Het kerstfeest en de engelen Ds. J.J. van Eckeveld – Lukas 2:13a (Kerst)
Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 148: 1 Lukas 2: 8-20 Psalm 103: 10, 11 Psalm 46: 4 Psalm 34: 4
Gemeente, de tekst voor de preek vindt u in Lukas 2, het eerste gedeelte van het dertiende vers: En van stonde aan was er met de engel een menigte des hemelsen heirlegers. We willen letten op: Het kerstfeest en de engelen. Twee gedachten: 1. Hun werk 2. Hun blijdschap 1. Hun werk Gemeente, in de kerstgeschiedenis hebben de engelen een belangrijke plaats. Ga maar na: aan Maria verscheen de engel Gabriël om de geboorte van het Kind aan te kondigen. Aan Zacharias verscheen de engel Gabriël in de tempel. Aan Jozef verscheen een engel in de droom. En hier in de kerstnacht in de velden van Efratha is er eerst één engel die aan de verbaasde herders de kerstboodschap laat horen. Daarna zijn er heirlegers van engelen , die daar boven de velden van Efratha de eer en de verheerlijking van God uitroepen. De eerste prediker van het kerstevangelie is een engel geweest. Daarom is het een goede zaak om op het kerstfeest eens bijzonder aandacht te geven aan de engelen. Dan is er natuurlijk één groot gevaar: dat de engelen de plaats innemen van het Kind. Het Kind staat op Kerst in het middelpunt. De engelen hebben uiteindelijk alleen maar gesproken over Hem. De engelen hebben zichzelf niet in het middelpunt gezet, maar ze hebben van zichzelf afgewezen en heen gewezen naar het Kind van Bethlehem. Mocht dat ook óns kerstfeest zijn. Dat we groot zouden spreken van het Kind. Dat we dat Kind zouden aanbidden en met het Kind en door het Kind zouden eindigen in de God van volkomen zaligheid. In Hem Die het Kind gegeven heeft, vanuit de diepte van Zijn eeuwige liefde en van Zijn goddelijk welbehagen. Daar kwamen de engelen uiteindelijk toch ook terecht: in het welbehagen van God. Ere zij God in de hoogste hemelen (…) in de mensen een welbehagen (Luk.2:14). Of, zoals in veel oude handschriften staat: in mensen van het welbehagen.
www.prekenweb.nl
1/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
Wie werkelijk kerstfeest leert vieren, komt dáár terecht. Die komt terecht bij dat eeuwige welbehagen. Daar is alles uit voortgekomen. Wie werkelijk kerstfeest leert vieren, die leert instemmen met Psalm 89: ‘Het is door U, door U alleen, om ‘t eeuwig welbehagen!’ Het gaat op het kerstfeest om het Kind vanuit het eeuwige welbehagen van God. Het gaat op het kerstfeest om het wonder dat God in en door Christus een welbehagen heeft in doodschuldige zondaren. Dat alles neemt natuurlijk niet weg dat in de kerstgeschiedenis de engelen een belangrijke plaats hebben, zoals we het ook in de tekst lezen: En van stonde aan was er met de engel een menigte des hemelsen heirlegers. Misschien zegt u: ‘Is dat verhaal over zingende engelen boven Efratha’s velden in onze tijd nog wel geloofwaardig?’ Veel mensen hebben grote moeite met het bestaan van engelen. Men zegt: ‘We hebben vandaag toch een heel ander wereldbeeld dan in de tijd van de Bijbelschrijvers? Met onze techniek en met onze wetenschap kunnen we toch met engelen helemaal niets meer beginnen?’ Een God Die woont in de hemel en Die omringd wordt door duizenden en tienduizenden engelen, daar kan de mens in deze tijd van ruimtevaart geen kant meer mee uit. In een tijd waarin een dominee een boek schrijft met de titel ‘God bestaat niet en Jezus is zijn zoon’. Voor veel mensen horen engelen tot het rijk van de fabelen. Engelen zijn goed voor een sprookjesboek. Ze hebben alleen nog een functie in kinderverhalen, naast kabouters en kerstmannetjes en weet ik niet wat al. Engelen mogen ook nog een functie hebben in de schilderkunst en in de beeldhouwkunst, maar dan houdt het wel op. Een mens van de eenentwintigste eeuw weet geen weg meer met de engelen. Wees nu eens eerlijk, gemeente, wij zitten hier vandaag als kerkmensen in de kerk. Maar hoe is het met ons? Houden wij wel rekening met het bestaan van engelen? Hebben engelen nog een wezenlijke plaats in ons leven? Hebben engelen nog een wezenlijke plaats in het geloofsleven van Gods kinderen? Zijn er onder ons ook niet veel die denken: ach, engelen hadden in de geschiedenissen van de Bijbel een functie, maar vandaag eigenlijk niet meer. Wat is vandaag nog de betekenis van de engelen? En toch, als we de kerstgeschiedenis ernstig nemen kunnen we niet om de engelen heen. Als we de kerstgeschiedenis ernstig nemen kunnen we niet zeggen: ‘We kunnen vandaag niets meer met engelen.’ Nogmaals, op het kerstfeest gaat het om het Kind. Christus, Hij is alle lof, eer en aanbidding waard. Hij Die Zich vanuit de hoge hemel zo diep vernederde, omdat wij zo diep gevallen zijn. Wie door genade kerstfeest leert vieren in het hart, leert het Kind aanbidden. Maar dat neemt niet weg dat het toch een engel is die als eerste het kerstevangelie heeft gebracht aan die verbaasde herders. Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al de volke wezen zal; namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe (Luk.2:10-12). En het zijn toch engelen geweest die het eerste kerstlied hebben gezongen: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen (Luk.2:14).
www.prekenweb.nl
2/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
Het bestaan van de engelen heeft dus een wezenlijke plaats in de kerstgeschiedenis. Als u dat goed leest, dan moet u zeggen: de engelen moeten dienen om het Kind nog groter en nog heerlijker te maken. Het Kind is zó groot, dat hemelse legermachten Zijn lof uitzingen, dat engelenscharen zich verheugen over Zijn komst. Als we de engelen - om zo te zeggen zouden schrappen uit de kerstgeschiedenis, dan zouden we tekort doen aan de heerlijkheid van het Kind. Het kerstfeest en de engelen, daar gaat het dus over. Door heel de Bijbel heen lezen we over het bestaan, over de werkelijkheid van de engelen. In het Woord van God zijn engelen geen producten van menselijke fantasie, maar levende werkelijkheid uit de directe nabijheid van de God des hemels. In Gods Woord zijn de engelen de dienaren voor de troon van God. Ik lees in Job 38 dat toen de Heere de fundamenten legde - en dan denken we aan de schepping - de engelen al samen zongen als de morgensterren. De engelen zijn altijd bezig in de dienst van de Heere. Ze hebben maar één doel en dat is de eer en de verheerlijking van de levende God. In alles wat ze doen hebben ze altijd weer de eer van God op het oog. Ach, als Gods kinderen hun leven leggen naast het leven van de engelen, dan moeten ze zichzelf aanklagen: ‘Heere, wanneer heb ik nu werkelijk Uw eer bedoeld? Ik kom er alles aan tekort.’ Als de Heere het ontdekkend licht van de Heilige Geest in uw leven laat vallen, dan leert u uzelf kennen als een zoeker van eigen eer. Dat wordt dan de diepe droefheid van uw hart: ‘Die God komt alle eer toe en ik kom er alles aan tekort.’ Maar de engelen doen nooit anders dan God volmaakt verheerlijken. Duizend maal duizenden en tienduizend maal tienduizenden dienen Hem, zo lees ik in Daniël 7. We lezen in de Schrift over verschillende soorten van engelen. De Schrift spreekt over cherubs, cherubijnen, de troondragers van God, afgebeeld boven het verzoendeksel van de ark. Daar op dat verzoendeksel staan twee engelen en ze kijken maar op dat verzoendeksel. De cherubijnen, de cherubs, zijn de wachters. Het zijn de bewakers van Gods heiligheid. Als Adam en Eva verdreven worden uit het paradijs, dan staat daar zo’n cherub met een vlammend zwaard, om de toegang te bewaken tot de boom des levens. Daarnaast zijn er ook de serafs of de serafijen. Dat zijn de zangers. We komen ze tegen in het roepingsvisioen van Jesaja in Jesaja 6. Daar hoort Jesaja die serafijnen zingen: Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol (Jes.6:3). Daarom zullen we moeten denken aan die zangers, daar in de kerstnacht boven de velden van Efratha. Dat zijn serafijnen die zingen tot verheerlijking van de Drie-enige. Wat zal dat onuitsprekelijk mooi geklonken hebben boven die donkere velden van Efratha! Gelooft u ook niet? We gaan het nu niet hebben over de inhoud van de engelenzang, maar ik wijs u wel op één ding. Die serafijnen hier boven Efratha’s velden hebben mooi gezongen, hémels gezongen. Daar kan geen koor op aarde in de verste verte tegenop. En toch, in de zang van die engelen wordt één toon gemist. Weet u welke? De toon van de persoonlijke beleving van zonde en genade. Die engelen hebben nooit gezondigd. Ze kennen dus vanuit hun eigen leven niet de beleving van zonde en genade. De engelen zingen er óver, maar verloste zondaren leren er úit zingen. www.prekenweb.nl
3/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
Er wordt wel eens gezegd, als het gaat over het geestelijke leven: ‘Het is zo’n groot verschil of je er óver praat of dat je er úit praat.’ Je kunt er over praten en kostelijke dingen zeggen, terwijl je er zelf in je eigen leven helemaal niets van kent. Dan praat je er alleen maar óver. Maar als je er úit mag praten, dan mag je spreken vanuit de innerlijke beleving van je eigen hart. De engelen kunnen er wel óver zingen, over die beleving van zonde en genade. Maar verloste zondaren kunnen er úit zingen. Als u persoonlijk de diepte van uw eigen verlorenheid leert kennen en de onmogelijkheid van uw kant om zalig te worden, maar als u dan door de liefde van God bent opgeraapt en opgetrokken uit de modder van uw verloren leven en door de Heilige Geest bent geleid naar de kribbe van Bethlehem, dan mag u er úit zingen. Dan mag u er uit spreken. En dat kunnen de engelen niet. Is het u wel eens opgevallen dat er rond het kerstgebeuren zoveel gezongen wordt? Zacharias heeft gezongen. We hebben achter in ons psalmboek geen lofzang van Elisabet, maar Elisabet heeft ook gezongen. Maria en Simeon hebben ook gezongen. Als u persoonlijk iets leren mag van het wonder van het kerstfeest, zou u dan kunnen zwijgen? Dat is toch onmogelijk? Dan heb je maar één verlangen: om die God groot te maken vanwege het wonder van de gave van Zijn goddelijke liefde in de beestenstal van Bethlehem. Dan is uw hart vol en dan loopt uw mond over. Op het kerstfeest gaan gesloten monden open. En niet alleen de gesloten mond van Zacharias. Begenadigde zondaren kunnen er uit spreken en er uit zingen, vanuit de persoonlijke belevening van hun eigen hart. En al kunnen die duizenden serafijnen boven Efratha’s velden hemels zingen, dát kunnen ze niet. De wereld van de engelen is een wereld op zichzelf. Daar zijn de cherubs, de cherubijnen. Daar zijn de serafs, de serafijnen. Daar zijn de aartsengelen, leidende engelen, vooraanstaande engelen. Twee namen kennen wij: de engel Gabriël en de engel Michaël. De Bijbel geeft geen beschrijvingen van de engelenwereld om onze nieuwsgierigheid te bevredigen. Veel vanuit de wereld van de engelen blijft voor ons verborgen. Maar dat die engelen er zijn, daarover laat de Heilige Schrift geen enkele twijfel bestaan. Ze staan voor God als gedienstige geesten. Ze zijn ten volle Godlovers. Dat zijn wij - gevallen kinderen van Adam - niet meer. Door de zonde werden Godlovers vijanden van God, geneigd God en hun naaste te haten. Als de engelen boven de velden van Efratha Gods lof zingen, dan doen zij wat wij van nature als kinderen van Adam niet meer kunnen doen. En dat is onze schuld. Voor gevallen engelen is er geen zaligheid meer. U weet het wel, een gedeelte van de engelen is in de zonde gevallen onder aanvoering van satan. Die gevallen engelen zijn duivelen geworden. Voor die gevallen engelen is er nooit meer verlossing mogelijk. Maar het kerstevangelie predikt: wat voor gevallen engelen niet meer kan, dat kan wel voor gevallen ménsen! Er is voor gevallen zondaren verlossing in het Kind van Bethlehem. Er is voor diep verlorenen zaligheid in het Kind. Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was (Luk.19:10). Dát is een boodschap! Omdat het kerstfeest geworden is kunt u zalig worden, gemeente. Omdat het kerstfeest geworden is zullen www.prekenweb.nl
4/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
verloren zondaren worden opgeraapt uit de diepte van hun verlorenheid, zodat ze zich eeuwig zullen verwonderen over het eenzijdig ontfermen van God in het Kind van Bethlehem. In de kerstgeschiedenis ontmoeten we hier dus legers van engelen. En van stonde aan was er met de engel een menigte des hemelsen heirlegers. We vinden dat vaker in de Schrift, dat engelen worden uitgezonden in grote legerscharen. Jakob in Mahanaïm ontmoette de engelen als heirlegers Gods. En denk eens aan Elisa met zijn jongen in Dothan. Dan komt het leger van Assyriërs om Elisa te vangen, te grijpen en te doden. Die jongen staat te beven als hij het leger van die zwaar gewapende Assyriërs ziet, daar om die heuvel heen waarop Dothan gebouwd was. Maar Elisa ziet méér. Elisa mag zeggen tot zijn jongen: Die bij ons zijn, zijn meer dan die bij hen zijn (2 Kon.6:16). Dan mag Elisa legerscharen van engelen om zich heen zien. Wat ben je dan veilig! Soms worden engelen ook één voor één uitgezonden, zoals die engel Petrus verloste uit de gevangenis. De Heere zendt Zijn engelen uit tot hulp en bescherming van Zijn volk. De Heere denkt aan Zijn volk en daarom is er een engelenwacht. Dat is er niet alleen in Dothan rondom Elisa, maar er is een engelenwacht rondom allen die Hem vrezen. Daarom is er ook hier in de kerstnacht een engel die als eerste de kerstboodschap mag brengen aan die verwonderde herders: Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus, de Heere, in de stad Davids (Luk.2:11). Als je daarover nadenkt zeg je: dan is dat veld van Efratha één groot Bethel! U weet wel, in Bethel zag Jakob een ladder tussen hemel en aarde. Toen heeft Jakob gezegd: ‘Dit is een Bethel, dit is een huis Gods.’ Het veld van Efratha is één groot Bethel, waar een ladder staat tussen hemel en aarde en de engelen op en neer klimmen. Die ladder van Jakob, die hemel en aarde met elkaar verbindt, is Christus. Want later zal Christus zeggen: ‘Ik ben die ladder van Jakob.’ Dat is Christus, de Gezegende van de Vader, Die als een ladder hemel en aarde met elkaar verbindt. De engelen prediken de heerlijkheid van het Kind! Er zou natuurlijk nog veel meer te zeggen zijn over de wereld van de engelen. Maar dit moet duidelijk zijn: alle engelenverering is in strijd met de Bijbel. Want de engelen wijzen altijd van zichzelf af. Ze dienen alleen om God en Christus de eer te geven. Ze treden terug en ze wíllen terugtreden achter Gods heerlijkheid in Jezus Christus. De engelen zijn hier in de velden van Efratha boodschappers van het Kind. Dan gaat het uiteindelijk niet om die boodschappers, al hebben ze een belangrijke plaats. Maar dan gaat het uiteindelijk om het Kind. Dan mogen de engelen toch weer verdwijnen achter het Kind. De engelen zijn ons hierin tot een voorbeeld: het Kind in het middelpunt en ik aan de kant. Dat is groot, als dat ons leven mag zijn. Daarom zeggen we wel: dat nieuwe leven is een stervend leven. Mijn eigen trotse, hoogmoedige, weerbarstige ‘ik’ moet aan de kant. Het moet er onder. Het moet er helemaal onder, opdat Christus alles zal worden en opdat Hij het alléén zal worden. Dat is de weg van het geestelijke leven: sterven aan mezelf en aan alles wat Jezus niet is, opdat ik Hem alleen over mag houden als de enige grond van mijn hoop en mijn verwachting.
www.prekenweb.nl
5/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
Wat is de waarachtige bekering? Dit toch: Hij moet wassen, maar ik minder worden (Joh.3:30)? Hij in het midden, ik aan de kant. Hij alles, ik niets. Zijn naam alle heerlijkheid en mijn naam ‘zondaar’ en niet meer. Dat is het leven van de waarachtige bekering. En zo zullen we in waarheid kerstfeest leren vieren. Daarin zijn de engelen ons ten voorbeeld. Het kerstfeest en de engelen. We hebben nagedacht over hun werk. Maar nu gaan we naar het tweede: hun blijdschap. Maar we willen eerst gaan zingen, Psalm 46 vers 4: De HEER’, de God der legerscharen, Is met ons, hoedt ons in gevaren; De HEER’, de God van Jakobs zaad, Is ons een burcht, een toeverlaat. Komt, wilt op ’s HEEREN daden merken; Aanschouwt des Hoogsten grote werken: Zijn macht, die nooit te stuiten is, Maakt d’ aarde tot een wildernis. Het gaat dus over het kerstfeest en de engelen. We hebben gedacht over hun werk. En nu: 2. Hun blijdschap Die ene engel heeft gezegd: Ziet, ik verkondig u grote blijdschap. Wat is nu die blijdschap van de engelen? Dit: dat God in Christus aan Zijn eer komt. Ere zij God! Dat wordt ook de blijdschap van het hart dat de Heere vreest. De engelen zijn er mee begonnen, met dat ‘Ere zij God’. Wat is nog meer de blijdschap van de engelen? Dat in dit Kind hemel en aarde met elkaar worden verzoend. Dit Kind is de grote ladder van Jakob, Die hemel en aarde met elkaar verbindt. In de kerstnacht klimmen - om zo te zeggen - de engelen langs die ladder op en neer. In het Kind van Bethlehem worden hemel en aarde, God en zondaren, met elkaar verzoend. Daar hebben de engelen ook over gezongen: Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Want als hemel en aarde, God en zondaren, met elkaar worden verzoend, dan betekent dat vrede. Vrede met God door de Heere Jezus Christus. Daarin zien we Gods welbehagen en dat is de blijdschap van de engelen. Wij zijn zo diep gevallen, gemeente. Daar zullen we altijd weer terecht moeten komen, willen we werkelijk kerstfeest leren vieren. Dit Kind is zo diep gedaald, omdat wij zo diep gevallen zijn. Wie dat niet verstaat, verstaat het wonder van het kerstfeest niet. Weet u wat de engelen prediken? De oneindige afstand tussen hemel en aarde, tussen de heilige God en schuldige zondaren. De zonde sloeg zo’n diepe kloof tussen God en mens. Een peilloze kloof. Al Gods kinderen komen bij die kloof te staan en leren dat ze die kloof nooit meer kunnen overbruggen. Ook niet met tienduizend wettische werken. Ze leren allemaal, staande bij die kloof, hartelijk erkennen:
www.prekenweb.nl
6/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
‘k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog. Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig. En omdat de zonde zo’n diepe kloof geslagen heeft tussen God en zondaren, roept de verschijning van die engelen bij de herders vrees op. En zij vreesden met grote vreze. Want die engelen brengen de hemel mee. Die engelen openbaren de heiligheid en de heerlijkheid van God. Wie kan Gods heerlijkheid zien en leven? En zij vreesden met grote vreze. Wie van Gods kinderen kent niet de vrees voor de heiligheid van God? Zo prediken de engelen die daar met hemelse heerlijkheid verschijnen in Efratha’s velden, de ontzaglijke afstand tussen God en mens. In het paradijs was het een engel die de toegang tot de boom des levens bewaakte met een vlammend zwaard. Het was een engel die de toegang tot het leven barricadeerde voor de gevallen mens. Wie iets leert kennen van de heiligheid van God, kan toch alleen maar zeggen: ‘Wee mij, ik verga, omdat ik onrein van lippen ben.’ Maar weer het wonder van het kerstfeest: in dat Kind, Dat daar ligt in die donkere stal en die duistere kribbe, gaat de hemel weer open. In dat Kind komt er weer contact tussen hemel en aarde, want dat Kind is de ladder van Jakob. De engelen leggen in en door het Kind de verbinding tussen hemel en aarde. In het paradijs stond de engel met dat vlammende zwaard om de toegang te barricaderen tot de boom des levens. Op de ark staan ook twee engelen. Ze kijken naar het verzoendeksel en het zwaard is - om zo te zeggen - hen uit de handen gevallen. Op dat verzoendeksel van de ark staan twee engelen zonder zwaard. Is dat voor u wel eens een wonder geworden? Hoe kan dat, dat die engelen daar staan zonder zwaard in de handen? Wel, ze staan op het verzoendeksel. Daar wordt ieder jaar op de Grote Verzoendag bloed op gesprengd. Dat verzoendeksel en dat bloed wijzen allemaal heen naar dat Kind, Dat daar ligt in die donkere stal en in die duistere kribbe. Die engelen staan daar maar op die ark naar dat verzoendeksel te kijken. De Bijbel zegt: ze waren begerig in te zien. Ze waren begerig om dat heilgeheim te verstaan. In de kerstnacht mogen zij inzien, mogen zij het geheim verstaan. Daarom breken ze als met tienduizend maal tienduizenden door naar de aarde, boven de velden van Efratha. Zij zingen het ‘Ere zij God’ uit, maar ook het ‘Vrede op aarde’. Dan is er in de kerstnacht niet één engel met een vlammend zwaard in de hand. Niet één! De engelen hebben het in grote blijdschap uitgejubeld. Want God gaat in het Kind van Bethlehem zondaren die verdiend hebben door dat zwaard gestoken te worden tot in de diepte van de hel, terugbrengen in Zijn gemeenschap. God gaat in dat Kind hemel en aarde met elkaar verzoenen. Hij gaat door dat Kind de zondekloof overbruggen. Daarom raakt heel de hemel in beweging als God Zijn Zoon legt in het stro van een kribbe. Tienduizend maal tienduizenden raken hier in beweging om dat grote nieuws uit te bazuinen. Dat is de blijdschap van de engelen. Dat zwaard, dat vlammende zwaard, heeft het Kind getroffen in Zijn middelaarshart, toen Hij hing te bloeden aan het kruis van Golgotha. De kribbe is het begin van de weg naar het www.prekenweb.nl
7/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
kruis. En omdat dat vlammende zwaard straks het Kind zal treffen op Golgotha, is er hier in de kerstnacht niet één engel met een vlammend zwaard in zijn handen. Dát is de blijdschap van de engelen. Is dat ook al uw blijdschap geworden? Die blijdschap wordt in het hart van een zondaar geboren vanuit de droefheid. De droefheid naar God. De droefheid over de zonde. Als u bij die kloof tussen God en uw hart gebracht wordt, dan weet u niet hoe het ooit in orde zal komen. Dan leert u buigen onder de heiligheid en onder de rechtvaardigheid van God. Wie dat niet kent in zijn leven, kent de diepte en het wonder van het kerstfeest niet. Want wat is het een wonder als de Heere zo’n doodschuldige, rechteloze, doemwaardige zondaar meeneemt naar de kribbe. Als u het dan mag verstaan: nu is dat Kind de ladder die de hemel en de aarde met elkaar verbindt. Nu kan de heilige God in dat Kind weer te doen hebben met schuldige zondaren. Als het dan persoonlijk waar mag worden: nu is het niet alleen voor anderen, nu is het ook voor mij. Nu is het ook voor deze vuile zondaar, die verdient door dat vlammende zwaard verteerd te worden, omdat hij nooit God heeft bedoeld zoals Hij Hem zou moeten bedoelen. Wat gaat er dan een ruimte open in dat Kind! Dan kan ik zalig worden. Dan kan de grootste zondaar zalig worden. Dan wordt de blijdschap van de engelen ook míjn blijdschap. De blijdschap dat in het Kind de kloof tussen God en zondaren wordt overbrugd. Dan mag ik kerstfeest vieren, zonder romantiek. Als je de kribbe losmaakt van het kruis, dan blijft er alleen maar een stukje romantiek over. Dan mag ik leren zingen van het wonder: ‘God baande door de woeste baren en brede stromen ons een pad!’ Op een toon die de engelen in hun hemels gezang toch niet kunnen treffen. Dan mag ik in dat Kind van Bethlehem het vriendelijk aangezicht van God zien, tegen Wie ik gezondigd heb. Op het kerstfeest hebben de engelen dus een belangrijke plaats. Ja, we mogen zeggen: de engelen zijn de mensen voor. Als nog niet één mens tot de kribbe is gekomen om het Kind te aanbidden, dan mogen de engelen de kerstboodschap al uitzeggen en uitzingen. Dan mogen de engelen het herstel al prediken van de gebroken gemeenschap tussen God en Zijn volk. Dan mogen de engelen de weg wijzen naar de kribbe van Bethlehem. Dan zorgt God er voor dat er ook mensen komen die de engelen volgen om het Kind te aanbidden. Herders en wijzen, en door de eeuwen heen allen die gekocht zijn met Jezus’ bloed. De engelen zingen de lof van het Kind. Even hebben zij de leegte tussen de heilige en rechtvaardige God en de in schuld verzonken wereld vervuld. Even maar… en dan zijn ze weer weg. Dan wordt het weer donker in de velden van Efratha. Dan is de hemel boven de herders weer gesloten. De engelen zijn er maar even en dan trekken ze zich weer terug, want engelen kunnen de kloof tussen God en mens niet overbruggen. Engelen zijn geen zaligmakers. Het woord ‘zaligmaker’ kan alleen maar in het enkelvoud geschreven worden, want er is maar één Zaligmaker. Er is maar één naam gegeven tot zaligheid. Dan moet u hier bij de kribbe zijn. Gij zult het Kindeke (die ene Zaligmaker) vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe.
www.prekenweb.nl
8/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
Als u Hem zo mag vinden in de verlorenheid van uw zondaarsbestaan, in de beestenstal van uw schuldige leven, dan leeft heel de hemel op! Dan is er daarboven onder de engelen blijdschap over die ene zondaar die zich bekeert. De engelen zijn er steeds geweest op de snijpunten van de heilsgeschiedenis. In Bethlehem, waar Jezus geboren werd. In de woestijn, waar Jezus verzocht werd. In Gethsémane, waar de Vader een engel stuurt om de Zoon te versterken. Bij het open graf, waar de engelen als eerste de paasboodschap laten horen. Bij de hemelvaart, waar engelen verschijnen aan de discipelen die vol verbazing Jezus staan na te kijken. Steeds zijn er engelen op de snijpunten van de heilsgeschiedenis, als tekenen van de herstelde gemeenschap met God. Alleen op dat ene snijpunt lees ik niet over engelen: het snijpunt van Golgotha. Als Jezus daar wegzinkt in de duisternis en diepte van de hel en in de duisternis van absolute Godverlatenheid, dan zijn er zelfs geen engelen meer. Als dat vlammende zwaard Hem treft, midden in Zijn middelaarshart, dan zijn er zelfs geen engelen meer. Als Jezus moet klagen: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? (Matth.27:46) Zo heeft Hij de weg gebaand naar de eeuwige zaligheid. Zullen we het altijd weer bedenken: de kribbe is het begin van de weg naar het kruis. Wat denkt u, zouden de engelen zich nu voorgoed hebben teruggetrokken? Weet het: de engelen blíjven hun diensten verrichten als gestalten uit het Woord van God, die de mens van toen en nu heenwijzen naar het Lam. Dat was er niet alleen in de tijd van de geboorte van Christus, maar ook nu is er een engelenwacht die de strijdende kerk des Heeren omringt. Engelen zijn geen figuren uit een sprookjestuin. Weet u wel dat bij elke kerkdienst engelen toeschouwers en toehoorders zijn? Ik denk aan Efeze 3 vers 10. Daar staat: Opdat nu door de gemeente bekendgemaakt worde aan de overheden en de machten in de hemel de veelvuldige wijsheid Gods. Die overheden en machten in de hemel zijn de engelen. En wat betekent dat dan? Laat ik het maar eenvoudig zeggen: als er in de kerk gepreekt wordt zijn de engelen er ook bij, als toeschouwers en als toehoorders. De engelen zijn er ook nu bij. Dat geeft moed om door te gaan, ook met de prediking, in een wereld waar de fundamenten van het christendom worden ondergraven. Maar dat betekent ook dat we in de kerk onder hemels toezicht staan. De engelen luisteren vandaag mee en ze zien toe of er hier in de gemeente iemand tot bekering komt. Er is blijdschap onder de engelen Gods, zegt Christus, over die ene zondaar die zich bekeert. Of zullen de engelen moeten zeggen: ‘De kerstboodschap is weer in de gemeente gebracht en er is niemand tot God bekeerd, niet één’? Of zullen de engelen kunnen zeggen: ‘Die jongen, dat meisje, die man, die vrouw, is in het hart gegrepen onder de prediking’? Het toezicht van de engelen op de gemeente tijdens de kerkdiensten is heel nauw. Zó nauw, dat ze er op letten of de vrouw in de gemeente zich onderscheidt van de man door het hebben van een bedekking op haar hoofd. Dat zeg ík niet, dat lees ik in 1 Korinthe 11 vers 10: Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil. En de kanttekeningen zeggen dan dat de engelen bedroefd worden over onduidelijkheid en ongeschiktheid in de samenkomst van de gemeente. Bedenk dat onze kerkdiensten staan onder het toezicht van engelen. www.prekenweb.nl
9/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
Gemeente, wat een boodschap! Die engelenwereld is zo wezenlijk in het Woord van God, in de kerstgeschiedenis. En dan mogen miljoenen mensen zeggen: ‘Nou ja, die engelen, dat zijn natuurlijk figuren uit de sprookjeswereld.’ Maar het mag Gods strijdende gemeente worden verkondigd dat ze in de strijd tegen de machten van de duisternis niet alléén staan. Er wordt met de kerk en voor de kerk gestreden door hemelse legermachten, uitgezonden tot dienst van hen die de zaligheid beërven zullen. Des HEEREN engel schaart Een onverwinb’re hemelwacht Rondom hem die Gods wil betracht. Dus is hij wel bewaard. Als je dat echt geloven mag, dan geeft dat moed en troost in de strijd van het geloof. Het is een verarming en een verschraling, als de werkelijkheid van de wereld van de engelen in het geloofsleven van Gods kinderen zo weinig een plaats heeft. Vandaag staan de papieren van de engelen niet hoog genoteerd. Dat Gods kerk het weten zou, dat de engelen niet tevergeefs gezongen hebben in de velden van Efratha: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Dat Gods kerk het weten zou dat alle machten van de duisternis het moeten en zullen afleggen tegen de macht van de hemelse legermachten. Want hun strijd is de strijd van het Lam. Van die hemelse legermachten van engelen, zoals we ze ook in de kerstnacht ontmoeten, gaat de prediking uit dat het gaat naar de overwinning van het Lam. Dat Kind in die donkere stal en in die duistere kribbe zal eeuwig Overwinnaar zijn. De engelen nemen er al een voorschot op boven de velden van Efratha. Straks zal Jezus terugkomen. Want er is een lijn van de eerste komst van Christus naar de tweede komst van Christus. Straks zal Jezus terugkomen met de wolken, opnieuw omstuwd door legerscharen van engelen. De Bijbel eindigt met het uitzicht op een menigte van hemelse heirlegers. Op de jongste dag, zo lezen we in Gods Woord, zullen de engelen de schapen en de bokken van elkaar scheiden. Ze zullen precies weten waar ze u en mij moeten zetten. Ze zullen zich niet vergissen, in niemand. De bokken aan Jezus’ linkerhand en de schapen aan Zijn rechterhand. De bokken zijn degenen die zich nooit als schuldigen leerden kennen voor de hoge God, die nooit door het geloof als schuldigen leerden buigen bij Bethlehems kribbe, die altijd zichzelf op de been konden houden buiten het Kind. Dan zal het Kind de Rechter zijn en tegen hen zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk de duivel en zijn engelen bereid is (Matth.24:41). De schapen zullen gezet worden aan Jezus’ rechterhand. Dat zijn zij die hier in dit leven het leven niet meer in eigen hand konden houden en die hier in hun nood en dood terecht zijn gekomen aan de voeten van dat Kind, om in Hem de grond van hun zaligheid te zoeken en te vinden. Zij zullen het horen: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft dat koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld (Matth.25:34). Zo zullen straks de engelen,op de jongste dag, als de overwinning van het Kind blijken zal, voor heel de wereld de uitvoerders zijn van Gods oordeel. www.prekenweb.nl
10/11
Ds. J.J. van Eckeveld – Het kerstfeest en de engelen
Gemeente, op de kribbe staat geschreven: Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! (Jes.45:22) Wie is het Kind van Bethlehem voor u? Waar zullen de engelen straks u, jou, mij moeten zetten? Amen.
Slotzang: Psalm 34:4 Des HEEREN engel schaart Een onverwinb’re hemelwacht, Rondom hem die Gods wil betracht. Dus is hij wel bewaard. Komt, smaakt nu en beschouwt De goedheid van d’ Alzegenaar. Welzalig hij die in gevaar Alleen op Hem betrouwt.
www.prekenweb.nl
11/11