht is gezond voor de mens. Daarnaast bespaart een optimale daglichtsituatie energie. Met Solartube-daglichtsystemen is het mogelijk een goede daglichtinval te realiseren. Ook in schoolgebouwen is het systeem volgens aanbieder Techcomlight goed toepasbaar. Deze daglichtbuizen hebben volgens Techcomlight een uitstekende verhouding tussen isolatiewaarde en licht- en warmtetoetreding. Hierdoor is het mogelijk veel daglicht naar binnen te brengen, zonder instralende zonnewarmte. Ook het warmteverlies is minimaal. Speciaal voor passieve gebouwen is de Solatube ECO ontwikkeld met een zeer hoge isolatiewaarde tot zelfs 0,5 W/m2K. “Het systeem is uit te breiden met ultrazuinige TechLED verlichting”, meldt een woordvoerder van Techcomlight. “Wordt het daglicht minder, dan wordt dit automatisch aangevuld. Het resultaat is een gelijkmatig lichtniveau gedurende de dag.” In de Benelux zijn al vele scholen voorzien van de Solatubesystemen. Energiebesparing is volgens de aanbieder niet het enige voordeel. “Daglicht draagt namelijk ook bij aan betere schoolprestaties.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
59
PAS-concept brengt plezier terug in de bouw Als je een gebouw wilt realiseren waarin de gebruiker centraal staat, dat twintig jaar garantie biedt op product en comfort, minstens energie neutraal is en gerealiseerd wordt tegen een goede prijs, dan moet je op zoek naar een efficiënter en effectiever bouwproces. Tekst: Ronald van Bochove
I
n de afgelopen jaren ontwikkelde de PAS-Academy het People Autarkic Solutions (PAS) concept. Een nieuwe ontwerpvisie en platformarchitectuur met het streven naar een zeer hoog ambitieniveau op gebied van duurzaamheid, flexibiliteit, functionaliteit, comfort en kwaliteit. Dan bouw je vanuit een industrieel ontwerpproces waarbij co-creatie en succesvolle ketensamenwerking centraal staan. Met als resultaat bijvoorbeeld een fris schoolgebouw waar iedereen trots op kan zijn.
Spannend en onzeker Het beste krijgen voor de afgesproken prijs. Het klinkt logisch voor veel consumentenproducten en -diensten in andere branches. Maar in de bouw is ‘het beste krijgen’ en ‘afgesproken prijs’ niet zo vanzelfsprekend. Ondanks de grote sommen geld die er in omgaan en de jarenlange ervaring blijft het bouwproces voor betrokken partijen in een aantal opzichten spannend en onzeker. Krijg ik de kwaliteit die ik wens? Lukt het om op tijd op te leveren? Vind ik goede onderaannemers als ik ga voor een zo laag mogelijke prijs? Met grote verbazing keek Gerard Nijboer van Huis en Milieu naar de organisatie van en de resultaten in de bouw. Vergeleken met zijn ICT-projecten was het onbegrijpelijk dat er met zo veel geld, materiaal en mankracht zo slecht werd omgegaan. Hij besloot samen met I_KB architecten en productontwikkelaar VBI een methodiek te ontwikkelen, die meer grip biedt op het proces en het eindresultaat. Een gedachtegoed dat is ontstaan in de PAS Academy, waar onder leiding van transitiemanagers over een periode van meer dan twintig jaar in samenwerking met toonaangevende marktpartijen en kennisinstituten onderzoek en ontwikkeling is gedaan naar een fundamenteel andere wijze van denken, organiseren en werken.
60 | april 2015 | Duurzame Scholen
“Een paar basisprincipes horen op orde te zijn voordat je gaat bouwen”, legt Nijboer uit. “‘Meten is weten’ en ‘Wat je neerzet, moet je eerst uitvoerig testen’. Je staat ervan versteld hoe weinig we nog maar weten over wat we hebben gebouwd. En hoe weinig getest wordt, voordat een gebouw wordt neergezet. In de ICT is dat ondenkbaar.”
Vaak gissen Er wordt gewerkt met CAD modellen (BIM) om de prestaties van een gebouw uitvoerig te testen en voorkomende situaties te simuleren, nog voordat er één schep in de grond wordt gezet. Martin Koppenhol van VBI: “Ik leg de bouw graag in vergelijking naast de auto-industrie. Mercedes weet precies welk schroefje waar zit en welke kwaliteit en levensduur deze heeft. Dat moet je in de bouw vaak nog gissen. Als we in staat zijn de bouw zo te organiseren, dat je werkt met een aantal vaste leveranciers van wie je de kwaliteit kunt garanderen. Als het bouwen meer assembleren wordt, dan ziet het bouwproces er plots heel anders uit.” Volgens Richard Baan van I_KB architecten betekent dat echter niet een stap naar starre, eenvormige oplossingen. “In deze aanpak speelt de architect een belangrijke rol: opgebouwd uit industriële componenten, zorgen wij als architect voor de vertaling van de wens van de klant, voor inpassing in de stedenbouwkundige situatie en een uitstraling die past bij de kwaliteit en periode waarin het gebouw zal functioneren. Deze samenwerking heeft een meerwaarde voor zowel de opdrachtgever de gebruikers als de producenten.”
Levensduur denken Nijboer: “We werken met onze ketenpartners niet naar de oplevering van het gebouw, de sleutel overhandigen en klaar. We geven garantie op prijs, planning en prestatie. Onze
/ ALGEMEEN betrokkenheid gaat dus verder. Ook naar de twintig jaar gebruiksduur en de demontage, sloop of herbestemming van het gebouw. We zorgen voor het monitoren van de prestaties en hebben één loket waar de gebruikers met hun vragen en wensen terecht kunnen. Deze betrokkenheid bij het gebouw is ook voor producenten interessant. Een ketel met een levensduur van zeven jaar betekent drie keer vervangen. Maar door productontwikkeling en innovatie kan het bedrijf die twintig jaar mogelijk veel efficiënter invullen. De kozijnfabrikant vraag ik niet om een kozijn. Maar om het beste kozijn met 20 jaar garantie. Dan presenteren zich meer alternatieven voor de ondernemer en de gebruiker.” Baan: “Meedenken met de gebruikers over de jaren van gebruik is ook voor architecten een interessante uitdaging. Flexibel indeelbare gebouwen, scheiden van functies. Koppenhol: “Productontwikkeling binnen VBI speelt daarop in door grote vloeroppervlakken mogelijk te maken en het integreren van leidingen en installaties voor toekomstig gebruik.”
Iedereen vrolijk De PAS-methode is niet exclusief voorbehouden aan Nijboer, VBI en I_KB architecten. Nijboer: “Iedereen is welkom om het
concept te omarmen. We juichen het zelfs toe.” VBI steekt veel tijd in het verspreiden van de kennis, vertelt Koppenhol. “We houden intensief contact met hogescholen en universiteiten. Ik leer de jongeren graag over deze andere manier van werken en sta regelmatig in college zalen en leslokalen. Tenslotte willen we dat de bouw in Nederland een hoger kwaliteitsniveau behaalt dan de 6-min, die het Bouwbesluit ons oplevert.” In de ogen van Nijboer is vertrouwen een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het PAS concept. “Door te werken met ketenpartners, vaste toeleveranciers en deskundigen zit dat in het concept besloten en kun je die hoge kwaliteit realiseren. We denken met een groep van 250 leveranciers in de bouw een stevige basis te hebben om in heel Nederland gebouwen aan de hand van het PAS-concept te realiseren. Dat vertrouwen maakt dat we raamcontracten met aannemers afsluiten en door gebruik te maken van fondsen, meer betalen aan het begin van het proces, zodat er geen onvrede ontstaat over laat betaalde rekeningen. Het betekent ook dat je tijdens de bouw korter vergadert en zekerheid hebt, dat de dingen gaan zoals ze zijn afgesproken. Daarmee brengen we de vrolijkheid terug in de bouw.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
61
Duurzaam UWC kiest voor Desso AirMaster Het United World College (UWC) in Maastricht is met de opening van de nieuwe campus een van de duurzaamste nieuwgebouwde scholen van Nederland. Op het gebied van bouwmaterialen, energievoorziening en luchtkwaliteit is gekozen voor tal van duurzame oplossingen. Vanwege de positieve effecten op de binnenluchtkwaliteit heeft de school gekozen om de kantoren, gangen en stafruimte uit te rusten met Desso AirMaster. Koning Willem-Alexander verrichte de officiële opening op 11 oktober 2013.
De structuur van Desso AirMaster voorkomt dat stof weer in de lucht terechtkomt.
62 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ADVERTORIAL
D
e vestiging van UWC in Maastricht is de twaalfde vestiging van dit wereldwijde netwerk van internationale scholen die zijn bedoeld voor internationaal onderwijs en opvang van kinderen van 2 tot en met 18 jaar. In Maastricht ontvangen bijna 700 leerlingen van meer dan negentig nationaliteiten internationaal onderwijs. Daarmee is UWC Maastricht na Singapore de grootste UWC ter wereld. UWC heeft wereldwijd twaalf scholen met 7500 leerlingen uit meer dan 110 landen. Aangezien deze organisatie als missie heeft een duurzame toekomst te creëren, is in het ontwerp en de bouw van de campus rekening gehouden met vele duurzame aspecten op het gebied van milieu en energie. UWC Maastricht is hierdoor een van de duurzaamste nieuwgebouwde scholen in Nederland. In de gebouwen van UWC Maasticht is een oppervlakte van zo’n 1.200 vierkante meter uitgerust met Desso AirMaster-tapijt.
Betere binnenluchtkwaliteit Door de bewezen verlaging van de fijnstofconcentraat draagt de toepassing van Desso AirMaster op UWC Maastricht bij aan een beter leef- en werkklimaat in de vertrekken, waar het is geïnstalleerd. Sinds de introductie in 2010 heeft een aanzienlijk aantal scholen in Europa vanwege de positieve effecten op de binnenluchtkwaliteit gekozen voor Desso AirMaster. Desso AirMaster blijkt uit metingen van het onafhankelijke Duitse testinstituut GUI achtmaal effectiever in het opnemen en vasthouden van fijnstof dan harde vloeren en viermaal effectiever dan standaard tapijt. Eerder GUI-onderzoek, in opdracht van de Deutsche Allergie- und Asthmabund (DAAB), toonde al aan dat de schadelijke werking van fijnstof aanzienlijk minder is als er - in plaats van een harde vloer – tapijt wordt gelegd. Dankzij het toegepaste dunne garen is het tapijt in staat zeer fijne stofdeeltjes op te vangen en vast te houden, terwijl tegelijkertijd de grovere stofdeeltjes worden opgevangen door het dikkere garen die ook in het tapijt zijn verwerkt. De structuur van AirMaster voorkomt dat stof weer in de lucht terechtkomt en eenvoudig verwijderd kan worden met een stofzuiger. Daarmee zorgt het voor een aanzienlijke verbetering van het binnenklimaat.
Gezondheid en leerprestaties Roland Jonkhoff, Regional Managing Director van Desso, ziet een groeiend aantal scholen in binnen- en buitenland kiezen voor AirMaster. “Gezonde scholen zijn van cruciaal belang voor de gezondheid en leerprestaties van onze kinderen. Het is onze taak ervoor te zorgen dat kinderen in gezonde, prettige omgevingen kunnen leren. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat schone lucht een belangrijke bijdrage levert aan de concentratie van kinderen en hun leerprestaties. De opening van het nieuwe UWC Maastricht, waarin tal van toepassingen zijn gebruikt om het binnenklimaat te verbeteren, is dan ook een treffend voorbeeld van hoe we samen het beste voor onze kinderen kunnen creëren.”
Vanwege de positieve effecten op de binnenluchtkwaliteit heeft het UWC gekozen om de kantoren, gangen en stafruimte uit te rusten met Desso AirMaster.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat schone lucht een belangrijke bijdrage levert aan de concentratie van kinderen en hun leerprestaties.
Desso bv Taxandriaweg 15 5142 PA Waalwijk Postbus 169 5140 AD Waalwijk Telefoon: 0416 – 684 100
[email protected] www.desso.com
Duurzame Scholen | april 2015 |
63
Het vernieuwde oude Provinciehuis aan de Pythagoraslaan in Utrecht.
Alleen ben je nergens Huisvestingsadviesbureau draaijer+partners zet met zijn verhuizing naar het oude Provinciehuis aan de Pythagoraslaan in Utrecht - in de volksmond liefkozend ‘De Pyth’ genoemd - dit voorjaar een concrete stap op weg naar daadwerkelijke samenwerking en kennisdeling. Bedrijven zijn welkom, maar ook de buren en studenten kunnen binnenlopen. Tekst: Gerrit Tenkink
64 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
H
et zeventien verdiepingen hoge gebouw omvat 6.000 m2 kantoorruimte en 2.000 m2 aan ontmoetingsruimte. Bedrijven kunnen in het gebouw een eigen ruimte krijgen, daarnaast is er een uitgebreid openbaar domein. Het is zelfs mogelijk om ruimte met andere bedrijven te delen. Draaijer+partners-directeur Peter Ruchti is ervan overtuigd dat hij met het zoeken naar verbinding ook zijn eigen bureau vooruit kan helpen. “De oude manier van werken, waarbij je slimmer probeert te zijn ten koste van de ander, is voorbij. Als je samen een optimaal einddoel nastreeft, dan word je daar allemaal beter van en daarbij de klant in het bijzonder. Het is een bepaalde mindset waar we naar zoeken. Naast wetenschap heb je in onze visie ook ‘willenschap’ nodig. De wil om samen te werken. Ik denk dat je daarbij elkaar ook fysiek moet ontmoeten. Elkaar in de ogen kijken is belangrijk, want we zijn op zoek naar een klik.”
Deuren open Ruchti wil met die bedrijven meer dan alleen dezelfde voordeur delen. “Bedrijven die zich in het oude Provinciehuis vestigen, hebben uiteraard hun eigen business. Ze kunnen een etage huren, maar ook een deel ervan. Je kunt zelfs ervoor kiezen om een ruimte voor een paar dagen per week te huren of af en toe incidenteel een vergader-, kantoor- of overlegruimte voor een paar uurtjes. Maar we zetten de deuren ook open voor een event of een congres. Alles is mogelijk. Daarnaast gaat het om het bewust delen van kennis en om het creëren van verbinding, inspiratie en ontmoeting. Daarom hebben we een aantal gemeenschappelijke ruimtes, waar je elkaar overdag tegenkomt. Bijvoorbeeld een gemeenschappelijk restaurant en congres- en een zalencentrum, waarbij hospitality hoog in het vaandel staat. We zoeken partners die iets met elkaar hebben, maar vooral partners die open staan voor anderen. Zie het als een soort coöperatiegedachte, waarbij je samen verantwoordelijk bent voor het geheel, maar ook samen meebeslist over de invulling van de openbare ruimtes van het gebouw. Ik zie het zo voor me dat we samen verantwoordelijk zijn voor het geheel.“
Studenten en buren Behalve voor commerciële bedrijven zet draaijer+partners de deur ook graag open voor studenten. ‘De Pyth’ is tenslotte gelegen op het scharnierpunt tussen het centrum van de stad Utrecht en het Science Park op de Uithof. Er zijn inmiddels studentenwoningen direct naast ‘De Pyth’ gerealiseerd. “We hebben hier veel studenten in de buurt. Waarom kunnen die studenten hier niet binnenkomen, om bijvoorbeeld te studeren, te komen eten of eten af te halen? Wij zoeken ook de verbinding met de omgeving. Laat ze hier hun colleges voorbereiden en hun scripties schrijven of om alleen een kop koffie te drinken. Je creëert er een mooie dynamische omgeving mee.” Datzelfde geldt voor buurtbewoners. “In overleg met de bedrijven in het pand runt een horecaonder-
Peter Ruchti, directeur bij draaijer+partners: “Naast wetenschap heb je in onze visie ook ‘willenschap’ nodig. De wil om samen te werken.”
nemer het restaurant op de begane grond. Je kunt dat restaurant op de begane grond zien als een stevige basis. Letterlijk en figuurlijk. Buurtbewoners kunnen hier ook gewoon binnenlopen voor een kopje koffie of thee of een lekkere lunch of diner. Zo creëren we niet alleen een leefbaar gebouw, maar ook een betere leefomgeving.”
Coöperatieve gedachte Inmiddels hebben meerdere partijen belangstelling getoond voor het concept. Eén van de partijen die zich erg goed thuis voelt bij dat concept, is Duurzaam Gebouw. Draaijer+partners en Duurzaam Gebouw kwamen elkaar tegen bij eerdere projecten en gingen nog nauwer samenwerken bij het opzetten van het ScholenDossier en het klikte direct. Gerard Lokhorst, directeur van Duurzaam Gebouw: “We groeien uit onze jas op onze huidige locatie. Ook wij zijn een partij die nadrukkelijk de samenwerking zoekt. Met de opzet van het ScholenDossier hebben we gezien dat het kan. De tijd dat je de kennis achterhield voor anderen is voorbij. Met dank aan internet ligt namelijk alle kennis binnen de kortste keren op straat. Dus laten wij dan de bedrijven zijn die deze kennis zelf ontsluiten naar de markt.”
Bedrijven of instanties die zich aangetrokken voelen tot deze coöperatieve gedachte, kunnen voor informatie contact opnemen met Peter Ruchti van draaijer+partners 030–6592333
[email protected]
Duurzame Scholen | april 2015 |
65
ScholenDossier: praktische tool voor facilitaire beginner én professional Schoolbesturen zagen zich per 1 januari van dit jaar geconfronteerd met een grote uitdaging. Sinds die datum zijn ze zelf verantwoordelijk voor het totale onderhoud van hun schoolgebouwen. Het ScholenDossier geeft betrokkenen volledig inzicht in de staat van gebouwen. Zo is het totale onderhoud verantwoord en gefundeerd te plannen en uit te voeren. Tekst: Ton Brands
H
et ScholenDossier is een onafhankelijk platform, ontwikkeld door de coöperatie Digitaal Gebouw Dossier. Hierin werken vijftien bedrijven samen om het landelijke scholenprobleem van doordecentralisatie op een eenvoudige manier op te lossen. Een van dat vijftiental is draaijer+partners. “Veel scholen hebben onvoldoende kennis en competenties in huis om het Hetty van der Pennen dagelijkse onderhoud te organiseren en om een goede meerjaren-onderhoudsplanning (MJOP) of meerjaren-exploitatieplanning op te stellen en bij te houden. De verschillen hierin zijn groot tussen scholen binnen het VO, PO en kinderopvang.” Aan het woord is Hetty van der Pennen, adviseur bij draaijer+partners en vanuit die functie verantwoordelijk voor ‘onderwijs’.
Extra last Oorspronkelijk zou de WPO, de wet die de overheveling van het buitenonderhoud voor Primair Onderwijs regelt, ingaan op 1 januari 2014. Dat bleek niet haalbaar en als ‘harde’ datum werd toen 1 januari 2015 aangekondigd. De houding van veel schoolbesturen was er een van ‘we wachten het wel af’.
66 | april 2015 | Duurzame Scholen
“Begrijpelijk”, vindt Van der Pennen, “want het verschuiven van regelgeving kan eenvoudig als een extra last voelen, die afleidt van de eigenlijke kerntaken van scholen. Deze houding vormt tegelijkertijd een risico. Als je geen inzicht hebt in de situatie van het onderhoud, kun je ook de consequenties niet overzien. Kennis blijft onderbelicht en het ad hoc oppakken van problemen ligt op de loer. In de praktijk zijn veel gegevens niet voorhanden, is er geen centraal punt. Niet alle schoolbesturen zijn zich ervan bewust dat er info ontbreekt over bijvoorbeeld brandveiligheid, het legionellabeheersplan of actuele gebouwtekeningen. Het besef dat er wat moet veranderen, begint nu langzaam door te dringen.”
Brede inzetbaarheid Hetty van der Pennen noemt het ScholenDossier een eenvoudig, praktisch hulpmiddel, dat breed inzetbaar is. Die brede inzetbaarheid is essentieel, vindt ze. “De onderwijswereld kent een sterk verschil in professionaliteit tussen de diverse gesprekspartners als het gaat om het onderhoud van gebouwen. Zo zijn er één-pitters met minder gerichte kennis in huis, maar ook zijn er grotere stichtingen met professionele expertise. Voor al die gebruikers biedt het ScholenDossier uitkomst. Facilitair medewerkers, schoolbesturen, onderhoudsmedewerkers, schilders; iedereen kan ermee werken. Het ScholenDossier is zowel praktisch als strategisch bruikbaar. Je kunt ermee bijvoorbeeld ‘pijnpunten’ in het vastgoed constateren, maar ook hoe de staat is van het fietsenhok. De
/ ALGEMEEN ‘Kennis loskoppelen van de persoon’ Rob Pasman werkt als facilitair manager bij Stichting Scholengroep Gelderverste. Deze stichting bestaat uit negentien christelijke basisscholen in Oost-Gelderland. Ongeveer 2.900 kinderen bezoeken dagelijks deze scholen. “In januari 2014 hoorde ik voor het eerst van het ScholenDossier”, vertelt hij. “Mijn ervaring in de facilitaire wereld lag tot eind 2013 vooral buiten de sector. Ik was als nieuwkomer binnen de onderwijswereld op zoek naar ondersteuning op het gebied van onderhoudsplanning. We wilden de kennis loskoppelen van de persoon en eenvoudiger toegankelijk maken. Daarbij stuitte ik op het ScholenDossier. Op dat moment was het alleen nog een visie. Ik heb afspraken gemaakt met de betrokkenen en ben bij brainstormsessies geweest, waar je ook input kon geven. Ik heb vervolgens een voorstel neergelegd bij het college van bestuur van Gelderveste. Dat besliste positief en vanaf 1 januari 2015 hebben we het ScholenDossier geïmplementeerd voor onze onderhoudsplanning. Er zijn wel andere modulaire systemen beschikbaar, maar die zijn vaak veel gecompliceerder. Ze bevatten allerlei tools die je niet nodig hebt, of waarmee je niet kunt werken, zonder uitgebreide voorkennis. Het ScholenDossier is toegankelijk en gebruiksvriendelijk. En als ik ooit wegga, kan mijn opvolger gewoon verder aan de slag met het systeem.”
Controle Een MJOP heeft volgens Pasman als nadeel dat gegevens in de loop van de tijd achterhaald worden door de werkelijkheid. “Het is een
schilder kan zelfs zien hoeveel verf er wordt gebruikt voor de kozijnen in de zuidgevel en in welke kleur. Van een kapot lichtknopje tot een overall kwaliteitsmeting van de staat van schoolgebouwen; via het ScholenDossier is het allemaal inzichtelijk gemaakt en te managen.”
Nulmeting Het ScholenDossier is een ‘open’ applicatie. Hiermee kunnen scholen een nulmeting doen of laten doen. “Scholen kennen vaak al een MJOP. Deze planning is opgenomen in het ScholenDossier: maar niet als star, eenmalig rapport, maar als dynamische tool voor verdere planning en beheer. De nulmeting leidt tot een lijstje met problemen en een plan van aanpak van 10 of 15 jaar voor het onderhoud. Al die posten worden op die manier jaar na jaar inzichtelijk gemaakt en aangepast.” Hoe flexibel het ScholenDossier is, maakt ze duidelijk via een voorbeeld. “Schoolbesturen hanteren een budget voor onderhoud. Als uit het MJOP blijkt dat er geld te weinig is, kun je activiteiten eenvoudig doorschuiven. Het ScholenDossier zorgt daarmee, naast de eerder genoemde voordelen, ook voor een beter financieel draagvlak. Het leidt tot een antwoord op vragen als ‘Wat is belangrijk? En: wat kunnen we betalen?”
Data op één plek Praktisch en concreet, laagdrempelig, volledig en zonder investeringen vooraf. Gewoon beginnen en hulp inroepen als dat nodig is. Het is volgens de onderwijsadviseur allemaal van
niet-dynamisch rapport. Met het ScholenDossier kan ik heel eenvoudig dingen naar voren halen of verschuiven en bedragen aanpassen. Zie het als een continu actueel MJOP, waarmee ik perfect kan zien wat er gedaan is en wat er gedaan moet worden. Het is direct bruikbaar voor alle betrokkenen. Ondanks alle ad-hoc-zaken op een school behoud ik voortdurend totale controle over alle zaken betreffende het MJOP. Dat geeft me de mogelijkheid om me te richten op strategisch onderhoud. Stel, een school is toe aan groot onderhoud. Het ScholenDossier helpt met concrete informatie bij beslissingen als ‘kiezen we voor nieuwbouw of voor renovatie?’ en ‘welke onderdelen kunnen we naar achteren schuiven?’”
Elkaar scherp houden Is het ScholenDossier dan alleen maar heil en zegen? “Nee”, zegt Pasman lachend. “Het is nog niet optimaal. Logisch ook als je ziet dat het nog maar kort beschikbaar is. Sommige zaken verdienen verbetering. Wat wel zo prettig is: dit kun je melden en dan wordt het in behandeling genomen. Soms gaat dat snel, soms duurt het even. Wij maken soms onconventionele keuzes. Zo hebben we er bijvoorbeeld voor gekozen om de schoonmaak ‘in huis’ te halen. Daartoe hebben we 22 schoonmakers in dienst genomen. Hierdoor kan het voorkomen dat wij zaken in het ScholenDossier willen hebben die niet marktconform zijn en daardoor op dit moment niet passen in het systeem van het ScholenDossier. Maar door het te melden, hou je elkaar wel scherp.”
toepassing op het ScholenDossier. “Eigenlijk is het een basisdossier waarin alle relevante data op één plek worden bewaard en bijgehouden. Altijd direct inzichtelijk voor alle betrokkenen. En dus niet alleen ideaal voor schoolbesturen, maar ook voor toeleveranciers.” Ze vervolgt: “Naast kengetallen als vierkante meters, leerlingenaantallen, onderhoudskosten, adressen en nog veel meer, zijn we nu bezig om ook het feitelijke energie- en gasverbruik in het ScholenDossier te verwerken. Tijdens dit gesprek zitten we in de carnavalsperiode en je moest eens weten in hoeveel gesloten schoolgebouwen de verwarming nu staat te loeien.”
Juiste keuzes De kwaliteit van nogal wat schoolgebouwen laat te wensen over. Tegelijkertijd zijn financiële middelen niet altijd voorradig. Is de nieuwe wet juist geen molensteen? “Het ScholenDossier helpt om de juiste keuzes te maken”, vertelt Van der Pennen. “Wij staan in Nederland voor de uitdagende opgave duurzame omgevingen te realiseren met inspirerende en motiverende onderwijsgebouwen. Een toekomstbestendige leeromgeving kan een grote bijdrage leveren aan het ontdekken en het ontwikkelen van talenten van leerlingen. De toekomst van de leerlingen staat centraal, maar zeker ook die van het gebouw en het gebied. Mijn advies? Bouw niet voor leegstand, maar werk op een creatieve wijze samen met andere organisaties en doe dit alles op efficiënte wijze, zodat zo veel mogelijk geld overblijft voor het onderwijs zelf.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
67
Elke luchtbehandelingskast van Solid Air is uniek Bij Solid Air Luchtbehandeling doen we niet aan standaardoplosingen. Ieder apparaat is uniek, omdat iedere klantvraag dat ook is. Wij leveren modulaire luchtbehandelingskasten op maat, al of niet met generatieve wtw op basis van adiabatische koeling.
Solid Air is ook de bedenker en producent van Aeolus, de enige compacte HR wtw-unit die werkelijk compleet en geheel stekkerklaar wordt geleverd.
BIM READY!
Tel +31 20 696 69 95
[email protected]
solid-air.nl
Vraaggestuurd ventileren op basis van CO2
Gezonder binnenklimaat = verbetering van leerprestaties Constant volumeregelaar
Regelunit
CO2-sensor
Regelklep
Fris en gezond binnenklimaat Lage onderhoudskosten Lagere energiekosten Laag geluidsniveau Gebruiksvriendelijk Eenvoudige installatie
Aralco NVS
T +32 56 52 80 60
E
[email protected]
I www.aralco.nl
/ PROJECT
De kleuren van de gevel keren terug in het interieur (foto: Luuk Kramer).
Brede School ’t Berflo: fris en vrolijk Sinds november vorig jaar is Hengelo met de ingebruikname van de Brede School ’t Berflo een blikvanger rijker. De organische vorm, goud-zilveren aluminium gevel en gevelplaten in de kleuren van de regenboog: hoe uitnodigend wil je het hebben? Binnen wacht een warm welkom: een aangenaam binnenklimaat met een zeer lage energievraag. Tekst: Wilma Schreiber
’t
Berflo huisvest drie basisscholen en verder onder meer een consultatiebureau, een GGD-post, een peuterspeelzaal en een kinderopvangcentrum. Tevens zijn er enige multifunctionele ruimten, waaronder een wijkzaal. Tijdens een informatiesessie van het Centrum voor Gezonde Scholen vertelt Ellen Wolkotte, locatieleidster basisschool
Paus Joannes XXIII, dat de wensen en het welzijn van de gebruikers steeds centraal hebben gestaan bij de bouw. “Het gebouw loopt rond, iets waarin kinderen zich vanaf dag 1 thuis voelen”, zegt ze. “Er is een klimaatbeheersingssysteem, maar leerkrachten kunnen in hun eigen lokaal de temperatuur een paar graden hoger of lager zetten. De ramen kunnen open en het licht is mooi.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
69
Dankzij de organische vorm past het gebouw naadloos in het landschap (impressie: Spring Architecten).
Scherpst van de snede
Heldere businesscase
Uit een Gezonde Scholen-studie, waaraan 1.100 scholen deelnamen, blijkt dat het binnenklimaat in scholen lang niet altijd optimaal is. Onder druk van beperkte budgetten moet op het scherpst van de snede gebouwd worden, waardoor niet altijd de goede keuzes worden gemaakt omtrent duurzaamheid en gebruiksvriendelijkheid. “Een op de drie scholen heeft klachten over het thermisch comfort, terwijl ingrepen op dit vlak snel terugverdiend kunnen worden. Daarnaast ervaart twintig procent van de scholen klachten over het visueel comfort. Goed licht is belangrijk voor de concentratie van de leerlingen en geautomatiseerde systemen zoals bewegingsmelders en diminstallaties dragen bij aan energiezuinigheid. Toch heeft 70 procent van de scholen een verouderde verlichting”, vertelt Anneleen Vandenberk van het Centrum voor Gezonde Scholen. Ook op het gebied van luchtvochtigheid, akoestiek en geluidsisolatie en -absorptie bestaan nog pijnpunten.
Ook Rommie Spoelstra van Royal HaskoningDHV benadrukt het belang om gebouw en gebruikers met elkaar te verbinden. “In interactieve sessies met opdrachtgever en gebruikers inventariseren we hun wensen. Deze functionele eisen vertalen we vervolgens in technische eisen in het Programma van Eisen.” Royal HaskoningDHV werkt bij gebouwen met het 4B-model, waarbij de B’s staan voor Behaaglijk, Betekenisvol, Beïnvloedbaar en Begrijpelijk. “De businesscase is helder. Maatregelen die de gezondheid en het welzijn van de gebruikers bevorderen, zorgen voor een hogere productiviteit. Die investering is echt de moeite waard.” Bij ’t Berflo hebben Alfons Hams en Jurjen Vermeer van Spring Architecten vol ingezet op het creëren van een klimatologisch aangenaam, energieneutraal (passiefhuisconcept) en multifunctioneel gebouw, dat past bij het landschap. Dit resulteerde in een organische vorm, gekoppeld aan
70 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT bomen, het winkelcentrum en de watertoren. De vorm is compact, de looplijnen kort. Gangen zijn er niet, vanuit enkele vaste kernen loop je van plek naar plek: het Grand Café en de theaterzaal. De kleuren aan de buitenkant komen binnen terug. “Dat zorgt voor herkenning en versterkt de identiteit van gebruikers”, verklaart Vermeer. Voor het ontwerp werd nauw samengewerkt met gebruikers in een aantal dialoogrondes.
gekozen voor decentraal om afhankelijk van de plek in het gebouw te kunnen reageren op de zon en de gebruikersvraag”, stelt Hams. Om de akoestiek te optimaliseren, koos Spring Architecten voor een hoogwaardig geïsoleerd plafond met steenwol en een afgepleisterde open stuclaag. “Tevens hebben we zwevende dekvloeren toegepast voor minder contactgeluid.”
Ruimtelijk effect
Een aantal keuzes van de architect had wel een nadelige invloed op de uiteindelijke GPR-waarde van het gebouw. “Decentrale luchtbehandelingskasten kosten meer energie, omdat je meer motoren moet laten draaien. Maar omdat dit de kwaliteit van het binnenklimaat vergroot, nemen we een lagere score voor lief.” Ook de keus voor een dikke betonnen vloer om installatiekanalen in het gebouw te vermijden, leverde minpunten op in de categorie ‘Milieu’. Daar staat tegenover dat ‘t Berflo zonder meer hoog scoort op gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. De eerste ervaringen met het gebouw zijn positief, aldus Wolkotte. “Het gebouw is kindvriendelijk, energieneutraal en prettig om in te werken. We zitten hier vlakbij het spoor, toch is van geluidoverlast geen sprake. Natuurlijk moeten er nog puntjes op de i gezet worden, maar ik heb daar alle vertrouwen in.” Voor een goede inregeling van het gebouw heb je alle seizoenen nodig, beaamt Hams, die tevreden is over het resultaat. “Het is mooi als gebruikers het gebouw gaan omarmen, dat het hun gebouw wordt. Als zij het koesteren, heb je wat bereikt.”
De gezondheidsaspecten, uiteenlopend van luchtkwaliteit, thermisch comfort, ruimte, visueel comfort en akoestiek, kregen alle aandacht met als uiteindelijk doel het optimaliseren van de leerprestaties. Wat maakt ‘t Berflo tot een gezonde school? “De extra hoge vrije ruimte van 3,5 meter geeft lucht en vrijheid. Daarnaast hebben we holtes in het gebouw zo veel mogelijk vermeden, hierin kan vuil ophopen. Dus geen verlaagde plafonds, geen radiatoren en geen kruipruimten. Het gebouw is zodoende goed schoon te houden”, vertelt Hams. Voor het ruimtelijk effect heeft het gebouw zo min mogelijk kolommen en is in plaats daarvan gewerkt met een 40 centimeter dikke vloer, waarin tevens de installaties zijn verwerkt. Panoramische ramen met uitzicht op het park, patio’s en daklichten maken ‘t Berflo tot een bijzonder licht gebouw. Lichtwering aan de binnenzijde en zonwerende beglazing voorkomen overlast door zonlicht. Op het dak bevindt zich een aantal decentrale luchtbehandelingskasten. “Per vier lokalen is er één installatieschacht, waarlangs de lucht via een doekbuis het lokaal in komt. We hebben
Toekomstwaarde
De uitzonderlijke verdiepingshoogte versterkt het gevoel van ruimte (foto: Luuk Kramer).
Duurzame Scholen | april 2015 |
71
Gezond en duurzaam verwarmen en koelen Toepassing: Vloerverwarming, plafond- en wandverwarming/koeling
BioClina capillaire klimaatmatten als oppervlakte afgiftesysteem zet nieuwe maatstaven en geeft verwarmen vanuit plafond, wand (d.m.v. straling) of vloer en koelen vanuit plafond of wand een nieuwe dimensie. Door een overdrachtsoppervlak dat tot 300% groter is dan bij traditionele afgiftesystemen, kan de installatieontwerper technisch betere ontwerpen realiseren dan voorheen met traditionele systemen niet, of alleen tegen hoge meerinvesteringen, mogelijk was. Vanwege de hoog efficiënte activering, dicht aan de oppervlakte (6 tot 10 mm), de kleine capillaire buisdiameter (ø 4,3 mm), de geringe buisafstand (20 mm) en het kleine temperatuurverschil tussen aanvoer en retour (2K), kunnen ruimten al voldoende worden verwarmd met watertemperaturen van 30/28˚C, tot ver onder het vriespunt. Als bijkomend voordeel op het zeer hoge belevingscomfort bij toepassing van het BioClina systeem, is dat door de lage wateraanvoertemperaturen het rendement van een warmtepomp met meer dan 35% wordt verbeterd. De reactiesnelheid van het BioClina systeem bedraagt slechts 6-15 minuten. Dit geldt ook bij toepassing als vloerverwarming. En niet 4 uur, zoals gebruikelijk bij traditionele vloerverwarmingssystemen. Voor behaaglijkheid en een superieur comfort kiest u voor BioClina. Meer voordelen en informatie: www.BioClina.nl
Winnaar Innovatieprijs
Navos Klimaattechniek B.V. Kleveringweg 20, 2616 LZ Delft T: 015 – 215 37 28 W: www.BioClina.nl E:
[email protected]
Een duurzaam klimaat begint met meten Meetapparatuur
Energie
• Zonnestraling, Licht • Windrichting, Windsnelheid • Temperatuur, RV, Druk
T +31 (0) 85 273 1917 F +31 (0) 85 273 1918 E
[email protected]
DeltaOhm_2013.indd 1
www.deltaohm.nl 10-02-13 21:22
/ PROJECT
Op maat gemaakt onderwijs Als onderwijskundig ondernemer is Gertjan Kleinpaste voortdurend op zoek naar vernieuwing op het gebied van onderwijs. Vandaar dat hij geldt als kernteamlid van ‘Onderwijs van de Toekomst’. “Over tien jaar zie ik schoolgaande kinderen van verschillende leeftijden gezamenlijk op maat gemaakte lesprogramma’s volgen.”
Tekst: Tim van Dorsten
Tijdens het interview met Duurzame Scholen Magazine haalt hij de naam Sir Ken Robinson aan. Deze Brit staat bekend als internationaal expert en voorvechter van creativiteit en innovatie in het onderwijs en het bedrijfsleven. “Van hem weten we dat in elk land op de wereld dezelfde patronen in het onderwijs zijn geslopen”, vertelt Kleinpaste. “Overal ligt een zwaar accent op rekenen/wiskunde en op taalwerving en overal organiseren wij het onderwijs in klassen of groepen, waarin je met leeftijdsgenootjes op hetzelfde moment dezelfde leerstof aangeboden krijgt.” Diezelfde Robinson vertelt ook dat we in spannende tijden leven, vertelt Kleinpaste. “Hij benoemt het als de transitie van het ‘industriële’ naar het ‘organische’ tijdperk. En vindt dat deze tijd om ander onderwijs vraagt.”
Begeleiding in veranderende maatschappij Kleinpaste sluit zich hierbij aan. “De maatschappij verandert ingrijpend en het is onze taak om de volgende generatie te begeleiden om hun weg te vinden in die veranderende maatschappij. Het is echter niet onze taak hen voor te bereiden op een leven dat er precies zo uitziet als het onze.” Volgens hem helpt het daarom niet om het onderwijs in de huidige vorm aan te bieden. “Hierbij heeft de huidige generatie gezorgd voor de doelen en de inhoud over wat de volgende generatie moet weten.” Desondanks ziet Kleinpaste nog te weinig beweging in onderwijsland. “Ik heb het daarbij vooral over het algemene onderwijsbeeld, want er zijn zeker positieve uitzonderingen. Kijk maar eens naar De School in Zandvoort en Agora in Roermond. Beide scholen geven maatwerkonderwijs: personalized learning.”
Gertjan Kleinpaste: ‘We moeten ons weer concentreren op leren en uitgaan van hun sterke punten.’
Duurzame Scholen | april 2015 |
73
Bouwt u mee aan een toekomstbestendige sector?
De bouwbranche staat voor enorme uitdagingen: van het reduceren van faalkosten tot het verminderen van CO2-uitstoot. Duurzaam Gebouwd brengt als integraal platform daarom alle schakels in de bouw- en vastgoedsector samen en richt zich samen met toonaangevende partners op integrale samenwerking, kennis- en netwerkdeling en het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe business. Word partner van Duurzaam Gebouwd en behoor tot de top 250 organisaties die de bouw- en vastgoedsector een grote stap vooruit willen helpen.
BEZOEK VOOR MEER INFORMATIE DUURZAAMGEBOUWD.NL 74 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT En juist dat geniet zijn voorkeur. “Vergeet die Wet op het Passend Onderwijs en kijk naar het individuele kind en zijn kwaliteiten en mogelijkheden. Pas hier vervolgens maatwerk onderwijs op toe.”
Themalokalen Over een jaar of tien ziet hij dan ook kinderen van 4 tot en met 14 à 16 jaar bij elkaar in de klas zitten. “Per kind komt er een onderwijsbudget van zo’n twaalf jaar: een persoonsgebonden budget. Eerst ligt de regie in handen van zijn ouders en langzaam maar zeker krijgt het deze zelf in handen.” Daarnaast ziet hij scholen met zogeheten themalokalen. Hierin volgen scholieren – ongeacht hun leeftijd – hetzelfde vak, zoals rekenen, taal of geografie. Op hun eigen tablet volgen ze dan hun eigen lesstof en vragen kunnen ze stellen aan hun medescholieren. Uit onderzoek blijkt dat dit veel beter werkt dan uitleg van een leerkracht.” Toch blijft Kleinpaste overtuigd van de waarde van een leraar of lerares. “De interactie met de leerkracht blijft heel belangrijk. Leraren stimuleren, motiveren en vertellen het grote verhaal.” De voornaamste verandering in zijn ogen is dat de regie en het eigenaarschap dienen te veranderen. “Het onderwijs moet zich richten op kinderen. We moeten ons weer concentreren op leren en uitgaan van hun sterke punten.”
Digitale revolutie Wat hem betreft staat de tablet hierbij centraal. “Volgens de Rotterdamse hoogleraar transitiemanagement Jan Rotmans vinden er momenteel grote veranderingen plaats en zitten we midden in een digitale revolutie.” Kleinpaste ziet kinderen over tien jaar dan ook niet meer met boeken rondlopen. “Die boeken horen enkel thuis in de mediatheek. De tablet heeft de toekomst, zeker voor maatwerkonderwijs.”
Gepersonaliseerd leren Hij heeft ook zelf geprobeerd om zijn manier van denken op een basisschool door te voeren. “Acht maanden heb ik leiding gegeven aan een particuliere school in Breda, die het anders wilde doen. Helaas bleek deze school niet levensvatbaar, omdat er te weinig sponsoren waren.” Vanuit die school kwam hij wel in contact met de organisatoren van ‘Miami Device’, een grote conferentie met veel nieuw over beschikbare digitale content en over gepersonaliseerd leren. “Via Skype heb ik een bijdrage aan ‘Miami Device’ door te vertellen hoe we in Breda hebben geprobeerd het funderend onderwijs meer op maat in te richten. Hopelijk lukt me dit in de toekomst ook in de praktijk.”
In de voormalige school in Breda kregen kinderen onderwijs op maat, dankzij tablets.
Onderwijs van de Toekomst Kleinpaste is een van kernspecialisten van ‘Onderwijs van de Toekomst’. “Samen met andere experts in deze community ben ik hiermee actief op het gebied van ‘Community Learning Centers’. We organiseren regelmatig in Breukelen een onderwijsdiner voor schoolleiders, bestuurders en onderwijsprofessionals, waarbij altijd een actueel onderwijsthema centraal staat.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
75
Duurzame ambities samen waarmaken
www.thermaflex.com
Tel. 0416 567 777
[email protected]
Oplossingen voor een gezond binnenklimaat Solid Air levert alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van roosters en luchtbehandelingskasten tot en met koelconvectoren en klimaatplafonds. Producten van Solid Air onderscheiden zich door efficiënt warmte-/koudetransport, lage temperatuurverwarming, hoogste lekdichtheidsklasses en het gebruik van duurzame materialen.
BRANDWERENDE PRODUCTEN
BIM READY!
Tel +31 20 696 69 95
[email protected]
KLIMAATPLAFONDS
LUCHTBEHANDELING
LUCHTVERDEELTECHNIEK
solid-air.nl
/ ACHTERGROND
Samen het onderwijs beter maken In de onderwijswereld vinden voortdurend veranderingen plaats. Zo zijn schoolbesturen in het primair onderwijs sinds 2015 zelf verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van hun scholen. Om scholen hierbij te ondersteunen, heeft een aantal marktpartijen de handen ineengeslagen. Doel van het consortium 1.000SCHOLEN is het grootschalig revitaliseren van schoolgebouwen in het primair onderwijs. Tekst: Henk-Jan Hoekjen
In de Troonrede van 2013 liet het kabinet koning WillemAlexander de overtuiging uitspreken dat onze klassieke verzorgingsstaat langzaam verandert in een samenleving waarin ‘van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving’. Het kwam minister-president Mark Rutte cum suis op de nodige kritiek te staan. Oppositiepartijen meenden in de term ‘participatiesamenleving’ een schaamlap te zien voor onbarmhartig bezuinigings-beleid. De oproep aan de samenleving om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor het publieke veld is echter verre van revolutionair. Een gezonde democratische samenleving kan alleen functioneren, wanneer het gezamenlijke belang voortdurend onderkend en onderhouden wordt. Zeker in het primair onderwijs is dit zo klaar als een klontje: deze instellingen draaien immers al sinds jaar en dag op de medewerking van betrokken vaders en moeders. Van musicals tot sinterklaasvieringen: ze zijn ondenkbaar zonder hun participatie.
Plofscholen Als gevolg van nieuwe wetgeving zijn de besturen van basisscholen sinds dit jaar zelf verantwoordelijk voor het gehele onderhoud van hun scholen. In veel gevallen betekent dit waarschijnlijk dat ouders ook hier hun betrokkenheid tonen. Maar hierbij staan zij gelukkig niet alleen. Want medio 2014 richtte een aantal marktpartijen het consortium 1.000SCHOLEN op, dat schoolbesturen wil helpen bij het onderhouden van hun schoolgebouwen. De ambities van de deelnemende partijen Strukton Worksphere, ABN AMRO en MC2 conceptontwikkeling gaan daarbij verder dan een likje
Moreen Oud: “Bij duurzaamheid gaat het om veel meer dan alleen om het besparen van energie.”
verf op de kozijnen. Het consortium is gericht op het grootschalig revitaliseren van onderwijsgebouwen in het primair onderwijs, met als doel de leeromgeving te verbeteren en het energiegebruik terug te dringen. “We zijn begin 2014 gestart op initiatief van Strukton Worksphere”, vertelt Moreen Oud van MC2 conceptontwikkeling. “Onze samenwerking kwam tot stand omdat we constateerden dat er iets moet veranderen in de schoolgebouwen in het primair onderwijs. Veel scholen in het basisonderwijs zijn ‘plofscholen’: het is er bijvoorbeeld slecht gesteld met het binnenklimaat. Ook voldoen veel gebouwen qua isolatie niet meer aan de hedendaagse eisen. Daarom kwamen wij tot de conclusie dat we gezamenlijk iets zouden kunnen betekenen voor de scholen. Wij hebben de ambitie om het breed aan te pakken, daarom hebben we gekozen voor de naam ‘1.000SCHOLEN’.”
Verouderde schoolgebouwen Het bevorderen van de duurzaamheid van schoolgebouwen speelt een belangrijke rol voor het consortium. Op dit terrein
Duurzame Scholen | april 2015 |
77
2 3 4 JUNI
2015
AMSTERDAM RAI Hoofdthema
(RE) BUILDING THE BUSINESS
KAARTVERKOOP
PROVADA
Dagthema’s
2 JUNI
IS GESTART
3 JUNI
Koop voor 13 april uw toegangskaart en maak gebruik van de early bird korting en betaal € 84,-
4 JUNI
excl. BTW voor een toegangskaart. (Reguliere prijs € 95,- excl. BTW).
Vind ons op Twitter @PROVADAre
78 | april 2015 | Duurzame Scholen www.provada.nl | www.provadaxperience.nl |
[email protected], +31 (0)30 60 514 24
/ ACHTERGROND is inderdaad nog een wereld te winnen. Uit het rapport ‘Krachtenveldanalyse verduurzamen schoolgebouwen PO en VO’ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland blijkt dat van de huidige voorraad schoolgebouwen (voor het primair én voortgezet onderwijs) globaal een achtste (oftewel duizend schoolgebouwen) dermate verouderd is, ‘dat ingrijpende renovatie of sloop en nieuwbouw dringend gewenst is’. Nog eens zo’n 2.000 scholen is volgens dit rapport functioneel voldoende goed, ‘maar behoeft onderhoud, verbetering van het binnenmilieu en het treffen van energiebesparende maatregelen’. Ongeveer de helft van de 8.000 schoolgebouwen in ons land voldoet volgens de Rijksdienst redelijk tot goed en kent geen ernstige gebreken. In veel gevallen voldoet zij echter nog niet geheel aan de eisen van de wet Milieubeheer.
Maatschappelijke ambitie 1.000SCHOLEN is zich bewust van deze opgave. “Wij richten ons alleen op gebouwen voor het primair onderwijs”, vertelt Oud. “Op dit terrein is nog veel te doen: ons land staat vol met oude, slecht geïsoleerde schoolgebouwen. Dit leidt tot een slecht binnenklimaat en negatieve gevolgen voor de leerprestaties en de gezondheid van kinderen en leerkrachten. Verkeerd ingestelde technische installaties verspillen onnodig energie. We kunnen bijvoorbeeld veel winnen wanneer we zorgen dat de verlichting en de verwarming alleen aan staan wanneer het schoolgebouw gebruikt wordt.” Oud benadrukt dat de ambities van het consortium veel verder gaan dan het besparen van energie. “We hebben een maatschappelijke ambitie. Bij duurzaamheid gaat het namelijk om meer dan alleen om het besparen van energie. Onze ambitie is het realiseren van een optimale onderwijsomgeving, waar op de best mogelijke manier onderwijs gegeven kan worden. Want dát is wat scholen echt willen.”
Andere behoefte Dat betekent dat behalve ‘laaghangend fruit’ op het gebied van energieverbruik ook het aanpakken van allerlei structurelere problemen. Zo geeft ze aan dat een flink deel van de schoolgebouwen voor het basisonderwijs in ons land plaatsvindt in schoolgebouwen die al veertig of vijftig jaar oud zijn. “We willen iets betekenen voor scholen die sociaalfunctioneel en technisch niet meer geschikt zijn voor de eisen van deze
Voor scholenstichting Fluvium maakte 1.000SCHOLEN een inventarisatie op basis waarvan een maquette werd gerealiseerd van een moderne en duurzame leeromgeving.
tijd. Een groot deel van de basisscholen in ons land bestaat nog uit klaslokalen met lange gangen. Maar het onderwijs is de afgelopen jaren sterk veranderd: er is behoefte aan andersoortige ruimtes. Met het consortium willen we een bijdrage leveren aan het realiseren van een integrale modernisering van onderwijsgebouwen.”
Verschillende vakgebieden Bij aanvragen van schoolbesturen bepaalt 1.000SCHOLEN eerst de randvoorwaarden voor het businessplan, zoals de huidige staat van de gebouwen, de financiële situatie en de toekomstvisie. Vervolgens wordt bekeken welke aanpassingen wenselijk en mogelijk zijn. “Onze kracht is dat we kennis uit verschillende vakgebieden bundelen. Doordat we gezamenlijk beschikken over bouwkundige, technische en financiële expertise, kunnen we schoolbesturen op al deze onderdelen adviseren.” Volgens Oud gaat het om structurele keuzes. “Schoolbesturen moeten inventariseren of hun gebouwen nog wel aan de hedendaagse en toekomstige eisen voldoen. Dit consortium ondersteunt scholen in het primair onderwijs bij een dergelijke inventarisatie.” Het samenwerkingsverband tussen Strukton Worksphere, ABN AMRO en MC2 conceptontwikkeling heeft al de nodige praktijkervaring opgedaan. Vooruitlopend op de wetgeving die afgelopen 1 januari 2015 inging, besloten de gemeenten Geldermalsen en Neerijnen en scholenstichtingen Fluvium en CPOB met basisschool Eben Haëzer vorig jaar al de samenwerking te zoeken met 1.000SCHOLEN. Ook voor een schoolbestuur in Rotterdam voert het consortium momenteel een inventarisatie uit. Oud is ervan overtuigd in de toekomst veel meer onderwijsinstellingen in het primair onderwijs van dienst te kunnen zijn. “Schoolbesturen en gemeenten kunnen profiteren van de sociale, technische en financiële expertise die we inbrengen. Gezamenlijk kunnen we zorgen voor toekomstbestendige huisvesting van basisscholen, waarbij gezondheid, duurzaamheid en functionaliteit centraal staan.”
1.000SCHOLEN combineert verschillende expertises.
Duurzame Scholen | april 2015 |
79
‘Belemmeringen weghalen bij decentralisatie’ Door een wetswijziging zijn de schoolbesturen van basisscholen sinds begin dit jaar verantwoordelijk voor het onderhoud van hun schoolgebouwen. Volgens Wim Lengkeek is dit besluit voor veel besturen misschien iets te vroeg gekomen. “De beste oplossing is om basisscholen in multifunctionele gebouwen te plaatsen.” Tekst: Tim van Dorsten
H
ij was middenbouwdocent en directeur van basisschool De Cirkel in Assen en heeft lesgegeven aan basisschool De Uitleg in Dalfsen. Wim Lengkeek kent de leeromgeving van schoolgebouwen en weet dus waarover hij spreekt. De adviseur onderwijshuisvesting GO|ON Ruimte-OK heeft het boek ‘Strategisch omgaan met onderwijshuisvesting vanaf 2015’ geschreven om aandacht te vragen voor de huisvesting van scholen in het primair onderwijs. “Sinds 1 januari 2015 geven gemeenten de besturen van basisscholen meer verantwoordelijkheid”, legt hij uit. “Het gaat hierbij voornamelijk om het onderhoud van de huisvesting, dat komt dan volledig op eigen conto.”
Professionaliseren Deze decentralisatie kwam niet uit de lucht vallen. In februari 2014 besloot de Tweede Kamer hiertoe. “Het is een trend, in
‘De besturen van basisscholen dienen te professionaliseren’ 80 | april 2015 | Duurzame Scholen
2007 gebeurde dit al voor het voortgezet onderwijs”, weet Lengkeek. “Uit onderzoek bleek dat het primair onderwijs destijds nog niet, maar er nu wel klaar voor is. Ik ben echter bang dat dit niet geldt voor veel basisscholen. Hun besturen dienen hiervoor te professionaliseren.” En dat is dan ook de reden dat hij zijn boek heeft geschreven. “Ik heb me gericht op het bestuurlijk niveau van het primair onderwijs, maar ook op de facilitairmanagers en de conciërges.” Dit geeft in zijn ogen direct het dilemma aan voor de basisscholen. “Sinds 2015 zijn schoolbesturen juridisch eigenaar van de schoolgebouwen. Echter: veel schoolbesturen bestaan uit voormalige docenten en zij zijn voor zo’n rol niet opgeleid. Daarnaast zijn conciërges vaak manusjes-van-alles en zijn veel basisscholen te klein om een facilitair manager te hebben.”
Te weinig uitgegeven aan nieuwbouw Daarnaast mogen schoolbesturen niet zelf beslissen voor nieuwbouw. “De wet bepaalt dat de ‘zorgplicht’ hiervoor berust bij de gemeente. Dit is dus afhankelijk van het beleid van de gemeente”, legt Lengkeek uit. “Het lastige is echter dat zij extra zijn gekort door de motie van Tweede Kamerlid Sybrand van Haersma-Buma, in verband met de veronderstelde onderbesteding van gemeenten voor onderwijshuisvesting. Dit wil dus zeggen dat gemeenten de afgelopen jaren te weinig geld hebben uitgegeven aan nieuwbouw.” Door die motie neemt het kabinet met de ingang van 2015 € 256 miljoen uit het gemeentefonds. “Dit bedrag komt in de lumpsum – het totale bedrag voor personeel en materiaal – van het primair en voortgezet onderwijs.”
/ INTERVIEW Veertig jaar Volgens Lengkeek kan deze korting negatieve gevolgen hebben voor de integrale huisvestingsplannen van gemeenten. “Dit geld kan binnen de lumpsum niet geoormerkt worden en schoolbesturen mogen binnen de huidige wetgeving niet investeren in nieuwbouw. Deze overheveling betekent dat dit geld verloren gaat voor nieuwbouw van scholen in het primair onderwijs. Dit investeringsverbod voor het primair onderwijs geldt ook voor uitbreidingen van gebouwen.” Hij ziet een behoorlijk probleem ontstaan bij de vervanging van scholen. “Het overgrote merendeel van de schoolgebouwen is momenteel ouder dan veertig jaar en dat is momenteel de afschrijvingstermijn van schoolgebouwen. In het totaal beschikken we over zo’n 10.000 schoolgebouwen, waarvan we er momenteel jaarlijks zo’n zeventig vervangen worden. Reken maar uit hoe lang dat gaat duren.”
Green Deal Sommige schoolbesturen kunnen zich dus enkel beperken tot renoveren. “Het is belangrijk dat de besturen van basisscholen strategisch denken over wat nodig is voor een goede onderwijshuisvesting.” Volgens hem helpt hierbij de Green Deal Verduurzaming Scholen, die is gesloten tussen de Rijksoverheid, de onderwijs- en gemeentesector. Het doel hiervan is om op grote schaal de totstandkoming van een duurzame leer- en werkomgeving te versnellen. Deze Green Deal helpt schoolbesturen en gemeenten bij hun ambities om energiebesparing en de kwaliteit van het binnenmilieu op scholen (exploitatieneutraal) te verbeteren. “Een goede stap”, vindt Lengkeek. “Zo werken we samen aan duurzaamheid. Deze Deal gaat erom om belemmeringen op te sporen, deze te elimineren en kansen te zien. Bij grote scholen kan bijvoorbeeld de keuze liggen op zonnepanelen.”
Multifunctionele gebouwen Het primair onderwijs dat gehuisvest is in stedelijk gebied, zal minder problemen ondervinden dan het primair onderwijs in gebieden die met leegstand kampen. In die laatstgenoemde gevallen pleit Lengkeek voor huisvesting in multifunctionele gebouwen. “We zijn op dit gebied gebaat bij flexibiliteit. Bijvoorbeeld door het primair onderwijs samen te brengen in
Eerste exemplaar aan OCW Zo’n halfjaar geleden, op 8 oktober 2014, overhandigde Lengkeek het eerste exemplaar van zijn boek ‘Strategisch omgaan met onderwijshuisvesting vanaf 2015’ aan Adriaan Zeillemaker, plaatsvervanger directeur primair onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dit deed hij tijdens een bijeenkomst van Bouwstenen voor Sociaal in Utrecht.
Wim Lengkeek: “In mijn boek richt ik me op het bestuurlijk niveau van het primair onderwijs, maar ook op de facilitairmanagers en de conciërges.”
een gebouw met bijvoorbeeld een kinderdagverblijf.” Naar dit soort vormen van samenwerking zoekt hij. “Het is beter om samen te werken, zeker op het gebied van huisvesting.” Ten slotte noemt hij nog de groeiende behoefte aan flexibele gebouwen door de veranderingen in het onderwijs zelf. “De veranderingen van de afgelopen dertig jaar zijn groter en ingrijpender geweest dan in de voorgaande eeuwen tot zeg maar 1985. Huisvesting is geen doel, maar een middel: dat betekent een koppeling van de huisvestingsbehoefte aan onderwijskundige doelstellingen. Niet andersom.”
‘Bij grote scholen kan de keuze liggen op zonnepanelen’
Duurzame Scholen | april 2015 |
81
REAL CONCEPTS STRATEGIE
COACHING
Lex Bosmann Directeur M +31 (0)6-51262237 E
[email protected] STRATEGIE COACHING
CREATIE
REALISATIE
Stenograaf 3, 6921 EX Duiven Postbus 152, 6920 AD Duiven T +31 (0)26-3190160 C R EATW IE www.realconcepts.nl REALISATIE
Wij zijn uw partner op het gebied van strategie en marketing. Alles draait om een duurzame visie, creatieve concepten en effectieve eindproducten. www.realconcepts.nl
Colofon
Alle advertentieplaatsingen worden
Duurzame Scholen Magazine is een uitgave van
Partnerships en Commercie
Marketing & Events
DGB BV, in samenwerking met Stichting Duur-
Pieter Fritz, Senior Adviseur
Nicol Levers
het Advertentiewezen, gedeponeerd bij
zame Scholen en verschijnt tweemaal per jaar in
E:
[email protected]
Medewerker Marketing & Events
de rechtbanken in Nederland.
een oplage van minimaal 5.000 exemplaren.
M: +31 (0)6 25 13 91 55
E:
[email protected]
Uitgeverij / redactieadres
Bas Wieringa, Senior Adviseur
DGB BV, Willem Stuutlaan 8A,
E:
[email protected]
Barbara Berkelaar,
3769 AC Soesterberg,
M: +31 (0)6 46 02 12 05
Medewerker Marketing & Events
T: + 31 (0)85 273 59 70
Postbus 66, 3769 ZH Soesterberg, T: +31 (0)85 273 59 70 / F: +31 (0)85 273 59 68
Helga Poot, Adviseur Binnendienst
Redactie
uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen
E:
[email protected]
enkele wijze instaan voor de juistheid of
M: + 31 (0)6 21 18 26 18
volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen
Linde van Rooijen, Stagiair Marketing & Events
Tim van Dorsten, Redacteur
Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat deze
E:
[email protected] M: +31 (0)615 85 28 05
afgesloten conform de Regelen voor
enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook.
E:
[email protected]
Dirk van Gemert, Relatiemanager
E:
[email protected]
© DGB BV
T: +31 (0)85 273 59 70
E:
[email protected]
T: +31 (0)85 273 59 70
Het verlenen van toestemming tot publicatie in Duurzaam Gebouwd
M: +31 (0)6 46 02 12 06 Marvin van Kempen, Redacteur E:
[email protected]
Directie
T: +31 (0)85 273 59 70
Richard Klein MBA
Website
houdt in dat de uitgever met uitsluiting
www.duurzaamgebouwd.nl
auteur gemachtigd is de door derden verschuldigde vergoedingen voor ko-
E:
[email protected]
Verspreiding
M: +31 (0)6 21 84 68 78
DGB BV,
[email protected]
Ton Brands, Alyssa Grift, Henk-Jan Hoekjen,
Wietse Walinga
Opmaak en druk
Meindert Smallenbroek, Ronald Schilt,
E:
[email protected]
Real Concepts BV, Velp
Wilma Schreiber, Gerrit Tenkink, Lisa Wade,
M: +31 (0)6 21 84 69 06
Aan dit nummer werkten mee: Marjolein Ansink, Ronald van Bochove,
Robert Tjalondo,
van ieder ander onherroepelijk door de
piëren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex en art. 16b van de Auteurswet 1912; te innen en/of daartoe in een buiten rechte op te treden. ISSN 2210-5689
D S
Duurzame Scholen
Foto: Corbis / Hollandse Hoogte
Het schoolgebouw van de toekomst Slimme oplossingen voor frisse scholen
De ‘frisse school’ is een term die steeds vaker opduikt. Terecht, want uit onderzoek blijkt dat er op scholen veel te verbeteren is aan het binnenklimaat én de energieprestaties. Scholen zijn vanaf heden zelf verantwoordelijk voor het realiseren van een goed binnenklimaat, en dat heeft voordelen!. ABB is specialist in gebouwsysteemtechniek. Samen met partners en dochterbedrijven biedt ABB een range aan oplossingen voor het schoolgebouw van de toekomst. Comfort, duurzaamheid, veiligheid en productiviteit zijn daarbij onze speerpunten. Maak kennis met onze mogelijkheden. www.abb.nl
ABB b.v. Frankeneng 15 NL-6710 BC Ede Tel. +31 (0)318 66 93 00, Fax +31 (0)318 63 17 18 E-mail:
[email protected]
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
Duurzame Scholen Magazine April 2015
Inmiddels maken honderden scholen gebruik van EnergyAlert om inzicht te krijgen in hun overbodige energieverbruik én om geholpen te worden minder te gaan verbruiken. Bekijk vandaag nog het gratis bespaarplan met concrete / nuttige tips!
EnergyAlert | Inzicht in verbruik
www.energyalert.nl/scholen
#1
De schakel tussen probleem en oplossing Duurzame Scholen #1 | april 2015
Wij helpen scholen om minder energie te verbruiken
/ Duurzame Scholen ‘‘Wij bepleiten een integrale benadering’’
Petra van Haren en Roelf Willemstein:
In dit nummer: Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch
Vrije Universiteit wordt futureproof
Rondetafelgesprek: ‘Samenwerken moet je doen’