Wet openbaarheid bestuur Handreiking toepassing WOB Aqualysis
Pagina 1 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
HOOFDSTUK I Inleiding 1.1 De Wet openbaarheid van bestuur Openbaarheid van bestuur is een uitgangspunt dat zijn basis heeft in de Grondwet. De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) geeft door middel van algemene regels uitvoering aan dat artikel. Daarnaast zijn er ook regels over het openbaar maken van informatie te vinden in andere wetten zoals de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Naast de Wob bevatten ook andere wetten regels over openbaarheid. Ook de Wet gemeenschappelijke regelingen bevat artikelen die het mogelijk maken dat ten aanzien van bepaalde stukken geheimhouding wordt opgelegd. De Archiefwet 1995 kent een regeling voor de openbaarheid van documenten die zijn gearchiveerd (‘archiefbescheiden’). In deze handreiking staat echter de Wob centraal. De afgelopen jaren is een stijgende trend te zien in het aantal verzoeken bij bestuursorganen in het kader van de Wob. Veelal zijn het verzoeken van burgers, bedrijven of maatschappelijke organisaties die bepaalde documenten op vragen over besluitvorming en beleid. Ook journalisten gebruiken de Wob steeds meer om het bestuur te controleren.
1.2 Openbaarheid is uitgangspunt De Wob regelt de openbaarheid van informatie over een bestuurlijke aangelegenheid. Een bestuurlijke aangelegenheid is een aangelegenheid die betrekking heeft op beleid van een bestuursorgaan, daaronder begrepen de voorbereiding en de uitvoering daarvan. De Wob is gebaseerd op het uitgangspunt dat alle bestuurlijke informatie die bij de overheid berust in principe openbaar is. Dat uitgangspunt komt tot uiting in de artikelen 2 en 3 van de Wob. Artikel 2 luidt: 1.
Een bestuursorgaan verstrekt bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat daarbij uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie.
2.
Het bestuursorgaan draagt er zo veel mogelijk zorg voor dat de informatie die het overeenkomstig deze wet verstrekt, actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar is.
Artikel 3 luidt: 1.
Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.
2.
De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de bestuurlijke aangelegenheid of het daarop betrekking hebbend document, waarover hij informatie wenst te ontvangen.
3.
De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen.
4.
Indien een verzoek te algemeen geformuleerd is, verzoekt het bestuursorgaan de verzoeker zo spoedig mogelijk om zijn verzoek te preciseren en is het hem daarbij behulpzaam.
5.
Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11.
De verzoeker moet vermelden op welke bestuurlijke informatie zijn verzoek betrekking heeft. Als de verzoeker daar niet in slaagt, bijvoorbeeld door onbekendheid met het beleidsterrein of de wijze van
Pagina 2 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
archiveren, dan is het bestuursorgaan op grond van het vierde lid van artikel 3 verplicht om de verzoeker daarbij te helpen. De wet eist dus een actieve en behulpzame rol van de overheid. Het derde lid laat er geen misverstand over bestaan dat het belang van de verzoeker niet relevant is voor de vraag of de informatie moet worden verstrekt. De burger als aanvrager moet ruim gelezen worden. Ook andere overheden, instellingen, actiegroepen, bedrijven en journalisten kunnen de Wob inzetten om overheidsinformatie op te vragen ("een ieder", zegt de Wob). Wob-verzoeken kunnen niet alleen worden ingediend bij ministers en bestuursorganen van de overheid maar ook bij diensten, instellingen of bedrijven die rechtstreeks onder die bestuursorganen vallen.
1.3 Passieve en actieve openbaarheid In de Wob worden zowel regels gegeven over het verstrekken van informatie op verzoek (passief) als op het verstrekken van informatie uit eigen beweging (actief). Deze handreiking heeft slechts betrekking op de passieve openbaarheid en beoogt een eerste hulpmiddel te zijn bij het behandelen van verzoeken om informatie.
1.5 Aard van deze handreiking Deze handreiking gaat in op de werking van de Wob en geeft een procesbeschrijving voor de afhandeling van Wob-verzoeken door Aqualysis. Doel van deze handreiking is om de kennis over de Wob te vergroten en de afhandeling van Wob-verzoeken binnen Aqualysis uniform te laten verlopen.
HOOFDSTUK II
Informatieverstrekking op verzoek
2.1 Begrippen Op grond van artikel 3 van de Wob heeft iedereen het recht om een verzoek om informatie in te dienen bij een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. De gevraagde informatie moet zijn neergelegd in documenten en betrekking hebben op een bestuurlijke aangelegenheid. In dit artikel wordt een aantal begrippen gebruikt dat nadere toelichting vereist.
2.2 Bestuursorgaan In artikel 1a van de Wob staat op welke bestuursorganen de Wob van toepassing is. Een bestuursorgaan wordt in de Awb gedefinieerd als een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. Voor Aqualysis gaat het om de volgende bestuursorganen: -
Het algemeen bestuur
-
Het dagelijks bestuur
-
De voorzitter
Pagina 3 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
2.3 Document De term ‘document’ moet zeer breed worden uitgelegd. De definitie van artikel 1, onder a Wob luidt: een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat. Naast papieren documenten gaat het bijvoorbeeld ook om foto’s, films, floppy’s, Cd-rom’s, DVD’s etc. Sinds de inwerkingtreding van de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer op 1 juli 2004 vallen ook e-mails, smsberichten en berichten die op de website staan daaronder. De verplichting tot het verstrekken van documenten bestaat alleen voor documenten die bij het bestuursorgaan feitelijk aanwezig zijn. Slechts als een document toevallig en onbedoeld bij een bestuursorgaan aanwezig is, wordt aangenomen dat het niet bij het bestuursorgaan ‘berust’. In de meeste gevallen zal er dan een ander bestuursorgaan verantwoordelijk zijn. Ook documenten die feitelijk niet bestaan maar eventueel uit overige bij het bestuursorgaan aanwezige informatie samengesteld zou kunnen worden, hoeven niet te worden verstrekt. Denk bijvoorbeeld aan een document dat zou kunnen worden gemaakt door bestaande en voorhanden zijnde informatie uit verschillende bronnen samen te voegen of te analyseren. Aqualysis hoeft een dergelijk rapport niet op te maken. De Wob heeft geen betrekking op algemeen verkrijgbare informatie, zoals informatie die bij de Staatsuitgeverij of bij bibliotheken te vinden is.
2.4 Bestuurlijke aangelegenheid De Wob is alleen van toepassing als het verzoek betrekking heeft op een bestuurlijke aangelegenheid. Dat is het geval als het verzoek betrekking heeft op een van de beleidsterreinen van Aqualysis, met inbegrip van de voorbereiding en de uitvoering van beleid. Feitelijke informatie is geen bestuurlijke informatie, tenzij die informatie beleidsmatig wordt gebruikt. Ook privaatrechtelijke overeenkomsten kunnen als een bestuurlijke aangelegenheid aan te merken zijn. Dat wil overigens nog niet zeggen dat die overeenkomst ook per definitie en volledig openbaar moet worden gemaakt. Dat hangt onder meer af van de uitzonderingsgronden. Deze worden later behandeld.
HOOFDSTUK III De behandeling van een Wob-verzoek 3.1 Eisen en wijze van behandelen Een Wob-verzoek kan schriftelijk, per e-mail of mondeling worden ingediend. Schriftelijk verdient de voorkeur omdat een schriftelijk verzoek eenvoudig geregistreerd en gearchiveerd kan worden. Verstandig is om de aanvrager ervan te overtuigen dat een schriftelijk verzoek de voorkeur verdient, aangezien er dan achteraf nooit discussie ontstaat welke informatie is opgevraagd of op welke datum het verzoek bij Aqualysis binnenkwam (weer van belang voor de beantwoordingstermijn). Als een mondeling ingediend Wob-verzoek eenvoudig is af te doen bestaat daartegen geen bezwaar. Als het wat minder eenvoudig is af te doen dan mag gevraagd worden om het verzoek alsnog schriftelijk in te dienen of is het aan te bevelen dat de medewerker bij wie het mondelinge verzoek is ingediend de inhoud van het verzoek schriftelijk in een memo vastlegt en laat registeren en archiveren.
Pagina 4 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
Let op: ook Wob-verzoeken van niet-journalisten kunnen eenvoudig in de publiciteit komen. Een ambtenaar die een verzoek binnenkrijgt van een niet-journalist, dient na te gaan of het verzoek eventuele publicitaire gevolgen kan krijgen. Denk aan bijvoorbeeld groepen die belangen kunnen hebben om de Wob-informatie in de media uit te venten.
3.2 Vereisten aan het verzoek Het verzoek dient te voldoen aan de volgende vereisten: -
Het verzoek moet zijn voorzien van de naam van de verzoeker en een postadres1.
-
Het verzoek moet worden gericht aan een bestuursorgaan, bijvoorbeeld aan het dagelijks bestuur van Aqualysis. Als een verzoek aan ‘Aqualysis’ is gericht zal men bij het inboeken van de post moeten beoordelen welk bestuursorgaan bevoegd is. Als een verzoek aan een verkeerd bestuursorgaan is gericht, bijvoorbeeld aan het algemeen bestuur voor een aangelegenheid waarvoor het dagelijks bestuur, of een ander bestuursorgaan bevoegd is, geldt de doorzendplicht, ook als het een andere organisatie dan Aqualysis betreft.
-
De verzoeker moet de bestuurlijke aangelegenheid of het (concrete) daarop betrekking hebbende document vermelden.
-
Als de bestuurlijke aangelegenheid niet voldoende duidelijk is dan moet het bestuursorgaan de verzoeker zo spoedig mogelijk verzoeken om zijn verzoek te preciseren en het bestuursorgaan moet hem daarbij behulpzaam zijn (art. 3, vierde lid Wob). In verband met de korte behandeltermijn (zie paragraaf “behandeltermijn”) is het raadzaam om dat met een officiële brief te doen. Daarin kan met toepassing van art. 4:5 van de Awb de verzoeker een bepaalde periode worden gegeven, waarbij de behandeltermijn van het verzoek met dezelfde periode wordt verlengd.
-
Een te algemeen geformuleerd verzoek kan buiten behandeling worden gelaten (art. 4:5 Awb).
-
Als een ingediend verzoek onvolledig is in die zin dat niet wordt voldaan aan de vormvereisten, dan wordt de verzoeker schriftelijk gedurende en bepaalde termijn, bijvoorbeeld 14 dagen, in de gelegenheid gesteld zijn verzoek aan te vullen. Als dat niet gebeurt kan de verzoeker niet-ontvankelijk worden verklaard. Dat is een besluit waartegen bezwaar open staat.
-
In het verzoek kan worden aangegeven in welke vorm de verzoeker de informatie wil ontvangen maar dat hoeft niet.
-
In artikel 7, eerste lid, van de Wob staat op welke wijze het bestuursorgaan de informatie kan verstrekken. Dit kan door:
-
o
Kopie ervan te geven of de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken
o
Kennisneming van de inhoud toe te staan
o
Een uittreksel of een samenvatting van de inhoud te geven, of
o
Inlichtingen daaruit te verschaffen
Op grond van het tweede lid van artikel 7 is het bestuursorgaan verplicht de informatie in de door de verzoeker gevraagde vorm te verstrekken (die dus wel moet passen binnen het eerste lid), tenzij: o
Het verstrekken van de informatie in die vorm redelijkerwijs niet gevergd kan worden;
1
Informatie kan per e-mail worden verzonden als Aqualysis gebruik maakt van een geavanceerde elektronische handtekening, omdat het een beschikking betreft in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Pagina 5 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
o
De informatie reeds in een andere vorm voor het publiek beschikbaar is. Het is daarbij overigens niet voldoende als die informatie uitsluitend elektronisch beschikbaar is, bijvoorbeeld via een website. De Wet elektronisch bestuurlijk verkeer verbiedt de overheid voorlopig om bestuurlijke informatie uitsluitend langs elektronische weg bekend te maken.
3.3 Wie behandelt het verzoek? Een Wob-verzoek wordt in principe behandeld door de afdeling van Aqualysis op wiens beleidsterrein het verzoek betrekking heeft. De afdeling staf coördineert de behandeling en bewaakt de inhoud en de termijnen. Het verzoek wordt afgedaan door de directeur van Aqualysis. De directeur is op basis van het derde lid van het Mandaatbesluit hiertoe bevoegd namens het dagelijks bestuur. Verzoeken die leden van het DB of AB of de voorzitter rechtstreeks aangaan worden bij voorkeur niet in mandaat afgedaan, gezien het belang hiervan. De voorbereiding van een dergelijk besluit gebeurt in alle gevallen in samenwerking met de ambtelijke organisatie van het betreffende DB- of AB-lid. Indien mogelijk, gelet op de termijnen, wordt het besluit ondertekend door de Voorzitter en de directeur.
3.4 Behandeltermijn Op grond van artikel 6, eerste lid, Wob moet het bestuursorgaan binnen vier weken na de ontvangst van het verzoek een beschikking nemen. Die termijn kan slechts éénmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste vier weken-termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker. Naast deze algemene opschortingsgrond zijn er ook nog een aantal specifieke opschortingsgronden. De termijn kan worden opgeschort indien: -
Aqualysis verwacht dat een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd naar verwachtingen bedenkingen zal hebben. Deze belanghebbende wordt in de gelegenheid zienswijze naar voren te brengen indien de beschikking zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de belanghebbende betreffen, en die gegevens niet door de belanghebbende zelf ter zake zijn verstrekt. Dit geldt overigens niet als de belanghebbende niet heeft voldaan aan een wettelijke verplichting om informatie te verstrekken. (art. 6, derde lid Wob jo artikel 4:8 Awb)
-
Toepassing kan worden gegeven aan artikel 4:15 Awb. Dit artikel luidt als volgt: 1.
De termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag na die waarop het bestuursorgaan: a. de aanvrager krachtens artikel 4:5 uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, of b. de aanvrager mededeelt dat voor de beschikking op de aanvraag redelijkerwijs noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie is gevraagd, tot de dag waarop deze informatie is ontvangen of verder uitstel niet meer redelijk is.
2.
De termijn voor het geven van een beschikking wordt voorts opgeschort: a. gedurende de termijn waarvoor de aanvrager schriftelijk met uitstel heeft ingestemd,
Pagina 6 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
b. zolang de vertraging aan de aanvrager kan worden toegerekend, of c. zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven. 3.
In geval van overmacht deelt het bestuursorgaan zo spoedig mogelijk aan de aanvrager mede dat de beslistermijn is opgeschort, alsmede binnen welke termijn de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
4.
Indien de opschorting eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of het tweede lid, onderdelen b en c, zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven.
In alle gevallen doet Aqualysis er aan de verzoeker mededeling van als de opschorting is geëindigd en geeft daarbij aan binnen welke termijn de beschikking wordt genomen. Indien het besluit is genomen de informatie te vertrekken, dan wordt de informatie in principe tegelijkertijd vertrekt met de bekendmaking van het genomen besluit. Uitzondering hierop is de situatie dat naar verwachting een belanghebbende daar bezwaar tegen heeft. In dat geval wordt de informatie niet eerder verstrekt dan twee weken nadat de beslissing bekend is gemaakt. Die beschikking zal uiteraard ook aan de belanghebbende moeten worden gezonden. Deze heeft dan twee weken de tijd om bezwaar aan te tekenen tegen de beschikking. Indien niet tijdig wordt besloten door Aqualysis treedt paragraaf 4.1.3.2. van de Awb ‘in werking’. Hierin staat bepaald dat indien een beschikking niet tijdig wordt gegeven, het bestuursorgaan aan de aanvrager een dwangsom verbeurt voor elke dag dat het in gebreke is (maximaal 42 dagen).In de Awb staat dit verder uitgewerkt.
HOOFDSTUK IV Uitzonderingsgronden 4.1 Absolute en relatieve uitzonderingsgronden Het uitgangspunt van de Wob is dat alle gedocumenteerde bestuurlijke informatie openbaar is. Op dat uitgangspunt geeft de wet zelf een limitatief aantal uitzonderingsgronden en beperkingen. Een Wobverzoek kan slechts geheel of gedeeltelijk worden geweigerd op grond van één of meerdere van die uitzonderingsgronden. De uitzonderingsgronden staan in artikel 10 Wob. In dat artikel wordt onderscheid gemaakt in absolute en relatieve uitzonderingsgronden.
4.2 Absolute uitzonderingsgronden Artikel 10, eerste lid kent vier absolute uitzonderingsgronden. Indien één van deze gronden van toepassing is wordt de gevraagde informatie zonder meer niet verstrekt. Er vindt in dat geval geen afweging plaats van het belang van de uitzonderingsgrond ten opzichte van het algemene belang van openbaarheid van informatie. In de beschikking zal wel moeten worden gemotiveerd dat en waarom de absolute uitzonderingsgrond van toepassing is.
Pagina 7 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
4.3 Relatieve uitzonderingsgronden De relatieve uitzonderingsgronden staan in het tweede lid van artikel 10. Het relatieve karakter houdt in dat moet worden afgewogen of het belang dat door de uitzonderingsgrond wordt gediend zwaarder weegt dan het algemene belang van openbaarheid van informatie dat in de Grondwet is verankerd. Vanzelfsprekend moet die belangenweging terug te vinden zijn in de motivering van de beschikking.
4.4 Bespreking van de uitzonderingsgronden van artikel 10, eerste lid (absolute gronden) De eenheid van de Kroon Het verstrekken van informatie blijft achterwege indien dit de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen. Deze uitzonderingsgrond beschermt het belang van de eenheid van de regering; ministers en Koning. Deze uitzonderingsgrond zal bij Aqualysis in de praktijk niet voorkomen.
De veiligheid van de staat Deze uitzonderingsgrond omvat zowel de interne als de externe veiligheid. Bij interne veiligheid kan met name worden gedacht aan het werkgebied van de AIVD. Daarop is in eerste instantie de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van toepassing. Voor zover een verzoek om informatie betrekking zou hebben op informatie die daar niet onder valt is echter de Wob van toepassing. Echter, sinds het internationale terrorisme zich nadrukkelijk manifesteert heeft het begrip ‘veiligheid van de staat’ een andere dimensie gekregen.
Bedrijfs- en fabricagegegevens, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld. Deze uitzonderingsgrond is van toepassing voor zover de informatie vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld. Dit impliceert dat de uitzonderingsgrond niet geldt als de informatie door de overheid zelf is verzameld. De uitzonderingsgrond beoogt in het algemeen enerzijds de overheid voldoende grondslag te bieden voor de beleids- en bestuursvoering, en anderzijds de bedrijven voldoende bescherming te bieden tegen concurrentievervalsing. Het enkele feit dat het woord “vertrouwelijk” op een document staat is niet voldoende om de uitzonderingsgrond van toepassing te laten zijn. Het bestuursorgaan zal zelf een oordeel moeten vormen of er werkelijk sprake is van informatie die onder de reikwijdte van de uitzonderingsgrond valt.
Persoonsgegevens als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)2. Het verstrekken van bepaalde categorieën van persoonsgegevens is verboden op grond van de Wbp. In aanvulling op de Wbp regelt de Wob dat het om een absoluut verbod gaat, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. Het woord ‘kennelijk’ betekent dat er geen enkele twijfel over mag bestaan dat dit het geval is.
2
De verwerking van persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven alsmede persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging is verboden behoudens het bepaalde in deze paragraaf. Hetzelfde geldt voor strafrechtelijke persoonsgegevens en persoonsgegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag (art. 16 Wbp).
Pagina 8 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
4.5 Bespreking van de uitzonderingsgronden van artikel 10, tweede lid (relatieve gronden) Het verstrekken van informatie blijft achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen:
De betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties. Deze uitzonderingsgrond zal met name op nationaal niveau spelen. Het is echter niet uitgesloten dat ook Aqualysis ermee te maken kan krijgen. De economische of financiële belangen van de staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, eerste lid, onder c en d, en het tweede lid, bedoelde bestuursorganen. Deze uitzonderingsgrond is aan de orde als Aqualysis door het verstrekken van informatie financieel of als marktpartij nadeel kan oplopen. Daarbij kan worden gedacht aan het ramen van kosten voor aanbestedingen. Er doen zich situaties voor dat de vertrouwelijkheid met name speelt tijdens voorbereidings- en onderhandelingssituaties. Als een overeenkomst eenmaal is gesloten zal een eventueel verzoek om informatie anders beoordeeld kunnen worden. Ook marktpartijen zullen daar rekening mee moeten houden als zij zaken doen met een overheid. Bij het opstellen van overeenkomsten zullen ook vertegenwoordigers van Aqualysis zich moeten realiseren dat de Wob niet toestaat dat vergaande geheimhoudingsclausules worden afgesproken.
De opsporing en vervolging van strafbare feiten De opsporing en vervolging is het beleidsdomein van het Openbaar Ministerie. Dit zal Aqualysis niet snel raken. Inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen Ook op dit terrein heeft Aqualysis geen taak en dit zal Aqualysis niet snel raken. De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Aqualysis beschikt vanuit haar hoedanigheid en taken over persoonlijke gegevens van burgers. Die gegevens zijn niet per definitie vertrouwelijk in het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het gaat ook bij deze uitzonderingsgrond steeds weer om de afweging van het belang dat de grond beoogt te beschermen tegen het algemeen belang van openbaarheid van bestuurlijke informatie. Op grond van het derde lid van artikel 10 is deze uitzonderingsgrond niet van toepassing voor zover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer geldt (tot op zekere hoogte) ook voor ambtenaren en bestuurders. Zo is in jurisprudentie vastgelegd dat de privé-gegevens van controlerende ambtenaren niet openbaar hoeven te worden gemaakt, te meer omdat deze over het algemeen in hun ambtelijke hoedanigheid bereikbaar zijn. De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer geldt niet voor rechtspersonen.
Het belang dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie
Pagina 9 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
In het algemeen geldt dat een geadresseerde als eerste kennis moet kunnen nemen van de informatie die hem betreft. Met name in het dagelijkse bestuurlijke verkeer is dat niet altijd mogelijk. Denk daarbij aan de informatieverstrekking na een DB-vergadering, vóór het AB raad daar officieel kennis van heeft kunnen nemen. Over het algemeen zal deze uitzonderingsgrond eerder tot vertraagde toezending aanleiding geven dan tot een weigering om de informatie te verstrekken.
Het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van de bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke of rechtspersonen dan wel derden. Dit is een algemene uitzonderingsgrond die aanvullend werkt op de hiervoor behandelde specifieke uitzonderingsgronden. In de meeste gevallen wordt deze uitzonderingsgrond gebruikt in combinatie met andere uitzonderingsgronden. Deze uitzonderingsgrond werkt dus als een vangnetbepaling voor niet voorziene situaties en in die gevallen waarin de specifieke gronden op zichzelf onvoldoende houvast bieden. Benadeling als zodanig is niet voldoende als weigeringsgrond. Er moet sprake zijn van onevenredigheid ten opzichte van het algemene openbaarheidsbelang. Het feit dat bepaalde informatie gebruikt zou kunnen worden voor een rechtszaak tegen Aqualysis is over het algemeen onvoldoende als argument om informatieverstrekking te weigeren. In de eerste plaats omdat het belang van de verzoeker niet relevant is, en in de tweede plaats omdat de burger het recht heeft om gebruik te maken van bestuurlijke informatie om zijn rechten te beschermen. Dit heeft echter wel zijn grenzen. Zo moet ook een overheidslichaam de mogelijkheid hebben om zich bijvoorbeeld te laten adviseren over zijn juridische positie in een aangelegenheid, zonder dat zo’n juridisch advies door de wederpartij in zijn voordeel gebruikt kan worden. Ook hoeft de overheid geen informatie te verstrekken die haar in een onevenredig nadelige positie brengt. Het is niet de bedoeling van de Wob dat de wederpartij via deze wet meer informatie kan krijgen dan op grond van het procesrecht wordt voorzien.
4.6 Documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad Artikel 11 van de Wob behandelt het verstrekken van informatie uit documenten die zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad. Volgens de definitie in artikel 1, onder c wordt onder intern beraad het volgende verstaan: Het beraad over een bestuurlijke aangelegenheid binnen een bestuursorgaan, dan wel binnen een kring van bestuursorganen in het kader van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een bestuurlijke aangelegenheid. Een persoonlijke beleidsopvatting is een opvatting, voorstel, aanbeveling of conclusie van een of meer personen over een bestuurlijke aangelegenheid en de daartoe door hen aangevoerde argumenten (art. 1, onder f, Wob). Binnen Aqualysis vindt overleg plaats over de voorbereiding en uitvoering van beleid. Dat interne overleg moet binnen bepaalde grenzen vrij kunnen plaatsvinden, zonder dat de deelnemers aan dat overleg zich voortdurend moeten afvragen of hetgeen zij zeggen dan wel opschrijven de volgende dag in de openbaarheid komt. Artikel 11 van de Wob geeft de grenzen van die vrijheid aan; over persoonlijke beleidsopvattingen die in een stuk dat ten behoeve van intern beraad is opgesteld wordt geen informatie verstrekt. Voor het overige zijn die stukken dus gewoon openbaar.
Pagina 10 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
In de praktijk betekent dit dat wanneer een dergelijk stuk wordt opgevraagd, steeds moet worden nagegaan of er persoonlijke beleidsopvattingen in het stuk voorkomen. Dat kan het geval zijn wanneer duidelijk is dat een persoonlijke mening van een ambtenaar of bestuurder wordt gegeven. Een indicatie daarvoor kan zijn dat teksten worden gebruikt als: “naar mijn mening”, “ik adviseer u”, “het lijkt mij het beste dat” enz. Als dat het geval is dan is de regel dat niettemin de kern van het advies moet worden weergegeven in niet tot personen herleidbare vorm. Soms is dat niet goed mogelijk, bijvoorbeeld omdat duidelijk is dat het advies maar van één functionaris, bijvoorbeeld de directeur Aqualysis, afkomstig kan zijn. In dat geval zijn er twee mogelijkheden: 1.
De betreffende persoon stemt in met het openbaar maken van het stuk, inclusief zijn persoonlijke beleidsopvatting
2.
Er is sprake van een zodanige vermenging van feiten en persoonlijke beleidsopvattingen dat een stuk als geheel niet openbaar kan worden gemaakt.
Het interne beraad hoeft zich niet noodzakelijkerwijs binnen één bestuursorgaan af te spelen, maar kan zich ook voordoen binnen een kring van bestuursorganen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij aangelegenheden waarbij het bestuur van Aqualysis zijn betrokken. Er zullen in dat geval allerlei beleidsnota’s circuleren tussen de verschillende bestuursorganen. Niettemin is er dan in het kader van de Wob nog steeds sprake van ‘intern beraad’.
HOOFDSTUK V Overige aspecten 5.1 Besluit Een beslissing op de Wob-verzoek is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat altijd een bezwaarclausule in het besluit moet worden opgenomen, ook als het verzoek wordt ingewilligd. De bezwarenclausule luidt als volgt. “Belanghebbenden die het niet eens zijn met de inhoud van dit besluit kunnen binnen zes weken na datering van deze brief een bezwaarschrift indienen bij het algemeen bestuur van Aqualysis , Loggerweg 6, Zwolle. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.“ Indien de aanvrager haast heeft met het verkrijgen van de informatie, kan deze bij het indienen van het bezwaar tegelijkertijd een voorlopige voorziening vragen bij de rechtbank te Zwolle (rechtbank arrondissement Overijssel). De rechtbank zal binnen een korte termijn (enkele weken) een uitspraak doen over de openbaarheid van de informatie. Is de beslissing op bezwaar opnieuw negatief dan kan de aanvrager nog in beroep gaan bij de rechtbank in Zwolle (arrondissement Overijssel, bestuursrechter). Vervolgens is nog hoger beroep mogelijk bij de Centrale Raad voor Beroep in Utrecht dan wel de Raad van State. Ook bij deze procedures kan in geval van spoed een voorlopige voorziening worden aangevraagd.
Pagina 11 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13
5.2 Ondertekening Een Wob-besluit wordt door de directeur van Aqualysis ondertekend. Dit is geregeld in het mandaatbesluit. Dit geldt zowel voor besluiten wanneer informatie op grond van de Wob wordt verstrekt als voor besluiten waarbij een Wob-verzoek geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd. Van een gedeeltelijke weigering is sprake wanneer een deel van de gevraagde informatie niet wordt verstrekt. Het onleesbaar maken van één regel in een rapport of van één cijfer in een tabel is al voldoende om te spreken van een gedeeltelijke weigering. Als een Wob-verzoek onjuist wordt ondertekend is sprake van een formeel gebrek op grond waarvan de rechter het besluit kan vernietigen. Als dat gebeurt moet Aqualysis de proceskosten betalen. Bovendien moet er dan een nieuw primair besluit worden genomen, tenzij de rechter daarin voorziet. Zoals eerder opgemerkt worden Wob-verzoeken die leden van het DB of AB of de voorzitter rechtstreeks aangaan bij voorkeur niet in mandaat afgedaan. Het mandaatbesluit xxx maakt dit echter wel mogelijk. De voorbereiding van een dergelijk besluit gebeurt in alle gevallen in samenwerking met de ambtelijke organisatie van het betreffende DB- of AB-lid. Indien mogelijk, gelet op de termijnen, wordt het besluit ondertekend door het betreffende bestuursorgaan wiens leden het betreft of die het aangaat. Bij publicitair gevoelige WOB-verzoeken is tevens een belangrijke rol weggelegd voor de woordvoerders van de bestuurders. Indien het primaire besluit op het Wob-verzoek in mandaat is genomen dan wordt de beslissing op bezwaar door het betreffende bestuursorgaan van Aqualysis
5.3 Leges Voor het verstrekken van schriftelijke informatie kan een bestuursorgaan leges heffen. Bij een gemeenschap-pelijke regeling als Aqualysis dient dan wel in de regeling te zijn bepaald dat deze bevoegdheid is overgedragen naar de gemeenschappelijke regeling. Dit is echter bij Aqualysis niet het geval. Er is dus vooralsnog geen grondslag om een legesverordening in het leven te roepen.
Pagina 12 van 12 Handreiking WOB Aqualysis vs 0.1 doc 06-12-‘13