juni/2009
02
NWO-voorzitter Jos Engelen:
‘I CT-infras tructuur onderbrengen bij SURF is logische stap’
COLOFON Colofon SURF is de gezamelijke kwartaaluitgave van de SURF-organisaties SURFfoundation, SURFnet en SURFdiensten met nieuws en achtergrondinformatie over ICT voor het hoger onderwijs en onderzoek. Redactieadres SURFnet bv Postbus 19035 3501 DA Utrecht T 030 2 305 305 F 030 2 305 329
[email protected] Hoofdredactie Annette Peet Lonneke Walk Redactie Mariëlle Schipper-Heesters (eind redactie) Chantal Boogers Paulien Rinsema Sabrina Vredenberg
Medewerkers (aan dit nummer) Erwin Boogert Edith van Gameren Daphne Riksen Elly Teune Aad van de Wijngaart Ontwerp Volta_ontwerpers fotografie Diederik van der Laan Druk Plantijn Casparie Abonnement Een abonnement op SURF kan worden aangevraagd via het redactieadres of via het online formulier op www.surf.nl SURF is tevens te raadplegen via www.surf.nl ISSN 1570-632X
16
Op afstand haarscherp foto’s beoordelen
project
JUNI 2009
SURFlicentienieuws In het meegezonden SURFlicentienieuws vindt u een artikel over de nieuwe driejarige bemiddelingsovereenkomst met uitgeverij Kluwer. Nieuw voor zowel universiteiten als hbo instellingen is de Kluwer Navigator, een gebruiksvriendelijke user interface die meer mogelijkheden biedt voor het ontsluiten van de meest actuele juridische informatie. Daarnaast een interview met Pim Slot, Manager Unit Licensing bij SURFdiensten en recente nieuwtjes over het aanbod van SURFdiensten (software, content, ICT-diensten en hardware).
JaargaNg 13, Nummer 1 IN DIT SURFLICENTIENIEUWS VINDT U NIEUWS OVER DE BEMIDDELINGSOVEREENKOMSTEN DIE SURFDIENSTEN HEEFT AFGESLOTEN MET AANBIEDERS VAN SOFTWARE, CONTENT, ICT-DIENSTEN EN HARDWARE. AANGESLOTEN INSTELLINGEN BINNEN HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERzOEK KUNNEN VIA SURFDIENSTEN EEN KEUzE MAKEN UIT EEN UITGEBREID AANBOD TEGEN zEER LAGE PRIJzEN. HET SURFLICENTIENIEUWS VERSCHIJNT 4 KEER PER JAAR EN IS ONDERDEEL VAN HET MAGAzINE SURF.
liCeNtie 02 NieuWs N2009 O
surfdieNsteN sluit NieuWe OvereeN kOmsteN af met kluWer deonderTekenIngVanheT
Begin 2009 is een nieuwe driejarige bemiddelingsovereenkomst met uitgeverij kluwer van kracht geworden. Nieuw voor zowel universiteiten als hbo-
ConTraCTdooresTerVanheuVen, adjunCT-dIreCTeursurfdIensTen, enjorIsVanoudenhoVen, aCCounTManagerVankluwer
instellingen is de kluwer Navigator, een gebruiksvriendelijke user interface die — in tegenstelling tot zijn voorganger de knowledge portal — meer mogelijkheden biedt voor het ontsluiten van de meest actuele juridische informatie. Naast de Navigator-overeenkomst is er ook een tweejarige overeenkomst gesloten voor de mediaBases. deze databanken bevatten interessante content voor de niet-juridische specialist (alleen af te sluiten door het hbo). Joris van Oudenhoven, accountmanager bij Kluwer, is zeer tevreden over de bereikte mijlpaal: langdurige overeenkomsten, die vooral het hbo veel voordelen biedt. ‘We hebben samen met SHB (Samenwerkingsverband Hogeschool Bibliotheken) en SURFdiensten een mooie aanbieding tot stand gebracht’, vindt hij. ‘Door de vaste prijs per student is onze content via SURFdiensten nu ook interessant voor kleinere hbo-instellingen. De kosten voor onderhoud en beheer zijn in de prijs verwerkt, dus iedereen weet voor de komende drie jaar waar hij aan toe is. En het aanbod is transparant: via SURFdiensten.nl kunnen de mediatheken precies zien wat er voor hen beschikbaar is.’
Voor de huidige gebruikers van Kluwer Knowledge portal, hbo- en universitaire
zoeken met een trefwoord of trefwoorden’, legt Joris van Oudenhoven uit. ‘Wat je invoert als zoekterm, komt er ook uit.’
studenten van voornamelijk fiscaaljuridisch georiënteerde richtingen, is
De nieuwe Navigator ontsluit de informatie via een internetplatform en biedt
de nieuwe user interface het eerste dat opvalt. ‘Voorheen hadden zij toegang
bovendien veel meer zoekintelligentie. zo wordt er bijvoorbeeld ook gezocht op
tot een online-bibliotheek waar onze cd-romtitels beschikbaar werden gesteld. In de Knowledge portal kon je alleen
synoniemen en werkwoordsvormen. De tijdschriften zijn up-to-date en integraal
zOekiNtelligeNtie
q vervOlg OP PagiNa 2 surfliCeNtieNieuWs N 02 2009
1
INHOUD
n o 02 2009
04 Best Practices
Verder in dit nummer:
09 Erwin Boogert
Column
Online onderwijs evolueert Collegelid Paul Rullmann van de TU Delft: ‘Voor universiteiten is het een must om voor een deel online te gaan.’
06
10 14
Spotlight
Maatwerk in SURFSPOT.NL Techniek
Beeldend betogen
17
Elly Teune, Lid Dagelijks Bestuur SURF
18
Studiesucces door maatwerk in ICT
19
Weblectures
Gastcolumn
Interview
ICT-infrastructuur onderbrengen bij SURF is logisch stap NWO-voorzitter Jos Engelen over het advies van ICTRegie, uitgebracht op verzoek van het ministerie van OCW, over de toekomst van de Nederlandse ICT-onderzoeksinfrastructuur.
12
Info
Blog
20 Nieuws over producten, diensten en Bullets en agenda
bijeenkomsten
Focus
Grenzeloos innovatief In gesprek met Petra Boezerooy en Joni Wagner over hoe de samenwerking in het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma de gehele onderwijskolom ten goede komt.
REDACTIONEEL
Digitaal DNA Kleuters zijn vaak handiger met de muis dan hun ouders en voor je het weet lopen ze rond met je digitale camera en zetten hun huisdier op hyves. De elfjarige dochter van mijn vrienden had zelf maar alvast haar bed via Marktplaats verkocht, want: “ze had toch echt een hoogslaper nodig”. Op de boze reactie van haar ouders antwoordde ze laconiek dat ze “toch een goed prijsje had bedongen”. De kinderen van nu hebben digitaal DNA: ze zijn volledig ingesteld op het werken in digitale omgevingen. Des te groter wordt de noodzaak van onderwijs instellingen om daarop in te springen. Elly Teune stelt in dit nummer terecht dat het hoger onderwijs nog een flinke slag te slaan heeft. Columnist Erwin Boogers ziet dat ook en pleit voor iTunes als leidend model.
SURF zou SURF niet zijn als ze geen mooie voor beelden kon vinden van digitaal-DNA-proof onderwijssituaties. Neem het Collegerama van de TU Delft: online colleges in combinatie met informatie van het ‘schoolbord’ en literatuur. Of de VU-master opleiding Bedrijfskunde, waarbij verslaglegging loopt via streaming video en SURFmedia. En tenslotte het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma, dat onderwijsinstellingen laagdrempelig toegang biedt tot innovatieve toepassingen. Gelukkig: er is ook digitaal DNA in onderwijsinstellingen! Annette Peet Reacties?
[email protected]
n o 02 2009
03
BEST PRACTICES
Online onderwijs e volueert Steeds meer universiteiten maken meer gebruik van online mogelijkheden. De Technische Universiteit (TU) Delft heeft de nodige ervaring met online hoorcolleges en andere online toepassingen en zowel studenten als docenten zijn enthousiast. ‘Je vergroot het bereik van je onderwijs en kunt studenten efficiënter laten studeren’, zegt Collegelid Paul Rullmann.
‘V
oor online hoorcolleges introduceerde de TU Delft Collegerama, een videocollege waarbij de docent wordt opgenomen en samen met een aantal andere elementen is terug te kijken’, legt Rullmann uit. ‘Je ziet de docent in beeld maar ook het “bord” en aanvullende informatie zoals literatuur.’ De docent kan bijvoorbeeld een vooraf gemaakte PowerPoint presentatie mee laten lopen, of de online bezoekers laten mee kijken hoe een probleem stap voor stap wordt opgelost op het whiteboard. Het opnemen van colleges gebeurt al op vrij grote schaal en er is veel animo voor, zowel bij studenten als docenten. Het staat dicht bij de bestaande onderwijspraktijk. Bij de TU Delft zijn enkele zalen erop ingericht om met minimale ondersteuning een lezing snel op Collegerama te “publiceren”. ‘Als collegestof verandert, zal ook de Collegerama-opname snel verouderen. Dat is niet erg, want dan wordt er weer een nieuwe opname gemaakt. Maar er zijn ook opnamen die behoorlijk “stabiel” zijn in de tijd, denk aan een veiligheids instructie of zaken met eeuwigheidswaarde zoals bepaalde wiskundige stellingen of bepaalde theorieën.’ Voor studenten is het ideaal om colleges terug te kunnen kijken. Rullmann: ‘Uit onderzoek weten we dat studenten er vooral gebruik van maken als ze ziek zijn geweest, wanneer ze voor een tentamen zitten en nog even de collegestof willen terugzien en kort na het college om uitleg na te slaan die ze niet helemaal begrepen hebben. Ook kan de docent met Collegerama zichzelf terugzien en daar kritisch naar kijken, een mooi bijeffect.’
04
n o 02 2009
Bereik vergroten
Met online colleges vergroot je je bereik. ‘De universiteit van morgen is onderdeel van een netwerk dat zich uitstrekt over de hele wereld. Een andere online toepassing bij de TU Delft is Open CourseWare, waarbij materiaal voor iedereen beschikbaar is. Inmiddels hebben we zo’n dertig modules op het net. Het trekt verrassend veel bezoekers van over de hele wereld. Ik weet dat er een module op een universiteit in Egypte wordt gebruikt. Het is bij uitstek geschikt voor een meer thematische aanpak, bijvoorbeeld over watermanagement of over offshore. Open CourseWare kan ook gericht worden ingezet voor specifieke doelen, denk aan de aansluiting vwo-universiteit en hbo-universiteit. Voor het vwo zijn we een module aan het ontwikkelen waarbij aankomende studenten onder meer kunnen ervaren wat voor type stof je op de universiteit krijgt en of het een niveau is dat ze aankunnen. Je kunt bijvoorbeeld aan deficiënties werken, of hbo-wo schakelprogramma’s aanbieden’, legt Rullmann uit. Stap verder
Online leren evolueert. Rullman: ‘We willen wat we nu hebben verder brengen. Samen met de Universiteit Twente en de TU Eindhoven werken we aan een virtuele collegezaal, met steun en subsidie van SURF. We willen meer interactieve vormen vinden, een kaal beeld verliest snel de aandacht. Een student in Twente moet een vraag kunnen stellen aan de docent in Eindhoven. Niet alleen sommetjes online zetten, maar illustreren, de docent laten praten en interactie mogelijk
‘Voor universiteiten is het een must om
maken naar een helpdesk, mentor of coach. We zijn nu bezig op alle drie de universiteiten de juiste setting te bouwen, met een onderzoeksomgeving daaromheen.’ ‘Voor universiteiten is het een must om voor een deel online te gaan’, meent Rullmann. ‘Je kunt er hooguit voor kiezen geen pionier te zijn. De student van morgen verwacht dat alles geïndividualiseerd en online beschikbaar is. Daarbij wil de student snel kunnen zoeken en medestudenten kunnen raadplegen. Je kunt die ontwikkeling dus als universiteit niet te lang uitstellen. Studenten studeren steeds minder volgens een geijkt patroon. Iemand schrijft zich bijvoorbeeld in bij werktuigbouwkunde aan de TU Delft, maar volgt ook vakken aan de Erasmus Universiteit. Dat moet je met behulp van ICT zien te harmoniseren. Je hoeft overigens niet zelf het wiel uit te vinden. Het is heel belangrijk dat je gebruikmaakt van proven technology: wil je werkelijk op ICT voortbouwen, dan heb je een stabiele basis nodig.
foto: Diederik van der Laan
te gaan’
En als je nieuwe terreinen betreedt, dan is het goed deskundigheid te bundelen en risico’s te verkleinen. Wij werken daarom bijvoorbeeld op ICT-gebied samen met de Haagse Hogeschool, de Universiteit Leiden en de Hogeschool Leiden.’ Online colleges zullen het echte onderwijs nooit honderd procent vervangen. ‘De universiteit is er aan de ene kant voor het overdragen van kennis en vaardigheden, maar het moet ook een ontmoetingsplaats blijven. Delft heeft een intensief studentenleven, ik moet er niet aan denken dat dat weg zou vallen. Ik vind een mengvorm, “blended learning” een prachtig streven: én open naar de buitenwereld, én lokaal intensieve contacten, waardoor studenten zich voluit kunnen vormen.’ Edith van Gameren
n o 02 2009
05
foto: Diederik van der Laan
voor een deel online
foto's: Diederik van der Laan
INTERVIEW
06
n o 01 2009
NWO-voorzitter Jos Engelen:
‘ICT-infrastructuur onderbrengen bij SURF is logische stap’
Eind vorig jaar bracht ICTRegie op verzoek van ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een advies uit over de toekomst van de Nederlandse ICT-onderzoeksinfrastructuur. Een van de aanbevelingen is om alle nu nog versnipperde activiteiten en verantwoordelijkheden onder de paraplu van SURF te brengen. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) weet als geen ander hoe belangrijk een excellente ICT-infrastructuur voor wetenschappers is. Een gesprek met de nieuwe NWO-voorzitter Jos Engelen.
‘O
nderzoek doen, in welk vakgebied dan ook, is fysiek onmogelijk zonder moderne ICT-infrastructuur’, zegt Jos Engelen, die sinds januari voorzitter is van NWO. Engelen noemt als voorbeeld de hogeenergiefysica, waar hij in zijn vorige baan als onderzoeksdirecteur van CERN in Genève rechtstreeks mee te maken had. ‘Vanaf de opkomst van de computer was de hoge-energiefysica een vooruitstrevende ICT-gebruiker. Toen ik eind jaren zeventig promoveerde, programmeerde ik al veel in Fortran. Het is ook geen toeval dat het world wide web is ontstaan bij CERN. En tijdens de voorbereidingen op de Large Hadron Collider is het enorme belang van ICT me opnieuw heel duidelijk geworden. Want zo’n deeltjesversneller
betekent nogal wat voor je ICT-infrastructuur: we hebben het over een dataproductie van 30 gigabyte per minuut, zo’n 15 petabyte per jaar.’
Wat voor infrastructuur is daarvoor ontworpen? ‘Er is een grid-concept bedacht om met die enorme hoeveelheden data om te gaan. In de kern heb je bij CERN een systeem waar de onderzoeksdata binnenkomen. Daar wordt één kopie bewaard. Vervolgens worden de gegevens via snelle verbindingen over elf grote computercentra over de hele wereld verdeeld, waar ze worden opgeslagen en verwerkt. Die centra stellen vervolgens data beschikbaar aan individuele onderzoekers. Nederland is uitverkoren mee te werken aan
n o 01 2009
07
ICTRegie stelt in haar advies voor om een jaarlijks budget vast te stellen waarmee SURF de infrastructuur kan beheren en ontwikkelen. Wat vindt u daarvan? ‘Bij een goede infrastructuur hoort een budget, daarover is iedereen het eens. Je moet niet iedere paar jaar bij allerlei instanties hoeven aankloppen om geld. Maar ik pleit er wel voor om de hoogte van het bedrag regelmatig te bekijken. Een blanco cheque werkt nu eenmaal niet. Je moet mensen blijven prikkelen, anders zijn er onvoldoende incentives om perfectie na te streven. Je zult het bedrag dus elke paar jaar moeten ijken aan de prestaties en de behoeftes.’
Voor innovatie van de infrastructuur en van de benodigde gemeenschappelijke generieke (software)voorzieningen is een e-Science Research Center voorzien. Daar zal onderzoek plaatsvinden naar onder andere virtuele laboratoria en visualisatietechnieken.
‘Bij een goede infrastructuur hoort een budget’ de implementatie van dit wereldomspannende grid: Amsterdam is een van die elf grote centra.’
Hoe heeft Nederland dat voor elkaar gekregen? ‘Ons land heeft een uitstekend onderzoeksnetwerk en de bijbehorende reputatie. Zonder die twee waren we niet als partner in het Worldwide LHC Computing Grid (WLCG) geaccepteerd. SURFnet loopt met SURFnet6 wereldwijd voorop en weet naast het leveren van de dienstverlening steeds te blijven innoveren. Ik vind het daarom volkomen logisch dat ICTRegie de minister adviseert om de ontwikkeling en het beheer van de héle ICT-infrastructuur bij SURF onder te brengen. Dus ook onderdelen als dataopslag- en computingfaciliteiten. SURF heeft op het gebied van networking aangetoond dat uitstekend te kunnen.’
08
n o 02 2009
‘Daar sta ik op zich sympathiek tegenover, want onderzoek op het gebied van e-Science is noodzakelijk om voorop te blijven lopen. Je moet nieuwe ontwikkelingen incorporeren in je infrastructuur. Maar het is me nog niet voldoende duidelijk wat de meerwaarde is van het groeperen van deze onderzoeksinspanningen. Ik zou graag meer concrete voorstellen zien over de vorm geving van dat centrum voordat ik hierover een mening vorm. Een ander punt is de beoordeling van onderzoeksaanvragen voor het e-Science Research Center. Een van de huidige taken van NWO is om onderzoeksmiddelen te verdelen op basis van een kwaliteitsoordeel over de aanvragen. Zo beoordeelt onze Stichting Nationale Computerfaciliteiten (NCF) bijvoorbeeld aanvragen van onderzoekers voor rekentijd op supercomputers. Ik verwacht dat NWO die rol blijft vervullen.’
Nederland wil een sleutelpositie in de ontwikkeling en implementatie van een pan-Europese ICT-infrastructuur. Ons land zou daarin een knooppunt moeten zijn met grootschalige data-, computing-, networking- en visualisatieservices. Is dat niet wat erg ambitieus? ‘Ik denk dat het realiseren van zo’n pan-Europese infrastructuur nog heel wat voeten in de aarde zal hebben. Mijn ervaring bij CERN is dat Europese samenwerking redelijk soepel kan verlopen, maar
COLUMN dat het zeker niet vanzelfsprekend is. De onderzoekers willen wel, maar bestuurders vinden het vaak lastig om hun autonomie kwijt te raken. Als je bij de samenwerking meer wilt bereiken dan de som der delen, zul je ambitieus moeten zijn en realistisch in wat op Europees niveau haalbaar is. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland beide is.’
Wat hoopt u dat er eind dit jaar bereikt is? ‘De functie van het advies dat ICTRegie heeft opgesteld, is veel groter dan het rapport dat je aan een minister overhandigt. Er is gezamenlijk aan gewerkt door alle betrokken partijen, die daardoor dezelfde ambities krijgen. En dat is nu al bereikt. Verder ben ik al heel blij als we eind 2009 een betere inkomensstroom op gang hebben gekregen voor onze ICT-onderzoeksinfrastructuur. Misschien lijkt het door mijn voorbeeld van de hoge-energiefysica dat zo’n infrastructuur alleen nodig is voor de exacte wetenschappen, maar dat is achterhaald. Ook de maatschappij-, de gedrags- en de geesteswetenschappen maken steeds meer gebruik van grote databestanden. Dat maakt heel nieuwe vormen van onderzoek mogelijk.’ Daphne Riksen
Erwin boogert schrijft onder andere voor Emerce, Telecom Magazine en in 2008 verscheen zijn boek ‘Scoren met Google Analytics’
iTunes, het l eidend model
D
e helft van mijn studiepunten heb ik in de trein gehaald. Ik studeerde in Groningen en had een goedbetaald weekendbaantje in het zuiden van het land. Colleges bezoeken was eerder een verplichte last dan een lust. De oprichters van Google dachten daar tijdens hun studie naar verluidt hetzelfde over. Ze zouden weinig colleges hebben bezocht, omdat ze de voordrachten op hun studentenkamer tot zich namen via campus-tv. Immers, de colleges werden in audio en video opgenomen en via een besloten netwerk beschikbaar gemaakt. Handig. Hun ervaring van Stanford introduceerden Sergey Brin en Larry Page afgelopen jaren ook binnen hun bedrijf. Google nodigt regelmatig gastsprekers uit om de Google’ers over zeer specifieke onderwerpen bij te spijkeren. De video-opnames zijn via het YouTube-kanaal Google Tech Talks te bekijken. Dat deden honderdduizenden internetters inmiddels.
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek NWO is een tweedegeldstroomfinancier die het onderzoek van 6.000 topwetenschappers aan universiteiten en instituten in Nederland mogelijk maakt. Via subsidies en onderzoeksprogramma’s stuurt deze koepelorganisatie het hele spectrum van wetenschapsgebieden aan. Onder NWO vallen ook negen onderzoeksinstituten op het gebied van sterrenkunde, wiskunde/informatica, natuurkunde, zeeonderzoek, ruimteonderzoek, geschiedenis, en criminaliteit & rechtshandhaving. Meer informatie: www.nwo.nl
Dit roépt bijna om een iTunes-model voor de onderwijswereld. Steeds meer Nederlandse onderwijsinstellingen nemen toch al een deel van de colleges op in video. Waarom zou je die niet via een iTunes-achtige client ter beschikking stellen? Klik voor de aardigheid in de iTunes Store eens naar iTunes U. Dat is een rubriek waarin Amerikaanse universiteiten podcasts van hun colleges verspreiden. Voor niets, voor iedereen. Als ik nu student zou zijn, zou ik minder hooren meer werkcolleges bezoeken dan voorheen. Treinreizen zou ik vaker doorbrengen met het bekijken van colleges op mijn iPod, met het boek en aantekenblok ernaast. Of, als het kan, de live stream volgen en vragen via chat, sms of Twitter voorleggen.
n o 02 2009
09
SPOTLIGHT Fijnmazig aanbod in webwinkel SURFSPOT.NL mogelijk dankzij ‘attributen’
Maatwerk in SURFSPOT.NL De webwinkel SURFSPOT.NL kan sinds kort licenties en producten aanbieden aan specifieke groepen gebruikers. Zo kan bijvoorbeeld aan studenten Bouwkunde een afwijkende prijs worden geboden voor een product als AutoCAD. Zo’n op maat gesneden aanbod is mogelijk dankzij de SURFfederatie.
S
URFSPOT.NL is de webwinkel van SURF diensten waar medewerkers en studenten voordelige software en andere ICT producten voor thuisgebruik kunnen aanschaffen. De webwinkel is een van de aangesloten dienstverleners binnen de SURFfederatie, de infrastructuur voor toegangsbeveiliging waarmee studenten en medewerkers met hun eigen instellingsaccount toegang hebben tot diensten op internet. Sinds kort is personalisatie mogelijk bij deze toegangscontrole op basis van specifieke gebruikers kenmerken, zoals naam, doelgroep en opleiding: zogenaamde attributen.
Voordeel op maat
Indien instellingen deze attributen vrijgeven is SURFdiensten met SURFSPOT.NL in staat studenten en medewerkers op maat te bedienen. Dit biedt meerdere voordelen. Jan Bakker, algemeen directeur SURFdiensten, zet de voordelen op een rij: ‘Authenticatie via de SURFfederatie verkleint de kans op misbruik aanzienlijk: bij het inloggen op SURFSPOT.NL staat vast dat het om een student of medewerker gaat. Deze persoon
10
n o 02 2009
is daarnaast geautoriseerd om als student of medewerker van een bepaalde opleiding of afdeling een bestelling te plaatsen. We kunnen de instellingen die zijn aangesloten op de federatie hiermee een flexibel licentieaanbod bieden: groepslicenties voor een selecte groep binnen de instelling. Per saldo is dit goedkoper omdat enkel de licentiekosten voor die specifieke gebruikersgroep worden afgedragen. Dankzij het gebruik van attributen kunnen we tevens speciale acties en aanbiedingen organiseren voor een specifieke gebruikersgroep. Voor zowel instellingen als aanbieders is dit interessant omdat zij hun aanbod echt op de behoefte van de eindgebruikers kunnen afstemmen. Voor sommige opleidingen zijn bepaalde producten immers onmisbaar, terwijl ze voor anderen meer een niceto-have karaker hebben. Communicatie over het aanbod in SURFSPOT.NL kunnen we hiermee ook heel gericht inzetten.’ Pilot
Met Fontys Hogescholen is SURFSPOT.NL onlangs een pilot gestart om dit maatwerk te creëren: een
Open Universiteit Nederland
Ron Helwig, directeur ICT ‘De OU is aangesloten op de SURFfederatie en maakt dankbaar gebruik van attributen binnen SURFSPOT.NL. Onze organisatie kent een grote verscheidenheid aan doelgroepen die niet allemaal tot dezelfde diensten geautoriseerd dienen te worden. In de oude situatie zou dit betekenen dat we op zijn minst een dubbele koppeling met de SURFfederatie nodig zouden hebben. Met behulp van het vrijgeven van attributen is het nu heel makkelijk om op een efficiënte en veilige manier voor elke identiteit de gewenste dienstverlening te ontsluiten. Daarbij kan de getoonde content nu specifiek worden gericht op de desbetreffende doelgroep, hetgeen een veel persoonlijker “look” oplevert.’
Jan Bakker, algemeen directeur SURFdiensten
SURFfederatie productaanbod speciaal afgestemd op, en enkel beschikbaar voor studenten en medewerkers van de Fontys Hogeschool ICT. ‘De techniek is er klaar voor. We gaan nu met Fontys Hogescholen samen bekijken of het maatwerk in de praktijk ook werkt. Bij gebleken succes van de pilot kunnen alle instellingen hiervan profiteren. Voor waarde hierbij is wel dat zij zijn aangesloten op de SURFfederatie en attributen vullen in het studenteninformatiesysteem en deze vrijgeven aan de federatie’, legt Bakker uit. ‘Het huidige attributenschema wordt in de toekomst hopelijk verder uitgebreid met bijvoorbeeld een kenmerk als jaargang. Dat biedt extra mogelijkheden voor het bieden van maatwerk aan de gebruikers van SURFSPOT.NL, zoals speciale acties voor eerstejaarsstudenten’. Chantal Boogers Meer informatie: SURFfederatie: www.surffederatie.nl SURFSPOT.NL: www.surfspot.nl
SURFfederatie is een dienst van SURFnet waarmee onderzoekers, docenten en studenten met hun eigen instellingsaccount toegang hebben tot informatie en diensten op het internet van verschillende aanbieders. De wachtwoorden zijn alleen bekend bij de eigen instelling en aanbieders moeten zich houden aan het beleid van de SURFfederatie; dat geeft een veilig gevoel bij de gebruikers. Het aanbod in de webwinkel is afhankelijk van de regelingen die de instelling heeft afgesloten. In totaal zijn 12 universiteiten en 16 hogescholen aangesloten evenals een twintigtal dienstverleners, waaronder de web winkel SURFPOT.NL, de mediatheek SURFmedia en ZOeP, diverse contentaanbieders als Elsevier ScienceDirect, EBSCO, EduPoort, Springer, OCLC en Muse. Instellingen die meer willen weten over de mogelijkheden van het gebruik van attributen binnen SURFSPOT.NL kunnen contact opnemen met Carl Goedhart, Customer Services SURFdiensten:
[email protected]
n o 02 2009
11
foto: Diederik van der Laan
FOCUS
Petra Boezerooy en Joni Wagner
SURFnet en Kennisnet: samenwerking komt gehele onderwijskolom ten goede
Grenzeloos innovatief Expert op afstand, Expose Your Talent, SURFgroepen, SURFmedia. Allemaal bekende succesvolle initiatieven die gebruikt worden in het Nederlandse onderwijs. Maar wist u dat deze initiatieven binnen het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma zijn gestart? Programma managers Petra Boezerooy van SURFnet en Joni Wagner van Kennisnet vertellen enthousiast over dit programma.
G
efinancierd door het Ministerie van Onder wijs Cultuur & Wetenschap, ontwikkelen SURFnet en Kennisnet sinds 2004 gezamenlijk innovatieve diensten voor het onderwijs. Doelstelling van het samenwerkingsverband is dat innovatieve bruikbare ICT-toepassingen voor de gehele onderwijskolom beschikbaar komen en op grote schaal worden gebruikt. Maar wat betekent dit nu concreet? Petra Boezerooy vertelt: ‘Dankzij de inzet van het
12
n o 02 2009
innovatieprogramma in de afgelopen vijf jaar kunnen onderwijsinstellingen nu op een laagdrempelige manier gebruik maken van toepas singen als SURFgroepen en videoconferencing. Toepassingen die zonder het innovatieprogramma pas in een later stadium of in mindere mate ontwikkeld en beschikbaar zouden zijn.’ ‘Dit komt door de enorme impuls aan ICT-vernieuwing die vanuit dit innovatieprogramma wordt gegeven’, vult Joni Wagner aan. ‘Binnen het programma vragen we ons steeds af: Welke nieuwe technolo-
Rich media in onderwijs Femke Nijhuis Hanzehogeschool, Groningen
gieën hebben potentie voor het onderwijs? Welke innovatieve toepassingen gaan daadwerkelijk vraagstukken in het onderwijs oplossen? Hoe kunnen we de inzet van nieuwe technologieën breed verspreiden binnen het onderwijs? We houden voortdurend nieuwe technologieën onder de loep en organiseren haalbaarheidsstudies om tot nieuwe inzichten te komen. Daarnaast voeren we pilots in de praktijk uit, ontwikkelen we diensten en stimuleren we het gebruik van nieuwe toepassingen binnen het onderwijs.’
Het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma testte samen met enkele hogescholen programmatuur die hoorcolleges en PowerPoint presentaties samenvoegt tot één filmpje. Femke Nijhuis is beleidsmedewerker ICT en Onderwijs bij de Hanzehogeschool Groningen en heeft deelgenomen aan deze pilot. ‘Op de Hanzehogeschool Groningen wordt al gewerkt met diverse ICT-toepassingen, zoals e-learning, leren op afstand en streaming video. Sinds 2008 zijn we gekoppeld aan SURFmedia. Onze studenten kunnen inloggen op het SURFmediaplatform en daar kosteloos educatieve filmpjes bekijken. We maken ook zelf materiaal: de Academie voor Architectuur, Bouwkunde & Civiele Techniek plaatste bijvoorbeeld videofragmenten over lastige wiskundesommen.’
Omgeving van de toekomst
Binnen het Innovatieprogramma staat de komende jaren de online digitale leer- en (samen) werkomgeving van de toekomst centraal. Wagner: ‘De focus van het programma ligt op de onderwijsprocessen van Leren en Samenwerken. We kijken hoe het programma deze kan ondersteunen met ICT-innovatie, -systemen en -platformen en kennisdeling. ‘Onderwijs zal steeds meer op maat gegeven gaan worden. Grenzen tussen onderwijsinstellingen, onderwijssectoren en landen vervagen. Leerlingen, studenten en docenten worden steeds mobieler en vragen een gevarieerd onderwijs aanbod of bieden dit aan. Om te zorgen dat iedereen probleemloos van de leeromgeving van de toekomst gebruik kan maken, moet wel een aantal randvoorwaarden gecreëerd worden die dit mogelijk maken. Denk bijvoorbeeld aan draadloze connectiviteit, device onafhankelijke content en een goed ID-management’, vertelt Boezerooy. Plannen 2009
Boezerooy: ‘Vanuit het programma besteden we in 2009 ook aandacht aan de aspecten Open (standaarden en software), Interoperabiliteit en het bieden van Building Blocks waarmee instellingen zelf toepassingen kunnen bouwen. Zo bevorderen we grootschalige inzet en hergebruik van ontwikkelde producten, voorzieningen en diensten. Bovendien wordt software die binnen het programma ontwikkeld is aan de Open Sourcegemeenschap beschikbaar gesteld.’ Kruisbestuiving
Door de samenwerking tussen SURFnet, Kennisnet en instellingen uit de hele onderwijs kolom, ontstaat een kruisbestuiving van ICTtoepassingen die anders niet of in mindere mate plaatsvindt. Wagner: ‘De gezamenlijke aanpak van
Woordjes stampen via je mobiel Peter Molenaar Digitaal Leren Geen scholier ontkomt eraan: woordjes stampen voor Engels, Duits of Frans. De Digitale School ontwikkelde het internetprogramma WRTS, waarmee leerlingen zichzelf op ieder gewenst moment kunnen overhoren, mits ze een computer met internetverbinding hebben. SURFnet, Kennisnet, de Digitale School en Digitaal Leren willen WRTS beschikbaar maken via mobiele telefoons. Peter Molenaar van Digitaal Leren is programmamanager van het pilotproject: ‘We zijn nu aan het onderzoeken of scholieren met WRTS Mobiel hogere cijfers dan hun andere klasgenoten halen. De reacties zijn positief en wat ons betreft heeft WRTS Mobiel zeker toekomst.’
SURFnet en Kennisnet maakten inspirerende videoportretten van deze en andere initiatieven die ontwikkeld zijn in het Innovatieprogramma. Bekijk de videoportretten op: www.surfnetkennisnetproject.nl
innovatie zorgt voor een efficiënte en effectieve invulling. Beide organisaties zetten hun eigen kunde, expertise en ervaring vanuit hun specifieke onderwijsveld in. Zo kunnen vertaalslagen worden gemaakt van ICT-toepassingen die meerwaarde bieden van het hoger onderwijs naar het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo en vice versa.’ Mariëlle Schipper-Heesters
n o 02 2009
13
TECHNIEK Studenten analyseren ondernemerschap in videofilms
Beeldend betogen Iedere student heeft tegenwoordig een filmcamera op zak met zijn mobiele telefoon, vaak zelfs met een goede beeldkwaliteit. Voor het onderwijs biedt dat nieuwe mogelijkheden. Karen Verduyn
Vi Lugthart
O
ndernemers van de straat: zo worden vier Amsterdamse daklozen in beeld gebracht door een studententeam van de Vrije Universiteit Amsterdam. In amper vijf minuten zien we welke vormen van ondernemerschap het viertal toepast om het hoofd boven water te houden, bijvoorbeeld als straatkrantverkoper of levend standbeeld. Deze videofilm is slechts één van de tientallen video’s die de 140 studenten van de VU-master opleiding Bedrijfskunde onlangs maakten. Andere teams lieten bijvoorbeeld innovatieve onder nemers aan het woord over hun producten en hun aanpak. Maar voor alle deelnemers was het een avontuur in een onbekende wereld. ‘Ik wilde ze uit hun comfort zone lokken’, verklaart docente Karen Verduyn. ‘Ze zijn gewend om papers te schrijven, maar met film moet je op een andere manier vertellen: niet alleen over, maar ook mèt de werkelijkheid.’
14
n o 02 2009
SURFmedia
Film is als middel voor verslaglegging nog vrij nieuw in het onderwijs. SURF stimuleert de toepassing via de Webstroom-community, waarin betrokken medewerkers van de instellingen hun ervaringen delen, en ook door de introductie van
‘Ik wil studenten uit hun comfort zone lokken’ SURFmedia. Dat is een soort YouTube voor het hoger onderwijs, met één groot verschil: je kunt zelf precies bepalen wie je filmpjes mogen zien. ‘Die afscherming was belangrijk voor dit project’, zo legt Vi Lugthart uit. Als audiovisueel cursusleidster verzorgde ze de filmtechnische instructie aan de studenten. ‘In de filmpjes zit vaak vertrouwelijke informatie over bedrijven waar interviews zijn afgenomen.’ Verduyn liet de studenten ook commentaar plaatsen bij elkaars filmpjes, als peer-review.
GASTCOLUMN
Deze mogelijkheid van SURFmedia zou echter beter werken als de lengte van die commentaren wat minder werd beperkt, zo stelt ze: ‘Doordat ze zo kort waren, werd het plaatsen meer een formaliteit.’
Een wereld te winnen
Samen knokken
Hoewel de apparatuur steeds goedkoper wordt, is filmen nog altijd een vak op zich. In overleg met Michel Jansen van het Onderwijscentrum VU werkten Verduyn en Lugthart de didactische en organisatorische kant van het project uit. Vooraf kregen de studenten een workshop van anderhalf uur, waarin Lugthart de do’s and don’ts uit de doeken deed. De praktische kant van het monteren van de geschoten beelden kwam daarin niet aan de orde. Dat moet de volgende keer anders, zo benadrukt Lugthart. ‘Nu hebben we de studenten in de montagefase intensief moeten begeleiden. Niet alleen in het filmische aspect, maar ook in het gebruik van de software en de keuze van video formats. Ze klaagden achteraf ook over de tijd die ze ermee kwijt waren.’ Niet dat de studenten zich daardoor lieten ontmoedigen. Lugthart: ‘Ondanks technische tegenslagen zag je zo’n groepje de volgende ochtend toch weer om negen uur achter het beeldscherm zitten.’ En zo leerden de studenten ook een ander aspect van ondernemerschap kennen: samen knokken voor een concreet resultaat. De studenten werden beloond met een mini-filmfestival, waar zij de beste productie konden kiezen uit de zes video’s die de hoogste cijfers hadden gehaald. Superfanatiek
Verduyn ziet zeker mogelijkheden om video in te zetten bij andere opleidingen. ‘Bij alles wat riekt naar innovatie en creativiteit kun je heel goed met film uit de voeten.’ De afschermmogelijkheden van SURFmedia zijn daarbij van belang wanneer de inhoud niet openbaar mag worden gemaakt, of dat nu is vanwege bedrijfsgeheimen of privacy. Of vanwege auteursrechtelijke redenen: niet voor niets zijn er speciale regelingen voor het gebruik van commercieel beeldmateriaal binnen het onderwijs. De ervaringen die Verduyn en Lugthart hebben opgedaan delen ze graag met geïnteresseerden. Naast alle praktische zaken is de voornaamste toch wel dat film sterk motiveert. Lugthart: ‘Ik vond de kwaliteit verrassend goed. De studenten waren superfanatiek.’ Verduyn: ‘Van veel studenten heb ik ook teruggehoord dat ze het erg leuk vonden. En dat het echt zal blijven hangen!’ Meer informatie: w ww.surfmedia.nl Bekijk de filmpjes van de studenten: - Symbolic actions by the entrepreneur of the street - The emergence of a new venture: Jeroen Wesselink Vormgeving
Elly Teune Tot 1 juni 2009 Lid Dagelijks Bestuur SURF
H
oe ver moeten we terugkijken om de huidige ICT uit onze levens weg te denken? Onze studenten zaten toen nog op de kleuterschool. Zij zijn niet anders gewend dan instant contact en informatie. Maar zodra ze bij onze universiteiten en hogescholen binnenwandelen, stappen ze voor hun gevoel een eeuw terug in de tijd. Keer op keer doen ze in enquêtes hun beklag. Ze verwachten msn, maar ze krijgen spreekuren. Als ICT al wordt ingezet, gebeurt dat vaak op een manier die niet aansluit bij de belevingswereld en vraag van de student. We zitten dus met een probleem. Wat moeten we doen? Om te beginnen: duidelijk zijn over wat we kunnen bieden. De verbeteringen waar studenten om vragen, betreffen zaken die bij elke instelling aan de orde zijn. Aanmelden, roosters, cijferadministratie – die hele onderwijslogistiek kan met ICT worden omgesmeed tot een geoliede machine. Dat is winst voor alle partijen: student, docent én instelling. En ook in het onderwijs zelf worden de kansen nog onvoldoende benut. Daar zitten de belemmeringen in de hoofden van mensen, die zich nog niet kunnen voorstellen wat er in didactisch opzicht mogelijk is geworden. Vaak ontbreekt hen ook de tijd om die mogelijkheden te verkennen. Maar we kunnen wel beter dan we nu doen, als we in SURF-verband de vernieuwing ter hand nemen. We hebben een wereld te winnen: de digitale wereld waarin onze studenten nu leven en straks werken. We moeten eindelijk de eenentwintigste eeuw binnengaan, maar dat vraagt van alle betrokkenen doorzettingsvermogen, geduld en inzet. Wat mij betreft wordt dit hét speerpunt voor het komende Meerjarenplan van SURF.
Elly Teune n o 02 2009
15
PROjECT
Digitaal Bevolkingsonderzoek Borstkanker (DigiBOB)
Op afstand haarscherpe foto’s beoordelen In 2006 startte het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) het DigiBOB project om het hele proces rondom het preventieve bevolkingsonderzoek naar borstkanker te digitaliseren. Het project is nu zo ver gevorderd, dat het op 19 maart 2009 voor alle projectbetrokkenen en mensen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) tijd was voor een feestje. Projectleider DigiBOB Emile Knops aan het woord.
M
inister Ab Klink van VWS presenteerde op 19 maart bij het RIVM het project met enige trots. De minister benadrukte, dat dit een goed voorbeeld is van een succesvol ICT-project in de zorg. Dergelijke projecten slagen namelijk niet zonder meer. De minister sprak hierbij lovend over de belangrijke bijdrage van SURFnet. Tijdens de bijeenkomst kregen aanwezigen een demonstratie in een mobiele screeningsbus. ‘Er is hard gewerkt’, vertelt Knops. ‘We hebben Europese aanbestedingen moeten doen voor nieuwe bussen, nieuwe mammografen en een nieuw automatiserings systeem. Nadat we gezamenlijk door een moeilijke periode heen zijn gegaan, was het tijd voor een feestje.’ Op afstand
Elke twee jaar krijgt iedere vrouw tussen de 50 en 75 jaar een oproep voor het preventieve bevolkingsonderzoek borstkanker. Om het onderzoek laagdrempelig te maken, zijn in Nederland
16
n o 02 2009
64 speciaal ingerichte mobiele units opgesteld. De röntgenfoto’s gaan aan het eind van de dag naar de radiologen, die de mammogrammen in tweetallen – onafhankelijk van elkaar – beoordelen. De radiologenstations bestaan uit twee hoge resolutieschermen voor het beoordelen van de foto’s en een gewoon beeldscherm voor tekstuele informatie. In juni 2008 is Leiden als eerste van de 19 locaties door SURFnet aangesloten, waardoor het voor radiologen mogelijk is de beelden op afstand te beoordelen via het glasvezelnetwerk SURFnet6. Via een 1 Gigabits verbinding worden de radiologenstations via het optische netwerk van SURFnet aangesloten op de centrale database in Eindhoven. Op dit moment hebben zeven van de negen regio’s ergens een vorm van digitalisering, bestaande uit minimaal één unit of bus en een vaste SURFnet-aansluiting met radiologenstations’, zegt Knops. ‘Qua regio’s zijn we ver, qua mammografen zitten we nu op 17 van de 64.’
Computer als radioloog
Computerondersteunende diagnose staat nog in de kinderschoenen. Knops: ‘Nu wordt er door twee radiologen onafhankelijk van elkaar beoordeeld of een vrouw doorverwezen moet worden naar het ziekenhuis. Als ze van mening verschillen, kijkt er een derde radioloog naar die de knoop doorhakt. In een van de negen regio’s wordt CAD (Computer-Aided Diagnosis) nu getest. We hopen door onderzoek de algoritmes te verbeteren, waardoor je verdichtingen op een goede manier eruit kunt halen en zo kanker beter op kunt sporen. Op langere termijn belooft computerondersteunende diagnose veel.’ Razendsnel
De hoeveelheid data die het onderzoek oplevert is gigantisch. Een digitale foto is ongeveer 20 Mb groot. Er worden gemiddeld bijna vier foto’s per cliënt gemaakt, voor 70 vrouwen per bus per dag. Voor 64 bussen dus bijna 1 miljoen onderzoeken, wat dertig Terabyte per jaar aan data oplevert. De 64 bussen zijn offline. Per koerier gaan de mobiele harddisks met foto’s naar een van de 19 vaste locaties. Daar worden ze geüpload naar Eindhoven.
foto: diederik van der Laan
De radiologen raadplegen de nieuwe en oude ingescande analoge foto’s, zodat ze de foto’s kunnen vergelijken met die van twee jaar geleden. De beelden moeten razendsnel op het scherm komen. De norm was de foto zichtbaar maken binnen 1,5 seconde en in werkelijkheid is het niet meetbaar zo snel als de foto’s op het scherm komen. Dit wordt gerealiseerd door het netwerk, de apparatuur in Eindhoven en de apparatuur van
de radioloog. ‘Voor de hoeveelheid data en de snelheid van afhandelen is SURFnet onmisbaar’, zegt Knops. Pluspunten
De digitalisering van het borstkankeronderzoek brengt een aantal voordelen met zich mee. Het onderzoek kost ongeveer 50 euro per vrouw. Dat is wereldwijd een uniek laag bedrag. Nederland loopt dus niet alleen technologisch voorop, maar het onderzoek is ook nog eens heel kostenefficiënt. Verder zijn bij analoog ontwikkelen veel chemicaliën nodig, bij digitaal niet meer. ‘Naast de pluspunten van digitalisering zijn er in de toekomst nog meer winstpunten te behalen’, zegt Knops. ‘Zo’n winstpunt is het uitwisselen van foto’s met het ziekenhuis. De vrouwen krijgen nu onnodig veel straling, doordat de ziekenhuizen opnieuw foto’s maken. Dat was bij analoge foto’s moeilijk te vermijden, maar dit kan opgelost worden bij digitale foto’s. Verder moet de logistiek verbeterd worden, zodat sneller doorverwezen kan worden en de beelden direct beschikbaar zijn. Uniek in de wereld is het lage verwijspercentage van 1,5%, waarvan 75% ook echt kanker blijkt te hebben en 25% vals positief is. Doelstelling is dat percentage te verlagen en daarnaast kanker sneller te vinden. Dat proberen we met digitaliseren nog verder te verbeteren. De verwachtingen zijn hoog voor CAD op dit gebied.’ Paulien Rinsema Meer informatie www.rivm.nl/bevolkingsonderzoeknaarborstkanker www.surfnet.nl/nl/bestpractices
Voordelen digitalisering: • Internationaal gezien uniek lage kosten: circa 50 euro per vrouw (zowel met als zonder digitalisering) • Nederland loopt technisch gezien voorop: door de betere beeldkwaliteit kan kanker beter worden opgespoord • Geen chemicaliën nodig voor het ontwikkelen van de foto’s • Niet dagelijks maar wekelijks per unit kwaliteitscontrole van de foto’s • Meteen te zien of de foto is gelukt of dat deze over moet Voordelen voor de toekomst: • Ziekenhuis hoeft niet opnieuw foto’s te maken, dus stralingsbeperking • Logistiek verbeteren: sneller doorverwijzen, beelden meteen beschikbaar • Met CAD percentage vals positieven omlaag • Met CAD meer kanker vinden
n o 01 2009
17
iNFO Nationaal Actieplan e-Learning behaalt al sinds 2006 succesvolle resultaten
Studiesucces door maatwerk in ICT Studenten in het hoger onderwijs hebben in toenemende mate verschillende achtergronden en vooropleidingen. Dit vergroot de behoefte aan diversiteit en flexibiliteit. ICT maakt maatwerk in deze massaproductie mogelijk.
H
ogescholen en universiteiten hebben nog maar weinig ervaring met het accommo deren van de gevarieerde instroom van studenten, waardoor ze noodgedwongen vaak uitgaan van de grootste gemene deler. ICT kan juist helpen bij het wegnemen van obstakels waar studenten tegenaan lopen bij het kiezen van een juiste opleiding of bij het succesvol afronden van die opleiding. Die obstakels kunnen bijvoorbeeld ontstaan door een vooropleiding die onvoldoende aansluit bij de opleiding van hun keuze, door onvoldoende binding met de opleiding of door onjuiste beroepsbeelden. De projecten binnen het Nationaal Actieplan e-Learning laten zien hoe ICT ingezet kan worden voor het verhogen van studieparticipatie en -succes. Weblectures
Dit jaar starten weer acht projecten binnen het Nationaal Actieplan. Een van de acht gesubsidieerde projecten in de nieuwe projectenronde is OASE. Dit project wil studiesucces bevorderen door weblectures flexibel in te zetten in de onderwijspraktijk. Weblectures zijn verrijkte online hoorcolleges waarbij video, geluid en digitaal presentatiemateriaal gecombineerd worden aangeboden. In dit project ontwikkelen tien hoger
18
n o 02 2009
onderwijsinstellingen dit instrument verder: in een pilot voeren ze een reeks toepassingsvarianten uit en deze worden op didactische aanpak en effectiviteit getoetst. Dit alles moet resulteren in varianten van weblectures die docentvriendelijk zijn gemaakt. Dit project bereikt tenminste 1.800 studenten binnen twee jaar in tenminste twintig cursussen. Weblectures kunnen een positieve bijdrage leveren aan studiesucces en zijn, mede onder druk van studenten, in een basisvorm in de meeste instellingen ingevoerd. NAP
SURFfoundation voert de regie over het Nationaal Actieplan e-Learning programma en verdeelt de beschikbare middelen via tenderprocedures. Instellingen voor hoger onderwijs kunnen in samenwerkingsverbanden projectvoorstellen indienen. In het Nationaal Actieplan vormen succesvolle ICT-toepassingen het startpunt: deze moeten leiden tot een grootschalig gebruik binnen het onderwijs. Sabrina Vredenberg Meer informatie: www.surffoundation.nl/nap www.surffoundation.nl/hogerplan
BLOG
Weblectures SURFnet organiseerde op 21 april in Pakhuis De Zwijger te Amsterdam het SURFnet Expertiseseminar over ‘Weblectures, de colleges van de Toekomst?’. Zo’n 130 deelnemers maakten kennis met het fenomeen van verrijkte hoorcolleges, waarbij video, geluid en digitaal presentatiemateriaal met elkaar wordt gecombineerd en gesynchroniseerd online wordt aangeboden. Tijdens het seminar werden de ervaringen met weblectures uit binnen- en buitenland gedeeld. Ook kregen de deelnemers inzage in de plannen vanuit SURF op dit gebied en kregen zij praktische input aangereikt om weblectures in het onderwijsproces in te zetten.
Keynote spreker Octavio Heredia uit de VS
Uit Zwitserland was Olaf Schulte te gast.
Er werd aandacht besteed aan de honorering
vertelde in zijn presentatie over de ambities
Hij hield een inspirerende lezing over hoe
van het OASE-project binnen het Nationaal
van de Arizona State University om wereld-
ETH Zurich als technische universiteit
Actieplan e-Learning 2009. Ook werd de
wijd afstandsonderwijs mogelijk te maken en
weblectures op grote schaal wil inzetten.
oprichting van de Community weblectures,
de rol van weblectures daarbij om hun doel
als onderdeel van de Webstroom community,
te verwezenlijken.
aangekondigd.
In 2008 is onderzocht welke rol SURFnet
Experts uit het veld vertelden aan de hand
Een acht-man sterk panel ging de vraag
kan spelen op het gebied van weblectures.
van ‘best practices’ en ‘lessons learned’
te lijf wat de weg naar succes is voor
SURFnet presenteerde de resultaten van
over de technische, organisatorische en
weblectures binnen het Nederlandse hoger
deze studie en de plannen van SURFnet op
onderwijskundige aspecten van weblectures.
onderwijs. Dat deden ze in interactie met het
het gebied van Rich Media en weblectures.
publiek, dat was voorzien van stemkastjes.
n o 02 2009
19
BULLETS
AGENDA 24 juni, 23 september
Dé Onderwijsdagen 2009 van technologieën niet meer enkel gericht
SURFnet’s GigaPort uitgeroepen tot Beste Business Case
is op ICT. Steeds meer ligt de focus op
SURFnet heeft tijdens het ITSMF Voorjaars-
synergie en integratie van technologische
congres de prijs van Beste Business Case
toepassingen. Het besef dat samenwerking
in ontvangst genomen voor het GigaPort
binnen de onderwijsketen noodzakelijk is
project. De prijs is uitgereikt door Compu
om maximaal van de vernieuwingen te
table-hoofdredacteur Alex Beishuizen.
profiteren is groot. Mede daarom organise-
Het GigaPort-project, waaraan door de
ren SURF én Kennisnet Dé Onderwijsdagen.
overheid financiële steun is verleend via het
Thema’s als doorgaande leerwegen, toetsen,
Bsik programma, is als winnaar gekozen uit
studiekeuze, mobiliteit, innovaties en
43 ingediende projecten. De vakjury roemde
internationalisering komen aan bod in
de business case van SURFnet vooral om
presentaties en workshops. Dé Onderwijs
zijn innovatieve karakter en maatschappelijke
dagen: bron van inspiratie voor innovatief
waarde en om het proactieve stakeholder
onderwijs. Reserveer alvast in uw agenda:
management en de manier waarop het
10 en 11 november 2009, Jaarbeurs Utrecht.
innovatieve programma op projectmatig-
In het onderwijs lijkt het erop dat de inzet
Meer informatie: www.surf.nl/bijeenkomsten
beheerste wijze tot stand is gekomen. Meer informatie: www.SURFNET.nl
Introductieworkshop SURFgroepen www.surfnet.nl/bijeenkomsten
25 juni Gevorderden workshop SURFgroepen www.surfnet.nl/bijeenkomsten
2 juli, 10 juli Voorlichtingsbijeenkomst SURFcertificaten SURFnet wil SCS-gemachtigden informeren over de veranderingen binnen de SURFcertificaten dienst. www.surfnet.nl/bijeenkomsten
25 t/m 28 augustus Summer school serious gaming De Summer school biedt in vier dagen een gestructureerde aanpak voor het gebruik van serious gaming in het hoger onderwijs. www.surf.nl/surfacademy
8 september
HBO Kennisbank bereikt mijlpaal van 10.000 k ennisproducten
Uitbreiding SURFcontact dienst
De HBO Kennisbank heeft de mijlpaal van
Om het gebruik van de HD videoconferen-
9 september
10.000 kennisproducten bereikt. De HBO
cing dienst SURFcontact binnen het hoger
Workshop Webconferencing
Kennisbank is de online etalage van
onderwijs te stimuleren, biedt SURFnet nu
hogescholen en biedt toegang tot kennis
ook twee ‘light’ varianten van SURFcontact.
producten zoals scripties, publicaties en
Hierdoor is het voor instellingen mogelijk om
leermiddelen. Om dit heuglijke feit te vieren
slechts met één end point of één Gatekeeper
reikte SURF op 28 mei een prijs uit aan de
aan te kunnen sluiten. Met de SURFcontact
auteurs van het 10.000ste kennisproduct op
Light end-point kunnen instellingen
de HBO Kennisbank. De winnaars zijn drie
goedkoop instappen en laagdrempelig
studenten van de Christelijke Hogeschool
op hoge kwaliteit videoconferencen.
Ede die in opdracht van Kruiswerk West-
Met SURFcontact Light gatekeeper kan
Veluwe een evaluatieonderzoek hebben
worden doorgegroeid naar een groter
15 september, 8,9,16
uitgevoerd en gepubliceerd.
aantal end-points.
oktober
Meer informatie:
Meer informatie:
Workshop interactieve GPS-tochten www.surfnet.nl/bijeenkomsten
www.surfnet.nl/bijeenkomsten
10 september Gevorderden workshop SURFgroepen www.surfnet.nl/bijeenkomsten
15 september Introductieworkshop SURFmedia www.surfnet.nl/bijeenkomsten
Masterclass “Digitaal Toetsen” Bestemd voor onderwijsdirecteuren en beleidsmedewerkers voor wie strategische en technische vraagstukken rond digitaal toetsen van belang zijn.
www.hbo-kennisbank.nl
www.surfcontact.nl
SURFnet benoemt Lonneke Walk en Harold Teunissen
SURFnet is beste netwerk adviseur 2009
SURFnet heeft twee nieuwe medewerkers
Van alle Nederlandse dienstverleners die
aangesteld. Lonneke Walk is benoemd tot
adviseren over netwerkdiensten, kreeg
Afdelingshoofd Communicatie & Marketing
SURFnet gemiddeld het hoogste rapport
en geeft leiding aan het team dat zorg
cijfer uitgereikt van ICT’ers. Dat blijkt uit
draagt voor de uitvoering van marketing-
grootschalig onderzoek van Computable
17 t/m 18 september
en communicatieactiviteiten van SURFnet.
onder bijna tweeduizend ict-managers en
Harold Teunissen is aangesteld als Afdelings-
-professionals. SURFnet kreeg de hoogste
hoofd Middleware Services en is in zijn
waardering en scoorde overall een 8,0.
nieuwe functie verantwoordelijk voor
De respondenten beoordelen vooral de
TRANSITS, training voor CSIRT’s Bestemd voor degenen die binnen de eigen instelling lid zijn (of worden) van het lokale CSIRT.
het ontwikkelen van een strategie en het
onderdelen kennis, nakomen van tijds
vernieuwen van middleware services binnen
planning, binnen budget blijven en manier
SURFnet.
van communiceren met de klant goed.
20
n o 02 2009
www.surf.nl/surfacademy
17 september Studiekeuzeconferentie Studiekeuze123 www.surffoundation.nl/bijeenkomsten
www.surfnet.nl/bijeenkomsten