WERK(T) ZEKER TOUR, collegereeks voor metaalwerknemers mei 2013
Deel I, een verslag van DE MAAKINDUSTRIE IN DE REGIO met 180 bezoekers en als gasten: • Wim van der Leegte, directeur/eigenaar VDL groep; • Ben Dankbaar, hoogleraar bedrijfskunde Universiteit Nijmegen en een afsluitend TED-talk van • Henk van der Kolk, oud FNV Bondgenoten voorzitter en nu trekker van het Techniekpact vanuit de bond. De maakindustrie is verantwoordelijk voor meer dan 20% van de Nederlandse werkgelegenheid en vormt de motor van de onze export. Zeker nu de financiële (en diensten) sector in elkaar is gestort, is de maakindustrie meer en meer de kurk geworden waar Nederland op drijft. De merknaam Brainport en het tot twee maal toe uitroepen van de slimste regio ter wereld, heeft de Eindhovense maakindustrie op de kaart gezet. Niet alleen omdat ASML en Philips hun thuis in de regio hebben, maar vooral ook omdat de toeleveranciers zich ook in een razend tempo aan het ontwikkelen zijn. De krachten worden gebundeld. Er is samenwerking tussen researchafdelingen en kennisinstituten. Maar de High Tech kan niet zonder de Low Tech. Veel bedrijven hebben delen van de productie naar de lage-lonen-landen verhuisd, de maakindustrie was dood, zo werd beweerd. Van der Leegte en Dankbaar bestrijden dit te vuur en te zwaard. Volgens Dankbaar kan Nederland wel degelijk concurreren ondanks de hogere lonen door slimmer te werken (sociale innovatie) en door goed en slim een bedrijf te leiden. En dat is niet te leren, leiderschap moet je van nature hebben. Wim van der Leegte is zo’n natuurtalent. Tegen de verdrukking in heeft hij een groep industriële bedrijven bij elkaar gebracht die producten maken waarvan iedereen dacht dat dat economisch gezien niet meer mogelijk was in Nederland. Denk aan de overname van Nedcar, het bedrijf dat bijna door iedereen dood was verklaard. Maar wat is het geheim van Van der Leegte eigenlijk? ‘Mijn succes, is zorgen dat alle lagen in het bedrijf snappen wat en waarom je iets doet. Uitleggen, uitleggen en nogmaals uitleggen’, aldus Van der Leegte. ‘Jezelf kwetsbaar opstellen, waarmee je jezelf ook weer beschermt.’ De politiek moet een gelijk speelveld creëren, vindt Van der Leegte. Nu zijn er hoge importheffingen door China opgelegd waardoor exporteren naar China onmogelijk is, tenzij je daar een fabriek bouwt. En laat een Philips dat nou gedaan hebben. Door dit soort ontwikkelingen wordt de maakindustrie uit Nederland weggejaagd. En komt het niet meer terug, Nederland wordt leeg getrokken! VDL is voorstander van een persoonlijk opleidingsbudget mits de opleiding ook in het belang van het bedrijf is. Dankbaar: ‘We leven in een tijd dat bijleren steeds normaler is geworden. Dat geldt ook voor meedenken en nadenken over het bedrijfsproces en product door werknemers, het ‘employabel’ houden. Zo is de werkzekerheid in de toekomst ook meer gegarandeerd’. Volgens Dank-
baar zou de overheid veel meer bedrijven moeten uitdagen om de problemen van onze tijd op te pakken (vergrijzing, milieu, energie, mobiliteit etc). Van der Leegte ziet een belangrijke rol weggelegd voor het verlenen van krediet aan het MKB. In deze tijd is het heel moeilijk voor de kleintjes. Er is behoefte aan kredietverzekering, arbeidsflexibiliteit en deeltijd-WW. Henk van der Kolk: ‘De aanhouder wint, deze uitdrukking past bij VDL. Mooi om op deze avond te zien dat we weer trots kunnen zijn op de maakindustrie. We moeten meer werk maken van een vak leren, opleidingen zijn belangrijk. Onze vakmensen zijn kostbaar (ervaring, kennis), jong en oud. Ik ben nu ambassadeur Techniek en ik zie dat er veel mogelijkheden zitten in het Sociaal Akkoord. Wij, werkgevers en werknemers, kunnen zelf de regie nemen.
En hebben nu ook een Techniek Pact geregeld.’ Hij sluit af met een oproep om samen de schouder eronder te zetten en aan het werk te gaan. Maak werk van werk! Een sfeerimpressie van dit college, 2 mei, is te vinden op YouTube: http://youtu.be/N8dITGjBwwE
Deel II, een verslag van WERKZEKERHEID IN DE REGIO met 80 bezoekers en als gasten: • Marc Hendrikse, CEO NTS-group; • Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt Universiteit Tilburg en een afsluitend TED-talk van • Ron van Baden, bestuurder FNV Bondgenoten.
Je hele leven werken bij dezelfde werkgever, die voor je zorgt van “de wieg tot het graf”, lijkt iets van vroeger. Steeds vaker hoor je dat werknemers zelf verantwoordelijk zijn voor hun werkzekerheid en permanent aan hun eigen inzetbaarheid moeten werken. Hierover gaat het tweede college. Beide heren worden geïnterviewd door Chris Paulussen van het Eindhovens Dagblad. Wat is er mis met arbeidsmarkt? Wilthagen antwoordt: ‘De prestaties zijn redelijk, wel de snelheid
van de toename van de werklozen gaat zorgen baren en ook de flexibele schillen. We moeten er voor gaan zorgen dat de mensen updates krijgen, ze moeten scholing ondergaan en in zich zelf gaan investeren. Voor degene die dit doet komen er meer kansen, anders dreigt een verdergaande tweedeling’. ‘Het regeerakkoord is te snel geklaard en gaat niet over ‘van werk naar werk’. Het recentelijk afgesloten Sociaal Akkoord gaat er gelukkig wel verder op in. Er is een kerkhof van akkoorden en dit is een risico voor de hoog nodige vernieuwing in ons “vergunningenstelsel” (ontslagbescherming) dat vanuit Duitsland na de oorlog ook in ons land is ingevoerd’. Is er te weinig werk? Ja, er is een mis match en er is geen grote “koek” gemaakt, aldus Wilthagen. Uw bijnaam is Mister Flexicurity? Ja, Ik ontwerp concepten voor de flexibele inzet maar noem mezelf liever een Idee-Alist! Voor mij zijn er 10 beginselen voor de samentrekking van flex en zekerheid. Werkzekerheid is daarin voor mij de toekomst.
Marc Hendrikse: “Het werk komt en gaat in golven, dan moeten de mensen zich in deze golven aanpassen door zich te gaan scholen en tijdelijk andere bezigheden te hebben. Bij ons in het bedrijf is de flex normaliter ongeveer 20% en nu even iets minder. Het is ook investeren in meer mensen in je omgevingssfeer of bijvoorbeeld een urenbank, het is zoeken naar creatieve oplossingen”. Is er een verschil in investering tussen vaste krachten en flex krachten? Marc Hendrikse: ‘Er is weinig echt verschil. Ons belang is om ervoor te zorgen dat de werknemers terugkomen’. Ton Wilthagen: ‘We hebben zelf de huidige situatie veroorzaakt. Eén op de drie werknemers is niet meer in loondienst en doet structureel minder aan opleidingen, ook de bedrijven doen er minder aan. Wat zijn de voorwaarden voor werkzekerheid? Het doorontwikkelen voor/van allerlei functies maar dat is geen baanzekerheid. Mensen zijn dan onzeker want er is geen baangarantie. Mensen laten hun baan niet los. Werkzekerheid is er tot je 40ste maar niet boven je 50ste . Er is een drempel omdat bij het overstappen naar ander werk de werknemer een contract voor 6 maanden krijgt. Hij geeft zijn kennis aan een bedrijf en kan dan weer gaan. Wat is hiervoor de oplossing? Men blijft in loondienst maar door middel van detachering is er meer samenwerking tussen klanten en bedrijven. Marc Hendrikse: ‘Dit gebeurt nu bij ons ook in onderling overleg voor competente mensen’. Er komt een schaarste in goed opgeleid technisch personeel, zowel voor MBO als voor HBO en Universitair niveau is voorspeld door de wetenschappers. Hoeveel vacatures zijn er bij NTS? ‘20 stuks die niet vervuld kunnen worden. We moeten van elkaar weten wat er nodig is aan competenties. Brainport brengt de complete CV’s in kaart om meer transparant te zijn (portfolio’s). Dit moet ook nog uitgebreider want ook andere interesses dan alleen je opleiding wordt steeds belangrijker’, aldus Hendrikse. Wij, zegt Ron van Baden, zijn ervan overtuigd dat een omslag in denken en doen nodig is. Werkgevers roepen al jarenlang dat werknemers hun belangrijkste kapitaal zijn. Dit roepen ze wel, maar velen, uitzonderingen daargelaten, denken het niet en handelen er niet naar. Te gemakkelijk schrijven werkgevers mensen, net als productiemiddelen, af. Ze investeren niet meer in mensen, laten ze aan hun lot over en wentelen de kosten op de maatschappij af. De overheid is op haar beurt nauwelijks tot niet in staat het menselijk potentieel te ontwikkelen en mensen van werk naar werk te begeleiden. En helaas geldt ook voor veel werknemers dat zij door gebrek aan vertrouwen en middelen onvoldoende (kunnen) investeren in hun inzetbaarheid. Een omslag is dus nodig. Een omslag die begint in ons denken maar vooral moet blijken uit onze daden. In hun ingezonden brief stellen vakbondsbestuurders Ron van baden en Janny Koppens dat om werkzekerheid te realiseren sowieso een 4-tal zaken noodzakelijk zijn:
Ten eerste stellen wij opleiding en ontwikkeling centraal om de inzetbaarheid van werknemers en werkzoekenden te verbreden. Wat ons betreft wordt dit gewoon een grondrecht en krijgt iedere burger een persoonlijk opleidingsbudget toegekend. Ten tweede willen wij voorkomen dat tijdelijke dips leiden tot werkloosheid. Wij stellen voor om met werkgevers en overheden een aantal scenario’s uit te werken en op de plank te leggen zodat die naar behoeften ingezet en gebruikt kunnen worden. Denk dan aan maatregelen als werktijdverkorting (deeltijd-WW), collegiaal in- en uitlenen, flexurenbanken, generatiepact (jong voor oud) etcetera. Door deze maatregelen wordt ook vakbekwaam personeel behouden.
Ten derde willen wij dat relevante arbeidsmarktinformatie voor iedereen op een uniforme en begrijpelijke manier beschikbaar komt. Nu is het zo dat je bijna gestudeerd moet hebben om je weg te kunnen vinden op de arbeidsmarkt. Ten vierde en tot slot, het sluitstuk van onze oplossingen. Niemand wordt meer werkloos. Heb je geen werk dan ben je baanzoekend en dat is in onze filosofie werk op zich. We gaan uit van het principe dat ‘iedereen die wil werken die kan werken’ maar realiseren ons dat er niet altijd voldoende werk voorhanden is. Dit is vanuit omslagdenken per definitie tijdelijk. Mocht dat niet het geval zijn, dan zijn er twee mogelijkheden. Of we gaan met z’n allen minder werken (verdelen de welvaart) of we accepteren dit en bieden hen dan inkomenszekerheid. Een sfeerimpressie van dit college, 16 mei, is te vinden op you tube: http://youtu.be/yyQC6SZ2Qmk
Deel III, een verslag van FLEXIBILITEIT IN DE (METAAL-)KETEN met 120 bezoekers en als gasten: • Peter Wennink, CEO ASML; • John Blankendaal, directeur van Brainport Industries en een afsluitend TED-talk van • Ellen Dekkers, voorzitter FNV Bondgenoten. ASML is de grootste uitbesteder in de regio. ASML staat aan het begin en aan het eind van de productie-keten en er tussenin zitten verschillende toeleveranciers. Eind jaren 90 zijn grote bedrijven als Canon en Nikon van de markt weggevaagd. Wat verklaart het succes van ASML?, vraagt Chris Paulussen aan Wennink. ‘Wij kunnen alle concurrentie aan doordat wij meer samenwerken. Japanners doen alles zelf. In de jaren 90 (n.a.v. Operatie Centurion) zijn mensen en bedrijven in deze regio meer gaan samenwerken. Dat was moeilijk omdat je elkaar moet vertrouwen. Nu zie ik 4 elementen die het succes bepalen en die in een formule zich verhouden tot elkaar, namelijk: Competentie (=Vakmanschap) X Betrouwbaarheid X Transparantie Eigenbelang We innoveren samen, zonder dat de spelers het gevoel hebben dat het eigenbelang geschaad wordt. Het risico wordt eerlijk en naar rato onder de partijen verdeeld. Dit vraagt openheid en het vermogen om informatie, kennis etc. met elkaar te delen’, aldus Wennink. Wennink is van origine accountant. Hij heeft altijd veel interesse voor de business gehad; 1. de klanten, 2. de aandeelhouders, 3. de medewerkers, 4. leveranciers en ook 5. de maatschappij. ASML kijkt graag naar de lange termijn, hoe ziet het er over 5 jaar uit voor de 5 stakeholders hierboven. Belangrijk voor ASML is dat het bedrijf een goede regionale band heeft, geworteld in deze regio, investeringen deelt met toeleveranciers om hun risico’s te verkleinen. John Blankendaal, Brainport Industries, heeft voorheen oa gewerkt bij BOM als programmamanager High Tech & Solar Industry, Working Knowledge en is consultant geweest. Brainport Industrie is sinds 2 jaar een coöperatie. Brainport Industries is opgericht om de toeleveranciers in de High Tech ketens ‘te verbinden’, gezamenlijk de professionaliteit van de keten verder te verhogen en de concurrentiekracht te vergroten. Eerst werkten toeleveranciers volgens het concept “u vraagt wij draaien”, maar het werd duidelijk dat meer samenwerking noodzakelijk is, vandaar Brainport Industries. Nu heeft de OEM een cluster van toeleveranciers waar hij mee samenwerkt en zij leveren wat nodig is.
Brainport Industries heeft 80 aandeelhouders en ze richten zich op mens & samenwerking, techniek & proces en markt & keten. Toeleveranciers hebben ieder weer hun toeleveranciers die weer toeleveranciers hebben, zo zijn er 1e, 2e en 3e lijns toeleveranciers die nu samenwerken. In 2004 moesten de meeste toeleveranciers zich opnieuw uitvinden, nieuwe businessmodellen ontwikkelen. Nu is fase twee aangebroken en zullen ze moeten doorpakken, doorontwikkelen. Wennink ziet de meerwaarde van de samenwerking maar het aandeel onderzoek en ontwikkeling kan beter en dan met name de ontwikkeling. In deze regio is onvoldoende focus op de D van R&D. Onze toeleveranciers moeten met ons meegroeien, dat kunnen we niet allemaal zelf! Daarom gaan we naar de leverancier want die weet veel beter wat maakbaar is, weten veel meer over lagere kosten, betrouwbaarheid en vakmanschap. Brainport Industries moet helpen zodat de toeleveranciers dat voor elkaar te laten krijgen. Anders wordt voor ASML de keten te lang. In Duitsland zijn ze daar immers al 10 jaar mee bezig. Vanuit inkoop wil men vaak werken met verschillende toeleveranciers. Men kiest niet, wil toeleveranciers testen en heeft koudwatervrees om met één leverancier in zee te gaan. ASML heeft ook gezien dat dit niet even werkbaar is. Men kiest nu voor kernleveranciers die uniek zijn en in staat zijn complexe producten met laag volume en hoge waarden te leveren. Deze focus voorkomt dubbele ontwikkelkosten. Houdt ASML toezicht op de cao’s van de toeleveranciers van de flexmedewerkers, vraagt een bezoeker vanuit de zaal. Wennink: ‘De salarissen moeten hetzelfde zijn als voor het vaste personeel in dezelfde functiegroep met een bandbreedte van 10%. Bij twijfel kunnen flexwerkers terecht bij het flexcentrum van ASML. Die zoeken dan uit of het klopt. Zo niet, moet het aangepast worden door het detacheringsbureau. In het verleden is dit wel eens fout gegaan, maar nu zitten we er bovenop. Verder geeft Wennink aan dat zij werken met de flexbank/urenbank. Er zijn perioden dat iemand veel meer werkt dan het aantal uren van zijn contract. Dat overschot aan uren wordt op de bank gezet. Er wordt veel gesproken over hoogopgeleide kenniswerkers en het opleiden en ontwikkelen van werknemers maar kunnen zij wel allemaal mee? Hoe doen de toeleveranciers dit? Blankendaal geeft aan dat er inderdaad een probleem zit bij de groep onvoldoende geschoold personeel. Hier wil Brainport Industries iets aan doen door gezamenlijk een bedrijfsschool op te zetten. Zo is er een tekort aan MBO-ers CNC lassers, verspaners, freezers, draaiers etc etc. Als we niet zorgen voor deze beroepen op te leiden dan gaat het werk ook weg uit de regio. Bezuinigen op het onderwijs is echt ‘hartstikke dom’.
Is een ketenmodel ook geschikt voor arbeidsmarktvraagstukken? ASML wordt gezien als een goede werkgever en is als werkgever soms concurrent voor andere werkgevers. Toch moeten we denken aan meer uitwisseling. Er wordt gesproken over een databank waar kennis en competenties van werknemers in komen te staan (E-portfolio’s). Daarnaast worden toeleveranciers continue gestimuleerd te blijven leren. Wennink voegt eraan toe dat werknemers zichzelf ook moeten willen laten scholen. De regio kan zorgen voor regionale opleidingen door oprichting van bedrijfsschool. Kortom vraag en aanbod moet gematcht worden maar het organiseren is niet gemakkelijk. Gelukkig helpt de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs en het onlangs opgezette Techniekpact in deze regio. Ellen Dekkers, voorzitter FNV Bondgenoten, stelt in haar TED-talk de vraag of we niet soms tegen de stroom in moeten zwemmen. Hoezo moet de arbeidsmarkt flexibel zijn? Is meer winst, meer geld wel het belangrijkste? De vraag stellen is ‘m beantwoorden. Goed dat FNV met alle mensen in de zaal gaat kijken hoe werkzekerheid te gaan realiseren. Vertrouwen tussen de partijen is hierbij belangrijk. Aan de slag! Een sfeerimpressie van dit college, 23 mei, is te vinden op you tube: http://youtu.be/6tV6P1SZsyI
GEZAMENLIJK AAN DE SLAG, het vervolg op de Werk(t) Zeker Tour.
Duurzaam Marktgedrag in de Metaal In mei 2013 heeft FNV Bondgenoten met groot succes drie bijeenkomsten georganiseerd in het Evoluon onder de titel Werk(t) Zeker tour als onderdeel van het project Duurzaam Marktgedrag in de Metaal. Wat we leerden van deze drie bijeenkomsten is dat opleiden / scholen hét instrument is voor vrijwel alle arbeidsmarktvraagstukken. Met een goede opleiding kun je wel een baan vinden, kun je zelfs af en toe switchen en kun je opklimmen naar een leukere functie. Werknemers moeten meer in staat gesteld worden om zelf het heft in eigen handen te nemen. En dat kan lukken als we aansluiten bij ‘moderne wensen’ van werkgevers. We gaan zoeken naar de win-win situatie. Wat hebben werkgevers nodig en hoe kunnen we dat combineren met datgene wat wij als werknemers nodig hebben. Thema’s als de toekomst van de maakindustrie, werkzekerheid in de regio en flexibiliteit van bedrijven en werknemers moet zo vorm gegeven worden dat het beide partijen dient. Het project Duurzaam Marktgedrag in de Metaal bouwt aan een infrastructuur in de techniek/ metaal regio Zuid-Oost Brabant. Een infrastructuur tussen partijen waarbij vertrouwen in elkaar cruciaal is. Vertrouwen om plannen om te zetten in daden, om onconventionele experimenten uit te proberen, om problemen van nu op te lossen maar vooral ook om klaar te zijn voor de toekomst. Vertrouwen dat je niet bedonderd wordt en dat je met z’n allen ook eenzelfde belang hebt. Samenwerken aan een sterke regio en handelend volgens een nog op te stellen code. FNV Bondgenoten is de projectleider van het project dat mede gefinancierd wordt door de provincie Noord-Brabant.
Iedereen mag en kan meedoen. Het vervolg, najaar 2013 We gaan een eigen versie ontwikkelen op een aantal concrete thema’s. Het vervolg op de Werk(t) zeker tour is het samenstellen van drie werkgroepen. Deze drie werkgroepen werken ieder een thema uit. De uitwerkingen samen vormen de input voor een nog te ontwikkelen code Duurzaam Marktgedrag in de Metaal. Daarmee stappen we naar de buitenwereld (lees werkgevers) met als doel van maakindustrie een bloeiende maar vooral prettige en arbeidsvriendelijke werkomgeving te maken waar werknemers hun talenten ontplooien. Je kiest het thema uit waar je interesse naar uit gaat. Deelname aan deze werkgroepen gebeurt op vrijwillige basis in de avonduren. FNV Bondgenoten biedt ruimte voor de volgende thema’s: 1. Flexuren bank Uit Werk(t) Zeker Tour bleek dat ASML een flexurenbank heeft. In deze werkgroep wordt onderzocht wat die flexurenbank inhoudt, wat zijn positieve/negatieve elementen en is het ook voor andere bedrijven interessant en zo ja binnen welke randvoorwaarden (‘vakbondproof’). 2. Deeltijd WW Een andere instrument om de flexibiliteitsbehoefte van bedrijven te beantwoorden is de deeltijd WW. Deze werkgroep kijkt naar de deeltijd- WW van aantal jaren terug die gecombineerd werd met opleiden van mensen en de variant die nu opmars vindt. Ook hier zoekt men uit wat wel of niet ‘vakbondproof’ is, werkt men het uit zodat andere bedrijven hiermee aan de slag kunnen?
3. Mee-ontwikkeling code (eventueel gekoppeld aan Regionaal Opleidingsplan) ‘Een steeds veranderende marktvraag betekent ook werknemers met up-to-date-kennis’. Dat werd wel duidelijk uit de Werk(t) Zeker Tour. Het gaat niet alleen om bedrijfskennis maar ook kennis die in de regio gevraagd wordt. Deze werkgroep schetst vanuit werknemerszijde elementen en randvoorwaarden voor deze code. FNV Bondgenoten vraagt ook werkgevers (vertegenwoordigers) en sectoren (via RAP en Techniek Pact ) om hun inbreng.
Aanpak en data Hieronder staat in het kort de werkwijze van de werkgroepen op een rij: • Geïnteresseerde werknemers kiezen uit thema: flexuren bank, deeltijd WW of code. • De leden van een werkgroep bepalen zelf hoe ze aan de slag gaan, welke informatie ze nodig hebben, wie ze nog willen spreken extern. • Elke groep komt maandelijks bijeen, bijvoorbeeld op een vaste avond in de maand. • Tussentijds en/of aan het eind presenteren ze aan elkaar hun bevindingen en toetsen zo hun ideeën bij elkaar. • Na afloop wordt met elkaar besproken op welke wijze een vervolg aan het platform wordt gegeven. De bijeenkomsten vinden plaats vanaf september 2013 en lopen door zolang dat nodig is. Het streven is wel om in januari 2014 de volgende stap te zetten, dus dan zouden de werkgroepen hun product neer moeten zetten in pakweg 4 à 5 bijeenkomsten. FNV Bondgenoten organiseert, faciliteert en verbindt met als doel een door werknemers aanvaardbaar en haalbaar pakket maatregelen af te spreken met vooruitstrevende werkgevers teneinde werkzekerheid dichterbij te brengen en werknemers te ondersteunen in hun persoonlijke ontwikkeling. Meld je nu aan vóór 6 september a.s. voor één of meerdere van deze werkgroepen door een mail te sturen aan Janny Koppens, bestuurder Metaal A&O:
[email protected]
Ik meld me aan voor de werkgroep: O
Flexurenbank, eerste bijeenkomst donderdag 12 september 2013
O
Deeltijd-WW, eerste bijeenkomst maandag 16 september 2013
O
Opleiden en Code Duurzaam Marktgedrag, eerste bijeenkomst maandag 23 september 2013
O
ik wil een ander thema uitwerken, namelijk:………………………………
Voor meer informatie kun je altijd even bellen of mailen naar Janny Koppens: 06-51255859