STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD REGIO DEN HAAG
J A A R B E E L D 2 01 1
In Nederland zijn overal Steunpunten Huiselijk Geweld. Deze Steunpunten hebben een regionale functie in de Aanpak van Geweld in Afhankelijkheidsrelaties. In de regio Den Haag voert de gemeente Den Haag, mede namens de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer de regie. Hiervoor is een regionaal convenant opgesteld en werken vele ketenpartners samen om deze complexe problematiek aan te pakken. De GGD Den Haag
Wat doet het Steunpunt Huiselijk Geweld? · Meld-, Advies- en Steunpunt voor publiek en professionals bij de Frontoffice; · voorlichting en deskundigheidsbevordering aan professionals en publiek rond het thema ‘Huiselijk Geweld’; · casemanagement (outreachende functie) voor situaties waar eergerelateerd geweld wordt vermoed; · coördinatie in de Haaglandse Aanpak en Veilig Verder-teams; · coördinatie van de hulpverlening voor de huisverboden; · casemanagement (outreachende functie) voor ouderenmishandeling. Langs deze thema’s nemen we u mee in dit jaarbeeld van Steunpunt Huiselijk Geweld.
heeft de projectleiding over het totale ‘Project Huiselijk Geweld’. De uitvoering van het Steunpunt Huiselijk Geweld, spil in de aanpak, is belegd bij stichting Wende.
Wie er weet van heeft, mag niet zwijgen Ronald Sietsma is sinds 1 januari 2012 directeur/bestuurder van stichting Wende. Hij heeft inmiddels indringend kennis kunnen maken met het werk van het Steunpunt Huiselijk Geweld. In een column beschrijft hij zijn indrukken en ambities voor 2012.
‘Als nieuwkomer in dit werkveld ben ik getroffen door de ernst van de problematiek. Het zijn vaak zeer gecompliceerde situaties. Ik zie hardwerkende collega’s met hart voor de zaak. Ze hebben echt iets met deze gezinnen en doen hun uiterste best het geweld te stoppen en de situatie weer leefbaar te maken. Het Steunpunt slaagt erin een spilfunctie te vervullen bij de aanpak van huiselijk geweld in deze regio door hulpverleners te koppelen, lijnen uit te zetten en te zorgen dat het proces op gang komt en blijft. Daarbij wordt goed samengewerkt met de ketenpartners. Wat ik ook zie, is een grote betrokkenheid van de gemeente bij de problematiek. Zo komt wethouder Baldewsingh in 2012 op werkbezoek en denken ambtenaren met ons mee hoe we de sterke groei van het aantal casussen en huisverboden kunnen opvangen.
Bij de onmacht komen Dat brengt mij bij een belangrijke ambitie voor de komende tijd. Door al in een vroeg stadium te reageren op signalen van huiselijk geweld en de hulpverlening in gang te zetten, wordt voorkomen dat een zaak escaleert. Dat bespaart alle direct betrokkenen veel pijn en leed, maar het voorkomt ook dat zwaardere vormen van hulpverlening nodig zijn. Geweld in relaties ontstaat vaak uit onmacht. Als we eerder bij die onmacht komen en mensen helpen om anders met conflicten om te gaan, kan weer perspectief ontstaan. Meestal wil iedereen binnen een gezin dat het weer goed komt. Helaas zijn er soms al zulke ingrijpende dingen gebeurd, dat herstel heel moeilijk wordt. Hoe eerder hulp wordt geboden, des te groter de kans op terugkeer naar een veilig gezinsverband. Als een breuk toch onvermijdelijk blijkt, hoeft
1
dat niet gepaard te gaan met zware conflicten en fysiek geweld. Uiteindelijk levert dat ook een besparing op, want kortdurende ambulante hulp is altijd goedkoper dan intensieve hulp met opvang buitenshuis. Dan kunnen we met eenzelfde budget per saldo meer cliënten helpen. Daarom moeten professionals alerter worden op vroege signalen van geweld in relaties. Het is verbijsterend wat zich allemaal achter de voordeur afspeelt. Wie er weet van heeft, mag niet zwijgen.’ Ronald Sietsma Directeur/bestuurder stichting Wende
jaarBEELD steunpunt huiselijk geweld 2011
jaarBEELD steunpunt huiselijk geweld 2011
Manager Ine Burgers schetst veranderend werkveld in 2011
Verdieping en verbreding aanpak huiselijk geweld Meer huisverboden. Meer zaken Eergerelateerd Geweld. Een nieuwe werkmethode in de Veilig Verderteams. Steviger inbedding in het Veiligheidshuis. Invoering meldcode …. . Het zijn hectische tijden voor het Steunpunt Huiselijk Geweld. ‘Ons werkveld is permanent in beweging,’ stelt manager Ine Burgers dan ook. Ze schetst een aantal ontwikkelingen in 2011 en hun consequenties voor 2012.
Frontoffice 24 x 7 bereikbaar Onze telefonische Frontoffice is 24 uur per etmaal en 7 dagen per week bereikbaar. Maatschappelijk werkers voeren gesprekken met slachtoffers en plegers, maar ook met familieleden, buren, hulpverleners en anderen die weet hebben van huiselijk geweld. De Frontoffice biedt naast kortdurende telefonische hulp ook de mogelijkheid om een afspraak te maken voor een adviesgesprek op kantoor. De bellers hebben uiteenlopende verwachtingen en behoeften. Gaat het om een acute ernstige melding, dan wordt meteen actie ondernomen. Soms volstaat een luisterend oor of kan de medewerker het probleem verhelderen en advies geven over hoe de situatie zou kunnen veranderen. Soms wordt gericht doorverwezen naar een andere instelling. Een tweede taak van de Frontoffice is na afloop van een hulptraject cliënten te blijven volgen en regelmatig te informeren naar hoe het gaat en of de gemaakte afspraken worden nagekomen.
‘Als je alle veranderingen op een rij zet, zie je twee hoofdlijnen. Het begint met beter signaleren en vroegtijdig melden van huiselijk geweld. De tweede stap is snel en effectief hulpverlening op gang brengen. Op beide terreinen wordt vooruitgang geboekt. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling moet ervoor zorgen dat professionals alerter worden en beter weten hoe op signalen te reageren. In de regio Den Haag werken veel scholen en instellingen hard aan de invoering. Het is een nieuwe stap om geweld in relaties uit de taboesfeer te halen.
nauw samen met hun collega’s van politie, gemeente, justitie, reclassering en andere instanties. Ze delen informatie en roepen elkaars deskundigheid in. ‘Het Veiligheidshuis biedt de kans om de twee ketens van hulpverlening en strafrecht beter met elkaar te verbinden dan nu het geval is. Waar geweld is, komt het strafrecht in beeld. Soms is de pleger al eerder met justitie in aanraking geweest of is de mishandeling zo ernstig dat hij of zij een dagvaarding krijgt. We adviseren het slachtoffer altijd om aangifte te doen in de hoop dat justitie tot vervolging over gaat.
Het Steunpunt heeft een spilfunctie bij het op gang brengen van de hulpverlening en het coördineren van de ketenaanpak. Onze rol in dit proces is volop in ontwikkeling. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling naar Veilig Verderteams, een ontwikkeling die momenteel onder regie van de GGD Den Haag is ingezet. In de Veilig Verder-teams heeft het Steunpunt een spilfunctie bij het opstarten van hulp en daarna bewaken van de samenwerkingsafspraken. Het Steunpunt zet zich ook in voor verbetering van de uitwisseling van informatie tussen ketenpartners en vergroting van de kennis bij professionals.
We zien dat het tijdelijk huisverbod een effectief middel is om het acute gevaar weg te nemen en rust in het gezin te brengen. Maar een huisverbod is een bestuursrechtelijke maatregel die maar tien tot maximaal 28 dagen duurt. De pleger kan dan in principe weer terug naar huis. Vaak loopt er daarnaast een veel langduriger strafrechtelijk onderzoek. Het zijn nu te zeer afzonderlijke sporen.
Grote impact op kinderen De meldcode zal leiden tot een toename van het aantal meldingen, verwacht Ine Burgers: ‘Soms is een advies voldoende, maar bij ernstige of gecompliceerde meldingen schakelen we hulpverlening in. Als er ook kinderen in het spel zijn, wordt contact gezocht met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). De impact is groot als kinderen getuige zijn van agressie tussen ouders. Het risico bestaat dat het geweld zich voortzet in de volgende generatie. Zeker als een kind zoiets jarenlang meemaakt. Daarom is het goed kinderen bij de hulpverlening te betrekken, ook als ze zelf niet fysiek slachtoffer zijn.’
Preventie Het Steunpunt heeft met de gemeente in de planning voor 2011 afgesproken om 56 keer voorlichting te geven. In totaal kwamen er 68 verzoeken binnen, waarvan er 55 konden worden gehonoreerd. Het waren bijeenkomsten voor zowel professionals (hulpverleners, leerkrachten, studenten) als voor een breed publiek. In 2012 is minder ruimte voor voorlichting, omdat er prioriteit gegeven wordt aan de vernieuwing en tevens uitbreiding van de Haaglandse Aanpak naar Veilig Verder-teams voor de hele regio.
Onder druk van strafrecht Voor een effectieve aanpak is een verdere verankering van het Steunpunt in het Veiligheidshuis Den Haag van groot belang. Medewerkers van het Steunpunt werken er nu al
Ervaringen van cliënten:
De druk van een strafzaak kan de pleger ertoe aanzetten zich rustig te houden en hulpverlening te accepteren. Dit sluit aan bij de Zo Spoedig Mogelijk-aanpak van politie, justitie en reclassering. Snelle sancties in combinatie met hulpverlening sorteren het meeste effect direct na het vergrijp. We hebben niet de illusie dat straf het geweld zal stoppen, maar het strafrecht kan wel een stok achter de deur zijn om plegers én slachtoffers te bewegen iets aan hun situatie te doen.’
Veilig Verder-teams ‘Onze medewerkers krijgen een sleutelrol in de Veilig Verder-teams die we gaan uitrollen in de hele regio. In een Veilig Verder-team werken teamleden vanuit elke ketenpartner samen in één begeleidingsteam voor het gezin waar een melding van huiselijk geweld van bekend is. Het Steunpunt heeft als procesregisseur de taak de hulpverlening te monitoren en zo nodig bij te sturen. Het is een gedeeltelijk nieuwe rol die ook nieuwe competenties vraagt. In 2012 investeren we daarom gericht in een verdere professionalisering en versterking van de deskundigheid binnen het team.’
… Ik voelde me tijdens het gesprek begrepen en had er later een goed gevoel over.”
… De huisarts heeft me naar het Steunpunt verwezen. Ik heb gebeld en een fijn gesprek gehad. De hulpverlener aan de telefoon zei dat ik de juiste dingen had gedaan en dat ik al ver was gekomen.”
… Het was een goed gesprek dat me erg heeft geholpen. Ik vind het moeilijk om mensen te vertrouwen, maar hier speelde dat helemaal niet. De medewerker heeft advies gegeven over hoe mijn thuissituatie zou kunnen verbeteren. Het was fijn om vrijuit te praten en adviezen te krijgen waar je echt wat aan hebt. Door dat gesprek heb ik verdere stappen kunnen zetten.”
2
Sinds 1 maart 2011 directe lijn van politie naar Steunpunt Huiselijk Geweld
Arjen spek en Ellen
Ze spreken elkaar bijna dagelijks: de casemanager Eergerelateerd Geweld en de contactpersoon van de unit Multi-Etnisch Politiewerk (MEP). Sinds 1 maart 2011 werken ze nauw samen. Registraties van incidenten waar eer (mogelijk) een rol speelt, worden direct doorgegeven. Dat leidde in 2011 tot 278 casussen, terwijl er in de jaarplanning 50 waren voorzien. ‘We hebben een hele nieuwe groep in beeld gekregen,’ concludeert casemanager Ellen. ‘Deze slachtoffers bellen niet snel zelf met het Steunpunt. In 2011 kreeg de Frontoffice maar 21 meldingen van eerzaken. Eerkwesties komen pas naar buiten als het al uit de hand is gelopen. De politie kijkt dan naar de acute veiligheid van slachtoffers en naar strafbare feiten. Om de veiligheid blijvend te waarborgen is hulpverlening nodig. Dat is onze taak. De samenwerking met de politie zorgt voor een constante stroom zaken. In de eerste helft van 2012 zien we een verdere stijging en ook de opkomst van een nieuwe categorie meldingen.’ Arjen Spek en zijn collega’s van het MEP bekijken alle politieregistraties op aanwijzingen voor eergerelateerd geweld. Ze adviseren en ondersteunen de betrokken agenten met een plan van aanpak. Door vroegtijdig actie te ondernemen, kan escalatie worden voorkomen. ‘De laatste tijd zien we een nieuw soort zaken waarbij sociale media zoals Facebook een grote rol spelen. Meisjes worden bijvoorbeeld gechanteerd met belastende foto’s. Als de ouders of broers een foto onder ogen krijgen waarop een meisje staat te zoenen met een jongen kan dat enorme gevolgen hebben. Een foto is snel gemaakt en op internet gezet. Sociale media kunnen een eerkwestie extra uitvergroten en snel breed bekend maken.’ In hoeverre verschilt de aanpak van eergerelateerd geweld met die van andere zaken van huiselijk geweld? ‘Het vraagt om een totaal andere benadering,’ stelt Ellen. ‘Je hebt niet met een enkele pleger te maken, maar met een hele familie en met een groepsnorm waarbij alles geoorloofd is voor het behoud van de eer. Plegers zien hun fout niet. Ze denken het volste recht te hebben om een vrouw thuis te houden of een dochter te dwingen met een neef te trouwen. Het wordt afgedwongen met fysiek geweld en psychische druk. Bij deze categorie plegers is therapie vaak zinloos, omdat er geen enkel besef is van schuld of verkeerd handelen. Ze brengen hun gedrag zelf niet in verband met eer. Praten over eer is taboe.’ Arjen: ‘Eergerelateerd geweld geldt als een contra-indicatie voor een huisverbod. Je kunt de pleger - bijvoorbeeld de vader of een broer - wel uit huis halen, maar dan woont er twee deuren verder wel een oom die de controlerende rol overneemt. Bovendien zorgt een huisverbod ervoor dat meer mensen weet krijgen van de kwestie. Hoe groter de bekendheid hoe ernstiger de schending van de eer.’ Wat is het alternatief voor een huisverbod? Een opvangplaats zoeken voor het slachtoffer? ‘Maar ook dat heeft grote consequenties,’ weet Ellen uit ervaring. ‘Stel je hebt een meisje dat altijd kort is gehouden door haar ouders. Ze mocht naar school, maar meer ook niet. Op 18-jarige leeftijd loopt ze van huis weg, omdat ze uitgehuwelijkt dreigt te worden. Met moeite vinden we een opvangplaats, bijvoorbeeld ver weg in Leeuwarden. Dan moet ze alleen met de trein naar Leeuwarden naar een opvangadres. Ze heeft waarschijnlijk nog nooit alleen met de trein gereisd. Je hebt een specifieke opvangplek nodig met intensieve en deskundige begeleiding. Deze plekken zijn zeer schaars.’ Arjen: ‘Pas geleden nog stond er op een zaterdagochtend een meisje aan de balie bij een van de wijkbureaus. Ze was ruim vier maanden zwanger. Haar vriend had de geheime relatie uitgemaakt en eiste dat ze abortus liet plegen. Ook de ouders wilden een abortus, maar zijzelf absoluut niet. Wat moet je als wachtcommandant in zo’n situatie? Het is weekend, de meeste instanties zijn dicht. Na lang zoeken werd een noodbed gevonden.’
‘We hebben een hele nieuwe groep in beeld gekregen’ binnen de gemeenschap, hoe moeilijker er een oplossing valt te vinden. ’ Vaak willen vrouwen niet naar een opvangadres, omdat die stap wordt opgevat als een ernstige aantasting van de eer. De vrouw plaatst zich buiten het gezag van de familie. Om voor de buitenwereld de eer te herstellen moet men op dat moment wel reageren. Blijft de kwestie binnen het kerngezin, dan is er soms nog wel een compromis te vinden. Hebben jullie zicht op hoe het verder gaat met slachtoffers na de eerste hulpverlening? Ellen: ‘Tijd om te monitoren is er helaas niet. Daarvoor ben ik te druk met het reageren op acute veiligheidscrises. Mijn rol is de hulpverlening op gang te brengen. Ik spreek de slachtoffers hooguit een paar keer om te kijken wat er nodig is. Slachtoffers accepteren niet altijd hulp, omdat er sprake is van een groot loyaliteitsconflict. Ze willen hun familie niet kwetsen en hechten ook zelf sterk aan de eigen cultuur. Het slachtoffer trekt de schuld naar zich toe: ‘Het is logisch dat ze kwaad op me zijn.’ Een middenweg tussen voldoen aan de wensen of compleet breken met de familie is er helaas vaak niet. Toch ken ik ook voorbeelden waarbij het anders loopt. Ik heb een jongen in de hulpverlening gehad die thuis was weggelopen, omdat zijn homoseksualiteit niet werd geaccepteerd. De ouders beschouwden het als een ziekte die genezen kon worden. Uiteindelijk kwamen er toch gesprekken op gang, wat erin resulteerde dat de jongen terug naar huis kon. Ik heb later nog een e-mail van hem ontvangen toen hij was geslaagd voor zijn opleiding. De ouders stonden voor de keuze: of hun zoon definitief verliezen of hem accepteren zoals hij is. Zo ken ik ook voorbeelden van meisjes die eerst niet mochten trouwen met de partner van hun voorkeur, maar na bemiddeling toch toestemming kregen. Het zijn moeizame en precaire processen. Hoe meer de zaak bekend wordt
3
Is er op basis van de ervaringen nu een standaard methodiek bij zaken waar eer een rol speelt? ‘Elke zaak is anders. Alleen al de ernst en aard van de dreiging lopen sterk uiteen,’ zegt Arjen. ‘Maar ook de culturele achtergronden verschillen. Toch is er wel een rode draad: de allesbepalende rol van de familie en de ondergeschiktheid van het individu aan het collectief. Families werken als wijdvertakte netwerken. Als vandaag een Marokkaans meisje wordt betrapt met een Hollandse jongen, dan kan ze de volgende dag al op het vliegtuig naar het thuisland worden gezet waar familie haar opwacht. Ze krijgt niet eens de kans om de hulpverlening in te schakelen.’
Definitie Eergerelateerd Geweld Eergerelateerd geweld betreft alle geweld (geestelijk, lichamelijk, seksueel) ter voorkoming van de schending én ter zuivering van de familie-eer. De seksuele eer van meisjes en vrouwen kan in het geding zijn, maar ook de persoonlijke eer (mannelijke trots). De familie van het slachtoffer speelt een belangrijke rol bij eergerelateerd geweld: zij stemt er veelal mee in en doet soms actief mee aan de eerzuivering. Jongens/mannen kunnen ook slachtoffer zijn, bijvoorbeeld als zij weigeren mee te werken aan eerzuivering, homoseksueel zijn of een huwelijk weigeren. Vrouwen kunnen op hun beurt actief betrokken zijn bij (gewelddadige) vormen van eerherstel. Die eer is overigens pas echt geschonden als de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken.
Haaglandse Aanpak maakt in 2012 plaats voor Veilig Verder-teams
jaarBEELD steunpunt huiselijk geweld 2011
Rond de tafel zitten het slachtoffer, de pleger en soms ook de kinderen samen met hun hulpverleners. Kort na een melding heeft het Steunpunt Huiselijk Geweld iedereen voor een gezinsgesprek uitgenodigd. Centrale vraag: Hoe kunnen we zorgen dat de situatie weer veilig wordt? Voorzitter van het overleg is Gemma Huizen, medewerker van het Steunpunt en lid van het Veilig Verder-team.
‘Versterken wat wél goed gaat in het gezinssysteem’
In maart 2012 startte in Escamp en Loosduinen een pilot met deze nieuwe manier van werken. Meldingen van huiselijk geweld bij drie lokale politiebureaus gaan voortaan naar het Veilig Verder-team. Dit is een vervolg op de eerdere pilot met de Haaglandse Aanpak bij negen politiebureaus. Waarom weer een nieuwe werkmethode? Gemma Huizen: ‘In de praktijk blijkt de Haaglandse Aanpak niet goed te voldoen. De hulpverlening voor slachtoffer, pleger en kinderen wordt afzonderlijk van elkaar opgestart door het Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg en De Waag. Daardoor ontbreekt vaak samenhang. Soms heeft het slachtoffer al wel contact met een maatschappelijk werker, terwijl er voor de kinderen of de pleger nog niets is geregeld. Hulpverleners weten ook niet van elkaar waar ze precies mee bezig zijn, wat kan leiden tot dubbel werk of een tegenstrijdige aanpak. Bij de evaluatie van de Haaglandse Aanpak zijn we samen met de ketenpartners tot de conclusie gekomen dat het anders moet. In 2011 is hard gewerkt aan een verbeterde werkmethode. Dat heeft geresulteerd in het nieuwe regionale convenant: Geweld in Afhankelijkheidsrelaties. Sinds maart 2012 draait een pilot in Escamp en Loosduinen. Later wordt de methode uitgerold over de hele regio, namelijk Den Haag, LeidschendamVoorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer. Er komen meerdere teams en waar mogelijk wordt gewerkt vanuit de Centra voor Jeugd en Gezin.’ Wat is het verschil tussen de Haaglandse Aanpak en Veilig Verder? ‘Vooral de grote openheid en de integrale aanpak. Hulpverleners overleggen niet buiten de cliënten om, maar samen met alle betrokkenen. Dat zorgt voor een heel ander soort gesprekken. We proberen samen tot een analyse van de situatie te komen en een plan van aanpak. Pleger en slachtoffer krijgen daarin een duidelijke rol. Wat gaan jullie zelf doen om het negatieve patroon te doorbreken? Cliënten geven aan wat zij belangrijk vinden en hoe ze zelf willen veranderen. Het Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg en De Waag komen met een hulpaanbod. Waar iedereen bij is, worden afspraken gemaakt. Zo hopen we de hulpverlening effectiever te kunnen inzetten. Iedereen werkt aan hetzelfde veiligheidsplan en weet van elkaar wat de doelen zijn. Het Steunpunt blijft de zaak zes maanden monitoren.’
Sjoerd van der Luijt
Coördinator over bijstelling aanpak huisverbod in 2011
‘Linksom of rechtsom, veiligheid is het doel’ Wekelijks leggen de burgemeesters in de Haagse regio meerdere huisverboden op. Sinds de invoering begin 2009 neemt dit aantal gestaag toe. Politie en hulpverleners raken steeds beter op elkaar ingespeeld. Bij elk huisverbod ontrolt zich eenzelfde strak scenario. Het Steunpunt Huiselijk Geweld coördineert de hulpverlening.
Veilig verder-team
Veilig Verder gaat uit van het Signs of Safety-principe. Wat houdt dit in? ‘Signs of Safety werd ontwikkeld door Andrew Turnell voor de jeugdbescherming in Australië. De hulpverlening begint met een inventarisatie van Krachten, Zorgen en Doelen. Je probeert Krachten in te zetten om Zorgen weg te nemen en Doelen te bereiken. We zijn allemaal geneigd om vooral te kijken naar wat niet goed gaat. Het geweld moet stoppen, dat spreekt voor zich. Maar door te focussen op wat niet deugt of wat ontbreekt, bevestig je het probleem zonder perspectief te bieden op verandering. Bij Signs of Safety gaan we ook op zoek naar positieve krachten in het gezinssysteem. Op welke momenten gaat het wel goed? Hoe kunnen jullie met elkaar een blijvend veilige en leefbare situatie maken?
Sjoerd van der Luijt en zijn collega-coördinatoren werken vanuit het Veiligheidshuis Den Haag. Wat is volgens hem de kracht van de maatregel? “Allereerst zorgt een huisverbod meteen na een incident voor veiligheid en een afkoelingsperiode. Alle betrokkenen beseffen dat er nu echt iets moet gebeuren. Juist dan staat men het meest open voor hulpverlening. Het risico is groot dat het gezinssysteem zich na een tijd weer sluit en niet meer open staat voor hulpverlening. We proberen daarom in de korte periode van het huisverbod harde afspraken te maken om herhaling te voorkomen.”
Netwerkgesprek Een sleutelmoment in de eerste tien dagen is het ‘netwerkgesprek’ met alle betrokkenen uit het gezin en de hulpverleners. Eind 2010 is besloten om de Signs of Safety-benadering toe te passen. ‘Alles wordt voortaan in alle openheid met elkaar besproken, waarbij de veiligheid centraal staat. Ook proberen
Vaak is er zoveel spanning en angst opgebouwd, dat mensen niets positiefs meer zien. Door hun eigen krachten te benoemen, groeit het zelfvertrouwen en het geloof dat het echt anders kan. Misschien zijn er wel mensen binnen de familie of in de buurt die voor meer stabiliteit kunnen zorgen, zoals een tante die af en toe de kinderen opvangt of een oom die aanbiedt de administratie op orde te brengen. Het helpt allemaal om weer greep op het leven te krijgen. De nieuwe methode stelt hoge eisen aan de gesprekstechniek. Het is de kunst om cliënten mee te krijgen in een serieuze herstart. En hoe hou je vervolgens die spirit vast? Het komt niet vanzelf goed. We moeten harde afspraken maken over ieders inzet en over de consequenties als men zich er niet aan houdt.’
Huiselijk geweld en het Veiligheidshuis … Het Steunpunt en de ketenpartners zitten op één lijn bij het uitrollen van de Veilig Verder-teams. Het is een sterk verbeterde versie van de Haaglandse Aanpak. De overgang naar zo’n nieuwe manier van werken is een intensief proces, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Het gebeurt in een collegiale en open sfeer. We hebben er hoge verwachtingen van.” Mariel de Jong Teammanager AMW / CJG
jaarBEELD steunpunt huiselijk geweld 2011
… We werken uitstekend samen met de coördinatoren Huisverbod in het Veiligheidshuis. Hun inzet is accuraat en ondersteunt ons deel van de hulpverlening. Jammer dat het Steunpunt niet breder bekend is buiten de kring van direct betrokkenen. Het zou goed zijn als meer Hagenaars weten wat het Steunpunt en Stichting Wende allemaal doen.” Marian Melchior Unitmanager Reclassering Nederland
Het Steunpunt Huiselijk Geweld is één van de partners binnen het Veiligheidshuis Den Haag. De coördinatoren Huisverbod en Haaglandse Aanpak werken in hetzelfde gebouw als collega’s van politie, gemeente, justitie, reclassering en andere instanties. Ze kunnen snel informatie uitwisselen, advies inwinnen en trajecten op elkaar afstemmen. Zeker bij herhaaldelijk huiselijk geweld is doorgaans sprake van een opeenstapeling van problemen: schulden, criminaliteit, psychische problematiek en/of verslaving. Veel instanties zijn bij deze gezinnen betrokken. In 2011 hebben het Steunpunt en de partners in het Veiligheidshuis afspraken gemaakt over een werkproces om ernstige casussen op te pakken. In 2012 is hier daadwerkelijk mee begonnen. De zorg- en strafrechtketen gaan zoveel mogelijk werken aan dezelfde doelen en elkaar daarin aanvullen en ondersteunen.
4
… Het Steunpunt staat garant dat het werkproces bij het opleggen van de huisverboden eenduidig en transparant verloopt.” Leon van Sasse van IJsselt Teamleider Crisisteam BJZ Haaglanden
Hulpofficier van Justitie speciaal voor het huisverbod Op 1 januari 2009 trad de Wet tijdelijk huisverbod in werking. De burgemeester kreeg de bestuurlijke bevoegdheid om plegers van huiselijk geweld de toegang tot de woning te ontzeggen en te verbieden contact op te nemen met huisgenoten voor een periode van 10 dagen. Sinds 1 maart 2009 wordt de maatregel in Den Haag toegepast. Het aantal huisverboden groeide van een kleine honderd in 2009 naar 267 in 2011. Voor 2012 is de prognose op basis van het eerste kwartaal circa 300.
we cliënten uit hun geijkte slachtoffer- en daderrol te halen. Het is te simpel om de schuld volledig te leggen bij degene met het huisverbod. De partners zijn vaak allebei flink tegen elkaar tekeer gegaan, maar bij één van de twee sloegen de stoppen door. Meer dan voorheen krijgt nu ook het slachtoffer vragen als: ‘Wat is uw aandeel geweest? Wat kunt u eraan doen om herhaling te voorkomen?’
Pragmatisch voor principieel Signs of Safety kiest voor een pragmatische invalshoek. Linksom of rechtsom, veiligheid is het doel. Dat kan ten koste gaan van andere principes in de hulpverlening. Als een man bijvoorbeeld agressief wordt onder invloed van alcohol, dan kunnen de partners afspreken dat hij na een avond stappen voortaan niet meer thuis slaapt, maar bij vrienden. En dat de deur op het nachtslot gaat. Dit is geen ideale oplossing, maar misschien wel het hoogst haalbare en een manier om voorlopig rust in het gezin te brengen. Door de nieuwe benadering werken hulpverleners meer vanuit een gedeelde visie. Sjoerd: ‘We kijken nu naar het geheel van het gezinssysteem, de onderlinge relaties en resterende positieve krachten. De uithuisgeplaatste is meer dan alleen dader, maar ook partner, ouder, werknemer of misschien ondernemer. Behoud van die andere rollen motiveert om te voorkomen dat het weer uit de hand loopt. Daar kan de hulpverlening op inspelen.
Als de politie na een melding van huiselijk geweld inschat dat een huisverbod nodig is, wordt een Hulpofficier van Justitie (HOvJ) opgeroepen. Hij gaat naar het gezin en seint het crisisteam van het Maatschappelijk Werk in en - als er kinderen zijn - ook Bureau Jeugdzorg. Samen voeren zij ter plaatse een RisicoTaxatie uit. Op basis daarvan volgt het advies aan de burgemeester om al dan niet een huisverbod op te leggen. In 2011 heeft de politie besloten piketdiensten in te stellen voor Hulpofficieren van Justitie die zich nog alleen met huisverboden bezighouden (en niet met strafrechtelijke aspecten). Voorheen kregen hulpofficieren slechts af en toe met een huisverbod te maken. De gespecialiseerde HOvJ’s hebben meer ervaring met het instrument en spreken daardoor beter de taal van de hulpverleners. Het leidt tot inhoudelijk scherpere adviezen.
Crisisoverleg Het Steunpunt gaat meteen na het opleggen van het huisverbod aan de slag om informatie te verzamelen en te achterhalen of man, vrouw en kinderen al bekend zijn bij de hulpverlening. In meer dan de helft van de zaken is dat zo. Op de eerste dag na het opleggen van de maatregel vindt om 13.00 uur een breed overleg plaats met medewerkers van de crisisteams van het Maatschappelijk Werk en Bureau Jeugdzorg die betrokken waren bij de RisicoTaxatie. Verder schuift ook een medewerker van de Reclassering aan die de pleger gaat begeleiden.
Overtreding huisverbod altijd melden Het vaderschap is zo’n drijfveer. Maar dan moet de man ondanks alles wat er is gebeurd - de ruimte krijgen om zijn rol als opvoeder op te pakken. Misschien hebben de ouders baat bij opvoedondersteuning. Het vraagt om een omslag in denken bij de hulpverlening. Niet alleen de focus leggen op hoe ieder individueel moet veranderen, maar ook kijken naar wat wel functioneert en hoe men met elkaar verder kan.’ De uitkomst van het netwerkgesprek bepaalt mede of het huisverbod wordt verlengd met maximaal nog 18 dagen. Verlenging ligt voor de hand als de dreiging voortduurt, de hulp niet op gang is gekomen of de uithuisgeplaatste alle medewerking weigert. Wordt het huisverbod beëindigd, dan blijft het gezin nog een tijd in beeld bij het Steunpunt via de Haaglandse Aanpak of - in de toekomst - de Veilig Verder-teams. Is de hulpverlening voldoende gewaarborgd of lijkt de geweldsspiraal definitief doorbroken, dan trekt het Steunpunt zich terug.
5
Overtreding van het tijdelijk huis- en contactverbod is strafbaar (artikel 11 Wth). De sanctie kan bestaan uit een taakstraf, een boete of zelfs gevangenisstraf. In 2010 maakte de politie in Den Haag 18 keer proces-verbaal op en in 2011 gebeurde dat 15 keer. Het aantal overtredingen ligt vermoedelijk veel hoger. De partner of familieleden doen geen melding uit angst of omdat ze het altijd al oneens waren met de maatregel. Hulpverleners melden niet, omdat ze bang zijn het contact met hun cliënt te verliezen. De samenleving maakt met een huisverbod duidelijk dat huiselijk geweld onacceptabel is en dat de ‘pleger’ zijn gedrag dient te veranderen. Zonder handhaving wordt het een loze maatregel. Dat haalt ook de druk weg om mee te werken aan de hulpverlening. Na een evaluatie van het huisverbod hebben politie, Openbaar Ministerie, gemeente en Steunpunt eind 2011 besloten om een richtlijn te schrijven voor het optreden bij overtredingen. Ook wordt het belang van handhaving nog eens benadrukt bij de ketenpartners.
jaarBEELD steunpunt huiselijk geweld 2011
jaarBEELD steunpunt huiselijk geweld 2011
Pionierswerk voor casemanager Ouderenmishandeling:
Andriesina Blom
‘Je ziet het pas als je weet waar je op moet letten’ “Gebeurt dat echt?” Nog steeds stuit Andriesina Blom op ongeloof als ze voorlichting geeft over ouderenmishandeling. In 2011 is daarom veel energie gestoken in bewustwording. Dankzij het actieplan Ouderen in Veilige Handen van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten (VWS) was hiervoor extra geld beschikbaar. Zo konden professionals trainingen volgen om de signalen beter te herkennen.
Uitgebuit door volwassen kinderen
Huisbezoek 75-jarigen
In de meldingen van ouderenmishandeling bij het Steunpunt valt een aantal patronen te ontdekken. Zo zijn er de volwassen kinderen die financieel misbruik maken van hun ouders. Andriesina: ‘Het gaat vaak om mannen maar soms ook vrouwen die door verslaving, hoge schulden of misschien een echtscheiding in de problemen komen. Ze lenen geld bij hun ouders of trekken tijdelijk bij hen in. Maar tijdelijk wordt permanent en de ene lening volgt op de andere. Ouders geven toe, want het is tenslotte je eigen kind. Ik ken situaties waarbij het kind langzaam het hele huishouden overneemt en de auto inpikt.
‘Het belangrijkste vind ik dat we als hulpverleners zicht houden op het slachtoffer. Dat kan via de thuiszorg of we regelen dat een oudere naar de dagbesteding gaat in de buurt. Mocht de situatie verslechteren, dan kunnen de signalen snel worden opgepikt. Bovendien weet de pleger dat hij of zij moet oppassen, omdat de hulpverlening er dicht op zit. Dat kan preventief werken.’
Financieel misbruik leidt tot schrijnende situaties. Een oude dame met een goed pensioen moest een beroep doen op de voedselbank. Ze had iemand in huis gehaald die haar bankrekening plunderde. Uit angst durfde ze hem niet de deur uit te zetten. In dit geval zat de hulpverlening er gelukkig bovenop, langzaam lukte het om de vrouw sterker te maken en te overtuigen dat ze in staat was van deze man af te komen.’
Hulp voor slachtoffer én pleger Van alle vormen van huiselijk geweld blijft ouderenmishandeling het meest verborgen. Wat is de verklaring? Andriesina: ‘Ouderen melden het zelf nauwelijks. Ze zijn er fysiek of psychisch niet toe in staat of ze zwijgen uit angst, schaamte of loyaliteit met de pleger. Ook uit de directe omgeving komen weinig meldingen. Ik denk dat het met ongeloof te maken heeft. Men kan zich gewoonweg niet voorstellen dat zoiets gebeurt. Wat ook meespeelt, is de glijdende schaal. Langzaamaan verandert goede zorg in ontspoorde zorg of langzaam maakt iemand steeds meer misbruik van de afhankelijke positie van een oudere. Het gaat zo geleidelijk dat het niet opvalt. We moeten met z’n allen het bestaan van ouderenmishandeling durven erkennen en het ook als zodanig benoemen. Alleen dan zal het vaker worden opgemerkt.’
Hulpverlening is moeilijk. Wangedrag van kinderen wordt met de mantel der liefde bedekt. Ouders voelen zich soms zelf schuldig. Het kind is immers het resultaat van hun opvoeding. Ze denken: Waren we vroeger maar strenger geweest of hadden we hem maar minder verwend, dan was het niet zover gekomen. Maar door het wangedrag te blijven toedekken, wordt niemand geholpen. ‘Met alleen aandacht voor het slachtoffer, verandert de situatie niet,’ stelt Andriesina. ‘De pleger moet veranderen. In veel gevallen is de persoon al wel bekend bij instanties in verband met verslaving, detentie, schulden of psychische problemen. Ik probeer contact te leggen met de hulpverleners rond de pleger en te kijken wat we kunnen doen. Hij of zij zal los moeten komen van de ouders. Dat is vaak een proces van jaren met altijd het risico op terugval.’
Zicht houden op kwetsbare ouderen, is daarmee een voorwaarde om mishandeling te voorkomen of in ieder geval vroegtijdig te signaleren en de schade te beperken. ‘Ik ben blij met het initiatief van wethouder Klein om alle Haagse ouderen boven de 75 jaar thuis te laten bezoeken. Vrijwilligers gaan bij de mensen langs en stellen gericht vragen over allerlei onderwerpen. Ook ouderenmishandeling kan zo aan het licht komen.’
Definitie ouderenmishandeling Professionals bijscholen In 2012 vinden opnieuw trainingen plaats voor professionals, zoals consulenten van woningcorporaties, wijkagenten, ouderenadviseurs en medewerkers van de thuiszorg. ‘Ik ga ook weleens samen met een professional op huisbezoek. Dan kijken we wat er speelt en hoe we daarop zouden kunnen reageren. Zo’n bezoek werkt als een eyeopener. Je ziet ouderenmishandeling pas, als je weet waar je op moet letten.
Ouderenmishandeling is al het handelen of nalaten van handelen van al degenen die in een persoonlijke en/of professionele relatie met een oudere staan, waardoor deze persoon (herhaaldelijk) lichamelijke, psychische en/of materiële schade lijdt en waarbij de oudere gedeeltelijk of geheel afhankelijk is van de pleger. Ouderenmishandeling kan zich op veel manieren uiten, zoals: • verwaarlozing; • lichamelijke mishandeling; • psychische mishandeling; • uitbuiting; • seksueel misbruik; • schending van de rechten.
De laatste tijd probeer ik zoveel mogelijk zelf ter plekke te gaan kijken, omdat het lastig blijkt op afstand de juiste hulp op gang te brengen. Soms heeft een meneer of mevrouw al wel contact met diverse hulpverleners - huisarts, fysiotherapeut of thuiszorg. Ieder ziet wel iets wat niet goed gaat, maar er is geen onderling contact. Daarom wil ik de oudere zelf bezoeken om een compleet beeld te krijgen en de hulpverlening daarop af te stemmen.’
Verplichte Meldcode Huiselijk geweld Naar verwachting treedt op 1 januari 2013 de Wet op de Verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking. De term huiselijk geweld is verbreed naar alle geweld in afhankelijkheidsrelaties. Het betreft kindermishandeling (waaronder ook vrouwelijke genitale verminking), huiselijk geweld, seksueel geweld, ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld (waaronder ook huwelijksdwang). De verplichte meldcode moet ertoe leiden dat vaker, sneller en adequater wordt ingegrepen bij vermoedens van huiselijk geweld. Onderzoek heeft aangetoond dat hulpverleners, leraren en andere professionals die met een meldcode werken driemaal zo vaak actie ondernemen als collega’s bij instellingen die zo’n code niet hanteren. Hulpverlening in een vroeg stadium kan veel leed en schade voorkomen. De meldcode is verplicht voor de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. Instellingen en zelfstandige beroepsbeoefenaren stellen hun eigen code op aan de hand van een basismodel. Het gaat uit van een stappenplan dat in werking treedt zodra er vermoedens zijn. Ook de gemeenten in de regio werken aan een eigen meldcode voor hun medewerkers.
Sinds 2006 vindt op 15 juni jaarlijks de World Elder Abuse Awareness Day plaats. Wereldwijd wordt aandacht gevraagd voor de mishandeling van ouderen. In Den Haag geeft het Steunpunt samen collega-instellingen invulling aan deze dag. In 2011 waren huisartsen de doelgroep. Ze kregen informatie en een signaalkaart die als hulpmiddel dient om ouderenmishandeling vast te kunnen stellen.
Ontspoorde mantelzorg Zorg verlenen aan een afhankelijke partner, vader of moeder is een zware taak. De mantelzorger moet zichzelf wegcijferen en geduld en incasseringsvermogen hebben. De oudere is soms veeleisend en beschouwt de zorg als vanzelfsprekend. Soms verandert het karakter door ziekte en ouderdom. Al die factoren samen kunnen de taak zo zwaar maken dat de mantelzorger niet meer in staat is goede zorg te geven. In dat geval is er sprake van ontspoorde mantelzorg. Het ontstaat uit overbelasting, maar ook uit onmacht en onkunde. Situaties van verwaarlozing of ronduit mishandeling kunnen lang voortduren, zeker als er geen andere hulpverleners over de vloer komen. ‘Voor iedere mantelzorger bestaat er een grens aan wat nog op te brengen valt,’ stelt Andriesina. ‘Die grens is soms moeilijk te herkennen, omdat de zorglast ongemerkt toeneemt. Mantelzorgers of hun verwanten moeten op tijd aan de bel trekken. We kunnen de zorglast verminderen door bijvoorbeeld thuiszorg te regelen of respijtzorg zodat de mantelzorger af en toe vrijaf heeft. Niemand hoeft zich ervoor te schamen dat het af en toe teveel wordt.’
Colofon Dit jaarbericht is een uitgave van het Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag in samenwerking met de gemeente Den Haag. Teksten: Hans Oerlemans, Oertext Journalistiek Den Haag • Fotografie Bart van Vliet Fotografie • Ontwerp Hans Pols, Barite Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag • Postbus85711, 2508 CK Den Haag. T: 0900-0443322 / 0900-1262626 www.eerstehulpbijhuiselijkgeweld.nl •
[email protected] www.stichtingwende.nl •
[email protected]
6
7
jaarBEELD steunpunt huiselijk geweld 2011
Resultaten 2011
Het totaal aantal meldingen huiselijk geweld is ook in 2011 flink gestegen. We zien daarbij wel een verschuiving van bellers vanuit het publiek en professionals (naar Frontoffice) naar meer meldingen vanuit de politie (dit zijn de meldingen Haaglandse Aanpak). In 2011 zijn we gestart met het oppakken van Eergerelateerd Geweld meldingen door de Casemanager EGG. Totaal aantal meldingen geweldsituaties Frontoffice
2009 2010 2011 525 719 675
Aantal vragen algemene informatie (folders e.d.) in 2011 Totaal contacten Frontoffice 2011
Algemene informatie huisverbod Huishoudens met kinderen Aantal verlengingen Partners aan het eind bij elkaar
31 706
Haaglandse Aanpak meldingen per politiebureau Politiebureau Beresteinlaan 65 Politiebureau Laak 56 Politiebureau Scheveningen 24 Politiebureau Ypenburg/Leidschenveen 49 Politiebureau Zuiderpark 167 Politiebureau Leidschendam-Voorburg 56 Politiebureau Rijswijk 117 Politiebureau Wassenaar 40 Politiebureau Zoetermeer 282 Ander bureau 10 Totaal 866
Wie neemt er contact op met de Frontoffice? Particulier 344 Professional 360 Onbekend 2 Totaal 706 Als particulier belt, wie? Familie 24 Meerderjarig kind 3 Omstanders/buren 25 Pleger 8 Slachtoffer 248 Vrienden/kennissen 13 Anders 23 Totaal 344
Informatie over meldingen Haaglandse Aanpak Percentage slachtoffer al bekend bij het Steunpunt Percentage pleger al bekend bij het Steunpunt Percentage dat er al hulpverlening aanwezig is Percentage huisverbod opgelegd Percentage kinderen bij betrokken
Aantal meldingen geweldsituaties per gemeente 2011 Den Haag 418 Leidschendam-Voorburg 25 Rijswijk 23 Wassenaar 8 Zoetermeer 111 Delft 8 Buiten Haaglanden 29 Onbekend, wilde of kon geen antwoord geven 28 Onbekend, niet naar gevraagd 25 Totaal 675
35,0% 22,5% 34,3% 17,3% 66,7%
In meldingen Haaglandse Aanpak zijn kinderen: Getuige 396 Slachtoffer 76 Onbekend/onduidelijk 106 Aantal meldingen Jeugdprostitutie 23 Casemanagement Ouderenmishandeling, geslacht van slachtoffer Man 12 Vrouw 27 Totaal 39
Soort meldingen Frontoffice 2011 Eergerelateerd Geweld 21 Mishandeling kind door ouder 35 Mishandeling ouder door kind 29 Mishandeling van 55 plusser 20 Partnermishandeling 483 Anders 87 Totaal 675
Soort mishandeling van de oudere (meerdere mogelijk) Lichamelijk 15 Psychisch 19 Financieel 20 Verwaarlozing 14
Soort geweldsituatie Frontoffice (meerdere antwoorden mogelijk) 2011 Lichamelijke mishandeling 428 Financieel misbruik 57 Geestelijke mishandeling 463 Seksueel misbruik 20 Loverboyproblematiek 10 Stalking of belaging 79 Aantal meldingen geweldsituaties waarbij procesregie door SHG Huisverbod Haaglandse Aanpak, politiemeldingen Casemanagement (zaken buiten de Haaglandse Aanpak, o.a. Ouderenmishandeling en Eergerelateerd Geweld) totaal
182 153 121
Relatie tot het slachtoffer van ouderenmishandeling Kinderen/kleinkinderen 28 Overige familie 1 Kennissen/buren 1 (Ex)partner 9 Totaal 39 Eergerelateerd Geweld, casussen opgepakt door Casemanager EGG Totaal aantal geregistreerde meldingen EGG Meldingen vanuit het MEP (Multi-Etnisch Politiewerk) Aantal meldingen waar alleen advies is gegeven Aantal meldingen waar coördinatie en begeleiding is ingezet
2009 2010 2011 112 262 267 554 666 866 123 245 413 789 1173 1546
278 202 124 154
Expertiseteam Eergerelateerd Geweld In 2011 kwam het Expertiseteam Eergerelateerd Geweld zestien keer bij elkaar. De deelnemers zijn: Steunpunt Huiselijk Geweld, Bureau Jeugdzorg (AMK en Crisis Interventie Team (CIT), Maatschappelijk werk en de afdeling Opvang van stichting Wende. Eind 2011 heeft ook stichting MEE voor verstandelijk beperkten zich aangesloten.
Aantal huisverboden per gemeente in 2011 Den Haag 228 Leidschendam-Voorburg 11 Rijswijk 16 Wassenaar 6 Zoetermeer 5 Buiten Den Haag 1 Totaal 267
Het expertiseteam heeft in totaal twintig complexe eerzaken besproken en geanalyseerd. Belangrijke vragen zijn steeds hoe de eercomponent in de concrete casus moet worden geduid en waar aanknopingspunten liggen voor de hulpverlening. Het team heeft verder twee trainingen gevolgd van arabist en turkoloog Rob Ermers over de culturele achtergronden van eergerelateerd geweld. Hierbij waren ook contactpersonen van de politie aanwezig. In 2012 komt het expertiseteam eenmaal in de twee weken bij elkaar.
Informatie over de uithuisgeplaatsten bij huisverbod 2009 2010 2011 Psychiatrische problematiek 48 Verslavingsproblematiek 136 Overtredingen huisverbod 43 Beroep aangetekend 17
8