Werkprogramma 2014
1
© 2013 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Auteur Drs. C.J. Bakker Datum 26 november 2013 Nederlands Jeugdinstituut Catharijnesingel 47 Postbus 19221 3501 DE Utrecht Telefoon (030) 230 63 44 Website www.nji.nl
2
Inhoudsopgave Inleiding ...................................................................................................................................................... 4 Kennispraktijk: evidence based werken in de jeugdsector ....................................................................... 5 Wat bepaalt onze agenda? .......................................................................................................................... 6 Ook de kennisfunctie verandert ................................................................................................................. 8 Organisatie en werkwijze interactieve kennisnetwerkorganisatie ......................................................... 10 De hoofdthema’s ....................................................................................................................................... 12 1. Transitie en transformatie ........................................................................................................... 13 2. Gezond en veilig opgroeien .......................................................................................................... 15 3. Effectiviteit en vakmanschap ....................................................................................................... 18 4. Kennismanagement en beheer ....................................................................................................20
3
Inleiding Met ingang van 1 januari 2013 werken we met een nieuwe organisatiestructuur van vakgroepen en programma’s. De programma’s zijn de werkeenheden georganiseerd rond een maatschappelijk vraagstuk en geoperationaliseerd naar kernthema’s en concrete activiteiten. Met die reorganisatie beogen we meer maatschappelijk resultaat van onze activiteiten door: 1. Het versterken van de verbinding tussen kennis- en praktijkontwikkeling en daarmee integratie van kennisproducten en diensten voor de praktijk in programma’s. 2. Focus op kennisvragen die samenhangen met de transitie en transformatie van het jeugdstelsel dat de komende jaren zijn beslag moet krijgen. Deze transitie en transformatie genereert veel kennisvragen bij gemeenten, management en beroepskrachten in jeugdvoorzieningen. We willen die partijen ondersteunen met kennis die leidt tot duurzame verbetering van de opvoeding en zorg voor jeugdigen. We bouwen voort op reeds beschikbare kennis, maar we bouwen ook nieuwe kennis op over thema’s als positief opvoeden en opgroeien, participatie en sociale inclusie kwetsbare groepen, werken aan veiligheid, vernieuwing van zorg en dienstverlening en verbeteren effectiviteit en professionaliteit, waaronder werken met richtlijnen, prestatie-indicatoren, monitoren en benchmarks. 3. Het vernieuwen van onze kennisinfrastructuur en kennismanagement door middel van de (geleidelijke) ombouw van websites naar een digitaal interactief kennisnet (www.KennisnetJeugd.nl) . Het moet ons in staat stellen efficiënter en effectiever met onze doelgroepen te communiceren, maatwerk te leveren en directer op hun behoeften en waarderingen te reageren. Maar vooral ook vergroot het de mogelijkheden voor participatie en co-creatie van stakeholders, partners, externe experts en doelgroepen in de ontwikkeling van het kennisbestand: verzamelen, valideren, verrijken en verspreiden van evidence based en practice based kennis in de sector. 4. Het vergroten van bereik en gebruik bij doelgroepen en uitbreiding naar doelgroep gemeenten. In 2014 gaan we door op de ingeslagen weg. Programmatisch hebben we een aantal zaken verder aangescherpt en financieel de omzetverwachting verlaagd (van 14 naar 13 miljoen) in verband met verminderde subsidies en krimpende markt. Dat heeft gevolgen voor de begroting en inzet van personeel. Desondanks is het werkprogramma ambitieus en gebouwd op de overtuiging dat we een bijzondere bijdrage kunnen leveren aan de duurzame verbetering van het functioneren van het jeugdstelsel, de zorg en dienstverlening aan ouders, andere opvoeders en jeugdigen. Een overtuiging die ook gestoeld is op de ervaringen die wij opdoen in ons werk en de waardering die we daarvoor krijgen. In dit document schetsen we op hoofdlijnen onze ambities en programmalijnen voor 2014.
4
Kennispraktijk: evidence based werken in de jeugdsector Alle actoren in de jeugdsector hebben behoefte aan een ‘body of knowledge’ die helpt kennisvragen te beantwoorden. Een dynamisch kennisbestand dat zowel van binnenuit door betrokkenen in de sector zelf als van buitenaf door bijvoorbeeld academische instituten of van buiten de sector of het buitenland wordt gevoed. Het NJi is opgericht om dat kennisbestand, die ‘body of knowledge’ voor de sector te onderhouden, samen met betrokkenen binnen en buiten de sector door te ontwikkelen en te helpen toepassen. Met onze kennisfunctie willen we het evidence based werken in de sector bevorderen: in praktijk en in beleid. Door beter gebruik te maken van ‘bewezen’ kennis, methoden en instrumenten kan de kwaliteit en doelmatigheid van praktijk en beleid worden verbeterd. We doen dat door het praktisch toepasbaar maken van beschikbare ‘evidence based’ kennis, maar ook door de doorontwikkeling van practice based kennis uit de praktijk. We maken expliciete kennis uit onderzoek en uitontwikkelde praktijken geschikt voor verdere verspreiding en gebruik in de praktijk. Maar ook verzamelen en valideren we impliciete , ‘bottom-up’ ontwikkelde kennis, voorbeelden van goede (lokale) praktijken, zodat die kennis deel wordt van het collectieve kennisbestand en verder kan worden verspreid. Zo ontstaat een doorgaande kenniscyclus, een lemniscaat, waarbij expliciete evidence based kennis én impliciete practice based kennis wordt verzameld, ontwikkeld, gevalideerd, toepasbaar gemaakt en verspreid. Het resultaat is een interactief, praktisch toepasbaar, collectief kennisbestand dat ten doel heeft evidence based werken in de sector te bevorderen.
5
Wat bepaalt onze agenda? We richten ons op centrale vraagstukken en benodigde kennis in de jeugdsector. Deze worden nu en de komende jaren gedomineerd door ontwikkelingen rond de transitie, de overdracht van verantwoordelijkheden en financiering naar gemeenten en de transformatie, de vernieuwing van het jeugdstelsel. De hiermee samenhangende veranderingen hebben invloed op alle partijen en ook op ons werkprogramma, zowel op de inhoud als op de organisatie en werkwijze. De volgende ontwikkelingen zijn leidend voor ons werkprogramma: 1. De transitie en transformatie van het jeugdstelsel en de nieuwe Jeugdwet. Deze ontwikkeling genereert vele kennisvragen van alle betrokken partijen: rijk, gemeenten, voorzieningen, uitvoerend werkers, branche-, beroeps- en cliëntorganisaties en onderzoeks- en adviesbureaus. We zijn nauw betrokken bij ondersteuningsprogramma van het T bureau, waarin de ministeries VWS, V&J en VNG participeren. Het NJi richt zich met name op vraagstukken van Transformatie: de vernieuwing van het stelsel. In 2013 zijn we gestart met een denktank Transformatie van het jeugdstelsel – de T tank met bestuurders van alle deelsectoren/ branches en van een gemeente, die mede input levert voor onze werkprogrammering. We zoeken aansluiting bij de Transformatieagenda van Rijk en VNG en ontwikkelingen in de regio’s. Op basis van die gemeenschappelijke ontwikkelagenda, zullen we onze activiteiten, c.q. programmatische ondersteuning van de transformatie in de komende jaren verder inhoud geven.
2. Decentralisaties in sociaal domein en passend onderwijs. Voor gemeenten speelt niet alleen de transitie van het jeugdstelsel maar ook de overheveling van de functie begeleiding van AWBZ naar de WMO en de decentralisatie van arbeidstoeleiding en re-integratie (Participatiewet). Daarnaast zijn ook de ontwikkelingen rond passend onderwijs van belang. Al deze ontwikkelingen raken jeugd en het stelsel van zorg, educatie en sociale dienstverlening voor jeugdigen. Om alle ontwikkelingen inhoudelijk gedegen en samenhangend te ondersteunen, werken we samen met Movisie, Vilans en Stimulansz aan afstemming van onze kennisfuncties rond de vraagstukken die bij de verschillende decentralisaties spelen. 3. Kennis- en ondersteuningsvragen gemeenten. In het kader van genoemde ontwikkelingen zullen we in 2014 in het bijzonder aandacht besteden aan verdere vraagarticulatie en programmering van onze activiteiten vanuit gemeenten rond de transitie en transformatie van het jeugdstelsel. Op dit moment ontbreekt nog een vorm van gestructureerd overleg, ook omdat het veld volop in beweging is. We zoeken nog naar een vorm van gestructureerd overleg met het gemeentelijke veld: VNG, G32 en G4.
6
4. Afspraken in het kader van het overleg Kennisprogramma Jeugd van het ministerie van VWS, o.a. de notitie Naar een kennisagenda jeugd 2012-2016. Daarin zijn de directies Jeugd, Preventieve Gezondheid en Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie en de kennisorganisaties NCJ, RIVM/ CGL; ZonMw programma Jeugd, TNO-programma Jeugdgezondheid en NJi een aantal speerpunten overeengekomen. De komende jaren richten we gezamenlijk de kennisfuncties op het versterken van het evidence based werken in de jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg en (jeugd)gezondheidsbevordering. Evidence based werken heeft betrekking op 3 samenhangende vraagstukken: effectiviteit van interventies, methoden en instrumenten; professionalisering (effectieve professional) en monitoring en sturingsinformatie (kennis over jeugd, jeugdproblemen, zorgbehoefte, zorgvraag en zorggebruik en output en outcome monitoring). 5. Specifieke kennisvraagstukken op verzoek van VWS, directie Jeugd en OCW, directie Jeugd, Onderwijs en Zorg: a. Actieplan ‘Kinderen veilig’ van VWS (en V&J) m.b.t. aanpak kindermishandeling en seksueel misbruik. We werken daarin samen met Movisie en andere organisaties. b. Mede op verzoek van directie Jeugd van VWS besteden we aandacht aan vraagstukken rond opvoeden en opgroeien, zoals mediaopvoeding, positief opvoeden, jonge (aanstaande) ouders en ouders met kinderen met een beperking of stoornis en internationale kennisuitwisseling. c. Het ministerie van OCW heeft ons de opdracht verstrekt onze kennisfunctie uit te breiden voor vraagstukken rond passend onderwijs en de aansluiting met jeugdhulp. 6. Niet in de laatste plaats wordt onze kennisagenda mede bepaald door onze gebruikers en doelgroepen. Het NJi richt zich op alle professionals in het veld van jeugd en opvoeding, waaronder uitvoerend werkers, coördinatoren/ kwaliteitsfunctionarissen, managers, ondersteuners, onderzoekers, opleiders, beleidsmedewerkers en bestuurders van instellingen, overheden en belangen- en onderwijsorganisaties. Uit gebruikersonderzoek blijkt dat we deze doelgroepen goed bereiken en zeer gewaardeerd worden. We voeren met regelmaat overleg – op bestuurs- en programmaniveau - met partijen (ministeries, VNG, branche- en beroepsorganisaties, onderwijs- en onderzoekinstellingen, adviesraden enz.). Ook genereren we kennis uit vernieuwingspraktijken, uit onderzoek en beleidsdocumenten. En natuurlijk hebben we zicht op belangrijke vraagstukken in beleid en praktijk door middel van onze (interactieve) platform Kennisnet Jeugd, onze talrijke kenniskringen en kennispraktijknetwerken, vraagbeantwoording/ helpdeskfunctie, klantenonderzoek, monitoring van nieuws, betrokkenheid bij praktijkontwikkeling, ondersteuning en onderzoek.
7
Ook de kennisfunctie verandert De uitoefening van onze kennisfunctie en de noodzakelijke vernieuwing daarvan wordt ook bepaald door ontwikkelingen die samenhangen met de digitale revolutie, de veranderende rol van kennis in de praktijk en voor professionals en met ontwikkelingen rond kennisbeleid van overheden. 1. Digitalisering en informatisering. De digitale revolutie en de opkomst van nieuwe media, hebben gezorgd voor een andere rol van kennis. Toegang tot kennis en uitwisseling en verspreiding van kennis is makkelijker, sneller en vluchtiger dan ooit. Het aantal personen en partijen die deelnemen in de kennis- en informatiestromen, is enorm toegenomen. Daarmee wordt enerzijds het selecteren, screenen, valideren en bundelen van kennis en het faciliteren van kennisstromen voor gebruik in de sector belangrijker. Helder moet zijn welke kennis relevant is en van goede waarde. Anderzijds worden er steeds hogere eisen gesteld aan de snelheid en actualiteitswaarde van content en flexibiliteit en innovatie van kennismanagement en daaraan gerelateerde systemen. 2. Veranderende rol van kennis in praktijk en beleid. Aanbieders van zorg, educatie en dienstverlening zijn steeds meer maatschappelijke ondernemers die door middel van innovatie moeten blijven aansluiten op de vraag, door middel van professionalisering de kwaliteit steeds moeten verbeteren en door middel van een moderne bedrijfsvoering tot een concurrerende kostprijs moeten komen. Zij hebben in dat kader behoefte aan direct toepasbare kennis over innovaties en het werken met instrumenten als prestatie-indicatoren, output- en outcome monitoring, benchmarking en verbetermethoden. Datzelfde geldt voor (lokale) bestuurders en beleidsmakers die behoefte hebben aan kennis die hen helpt te sturen op (kosten)effectiviteit van de door hen gefinancierde voorzieningen. Maar ook aan kennis om de effectiviteit van hun beleid vast te kunnen stellen en te verbeteren. Dat vraagt om een goede toegang tot en betrokkenheid bij het proces van kennisopbouw en uitwisseling. 3. Veranderende rol van kennis voor professionals. Er wordt veel gevraagd van het vakmanschap van professionals en hun vermogens tot reflectie, aanpassing, afstemming, samenwerking en vernieuwing. Burgers en cliënten, ouders en jongeren zijn kritischer, beter geïnformeerd en doen meer aanspraken op goede zorg en ondersteuning bij opvoed- en opgroei vraagstukken. Kennis is niet meer het alleenrecht van professionals. Tegelijk wordt van hen verwacht dat zij ‘een leven lang leren’ en bij blijven op het gebied van nieuwe kennis en inzichten. Die kennis en inzichten doen zij voor een deel op in de praktijk. Dat maakt ze een cruciale factor in de kenniscyclus, niet alleen in het gebruik van kennis, maar ook in de opbouw ervan. Zij zijn niet alleen toepasser, maar ook co-creator van kennis. 4. Kennisbeleid overheden. Het kennisbeleid van de rijksoverheid is ook volop in beweging. Gemeenten willen – terecht - meer invloed op de bepaling en benutting van de landelijke kennisfuncties. De decentralisatie van het jeugdstelsel leidt tot meer vraag van lokale beleidsmakers en bestuurders om kennis en ondersteuning ten behoeve van integraal jeugdbeleid en de ontwikkeling van een integraal, effectief jeugdstelsel. Aan de andere kant wordt, niet in de laatste plaats door de samengaande ontwikkelingen in het sociale domein en passend onderwijs, gevraagd om sector-overstijgende en brede programmering, aangezien veel van de maatschappelijke doelen convergeren en de vraagstukken overlappen.
8
Dit vraagt om een kennisinfrastructuur, de organisatie van de kennisfunctie, die in staat is antwoorden te geven op bovenstaande ontwikkelingen: een innovatieve, flexibele, interactieve kennisnetwerkorganisatie. Door de decentralisaties zijn gemeenten een centrale actor in het jeugddomein. Van belang is dus ook dat de onze landelijke kennisfunctie en infrastructuur zich – nog meer - verbindt met het gemeentelijke beleidsveld. Daarom zullen we in ons werkprogramma meer dan voorheen aandacht besteden aan het verstevigen van onze kennisfunctie voor gemeenten. Ook werken we aan het verbreden en verstevigen van verbindingen en programmatische afspraken met andere kennisinstituten, kennisproducenten en –verspreiders.
9
Organisatie en werkwijze: interactieve kennisnetwerkorganisatie De veranderende vraag en ontwikkelingen in de buitenwereld vragen om een adequaat antwoord in organisatie en werkwijze van de kennisfunctie. Van kennisbibliotheek naar kennisplatform, een interactieve kennisnetwerkorganisatie. Naast gezaghebbend, betrouwbaar en praktijkgericht wordt vooral interactie, snelheid en flexibiliteit gevraagd. De omloopsnelheid is enorm en kennis dient bijna in ‘realtime’ verwerkt en beschikbaar gemaakt. Dat vraagt om een kennisinfrastructuur die aansluit op die ontwikkelingen en behoeften: meer snelheid, flexibiliteit en maatwerk in kennisproductie, kennisdelen en verspreiding. Een kennisnetwerkorganisatie die ook meer cocreatie, samen kennis maken en delen met het veld mogelijk maakt, het (digitaal) organiseren van interactieve kennis-praktijk communities en interactie met gebruikers en doelgroepen. Gemeenten worden daarin in toenemende mate belangrijke partners en ondersteuning van een succesvolle transformatie een centrale opgave. Het NJi heeft een naam gekregen als solide, betrouwbaar, betrokken en gezaghebbend instituut. Deze verworvenheid willen we behouden, want heeft een kwaliteit verhogende werking in de praktijk van het uitvoerende werk en beleid. Maar we willen de interactie, de directe wisselwerking tussen enerzijds kennis en anderzijds praktijk- en beleidsontwikkeling verbeteren en daarmee onze maatschappelijke impact vergroten. We willen ervoor zorgen dat kennis via tal van activiteiten intensief geproduceerd en gedeeld wordt met de doelgroepen. Bij de kennisopbouw wordt de praktijk steeds meer betrokken. Het accent ligt in de programmering meer dan voorheen bij het verzamelen, ontwikkelen en delen van kennis uit en met de praktijk, het werkveld en (lokale) beleid. Kennis is daardoor een onderdeel van een lemniscaatbeweging, waarbij kennis wordt ingebracht in de praktijk, verrijkt wordt en vanuit de praktijk weer terugvloeit naar de kenniscollectie, waardoor anderen er ook toegang toe hebben. Het NJi is een echte kennisnetwerkorganisatie. Onze ambitie is om met dit netwerk gemeenten, aanbieders en professionals in de grote veranderopdracht adequaat te ondersteunen. We werken samen met: RIVM/Centrum gezond leven, TNO programma jeugdgezondheid, NCJ, ZonMw, MOVISIE, NISB, Pharos, ADOC, MEE, DIVOSA, Halt, Centrum voor Criminaliteitspreventie, Stimulansz, Kenniscentrum Kinder- en jeugdpsychiatrie, Trimbos instituut, Kenniscentrum LVB, GGD-Nl, SCP, CBS, Nivel, Erkenningscommissie Justitie, Universiteiten ( Utrecht, Groningen, Erasmus Rotterdam, Leiden), Hogescholen (Amsterdam, Avans en Windesheim), ROC’s, hbo- en mbo-raad, PO- en VO-raad. We voeren regulier overleg met branche- en beroepsorganisaties, ministeries VWS directies Jeugd, PG en VPG; OCW en V&J en met de VNG. Verder werken we samen met onderzoek- en adviesbureaus (o.a. BMC en Van Montfoort), ontwikkelaars, professionals, experts en wetenschappers in panels, commissies en klankbordgroepen. In de vele kenniskringen en kennis-praktijknetwerken die wij organiseren werken we met tal van organisaties en partijen aan gezamenlijke kennisontwikkeling en verspreiding met (lokale) praktijken en beleid. Per 2013 zijn we gestart met een vernieuwing waarbij de indeling in afdelingen – waaronder het NJi Kenniscentrum - is opgeheven en een indeling in thematische programma’s het leidend principe is geworden. Onderdeel van deze vernieuwing is ook zichtbaar in onze kennisinfrastructuur: het
10
kennismanagement, de opbouw en functionaliteit van de website en vooral de ontwikkeling van ons digitale interactieve kennis-praktijk platform Kennisnet Jeugd. Vooralsnog concentreren we ons met Kennisnet Jeugd op thema’s en werkgroepen die betrekking hebben op de transitie en transformatie van het jeugdstelsel. Hoewel dat feitelijk al ongeveer alle onderdelen van de jeugdketen omvat (van basis tot specifieke voorzieningen) willen we op termijn ook voor andere hoofdthema’s digitale kennis-praktijk communities organiseren. Daarnaast richten wij ons meer dan voorheen op het lokale veld, waaronder beleidsmakers en bestuurders. Herhaald gebruikersonderzoek moet aantonen of de doelgroep voldoende bereikt en betrokken wordt, tevreden is met het gebodene en de kennis daadwerkelijk gebruikt. Naast deze structurele en inhoudelijke vernieuwing willen we als NJi ook ons kwaliteitsbeleid voortzetten. Dat betekent dat we in 2014: 1. De uitkomsten van het gebruikers/klanttevredenheidsonderzoek en evaluaties zullen inzetten om de kwaliteit van onze producten en diensten nog beter te laten aan sluiten bij de gebruikers. 2. De interne organisatie verder professionaliseren. Dit doen we onder andere door: a. organisatie-ontwikkeling en management development; mede op basis van de resultaten uit het medewerkers tevredenheidsonderzoek. b. De in 2013 ontwikkelde visie op strategisch HRbeleid verder te operationaliseren. c. Ons te richten op verlenging van het ISO-9001 certificaat omdat we een lerende organisatie zijn en ons steeds willen blijven verbeteren. d. De gevolgen van de reorganisatie/ inkrimpen Sekondant binnen NJi vormgeven i. P&C wordt uitgebreid met taken van de financiële administratie ii. De reorganisatie van de ICT-afdeling van Sekondant zal ook gevolgen hebben voor het ICT-beleid van het NJi.
11
De hoofdthema’s Deze vragen en uitgangspunten hebben geleid tot een indeling van ons werkprogramma in drie hoofdthema’s: 1. Transitie en Transformatie 2. Gezond en Veilig Opgroeien 3. Effectiviteit en Vakmanschap Daarnaast onderscheiden we nog een basisactiviteit: 4. Kennismanagement en beheer
12
1. Transitie en transformatie Het thema Transitie en Transformatie richt zich op vraagstukken die gemoeid zijn met de transitie en transformatie van het jeugdstelsel. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de verbindingen met passend onderwijs en met de decentralisaties in het kader van de AWBZ zorg en de Participatiewet. Het accent ligt op inhoudelijke vraagstukken samenhangend met de transformatie van het jeugdstelsel, maar we reiken ook kennis aan waarmee gemeenten hun beleid verder kunnen richten, vorm en inhoud geven en evalueren. Daarnaast is deze kennis relevant voor alle andere actoren (Rijksoverheid, VNG, branche en beroeps- en cliëntorganisaties en professionals e.d.). We ondersteunen ook het T bureau (VWS, V&J en VNG) met specifieke kennisactiviteiten middels een aparte programmasubsidie. En in opdracht vanhet ministerie van OCW besteden we apart aandacht aan kennis rond passend onderwijs en jeugdhulp. Daarnaast werken we aan een ondersteuningsaanbod voor gemeenten in samenwerking met o.a. Movisie, en Stimulansz om de transformatie ook duurzaam handen en voeten te geven. We werken daarin ook samen met ondersteunings- en adviesorganisaties. Dit programma kent vier zwaartepunten: Transitie en Transformatie algemeen We leveren algemene informatie over stelselwijziging en beleidsinformatie en over inrichtingsvraagstukken als wijkteams, toegang hulp, jeugdbescherming, specialistische hulp etc. Als ook de aansluiting tussen jeugdhulp, passend onderwijs en de decentralisaties in het kader van de Participatiewet en AWBZ- Wmo. Dit doen we in afstemming met o.a. Movisie, NCJ, Rijk (VWS, V&J en OCW) en VNG. We ondersteunen het T bureau middels bijdragen aan conferenties, zoals het Jeugdfestival, de Transitie managers bijeenkomsten, beantwoorden vragen middels een gemeenschappelijke helpdesk, linken digitale informatie aan de website www.voordejeugd.nl en verzamelen praktijkvoorbeelden. In 2013 zijn we gestart met een onafhankelijke denktank Transformatie van het jeugdstelsel – de T tank - met bestuurders van alle deelsectoren/ branches en van een gemeente. De T tank wil een duurzame transformatie van het stelsel bevorderen door onder andere bijdragen aan de gezamenlijke Transformatieagenda van Rijk, gemeenten en veld en het stimuleren van transformatie van het stelsel in de praktijk. In dat kader worden ook kennisproducten ontwikkeld en debatten gevoerd onder andere via kennisnetjeugd. Tevens zullen de opbrengsten worden meegenomen in de aanscherping van onze werkprogrammering. Een belangrijk medium voor kennisuitwisseling is het KennisnetJeugd Transitie & Transformatie (www.kennisnetjeugd.nl) , waarop inmiddels meer dan 20 digitale werkgroepen over diverse onderwerpen zijn geopend en worden onderhouden. Verder organiseren we tal van kennis-praktijknetwerken, kennis- en werkateliers en expertmeetings en ondersteunen we de VNG en gemeenten in de ontwikkeling en vormgeving van transformatie. Passend onderwijs en zorg voor jeugd We ontwikkelen en verspreiden kennis over fundamentele veranderingen in de invulling van taken en rollen die zowel nodig zijn om de gewenste eigen verantwoordelijkheid en regie van betrokkenen te versterken als te zorgen voor samenhang in opgroeien, opvoeden en ontwikkelen. Bij ontwerp en de uitvoering van activiteiten werkt het NJi intensief samen met de PO-Raad, VO-raad, MBO Raad
13
en de VNG en het T-bureau ( verbonden in de werkagenda passend onderwijs-zorg voor jeugd) en andere relevante koepels en organisaties als Platform samenwerkingsverbanden VO, Ingrado, LECSO, GGD NL, GGZ NL, MO-groep Welzijn, jeugdzorg NL, MEE NL, VGN en het LWV-PrO. Op verzoek van veldpartijen, gesubsidieerd door de ministeries van VWS en OCW en in afstemming met de werkagenda richten we een monitor in rond de aansluitingsopgaven passend- onderwijs zorg voor jeugd. Monitoring en beleids(sturings)informatie We verzamelen en ontwikkelen kerngetallen m.b.t. (trends in) de staat van jeugd, zorgvraag, zorgconsumptie en gebruik van sociale en speciaal onderwijs voorzieningen. We reiken kennis aan over (transformatie)indicatoren en output en outcome monitoring en besteden aandacht aan kwaliteit en kosten van gemaakte keuze voor de inrichting van de jeugdvoorzieningen en het bredere sociale domein. In samenwerking met Stimulansz en BMC werken we aan een toolkit voor gemeenten voor integrale beleidssturing, scenario-ontwikkeling en benchmarken, aan te bieden middels een abonnementensysteem. 1e lijn Jeugdhulp We ontwikkelen kennis over inrichtingsvraagstukken van de 1e lijns jeugdhulp bijvoorbeeld hoe wijkteams gevormd kunnen worden of hoe het CJG er uit moet komen zien en over de effectiviteit daarvan in het licht van de beoogde resultaten. En we richten ons op de professionaliseringsvraagstukken van de 1e lijn, de generalist jeugd &gezin. De kennispraktijkvraagstukken die daarmee samenhangen zijn: Hoe kan effectief de eigen kracht van jeugdigen, opvoeders en het sociale netwerk, waaronder ook de beroepsopvoeders in de pedagogische basisvoorzieningen (zoals scholen en peuterspeelzalen) worden versterkt, met als doel problemen zoveel mogelijk in het alledaagse (daar waar ze gesignaleerd worden) op te lossen; hoe kan effectief antwoorden gegeven worden op de meest voorkomende opvoed- en opgroeivragen en problemen waarmee jeugdigen en opvoeders worstelen; hoe kan effectief de toegang, i.c. de schakelfunctie tussen 1 e lijn en speciale 2e en 3e lijns zorg worden georganiseerd en tijdig effectieve speciale zorg wordt ingeschakeld. Overigens vormt Transitie en Transformatie een rode draad door alle thema’s en programma’s heen. Zo worden thema’s als versterken ‘eigen kracht’, een effectieve eerste lijn, jeugdbescherming nieuwe stijl en effectieve speciale hulp in nauwe samenwerking tussen de programma’s ter hand genomen. We sluiten niet uit dat lopende het jaar een thema alsnog onder een ander programma wordt geplaatst.
14
2. Gezond en veilig opgroeien Het thema Gezond en veilig opgroeien richt zich primair op het bevorderen van positief opvoeden, participatie en veilig opgroeien van jeugdigen en daarmee het voorkomen of terugdringen van uitval of uitsluiting (uit gezin, school, buurt en maatschappij). We verzamelen, ontwikkelen en verspreiden kennis voor professionals en opvoeders ten einde jeugdigen een zo ‘normaal’ mogelijke, gezonde en veilige opvoeding en ontwikkelingskansen te bieden. En in het geval van opvoedings- en/of opgroeiproblemen het aanreiken van kennis om deze op te lossen of zo gewoon mogelijk te maken. Specifiek gaat het om: a. Positief opvoeden rond drie subthema’s: Eigen kracht Met het veld verzamelen we kennis en gaan we de discussie aan wat er speelt, welke mogelijkheden zijn er om te bouwen aan sociale netwerken, wat zijn werkzame handvatten die ingezet kunnen worden om eigen kracht van opvoeders, jeugdigen en sociale netwerk in praktijk en beleid te versterken. Opvoedingsondersteuning algemeen We maken het mogelijk dat ouders opvoedvragen eerder stellen en lichtere ondersteuning ingezet kan worden, onder andere door (digitaal) beschikbaar stellen van kennis over veel voorkomende opvoed & opgroeivragen en problemen. We werken daarin samen met onder andere de stichting Opvoeden.nl. We bieden professionals handvatten voor de ondersteuning van ouders en andere opvoeders. We besteden extra aandacht aan ondersteuning van jonge (aanstaande) ouders en professionals en ouders rondom mediagebruik van jeugdigen. Een belangrijke hoofdactiviteit is de verspreiding van Triple P/ positief opvoeden, een multi-modaal en getrapt opvoedingsondersteuning programma dat inmiddels in meer dan 200 gemeenten voet aan de grond heeft gekregen. Naast de ondersteuning van de implementatie waaronder trainingaanbod en informatievoorziening en ontwikkelen we ook het kwaliteitssysteem en wordt gewerkt aan de organisatie van 3P online voor ouders. Positief opvoeden in specifieke (gezins)situaties We bieden professionals kennis en handvatten die ze kunnen inzetten wanneer gezinnen in moeilijke situaties verkeren zoals (v)echtscheiding, wanneer er sprake is van opvoedingsonmacht (waaronder ouders met een licht verstandelijke beperking en/of ontwikkelingsstoornis) en/of meervoudige problematiek. In het kader van Triple P wordt gewerkt aan de implementatie van specifieke modulen voor ouders in een echtscheidingssituatie en ouders met kinderen met overgewicht. b. Participatie met als focus: Jeugdparticipatie en vrijwillige inzet Activiteiten zijn gericht op het stimuleren van jeugdigen in het oefenen met verschillende mogelijkheden van participatie in verschillende settingen: op school, de buurt, bedrijven en jeugdzorginstellingen. Veel activiteiten zijn ook gericht op het
15
versterken van (internationaal) burgerschap, door jeugdigen in de gelegenheid te stellen zich te oriënteren op andere mensen, culturen en situaties. We beschrijven onder ander goede voorbeeldpraktijken van participatiebevordering in Nederland en buitenland. Voorts voeren we met subsidie van de EU - het Erasmus+ programma uit (voorheen Youth in action), gericht op het bevorderen van jongerenparticipatie en actief burgerschap door middel van het financieren en ondersteunen van internationale jongeren(uitwisseling)projecten en trainingen. Ook onderhouden we het informatiepunt Eurodesk. Passende ontwikkeling voor ieder kind De transformatie jeugdstelsel en passend onderwijs vraagt van basisvoorzieningen zoals kinderopvang en onderwijs dat zij werken aan verbetering van de pedagogische kwaliteit en aan inclusie, het zorgen dat ieder kind in principe gebruik kan maken van de algemene voorzieningen en het gebruik van speciale voorzieningen terug te dringen. Een effectieve doorgaande ontwikkellijn is van belang tussen de basisvoorzieningen onderling zoals in brede schoolverband en integrale kindcentra én in de samenwerking tussen basisvoorzieningen en 1e en 2e lijnsvoorzieningen zoals bij Alert4You (kinderopvang, school, jeugdzorg).
Participatie kwetsbare jeugd Veel jongeren met problemen in het onderwijs en ‘ afstand tot de arbeidsmarkt’ kampen met meervoudige problemen: ontwikkelings-, psychische- en sociale problemen die vragen om extra aandacht en ondersteuning. Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor zowel jeugdzorg, passend onderwijs, participatie en begeleiding (de 3 D’s). Al deze ontwikkelingen raken deze groep jeugdigen. Van gemeenten vraagt dit een samenhangende aanpak. We verzamelen kennis zodat gemeenten en voorzieningen hiervoor passende arrangementen kunnen inrichten. Dit thema wordt in nauwe samenwerking met het programma Transitie en Transformatie opgepakt. c. Veilig opgroeien met de volgende subthema’s: Kindermishandeling in het gezin We richten ons hier op kennis voor professionals, hun organisaties en gemeenten bij het voorkomen, signaleren, stoppen en schade beperken van kindermishandeling en het monitoren van de gemeentelijke aanpak. We werken samen met MOVISIE aan het bundelen van kennis in de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld, waaronder ook de AMHK vorming. Het samenwerkingsplatform Monitor Aanpak Kindermishandeling voor gemeenten wordt in 2014 ondersteund en de monitor wordt doorontwikkeld, onder ander in verbinding met aanpak kindermishandeling én huiselijk geweld. Veilig opgroeien in gezinsvervangende opvoedsituaties Wij ontwikkelen en bieden kennis voor professionals en instellingen bij het aanpakken van seksueel misbruik in jeugdzorginstellingen en pleegzorg en het systematisch evalueren en leren van incidenten. Ook hier werken we aan een gezamenlijke programmering met MOVISIE.
16
Jeugdbescherming nieuwe stijl We bieden gemeenten en andere partners kennis en inzichten over de trends en ontwikkelingen in de bescherming van kinderen in het nieuwe jeugdstelsel. Dit gebeurd in nauwe afstemming met de activiteiten binnen het programma Transitie en Transformatie. Veilig opgroeien in school en kinderopvang We versterken de deskundigheid van pedagogisch en onderwijspersoneel rondom kindermishandeling, pesten en het realiseren van een veilig opgroeiklimaat in school en opvang.
17
3. Effectiviteit en vakmanschap Het thema Effectiviteit en Vakmanschap richt zich op verbeteren van de effectiviteit en de kwaliteit van het aanbod van de 1e lijnshulp en gespecialiseerde jeugdhulp. Ook gaat het erom de vakbekwaamheid van uitvoerenden te vergroten. Het streven is het versterken van evidence based werken, van het aanbod (interventies en instrumenten) en van de professionals (o.a. richtlijnen en competentieprofielen). Vooralsnog ligt de nadruk op effectieve jeugdhulp, in jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, jeugd-ggz/ KJP en jeugdzorg-lvb. Voor 2014 zal het evidence based werken in de nieuwe 1e lijn (CJG, wijkteams) veel aandacht krijgen. We zullen in samenhang met het cluster Gezond en veilig opgroeien projecten ondersteunen gericht op de inhoud van het werk van de eerstelijnswerker, zoals over algemeen werkzame factoren. Kennis over screening en besluitvorming en over de meest effectieve handelswijze bij de meest voorkomende opgroei- en opvoedproblemen. Ook werken we aan het effectiviteitsvraagstuk in de (getransformeerde) praktijk en in (lokaal) beleid. Het gaat daarbij om een ‘meet – en verbeterbeweging’ voor de integrale jeugdhulp in het kader van de transformatie van het stelsel. Onder ander door afstemming van systemen en het opbouwen van een systeem van geaggregeerde beleids(sturings)informatie, monitoring en benchmarking van praktijken en voor (lokaal) beleid. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan bundeling van initiatieven gericht op het vergroten van de kosteneffectiviteit van speciale jeugdhulp. Subthema’s binnen Effectiviteit en Vakmanschap zijn: Kwaliteit en effectiviteit o We beschrijven, valideren instrumenten, programma’s en interventies, onder andere door beheer en doorontwikkeling van de Databank Effectieve Jeugdinterventies. o We ontwikkelen en verspreiden kennis over effectieve aanpak van top 10 opgroei- en top 6 opvoedingsvraagstukken. o We werken aan implementatie van interventies en programma’s door o.a. de sector implementatiestrategieën aan te reiken. o Matching vraag en aanbod, we ondersteunen aanbieders bij het ontwikkelen van een passend aanbod gebaseerd op behoefte. We ontwikkelen en verspreiden vragenlijsten, handleidingen en het CAP-J systeem (Classificatie Aard van de Problematiek Jeugd). o Samen met het veld werken we aan het door-ontwikkelen van practice based kennis tot evidence based kennis zoals in het samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN). Meten en verbeteren We verzamelen en ontwikkelen instrumenten als prestatieindicatoren en monitors en ondersteunen de toepassing daarvan in een (lerende) praktijk, het gebruik in een kwaliteitscyclus. Vanuit de beweging die we ondersteunen in de sector jeugdzorg en opvoedhulp werken we aan verbreding naar alle vormen van vrij toegankelijke en speciale jeugdhulp: van jeugdzorg naar jeugdhulp werkt!
18
Ontwikkeling vakmanschap We ontwikkelen 8 van de 14 richtlijnen voor de jeugdzorg. Daarnaast dragen we in samenwerking met jeugdzorginstellingen zorg voor de proefimplementatie en landelijke invoering. We ondersteunen de ontwikkeling van beroepsregistratie en professionalisering onder andere met het programma Implementatie Professionalisering Jeugdzorg in samenwerking met beroeps- en brancheorganisaties en hbo’s. Er is aandacht voor de nieuwe competenties die de transitie en transformatie van professionals vraagt, met name rondom samenwerken in wijkteams, de 1e lijns jeugdhulp.
19
4. Kennismanagement en beheer De basisactiviteit Kennismanagement en beheer omvat een aantal algemene, structurele activiteiten zoals organisatie en beheer van databanken en webdossiers , de websites, het digitale Kennisnet Jeugd, de nieuwsbrief Jeugd, contentmanagement, beheer en publicatie van kennisproducten, gebruikersonderzoek en mediamonitor. Ook zijn een aantal themaoverstijgende kennisactiviteiten hier ondergebracht, zoals afstemming in de kennisinfrastructuur (collega kennisorganisaties), vraagbeantwoording en algemene kennisoverdracht (lezingen en bijeenkomsten). De inhoudelijke verantwoordelijkheid van de kennisproducten ligt primair bij de thematische programma’s. De kennisactiviteiten van de verschillende programma’s komen samen in onze kennisinfrastructuur: de NJi website www.nji.nl en het Kennisnet Jeugd www.kennisnetjeugd.nl. Specifiek voor internationale kennisuitwisseling onderhouden we een Engelstalige site www.youthpolicy.nl .
20
Het Nederlands Jeugdinstituut Het Nederlands Jeugdinstituut is het landelijk kennisinstituut voor jeugd- en opvoedingsvraagstukken. Het werkterrein van het Nederlands Jeugdinstituut strekt zich uit van de jeugdgezondheidszorg, opvang, educatie en jeugdwelzijn tot opvoedingsondersteuning, jeugdzorg en jeugdbescherming evenals aangrenzende werkvelden als onderwijs, justitie en internationale jongerenprojecten.
Missie De bestaansgrond van het Nederlands Jeugdinstituut ligt in het streven naar een gezonde ontwikkeling van jeugdigen, en verbetering van de sociale en pedagogische kwaliteit van hun leefomgeving. Om dat te kunnen bereiken is kennis nodig. Kennis waarmee de kwaliteit en effectiviteit van de jeugd- en opvoedingssector kan verbeteren. Kennis van de normale ontwikkeling en opvoeding van jeugdigen, preventie en behandeling van opvoedings- en opgroeiproblemen, effectieve werkwijzen en programma’s, professionalisering en stelsel- en ketenvraagstukken. Het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelt, beheert en implementeert die kennis.
Doelgroep Het Nederlands Jeugdinstituut werkt voor beleidsmakers, staffunctionarissen en beroepskrachten in de sector jeugd en opvoeding. Wij maken kennis beschikbaar voor de praktijk, maar genereren ook kennisvragen vanuit de praktijk. Op die manier wordt een kenniscyclus georganiseerd, die de jeugdsector helpt het probleemoplossend vermogen te vergroten en de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening te verbeteren.
Producten Het werk van het Nederlands Jeugdinstituut resulteert in uiteenlopende producten zoals een infolijn, websites, tijdschriften, e-zines, databanken, themadossiers, factsheets, diverse ontwikkelings- en onderzoeksproducten, trainingen, congressen en adviezen.
Meer weten? Wilt u meer weten over het Nederlands Jeugdinstituut of zijn beleidsterreinen, dan kunt u terecht op onze website www.nji.nl. Wilt u op de hoogte blijven van nieuws uit de jeugdsector? Neem dan een gratis abonnement op onze digitale Nieuwsbrief Jeugd.
21