Wetenschappelijk schrijven NWO | Erasmus Academie
Drs. Ad Hofstede Directeur Erasmus Academie
[email protected] NWO | Erasmus Academie
Inhoud workshop Wetenschappelijk schrijven 1.
Inleiding
2.
Probleemstelling en onderzoeksvraag
3.
Oefeningen
4.
De structuur of opbouw van een tekst
5.
Referentiestijlen
6.
Citeren, parafraseren, samenvatten
7.
Samenhang in de tekst
8.
Revisie van je tekst
9.
Vragen NWO | Erasmus Academie
Schrijven is hard werken “Schrijven is blijven zitten tot het er staat”. (Kees van Kooten)
Schrijven is 10% inspiratie en 90% transpiratie. “Niets is moeilijker dan zo te schrijven dat ieder mens het begrijpt”. (Arthur Schopenhauer)
Schrijven is vertrouwen op je onderbewuste; ook als je niet schrijft ben je met een tekst bezig. Kill your darlings!
NWO | Erasmus Academie
Een wetenschappelijke tekst is •
Geschreven voor wetenschappers, door wetenschappers: wie is je doelgroep; wetenschappelijke stijl (formeel, objectief, onpersoonlijk, zakelijk).
•
Wetenschappelijk relevant: bijdragen aan en passend binnen wetenschappelijke theorie.
•
Gebaseerd op onderzoek (methodologie): experimenten, literatuur.
•
Beredeneerd argumentatief: logische structuur (consistent, coherent, stringent) die leidt tot een conclusie (=antwoord op de onderzoeksvraag).
NWO | Erasmus Academie
Fases van het schrijfproces
Voorbereiden
Redigeren
Structureren
Reviseren
NWO | Erasmus Academie
De probleemstelling Tot WELK vak- of kennisgebied behoort je onderzoeksvraag?
HOE ga je je onderzoeksvraag onderzoeken? (deelvragen & methodologie)
WAAROM is je onderzoeksvraag wetenschappelijk relevant?
WAT is het antwoord?
NWO | Erasmus Academie
De onderzoeksvraag formuleren De onderzoeksvraag is de centrale vraagstelling van je onderzoek. De onderzoeksvraag vloeit voort uit je probleemstelling. De onderzoeksvraag is: • een open vraag • bondig en exact geformuleerd • objectief • enkelvoudig • te onderzoeken • wetenschappelijk relevant
NWO | Erasmus Academie
Voorbeelden ✖
Op welke wijze hebben lowcostcarriers
de gevestigde luchtvaartmaatschappijen beïnvloed? ✔ Op welke wijze hebben lowcostcarriers de product- en prijsstrategieën van gevestigde luchtvaartmaatschappijen beïnvloed tussen 1995-2005? NWO | Erasmus Academie
Voorbeelden ✖
Wat zijn op dit moment in Nederland
de meest uitgevoerde interventies tegen het alcoholgebruik van jongeren en welk effect hebben deze interventies? ✔ Welk effect hebben mediacampagnes op het alcoholgebruik van jongeren tussen de 12 en 18 jaar in Nederland? NWO | Erasmus Academie
Voorbeelden ✖
Welke horrorelementen bevat de
film Nosferatu en hoe passen deze binnen de Duitse horrorfilmcultuur? ✔ Hoe passen de horrorelementen uit Nosferatu binnen de Duitse horrorfilmcultuur? NWO | Erasmus Academie
Welk type vraag? Bij het formuleren van de onderzoeksvraag, gaat het erom dat het type vraag een indicatie geeft van het soort informatie dat je over een onderwerp wilt achterhalen en hoe je dat wilt doen (methode).
Er kunnen zeven typen vragen worden onderscheiden, die dus ook zeven verschillende typen informatie opleveren:
Beschrijven; Vergelijken; Definiëren; Evalueren; Verklaren; Voorspellen; Ontwerpen.
NWO | Erasmus Academie
Beschrijvende vraag •
Voorbeelden
Doel: een verschijnsel in kaart brengen.
•
Antwoord: kenmerken, onderdelen of iets in die geest.
•
Mogelijke formuleringen: Wat zijn de kenmerken? Welke eigenschappen
• Welke oorzaken noemt de literatuur van de tegengestelde ontwikkelingen van vrijheid en lijfeigenschap in Europa (12001800)?
heeft het? Waaruit bestaat het? Wie of wat is erbij betrokken? Wat zijn de belangrijkste fases? Hoe ziet het eruit? •
• Bij welke groepen allochtonen komt armoede in Nederland voor?
NB. Deze vraag heeft nadelen: oppervlakkig en zonder einde
NWO | Erasmus Academie
Vergelijkende vraag •
Doel: de verschillen en/of overeenkomsten tussen twee of meer verschijnselen op een rijtje zetten.
•
Antwoord: een overzicht van verschillen en/of overeenkomsten.
•
Mogelijke formuleringen: Wat zijn de verschillen? Wat zijn de overeenkomsten? In welke opzichten zijn ze anders? Op welke punten lijken ze op elkaar?
Voorbeeld • Wat zijn de verschillen en overeenkomsten bij armoede onder allochtonen in Nederland en in Duitsland?
NWO | Erasmus Academie
Definiërende vraag •
•
•
Doel: de verhouding bepalen tussen een verschijnsel en een bepaalde klasse. Antwoord: een uitspraak over de mate waarin het verschijnsel wel of niet tot een klasse gerekend kan worden.
Voorbeeld: • Wat is typerend voor armoede onder allochtonen in Nederland?
Mogelijke formuleringen: In welke klasse kan het ondergebracht worden? Hoort het in deze familie thuis? Hoe kan het getypeerd worden? Waar is het een voorbeeld van?
NWO | Erasmus Academie
Evaluerende vraag •
•
•
Doel: een of meer onderzoekseenheden beoordelen in het licht van een norm. Antwoord: een uitspraak over de positieve en/of negatieve kenmerken van het verschijnsel. Mogelijke formuleringen: Wat is de waarde ervan? Hoe goed werkt het? Wat zijn de positieve en/of negatieve punten? Hoe geschikt is het? Hoe wenselijk? Wat zijn voordelen of nadelen?
Voorbeeld: • Hoe kunnen wettelijke remedies de rechtspositie van slachtoffers waarborgen? • In hoeverre is de projectietheorie in staat verschijnsel X te verklaren? • Wat zijn de positieve kenmerken van het armoedebeleid voor allochtonen in Nederland?
NWO | Erasmus Academie
Verklarende vraag •
•
Doel: achterhalen waar een verschijnsel door veroorzaakt wordt. Antwoord: een uitspraak over de oorzaken van een verschijnsel.
Voorbeelden • Waardoor heeft de Generatieve Grammatica in Nederland zo'n invloed gehad? • Wat zijn de belangrijkste
•
Mogelijke formuleringen: Hoe komt dat? Wat zijn de oorzaken? Waar is dit een gevolg van? Hoe kon dit gebeuren?
oorzaken van armoede van allochtonen in Nederland?
NWO | Erasmus Academie
Voorspellende vraag •
Doel: een inschatting maken van wat er zal gebeuren.
Voorbeeld • Hoeveel armoede onder allochtonen in Nederland zal
•
Antwoord: een uitspraak over de te verwachten gevolgen in de toekomst.
•
Mogelijke formuleringen: Waar zal dat toe leiden? Wat mogen of kunnen we verwachten? Waar moeten we op voorbereid zijn?
er waarschijnlijk zijn in 2025?
NWO | Erasmus Academie
Ontwerp vraag •
Doel: een maatregel of een ingreep
Voorbeeld
voorstellen waarmee een probleem kan worden opgelost of verminderd of een doel kan worden bereikt.
• Hoe kan armoede onder allochtonen in Nederland verminderd worden?
•
Antwoord: een beredeneerde oplossing.
• Hoe kunnen we de doorstroom van studenten van het hbo naar de universiteit
•
Mogelijke formuleringen: Wat kan er
verbeteren?
aan gedaan worden? Hoe kan het verbeterd worden? Hoe moeten we ...? Wat zijn geschikte maatregelen? Wat moet er wel en niet gebeuren?
NWO | Erasmus Academie
Oefening1 Analyseer de volgende onderzoeksvraag: "In hoeverre kunnen de afzonderlijke memen uit de memeplex rockideologie worden herkend in zelfreflectie en toekomstverwachting met betrekking tot de muziekindustrie zoals verwoord in individuele carrièreplannen van studenten die het derdejaars keuzemoduul music management aan de opleiding media & entertainment management aan de stenden hogeschool in leeuwarden hebben gevolgd en hoe kan die aanwezigheid met behulp van memetica worden getheoretiseerd?" •Wat voor soort onderzoeksvraag is het? •Wat is er mis met deze vraagstelling?
NWO | Erasmus Academie
Sub- of deelvragen Met een centrale vraag of probleemstelling alleen ben je er niet. Formuleer op basis van de centrale vraag ook sub- of deelvragen. Sub of deelvragen: • Geven structuur aan tekst • Geven structuur aan het onderzoek • Verhelderen de centrale vraag • Helpen met het afbakenen van het onderwerp NWO | Erasmus Academie
Stappenplan deelvragen Vier stappen om tot goede deelvragen te komen: 1.Kijk naar de hoofd- of centrale vraag en bepaal welk vraagtype het is. 2.Zoek in het schema van de deelvragen en vul je onderwerpen daar in. 3.Maak zo nodig een vertaalslag van de begrippen in de vraag. 4.Rafel zo nodig complexe vragen uit elkaar. NWO | Erasmus Academie
Voorbeeld deelvragen Onderzoeksvraag "Wat voor soort samenwerking is het meest wenselijk met betrekking tot online inwinning op het thema Jihadisme tussen de Landelijke Eenheid en de andere politie-eenheden?”
Deelvragen 1.Wat is wenselijk volgens de betrokken politie eenheden? 2.Wat wordt verstaan onder Jihadisten? 3.Hoe relevant is het internetgebruik van Jihadisten? 4.Is inwinning een taak van de politie? 5.Wat is de huidige stand van zaken binnen de Landelijke Eenheid met betrekking tot de online inwinning op het thema Jihadisme? 6.Hoe is de huidige samenwerking tussen de Landelijke Eenheid en de andere politie-eenheden?
NWO | Erasmus Academie
Mogelijke deelvragen •
Wat is X?
•
Wat is het gevolg van X?
•
Welke eigenschappen heeft X?
•
Met welk doel gebeurt X?
•
Uit welke delen bestaat X?
•
Wat heeft X gezegd?
•
Welke soorten X zijn er?
•
In wiens belang is X?
•
Waarop lijkt X
•
Wat zijn de voordelen van X?
•
Waarvan verschilt X?
•
Wat zijn de nadelen van X?
•
Waar gebeurt X?
•
Ondanks wat gebeurt X?
•
Hoe gebeurt X?
•
Onder welke voorwaarden gebeurt X?
•
Wie doet X?
•
Welk resultaat heeft X?
•
Wanneer gebeurt X?
•
Waaruit blijkt X?
NWO | Erasmus Academie
Oefening 2 Analyseer de volgende onderzoeksvraag: "Wat is de invloed van migratie-bevorderende maatregelen bij vismigratiebarrières op het passeergedrag van migrerende vissen?
•Wat voor soort onderzoeksvraag is het? •Welke deelvragen kun je stellen?
NWO | Erasmus Academie
Schrijfschema
NWO | Erasmus Academie
Het tekstplan Het tekstplan geeft een goed overzicht van de macrostructuur van je tekst. •
Wie is je doelgroep?
•
Wat is je doel? (type vraag)
•
Wat is de centrale boodschap? (relevantie)
•
Wat is de centrale vraag?
•
Wat zijn de subvragen?
De subvragen uit het tekstplan moeten automatisch weer terug leiden naar de centrale vraag.
NWO | Erasmus Academie
Structuur van een wetenschappelijke tekst Titel Inleiding
Hoofdstukken
Conclusie
Bibliografie
NWO | Erasmus Academie
Het trechtermodel van de inleiding Introductie Relevantie/motivatie
Wetenschappelijke/theoretische relevantie
Onderzoeksvraag
Uitwerking
NWO | Erasmus Academie
De conclusie
De uitkomsten van het onderzoek Beantwoording van de onderzoeksvraag
De betekenis voor het grote geheel
NWO | Erasmus Academie
Referentiestijl •
Vermelden van bronnen die je daadwerkelijk hebt gebruikt.
•
Hanteer consequent dezelfde referentiestijl (bijv. APA, Harvard, Vancouver, NEN-ISO 690:2003, etc.).
•
Wees zorgvuldig in het overnemen van de gegevens.
•
Gebruik afhankelijk van de stijl verwijzingen in de tekst (APA), verwijsnummers (Vancouver) of voetnoten (Juridische Leidraad).
•
Volg de regels voor de verschillende soorten informatiedragers (boeken, artikelen, tijdschriften, congresverslagen, etc).
•
Maak gebruik van bibliografiesoftware als Endnote of Bookends of Reference Manager (Word).
NWO | Erasmus Academie
Voorbeelden referentiestijl De achternaam in hoofdletters; voorletters auteur zonder een punt ertussen. ISBN is verplicht.
•
NEN-ISO 690:2003 NEMETH, CP. Human factors methods for design: making systems human-centered. 1st ed. Boca Raton (FL): CRC Press, 2004. 416 p. ISBN 0415297982.
•
Titelwoorden beginnen met een hoofdletter. Bibliografische elementen achter het jaartal door komma's van elkaar gescheiden.
Harvard
PARK, C.S. 2001, Contemporary Engineering Economics, 3rd ed, Prentice Hall, Columbus, OH. •
Vancouver Bowman MS. Applied economic analysis for technologists, engineers and managers. 2nd ed. Columbus (OH): Prentice Hall; 2002.
•
APA
Voorletters auteur zonder een punt ertussen; geen komma tussen achternaam en voorletters. Geen cursief of onderstreping. Vóór het jaartal staat een puntkomma.
Hart, N.A. (1993). Industrial marketing communications: Business to business advertising, promotion and PR. (3rd rev. ed.). London: Kogan Page.
De ondertitel begint met een hoofdletter. 'Edition' wordt tussen haakjes geplaatst.
NWO | Erasmus Academie
Citeren, parafraseren, samenvatten • Citeren = letterlijk tekst overnemen, tussen “aanhalingstekens”, volgt de referentiestijl, directe ondersteuning van het betoog. • Parafraseren = in eigen woorden een idee of redenering vatten (Smit concludeert dat…), behoud van informatie, bronvermelding. • Samenvatten = essentie van lange tekst in eigen woorden (Smit beweert dat…), correcte weergave van standpunt auteur, bronvermelding.
NWO | Erasmus Academie
Referentietool: RefCite Matrix
NWO | Erasmus Academie
Samenhang in de tekst •
Thematische alinea’s: inhoudelijke alinea met kernzin (meestal de eerste zin van de alinea) en de uitwerking van de kernzin.
•
Structurerende alinea’s: heeft een aankondigende of inleidende functie, dienst als een ‘richtingaanwijzer’ voor de lezer om de tekst begrijpelijk te maken.
•
Verbindingswoorden: leggen van verbanden in de tekst (bovendien, daarom, maar, ten eerste, indien, hoewel, dus, …)
•
Verwijswoorden: verwijzen terug naar iets dat al eerder aan de orde is geweest of vooruit naar wat nog komt (hij, deze, die, dat, wie, waar, wat, waardoor, waaruit, ervan, daaruit, hierdoor, …)
•
Lexicale cohesie: gebruik van synoniemen en hyperoniemen.
NWO | Erasmus Academie
Revisie Revisie of feedback is een noodzakelijke fase in het schrijfproces. • Reviseren = kill your darlings • Onduidelijkheden en onjuistheden uit de tekst, structuur en de argumentatie halen • Verbeteren van de tekst
NWO | Erasmus Academie
Het revisieproces in stappen Reviseren gaat in verschillende ronden. Formeel* doorloopt het revisieproces vier stappen: 1.Beschrijven of analyseren van 1) inhoud, 2) structuur en 3) stijl van de tekst (in deze volgorde!) 2.Beoordelen van 1) inhoud, 2) structuur en 3) stijl van de tekst. (in deze volgorde!) 3.Verklaren van problemen die je vindt bij stap 2 (beoordelen). 4.Oplossen van die problemen door het wegnemen van de oorzaken die je vindt bij stap 3 (Verklaren). * Afhankelijk van ervaring
NWO | Erasmus Academie
Reverse outlining Reverse outlining is een revisietechniek waarbij je een hoofdstuk terugbrengt tot de de essentie van elke alinea en daar als het ware een inhoudsopgave van maakt. •Stap 1: nummer je alinea’s. •Stap 2: Bepaal per alinea wat het onderwerp is: – 2a. Is er een kernzin? – 2b. Is de alinea te lang of te kort? • Is het onderwerp voldoende uitgediept? • Is er meer dan één onderwerp per zin?
•Stap 3: zet de onderwerpen in de inhoudsopgave.
NWO | Erasmus Academie
Reverse outlining • Stap 4: Beoordeel/analyseer de inhoudsopgave. • Stap 5: Gebruik deze analyse om een nieuwe inhoudsopgave te maken. • Stap 6: Gebruik deze nieuwe inhoudsopgave om je tekst te herstructureren. • Stap 7: Gebruik je antwoorden op stap 2a en 2b om kernzinnen te formuleren en een coherente tekst te creëren. http://writingcenter.unc.edu/handouts/reverse-outline/
NWO | Erasmus Academie
Markeren Markeren is een andere revisietechniek om je tekst kritisch te boordelen. Deze werkt wat beter bij kortere teksten. •Stap 1: markeer in dezelfde kleur eerst de centrale vraag in de tekst en het antwoord op de vraag in de conclusie •Stap 2: Markeer vervolgens met een andere kleur de kernzinnen. •Stap 3. Markeer daarna met een derde kleur de verbindings- en de verwijswoorden. Het resultaat is dat je in een oogopslag ziet of de hoofdvraag voldoende duidelijk in de tekst staat en expliciet beantwoord wordt in de conclusie. Ook zie je of er structuur in de tekst zit door het gebruik van (on)voldoende verbindings- en verwijswoorden.
NWO | Erasmus Academie
Vragen
NWO | Erasmus Academie
Referenties Boeken •
Jong, J. de (2013). Handboek academisch schrijven. Baarn: Coutinho
•
Goosen, M. & Schoordijk, F. (2014). Basisvaardigheden academisch schrijven. Baarn: Coutinho
•
Wachter, L. de, Fivez. K. & Soom, C. van (2014). Academisch schrijven; een practische gids. Leuven: Acco
Websites •
http://www.coutinho.nl/academischschrijven
•
http://itswww.uvt.nl/lis/es/refcite-nl/course/course89122.html
•
http://www.rug.nl/education/other-study-opportunities/hcv/schriftelijke-vaardigheden/voorstudenten/schrijver-typen
•
http://www.taalwinkel.nl/
•
https://onzetaal.nl
•
http://www.schrijfwijzer.nl/website/
•
https://www.tilburguniversity.edu/nl/studenten/vaardigheden/scriptorium/bronvermelding/refereren/
NWO | Erasmus Academie