Whitepaper Webinar: trends in de bouwsector
Inleiding Halverwege 2013 is de economische situatie nog altijd een belangrijke aanjager voor de ontwikkelingen in de bouw. Deze staat echter niet alleen. De bouw speelt immers ook een sleutelrol bij grote maatschappelijke vraagstukken van het moment, zoals toekomstbestendig bouwen, duurzaamheid en vergrijzing. De roep om innovaties is nu groter dan ooit. Ondanks de economische tegenwind zijn er daarom nog altijd kansen genoeg, in verschillende gradaties en op verschillende plaatsen in de keten. Om deze kansen te herkennen en benutten moeten moderne beleidsmakers in de bouw wel constant op de hoogte zijn van de laatste trends en ontwikkeling. Het bepalen van een succesvolle strategie start immers met het in kaart brengen van de huidige markt en de te verwachtte ontwikkelingen. Markt- en marketinginformatie is hierbij van essentieel belang. Dinsdag 27 augustus organiseerden wij een gratis webinar over de (marketing)trends in de bouw. Hierin gaven wij u inzicht in de laatste trends en ontwikkelingen in de bouw op basis van het pas verschenen BouwKennis Jaarrapport Nederland 2013/2014. Via onderstaande link kunt u de webinar terugkijken of doorsturen: www.bouwkennisblog.nl/webinar Op basis van de webinar hebben we bovendien deze handige whitepaper samengesteld waarin de resultaten nog eens helder op een rijtje zijn gezet. Eerst leest u hierin over de verwachtingen voor de woningbouw en utiliteitsbouw. Daarnaast wordt er ingegaan op enkele trends voor de toekomst: duurzaamheid, de rol van het bestek en het koopproces. Veel leesplezier en inspiratie toegewenst. Boudewijn Goedhart BouwKennis B.V.
pagina 2 | Whitepaper Webinar
Bouwconjunctuur verder in mineur Onlangs verscheen de eerste raming van het CBS voor de economische groei van het tweede kwartaal van 2013. De Nederlandse economie is wederom gekrompen. Tegelijkertijd stuurde het Centraal Planbureau een geactualiseerde macro-economische raming voor de jaren 2013 en 2014 naar het kabinet waarin prognoses voor de economie negatief worden bijgesteld. De Nederlandse conjunctuur is nog altijd niet om over naar huis te schrijven. Voor de bouwsector heeft dit met name als gevolg dat de vraag naar gebouwen flink is afgenomen. Consumenten stellen hun woningaankoop uit en bedrijven hebben voldoende aan hun huidige vastgoed. BouwKennis maakt vier keer per jaar een prognose voor de nieuwbouwproductie van woningen en utiliteitsgebouwen. De meest actuele prognose is opgenomen in het Jaarrapport.
Woningbouw De belangrijkste input voor het prognosemodel voor de woningbouw, is het verloop van de vergunningverlening. In 2012 is voor de woningbouw een nieuw dieptepunt bereikt: voor circa 37.000 woningen is een bouwvergunning verleend. Ook in de loop van 2013 blijft het aantal verleende vergunningen achter bij het niveau van 2012. Het ligt momenteel echter niet in de lijn der verwachting dat er een versnelling in de vergunningverlening zal komen. Corporaties schroeven hun bouwplannen terug door de onzekerheid omtrent de invulling van de verhuurdersheffing. Particuliere opdrachtgevers zijn terughoudend in het maken van bouwplannen, omdat de koopkracht onder druk staat, de werkloosheid oploopt en de doorstroming in het dure koopsegment stokt. Bouwers voor de markt krijgen hun bestaande plannen nauwelijks verkocht en hebben dus weinig redenen om veel nieuwe projecten te starten. De logische conclusie, gezien de bouwtijd tussen vergunningverlening en oplevering van een woning, is dat de komende twee jaar nog een krimp zal optreden. BouwKennis verwacht dan ook dat er in 2013 circa 40.000 woningen zullen worden opgeleverd. In 2014 zullen dat er naar verwachting 38.000 zijn. In 2015 wordt de lijn omhoog ingezet met naar verwachting 45.000 gereedmeldingen. Ter vergelijking: in 2007 werden nog circa 80.000 woningen opgeleverd.
pagina 3 | Whitepaper Webinar
Gereedmeldingen 2006 t/m 2015 naar soort woning %
Eengezins
Totaal aantal woningen
Vrijstaand
Eengezins 2 onder 1 kap
Eengezins
Meergezins Eengezins
Rijtjes
Aantallen Eengezins Eengezins Meergezins
Vrijstaand
2 onder 1 kap
Rijtjes
2006
72.382
16,3%
11,7%
37,0%
35,0%
11.769
8.440
26.810
25.363
2007
80.193
14,9%
10,9%
35,8%
38,3%
11.957
8.749
28.747
30.740
2008
78.885
14,1%
10,3%
36,5%
39,0%
11.146
8.157
28.809
30.773
2009**
75.000
12,7%
9,9%
35,6%
41,8%
9.510
7.433
26.722
31.336
2010**
64.000
12,3%
8,3%
33,5%
45,9%
7.846
5.318
21.448
29.387
2011
57.703
12,0%
9,5%
36,7%
41,8%
6.924
5.482
21.177
24.121
2012***
48.000
11,0%
9,0%
36,3%
43,8%
5.300
4.300
17.400
21.000
2013*
40.000
10,0%
10,0%
30,0%
50,0%
4.000
4.000
12.000
20.000
2014*
38.000
9,2%
9,2%
31,6%
50,0%
3.500
3.500
12.000
19.000
2015*
45.000
8,9%
10,0%
32,2%
48,9%
4.000
4.500
14.500
22.000
Bron: BouwKennis, juni 2013 * Prognose ** Herberekening BouwKennis *** Schatting BouwKennis
Utiliteitsbouw Eenzelfde teneur is zichtbaar in de utiliteitsbouw. De totale bouwkosten in de utiliteitsbouw kwamen in 2012 uit op € 4.742 miljoen. Het volume zal in 2013 naar verwachting terugvallen tot € 4.350 miljoen op in 2014 de bodem te bereiken op € 4.225 miljoen. Bouwproductie 2010-2015 in mln. euro’s, excl. btw (prijzen 2011) en in vloeroppervlak, per gebouwsoort (m2 BVO)
2010
2011
2012
2013*
2014*
2015*
507
435
426
440
425
450
795
818
527
470
340
350
1.179
942
699
670
715
850
In mln. euro's, prijzen 2011 Hallen en loodsen Kantoren Combinatie bedrijfshallen Kassen Schuren en stallen
45
23
54
18
18
18
612
622
547
550
525
525
Winkels
77
37
81
49
30
30
Scholen
498
361
374
450
475
475
Zorggebouwen
1.127
1.087
958
870
800
830
Overige gebouwen
1.282
1.164
1.077
840
900
970
Totaal
6.121
5.489
4.742
4.350
4.228
4.478
Oppervlakte in 1.000 m2 BVO Hallen en loodsen
1.792
1.650
1.707
1.770
1.700
1.780
799
946
467
415
300
300
Combinatie bedrijfshallen
2.224
1.959
1.331
1.270
1.360
1.600
Kassen
1.176
678
1.393
480
460
460
Schuren en stallen
2.786
3.003
2.550
2.560
2.450
2.450
170
79
171
100
63
60
594
391
382
460
485
485
1.014
979
862
780
725
750
975
1.189
1.024
800
850
920
11.531
10.873
9.887
8.645
8.385
8.815
Kantoren
Winkels Scholen Zorggebouwen Overige gebouwen Totaal
Bron: CBS Voortgangsstatistiek/berekening BouwKennis, juni 2013 *Prognose pagina 4 | Whitepaper Webinar
Bouwbarometer De laagconjunctuur en problemen op de nieuwbouwmarkt zijn ook duidelijk te zien in de bouwbarometer van BouwKennis. Elk kwartaal geeft de Bouwbarometer® van BouwKennis en USP Marketing Consultancy inzicht in de conjunctuur binnen de bouwsector. Hierbij wordt gekeken naar de behaalde omzet, de verwachte omzet, de huidige en verwachte orderportefeuille en de concurrentiedruk van de handel, architecten, aannemers B&U, installateurs, afbouwers en klusbedrijven. Speciaal voor het jaarrapport werden de belangrijkste ontwikkelingen in de Bouwbarometer® uit het afgelopen jaar samengevat en in een breder perspectief geplaatst. Bij alle doorgemeten marktpartijen is een meerderheid
100 80 60 40 20 0
1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2
80 70 60 50 40 30 20 10 0 -10 -20 -30 -40 -50 -60
20
20
13
12
11
10
09
(begin 2005).
20
20
20
Saldi Stijgt sterk (> 5%) Stijgt licht (0-5%) Omzet gelijk
staan op de laagste niveaus in de historie van het onderzoek
Zoals eerder uitgelegd rapporteert de Bouwbarometer®
08
07
partijen een toenemende concurrentiedruk. De orderboeken
20
20
waarbij de omzet terugloopt. Tegelijkertijd ervaren de markt-
Omzetontwikkeling architect (in % en saldi)
Daalt licht (0-5%) Daalt sterk (<-5%) Weet niet/geen mening
Bron: BouwKennis/USP Marketing Consultancy, juni 2013
normaal gesproken alleen de saldi van de stijgers en de dalers, om zo de bouwconjunctuur in de tijd te kunnen volgen. In deze uitzonderlijke tijden bieden echter ook de achterliggende gegevens nieuwe inzichten. Daarom zijn in dit Jaarrapport, naast de saldi ook de exacte antwoordmogelijkheden per marktpartij opgenomen. Specifiek aandacht voor de architecten. Interessant omdat een opleving van de markt hier waarschijnlijk als eerste te zien is. Zoals u ziet duikt de barometer begin 2008 onder de nul-lijn, krijpt hij in 2010 weer iets omhoog om daarna te dalen naar het laagste punt ooit. De onderliggende gegevens tonen bij de architecten mogelijk
Verwachte omzetontwikkeling (saldi)
een nog schrikbarender beeld. In het tweede kwartaal van
Architect
2013 geeft per saldo bijna de helft van de architecten niet alleen aan dat hun omzet lager ligt dan een jaar eerder. Uit
Aannemer B&U
de achterliggende antwoordcategorieën blijkt dat bij maar
Handel
liefst 43% van de bedrijven de omzetdaling meer dan 5%
Installateur
is. Bij 15% van de architecten is deze tussen de 0% en 5%.
Klusbedrijf
Daartegenover staat maar 2% met een omzetstijgingvan meer dan 5%, terwijl 6% een omzetstijging tussen de 0% en 5% heeft genoteerd. Kortom, het aandeel architecten met
Afbouwer -35
-30
-25
-20
-15
-10
-5
0
Bron: BouwKennis/USP Marketing Consultancy, juni 2013
een relatief grote omzetdaling neemt toe. De totale vooruitzichten zijn niet gunstig. Ook hier speelt de architect een negatieve hoofdrol. De vooruitzichten voor het derde kwartaal van 2013 laten ook nog een weinig optimistisch beeld zien. Alle marktpartijen verwachten een dalende omzet ten opzichte van een jaar eerder. De architecten zijn het meest pessimistisch. Van hen verwacht per saldo 34% een dalende omzet in het derde kwartaal. Aangezien architecten aan het begin van de bouwketen staan, betekent dit niet veel goeds voor de rest van de sector. Afbouwers en klusbedrijven zijn nog het minst somber gestemd. Toch verwacht ook van deze beide partijen per saldo 15% in het derde kwartaal van 2013 een lagere omzet te halen dan een jaar eerder.
pagina 5 | Whitepaper Webinar
Innovaties gericht op duurzaamheid populair Deel twee van het Jaarrapport is gericht op de adoptie van innovaties en het verkoop- en oriëntatieproces. Productinnovatie speelt een cruciale rol in het succes van de fabrikant. Het vernieuwen van het portfolio is niet alleen van belang om concurrenten af te troeven, maar ook om in te spelen op nieuwe vragen en veranderingen in de markt. Het succesvol ontwikkelen en introduceren van nieuwe producten is echter geen sinecure.
Helaas mislukt een aanzienlijk deel van de nieuwe producten die jaarlijks op de markt komen. Als dit té vaak gebeurt, kan dit bedrijven ervan weerhouden om in de toekomst weer te innoveren. Hierdoor verslechtert uiteindelijk de concurrentiepositie van de bouwsector. Om deze cirkel te doorbreken, moet de kans op succesvolle innovaties worden vergroot. De belangrijkste succesfactor hierbij is dat een innovatie een superieur product moet zijn. Dit kan op allerhande vlakken: esthetiek, gebruikersgemak, onderhoudsvriendelijkheid. Zolang dit kenmerk maar relevant is voor de klant. Om te achterhalen welke kenmerken het meest relevant zijn, en dus het meest kansrijk voor een innovatie, is afnemers gevraagd wat voor hen naast het meest logische antwoord, prijs/kwaliteitsverbeteringen, redenen zijn om een nieuw product uit te proberen.
Onderhoudsvriendelijkheid, gemak en bouwtijdverkorting Het zal niemand verbazen dat duurzame eigenschappen momenteel een belangrijke succesfactor zijn. 55% van de bedrijven noemt verbetering op het gebied van energiebesparing, 22% Cradle-to-Cradle en 28% milieubelasting tijdens de bouw. Gebruikersgemak voor zowel de gebruiker op de bouwplaats als de eindgebruiker van het gebouw wordt ook vaak genoemd als reden om een nieuw product uit te proberen, evenals bouwtijdverkorting. Uitgesplitst naar marktpartijen, blijkt dat onderhoudsvriendelijkheid voor vrijwel alle partijen even belangrijk is. Energiebesparing wordt echter vaker door de architect, de hoofdaannemer en de installateur genoemd. Bouwtijdverkorting is vooral voor hoofdaannemers B&U belangrijk, net als verbeteringen op het gebied van veiligheid. Het ontwerpende karakter van de architect komt tot uiting in het hoge percentage dat verbetering op het gebied van vormgeving/ esthetica noemt als reden om een innovatie uit te proberen. Ook verbetering op het gebied van flexibel en makkelijk aanpasbaar bouwen is onder deze doelgroep relatief populair.
Bereid om meer te betalen Of een innovatie interessant is om uit te proberen is één ding, uiteraard is het nog interessanter om te kijken of partijen ook meer voor een innovatie willen betalen. Daarom is marktpartijen de volgende vraag gesteld: Zijn er productinnovaties waarvoor u bereid bent meer uit te geven dan het product of de materialen die u nu gebruikt? Wat voor soort innovaties zouden dit dan zijn? Voor elke type innovatie geldt dat het percentage marktpartijen dat bereid is meer te betalen voor de verbetering, beduidend lager ligt dan het percentage dat bereid is de innovatie uit te proberen. Wel is dezelfde top-3 zichtbaar: energiebesparing, bouwtijdverkorting en onderhoudsvriendelijkheid.
pagina 6 | Whitepaper Webinar
Redenen om nieuw product uit te proberen en bereidheid extra te betalen (top-5 in %)
Architect
Onder-
aannemer
Hoofdaan-
Installateur
Klusbedrijf
Innovatief
Niet-
nemer B&U
innovatief
Proberen Betalen Proberen Betalen Proberen Betalen Proberen Betalen Proberen Betalen Proberen Betalen Proberen Betalen
Onderhoudsvriendelijkheid
63
40
54
23
61
41
58
34
60
42
63
42
59
29
mogelijkheden
77
58
23
16
68
41
66
41
40
26
58
46
56
26
Bouwtijdverkorting
45
28
38
29
63
50
52
47
49
40
53
39
51
44
51
31
30
20
54
21
50
27
38
26
48
28
45
23
Energiebesparing-
Gemak eindgebruiker gebouw Gemak gebruiker bouwplaats
32
12
51
26
54
24
41
28
45
28
46
24
51
28
Veiligheid
35
12
26
19
49
31
33
25
34
25
36
24
41
23
Vormgeving/esthetica 71
46
32
22
17
5
16
5
21
11
38
23
28
15
48
28
26
9
34
14
28
9
23
11
37
18
26
8
aanpasbaar bouwen 49
32
23
13
31
17
33
19
15
15
34
23
31
17
Zorgt voor een beter omgevingsmilieu Flexibel en makkelijk
Milieubelasting tijdens de bouw
40
20
20
13
44
17
16
6
19
13
35
19
21
7
Brandwerendheid
38
22
19
12
20
12
28
11
30
17
31
18
23
11
Recycling
40
22
25
9
31
3
14
8
19
13
31
13
19
9
Prefab
29
9
7
1
42
21
20
11
13
6
24
9
22
11
Maatwerk
22
18
16
16
31
17
20
19
23
17
25
21
20
15
Cradle-to-Cradle
48
23
6
0
31
16
9
5
15
11
26
12
14
8
Totaalconcepten
20
9
19
16
25
21
28
14
11
21
25
18
16
14
Inbraakwerendheid
26
12
7
4
22
7
8
8
38
15
21
11
18
7
Systeembouw
18
6
3
6
25
10
11
2
8
6
14
7
14
4
Geen reden
3
6
4
12
2
3
5
6
6
8
2
4
4
9
Anders
0
0
0
0
0
2
0
2
2
0
0
1
1
0
Weet niet/geen mening 0
14
7
14
0
12
2
13
8
17
1
10
1
14
Bron: BouwKennis, juni 2013
Prijs en voorlichting Het onderzoek laat duidelijk zien dat prijs een bepalende factor is bij de introductie van nieuwe producten. Ook voorlichting is essentieel. Dit blijkt onder andere uit de vraag waarom men een bepaald product niet probeert. Maar ook op het gebied van acties bij introducties spelen prijsgerelateerde aanbiedingen en goede voorlichting een sleutelrol. Indien producten daadwerkelijk op de markt komen is kennisverschaffing een belangrijke succesfactor. Zeker in het huidige economische klimaat gaan bouwpartijen niet over één nacht ijs. Geld verspillen aan nieuwe methoden en producten die in de praktijk problemen opleveren is geen optie. Fabrikanten dienen daarom in te zetten op voorlichting. Onder andere voorbeeldprojecten kunnen een positieve bijdrage leveren.
pagina 7 | Whitepaper Webinar
Redenen om een nieuw product niet uit te proberen (in %)
Architect
Onderaannemer
Hoofdaannemer B&U
Installateur
Klusbedrijf
Te hoge prijs
49
36
43
48
45
Onvoldoende informatie over juiste toepassing
54
31
32
33
23
Tevreden met de producten die ik nu gebruik
25
40
25
25
43
Innovaties vaak zo klein dat het te weinig voordelen biedt
17
20
22
14
11
Geen vertrouwen in nieuwe producten bij mijn opdrachtgevers
29
7
25
14
2
Geen vertrouwen in onbekende aanbieders
12
9
22
22
13
Geen tijd om te testen
14
21
20
10
9
9
13
23
14
13
Sluit vaak niet aan bij mijn behoefte
17
13
8
10
11
Bang dat innovatie snel weer van de markt gaat
Innovaties zijn vaak geen verbetering
8
7
5
5
9
Geen vertrouwen in producten die geen A-merk zijn
0
4
8
17
4
Geen vertrouwen in nieuwe producten
2
4
3
5
0
Geen
0
1
2
3
0
Anders
0
1
2
0
2
Weet niet/geen mening
9
10
5
6
11
Bron: BouwKennis, juni 2013
pagina 8 | Whitepaper Webinar
Oriëntatie en inkoop: verdere opmars online De oriëntatie op en de verkoop van bouwmaterialen speelt zich steeds vaker online af. Het Jaarrapport maakt echter ook duidelijk dat de traditionele offline kanalen verre van uitgevlakt mogen worden. In het oriëntatieproces vormen vakbladen, beurzen en advies van collega’s de top-3. Op de vierde plek staat de website van de fabrikant. Handelaren en fabrikanten denken beide dat de eigen website de komende jaren een belangrijker communicatiemiddel wordt. Momenteel wordt echter nog het grootste aandeel van het marketingcommunicatiebudget besteed aan folders.
Klanten hebben de keuze uit diverse aankoopkanalen en iedere partij heeft zo zijn eigen voorkeur. Opvallend is dat de onderaannemer het liefst naar de fabrikant gaat en hoofdaannemers B&U en klusbedrijven gaan naar de hout- en bouwmaterialenhandel voor hun inkopen. Voor de installateurs zijn vanzelfsprekend de installatie- en sanitairgroothandel en de elektrotechnische groothandel belangrijk. De ijzerwarenhandel en de bouwmarkt worden, behalve door klusbedrijven, nauwelijks door marktpartijen gebruikt als aankoopkanaal. Inkoopkanalen bouwproducten en/of klusmaterialen (in %)
Onderaannemer
Hoofdaannemer B&U
Installateur
Klusbedrijf
Hout- en bouwmaterialenhandel
34
Fabrikant
50
50
3
47
24
14
9
Installatie- en sanitairgroothandel
1
7
39
13
Elektrotechnische groothandel
4
2
39
6
IJzerwarenhandel
5
13
4
13
Bouwmarkt/ Doe-het-zelfzaak
7
3
2
12
Bron: BouwKennis, juni 2013
De laatste jaren is er een stijging te zien in het aantal marktpartijen dat direct bij de fabrikant inkoopt. Ook dit jaar zet deze toename zich voort. De voornaamste reden hiervoor is, dat zij betere prijzen hebben volgens de ondervraagde marktpartijen. Daarnaast hebben de fabrikanten volgens de onder- en hoofdaannemers een betere kennis van zaken en een snelle levering. Andere redenen die marktpartijen noemen als het gaat om de aankoop via de fabrikant hebben onder andere te maken met provisie en gemak.
pagina 9 | Whitepaper Webinar
Reden voor aankoop via de fabrikant (in %)
Onderaannemer
Hoofdaannemer B&U
Installateur
Klusbedrijf
Betere prijzen
53
68
39
74
Betere kennis/deskundigheid
65
55
41
26
Snellere levering
63
35
51
53
Beter probleemoplossend vermogen
40
30
32
37
Betere garanties
45
10
17
11
Betere voorwaarden
25
25
12
11
Betere mogelijkheden tot bestellen
35
10
15
5
Betere aftersalesservice
23
18
10
0
Niet anders verkrijgbaar
5
0
12
0
Anders
3
0
5
5
Weet niet/geen mening
0
3
5
0
Bron: BouwKennis, Juni 2013
Verschuivingen zijn er ook te zien in de wijze waarop
Communicatie-instrumenten die het komende jaar belang-
producten en materialen besteld worden. Het percentage
rijker worden (in %)
bestellingen via een webshop neemt toe, dit geldt vooral
voor de onderaannemer en de installateur. De hoofdaannemer lijkt veel meer e-mail te gaan gebruiken. Opvallend
Fabrikant
Handel
Eigen website
70
65
Social media (Facebook, Twitter, LinkedIn etc.)
54
40
detail is dat het er op lijkt dat het gebruik van de fax voor
Verkoper/vertegenwoordiger
48
43
bestellingen definitief aan het afnemen is. Speelde ook de
Mobile marketing & apps
33
25
afgelopen jaren toch nog een redelijk grote rol.
Nieuwsbrieven
27
29
Demonstraties/opleidingen
28
23
De focus op online blijkt ook uit de vraag op welke
Folders/brochures
14
20
communicatie-instrument het komende jaar belangrijk
Referentieprojecten/showroom
17
14
worden. Het komende jaar gaat volgens gemiddeld zeven
Advertenties (online en offline)
12
17
op de tien partijen de website belangrijker worden. Ook
Beurzen
16
11
geeft bijna de helft van de partijen aan dat social media
Eigen corporate magazine
4
5
een belangrijke rol gaan spelen in de toekomst. Hieruit
Geen
1
4
blijkt dat met name de online kanalen een belangrijke rol
Anders
2
1
hebben het komende jaar. Maar ook de verkoper blijft een
Weet niet/geen mening
2
4
prominente rol houden.
Bron: BouwKennis, juni 2013
pagina 10 | Whitepaper Webinar
Ander DMU door kleinere rol bestek Het bouwvolume krimpt. De koek die de bouwsector moet verdelen wordt dus kleiner. In tijden als deze is het zeer belangrijk om het verlies door de krimpende markt op te vangen met het uitbreiden van marktaandeel. In het BouwKennis Jaarrapport is er dit jaar daarom in het bijzonder aandacht voor het beslissingsproces, zodat toeleveranciers in de bouw nog scherper hun producten en diensten kunnen vermarkten. Allereerst vormt het bestek een goede ingang om het marktaandeel te vergroten.
In het traditionele bouwproces wordt een bestek geschreven nadat het definitieve ontwerp is goedgekeurd door de opdrachtgever. Dat is voor toeleveranciers van bouwproducten een belangrijk moment, omdat hier wordt bepaald welke materialen en merken worden voorgeschreven. Van oudsher zijn de voorschrijvende partijen, de betrokken architect en bouwmanagementbureaus,de relevante DMU waar fabrikanten zich op moeten richten. Daarnaast heeft de opdrachtgever een flinke vinger in de pap, maar zijn bouwtechnische kennis schiet vaak tekort. Vandaag de dag neemt het bestek niet meer de machtige positie in van weleer. Er wordt niet in elk project met een bestek gewerkt. Aan zowel uitvoerende als voorschrijvende partijen is gevraagd in hoeveel procent van hun nieuwbouwprojecten met een bestek wordt gewerkt. De voorschrijvende partijen geven het vaakst aan met een bestek te werken. Bij bouwmanagementbureaus komt dit percentage uit op 63% en bij architecten is dat 59%. Rol bestek over 5 jaar
Verandering positie bestek (saldi)
Tevens is gevraagd of de marktpartijen denken dat het belang van het bestek de afgelopen vijf jaar is toe- of
Architect
afgenomen en wat dit de komende vijf jaar gaat doen.
Installateur
Hierbij hebben we een saldo berekend door het aandeel
Onderaannemer
respondenten dat een stijging noemt/verwacht af te trek-
Advies- en bouwman.
ken van het aandeel dat een daling noemt/verwacht. Bij
Ontwikkelaar
de meeste partijen denkt per saldo een meerderheid dat de rol is afgenomen. Bouwmanagementbureaus en onderaannemers zijn hierover neutraal. Over de toekomst van het bestek wijzen alle marktpartijen dezelfde kant op:het
Hoofdaannemer B&U -20
-15
-10
-5
0
5
Verandering rol bestek afgelopen 5 jaar (saldi) Verandering rol bestek komende 5 jaar (saldi)
bestek zal de komende vijf jaar aan belang inboeten. Alleen architecten zijn hierover onuitgesproken.
Bron: BouwKennis, juli 2013
pagina 11 | Whitepaper Webinar
Gevolgen afname belang bestek
Invloed op bouwwerk, naar bouwfase
De marktpartijen, met uitzondering van de architect, den-
Programma van eisen
ken dus in meer of mindere mate dat het belang van het
Voorlopig ontwerp
Definitief ontwerp
Bestekfase
Uitvoeringsfase
bestek zal afnemen in de komende vijf jaar. Wat betekent dit voor de toeleverende industrie? De bouwprocestheorie kosten en merk- en materiaalkeuze naarmate zij eerder in het bouwproces inspraak hebben. Dus aanbesteden op basis van een bestek betekent minder invloed voor de bouwer dan bij aanbesteding op basis van het (voorlopig) ontwerp. Geïntegreerde contractvormen zorgen ervoor dat uitvoerende marktpartijen meer inspraak krijgen in het bouwproject en dus ook in de gebruikte materialen
Invloed op bouwwerk
leert ons dat partijen meer invloed uitoefenen op bouw-
Bron: BouwKennis o.b.v. diverse bronnen, juni 2013
en merken. Voor toeleverende partijen betekent dit dat de focus verschoven moet worden in de marketing van de voorschrijvers naar de uitvoerders. Het is dus van belang om goed in kaart te brengen welke gebruikersbehoefte er is op de bouwplaats en wat uitvoerende partijen besluit om een herhalingsaankoop te willen doen. Niet alleen de rol van het bestek wordt kleiner. Er wordt ook regelmatig afgeweken van de bestekvoorschriften. De consequentie is dat de uitvoerende bouwpartijen een toenemende invloed krijgen op het keuzeproces van materialen en merken. Zij wijken vooral af van het bestek doordat een alternatief product goedkoper is of doordat zij betere ervaringen hebben met het alternatieve product. De voorschrijvende kant legt net iets andere accenten. Architecten en bouwmanagementbureaus noemen uiteraard de wens van de opdrachtgever en de prijs als voorwaarden om in het bestek te komen. De belangrijkste reden is de goede ervaring die eerder is opgedaan met het product. Een eerdere positieve ervaring met het product is dus essentieel. Belangrijke conclusie uit het rapport. Partijen gebruiken niet zomaar een product of schrijven het niet zomaar voor. Ook bij nieuwe producten zijn uitvoerig testen en voorbeeldprojecten van groot belang. Voor de komende vijf jaar denken de voorschrijvende partijen dat een lange levensduur en onderhoudsvriendelijkheid belangrijk gaan worden, naast uiteraard de prijs van het product. Belangrijkste criteria om over vijf jaar in een bestek te komen (in %)
Architect
Bouwmanagement & advies
Lange levensduur
69
49
Goede prijs
48
51
Onderhoudsarm
40
57
Energiebesparend
27
44
Mooi uiterlijk/design
46
11
Goede reviews/ervaringen met product
23
20
Veilig zijn
6
20
Specifiek materiaal
6
15
Hoge algemene bekendheid
4
3
Snelle levertijd
4
3
Op veel plekken verkrijgbaar
0
5
Anders
4
5
Weet niet/geen mening
2
2
Bron: BouwKennis, juli 2013
pagina 12 | Whitepaper Webinar
Duurzaamheid: kostprijs vs. life cycle costs Steeds meer fabrikanten en handelaren in de bouw maken werk van duurzaamheid. De belangrijkste vraag voor deze toeleveranciers is hoe zij hun energiebesparende producten en merken in de handen van hun afnemers krijgen. Met de juiste kennis over beslissers en beslismomenten kunnen toeleveranciers een doelgerichte (marketing)strategie opstellen om hun producten en merken in het beslissingsproces te krijgen. Maar om deze strategie concreet te maken moet men ook weten welke argumenten en motivaties aan de basis liggen van genomen beslissingen. Het keuzeproces rondom duurzame toepassingen en merken verloopt vooralsnog ondoorzichtig. Daardoor is het voor toeleveranciers lastig de concurrentiestrijd met collega’s in hun voordeel te beslissen. Meer duidelijkheid over het verloop van het beslissingsproces van de belangrijkste spelers op het gebied van duurzaamheid is gewenst. De belangrijkste deelvragen hierbij zijn achtereenvolgens: Op welk moment worden beslissingen over duurzame maatregelen en merken genomen in het bouwproces, door wie en op basis waarvan? Om te achterhalen welke factoren het meeste gewicht in de schaal leggen, is marktpartijen die eerder aangaven dat zij de beslisser zijn bij de keuze voor duurzame maatregelen gevraagd welke factoren bij deze keuze beslissend waren. Drie factoren worden hierbij met afstand het vaakst genoemd: de betrouwbaarheid van de maatregel, inzicht in de terugverdientijd en de aanschafkosten. Met name voor architecten en bouwmanagement- & adviesbureaus geeft de betrouwbaarheid de doorslag. Waarschijnlijk hangt dit samen met de nieuwigheid van diverse duurzame toepassingen, terwijl opdrachtgevers vaak vragen om bewezen technologieën die minder risicovol zijn.
pagina 13 | Whitepaper Webinar
Beslissende factoren bij de keuze voor duurzame maatregelen (in %)
Totaal Architect
Advies & Onderaan- Hoofdaan- Installateur Klusbedrijf Overheid Woning- Ontwikkelaar
Bouwman.
nemer nemer B&U corporatie
Betrouwbaarheid van de maatregel
50
83
77
40
0
56
25
0
47
43
Inzicht in de terugverdientijd
48
50
54
60
29
56
25
0
53
43
Aanschafkosten
42
17
23
80
14
44
75
50
53
43
van de technologie
29
33
54
0
0
56
0
0
20
29
Subsidies
29
17
31
0
29
33
0
50
47
14
huidige technologie
29
50
31
20
14
44
25
0
20
29
Wetten & normen
24
33
8
40
14
22
25
50
20
43
Life cycle costs
24
33
46
0
14
22
0
0
27
14
Persoonlijke motivatie
21
50
15
40
14
11
25
0
20
29
Economische situatie
17
0
15
0
14
11
25
50
27
14
Complexiteit technologie
Kennis over de techniek
Toepasbaarheid binnen
11
17
15
0
0
11
0
0
13
14
Marktvraag
9
0
0
0
0
11
0
0
0
71
Kennisoverdracht
8
33
8
0
14
11
0
0
0
14
Risicoperceptie
6
17
15
0
0
0
0
0
0
14
Integraal werken
6
33
0
0
0
0
0
50
7
0
binnen bedrijf
6
0
0
0
14
0
0
0
20
14
Contractuele verplichtingen
5
0
0
0
0
0
0
0
7
29
achteraf
5
33
0
0
0
0
0
0
0
14
Marketingmogelijkheden
5
0
0
0
0
0
0
0
0
43
Anders
2
0
0
0
0
0
0
50
0
0
Weet niet/geen mening
6
0
8
0
43
0
0
0
0
14
Besluitvorming/aansturing
Controle & monitoring
Bron: BouwKennis, juni 2013
Aanschafkosten leidend Dat het kostenplaatje belangrijk is, spreekt voor zich in een op
Kostprijs bij duurzame maatregelen belangrijker dan de
de laagste prijs georiënteerde bouwkolom. Opvallend hierbij is
life cycle costs (in %)
wel dat de life-cycle costs in veel mindere mate een rol spelen dan de aanschafkosten. Alleen adviesbureaus en architecten
Ontwikkelaar
hebben hier oog voor, terwijl deze factor in een ideale situatie
Hoofdaannemer B&U
leidend zou moeten zijn bij een beslissing. Helaas spelen er
Advies- en bouwman.
andere belangen (of ontbreekt er juist belang) waardoor dit
Installateur
aspect naar de achtergrond verdwijnt. Zo rekenen ontwikke-
Woningcorporatie
laars bijvoorbeeld veel vaker alleen met aanschafkosten.
Kostprijs versus life cycle costs Als lakmoesproef is bedrijven de stelling voorgelegd of de kostprijs bij de keuze voor duurzame maatregelen belangrijker is dan de life cycle costs. Gemiddeld 36% van de ondervraagde partijen is het hiermee (zeer) eens. Dit geldt met name voor ontwikkelaars, maar ook hoofdaannemers, advies- en bouwmanagementbureaus en installateurs noemen dit vaak.
Architect Klusbedrijf Onderaannemer Overheid 0
20
Zeer mee eens Mee eens Neutraal
40
60
80
100
Mee oneens Zeer mee oneens Weet niet/geen mening
Bron: BouwKennis, juni 2013
Ruim een kwart kan zich niet in deze stelling vinden. pagina 14 | Whitepaper Webinar
Over BouwKennis Bouwen begint met BouwKennis. Want BouwKennis is dé marktinformatieleverancier voor de bouw-, vastgoed- en installatiesector. BouwKennis volgt alle relevante bronnen uit de markt en doet zelf gericht marktonderzoek. Het resultaat: informatie waarop u kunt bouwen. BouwKennis geeft u een objectief beeld van alle marktkenmerken, trends en ontwikkelingen. Veel bedrijven hebben behoefte aan betrouwbare marktinformatie. Het verzamelen en onderzoeken ervan kost veel tijd en capaciteit. Daarom doet BouwKennis dit voor u. Zo beschikt u over relevante en actuele marktinformatie zonder dat u zelf hoeft te investeren in eigen onderzoek. U hebt direct de bouwstenen om uw marketingstrategie te bepalen. Een deel van de vragen uit de markt beantwoordt BouwKennis met informatie uit bestaande bronnen. Voor een groot aantal vragen verricht BouwKennis eigen, doelgericht en onafhankelijk marktonderzoek. BouwKennis werkt hierin nauw samen met USP Marketing Consultancy. Dat betekent unieke content. En omdat het gaat om multi client onderzoek, wordt er altijd gezocht naar informatie die voor meerdere marktpartijen relevant is. Meer dan duizend organisaties hebben het gemak en de unieke informatie van BouwKennis al ontdekt. Zij gebruiken de marktinformatie als basis voor hun strategie en beleid. Omdat niet alle bedrijven dezelfde informatiebehoefte hebben, biedt BouwKennis verschillende producten aan. Een deel van de marktinformatie krijgt u periodiek toegestuurd wanneer u zich hierop abonneert. Andere marktinformatie is ook los te koop als onderzoeksrapport.
pagina 15 | Whitepaper Webinar
Colofon
Meer weten?
Uitgever BouwKennis BV Max Euwelaan 51 3062 MA ROTTERDAM T 010-2066996 E
[email protected] www.bouwkennis.nl
Heeft u vragen over de Whitepaper Onderwijs Bouwplannen
Uitgever/directeur Boudewijn Goedhart
T 010 206 69 96
Verkoop Jacco Ridderhof Maurice van Dijk T 010-2066996
Scan of heeft u vragen in het algemeen aan BouwKennis? Ga dan direct naar onze website www.bouwkennis.nl of neem contact op met onze accountmanagers. Maurice van Dijk E
[email protected]
Jacco Ridderhof E
[email protected] T 010 206 69 96
Marketing Paul Waldekker Kimberley van Ravenswaaij Redactie Remco Tuns (hoofdredacteur) Lieneke de Boer Guido van Beek Leo Kranenburg Brett Rijsdijk Vormgeving Shirrin Vonk Inlichtingen T 010-2066996 E
[email protected] Bestellingen
[email protected] of www.bouwkennis.nl/shop
© Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd of gedupliceerd.
pagina 16 | Whitepaper Webinar