Uitvoeringsprogramma Van: Datum: Status: Betreft:
Claudia Bouwens 4 december 2012 Definitieve versie Uitvoeringsprogramma Lente-akkoord tot 2015
Inleiding In dit uitvoeringsprogramma worden de activiteiten in het kader van het herijkte Lenteakkoord beschreven, worden de planning en financiering ervan benoemd en worden de uitvoerende partij(en) vastgesteld. Bij vaststelling zijn de bij dit convenant betrokken partijen het er over eens dat de in het uitvoeringsprogramma beschreven activiteiten optellen tot de in het convenant genoemde afspraken en doelstellingen. Dit uitvoeringsprogramma behelst de periode vanaf de herijkte ondertekening in juni 2012 tot einde convenantperiode. Dit is voor het Lente-akkoord vooralsnog 1 januari 2015. Jaarlijks zal dit algemene uitvoeringsprogramma worden uitgewerkt en toegespitst op het volgende jaar. Inhoudsopgave acties: 1 Wettelijke kader 2 Kennisoverdracht en stimulering algemeen 3 Acties gericht op professionals 4 Acties gericht op consumenten 5 Onderzoek 2015 en verder 6 Faciliterende overheid 7 Monitoring Leeswijzer Onder Lente-akkoord partijen wordt verstaan: Ministerie van BZK, Aedes, Bouwend Nederland, NEPROM, NVB. Onder marktpartijen Lente-akkoord wordt verstaan: Aedes, Bouwend Nederland, NEPROM, NVB.
Westeinde 28 2275 AE Voorburg . Postbus 620 2270 AP Voorburg . T 070 386 62 64 . F 070 387 40 89 . www.lente-akkoord.nl Het Lente-akkoord heeft als doelstelling vijftig procent energiebesparing voor de nieuwbouw in 2015. Het Lente-akkoord is een initiatief van Aedes, Bouwend Nederland, NEPROM, NVB en de minister van BZK.
1 Wettelijke kader Actie 1.1 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Energiebesparingsdoelen, reductie energieverbruik 2012 en verder Ministerie van BZK Lente-akkoord partijen plus overige veld Ministerie van BZK
Toelichting Het Ministerie van BZK draagt er zorg voor dat de EPC in 2015 wordt aangescherpt en dat het Bouwbesluit tijdig wordt aangepast. Uiterlijk vanaf 31 december 2020 (dus feitelijk: per 2021)) moeten alle nieuwe gebouwen bijna-energieneutraal worden gebouwd. Overheidsgebouwen moeten vanuit hun voorbeeldfunctie vanaf 31 december 2018 (dus feitelijk: per 2019) bijna-energieneutraal worden gebouwd. De precieze definitie van overheidsgebouw moet nog nader worden uitgewerkt. Actie 1.2 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Onderzoek 50% energiereductie, kosten en baten (beleidsonderzoek aanscherpingstraject) 2013 Agentschap NL Lente-akkoord partijen, Energiesprong, Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) Ministerie van BZK Marktpartijen investeren tijd/expertise (begeleidingscie.)
Toelichting In 2013 zijn de eerste aanscherpingsonderzoeken EPC (voor inwerkingtreding in 2015) voorzien, zowel voor woningen als utiliteitsgebouwen. Dit als eerste stap op weg naar een bijnaenergieneutrale nieuwbouw per 2020 (en per 2018 voor overheidsgebouwen). Op dit moment kan BZK nog geen inschatting maken van de exacte EPC aanscherping eind 2018/2020. Tot die tijd zal ten minste twee keer een studie uitgevoerd worden, om zicht te krijgen op de haalbaarheid en kosteneffectiviteit van een tussentijdse aanscherping van de EPC. Dit als eerste stap op weg naar een bijna-energieneutrale nieuwbouw per eind 2020 (en eind 2018 voor overheidsgebouwen). De berekeningswijze voor kosteneffectiviteit die tot op heden gehanteerd is, zal worden aangepast (daar waar nodig en zinvol) aan het ‘framework cost optimality’ van de Europese commissie en worden afgestemd met een begeleidingscommissie die in overleg met het OPB (overlegplatform bouwregelgeving) zal worden vastgesteld.
2
Ook wordt als vraag meegenomen: Waar ligt het optimum voor bouwkundige energetische maatregelen (voor diverse woningtypen/verkavelingen). Het vermoeden bestaat dat voor vergaande energiebesparing, niet meer alleen aan oplossingen op gebouwniveau moet worden gedacht, maar ook aan duurzame energie-opwekking op gebiedsniveau. Actie 1.3 Voorbeeldfunctie overheid Planning voorafgaand aan 2015 en 2018 Uitvoerende partij Ministerie van BZK, RGD Betrokken partijen Agentschap NL, provincies, gemeenten Financiering Ministerie van BZK Toelichting Voor overheidsgebouwen geldt dat zij twee jaar eerder dan de overige gebouwen (namelijk al per 2018) bijna-energieneutraal moeten worden gebouwd. De overheid heeft hiermee een voorbeeldfunctie. Via Duurzaam Inkopen wordt op dit moment bereikt dat overheidsgebouwen die worden gehuurd of aangekocht, minimaal over energielabel C moeten beschikken. De Rijksgebouwendienst is betrokken bij het ontwikkelen van de criteria voor duurzaam inkopen. De RGD zal het ministerie adviseren over de haalbaarheid van energieneutraal en de praktische invulling en zal kennis en ervaring op dit punt uitdragen (o.a. via het Platform Duurzame Huisvesting).
2 Kennisoverdracht en stimulering algemeen Actie 2.1 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Kennisoverdracht en stimulering 2012-2014 NEPROM Lente-akkoord partijen Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA
Toelichting Marktpartijen zetten in overleg met het Ministerie van BZK het programma voor kennisoverdracht en stimulering voort. Dit programma is gericht op de bouwbrede invoering van bewezen energiebesparende technieken en processen. Nadrukkelijk wordt ernaar gestreefd om inzicht te krijgen in het werkelijke energieverrbruik. Gezondheid en comfort zijn onlosmakelijk verbonden aan energiebesparing. Er wordt intensief samengewerkt met Agentschap NL, en met alle relevante partijen actief op dit terrein zoals onder andere SBR, DGBC, EnergieSprong, en kennisinstituten, adviesbureaus en branche-organisaties. De aangeboden kennis dient in het algemeen laagdrempelig en praktisch te zijn en in helder taalgebruik gesteld. Voor het delen van kennis en ervaring wordt een open en pro-actieve houding gevraagd. Dit vraagt om een omslag in de cultuur en een verandering in de manier van denken en handelen in organisaties. 3
De in te zetten communicatiemiddelen zijn website met nieuwsflits (tweewekelijks) social media cursussen en in-huistrainingen themabijeenkomsten, discussiebijeenkomsten handleidingen en factsheets implementatieplatforms Ideeën voor cursussen en in-huistrainingen in 2013: (Zolang er vraag naar is:) Voortzetten cursus warmtepompen, cursus EPG, cursus Energielabel (alle verzorgd door DWA), cursus Energielabel voor bouwbedrijven (verzorgd door SBR). Nieuwe cursusonderwerpen: cursus zonne-energie, cursus EPC 0,4 in combinatie met inspirerende voorbeelden uit Excellente gebieden en Amsterdam energieneutraal. Ideeën voor thema- of discussiebijeenkomsten in 2013: -Hypotheekruimte woningbouw (januari 2013) -Rekenen met woonlasten in energiezuinige koop en huur -Energieneutraal bouwen: technisch, financieel, procesmatig. Een bijzonder middel zijn de implementatieplatforms. Hoe bewerkstellig je dat geslaagde experimenten en voorbeelden niet blijven hangen in de experimentstatus maar daadwerkelijk worden opgeschaald? Dit vergt vaak pragmatische oplossingen. Het oplossen van knelpunten bij brede implementatie of het vinden van nieuwe mogelijkheden vraagt in de meeste situaties de inzet van meerdere partijen uit de bouwkolom. Doel van deze implementatieplatforms is om een (gezamenlijke) weg te vinden voor opgaven op het gebied van proces, techniek en kwaliteitsborging en het voeren van een dialoog m.b.t. marketing, promotie en opschaling. De afgelopen jaren hebben vier implementatieplatforms het licht gezien: KopStaart/kwaliteitsborging Ventilatie (trekker: BZK/IenM) WKO/Warmtepompen Rc 5,0 en andere robuuste maatregelen Onderwerpen die zich lenen voor implementatieplatforms in de toekomst worden per jaarlijks programma vastgesteld.
4
We gaan uit van nogmaals vier implementatieplatforms tot 2015. Per benodigde implementatie wordt in kaart gebracht wie de spelers zijn en wie een deel van de oplossing zouden kunnen bieden. We steken niet in op de oprichting van werkgroepen die jarenlang bijeen komen, maar op een praktijkgerichte snelkook methode waarbij in een eerste sessie met de relevante partijen het probleem wordt ontrafeld en mogelijke oplossingsrichtingen worden geschetst. Een aangewezen ‘oliespuiter’ gaat de oplossingsrichtingen uitwerken. In een vervolgsessie worden de resultaten gerapporteerd en het gevolg geïnventariseerd. We steken in op maximaal vier tot acht sessies per implementatieplatform. Van het resultaat wordt een factsheet gemaakt. Ideeën implementatieplatforms 2013: -Esthetische inpassing zonnepanelen -Energielasten versus energielabel NEPROM is penvoerder van het kennisoverdracht- en stimuleringsprogramma. Hiervoor heeft het ministerie van BZK in 2008 middels een beschikking tot eind 2014 een financiële bijdrage beschikbaar gesteld. Het jaarlijkse programma wordt in de maand januari van elk jaar met Ministerie van BZK afgestemd.
3 Acties gericht op professionals Actie 3.1 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Extra hypotheekruimte voor energiezuinige woningen 2012-2013 NVB, NEPROM Agentschap NL, Nibud, AFM Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA
Toelichting Marktpartijen doen onderzoek naar extra hypotheekruimte voor energiezuinige woningen en leggen een voorstel neer bij de daarover oordelende instanties. Partijen incl. Ministerie van BZK spannen zich gezamenlijk in om dit geïmplementeerd te krijgen.
5
N.a.v. de Nibud rapporten met Nibud uitzoeken in hoeverre de ‘volg of leg uit’ (explain-) hypotheken kunnen gelden voor alle woningen met een EPC van 0,6 of lager die lagere energielasten hebben en daardoor verhoudingsgewijs hogere hypotheekruimte te bieden. Met Nibud in discussie om de netto energielastenvoordelen niet langer deels te niet te doen, door ook andere bestedingen te laten toenemen. Vervolgens onder andere de NVB-banken en de Autoriteit financiële Markten (AFM) oproepen om meer ‘explain’-hypotheken toe te staan voor energiezuinige woningen, dat wil zeggen dat hier meer hypotheekruimte voor moet worden geboden. Op 22 januari 2013 discussiebijeenkomst met Nibud en SVn als sprekers.
Actie 3.2 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Kwaliteitsborging 2012-2014 NEPROM Marktpartijen Lente-akkoord, Uneto-VNI, VNG, VBWTN,Klimaatambassadeurs Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA
Toelichting Marktpartijen zetten zich in om het belang van kwaliteitsborging aan opdrachtgeverskant te versterken. Hiertoe zetten zij in op de verdere bekendmaking van de KopStaart aanpak (woningbouw) middels cursussen, op ketenintegratie en op het energielabel nieuwbouw inclusief oplevertoets. Actie 3.3 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Energielabel nieuwbouw voor professionals 2012/2012 Ministerie van BZK /NEPROM Marktpartijen Lente-akkoord Deels Ministerie van BZK, deels Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA
Toelichting NB: Het wetsvoorstel kenbaarheid energieprestatie gebouwen is op 20 november 2012 verworpen door de Tweede Kamer. Hiermee is niet duidelijk welke stappen er de komende tijd gezet zullen worden in het kader van de introductie van het nieuwbouwlabel. Verdere afspraken omtrent het nieuwbouwlabel in relatie tot dit uitvoeringsprogramma zullen in het eerstvolgende convenantsoverleg Lente-akkoord worden gemaakt. Het actiepunt behelsde: Alle benodigde acties verrichten om ervoor te zorgen dat professionals voldoende ingelicht zijn. Deels ligt deze actie bij het Ministerie van BZK: betreffende bekendmaking wettelijke kader (bijvoorbeeld via www.rijksoverheid.nl)Deels is dit een taak die de martkpartijen in het Lenteakkoord op zich nemen: communicatie over gewenste houding, gedrag en toepassing van de professionele ontwikkelaars en bouwers. Actie 3.4 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Onderzoek naar marktconcepten energieneutraal 2013-2014 Marktpartijen Lente-akkoord Agentschap NL, Energiesprong Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA
Toelichting De marktpartijen verrichten onderzoek naar marktconcepten voor investeringen in energiebesparing bij nieuwbouw, met woonlastenneutraliteit als uitgangspunt. De 6
marktpartijen beschouwen dit als een core-business activiteit van hun leden. In het kader van het kennisoverdracht- en stimuleringsprogramma, in overleg en in samenwerking met bijvoorbeeld Energiesprong en Agentschap NL, zullen de beschikbare marktconcepten beschreven en vergeleken worden. Actie 3.5 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Ventilatietoets voor professionals vanaf 2012 Marktpartijen Lente-akkoord ISSO, Uneto-VNI, Woningborg, SWK, etc. Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA
Toelichting Inmiddels is de ventilatieprestatiemeting als vrijwillige module in het ISSO- opnameprotocol voor het energielabel nieuwbouw opgenomen. Marktpartijen stimuleren hun leden via communicatie en kennisoverdracht om bij oplevering van woningen vrijwillig de vereenvoudigde ventilatieprestatiemeting te laten uitvoeren. Marktpartijen maken zich er hard voor dat het resultaat van de ventilatietoets in samenhang met het beoogde Energielabelcertificaat nieuwbouwwoningen wordt gecommuniceerd.
4 Acties gericht op consumenten Actie 4.1 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Energielabel Nieuwbouw introductie 2012-2013 Ministerie van BZK, Agentschap NL, Milieu Centraal Gehele veld Ministerie van BZK
Toelichting NB: Het wetsvoorstel kenbaarheid energieprestatie gebouwen is op 20 november 2012 verworpen door de Tweede Kamer. Hiermee is niet duidelijk welke stappen er de komende tijd gezet zullen worden in het kader van de introductie van het nieuwbouwlabel. Verdere afspraken omtrent het nieuwbouwlabel in relatie tot deze uitvoeringsagenda zullen in het eerstvolgende convenantsoverleg Lente-akkoord worden gemaakt. Het actiepunt behelsde:
7
Het Energielabel Nieuwbouw is een nieuw beoogd instrument, en vergt daarom nog een grondige introductie bij de consument. Het wettelijke deel dient door de overheid (of onafhankelijke, objectieve instanties) uitgelegd te worden, waarbij duidelijk wordt gemaakt wat de relatie en status is ten opzichte van het bestaande energielabel. Bestaande websites over energielabel dienen uitgebreid te worden met energielabel nieuwbouw, zodat kopers en eigenaren over het complete energielabelspectrum met maatregelen beschikken als zij hun woning willen verbeteren, of overwegen om een andere woning te kopen/huren. Denk aan de website Energielabel van Milieu Centraal en de website verbeter uw huis. Ook is een slag gewenst om de begrijpelijkheid te vergroten en de sites meer consumentgericht in te steken. Actie 4.2 Communicatie activiteiten rond energielabel, comfort, ventilatie Planning Voorbereiding vanaf 2011, uitrollen vanaf beoogde datum van1 juli 2013 Uitvoerende partij Marktpartijen Lente-akkoord Betrokken partijen Ministerie van BZK, NVM, VBO, Funda, VEH, Woonbond Financiering Ministerie van BZK / Marktpartijen Lente-akkoord Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA Toelichting Dit behelst een Communicatiecampagne energielabel nieuwbouw. Marktpartijen stimuleren het gebruik van eenvoudige instrumenten, waarmee de gebruiker snel inzicht krijgt in zijn energiekosten. Partijen zetten zich in om inspanningen te verrichten op de volgende onderwerpen, gericht op de consument. Betaalbaarheid, objectieve vergelijking van energieverrbruik nieuwbouw ten opzichte van bestaande bouw, objectieve informatie over de voordelen van nieuwbouw in relatie tot energie, energielabel nieuwbouw, gezondheid en binnenmilieu; ventilatie, waardevermeerdering. Aandacht schenken aan de ventilatietoets als mogelijk onderdeel van de opleveringstoets van de woning. Marktpartijen gaan onderzoeken in hoeverre ze garanties betreffende betaalbaarheid, comfort en ventilatie af kunnen en willen geven en hoe zij hier helder over kunnen communiceren. Daarnaast uitleg rond hypotheekruimte bij energiezuinige woningen, en slimme meter. Actie 4.3 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering Toelichting
8
Rekentool energielabel voor consument 2012 en 2013 Marktpartijen Lente-akkoord Agentschap NL, Nibud Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA
Wat is het (gemiddelde) voordeel in de portemonnee voor consumenten als zij van een Glabel naar een A++ label woning verhuizen? De consument heeft hier nauwelijks inzicht in. Een tabel van Nibud uit 2010 geeft antwoord op deze vraag.
Momenteel worden de gegevens geactualiseerd. Met hulp van de meest recente cijfers van Nibud, uit onderzoek in opdracht van Agentschap NL (dit onderzoek loopt nu, contactpersoon Kees-Jan Hoogelander), willen we een simpel en aantrekkelijke digitale rekentool uitbrengen.
5 Blik na 2015 en verder Actie 5.1 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Onderzoek blik na 2015 en verder 2013 Marktpartijen Lente-akkoord Ministerie van BZK, Agentschap NL Kennisoverdracht- en Stimuleringsbudget LA
Toelichting Voor een blik na 2015 achten de marktpartijen het noodzakelijk om in de aanloop naar 2014 en de beslissing om al dan niet het Lente-akkoord Energiezuinige Nieuwbouw tot 2020 te verlengen, zicht te krijgen op de kosten en baten voor eindgebruikers van zeer energiezuinige gebouwen. Ook in relatie tot bestaande bouw. Wat is de toegevoegde waarde van de extra energie-efficiëntie voor de koper? Wat is het handelingsperspectief voor ontwikkelaars en bouwers na een vergaande energiereductie tot 50%? In welke mate bestaat de inspanning dan uit gebiedsmaatregelen en duurzame opwekking van energie? Voor het Ministerie van BZK is het doel onder andere: terugdringen CO2 uitstoot, het stimuleren van de bouwsector en mensen meer grip op hun woonlasten te laten krijgen, door te streven naar bijna-energieneutrale nieuwbouw in 2020/2018 (EU wetgeving).
9
Ook moet de klant moet centraal blijven staan. De wettelijke eisen moeten worden vertaald naar een aanlokkelijk consumentenperspectief. Dat kunnen we bijvoorbeeld doen door onze visie niet te richten op gebouwgebonden energieneutraal, maar door gebouwen op gebouwgebonden én huishoudelijk niveau energieneutraal of zelfs energieleverend te maken. Wellicht moeten we dieper ingaan op de klantvraag, met zijn wensen op gezondheid, comfort, kwaliteit, leefpatroon, in combinatie met lage of geen of positieve energierekening. Wat gebeurt er met extreme energiezuinige woning met comfort. De hypothese is dat comfort (geen tocht, geen koudeval, temperatuurwisselingen overdag/’s nachts) optimaal zijn bij Rc 2,5-3,5 en niet verder toenemen bij verdere isolatie van de schil. Het zou bij toenemende isolatie in ieder geval niet moeten verslechteren. En keuze in de woningmaatregelen (flexibiliteit, aanpasbaarheid, uitwisselbaarheid, meegroeien met woon- en gezinsbehoefte). Welke worden gewaardeerd? Om hier achter te komen wordt onderzoek uitgevoerd op welke wijze vanaf 2020 energieneutrale of zelfs energieleverende nieuwbouw kan worden gerealiseerd. Welke oplossingen zijn nodig om in 2020 daadwerkelijk kostenefficiënte energieneutrale woningbouw te realiseren? Wat betekent dit voor de bouwwereld? Op basis daarvan worden afspraken gemaakt hoe de sector zich hierop kan voorbereiden en wanneer en hoe het Bouwbesluit kan worden aangepast. Hiervoor wordt ook de kennis toegepast uit het programma Energiesprong dat Platform31 in opdracht van het ministerie BZK uitvoert. Marktpartijen zullen expliciet het belang van en hun steun aan experimenten uitdragen richting hun achterban, en hun leden stimuleren aan experimenten mee te doen.
6 Faciliterende overheid Actie 6.1 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Voortzetten Excellente gebieden en evaluatie 2012-2015 Agentschap NL Lente-akkoord partijen Ministerie van BZK
Toelichting In de jaren 2013 en 2014 zal er expliciet worden gefocust op het opschalen van de kennis uit de Excellente Gebieden naar de rest van de bouwkolom. Ministerie van BZK heeft in 2012 onderzoek laten doen naar de verschillende doelgroepen die betrokken zijn bij de Excellente Gebieden. De resultaten van dit onderzoek zullen als basis dienen voor de opschaling van de lessen uit de Excellente Gebieden, tezamen met de resultaten van een eerder onderzoek ‘Leren van nieuwbouw, inzicht in het kennis en leertraject van Excellente Gebieden’. Ook worden de geleerde lessen via een database met de hele bouwkolom gedeeld. Eind 2012 en begin 2013 zal hier in communicatieve zin vanuit Agentschap NL aandacht aan worden besteed. 10
In 2014 worden de Excellente Gebieden geëvalueerd. De uitdaging is om op de juiste wijze tegemoet te komen aan de kennisvragen vanuit marktpartijen en de leerpunten uit de gebieden beter te verspreiden. Dit kan het uitstralingseffect van de Excellente Gebieden flink vergroten. De marktpartijen binnen het Lente-akkoord pakken de handschoen op daar waar het gaat om het opschalen van de lessen uit de Excellente Gebieden naar de rest van de bouwkolom. Actie 6.2 Onderzoek naar revolverend fonds Voorlopig afgerond. Voorlopig worden hier vanuit het uitvoeringsprogramma Lente-akkoord geen verdere acties op gezet. Actie 6.3 Gebiedsmaatregelen Deze activiteit wordt verplaatst naar het Koepelconvenant.
7 Monitoring Actie 7.1 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering
Jaarlijkse monitoring EPC 50% reductie 2012-2015 Agentschap NL Lente-akkoord partijen Ministerie van BZK
Toelichting Het voor Ministerie van BZK monitort jaarlijks in overleg met de marktpartijen de EPC-reductie voor woningbouw en utiliteitsbouw (t.o.v. 2007). Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de database met afgemelde energielabels. Daarnaast wordt in 2014 een uitgebreidere monitoring uitgevoerd, zoveel mogelijk met gebruikmaking van gegevens van marktpartijen. De volgende aspecten worden in 2014 gemonitord: EPC bij berekening en afgemeld energielabel; genomen maatregelen; berekend en werkelijk gebouwgebonden energieverbruik; mate van oververhitting; bewoners- en gebruikerservaringen. De monitoring voor Commercieel Vastgoed kan mogelijk ook via de database verlopen. De invoer van EPC-gegevens aan de hand van het jaarlijkse onderzoek van NEPROM en Property NL voor Nieuw Commercieel vastgoed is met ingang van 2012 gestaakt, omdat het opvragen van EPC-gegevens in het kader van dit onderzoek een te gedetailleerd niveau vergt. Dit is op het conventantsoverleg van 12 november 2012 toegelicht. Actie 7.3 Planning Uitvoerende partij Betrokken partijen Financiering 11
Concurrentiepositie nieuwbouw 2014 Marktpartijen Lente-akkoord Ministerie van BZK Marktpartijen, nog te bepalen
Toelichting In juni 2012 heeft onderzoeksbureau RIGO in opdracht van NEPROM onderzoek gedaan naar de prijs- kwaliteitverhouding van nieuwbouw en bestaande koopwoningen. Vooralsnog blijkt de concurrentiepositie van nieuwbouw niet in gevaar te komen. De conclusie luidt: “kopers die kiezen voor een nieuwbouwwoning zijn financieel veelal voordeliger uit dan kopers van bestaande woningen. Hoewel er aanmerkelijke verschillen bestaan tussen verschillende typen woningen en locaties blijken nieuwbouwwoningen vaak lager geprijsd dan bestaande woningen. Het prijsvoordeel kan oplopen tot 10% wanneer je de langetermijneffecten meeneemt van de lagere energie- en onderhoudslasten van nieuwbouwwoningen.” Partijen zullen in 2014 onderzoeken of een verslechtering dan wel verbetering van de concurrentiepositie van nieuwbouw heeft plaatsgevonden.
12