Wie of wat bepaalt sportgedrag? Willem van Mechelen @WvanMechelen Afdeling Sociale geneeskunde VU medisch centrum, Amsterdam, the Netherlands
Inhoud presentatie • Conceptuele overpeinzingen? • Determinanten van beweeggedrag • Rol van genen • Slotopmerkingen
Determinanten beweeggedrag sexe
attitude
leeftijd
sociale invloed
gedrag
SES etc.
persoonlijke effectiviteit barrières De Vries, OU, 1993
Determinanten van gedrag (Aarts et al., 1997)
Externe factoren
bewustzijn
gedrag
cognitie (A/S/E)
Gedragsintentie
gewoontes Gedragsbarrières
Sociale en fysieke omgeving
David Laibson “Exercising today involves immediate sweat and effort, with the benefits being realised in the long term we are therefore less inclined to exercise as much as we should. By contrast, the idea of exercising tomorrow looks very attractive. Hence we intend, quite sincerely, always to exercise tomorrow.” Laibson D (1998) Self control and saving for retirement. Brookings Papers on Economic Activity 1: 91–172.
lichamelijke inactiviteit abnormaal gedrag in een normale omgeving?
normaal gedrag in een abnormale omgeving?
De omgeving
Individueel gedrag
….verschillende invloeden
Individueel gedrag
fysieke omgeving Macro omgeving Micro omgeving
Economische omgeving
Socio-culturele omgeving
BMJ, Egger& Swinburn, 1997
Social Ecological Model of Physical Activity ENVIRONMENTAL/ POLICY
Organizational PA policies Urban planning policies Active transport policies
Area-level SES
SOCIOCULTURAL Social support friends
Social support family
Ethnicity Gender
INDIVIDUAL
Cultural norms Seasonality
Social capital
Topography
Education level
Living in cul-de-sac c
Sibling PA c Age
Social norms Aesthetics of environment
Connectivity of streets
Family rules PA c
SES
PHYSICAL ACTIVITY
DIETARY HABITS
SEDENTARY BEHAVIOR
Someone to be active with
Beliefs
Enjoyment Physician influence
Self-efficacy
Crime rates & neighborhood safety
Traffic (volume/speed)
Parental PA c
Barriers Stranger danger c
Access to recreational facilities
Peer & sibling interactions c
Social isolation Children same age live nearby c
Access to parks/ playgrounds Walking/cycling tracks
Perceptions of safety Time spent outdoors c
(Adapted from Davison & Birch 2001)
Ecologisch model voor determinanten van beweeggedrag
Bauman et al (Lancet 2012)
Uijtdewilligen et al (BJSM. 2011)
Uijtdewilligen et al (BJSM. 2011)
Determinanten van bewegen resultaten review
• Bij kinderen: 41 determinanten beschreven 1 met matige associatie met bewegen: –intentie
• Bij adolescenten: 39 determinanten beschreven 4 met matige associatie met bewegen: –Leeftijd –Etniciteit (afro-americans bewegen minder) –Planning –Beweging in het verleden Uijtdewilligen et al (BJSM. 2011)
Bauman et al. (Lancet 2012) Overzicht van reviews over voorspellers van beweeg gedrag bij volwassenen
Determinanten van beweeggedrag volwassenen
Duidelijke voorspellers: •Gezondheid •Self-efficacy Consistent bewijs voor: •Geschiedenis beweeggedrag (tijdens volwassen leven) •Intentie om te bewegen •stress Bauman et al (Lancet 2012)
Relatie met beweeggedrag volwassenen
Correlate
inverse
Geslacht
Leeftijd
Opleidingsniveau
Overgewicht
Etniciteit
Ervaren inspanning
Social support
Bauman et al (Lancet 2012)
Tracking coëfficiënten nemen af als de tijd tussen meet momenten toe neemt Bauman et al (Lancet 2012)
Determinanten beweeggedrag sexe
attitude
leeftijd
sociale invloed
gedrag
SES etc.
persoonlijke effectiviteit barrières De Vries, OU, 1993
• tested a conceptual model (TPB) integrating past behavior, relevant environmental-level and individuallevel factors and their associations with adolescent PA • Adolescents (n=221; 60% girls), validated questionnaires. PA assessed May 2003 and November 2003. TPB-cognitions regarding PA & environmental factors were assessed November 2003. • Confirmatory Factor Analyses and path analyses
Significant path
Non-significant path
Underlined value is % explained variance
Determinanten van bewegen na een dwarslaesie • 25 studies geïncludeerd • 21 van lage methodologische kwaliteit • 1 met hoge methodologische kwaliteit
Voorspellers van bewegen na een dwarslaesie (1) Relatie tussen functies van het lichaam en bewegen Categorie
associatie
Aantal studies
Pijn
- /Demotiveert
3
Relatie tussen activity and participation en bewegen Categorie
associatie
Aantal studies
Gewichtsbeheersing
+/Motiveert
2
Competitie tijdens sport
+/Motiveert
3
Sociale contacten
Motiveert
2
Fekete & Rauch (Disabil Health J. 2012)
Voorspellers van bewegen na een dwarslaesie (2) Relatie tussen omgeving en bewegen Categorie
associatie
Aantal studies
Prijs van sport uitrusting
Drempel
2
Slechte bereikbaarheid faciliteiten
Drempel
6
Slechte bereikbaarheid gebouw
Drempel
2
Support
Stimuleert tot lichte activiteit
3
familie
Stimuleert
2
vrienden
Stimuleert
3
Problemen met transport
Drempel
4
Counseling tijdens revalidatie
stimuleert
2
Fekete & Rauch (Disabil Health J. 2012)
Voorspellers van bewegen na een dwarslaesie (3) Relatie tussen persoonlijke factoren en bewegen Negatief
Geen/tegenstrijdig bewijs
Positief
Schaamte
Leeftijd
Doelen stellen
Gevoel van incompleetheid
Geslacht
zelfbeeld
Ontevredenheid met lichaam
Huwelijksstatus
Gezondheid (zelf rapport)
Angst voor letsel
Self-efficacy
Gebrek aan kennis
Intentie tot bewegen
Gebrek aan motivatie
Voormalig beweeggedrag
Gebrek aan tijd
Laesie niveau
Ernst van handicap
Compleetheid laesie Versterken tijd sinds laesie depressie Fekete & Rauch (Disabil Health J. 2012)
lichamelijke activiteit en aerobe fitheid
Bouchard et al. (1999) • 481 sedentaire volwassenen: – 98 gezinnen (2 generaties) – 4 steden in de VS
• Een trainingsprogramma van 20 weken
Trainingseffect per individu in 4 steden
Bouchard et al. (Am Phys Soc 1999)
Trainbaarheid binnen families
Bouchard et al. (Am Phys Soc 1999)
~58% van variantie in trainingseffect werd genetisch verklaard High responders
Low responders
Timmons et al. (Am Phys Soc 2010)
Bouchard et al. (2012) • Proefpersonen: ‘completers’ uit 6 verschillende trainingsstudies
Het effect van een beweegprogramma
Bouchard et al (PLoS one 2012)
Aantal adverse-responders binnen 6 verschillende cohorten
Bouchard et al (PLoS one 2012)
additive genetic (A) shared environmental (C) unique environmental (E)
CONCLUSIES •
SPORTGEDRAG IS COMPLEX
•
MULTIFACTORIEEL CLUSTER AAN DETERMINANTEN
•
ONBEREDENEERD, GEWOONTEGEDRAG
•
OMGEVING ‘STUURT’ GEDRAG
•
DEELS GENETISCH BEPAALD
www.facebook.com/ECSS2014 @ECSS2014