Monique van Zeijl
Wetenschapsakkoord 2012 was het jaar waarin de kennisinstellingen en het georganiseerde bedrijfsleven samen optrokken met een gemeenschappelijk manifest aan de politiek. Een illustratie van het gegroeide vertrouwen tussen partijen in de topsectoren. Bij de industriële partijen is in 2012 begrip ontstaan voor het feit dat NWO geen passieve subsidieorganisatie is, maar onderzoek van excellente kwaliteit selecteert door een onafhankelijke beoordeling. Die meerwaarde van NWO voor het kennissysteem wordt in het gezamenlijke manifest door het bedrijfsleven erkend. Het manifest maakt aan de andere kant duidelijk dat de wetenschap zich niet afkeert van kennis- en onderzoeksvragen die leven bij de topsectoren. We zouden het manifest daarom een wetenschapsakkoord kunnen noemen. Het kabinet kwam in het regeerakkoord tegemoet aan het pleidooi in het manifest voor een groter budget voor wetenschap. Ondanks de miljarden euro's die het de komende jaren moet bezuinigen. Door die investering kan het NWO-budget de komende jaren min of meer constant blijven. Dat is gezien de actualiteit absoluut een succes. Maar het is niet zo dat we nu ruim in onze jas zitten. Een deel van de bezuinigingen die het land moet opbrengen, komt bij NWO terecht. We hadden grote zorgen over de ruimte voor het vrije onderzoek en de programma's waarmee we getalenteerde onderzoekers ondersteunen over de hele breedte van de wetenschap. Die zorgen zijn niet weg, maar wel wat minder groot. Een hoogtepunt in 2012 was de extra investering van het ministerie van OCW in samenwerkende onderzoeksgroepen op topniveau. NWO selecteerde voor het ministerie de zes onderzoeksgroepen voor deze langjarige financiering uit het nieuwe programma Zwaartekracht. Belangrijk was ook de omvangrijke investering in vijf grootschalige onderzoeksfaciliteiten die op de in 2012 vernieuwde Roadmap voor grote onderzoeksinfrastructuur staan. En uiteraard de toekenning van de NWOSpinozapremie aan vier uitmuntende onderzoekers. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat Nederland ieder jaar weer wetenschappers op dit niveau kan onderscheiden. 2012 was ook het jaar waarin het topsectorenbeleid handen en voeten kreeg. Bij de start van het topsectorenbeleid heeft NWO geïnventariseerd wat de NWO-wetenschapsgebieden en NWOinstituten inhoudelijk en budgettair aan de topsectoren konden bieden. Door deze aanpak waren we in staat in de gesprekken met de topsectoren multidisciplinaire onderzoeksagenda's aan te bieden, inclusief de bijbehorende financiering. Dat heeft de topsectoren een vliegende start gegeven. We zullen deze werkwijze in de komende periode samen met onze partners verder ontwikkelen. Als we kijken naar 2012 dan zien we dat er steeds meer een beroep wordt gedaan op de rol van NWO als regisseur. Ook de commissie die NWO onlangs heeft geëvalueerd, vraagt aandacht voor die rol. We zullen die regierol in de komende tijd versterken. Uiteraard in goede verstandhouding en overleg met onze partners. Het zal een dynamische rol zijn, gezien alle ontwikkelingen in onze omgeving: de middelen blijven schaars, Europa wordt belangrijker, de universiteiten profileren zich, de topsectoren vragen hun deel, we willen grote en kostbare onderzoeksinfrastructuren zo verstandig mogelijk realiseren. NWO zal zich steeds moeten aanpassen aan die veranderingen. Wat niet zal veranderen is onze opdracht en missie: kwaliteit, vernieuwing en vooruitgang stimuleren op alle gebieden van de wetenschap door het beste onderzoek en de meest talentvolle onderzoekers te financieren. In dit jaarverslag leest u hoe NWO aan die opdracht in 2012 invulling heeft gegeven.
Jos Engelen Voorzitter algemeen bestuur NWO
shutterstock.com
7 Hoofdstuk 1 | NWO in 2012 in het kort
1
NWO in 2012 in het kort Rond de kabinetswisseling in 2012 pleitte NWO samen met de universiteiten en andere kennisorganisaties en het georganiseerde bedrijfsleven voor een groter budget voor wetenschappelijk onderzoek. Meer geld voor fundamenteel onderzoek in alle wetenschapsgebieden en geld voor onderzoek in de economische topsectoren. In het in oktober verschenen regeerakkoord gaf het kabinet gehoor aan deze gezamenlijke oproep door meer middelen toe te zeggen. De ontwikkelingen in 2012 laten zien dat deze middelen nodig zijn. NWO kon in 2012 minder dan een vijfde van de voorstellen van wetenschappers financieren in het kader van de programma’s voor talent en vrij onderzoek. En de vraag vanuit de topsectoren om financiering van onderzoek overtrof de budgettaire mogelijkheden van NWO vele malen. De toegenomen onderzoeksvraag van wetenschappers en topsectoren vroeg van NWO in 2012 de nodige stuurmanskunst om vast te houden aan haar koers en missie: het beste onderzoek financieren over de volle breedte van de wetenschap en de resultaten van onderzoek ten goede laten komen aan de samenleving. Onder andere de krimpende financiële ruimte voor fundamenteel onderzoek was aanleiding voor de gezamenlijke actie van wetenschap en bedrijfsleven in de richting van de politiek. Nu het kabinet in februari 2013 extra middelen heeft toegezegd, kan NWO deze met name inzetten voor fundamenteel onderzoek over de hele breedte van de wetenschap.
Gezamenlijk manifest kennisorganisaties en bedrijfsleven In mei 2012 richtten NWO, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), vereniging van universiteiten VSNU, HBO-raad, TNO en ActiNL een gezamenlijke brief aan de verkiezingsprogrammacommissies van de politieke partijen. In de brief spraken ze steun uit voor het gevoerde wetenschaps- en innovatiebeleid en drongen ze aan op een groter onderzoeksbudget, in navolging van ons omringende landen.
Samen met andere kennisinstellingen en de werkgeversorganisaties organiseerde NWO rond de verkiezingen een twitterdebat om de aandacht te vestigen op het manifest van deze partijen aan de politiek. Foto TU Delft
In september 2012 volgde op deze brief aan de politieke partijen een gezamenlijk manifest van NWO, KNAW, VSNU, HBO-raad, TNO en de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland. Het manifest riep een nieuw kabinet op te investeren in een brede en excellente kennisbasis voor ons land, met voldoende ruimte voor vrij en ongebonden onderzoek. Daarnaast bepleitten de manifestpartijen voortzetting van de samenwerking tussen de kennissector en het bedrijfsleven met structureel extra middelen voor de topsectoren. Ten slotte benadrukten de ondertekenaars dat Nederland moet
8 Hoofdstuk 1 | NWO in 2012 in het kort
inspelen op het EU-programma Horizon 2020 door onderzoeksprogramma’s te laten aansluiten op de EU-thema’s en een budget in te richten voor cofinanciering. Het besluit van het kabinet-Rutte II om in deze tijd van grote bezuinigingen extra te investeren in de wetenschap, ziet NWO als een krachtig signaal dat het kabinet belang hecht aan een solide wetenschapssysteem. Via NWO wordt een bedrag oplopend tot 100 miljoen euro extra per jaar in wetenschappelijk onderzoek geïnvesteerd: 25 miljoen euro in 2014, 75 miljoen euro in 2015 tot en met 2017 en 100 miljoen euro met ingang van 2018. Voor de jaren 2014 tot en met 2016 komt daar eenmalig in totaal 50 miljoen euro bij voor publiek-private onderzoekssamenwerking in de topsectoren. Daarnaast stelt het kabinet ook extra geld beschikbaar om Nederlandse wetenschappers in staat te stellen mee te blijven doen aan een aantal Europese onderzoeksprogramma’s.
Actieve rol van NWO in topsectoren In 2012 heeft NWO bijgedragen aan een voortvarende start van het topsectorenbeleid met bestuurlijke deelname, nieuwe programma’s en investeringen. Bij de ondertekening van het nationale kennis- en innovatiecontract in april 2012 legde NWO zich vast op een bijdrage van ruim 225 miljoen euro aan nieuwe investeringen in 2012 en 2013 (meer dan 300 miljoen euro inclusief bijdragen van ministeries). In 2012 lag de nadruk op thematische onderzoeksprogramma’s met publiek-private samenwerking. Daarnaast realiseerde NWO een deel van haar bijdrage via voor de topsectoren relevante investeringen in het talentbeleid en het vrije onderzoek, de inzet van de NWO-instituten en de programma’s in het kader van de internationale samenwerking. In 2012 heeft NWO besloten bestuurlijk betrokken te zijn bij elf van de in totaal negentien zogeheten Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s). Deze zijn opgericht om de activiteiten van de verschillende partijen en organisaties in de negen topsectoren beter op elkaar te laten aansluiten in het kader van gezamenlijke onderzoeksprogrammering.
NWO-gebied Chemische Wetenschappen organiseerde in 2012 een kick-off voor de Topconsortia voor Kennis en Innovatie in de topsector Chemie. Foto Sacha Schalkwijk
9 Hoofdstuk 1 | NWO in 2012 in het kort
Samenwerking met partners bij thematische onderzoeksprogramma’s In 2012 is een groot aantal thematische onderzoeksprogramma’s ontwikkeld en gestart die bij de topsectoren aansluiten. De meeste kwamen tot stand in samenwerking met bedrijven, universiteiten, TNO en andere partners in de topsectoren. In totaal heeft NWO in 2012 op deze wijze ruim honderd miljoen euro geïnvesteerd in de topsectoren. Het deelnemende bedrijfsleven investeerde in totaal meer dan twintig miljoen euro. Daarnaast gingen er ook nieuwe onderzoeksprogramma’s van start die gericht zijn op andere actuele maatschappelijke vraagstukken, zoals de programma’s in het kader van het thema ‘Samenleving onder spanning’. Om de samenwerking te stimuleren organiseerde NWO in 2012 matchmaking events waar wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke partners elkaar ontmoetten. Doel van de bijeenkomsten was gezamenlijke voorstellen voor onderzoek te ontwikkelen en die vervolgens bij NWO in te dienen.
Lager toekenningspercentage voor talent en vrij onderzoek De belangstelling van wetenschappers voor onderzoeksfinanciering van NWO was ook in 2012 groot. NWO nam bijna 5.900 aanvragen voor onderzoeksfinanciering in behandeling, ruim zevenhonderd meer dan in 2011. Het aantal aanvragers dat financiering kreeg toegekend steeg eveneens, van ongeveer 1.150 in 2011 naar bijna 1.400 in 2012. Veruit de meeste aanvragen – zeventig procent – kwamen binnen voor de talentprogramma’s en het vrije onderzoek. Dat leidde tot een daling van het toekenningspercentage voor dit onderzoek van 18 naar 17 procent. Het gemiddelde toekenningspercentage steeg echter van 22 naar 24 procent, vooral door hoge percentages toekenningen bij de aanvragen voor internationale samenwerkingsprogramma’s en de programma’s voor financiering en gebruik van onderzoeksfaciliteiten. Het aandeel van vrouwen in de toekenningen van financiering was in 2012 hoger dan in 2011. Ook de man-vrouwverhouding in de beoordelingscommissies was iets evenwichtiger.
De vier Spinozalaureaten van 2012: van links naar rechts Xander Tielens, Annemarie Mol, Ieke Moerdijk en Mike Jetten. Foto Arie Wapenaar
NWO kende in 2012 vier Spinozapremies toe, een blijk van erkenning voor wetenschappers met invloed in hun vakgebied op wereldniveau, vergezeld van een bedrag van 2,5 miljoen euro voor onderzoek. De Spinozapremies gingen naar microbioloog Mike Jetten van de Radboud Universiteit
10 Hoofdstuk 1 | NWO in 2012 in het kort
Nijmegen, antropoloog Annemarie Mol van de Universiteit van Amsterdam, wiskundige Ieke Moerdijk van de Radboud Universiteit Nijmegen en astronoom Xander Tielens van de Universiteit Leiden. In 2012 waren ongeveer 6.800 door NWO (mede)gefinancierde wetenschappelijke en andere medewerkers aan het werk bij Nederlandse universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen.
Grote investering in topconsortia en onderzoeksinfrastructuur Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelde in 2012 ongeveer 250 miljoen euro ter beschikking voor de beste onderzoeksconsortia en voor grootschalige onderzoeksfaciliteiten. Als voortzetting van de zogenoemde ‘Dieptestrategie onderzoeksscholen’ uit de jaren ‘90 heeft het ministerie van OCW in 2011 het programma Zwaartekracht in het leven geroepen. Met dit programma geeft OCW maximaal tien jaar financiering aan samenwerkende onderzoeksgroepen op het hoogste wetenschappelijke niveau. NWO adviseerde in 2012 over de selectie van de onderzoeksconsortia en stelde daarvoor een internationale commissie in. De zes geselecteerde onderzoeksgroepen krijgen een bedrag van in totaal 167 miljoen euro. Via NWO stelde het ministerie in 2012 tachtig miljoen euro beschikbaar voor een aantal grootschalige onderzoeksfaciliteiten. Om het jaar worden voor deze faciliteiten middelen beschikbaar gesteld. Op advies van een door NWO ingestelde commissie kregen vijf consortia een bijdrage in de bouw of de substantiële aanpassing van een grootschalige onderzoeksfaciliteit. Eerder adviseerde een door NWO ingestelde internationale commissie over een nieuwe ‘Nationale roadmap grootschalige onderzoeksfaciliteiten’. Op die roadmap staan momenteel in totaal 29 onderzoeksfaciliteiten waarin de Nederlandse overheid de komende jaren wil investeren. De roadmap wordt iedere vier jaar geactualiseerd.
Mr. Bernard Wientjes Voorzitter VNO-NCW
Manifest was vredesdocument “Net als grote bedrijven moeten ook landen keuzen maken. Je kunt niet in alles de beste zijn. De negen topsectoren hebben mondiaal een sterke positie of hebben de potentie die te krijgen. Ik begrijp heel goed dat het topsectorenbeleid voor de kennisinstellingen bedreigend was. Bedreigend voor hun vrijheid en voor niet aan de topsectoren gerelateerde wetenschap. Er was immers geen nieuw geld, we moesten budgetten herschikken. In het manifest van september 2012 maken we als bedrijfsleven duidelijk dat we ook grote waarde hechten aan ongebonden, fundamenteel onderzoek. En pleiten we voor meer geld daarvoor. Aan de andere kant steunen de kennisinstellingen het topsectorenbeleid. In die zin was het een vredesdocument. De kracht is dat we samen naar de politiek zijn gegaan. Dat maakte onze positie ijzersterk. In de innovatiecontracten die zijn gesloten tussen topsectoren en kennisinstellingen, is per jaar 1,5 tot 2 miljard euro aan private investeringen in onderzoek gemobiliseerd. Dat moeten we vasthouden. Het is heel goed dat we in Nederland over een instituut beschikken dat op basis van kwaliteit wetenschapsgeld toekent. We staan dan ook achter het besluit van het kabinet het extra geld voor wetenschap via NWO te laten lopen.”
11 Hoofdstuk 1 | NWO in 2012 in het kort
Kennisbenutting NWO heeft in 2012 besloten aandacht te besteden aan kennisbenutting in alle NWO-programma’s, ook in de talentprogramma’s en programma’s voor vrij onderzoek. NWO vraagt de onderzoekers expliciet in te gaan op de vraag welk belang hun onderzoek mogelijk heeft voor andere wetenschapsdisciplines, voor de maatschappij of voor het bedrijfsleven. NWO erkent het belang van fundamenteel onderzoek. Daarom is de beoordelingsprocedure voor de talentprogramma’s en het vrije onderzoek zo ingericht dat onderzoekers die goed onderbouwen waarom er op afzienbare termijn geen zicht is op kennisbenutting, geen nadeel ondervinden van dit criterium. In 2012 heeft het samenwerkingsverband van Nederlandse industrial liaison officers ondersteuning gekregen van NWO. De industrial liaison officers zijn verbonden aan wetenschappelijke instituten en hebben een coördinerende rol in internationale projecten voor big science. Doel van het netwerk is het Nederlandse bedrijfsleven betere kansen te bieden in deze projecten en de samenwerking tussen wetenschap en industrie te bevorderen.
Aandacht voor open access van onderzoeksdata NWO is actief op het gebied van open access van onderzoeksresultaten vanuit de overtuiging dat de resultaten van met publieke middelen gefinancierd onderzoek in principe ook vrij toegankelijk moeten zijn. Het Stimuleringsfonds Open Access Publicaties van NWO ging in 2012 zijn derde jaar in. Het aantal aanvragen en toekenningen is jaarlijks gestegen. In 2012 zijn meer dan vierhonderd openaccess-publicaties financieel ondersteund. In 2012 heeft NWO ook aandacht besteed aan open access van onderzoeksdata. Onderzocht is welke eisen NWO stelt aan datamanagement in haar financieringsinstrumenten, welke wensen er vanuit de verschillende wetenschapsdisciplines zijn voor een NWO-datamanagementbeleid en welke barrières er zijn voor de vrije toegang tot onderzoeksdata. Beleidskeuzes zijn in de loop van 2013 te verwachten.
Positieve evaluatie NWO-instituten Uit alle acht in 2012 afgeronde evaluaties van de NWO-instituten sprak waardering voor het uitstekende onderzoek, de nationale functie en de faciliteiten van de instituten. De instituten gaan zich de komende tijd wel extra inspannen om aanvullende middelen te verwerven via (inter)nationale competities en zullen hun kosten terugbrengen door strategische allianties aan te gaan. Alle NWO-instituten leverden in 2012 bijdragen aan de topsectoren via hun onderzoekslijnen en de inzet van de nationale faciliteiten die ze beheren. In het kader van de topsector High Tech Systemen en Materialen hebben de instituten gezamenlijk met TNO het initiatief genomen voor een nieuwe roadmap voor onderzoek naar advanced instrumentation. Doel is het bedrijfsleven meer te betrekken bij de ontwikkeling van hoogwaardige technologie en nieuwe instrumenten voor de vaak grootschalige onderzoeksfaciliteiten van de instituten, zoals radiotelescopen en detectoren van elementaire deeltjes. De Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) heeft haar statuten en missie aangepast om actiever beleid te kunnen voeren op het gebied van kennisbenutting en start-up-bedrijven. Het FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen is omgevormd tot het Dutch Institute for Fundamental Energy Research (DIFFER). DIFFER is in 2012 van start gegaan en zal zich volledig gaan richten op funderend onderzoek naar duurzame energie, in het bijzonder naar kernfusie en zonnebrandstoffen. Daarnaast zal DIFFER een rol spelen in de coördinatie van het funderende energieonderzoek.
12 Hoofdstuk 1 | NWO in 2012 in het kort
NWO scherpt integriteitsbeleid aan Mede naar aanleiding van recente fraudegevallen heeft NWO in 2012 besloten voorstellen te doen voor aanscherping van haar integriteitsbeleid. Zo zal NWO aanvragers, onderzoekers en laureaten gaan vragen de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening te onderschrijven. Ook wil NWO het fraudeprotocol uitbreiden om onder andere financiering te kunnen intrekken en onderzoekers gedurende een bepaalde periode de mogelijkheid te ontnemen financiering aan te vragen. NWO gaat verder een centraal meldpunt instellen waar mensen klachten kunnen melden over onderzoekers die geheel of gedeeltelijk door NWO worden gefinancierd.
Internationale samenwerking In 2012 kreeg het NWO-beleid voor uitbreiding van de samenwerking met opkomende wetenschapslanden nader vorm. Met dit beleid wil NWO de onderzoekssamenwerking stimuleren, uitgaande van de sterke kanten en prioriteiten in beide landen. Tijdens een kennis- en handelsmissie naar Brazilië werd een samenwerkingsovereenkomst met de Braziliaanse partners gesloten die in de komende jaren zal leiden tot concrete financieringsrondes voor onderzoekssamenwerking. In samenwerking met China zijn in 2012 achttien nieuwe gezamenlijke onderzoeksprojecten gestart, waaronder drie publiek-private projecten op het terrein van chemische en exacte wetenschappen. NWO en het Indiase Department of Science and Technology hebben het programma ‘Functional Materials’ opgezet. In 2012 stond de totstandkoming van de Europese onderzoeksruimte – vrij verkeer voor onderzoek en innovatie in Europa – extra in de belangstelling. De Europese Commissie publiceerde een visie waarin de beoogde rollen van overheden, kennisinstellingen en de Commissie zelf staan omschreven. De Europese koepelorganisatie Science Europe, waar NWO actief aan deelneemt, voerde hierover gesprekken met de Europese Commissie, samen met de andere Europese koepelorganisaties van onder andere de universiteiten. NWO leverde in 2012 ook input voor de verdere voorbereiding van het Europese kaderprogramma Horizon 2020, dat van grote invloed zal zijn op het onderzoek in Nederland en andere lidstaten.
NWO investeerde in 2012 in de totstandkoming van zogenoemde lead-agency-samenwerkingsverbanden. Lead-agency-samenwerking houdt in dat één van de partnerorganisaties het voortouw neemt en de selectieprocedure voor een onderzoeksprogramma uitvoert, zonder dat de partners in hun eigen land de procedure overdoen. Door deze vorm van samenwerking worden administratieve barrières voor internationale samenwerking verminderd.
In 2012 is op Antarctica een Nederlands onderzoeksstation gevestigd. Foto NWO (ALW)
13 Hoofdstuk 1 | NWO in 2012 in het kort
Om het Nederlandse poolonderzoek te ondersteunen, is in 2012 een Nederlands onderzoeksstation op Antarctica gevestigd. NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek en de British Antarctic Survey hebben het laboratorium opgebouwd.
Twee nieuwe regieorganen Op verzoek van het ministerie van OCW heeft NWO per 1 juli 2012 het nieuwe Nationale Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) opgericht. Het regieorgaan is ingesteld om onderwijsonderzoek en de praktijk van het onderwijs dichter bij elkaar te brengen. Het regieorgaan zal ook meerwaarde hebben door de bestaande middelen voor onderwijsonderzoek te bundelen tot een samenhangende en meerjarige programmering. Per 1 december 2012 is dr. Jelle Kaldewaij benoemd als directeur van het regieorgaan. Het regieorgaan is ondergebracht bij het bureau van NWO-gebied Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Voor het praktijkgerichte onderzoek van hogescholen is een nieuw regieorgaan in voorbereiding, het Nationale Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. Dit regieorgaan komt voort uit de Stichting Innovatie Alliantie (SIA) die momenteel de middelen voor het praktijkgerichte onderzoek verdeelt. In oktober 2012 hebben het ministerie van OCW, NWO en de partners in de Stichting Innovatie Alliantie hiervoor een intentieverklaring ondertekend. Met de onderbrenging van het regieorgaan bij NWO moet het praktijkgerichte onderzoek van hogescholen op dezelfde wijze op kwaliteit worden geselecteerd als gebeurt voor het onderzoek van universiteiten in het kader van de tweede geldstroom.
Financiën In 2012 investeerde NWO met haar partners in totaal 756 miljoen euro in wetenschappelijk onderzoek. De grootste investeringen gingen naar talentprogramma’s en vrij onderzoek. Het merendeel van de inkomsten van NWO was afkomstig van het ministerie van OCW (615 miljoen euro) en van andere ministeries (68 miljoen euro). De bijdrage van derden, waaronder het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, en de overige inkomsten bedroegen ongeveer 51 miljoen euro. Door meer financiële verplichtingen aan te gaan dan NWO aan inkomsten ontving, ontstond een negatieve algemene reserve van 8 miljoen euro. In totaal had NWO eind 2012 meer dan een miljard euro uitstaan aan toegekende financiering van onderzoeksprojecten die in de komende jaren zullen worden afgerond. Met ingang van 1 januari 2012 is NWO overgegaan van een kasstelsel naar een baten-lastenstelsel overeenkomstig de regeling voor de jaarverslaglegging van het ministerie van OCW. Dit houdt in dat uitgaven in de lasten worden opgenomen op het moment dat NWO een financiering toekent in plaats van op het moment van uitbetaling. Op deze manier verleent NWO een transparanter inzicht in haar kernactiviteit.
Tabel 1 | Kerncijfers NWO in 2012 (geconsolideerd) Selectieprocedure 2012
Aantal (voor)aanvragen
5.875
Aantal toekenningen
1.393
Percentage gehonoreerde (voor)aanvragen
24%
Aantal ontvangen referentenrapporten NWO-projecten Door NWO (mede)gefinancierde medewerkers
8.438 6.804 fte
NWO-inkomsten in miljoen euro
734
NWO-bestedingen in miljoen euro
756