Benchmarkrapport Werkt voor Ouderen Kengegevens naam
Werkt voor Ouderen
straat
Vredehoflaan
huisnummer toevoeging postcode plaats email
370 4382 C J VLISSINGEN
[email protected]
website
www.werktvoorouderen.nl
kvk_nummer Aantal Locaties Aantal Orginisatorische Eenheden Aantal Bestuurders Aantal Toezichthouders
41114148 0 7 1 5
Informatie VVT Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp Aantal cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis (VPT) Aantal extramurale cliënten Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar Aantal dagen zorg met verblijf en dagbesteding Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding Aantal dagen zorg op basis van volledig pakket thuis (VPT) Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal fte personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal dagdelen dagbesteding (op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) Aantal uren extramurale productie Totaal bedrijfsopbrengsten Totaal V&V bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies Waarvan overige bedrijfsopbrengsten Besteding aan innovatie
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
2011 474
2012 469
0
0
684 470
631 483
170409
173741
0 0
0
1165
1222
654,75
678,44
24824
21421
149338
163960
€ €
46.600.389 46.600.389
€ 50.369.351 € 41.952.778
€
37.411.074
€ 41.952.778
€
9.189.315
€
11,00%
Benchmark financiële kengetallen Onderstaande tabel geeft de waarden weer voor enkele veelgebruikte financiële kengetallen. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de betekenis en interpretatie van elk kengetal. De tabel geeft ook de relatieve scores weer ten opzichte van alle instellingen die intramurale zorg verlenen (z-scores). De gemiddelde score van de sector is op 0 gezet, dus een positieve score wil zeggen dat op dit punt hoger wordt gescoord ten opzichte van het gemiddelde, een negatieve score geeft een score onder het gemiddelde weer. De scores geven niet weer hoe goed er gescoord wordt, alleen hoever boven of onder het gemiddelde wordt gescoord. Een z-score van -2 betekent dat het bedrijf twee standaardafwijkingen onder het gemiddelde scoort.
De kleurenschaal gaat van donkerrood(<-3) naar donkergroen(>3). Een sterke groene score op omzetstijging wil bijvoorbeeld zeggen dat de instelling ten opzichte van het gemiddelde veel sterker gegroeid is. Bij sommige getallen is het niet zo dat een hogere score per definitie beter is (zie beschrijving bijlage 1). Let op: bij verzuim zijn de z-scores omgekeerd, en betekent een negatieve z-score een relatief hoog verzuim. Financiële kengetallen W aarde 2011 omzetstijging bedrijfsresultaat solvabiliteit weerstandsvermogen kapitaalintensiteit liquiditeit Ebitda DSCR1 DSCR2 deel vaste activa deel huur budget/cliënt aantal fte/cliënt verzuim ongecorrigeerd gemiddeld loon gecorrigeerd gemiddeld loon deel inhuur van personeelskosten deeltijdratio loonkosten premies inhuur externen voedingskosten algemene kosten cliëntgebonden kosten gebouwgebonden kosten resultaat gewone bedrijfsvoering Opbouw reserves
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
€
€ €
z-score 2011 w aarde 2012
8,5% 4,6% 56,4% 85,4% 1,51 345% 14,3% 7,50 20,38 63,0% 0,2% 40.242 0,565 4,5% 49.214 35.588 8,440% 0,562 50,0% 13,3% 5,8% 5,6%
0,01 0,51 1,09 2,51 0,84 0,06 0,68 0,056 0,039 -0,07
3,0% 1,6% 16,8% 3,8% 4,6%
-0,61 -0,21 0,15
-0,10 -0,06 0,75 0,02 0,35 0,27 0,16 0,08 0,43 -0,52
0,51
€
€ €
8,1% 11,8% 59,9% 90,8% 1,517 360% 18,9% 18,4 27,8 61,4% 0,2% 45.790 0,62 4,1% 33.854 28.197 7,88% 0,555 45,6% 12,4% 5,0% 5,6% 3,1% 1,6% 14,7% 12,0% 13,3%
z score 2012 -0,11 1,25 1,09 2,92 0,72 1,54 1,05 0,148 0,143 -0,06 -0,13 -0,09 0,31 -0,35 0,10 0,21 -0,33 -0,26 0,06 -0,44 -0,96 -0,23 -0,07 0,89 1,28
Verdeling budget 2012
resultaat gewone bedrijfsvoering 12%
cliëntgebonden kosten 2%
gebouwgebonden kosten 15%
loonkosten 46%
algemene kosten 3% voedingskosten 5% inhuur externen 5%
premies 12%
Kwaliteit Als maatstaf voor kwaliteit wordt genomen hoe goed er wordt gescoord op de kwaliteitsindicatoren op concernniveau. Dit is niet hetzelfde als kwaliteit van zorg, deze is moeilijker te meten. Voor onderbouwing van de methode, zie bijlage 2. Ook hierbij geldt dat de gemiddelde kwaliteit op 0 is gezet, dus bij een positieve score scoort de instelling bovengemiddeld op de kwaliteitsindicatoren. Naast de algehele kwaliteit wordt onderscheid gemaakt tussen de procesindicatoren (ZI-metingen) en de ervaren kwaliteit (CQ-metingen). Het is goed mogelijk dat het concern een score van 0 heeft voor kwaliteit in een bepaald jaar (zie bijlage 2). Kwaliteit, concern z-score 2011 kwaliteit
z score 2012
-0,20
-0,03
ZI-meting
0,79
0,99
CQ-meting
-1,03
-0,46
Onderstaande tabel geeft een uitsplitsing per indicator. Hierbij worden ook de z-scores aangegeven. Bij de CQ-index betekent een hogere z-score een relatief hogere waarde van tevredenheid. Bij de ZI-metingen betekent een hogere z-score op de meeste indicatoren een lagere waarde, bijvoorbeeld minder valincidenten.
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
Kwaliteit 2011, concern W aarde 2011 Ervaringen met lichamelijke verzorging Ervaringen met maaltijden Ervaringen met schoonmaken Ervaren sfeer Ervaren privacy en w oonruimte Ervaren veiligheid w oon- en leefomgeving Ervaringen met dagbesteding en participatie Ervaren zelfstandigheid / autonomie Ervaringen op het gebied van mentaal w elbevinden Ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlening Ervaren bejegening Ervaren betrouw baarheid zorgverleners Ervaringen met zorgleefplan en evaluatie Ervaren inspraak en overleg Ervaren informatie Ervaren telefonische bereikbaarheid Ervaren samenhang in zorg Ervaren beschikbaarheid personeel Ervaren respectering rechten vrijheidsbeperking Bekw aamheid voorbehouden en risicovolle handelingen Beschikbaarheid arts Beschikbaarheid verpleegkundige Huidletsel Voedingstoestand - Onbedoeld gew ichtsverlies Valincidenten Medicijnincidenten Antipsychotica Depressieve symptomen Incontinentie - prevalentie Incontinentie - diagnose Probleemgedrag Vrijheidsbeperkende maatregelen prevalentie Preventiebeleid vrijheidsbeperkende maatregelen Hitteprotocol Noodvoorziening bij stroomuitval
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
gemiddelde 2011
z-score 2011
3,31 3,25 3,17 3,17 3,83
3,47 3,24 3,32 3,35 3,84
-1,30 0,01 -0,85 -1,23 -0,05
3,08
3,47
-2,18
3,03
3,23
-0,84
3,39
3,50
-0,94
3,17
3,36
-1,45
3,27 3,49
3,51 3,59
-2,21 -1,22
3,37
3,53
-0,79
3,66 3,06 3,30 3,40 3,09 2,91
3,81 3,19 3,44 3,41 3,21 3,11
-1,43 -0,92 -1,12 -0,14 -0,79 -0,85
3,12
3,30
-1,21
1,00 1,00 1,00 4,35
0,95 0,98 0,92 9,15
0,25 0,16 0,34 1,56
0,24 7,77 2,18 3,10 8,91 56,86 98,49 8,98
0,42 10,07 5,30 9,77 17,11 68,56 79,90 16,05
1,47 1,45 0,81 1,18 1,51 1,34 0,91 1,66
0,32
0,79
0,85
1,00
0,92
0,30
1,00 1,00
0,97 0,85
0,21 0,46
Kwaliteit 2012, concern
Depressieve symptomen Respect voor mensen: Ervaren bejegening Ervaren beschikbaarheid personeel Ervaren informatie Ervaren inspraak Ervaren kw aliteit personeel Ervaren veiligheid Ervaringen met (lichamelijke) verzorging Ervaringen met eten en drinken Ervaringen met maaltijden: Sfeer Ervaringen met maaltijden: Smaak Ervaren privacy Ervaringen met inrichting Ervaringen met schoonmaken Leven in vrijheid: Antipsychotica Vrijheidsbeperkende maatregelen: prevalentie Medicijnincidenten Omgang met elkaar Probleemgedrag Valincidenten Zinvolle dag
W aarde 2012 gemiddelde z-score 2012 2012 25,17 17,50 -1,43 3,24 2,91 3,39 3,26 3,52 3,91
3,39 2,78 3,45 3,25 3,53 3,80
-0,99 0,54 -0,51 0,12 -0,11 1,45
0,00 0,00 0,00 3,25 3,79 98,68 3,32 33,49
3,36 3,48 3,53 3,11 3,81 94,13 3,30 9,42
0,00 0,00 0,00 0,60 -0,20 0,75 0,11 -4,26
0,44 18,04 3,20 14,28 9,59 3,62
0,90 5,80 3,13 16,59 10,26 3,44
0,63 -2,90 0,35 0,49 0,47 1,01
Disclaimer Dit rapport is samengesteld door Celsus, academie voor betaalbare zorg, onderdeel van het Radboudumc, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als onderdeel van de Caretool, ontwikkeld door TNO. Het rapport is gegenereerd op basis van openbare gegevens. Voor vragen over methodiek is het volgende emailadres beschikbaar:
[email protected]. Er kunnen geen rechten aan het rapport worden verleend. Celsus is niet verantwoordelijk voor de interpretatie van het rapport, of voor enige gevolgen voor betrokken partijen. Het rapport is samengesteld met data uit 2011 en 2012 en kan verouderde informatie bevatten. Kengetallen laten maar een deel van het verhaal zien, en dienen gecombineerd en geïnterpreteerd te worden met aanvullende informatie van de instelling. Het is gevaarlijk om alleen op basis van getallen conclusies te trekken. De getallen kunnen wel als basis dienen om het gesprek met de instelling aan te gaan.
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
Bijlage 1 Beschrijving financiële kengetallen -
-
-
-
-
-
-
-
Omzetstijging geeft weer hoezeer de omzet is gegroeid ten opzichte van het voorgaande jaar. Het bedrijfsresultaat geeft weer welk percentage van de inkomsten niet wordt besteed aan uitgaven. Het is een soort ‘winst’ voor de instelling, wat in een later jaar uitgegeven kan worden. Het bedrijfsresultaat versterkt het eigen vermogen van de instelling. De solvabiliteit is het deel eigen vermogen van het totale vermogen van de instelling. Een gezonde instelling houdt een solvabiliteit van 15-20% aan. Het weerstandvermogen geeft aan hoeveel verlies een instelling kan opvangen met het eigen vermogen. Ook hierbij wordt meestal uitgegaan van ongeveer 15%. De kapitaalintenisteit geeft weer hoeveel vermogen er nodig is om een euro inkomsten te genereren. Gemiddeld heeft de sector een ratio van ongeveer 0,7. De liquiditeit meet of de instelling genoeg vrij besteedbaar vermogen heeft om de kortetermijnsverplichtingen te kunnen voldoen. Er wordt geadviseerd om een liquiditeit van 150% aan te houden. Een te hoge liquiditeit betekend dat geld onbenut op een bankrekening staat. De EBITDA geeft weer wat de inkomsten zijn voordat er wordt afgeschreven op materiële en immateriële activa, rente en belastingen. Voor de intramurale ouderenzorg is dit echter een minder bruikbare indicator, omdat dit sterk afhangt of een instelling de gebouwen huurt of in eigen bezit heeft. Omdat huurkosten onder reguliere uitgaven vallen, en afschrijvingen op vastgoed in eigen bezit niet, heeft een instelling die de gebouwen huurt een veel lagere EBITDA. Verder zijn de afschrijvingen op activa buiten het vastgoed zeer klein en dragen zorginstellingen normaliter geen belastingen af. De DSCR of Debt Service Coverage Ratio kan op twee manieren gemeten worden: in de enge zin ((bedrijfsinkomsten + rente-inkomsten)/rente-uitgaven; DSCR1) en in de ruime zin (EBITDA/rente-uitgaven). De DSCR meet in hoeverre de inkomsten voldoende zijn om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Bij een DSCR kleiner dan 1 kan de instelling niet aan de financiële verplichtingen voldoen, en bij een DSCR groter dan 1 heeft de instelling nog mogelijkheden om nieuwe leningen aan te gaan (in theorie). De DSCR kent een zeer grote spreiding en kan van jaar tot jaar sterk verschillen. Hierom is bij het berekenen van de z-score niet de gemiddelde waarde genomen, maar de mediaan. Deel vaste activa geeft de ratio vaste activa/omzet weer. Instellingen die een groot deel vaste activa zoals huisvesting hebben ten opzichte van de omzet, zijn mogelijk minder wendbaar in hun strategie. Deel huur geeft weer welk deel van de kapitaallasten bestaan uit huur. Een groot deel geeft weer dat de instellingen een groot deel van de huisvesting huren, bijvoorbeeld van woningbouwcorporaties. Aangezien dit vaak langdurige huurcontracten zijn verlaagt dit de wendbaarheid van de instelling. Het budget per cliënt geeft weer hoeveel inkomsten per cliënt beschikbaar zijn. Dit geeft de mogelijkheden weer om zorg te verlenen, en hangt sterk samen met de gemiddelde zorgzwaarte in de instelling. Het gemiddeld aantal fte per cliënt hangt sterk af van de mix tussen intramurale en extramurale cliënten. Aangezien extramurale cliënten veel minder contacturen hebben, is het aantal fte per cliënt bij extramurale instellingen een stuk lager dan bij intramurale
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
-
-
-
-
instellingen. Als hiervoor wordt gecontroleerd is het aantal fte per cliënt een goede voorspeller van kwaliteit: als er meer fte beschikbaar zijn, is de kwaliteit beter. Het verzuim is ook een goede voorspeller van kwaliteit. Een hoog verzuim (rood) gaat doorgaans gepaard met een lagere kwaliteit. Het gemiddelde verzuim ligt rond de 5%. Het gemiddeld loon hangt samen met het aantal fte: hoe lager het gemiddeld loon, hoe meer fte per cliënt beschikbaar is voor eenzelfde aandeel loonkosten. Doorgaans leveren instellingen goede kwaliteit als het aantal fte per cliënt hoger dan gemiddeld is, het gemiddeld loon lager, en het aandeel loonkosten van de totale kosten ook hoger dan gemiddeld. Het gemiddeld loon wordt gecorrigeerd voor eventuele andere werkzaamheden van het bedrijf, zodat het gecorrigeerde gemiddeld loon beter overeenkomt met de VVTwerkzaamheden. Het deel inhuur van personeelskosten dient idealiter laag gehouden te worden. Ingehuurd personeel is duurder dan personeel in loondienst omdat er BTW moet worden afgedragen. Mogelijk hangt een hoog deel ingehuurde werknemers samen met een lagere kwaliteit. De deeltijdratio is het aantal fte gedeeld door het aantal werknemers. Bij een lage ratio worden er veel deeltijdcontracten ingezet. De uitgaven in 2012 worden verdeeld over een aantal uitgavencategorieën, waarvan uitgaven aan loonkosten normaal gesproken veruit de grootste zijn. Gemiddeld geeft een instelling ongeveer 50% uit aan loonkosten, 15% aan premies en overige kosten, 15% aan hotelmatige kosten (cliëntgebonden kosten, voedingskosten, algemene kosten), 15% aan huisvestingskosten en 5% aan resultaat uit gewone bedrijfsvoering. Een groot aandeel loonkosten en een klein aandeel huisvestingskosten zijn gerelateerd aan een hoge kwaliteit. Uit het resultaat gewone bedrijfsvoering moet nog de rente op de leningen worden betaald en dotaties gedaan. Ontvangen rente, bijzondere inkomsten of vrijgevallen dotaties zijn geen deel van de gewone bedrijfsvoering. Daarom kan het resultaat gewone bedrijfsvoering van het (totale) bedrijfsresultaat afwijken. Tot slot wordt weergegeven welk percentage van de omzet wordt gebruikt voor het opbouwen van reserves (totaal bedrijfsresultaat en dotaties).
Bijlage 2 Beschrijving en onderbouwing aggregatiemethode kwaliteit Beschrijving variabelen De kwaliteit wordt gemeten door middel van 35 indicatoren (tabel 1). 16 indicatoren beschrijven objectieve prestaties, zoals het percentage medicijnincidenten, het percentage incontinentiegevallen, ongewenste gewichtsverandering of de aanwezigheid van een noodvoorziening bij stroomuitval. 19 indicatoren beschrijven ervaringen van cliënten die een vragenlijst hebben ingevuld. Deze indicatoren beschrijven de score tussen 1 en 5 die cliënten hebben gegeven voor verschillende aspecten van kwaliteit, zoals de ervaren beschikbaarheid van personeel, de ervaren sfeer of de ervaren woon- en leefruimte.Deze indicatoren worden uitgevraagd op het niveau van afdeling van een locatie (vv, pg of zt). De betrouwbaarheid van de variabele hangt dus af van het aantal respondenten. De verwachting is echter dat er geen bias zit die afhankelijk is van het aantal respondenten, dus de gemiddelde waarde kan worden gezien als daadwerkelijke waarde. Dit betekent dat de waarden per afdeling voor een concern gemiddeld kunnen worden, wat een waarde per indicator voor een concern geeft. De laatste kolom in tabel 1 geeft de gemiddelde waarde van de indicator weer in de dataset met vvt-concerns. Tabel 1: Kwaliteitsvariabelen zichtbare zorg 1 Ervaringen met lichamelijke verzorging
schaal van 1 tot 5
2
schaal van 1 tot 5
Ervaringen met maaltijden
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
gemiddelde
3.587335 3.107196
3
Ervaringen met schoonmaken
schaal van 1 tot 5
4
Ervaren sfeer
schaal van 1 tot 5
5
Ervaren privacy en woonruimte
schaal van 1 tot 5
6
Ervaren veiligheid woon- en leefomgeving
schaal van 1 tot 5
7
Ervaringen met dagbesteding en participatie
schaal van 1 tot 5
8
Ervaren zelfstandigheid / autonomie
schaal van 1 tot 5
9
Ervaringen op het gebied van mentaal welbevinden
schaal van 1 tot 5
10
Ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlening
schaal van 1 tot 5
11
Ervaren bejegening
schaal van 1 tot 5
12
Ervaren betrouwbaarheid zorgverleners
schaal van 1 tot 5
13
Ervaringen met zorgleefplan en evaluatie
schaal van 1 tot 5
14
Ervaren inspraak en overleg
schaal van 1 tot 5
15
Ervaren informatie
schaal van 1 tot 5
16
Ervaren telefonische bereikbaarheid
schaal van 1 tot 5
17
Ervaren samenhang in zorg
schaal van 1 tot 5
18
Ervaren beschikbaarheid personeel
schaal van 1 tot 5
19
Ervaren respectering rechten vrijheidsbeperking
schaal van 1 tot 5
20
ja/nee
21
Bekwaamheid voorbehouden en risicovolle handelingen Beschikbaarheid arts
22
Beschikbaarheid verpleegkundige
ja/nee
23
Huidletsel
percentage
24
Voedingstoestand - Onbedoeld gewichtsverlies
kg
25
Valincidenten
percentage
26
Medicijnincidenten
percentage
27
Antipsychotica
percentage
28
Depressieve symptomen
percentage
29
Incontinentie - prevalentie
percentage
30
Incontinentie - diagnose
percentage
31
Probleemgedrag
percentage
32
Vrijheidsbeperkende maatregelen - prevalentie
percentage
33
Preventiebeleid vrijheidsbeperkende maatregelen
ja/nee
34
Hitteprotocol
ja/nee
35
Noodvoorziening bij stroomuitval
ja/nee
ja/nee
3.531223 3.4364 3.188648 3.835713 3.508472 3.303523 3.208196 3.348505 3.412309 3.467379 3.504455 3.230499 3.470794 3.242797 3.324117 3.808877 3.355695 0.94685 0.979966 0.917335 9.145007 0.422856 10.07175 5.300721 9.768981 17.10991 68.56155 79.90164 16.04948 0.790872 0.921098 0.965255 0.852592
Methode Er zit tussen instellingen variatie in de scores. Sommige instellingen scoren hoger dan andere instellingen. De vraag welke score ‘goede’ kwaliteit is, en welke score ‘slechte’ kwaliteit, is een normatieve vraag. Het is lastig om de grenzen te bepalen waartussen instellingen moeten scoren op de indicatoren. De methode die hier is toegepast, meet de mate waarin instellingen beter scoren of slechter scoren dan het gemiddelde. Een instelling die gemiddeld scoort heeft een waarde van 0. Een instelling die bovengemiddeld scoort heeft een positieve waarde, en een instelling die benedengemiddeld scoort een negatieve. De hoogte van de score hangt af van hoeveel beter de instelling scoort ten opzichte van de populatie. De waarden worden getransformeerd, van een kwaliteitsscore naar een benchmarkscore. De benchmarkscore zegt dus niets over de hoogte van de kwaliteit van de instelling, maar over de positie van het concern ten opzichte van de andere concerns. Een concern met een lage benchmarkscore levert dus niet noodzakelijk slechte kwaliteit, het zegt alleen dat het
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
concern ten opzichte van de andere concerns minder goed scoort. Misschien is de kwaliteit prima, maar leveren de andere concerns allemaal uitmuntende kwaliteit. De benchmarkscore is de z-score (standaardnormale score) en wordt als volgt berekend:
Waarbij subscript i staat voor de kwaliteitsvariabele per concern, is het gemiddelde van de populatie i en is de standaardafwijking. Deze formule geeft voor elke variabele een waarde met gemiddelde 0 en een standaardafwijking van 1 (z-waarde). Deze formule geeft 35 benchmarkscores per concern. Deze benchmarkscores hebben dezelfde schaal, en kunnen dus bij elkaar worden opgeteld, of het gemiddelde genomen (appels bij appels optellen). De gemiddelde benchmarkscore geeft dus de gemiddelde kwaliteitsscore ten opzichte van de andere concerns. De methode heeft als voordeel dat vergelijkbare getallen worden opgeteld. De kwaliteitsindicatoren meten vaak verschillende dingen, die moeilijk op te tellen zijn. Drie sterren voor ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlening kan iets heel anders betekenen dan drie sterren voor ervaren sfeer. De z-scores geven alleen de relatieve afwijking ten opzichte van de andere scores, en meten dus niet hoe goed je scoort op een punt, maar hoe zeer je afwijkt van de gemiddelde score. Een hoge negatieve afwijking voor ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlening betekent hetzelfde als een hoge negatieve afwijking voor ervaren sfeer, namelijk dat het concern het op dit punt relatief slecht doet. Wel moet benadrukt worden dat een waardeoordeel over het relatieve belang van de variabelen onvermijdelijk blijft, zoals hierboven toegelicht. Naast één enkele kwaliteitsvariabele worden in deze studie ook twee variabelen gecreëerd uit een subset van de indicatoren. De 19 kwaliteitsindicatoren die zijn uitgevraagd aan de cliënten(ervaren…) kunnen worden geclusterd. Dit resulteert in een variabele die subjectieve kwaliteit wordt genoemd, omdat deze afhangt van de subjectieve beleving van de cliënt. De 16 kwaliteitsindicatoren die zijn gemeten worden samengevoegd tot een kwaliteitsvariabele die in het vervolg de objectieve kwaliteitsvariabele wordt genoemd. Hierbij moet worden aangemerkt dat hoewel deze wellicht meer objectief is dan de uitgevraagde variabelen, hij niet volledig objectief zal zijn. De metingen zijn gedaan door bijvoorbeeld de verplegende op de afdeling, en hierbij kan ook een mate van subjectiviteit ontstaan. De benaming dient dus voornamelijk een dichotomisch doel. De totale kwaliteitsindicator is een gewogen gemiddelde van de objectieve kwaliteitsindicator en de subjectieve kwaliteitsindicator. Optellen van variantie Het kan voorkomen dat een instelling goed scoort op een kwaliteitspunt, en slecht op een ander. Bij het optellen van de z-scores vallen deze punten voor deze instelling tegen elkaar weg. Op zich is dit geen probleem, omdat je kan redeneren dat een goede score en een slechte score een gemiddelde kwaliteit opleveren voor de cliënt. Problematisch wordt het wanneer twee kwaliteitsvariabelen negatief zijn gecorreleerd. In dit geval vallen deze punten voor alle instellingen tegen elkaar weg, en verlies je variantie als je de kwaliteitsscores bij elkaar optelt. In andere woorden, door het optellen middel je de kwaliteitsscores, en scoren alle instellingen even goed. In tabel B5.2 worden alle correlaties tussen alle variabelen weergegeven op concernniveau. Een positief getal laat een positieve correlatie zien, een negatief getal een negatieve. Getallen hoger dan .5 (geel) of lager dan -.5 (oranje) zijn matig gecorreleerd, getallen hoger dan .75 (lichtgroen) of lager dan -.75 (lichtrood) zijn sterk gecorreleerd, en getallen hoger dan .85 (donkergroen) en lager dan -.85 (donkerrood) zijn zeer sterk gecorreleerd. De tabel laat zien dat er geen significante negatieve correlaties bestaan tussen de variabelen. Opvallend is dat er enkele sterke positieve correlaties zijn, tussen:
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
-
Ervaringen met lichamelijke verzorging en ervaring op het gebied van mentaal welbevinden. Ervaringen met lichamelijk verzorging en ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlening. Ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlening en ervaren bejegening.
Hoewel deze correlaties interessante mogelijkheden bieden voor nader onderzoek, gaat dit buiten de afbakening van dit rapport. Belangrijk is op te merken dat deze sterke positieve correlaties ervoor kunnen zorgen dat deze punten de facto iets zwaarder wegen in de aggregate kwaliteitsindicator. Aangezien deze effecten niet groot zijn en duidelijk naar voren komen in de case studies, worden deze correlaties als gegeven beschouwd. Het ontbreken van significante negatieve correlaties geeft aan dat er geen sprake is van consequent uitmiddelen van variabelen. Tabel B5.2: correlatietabel kwaliteit 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 26 27 28 29
1 0.2675 0.6732 0.8011 0.5037 0.6942 0.5149 0.296 0.8721 0.8975 0.8414 0.7451 0.4037 0.7207 0.4419 0.4724 0.4919 0.8091 0.4494 0.0123 0.0874 0.0657 0.0022 -0.0406 -0.1605 0.1013 -0.1316 -0.1182 -0.0201 0.0298 -0.3829 -0.1213 -0.0301 -0.0473 0.2017 13 0.3593 0.3983 0.1542 0.1518 0.3844 0.3945 -0.0043 -0.025 0.1953 0.1404 -0.1782 -0.0012 0.0878 0.0348 0.0219 -0.037 -0.012 -0.0241 0.0697 0.0666 -0.06 0.0787 25 0.0807 0.1708 0.1224 0.1451
2 1 0.411 0.1633 0.0819 0.0151 0.0422 0.3103 0.2912 0.3152 0.4348 0.2399 0.1154 0.4804 0.4877 0.4303 0.2984 0.4252 0.1613 0.1006 0.1497 0.1501 0.0599 -0.1231 0.0953 0.0255 0.2665 0.009 -0.0309 0.0807 -0.0208 -0.1389 0.0289 0.0861 0.1569 14 1 0.4961 0.5221 0.388 0.7282 0.4547 0.1047 0.0539 0.099 0.0613 -0.0772 -0.0765 0.0913 -0.093 -0.1309 0.1428 -0.0204 -0.3227 -0.0995 -0.0119 -0.0533 0.1663 26 1 -0.0365 0.1246 0.1958
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1 0.6027 0.2436 0.5019 0.3581 0.1394 0.5827 0.6846 0.6721 0.4439 0.3556 0.5874 0.3845 0.4306 0.3699 0.5854 0.402 0.1154 -0.0419 -0.0676 0.0583 0.0624 -0.1032 -0.04 0.0736 -0.0466 0.0433 0.1546 -0.1194 -0.0761 0.0314 0.0169 0.0951 15
1 0.5276 0.747 0.6348 0.3539 0.7165 0.7895 0.726 0.5982 0.2268 0.6109 0.2689 0.3811 0.3898 0.6763 0.3665 0.0278 0.116 -0.0286 0.0065 0.002 -0.1852 0.1587 -0.1543 -0.1153 0.0607 0.023 -0.4102 -0.1191 -0.0766 -0.0121 0.102 16
1 0.3356 0.2774 0.42 0.5092 0.4293 0.4297 0.4648 0.1319 0.3757 0.3151 0.0069 0.0971 0.5017 0.0779 -0.0648 0.0373 -0.0584 -0.1808 0.0549 0.1024 0.1288 -0.1254 -0.0395 0.0025 0.0147 -0.3424 -0.0964 0.007 -0.0831 0.0532 17
1 0.7416 0.0882 0.5192 0.701 0.5817 0.4036 0.221 0.4866 0.2322 0.4291 0.4016 0.467 0.3664 0.0292 0.0772 0.0174 0.0908 -0.0067 -0.1619 0.16 -0.008 -0.1033 0.0451 -0.0885 -0.3432 -0.1186 -0.1065 -0.001 0.1097 18
1 0.1244 0.3247 0.5465 0.4324 0.2292 0.1203 0.4704 0.2336 0.3978 0.3567 0.3068 0.3307 -0.0372 0.1665 0.015 0.0657 0.0493 -0.0918 0.0831 -0.1523 -0.1526 0.0574 -0.1267 -0.3157 0.012 -0.1205 0.0259 0.1371 19
1 0.373 0.2963 0.3209 0.2093 0.0447 0.4834 0.324 0.0646 0.1029 0.4349 0.0877 0.0566 -0.091 -0.053 0.0222 0.023 0.1308 0.0562 0.0315 0.0168 0.1729 -0.0714 -0.0518 -0.1024 -0.0969 0.0195 -0.038 20
1 0.796 0.7833 0.7984 0.366 0.611 0.464 0.3506 0.3769 0.8474 0.3901 0.108 0.1598 0.1681 -0.0552 -0.0127 -0.0874 0.1834 -0.1332 -0.1437 -0.0004 0.0071 -0.3425 -0.1247 -0.0093 0.0491 0.2122 21
1 0.8644 0.6321 0.4506 0.7541 0.513 0.5403 0.5374 0.7624 0.4821 0.0278 0.0725 0.0195 0.0471 0.0312 -0.0637 0.1517 -0.0623 -0.1333 0.0521 0.0208 -0.3781 -0.0713 -0.0265 -0.0502 0.1685 22
1 0.6571 0.4496 0.82 0.5244 0.5367 0.4527 0.8355 0.4988 0.0784 0.067 0.2626 0.0257 -0.0756 -0.2001 0.1116 -0.0999 -0.1896 0.0519 0.0262 -0.3849 -0.1711 0.0326 -0.1296 0.164 23
1 0.32 0.4471 0.4407 0.3494 0.4353 0.7362 0.3615 0.023 0.1255 0.1825 0.0372 -0.1088 -0.0624 0.2193 -0.0879 -0.1871 -0.0831 -0.0511 -0.3549 -0.0773 -0.1272 -0.055 0.1197 24
1 0.5104 0.426 0.4915 0.3973 0.1996 0.0319 0.0631 -0.0405 0.0671 -0.0283 0.1255 0.0575 -0.1353 0.0836 0.0601 -0.1709 -0.05 -0.0157 0.0613 0.112 27
1 0.5108 0.4697 0.3101 0.0832 0.0624 -0.0668 0.02 -0.081 -0.2018 0.1193 -0.0953 -0.3091 0.0134 0.0197 -0.3388 -0.0932 -0.0162 0.0233 0.1608 28
1 0.3986 0.1392 0.1313 0.1016 -0.0727 0.135 0.1472 -0.0727 0.1067 0.0145 -0.2057 0.2096 -0.0089 -0.3702 -0.1496 -0.0879 -0.0607 0.0193 29
1 0.3359 0.1213 0.1345 0.1799 -0.0185 -0.0438 -0.1063 0.2038 -0.1691 -0.153 0.0077 0.044 -0.3061 -0.1673 0.0393 0.0784 0.1737 30
1 0.0016 0.029 0.2425 0.0992 -0.1844 -0.2441 0.17 0.0831 -0.1706 0.0335 0.113 -0.2077 0.0596 -0.1039 -0.0987 0.0151 31
1 0.049 -0.0516 -0.1001 0.034 0.0463 -0.0369 -0.0167 -0.0411 0.0938 0.0001 0.0163 -0.4022 -0.0312 0.1169 -0.0514 32
1 0.3982 -0.0557 -0.0044 0.077 0.0531 -0.0474 -0.0005 -0.1144 0.0713 -0.0606 0.0281 -0.0232 0.1335 0.3394 33
1 0.01 -0.1767 -0.0705 -0.0033 -0.0227 -0.2162 -0.0665 -0.0246 -0.0664 0.0578 -0.0468 -0.0393 0.3118 34
1 0.1097 0.1122 0.112 0.2769 0.2823 0.1301 -0.4147 0.1719 0.2863 -0.0227 -0.07 -0.0267
1 0.1681 -0.2696 0.17 0.0905 0.1913 -0.1718 0.0781 0.0633 -0.0507 0.0368 0.0038
1 0.3041 -0.0404
1 -0.0247
1
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
30 31 32 33 34 35
-0.1506 0.2182 0.1316 -0.0297 -0.0166 0.0005
-0.0843 -0.0194 0.1249 -0.0842 -0.0495 -0.014
-0.1342 0.3078 0.1657 0.0286 0.0021 -0.2376
-0.0338 0.6751 0.1312 0.0725 0.0748 -0.1487
Celsus, Academie voor betaalbare zorg
-0.1587 0.0196 0.0713 -0.0343 -0.1342 0.0086
1 -0.0864 -0.0987 0.1983 0.1445 0.0615
1 0.2524 0.0371 0.0232 -0.1717
1 0.0777 0.0249 0.0025
1 0.2797 -0.0229
1 -0.0124