1 1 Werkprogramma bepaling minimaal aanwezig risicodragend kapitaal in nieuw op te richten ondernemingen of recent opgerichte ondernemingen van beroep...
1 Werkprogramma bepaling minimaal aanwezig risicodragend kapitaal in nieuw op te richten ondernemingen of recent opgerichte ondernemingen van beroepsvervoerders 1. Regelgeving Op grond van de Wet wegvervoer goederen (WWG) kunnen alleen vervoerders voor een Eurovergunning in aanmerking komen, die (onder andere) aan de eis van kredietwaardigheid voldoen. Het bedrijfskapitaal moet in de vorm van eigen vermogen en/of een belegging in durfkapitaal aanwezig zijn (artikelen 5.17 en 5.18 Wet inkomstenbelasting 2001). Het kapitaal is vastgesteld op 9.000 euro voor de eerste in te zetten vrachtauto. Voor iedere volgende vrachtauto geldt een kapitaal van 5.000 euro. Per onderneming geldt een minimum van 9.000 euro. De NIWO is belast met de verlening en intrekking van genoemde vergunning (4.1 WWG). Om een oordeel te vormen met betrekking tot de kredietwaardigheid stelt de NIWO een onderzoek in. Dit onderzoek is omschreven in de Europese Richtlijn met betrekking tot de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de weg (artikel 6 lid 8 Regelgeving Wegvervoer Goederen). De NIWO eist dat u bij de vergunningaanvraag een verklaring van een accountant voegt. Hierin moet hij een uitspraak doen over het minimaal in de onderneming aanwezige risicodragend kapitaal. Onder het risicodragend kapitaal verstaan we in dit verband het (aandelen)kapitaal, de reserves en eventuele achtergestelde schulden in de vorm van een tante Agaath-regeling.
2. Oordeel van de accountant Bij het bepalen van de omvang van het risicodragend kapitaal dat minimaal in de onderneming aanwezig is, kan de accountant worden geconfronteerd met een situatie waarin de vervoerder de vervoersactiviteiten wenst in te brengen in een nieuw op te richten onderneming. Kenmerkend voor nieuw op te richten of recent opgerichte ondernemingen is, dat zij (nog) niet kunnen steunen op een uitgebreide (administratieve) organisatie. Dit kan voor de accountant een complicerende factor zijn bij het bepalen van het minimaal in de onderneming aanwezige risicodragend kapitaal. Met name wanneer de nieuwe onderneming niet in de vorm van een rechtspersoon wordt gedreven, kan de accountant de omvang van het eigen vermogen niet eenvoudig vaststellen. In geval van een niet-rechtspersoon is het onderscheid tussen het privé- en ondernemingsvermogen moeilijk aan te brengen. Daarnaast is de accountant in deze situatie veelal niet in staat om de volledigheid van de schulden objectief vast te stellen. Om de accountant bij de aanvraag van een vergunning ten behoeve van nieuw op te richten of recent opgerichte ondernemingen in het beroepsvervoer ondersteuning te bieden, heeft de NIWO een werkprogramma opgesteld. Dit is gebeurd in overleg met de beide beroepsorganisaties van accountants: het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA).
2 Dit werkprogramma bevat een weergave van de werkzaamheden die de accountant wordt geacht ten minste uit te voeren 1
bij zijn oordeelsvorming over het in de onderneming van de vervoerder aanwezige (risico-dragende) kapitaal . De weergegeven werkzaamheden zijn algemeen van aard. Zij dienen op de specifieke situatie van de aanvrager van de vergunning te worden toegespitst. In beginsel worden zij geacht een voldoende grondslag te bieden voor de uitspraak van de accountant die in het kader van een aanvraag voor een vervoersvergunning wordt gevraagd over de minimaal aanwezige hoeveelheid risico-dragend kapitaal. 3. Werkprogramma Voor zijn uitspraak inzake het minimaal aanwezige risicodragend kapitaal in de nieuw op te richten of recent opgerichte onderneming van een vervoerder moet de accountant het volgende in acht te nemen: De beschrijving De vervoerder maakt een beschrijving van de bezittingen en schulden die in de nieuw op te richten onderneming worden ingebracht of in de recent opgerichte onderneming zijn ingebracht. De beschrijving bestaat uit een balans met een toelichting op de balans. De beschrijving omvat in elk geval: het doel waarvoor de beschrijving wordt opgesteld, te weten: het aanvragen van een vervoervergunning. het aantal vrachtauto's waarvoor een vergunning wordt aangevraagd. de waarde van de ingebrachte bezittingen en schulden alsmede van het eigen vermogen. de toegepaste grondslagen van waardering. een globale specificatie van de ingebrachte bezittingen en de daarmee verband houdende aangegane schulden. de aanwezige achtergestelde leningen in de vorm van een tante Agaath-regeling alsook gestelde zekerheden. Met afzonderlijke vermelding van de looptijd en de overige door de geldgever bedongen relevante voorwaarden. het bedrag van de beleenbare (over)waarde van privé-bezittingen. de datum waarop de beschrijving betrekking heeft. Deze mag niet meer dan twee maanden liggen voor het tijdstip waarop de vergunningaanvraag wordt ingediend. ondertekening door de vervoerder. schriftelijke verklaring van de vervoerder, ten behoeve van de accountant, waaruit blijkt dat de in de beschrijving opgenomen bezittingen en schulden (van de nieuw op te richten of recent opgerichte onderneming van de vervoerder) juist en volledig zijn weergegeven en dat hem geen feiten of omstandigheden bekend zijn waardoor het risicodragend kapitaal na de beschrijvingsdatum in negatieve zin is beïnvloed;
Bezittingen De accountant stelt vast dat de beschreven bezittingen zijn aangeschaft of verkregen door (de onderneming van) de vervoerder en dat deze zijn betaald dan wel dat de (deels) aangegane verplichtingen in de beschrijving zijn opgenomen.
1
In de vorm van een niet-rechtspersoon gedreven onderneming bestaat grote verwevenheid tussen privé-vermogen en ondernemingsvermogen. De NIWO is bereid om de (over)waarde van privé-bezittingen als risicodragend kapitaal mee te tellen, voor zover deze objectief aantoonbaar kan resulteren of heeft geresulteerd in een vergroting van de zakelijke kredietruimte.
3 Schulden De accountant stelt vast dat de schulden juist zijn weergegeven. De accountant vraagt een standaard bankverklaring aan de bank- en giro-instellingen waarbij (de onderneming van) de vervoerder een rekening heeft. Hierbij moet hij met name informeren naar de volledigheid van de bankschulden. Achtergestelde leningen Onder een achtergestelde lening wordt door de NIWO (in het kader van de vaststelling van het minimaal aanwezige risicodragend kapitaal) slechts die lening verstaan die in het kader van de zogenaamde tante Agaath-regeling is verstrekt. Als bewijs daarvan moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: De Belastingdienst moet een 'beschikking startende ondernemer' afgeven. De overeenkomst moet binnen vier weken na het overeenkomen van de geldlening worden geregistreerd bij de inspecteur Registratie en Successie. De inhoud van de leningsovereenkomst moet aan de onderstaande voorwaarden voldoen. De relevante geldlening moet tenminste een hoofdsom betreffen van € 2.268,90 waarvan een rente wordt vergoed die niet uitgaat boven de wettelijke rente. Het Burgerservicenummer van de geldverstrekker en de geldontvanger staat vermeld. De lening moet gedurende tenminste de eerste acht jaren na het overeenkomen van de geldlening zijn achtergesteld bij de vorderingen van alle andere schuldeisers. De lening dient ter financiering van bestanddelen die behoren tot het verplichte ondernemingsvermogen. De geldverstrekker bevestigt dat de lening niet gefinancierd is met geleend geld. Er staat uitdrukkelijk vermeld dat de overeenkomst is gemaakt met het oog op de tante Agaath-regeling. Hij is ondertekend door de geldverstrekker en de ontvanger. Waardering van bezittingen en schulden De accountant stelt vast dat de waardering van bezittingen en schulden is geschied volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. Inzage in stukken De accountant neemt kennis van de inhoud van de financiële administratie van de (onderneming van) de vervoerder over de afgelopen 12 maanden. Hij let hierbij met name op ontvangsten en uitgaven die kunnen wijzen op het bestaan van belangrijke (contractuele) verplichtingen. De accountant neemt kennis van de aangiften vermogens- en inkomstenbelasting van de vervoerder en beoordeelt deze aangiften in relatie tot de opgestelde beschrijving. Verklaring Op basis van zijn werkzaamheden geeft de accountant een verklaring af waarin hij een uitspraak doet over het minimaal in de onderneming aanwezige risicodragend kapitaal. Hierbij houdt hij rekening met het aantal vrachtauto's waarvoor een vergunning wordt aangevraagd. Het is toereikend als binnen de onderneming 9.000 euro voor de eerste in te zetten vrachtauto aanwezig is. Voor iedere volgende vrachtauto geldt een kapitaal van 5.000 euro. De beleenbare (over)waarde van privé-bezittingen mag worden meegeteld.
4 4. Verklaring Naar aanleiding van zijn werkzaamheden brengt de accountant (schriftelijk) verslag uit aan zijn opdrachtgever. Dit verslag bevat in ieder geval een uitspraak over de omvang van het risicodragend kapitaal in de vorm van een verklaring. In de verklaring doet de accountant geen uitspraak over de getrouwheid van de verantwoording, maar uitsluitend over het minimaal aanwezige risicodragend vermogen. Hierdoor kan een dergelijke verklaring niet worden gekenschetst als een accountantsverklaring, beoordelingsverklaring of samenstellingsverklaring zoals bedoeld in artikel 1 van de gedrags- en 2
beroepsregels . Om die reden verdient het aanbeveling om genoemde benamingen niet boven de tekst van de verklaring te vermelden, maar uitsluitend te spreken van “verklaring”, zoals in onderstaand voorbeeld is aangegeven. Zijn bij de accountant onzekerheden of bedenkingen over de beschrijving blijven staan, dan overlegt hij met zijn opdrachtgever. Wanneer deze onzekerheden of bedenkingen niet zijn weggenomen, dan brengt de accountant ze in zijn verklaring tot uitdrukking.
2 De verklaring omtrent het minimaal aanwezig risicodragend kapitaal vertoont een grote verwantschap met de inbrengverklaring (artikel 2:204a, b c BW).
Copro 11140
blad:
5 Voorbeeld: Verklaring inzake minimaal aanwezig risicodragend kapitaal Aan: (Opdrachtgever) (Opdracht) Naar aanleiding van uw opdracht hebben wij onze werkzaamheden afgestemd om te komen tot een uitspraak over het minimaal aanwezige hoeveelheid risicodragend kapitaal in onderstaande onderneming. Dit alles in het kader van de aanvraag van een vergunning voor beroepsgoederenvervoer. Datum beschrijving: Naam onderneming: Vestigingsplaats: Aantal vrachtauto‟s: De beschrijving is opgesteld onder uw verantwoordelijkheid/de verantwoordelijkheid van de leiding van de onderneming3. Het is onze verantwoordelijkheid een verklaring ten aanzien van het minimaal aanwezig risicodragend kapitaal te verstrekken. (Werkzaamheden) Wij hebben onze werkzaamheden uitgevoerd in overeenstemming met het door de NIWO opgestelde „werkprogramma bepaling minimaal aanwezig risicodragend kapitaal beroepsvervoerders in nieuw op te richten ondernemingen of recent opgerichte ondernemingen'. Verder zijn de werkzaamheden afgestemd op de in de Regeling Vaststelling Kredietwaardigheid geformuleerde eisen ten aanzien van het minimumkapitaal. Volgens het hierboven weergegeven aantal vrachtauto‟s gaat het om een minimaal risicodragend kapitaal van € .......................... (Oordeel) Op grond van onze werkzaamheden kunnen wij concluderen dat per ………………………. (datum) in …………………………………………………….……………………………………………… (naam onderneming) ten minste een risicodragend kapitaal van € ....................................... aanwezig is. Plaats: Datum:
Handtekening Naam Accountant-Administratieconsulent / Registeraccountant