Werkingsverslag van het parket-generaal te Gent over het jaar 2007
-1-
WERKINGSVERSLAG
HOOFDSTUK I : PERSONELE MIDDELEN
1. Vul onderstaande tabel in a) Personeelsformatie
1
Gemiddelde personeelsformatie
Gemiddelde bezetting van de personeels2 formati
Delegaties
Afwezigheden om medische 3 redenen
Afwezigheden met weerslag op 4 de dienst
T
T
T
T
T
5
Andere afwezigheden
Opleidingen verstrekken
1
Deelnemen aan commissies
Opleidingen volgen
Niet rechtsprekende taken
Beoordeling, beheers- en beleidstaken, enz 6
De gegevens dienen in voltijdse eenheden (V.T.E.) vermeld te worden. Zie voorbeeld hieronder. De gegevens dienen in V.T.E. te worden. Zie voorbeeld hieronder. Vermeld het aantal beschikbare personeelsleden. De personeelsleden die deeltijdse prestaties verrichten worden in de berekening opgenomen a rato van hun aanwezigheidsgraad. De personeelsleden met opdracht en de personeelsleden die een aan het korps externe opdracht vervullen zonder te zijn vervangen of zonder dat er een machtiging tot vervanging is, worden niet in aanmerking genomen bij de berekening. 3 Vermeld alle afwezigheden wegens medische redenen (ziekte, ongeval, bevallingsverlof, enz.). 4 Vermeld (in volledige en halve werkdagen) de afwezigheden wegens medische redenen (ziekte, ongeval, bevallingsverlof, enz.) die een weerslag op de werking van het korps hebben. Bij voorbeeld : de afwezigheid heeft een vertraging in het onderzoek van de zaak tot gevolg; de zitting moet verzekerd worden door een collega, enz... 5 Vermeld (in volledige en halve werkdagen) de afwezigheden die een weerslag op de werking van het korps hebben. Bij voorbeeld : de afwezigheid heeft een vertraging in het onderzoek van de zaak tot gevolg; de zitting moet verzekerd worden door een collega, enz... 2
-2-
Magistraten
Gemiddelde personeelsformatie
Gemiddelde bezetting van de personeels2 formati
Delegaties
Afwezigheden om medische 3 redenen
Afwezigheden met weerslag op 4 de dienst
T
T
T
T
T
20,63
20,63
0,05
5
Andere afwezigheden
Opleidingen verstrekken
Deelnemen aan commissies
50 halve dagen
5 halve dagen
Niet rechtsprekende taken
Opleidingen volgen
143halve dagen
Beoordeling, beheers- en beleidstaken, enz 6
3 magistraten 100% 2 magistraent 80 à 99% 1 magistraat 60 à 79% 1 magistraat 30 à 49% 1 magistraat 10 à 29% 3 magistraten 1 à 9% 9 magistraten 0%
Toegevoegde magistraten Magistraten Art. 100 Ger. W. Plaatsvervangend e magistraten Referendarissen bij het Hof van cassatie Attachés Dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten Parketjuristen Secretarissen 7
15,04
13,26
1
0,60
220
23,00
2,5
32
Gemiddeld 54 %
6
in % ingenomen tijd Dat wil zeggen de personeelsleden die tot een van de volgende functies werden benoemd of deze met opdracht uitoefenen : hoofdsecretaris, secretaris en adjunct-secretaris.
7
-3-
Ander administratief personeel 8
5
Andere afwezigheden
Gemiddelde personeelsformatie
Gemiddelde bezetting van de personeels2 formati
Delegaties
Afwezigheden om medische 3 redenen
Afwezigheden met weerslag op 4 de dienst
Niet rechtsprekende taken
T
T
T
T
T
Opleidingen verstrekken
Deelnemen aan commissies
Opleidingen volgen
Beoordeling, beheers- en beleidstaken, enz 6
21,48
20,39
1
0,64
234
-
-
8
Gemiddeld 45 %
b) Buiten de personeelsformatie 9
Gemiddelde bezetting van de betrekkingen T
13
Andere afwezigheden Niet rechtsprekende Gemiddelde Delegat Afwezighed Afwezighed en met taken bezetting van ies en om 10 weerslag de betrekking medische 11 redenen op de 12 dienst T T T T Opleidingen Deelneme Opleidingen Beoordeling, beheers14 verstrekken n aan volgen en beleidstaken, enz commissie s
8
Vermeld zowel de statutaire als de contractuele betrekkingen. De gegevens dienen in voltijdse eenheden (V.T.E.) vermeld te worden. Zie voorbeeld hieronder. 10 De gegevens dienen in V.T.E. te worden. Voorbeeld: indien de personeelsbezetting per 1 juli van 35 naar 40 eenheden gaat, dan bedraagt het gemiddelde (40+35) : 2 = 37.5. Vermeld het aantal beschikbare personeelsleden. De personeelsleden die deeltijdse prestaties verrichten worden in de berekening opgenomen a rato van hun aanwezigheidsgraad. De personeelsleden met opdracht en de personeelsleden die een aan het korps externe opdracht vervullen zonder te zijn vervangen of zonder dat er een machtiging tot vervanging is, worden niet in aanmerking genomen bij de berekening. 11 Vermeld alle afwezigheden wegens medische redenen (ziekte, ongeval, bevallingsverlof, enz.). 12 Vermeld (in volledige en halve werkdagen) de afwezigheden wegens medische redenen (ziekte, ongeval, bevallingsverlof, enz.) die een weerslag op de werking van het korps hebben. Bij voorbeeld : de afwezigheid heeft een vertraging in het onderzoek van de zaak tot gevolg; de zitting moet verzekerd worden door een collega, enz... 13 Vermeld (in volledige en halve werkdagen) de afwezigheden die een weerslag op de werking van het korps hebben. Bij voorbeeld : de afwezigheid heeft een vertraging in het onderzoek van de zaak tot gevolg; de zitting moet verzekerd worden door een collega, enz... 9
-4-
Gemiddelde bezetting van de betrekkingen T
Contractuele juristen
1,60
Ander contractueel administratief personeel
7,60
13
Andere afwezigheden Gemiddelde Delegat Afwezighed Afwezighed Niet rechtsprekende bezetting van ies en om en met taken 10 de betrekking weerslag medische 11 redenen op de 12 dienst T T T T Opleidingen Deelneme Opleidingen Beoordeling, beheers14 verstrekken n aan volgen en beleidstaken, enz commissie s 1,60 0,01 2 8,5 Gemiddeld 76 %
7,60
2
0,15
56
-
-
35
Gemiddeld 47 %
Voorbeeld berekening gemiddelde personeelsformatie Op 01/01/T Op 15/09/T Op 01/12/T Berekening :
45 kaderbetrekking (V.T.E.) 3 betrekkingen toegevoegd (V.T.E.) 1 betrekking geschrapt (V.T.E.) aantal dagen tussen 15/09 en 31/12/T : 108 aantal dagen tussen 01/12 en 31/12/T : 31 Gemiddelde personeelsformatie in het jaar T : 45 + 0,89 – 0,08 = 45,81 Of 45 +(3x(108/365)) – (1x(31/365)) = 45,81
Voorbeeld berekening gemiddelde bezetting van de personeelsformatie
14
in % ingenomen tijd
-5-
- op 01/01/T : voor een personeelsformatie van 45 personen (V.T.E.), 37 15 werken voltijds, 2 halftijds en 4 à 4/5 prestaties (80%). Er zijn dus 2 betrekkingen van de personeelsformatie niet ingevuld; - op 01/06/T : hernemen 2 magistraten die 4/5 werkten hun job voltijds. Berekening De gemiddelde bezetting van de personeelsformatie in het jaar T : 41,20 + 0,23 = 41,43 d.w.z : 41,20 = 37 voltijdse + 2 halftijds + 4 à 4/5 prestaties, of 37 + 1 + 3,20 : 37 = voltijdse personen ; 1 = 2 halftijds = 2 x (183/365) 3,20 = 4 à 4/5 prestaties = 4 x (292/365) 0,23 = 2 x (1/5 x (214/365)) want vanaf 1 maart tot 31 december T presteren zij voltijds.
Voorbeeld gemiddelde betrekkingen buiten personeelsformatie Op 01/01/T 80 betrekkingen in de categorie « ander contractueel administratief personeel » Op 01/03/T worden 3 opstellers toegevoegd en 2 beambten geschrapt Berekening :
aantal dagen tussen 01/03/T en 31/12/T : 305 Gemiddelde betrekkingen buiten« administratief personeel » in het jaar T : 80 + 0,80 = 80,80 Of 80 +((3-2) x (305/365)) = 80,80
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
15 Van de 37 voltijdse personen is er b.v. 1 gedelegeerd of met zending (buiten het korps), maar deze werd vervangen gedurende het volledige jaar T. Bijgevolg blijft het totaal aantal voltijdse personen 37.
-6-
HOOFDSTUK II : LOGISTIEKE MIDDELEN 16
LOKALEN 1.
Zijn de lokalen waarover het korps beschikt gepast voor de uitoefening van de justitie ? Zijn de lokalen op een functionele wijze ingeplant voor personeel en publiek ? Zijn ze gecentraliseerd in één gebouw/locatie of gedecentraliseerd over verschillende gebouwen/locaties? Beschrijf de belangrijkste problemen die een vlotte werking hinderen (hou daarbij rekening met de mate van centralisatie van de lokalen, de vorm en de grootte ervan, de afstanden ertussen, enz…) en geef tevens aan of er al dan niet een afgrenzing bestaat tussen de lokalen bestemd voor het personeel en deze toegankelijk voor het publiek. Het parket-generaal is gecentraliseerd in het groot gerechtsgebouw alhier op de volledige tweede verdieping, na de verhuis van het parket van de procureur des Konings naar het nieuw gerechtsgebouw. Er zijn geen speciale lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek. Er is voldoende plaats voor de huisvesting van de magistraten, personeel en klassement van dossiers, een refter – die naam waardig – ontbreekt.
2.
Wordt het publiek bij aankomst in het gebouw aan een balie onthaald en verder geholpen? Is het onthaalpersoneel voor die functie geselecteerd en/of opgeleid ? In de grote inkomsthal is er een onthaalbalie waar het publiek wordt ontvangen en verder geholpen. Het ontvangstpersoneel is hiervoor opgeleid.
3. Is de toegang tot de lokalen die niet toegankelijk zijn voor het publiek op een of andere manier beveiligd? Worden verschillende vormen van veiligheidsvoorzieningen gebruikt (fysiek, procedures, personeel) ? De lokalen die niet toegankelijk zijn voor het publiek zijn beveiligd door een elektronisch systeem. Het gerechtsgebouw beschikt tevens over een huisbewaarder en vijf veiligheidsbeambten. 4. Zijn de lokalen in goede staat ? Worden ze goed onderhouden ? De staat van de lokalen dient verbeterd te worden. Het dagelijks (klein) onderhoud schenkt voldoening, doch er is een absolute nood aan een (uitblijvend) groot onderhoud (zoals bvb. schilder- en behangwerken, opfrissingswerken). 5. Zijn ze degelijk uitgerust (verlichting, meubilair, telefonie, informaticavoorzieningen) voor het vervullen van de dienst waarvoor ze gebruikt worden ? Ze zijn degelijk uitgerust wat betreft verlichting, meubilair en telefonie.
16
Als het antwoord op een vraag ongewijzigd blijft ten opzichte van het jaar T-1, vermeldt u “situatie ongewijzigd”
-7-
Alle personeelsleden beschikken over een eigen Pc, doch er is geen eigen informatiseringsprogramma voor het parket-generaal. Er kan tevens gewezen worden op het feit dat het informaticamateriaal grotendeels achterhaald is. 6. Is er voldoende ruimte om te parkeren voor het personeel? De magistraten hebben toegang tot de parking vóór het gerechtsgebouw. Een gedeelte van het parketpersoneel heeft toegang tot een nabijgelegen ondergrondse parkeergarage. 7. Is er voldoende ruimte om te parkeren voor de klant (advocaten, publiek, leverancier, etc)? Gaat het om een eigen parkeerterrein? Schets kort de voorzieningen op dat vlak. Er is geen parking voorzien voor de klant. 8. Is de signalisatie in het gebouw (de gebouwen) of de site adequaat? Geef kort de toestand weer daarbij rekening houdend met zowel het personeel als de klant en de wettelijke verplichtingen dienaangaande? De signalisatie betreffende de locatie van de verscheidene diensten is onvoldoende. De signalisatie inzake veiligheidsvoorschriften en vluchtwegen is in voldoende mate aangebracht. 9. Zijn de gebouwen en lokalen toegankelijk voor personen met een handicap? Geef kort de toestand weer. Het gebouw is toegankelijk voor personen met een handicap door middel van een speciaal aangebrachte buitenlift. De lokalen zijn eveneens toegankelijk. Er zijn twee liften in het gebouw. 10. Wordt in ieder gebouw waar het korps gehuisvest is, de wetgeving over het welzijn op het werk nageleefd? Deze wetgeving wordt in de mate van het mogelijke nageleefd. De brandveiligheid is ontoereikend.
-8-
INFORMATICA 1. Heeft het korps intranet17 en is elkeen (magistraten en secretariaatpersoneel) daarop aangesloten ? Geef toelichting. Alle magistraten en personeelsleden van het parket beschikken over intranet en hebben een login die toegang verschaft tot Omptranet. 2. Welke informatie wordt via het intranet aan het personeel aangeboden ? Op welke wijze en door wie wordt dit aanbod beheerd ? Alle informatie die door de Federale Overheidsdienst Justitie via het intranet wordt vrijgegeven is voor iedereen beschikbaar. 3. Is de uitwisseling van bepaalde informatie tussen personen aan de hand van email gemeengoed voor alle personeelsleden? Schets bondig de toestand op dat vlak en geef daarbij aan voor welke informatieverstrekking het gebruikt wordt ? De magistraten, de hoofdsecretaris, de secretarissen-hoofd van dienst en de secretarissen beschikken over een eigen e-mailadres. De andere personeelsleden beschikken over diensten-e-mails. Deze informatieverstrekking wordt gebruikt voor de uitwisseling van documenten tussen de magistraten en personeelsleden van het parket-generaal onderling en tussen het parket-generaal en allerlei instanties. 4. Is internet voor ieder personeelslid beschikbaar ? Beschrijf kort de toestand en geef daarbij aan voor welke informatievooziening internet gebruikt wordt. Internet is beschikbaar voor de magistraten, de hoofdsecretaris, de secretarissenhoofden van dienst en de secretarissen. Het wordt onder meer gebruikt om tegemoet te komen aan diverse opzoekingen, oplossen van moeilijkheden bij software en technische problemen op informaticagebied enzovoort. 5. Heeft het korps een website ? Zo ja, vermeld het adres. Ja: cfr. op www.juridat.be. Bovendien worden door een magistraat van het parketgeneraal te Gent, via het College van Procureur-generaals, inspanningen gedaan voor de creatie van een internetsite van het openbaar ministerie. De technische realisatie daarvan hangt evenwel af van het Centrum voor informatieverwerking van de FOD Justitie.
DOCUMENTATIEDIENST 1. Is er een documentatiedienst (= dienst die documenten verzamelt en / of verspreidt, en op verzoek actief documenten opspoort) ? Is er een bibliotheek ? Preciseer duidelijk over wat voor dienst het gaat. Het parket-generaal beschikt over een uitgebreide en goed gestructureerde documentatiedienst en er is een gemeenschappelijke bibliotheek.
17
Intern informaticanetwerk dat uitsluitend toegankelijk is voor leden van eenzelfde organisatie.
-9-
2. Is het één enkele documentatiedienst en/of bibliotheek voor het korps ? Of gaat het om een documentatiedienst en/of bibliotheek die gedeeld wordt met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie omdat deze bijvoorbeeld in hetzelfde gebouw zijn ondergebracht? Of bestaat er binnen het korps een opdeling in verschillende documentatiediensten en /of bibliotheken waar te nemen ? Of gaat het om een combinatie hiervan ? Beschrijf kort en bondig de situatie. Het betreft één enkele documentatiedienst voor het parket-generaal. Naast een eigen beperkte bibliotheek, bestaat een gemeenschappelijke bibliotheek voor het hof en het parket-generaal. 3. Wie beheert de documentatiedienst en/of bibliotheek ? Leg kort uit. -De documentatiedienst wordt beheerd door de procureur-generaal. Het personeel in deze dienst bestaat uit één secretaris, twee adjunct-secretarissen (waarvan 1 halftijds werkt), een assistent en twee medewerkers, onder leiding van de hoofdsecretaris. De bibliotheek wordt bemand door een personeelslid van de griffie van het hof en een personeelslid van het parket-generaal. 4. Hoe wordt de collectie van de bibliotheek bijgehouden/bijgewerkt ? Door twee personeelsleden (onder meer één beambte van het parket-generaal) worden de aanwezige werken in de bibliotheek elektronisch ingegeven. Daarnaast worden nog steekkaarten bijgehouden. 5. Oefent een personeelslid of team de functie van documentalist uit ? Welke kwalificatie (graad, diploma, opleiding) heeft dat personeelslid of hebben die personeelsleden? Neen.
6. Wordt de wetgeving er continu bijgehouden ? Zijn de wetgevingdossiers volledig (bijvoorbeeld met de voorbereidende werken) ? De wetgeving wordt continu bijgehouden en voorzien van de nodige voorbereidende werken.
BUDGET Er zijn 2 budgetten "kleine onkosten" die aan het korps worden toegekend. 1. Het budget "kleine onkosten" toegekend aan de Procureur-generaal bedroeg voor het jaar 2007 6.800,00 Euro. Dit budget dekt voornamelijk de uitgaven van aankopen van documentatie (onder meer nieuwe boeken en abonnementen op diverse dagbladen) voor de magistraten. Verder worden ook bureelbenodigdheden, drukwerken en het inbinden van omzendbrieven en dergelijke betaald. Het budget wordt beheerd door de hoofdsecretaris in opdracht van de Procureurgeneraal. 2. Het budget "secretariaatskosten" bedraagt 5.375,00 Euro. Hiermee worden de uitgaven voor bureelbenodigdheden, drukwerken, het inbinden van registers,
- 10 -
documentatie en andere aankopen nodig voor de goede werking van het parketsecretariaat betaald. Deze rekening wordt beheerd door de hoofdsecretaris. Dit budget is amper toereikend en hiermede kunnen slechts de hoogst noodzakelijke noden gedekt worden. Het budget "representatiekosten" bedraagt 2.500,00 Euro. Hiermee worden de uitgaven betaald die nodig zijn voor het organiseren van de werkvergaderingen ingericht door de Procureur-generaal. Tevens worden kleine geschenken betaald die dienen aangekocht in het kader van de uitoefening van het ambt van de Procureur-generaal. Ook de eindejaarsreceptie van het parket-generaal voor de magistraten, secretarissen, administratief personeel en gepensioneerden wordt hiervan betaald. Deze rekening wordt beheerd door de hoofdsecretaris in opdracht van de Procureur-generaal. Het bedrag is te klein omwille van de vele werkvergaderingen die thans worden georganiseerd.
- 11 -
HOOFDSTUK III : ORGANISATIE 1. Geef bij middel van een schema het organogram18 van het korps weer. De magistraten van het parket-generaal: Procureur-generaal wettelijk kader: 1 effectief 1.1.2007: 1 effectief 31.12.2007: 1
Eerste Advocaat-generaal wettelijk kader: 1 effectief 1.1.2007: 1 effectief 31.12.2007: 0
Advocaten-generaal wettelijk kader: 12
Substituten-procureur-generaal wettelijk kader: 9
effectief 1.1.2007: 12
effectief 1.1.2007: 8
effectief 31.12.2007: 11
effectief 31.12.2007: 8
18
Schema dat de structuur van het korps weergeeft met de onderscheiden organen en hoe zij zich onderling tot elkaar verhouden, eventueel aangevuld met een korte beschrijving van de uitgeoefende functies.
- 12 -
Het administratief personeel van het parket-generaal:
hoofdsecretaris wettelijk: 1 effectief 1.1.2007: 1 effectief 31.12.2007: 1
secretarissen-hoofd van dienst wettelijk: 2 effectief 1.1.2007: 2 effectief 31.12.2007: 2
secretarissen wettelijk: 6 effectief 1.1.2007: 6 effectief 31.12.2007: 6 (*) (**)
adjunct-secretarissen wettelijk: 7 effectief 1.1.2007: 7 (*) (**)
(*) 1: gedelegeerd COIV Brussel
(*) 1: halftijds (**) 1: vierdagenweek
(**) 1: vierdagenweek
effectief 31.12.2007: 7 (*) (*) 2: halftijds
vertaler wettelijk: 1 effectief 1.1.2007: 2 (*) effectief 31.12.2007: 2 (*)
jurist op arbeidsovereenkomst effectief 1.1.2007: 2 effectief 31.12.2007: 2
(*) 1: vertaler expertisenetwerken
opstellers wettelijk: 7 effectief 1.1.2007: 6 (*) (*) 1: vierdagenweek
beambten wettelijk: 9 effectief 1.1.2007: 8 (*) (*)1. gedelegeerd FOD Justitie (*) 1/2: toegevoegd bibliotheek HvB - Parket-generaal (*) 1: halftijds
adjunct-adviseur (statistisch analist) op arbeidsovereenkomst effectief 1.1.2007: 2 effectief 31.12.2007: 2
beambten op arbeidsovereenkomst effectief 1.1.2007: 8 (*) (*) 4: werkzaam voor archieven (*) 1: Lernout & Hauspie
effectief 31.12.2007: 9 (*) (*) 4: werkzaam voor archieven
effectief 31.12.2007: 7 (*) (*) 1: vierdagenweek
geschoold arbeider wettelijk: 2 effectief 1.1.2007: 1 (*)
effectief 31.12.2007: 8 (*)
(*) 1: Lernout & Hauspie
(*) 1:. gedelegeerd FOD Justitie (*) 1/2: toegevoegd bibliotheek HvB - Parket-generaal (*) 1: halftijds
administratief agent wettelijk: 3
medewerker op arbeidsovereenkomst (administratief agent)
effectief 1.1.2007: 2
effectief 1.1.2007: 1
effectief 31.12.2007: 2
effectief 31.12.2007: 1
arbeider op arbeidsovereenkomst effectief 1.1.2007: 1
(*) 1: halftijds
effectief 31.12.2007: 1 (*)
effectief 31.12.2007: 1
(*) 1: 4/5
Vanaf 1.12.2006 is de benaming van de volgende functies gewijzigd : - vertaler -> administratief deskundige - opsteller -> assistent - beambte, administratief agent, arbeider -> medewerker
- 13 -
2. Geef de dienstregeling van het korps Zie bijlage. BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
19
De lijst die de dienst van de zitting regelt zoals bepaald in artikel 318 Ger. W.
- 14 -
HOOFDSTUK IV : OVERLEGSTRUCTUREN 1. Beschrijf kort de structuur van het intern overleg (overleg binnen het korps). Op geregelde tijdstippen worden, zo ook in het jaar 2007, korpsvergaderingen met de Procureur-generaal en alle magistraten van het parket-generaal gehouden. De vergaderingen strekken er voornamelijk toe wederzijds informatie uit te wisselen, de interne werking en organisatie van het parket-generaal te bespreken en prioriteiten voor de toekomst te bepalen. Dergelijke vergaderingen vonden plaats op 21.02.2007, 22.06.2007 en 19.12.2007. Naast deze formele vergaderingen, onderhoudt de Procureur-generaal uiteraard dagelijks informele punctuele contacten met zijn magistraten. Ook dagelijks pleegt de Procureur-generaal overleg met de hoofdsecretaris van het parket-generaal in verband met de organisatie en werking van het parketsecretariaat. Evenzo werd, ook in het jaar 2007, punctueel overleg gepleegd tussen de substituten-procureur-generaal en de advocaat-generaal belast met de uitbouw van de relaties met de parketten. Elke substituut-procureur-generaal is belast met de dagelijkse contacten met een welbepaald parket van het rechtsgebied. Het overleg strekt ertoe onderling informatie uit te wisselen, na te gaan hoe deze contacten kunnen worden geoptimaliseerd en hoe afstemming kan worden bekomen van de wijze waarop de contacten worden uitgeoefend.
2. Is er gestructureerd verticaal overleg met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie (bijvoorbeeld tussen parket en parket-generaal, met het parket-generaal bij het Hof van Cassatie, enz…) ? Zo ja, beschrijf kort met wie en hoe dat geregeld is en geef daarbij de belangrijkste doelen en resultaten aan, aan de hand van onderstaande tabel. De Procureur-generaal onderhoudt rechtstreekse contacten met de procureurs des Konings. Conform artikel 138 al.2 Ger.W ontmoet de Procureur-generaal alle procureurs des Konings van het rechtsgebied. Behoudens het overleg over de coherente en geïntegreerde uitoefening van de strafvordering, wordt tevens van gedachten gewisseld over louter beleidsmatige aangelegenheden. Dit soort vergaderingen kan beperkt worden tot het wettelijk aantal omdat voor de meeste problemen via rechtstreekse contacten tussen de magistraten van het parketgeneraal en de parketten van eerste aanleg een oplossing kan worden uitgewerkt. Van deze “ressortvergaderingen” worden notulen opgesteld, die aan de procureurs des Konings en de magistraten van het parket-generaal worden toegezonden via intranet, waardoor de plaatselijke verspreiding binnen de parketten gemakkelijker wordt. Dergelijke vergaderingen vonden plaats op 15.03.2007, 19.06.2007, 18.09.2007 en 13.12.2007 .
Naast frequente contacten tussen de contactmagistraat en de procureur des Konings en de leden van zijn parket, staan ook de andere leden van het parket-
- 15 -
generaal, elk binnen hun specialisatiedomein, open voor vragen om ondersteuning vanwege de parketten van eerste aanleg. Deze contacten kunnen verlopen, hetzij via de contactmagistraat, die een probleem onder de aandacht van zijn collega brengt, hetzij rechtstreeks. In het jaar 2007 werd ook het systeem van de periodieke contactvergadering tussen enerzijds de procureur des Konings en anderzijds de respectieve contactmagistraat voor bepaalde arrondissementen verder toegepast. Op deze contactvergaderingen worden o.m. de zaken ‘langdurig onderzoek’ besproken. Tevens kunnen bepaalde problemen die zich voordoen in concrete dossiers aangekaart worden en wordt aldus gezamenlijk naar oplossingen gestreefd. De Procureur-generaal of zijn vervanger is eveneens aanwezig op de bijeenkomsten van de Vaste Vergadering van de korpschefs, die samengeroepen worden op initiatief van het Hof van Cassatie. Dergelijke vergaderingen vonden plaats op 8.02.2007, 26.04.2007 en 6.12.2007 .
3. Is er gestructureerd horizontaal overleg met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie (bijvoorbeeld met rechtscolleges, andere parketten, enz.) ? Zo ja, beschrijf kort met wie en hoe dat geregeld is en geef daarbij de belangrijkste doelen en resultaten aan, aan de hand van onderstaande tabel. In 2007 nam de Procureur-generaal deel aan 22 vergaderingen van het College van Procureurs-generaal zowel intern als met verscheidene andere actoren van Justitie.
De nationale expertisenetwerken blijven beleidsondersteunend en beleidsvoorbereidend werk leveren ten behoeve van alle magistraten van het Openbaar Ministerie. De expertisenetwerken vormen ook een eerste aanspreekpunt en liaison binnen het College van Procureurs-generaal voor de diverse geledingen van het Openbaar Ministerie. Zij onderhouden contacten met personen en diensten, die intern of extern het Openbaar Ministerie in de behandelde materie actief zijn (politiediensten, inspectiediensten, Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, e.a.). Op 21 maart 2007 werd op voorstel van de Procureur-generaal te Gent het expertisenetwerk ‘Informatiehuishouding van het openbaar ministerie’ (IHOM) opgericht. Dit expertisenetwerk heeft tot doel, onder meer door de uitwerking van concrete projecten, de website van het openbaar ministerie Omptranet verder uit te bouwen ten behoeve van alle magistraten en de personeelsleden van het Openbaar Ministerie en in het bijzonder ten behoeve van het College van Procureurs-generaal, dit alles onder het beheer van de Procureur-generaal te Gent. De werkzaamheden van het Expertisenetwerk kaderen daarbij in de verdere ontwikkeling van de informatiehuishouding van het Openbaar Ministerie, de
- 16 -
voorbereiding van partnerships met de federale en lokale politie, inspectiediensten en federale overheidsdiensten, andere dan de FOD Justitie. Het expertisenetwerk IHOM, waarvan de hoofdcoördinator en tevens projectverantwoordelijke voor Omptranet een advocaat-generaal van het parketgeneraal te Gent is, kwam in 2007 samen op 20 juni (onder voorzitterschap van de Procureur-generaal te Gent) en op 8 november. Sinds 2002 functioneert op nationaal niveau ook een informeel expertisenetwerk “jeugdbescherming” (waarvan de jeugdmagistraten van de vijf parkettengeneraal deel uitmaken). Dit informeel expertisenetwerk vergadert thans reeds gemiddeld een vier tal keren per jaar. Ondertussen werd door het College van procureurs-generaal de beslissing genomen om het bestaan van dit informeel expertisenetwerk te officialiseren teneinde ondersteunend werk te leveren ten behoeve van het Openbaar Ministerie alsmede te zorgen voor een coherente en gecoördineerde uitwerking van het strafrechtelijk beleid inzake jeugdbescherming. Alsdan zal het netwerk het eerste aanspreekpunt vormen voor het federaal parket, de parketten-generaal, de arbeidsauditoraten-generaal, de parketten van eerste aanleg en de arbeidsauditoraten en tevens contacten onderhouden met personen, diensten of instellingen die extern het Openbaar Ministerie betrokken zijn bij de materie jeugdbescherming, zoals diensten voor jeugdzorg en jeugdbescherming, vertegenwoordigers van het directoraat-generaal Wetgeving, fundamentele rechten en vrijheden van de FOD justitie, de dienst voor het strafrechtelijk beleid, het N.I.C.C, politiediensten e.a. Onder impuls van dit expertisenetwerk wordt thans ook gewerkt aan het opstarten van een rubriek jeugdbeschermingsrecht op het Omptranet. Actueel is op het Omptranet reeds een rubriek “documentatie van het informeel expertisecentrum jeugdrecht van de magistraten van het ressort Gent” actief.
De vier ressortelijke expertisecentra, die in de loop van 2005 werden opgericht m.n. Strafprocesrecht, Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening, Economisch, Financieel en Fiscaal recht en Internationale Samenwerking in Strafzaken, waren in de loop van 2007 operationeel en zorgden voor een verregaande informatieuitwisseling – doorstroming, zowel bottom up als top down (van het parket-generaal naar de parketten toe en omgekeerd) als transversaal binnen de korpsen. Binnen het ressortelijk expertisecentrum strafprocesrecht gebeurden de onderlinge contacten tussen de leden vooral via e-mailberichten. De vragen en antwoorden (zowel van de parketmagistraten als van de coördinator) werden steeds in kopie overgemaakt aan alle leden van het expertisecentrum en aan de procureurs des Konings die daaromtrent vragende partij waren.Deze berichten van de coördinator werden tevens verspreid als (genummerde) informatiestromen, met kopie aan de collega’s van het parket-generaal.
- 17 -
Hiervoor werd gebeurlijk contact opgenomen met de hoofdcoördinator van het (nationaal) expertisenetwerk ‘strafrechtspleging en strafrechtelijk beleid’ zodat uniformering ruim bewerkstelligd werd. Het ressortelijk expertisecentrum Internationale Samenwerking (REIS) is in 2007 niet in vergadering bijeengekomen. Alle relevante informatie en documentatie werd via elektronische weg aan de referentiemagistraten overgemaakt en ook ter beschikking gesteld op de website Omptranet. Aldus werden in 2007 53 informatieve memo’s verspreid.
Op 9 oktober 2007 ging een eerste vergadering door van het ressortelijk expertisecentrum ‘nationaliteit’. Dit expertisecentrum heeft tot doel de kennisdeling te bevorderen in de soms complexe materie van de nationaliteitsverklaring en de staatlozen. Doordat vooral de kleinere of niet-grootstedelijke parketten minder frequent worden geconfronteerd met deze materies, was het aangewezen een structuur in het leven te roepen die de tijd die door deze parketten wordt besteed aan de investering in kennis en kunde zoveel mogelijk zou beperken. Op die manier worden sinds de oprichting van dit expertisecentrum allerhande nuttige documenten zoals rechtspraak en modellen van conclusies en beroepsakten op Omptranet geplaatst. Overigens hebben inmiddels volgende ressortelijke expertisecentra hun weg gevonden naar Omptranet : verkeer, leefmilieu, internationale samenwerking in strafzaken, mensenhandel-mensensmokkel, strafvordering, sociaal recht en nationaliteit.
Met de andere parketten-generaal wordt ook geregeld overleg gepleegd bij de voorbereiding van richtlijnen en gemeenschappelijke omzendbrieven. Dit was ook het geval bij de evaluatie van de uniforme richtlijnen in verband met de inwerkingtreding van artikel 216bis WbSv. Tijdens diverse ressortvergaderingen alhier streefde de Procureur-generaal immers naar een meer uniform beleid inzake minnelijke schikkingen. Tijdens de vergadering van 6 februari 2007 hebben de leden van het Expertisenetwerk “Strafrechtelijk Beleid en Strafrechtspleging” beslist een subwerkgroep “minnelijke schikkingen” op te richten, waarin onderzocht wordt in welke mate de afhandeling van bepaalde misdrijven door middel van minnelijke schikkingen zou kunnen aanbevolen worden. Die subwerkgroep, samengesteld uit magistraten van de parketten-generaal en van de parketten, bijgestaan door een adjunct-adviseur van het College van procureurs-generaal en door statistisch analisten kwam inmiddels bijeen op 7 juni 2007. Thans wordt, mede aan de hand van gedetailleerde statistieken aan elke procureur des Konings gevraagd zijn strafrechtelijk beleid, vooral in het licht van de minnelijke schikkingen, toe te lichten.
4. Is er gestructureerd overleg met de actoren die extern zijn aan de rechterlijke organisatie (balie, FOD Justitie, enz.) ? Zo ja, geef een korte beschrijving aan
- 18 -
de hand van onderstaande tabel ; geef ook de belangrijkste doelen en resultaten van dat overleg aan20. Conform artikel 9 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt nam de Procureur-generaal of zijn vervanger deel aan de vergaderingen van het provinciaal veiligheidsoverleg met de gouverneur en de politiediensten. Dergelijke vergaderingen vonden voor de provincie Oost-Vlaanderen plaats op 22.01.2007 en 17.04.2007 . Voor de provincie West-Vlaanderen werden vergaderingen gehouden op 26.02.2007, 23.04.2007, 18.06.2007 en 22.10.2007.
De Procureur-generaal is waarnemend lid van het College voor Inlichting en Veiligheid (samenstelling: zie KB 21 juni 1996) dat in 2007 negen keer vergaderde. De overlegvergaderingen waarvan hierboven sprake onder de punten 1, 2, 3 en 4 werden eveneens in onderstaande tabellen verwerkt. In deze tabellen wordt derhalve een exhaustieve lijst weergegeven van de contacten die het korps onderhoudt. Weliswaar heeft niet elke vergadering een onmiddellijke en duidelijke verbetering voor gevolg. Naast de hierna vermelde vergaderingen geschiedt uiteraard heel wat informeel overleg, zowel telefonisch als via e-mail.
20
De vragenlijst is voor alle korpsen identiek. Mogelijk zijn sommige overlegstructuren dan ook niet van toepassing voor uw korps.
- 19 -
Aantal De magistraten van het korps
enkele
Doelen / Resultaten •
•
opvolging van het project ‘doorlooptijd correctionele dossiers’ en bespreking van de problematiek van de gerechtelijke achterstand overleg betreffende de implementatie van de verticale integratie
De magistraten van een ander korps/andere korpsen Het college van Procureursgeneraal
12 2
• •
vergaderingen College vergaderingen College onder voorzitterschap van de Minister
1
•
4
•
overlegvergadering met het Bureau van de Raad van Procureurs des Konings overlegvergadering met de Commissaris-generaal van de Federale politie vaste vergaderingen van de korpschefs overlegvergadering tussen het Nederlandse en Belgische College van procureurs-generaal overlegvergadering met het Bureau van de Raad van Arbeidsauditeurs vergadering met het Bureau van de Hoge Raad voor de Justitie seminarie Ophain: gedachtewisseling betreffende een nieuw openbaar ministerie opstellen memorandum van het openbaar ministerie ten behoeve van de nieuwe minister van justitie
3 1
De zetel
• •
1
•
1
•
1
•
1
•
enkele
•
overleg met Eerste Voorzitter en/of met de balie i.v.m. gerechtelijke achterstand in de correctionele kamers in het Hof van beroep
- 20 -
Aantal Het parket-generaal en de parketten
2
•
evaluatie en bijsturing van een gemeenschappelijk verkeersbeleid, bespreken van gewijzigde wetgeving en reglementering en van de bezoeken aan de politieparketten met optimalisering van de werking ervan.
4
•
15
•
vergaderingen met alle procureurs des Konings van het ressort: besprekingen beleidsmatige problemen contactvergaderingen
3
•
2
Het parket-generaal
Het federaal parket
Doelen / Resultaten
•
5
•
2
•
3
•
enkele
•
Andere parketten-generaal en 3 parketten 2 3 1
• • • •
vergaderingen met de parketten van Ieper en Kortrijk inzake opzetten van samenwerkingsverbanden ter uitvoering van het beleidsplan van de Procureur-generaal organisatie van selectietest voor toekomstige parketjuristen voorbereiding en uitvoering van de zelfevaluatie van het parket-generaal i.h.kader van het project IKZ zittingen Nationale Tuchtraad gedachtewisseling i.v.m. het ontwerpen van een huisstijl en logo vergaderingen in verband met operationele dossiers (o.a. Icarus) problematiek strafuitvoeringsrechtbanken parketstatistieken problematiek intrafamiliaal geweld minnelijke schikkingen
Andere parketten-generaal/ auditoraten-generaal
- 21 -
Aantal Andere parketten-generaal
Enkele
Doelen / Resultaten • • •
voorbereiding gezamenlijke omzendbrieven problematiek van het jeugdrecht overlegvergaderingen inzake leefmilieu en ruimtelijke ordening slachtofferonthaal bemiddeling in strafzaken
6 2
• •
Magistraten en adjunct- 4 adviseur secretariaat College
•
Oost-Vlaamse Politieacademie
4+3
•
West-Vlaamse politieschool
1
•
Algemene vergadering en raad van bestuur (bespreking opleidingsprogramma)
De politiediensten, het BIVV, het Vlaams Steunpunt verkeerskunde, verenigd in het Vlaams Forum Verkeersveiligheid
8
•
het streven naar een betere verkeershandhaving in Vlaanderen
De politiediensten
3
•
evalueren van de software ‘Poloffice’
De politiediensten en andere organisaties (oa. B.I.V.V.), in de Federale Commissie voor de verkeersveiligheid en andere werkgroepen
1
•
het bespreken van de aanpassingen aan de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid en haar uitvoeringsbesluiten.
De politiediensten: - de gerechtelijke diensten - de andere diensten De gerechtelijke diensten
Voorbereiden omzendbrieven verkeer n.a.v. nieuwe wetgeving Vergaderingen Raad van Bestuur en andere
- 22 -
Aantal
Doelen / Resultaten
7
•
optimaliseren slachtofferonthaal en bemiddeling in strafzaken na de overheveling van de justitieassistenten naar de dienst Justitiehuizen en BPR Justitiehuizen en herstelbemiddeling.
2
•
1
•
vergadering i.v.m. Juridat en informatisering JustScan
FOD Justitie en anderen
11
•
Solimag
2
De Hoge Raad voor de Justitie
Verschillende
•
7
•
1
•
de justitiehuizen
Andere:
Centrum voor Informatieverwerking (FOD)
•
Bijstandsmagistraat Residuen 12 en Voedsel-veiligheid/leden van de parketten van het land
•
Expertisenetwerk Residuen en Voedsel-veiligheid / leden van de Interdepartementale Coördinatiecel voor de Controle op de voedselveiligheid
2
•
Expertisenetwerk Residuen en Voedsel-veiligheid / andere leden expertisenetwerk
1
•
Expertisenetwerk Residuen en Voedsel-veiligheid/leden Multidisciplinaire Hormonencel
13
•
overleggroep kindermishandeling bespreking jaarverslag en nieuwe initiatieven voorbereiding van scholing alternatieve sancties maatregelen ronde tafel deontologie
bijen
streven naar coördinatie en betere uitvoering van het opsporings- of gerechtelijk onderzoek in punctuele dossiers in overleg met de diverse externe partners, stroomlijnen van het strafrechtelijk beleid inzake residuen en voedselveiligheid, dat ondermeer geleid heeft tot de aanbevelingen van ITTRE II. Op 30.03.2007 werd een geactualiseerde samenvattende nota voorgelegd aan en bevestigd door de ministerraad vergadering coördinatieteam ter verbetering van de werking van het expertisenetwerk en het benaarstigen van de contacten tussen de diverse leden in overleg met de leden van de multidisciplinaire hormonencel, uitstippelen van terreinacties op basis van strategische en operationele analyses
- 23 -
Aantal Expertisenetwerk Residuen en Voedsel-veiligheid / leden Multidisciplinaire Fraudebestrijdingscel voor de Veiligheid van de Voedselketen
2
Expertisenetwerk Residuen en Voedsel-veiligheid/leden FAVV
4
Doelen / Resultaten •
•
Expertisenetwerk Residuen 1 en Voedsel-veiligheid/leden hoofdbestuur federale politie DGJ/DJB/Horm
•
Expertisenetwerk Residuen 1 en Voedselveiligheid/ samenwerking met Nederlands platform hormonen
•
Expertisenetwerk Residuen 2 en Voedsel-veiligheid/leden van de Werkgroep Dopingbestrijding Vlaanderen
•
Expertisenetwerk Residuen 1 en Voedsel-veiligheid/ leden Raad van Europa
•
Expertisenetwerk Groot- 1 Banditisme: algemeen
•
in overleg met de leden van de multidisciplinaire vleesfraudecel, bepalen van actieplannen inzake individuele dossiers die rechtstreeks verband houden met grootschalige fraude inzake voedselveiligheid in overleg met de leden van het FAVV, een betere samenwerking nastreven met uitwisseling van informatie en het op elkaar afstemmen van de onderzoekshandelingen in overleg met de leden van het hoofdbestuur federale politie DGJ/DJB/Horm, een betere samenwerking nastreven met uitwisseling van informatie en het op elkaar afstemmen van de onderzoekshandelingen overleg plegen over de actuele stand van het opsporen en identificeren van verboden residuen in de voedselketen en de samenwerking tussen België en Nederland stroomlijnen van de samenwerking tussen Justitie en de Vlaamse Gemeenschap op het vlak van de dopingbestrijding via internationaal overleg tussen bijstandsmagistraat Residuen en Voedselveiligheid en de leden van de Raad van Europa komen tot de voorbereiding en de realisatie van internationale wetgevende initiatieven inzake ‘Counterfeit Medicines’ bijeenkomst van het coördinatieteam
- 24 -
Aantal Expertisenetwerk GrootBanditisme: bijzondere opsporingsmethoden
Doelen / Resultaten
4
•
3
•
3
•
2
•
3
•
Expertisenetwerk GrootBanditisme: bedreigde getuigen
8
•
Expertisenetwerk GrootBanditisme: partnership
2
•
begeleidingscommissie “Millennium”, waarbij maatregelen werden geconcipieerd ter vrijwaring van de anonimiteit en de veiligheid van de met de toepassing van BOM belaste politieambtenaren , BOM seminarie (2 dagen) BTS dag (1 dag) Werkgroep LEXPO, die zich buigt over concrete cases, rechtspraak, FAQ’s, het ontwikkelen van best practices en het updaten van een codex BTS . rapportageplicht (COL 17/2006) artikel 90 decies SV Bespreking van voorstel federale politie ‘cultivation’ informanten – voorstel EU undercoveragenten – vragenlijst EU undercoveragenten Zittingen getuigenbeschermingscommissie met inbegrip van de vergaderingen gewijd aan de voorstellen van aanpassing van de wet deelname aan de vergaderingen van de federale stuurgroep
- 25 -
Aantal Expertisenetwerk GrootBanditisme: terrorisme
6
Doelen / Resultaten •
1
•
2
•
2
•
3
1 1
•
• •
voorbereiding en plaatsgrijpen EU seminar terrorisme ontmoeting met USA – Counter Terrorism Center uitwerking GTOM (gespecialiseerd team OM) werkgroep internationale signalering terro uitwerking Ocod (centraal orgaan dreigingsanalyse) netwerk reflectiedag terrorisme informatie-uitwisseling terrorisme redactie jaarrapport georganiseerde criminaliteit in België Uitwerken van een geactualiseerde aanpak van de rondtrekkende dadergroeperingen (ministerieel document + omzendbrief College) Voorbereiding omzendbrief ivm Tiger Kidnapping Vastleggen van de opsporingsactiviteiten die op internet mogelijk zijn bespreking van de zeer diverse problematiek met betrekking tot de politie in relatie met het OM
Expertisenetwerk GrootBanditisme: georganiseerde criminaliteit Expertisenetwerk GrootBanditisme: rondtrekkende dadergroeperingen
2
•
7
•
Expertisenetwerk GrootBanditisme: gijzeling
1
•
Expertisenetwerk GrootBanditisme: internetrecherche
6
•
Expertisenetwerk Politie:
3
•
Expertisenetwerk Strafrechtelijk beleid en strafrechtspleging
3
•
4
•
1
begeleidingscomité onderzoek IKZ binnen het parket periodieke beleidsvoorbereidende vergaderingen
Expertisenetwerk Mensenhandel en mensensmokkel
4
actuele problemen i.v.m. strafrechtspleging gedachtewisseling binnen de verschillende werkgroepen omtrent de uitvoering en opvolging beleidsplan OM
- 26 -
Aantal Expertisenetwerk Ecofin
7
Doelen / Resultaten • •
• •
Expertisenetwerk Informatica 1
• •
Expertisenetwerk Militair Strafrecht
5
• •
• •
•
•
bespreking van de nieuwe wetgeving inzake namaak problematiek inzage gerechtelijke dossiers door fiscale ambtenaren na het KB van 27.04.2007 op de gerechtskosten bespreking protocol inzake ‘grote fraude’ interpretatie en toepassing van de wet van 10.05.2007 inzake witwas en fiscale fraude evaluatie jaarstatistieken Openbaar Ministerie voorbereiden jaarstatistieken bijdrage voor het werkingsverslag van het College voorbereiding van een nieuwe omzendbrief ‘Wegverkeer bij het leger’ (COL 4/2007 van 1.07.2007) voorbereiding van een ressortelijke omzendbrief betreffende de aanhouding en het verhoor door de onderzoeksrechter van personen aan de militaire wetten onderworpen na feiten gepleegd in het buitenland – artikel 16 van de wet van 20.09.1990 en artikel 9 van de wet van 20.07.2006 voorbereiding van de algemene vergadering van het expertisenetwerk met als onderwerp de financiële procedures in het leger vergadering met de referentiemagistraten militair strafrecht en voorstelling omptranet – militaire kwalificaties e.a.
- 27 -
Aantal Expertisenetwerk Leefmilieu
8
Doelen / Resultaten • • •
• •
Expertisenetwerk IHOM
2
INTERNATIONALE BETREKKINGEN 1. Algemene overleggroep internationale samenwerking in strafzaken
3
• •
•
• •
•
•
•
informatieverdeling medewerking aan de werkgroep kwalificaties opstellen prioriteitenlijst vervolgingsbeleid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening bespreking van nieuwe wetgevende initiatieven bespreking met vertegenwoordigers van administraties en politiediensten i.v.m. het vervolgingsbeleid vergaderingen coördinatieteam Onder meer leidend tot of met betrekking tot:Ontwerp van tweede addendum aan de COL 16/2003 betreffende de ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht COL 5/2007 betreffende het beginsel van de wederzijdse erkenning van de rechterlijke beslissing in strafzaken Circulaire R.nr 19/2007 in verband met de asset sharing Wet van 15 mei 2007 tot wijziging van de uitleveringswette Reeks van Belgische adviezen/standpunten inzake verschillende initiatieven van de EU en van de R.v.E. Vastleggen van de lijst van landen met dewelke prioritair rechtshulpverzoeken dienen afgesloten Uitwerken van een voorontwerp van wet betreffende de internationale verstrekking van politiële informatie
- 28 -
Aantal 2. Specifieke werkgroepen 3
Doelen / Resultaten
•
•
12
14
2
1 Relaties met Veiligheid van 9 de staat College voor Inlichting en Veiligheid
Werkgroep Europees aanhoudingsmandaat (EAM): behandelen specifieke vragen en casussen en specifiek overleg met Nederland Voorbereiding seminaries / opleidingen / vormingssessies (basisopleiding internationale samenwerking – opleiding vergelijking Nederlandse, Duitse en Belgische rechtsstelsels – seminar samenwerking BelgiëNederland •
Vergaderingen ad hoc (samenwerking BelgiëNederland inzake drugs verbindingsmagistraten en verbindingsofficieren – vragenlijst Eurojust – website IPS – impact strafuitvoeringsrechtban k op internationale samenwerking – strategisch Comité België-Frankrijk • Euregionaal Veiligheidsoverleg Scheldemond: algemene vergaderingen, • Euregio Scheldemond werkgroep drugs in verkeer Voorbereiding en uitvoering van de politiek inzake inlichtingen en inzake de bescherming van gevoelige informatie (onder meer COL 2/2007 betreffende Coördinatieorgaan Dreigingsanalyse en het OCAD netwerk BIN II, voorontwerp van wet betreffende de methodes voor het verzamelen van gegevens door inlichtingen-en veiligheidsdiensten, actieplan wetenschappelijk economisch potentieel, richtlijn activering geclassificeerde documenten, dreiging van elektronische aanvallen)
- 29 -
Aantal
Doelen / Resultaten
Ressortelijke expertisecentra
2
•
evaluatie verkeersbeleid
Bemiddeling in strafzaken 1
•
evaluatie bemiddeling in strafzaken in het ressort
Strafuitvoering
5
•
bespreking inwerkingtreding wet en uitvoeringsbesluiten
Nationaliteit
2
•
opstartvergadering en werkvergadering ‘staatlozen’
6
•
bespreking en voorbereiding van provinciale acties inzake veiligheid het bespreken van initiatieven ter preventie van de criminaliteit op provinciaal niveau
Verkeer
Gouverneurs
5
•
Arrondissementscommissaris- 10 sen, verbindingsambtenaren van de gouverneur en politie
•
uitwerken van een eenvormig verkeersbeleid in de beide provincies
- 30 -
Aantal Website Openbaar Ministerie “OMPTRANET”
Begeleidingscomité ‘Werklastmeting’
Commissie voor bescherming van persoonlijke levenssfeer
Doelen / Resultaten
3
•
2
•
1
•
1
•
1
•
2
•
8
•
4
•
1
•
vergadering met parketcriminologen jeugd en gezin
3
•
presentaties OMPTRANET
1
•
vergadering met de Voorzitter van comité PHENIX
1
•
vergadering in het kader van “Laurence”
1
•
1
•
vergadering hoofdcoördinatoren expertisenetwerken vergadering met COIV
3
•
de 1 de
•
vergaderingen met de firma Oracle vergaderingen met de federale politie vergadering met federaal parket vergadering met het secretariaat College vergadering voorzitter commissie modernisering rechterlijke orde vergadering voorzitter commissie bescherming persoonlijke levenssfeer verzorgen opleiding OMPTRANET vergaderingen met het CIV.
implementatie project ‘werklastmeting’ voor parketten en parkettengeneraal mogelijkheden nagaan voor een efficiëntere verwerking van de gegevens inzake verkeersmisdrijven
FOD Economie
1
•
BIVV
6
•
Parlement
1
•
bespreking problemen inzake wetgeving en reglementering ‘Carpass’ problemen handhaving en statistische verwerking verkeer hoorzitting in de Kamer inzake verkeer
- 31 -
Aantal Vlaamse Gemeenschap
Brussels Gewest
Doelen / Resultaten
1
•
1
•
1
•
•
Federale Regering (FOD 1 mobiliteit), Vlaams Gewest en 1 politie
Federale mobiliteit)
COIV
Regering
(FOD
•
1
•
1
•
1
•
De hoofdsecretaris en het 5 personeel
•
•
Hoofdsecretarissen van het 3 ressort
•
Hoofdsecretaris parket1 generaal en systeembeheerders van de parketten van het ressort
•
•
Hoofdsecretaris parket1 generaal en systeembeheerders van de politieparketten van het ressort
• •
Staten-Generaal verkeersslachtoffers Vlaams inburgeringsdecreet Staten-Generaal verkeersveiligheid
Staten-Generaal verkeersveiligheid bespreken ontwerp omzendbrief inzake wegdekbeschadiging door gewichtsoverschrijding (latere R. 31/07 van 6.09.2007) contacten voor het bekomen op digitale drager van prestaties inzake verkeersactieplannen verstrekken van uitleg over reglementering inzake verval bespreking van een efficiëntere methode voor verbeurdverklaring
bespreekbaar maken van de noden, wensen maar ook eventuele tekortkomingen van de verschillende diensten zoeken naar oplossingen om het parketsecretariaat beter te laten functioneren streven naar een betere en nauwere samenwerking tussen de parketten van het ressort benaarstigen van een betere samenwerking en van een eenvormige bevraging van het informaticasysteem van de parketten van eerste aanleg Bieden van oplossingen voor specifieke problemen van registraties Benaarstigen van een betere samenwerking Bieden van oplossingen voor specifieke problemen van registraties
- 32 -
Aantal Hoofdsecretaris parket5 generaal en leden van de projectgroep en stuurgroep "werklastmeting" Hoofdsecretarissen parketten-generaal
van
de 8
Hoofdsecretaris met 3 3 collega's van de Raad van Hoofdsecretarissen en de Voorzitter en Directeurgeneraal van het Directie Comité van de FOD Justitie Hoofdsecretaris met leden 6 van de Regie der Gebouwen Hoofdsecretaris met hoofdsecretarissen van Rijk
de 3 het
Doelen / Resultaten •
begeleiding van het project "werklastmeting" in de parketten-generaal
•
realisatie van een informaticaprogramma "PAGE" voor de parkettengeneraal overleg om voor problemen van de parketten en auditoraten van het Rijk een oplossing te vinden
•
• •
overleg in verband met de huisvesting van het parketgeneraal overleg om voor problemen van de parketten en auditoraten van het Rijk een oplossing te vinden
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
- 33 -
HOOFDSTUK V : STATISTIEKEN BETREFFENDE INKOMENDE EN UITGAANDE DOSSIERS EN HANGENDE ZAKEN 1. Verschillen de gegevens die het korps registreert van deze die door de Federale Overheidsdienst Justitie worden aangemaakt en gepubliceerd ? De verwerking van de statistische gegevens voor beide instanties is gebaseerd op dezelfde primaire bron. Voor de parketten bij de rechtbank van eerste aanleg wordt gebruik gemaakt van de administratieve gegevensbank van de statistisch analisten van het College van Procureurs-generaal. Voor de overige instanties baseert men zich op de ingevulde standaardformulieren. Er bestaan echter wel verschillen die zich hoofdzakelijk manifesteren inzake de telregels. 2. In bevestigend geval, geef aan waarin ze verschillen (eventueel per materie te specificeren) en geef, wanneer dit het geval is, duidelijk aan welke rol het eigen systeem van registratie en verwerking van gegevens speelt in de werking van het korps. Wat betreft het Hof van Beroep zijn er eind 2003 duidelijke afspraken gemaakt over de herkomst en de betekenis van de statistische gegevens die naar buiten worden gebracht (Jaarcijfers Hof van Beroep. Methodologische richtnota). Deze afspraken werden ook verder in 2007 nageleefd. De parketten van eerste aanleg registreren de correctionele zaken in het geïnformatiseerde systeem REA/TPI. Vanaf 2003 gebeurt de statistische verwerking door de statistische analisten bij het College van Procureurs-generaal en bij de parketten-generaal. Om mogelijke verschillen in cijfers te vermijden, verzamelt de FOD Justitie voor deze instanties zelf geen jaarcijfers meer , maar baseren zij zich op de nationale jaarstatistiek, geproduceerd door de statistisch analisten. De cijfers, die door het parket-generaal geproduceerd worden, zijn eveneens gebaseerd op dezelfde administratieve gegevensbank en dezelfde procedures worden gehanteerd. Indien er verschillen optreden is dit te wijten aan de telregels en methodologische afspraken. Bijvoorbeeld de nationale parketstatistiek is volledig gevrijwaard van de politieberoepen, terwijl deze wel zijn opgenomen in de mercuriale, gepubliceerd door het parket-generaal. Voor de andere afdelingen van de parketten (jeugd-, politieparket en civiele zaken), de auditoraten en het auditoraat-generaal vraagt de FOD jaarlijks statistische gegevens op door middel van standaardformulieren. De antwoorden op deze formulieren vormen tevens de basis voor de statistieken en de mercuriale van de Procureur-generaal en zouden aldus niet mogen verschillen van de cijfers, gepubliceerd door FOD Justitie.
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
- 34 -
HOOFDSTUK VI : EVOLUTIE VAN DE WERKLAST
WERKLASTMETING
•
Wordt een instrument voor de werklastmeting van de magistraten van het korps gebruikt? Zo ja, beschrijf kort dit instrument en zijn voordelen en gebreken. Geef daarbij de frequentie van gebruik aan. Schets de evolutie van de werklast die ermee werd vastgesteld. Er wordt voorlopig geen instrument voor werklastmeting gebruikt, in afwachting van de verdere implementatie van het door Möbius ontwikkelde instrument door het Vast Bureau Werklastmeting bij het College van Procureurs-generaal.
•
Heeft u initiatieven genomen om een werklastmeting in te voeren of om het bestaande systeem te verbeteren ? Zo ja, welke ? Sinds 1 oktober 2001 worden de nieuwe strafdossiers, overgemaakt in graad van beroep, ingebracht in het informatica–systeem waardoor een duidelijk beeld ontstaat van de hangende strafzaken voor het Hof van beroep. In de loop van 2002 werden ook alle dossiers die zich op het parket–generaal of in de kabinetten van de magistraten bevonden, in het systeem opgenomen. Dit systeem, dat thans nog altijd gehanteerd wordt en ondertussen ook verfijnd werd, leidt tot een efficiënter strafrechtelijk beleid en wordt eveneens gebruikt bij een eventuele herverdeling van de werklast. Eind 2001 werd in de schoot van het expertisenetwerk “informatica” een sectie “werklastmeting” opgericht met als doelstelling een model voor werklastmeting uit te werken voor de parketten, de parketten–generaal en hun administratieve diensten; op die manier wordt betracht op een objectieve wijze, vertrekkend van een bestaande situatie, de werklast op te meten van elk parket / parket–generaal. Voor de parketten–generaal waren Gent en Mons piloot–project. Door het consultantbureau Möbius werd met magistraten en de hoofdsecretarissen van beide parketten–generaal intensief samengewerkt om dit meetinstrument te ontwikkelen. De opdracht van de firma Möbius werd ondertussen beëindigd en het Vast Bureau Werklastmeting nam, onder het gezag en de leiding van het College van Procureurs-generaal en ondersteund door een begeleidingscomité (waarvan magistraten van het parket–generaal en de hoofdsecretaris deel van uitmaken) uiteindelijk de verdere opvolging van dit project op zich. Het Vast Bureau zal ook in de toekomst de parketten en parketten–generaal permanent ondersteunen bij het verder ontwikkelen en implementeren van het werklastsysteem, bij het verbeteren van de werkprocessen en bij het opstellen van
- 35 -
personeelsplannen. Een statistisch analist en een adviseur HR werden aangeworven om bijstand te verlenen aan dit project. Op heden is de adviseur HR evenwel niet meer actief binnen het Vast Bureau Werklastmeting. Het Vast Bureau heeft ondertussen o.m. een beleidsplan voorgesteld aan het begeleidingscomité en heeft de nodige initiatieven ontwikkeld om de werklastmeetapplicatie operationeel te maken, waardoor het mogelijk zal worden in de loop van 2007 het instrument operationeel te maken en de eerste rapporten in verband met de werklastmeting af te leveren. Voor de parketten–generaal konden de eerste rapporten op huidig ogenblik nog niet afgeleverd worden. •
Geef de evolutie van de werklast sinds de werklastmeting weer. Voorlopig niet te beantwoorden werklastmetingsinstrument.
bij
afwezigheid
van
een
operationeel
WERKLASTVERDELING •
Op basis van welke criteria wordt de werklast onder de magistraten van het korps verdeeld? Naargelang de specialisatie van elk van de magistraten, vastgelegd in een interne dienstregeling die vooraf in een korpsvergadering wordt besproken. Dringende opdrachten en taken worden door de Procureur-generaal individueel toegewezen.
•
Worden de magistraten op de hoogte gebracht van die criteria ? Zie hierboven.
•
Hoe gebeurt die verdeling in de praktijk? Wordt controle uitgeoefend op de verdeling en wie stuurt het proces van de verdeling bij? De verdeling gebeurt nog steeds volgens de interne dienstregeling. De controle en bijsturing ervan gebeuren door de Procureur-generaal.
•
Welke moeilijkheden brengen 1 en 2 mee en hoe lost u die op ? Een gelijkmatige werklastverdeling tussen de magistraten van het parket-generaal werd voor een groot deel van 2007 bemoeilijkt door de langdurige afwezigheid wegens ziekte van één magistraat en door een laattijdige vervanging van tot een ander ambt aangewezen collega’s . Deze omstandigheden bleven het verhoopt voordeel van de kaderuitbreiding, zoals voorzien in het samenwerkingsprotocol met de Minister van 14.03.2005, negatief beïnvloeden. .
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
- 36 -
HOOFDSTUK VII : EVOLUTIE VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND
A. PARKET GENERAAL VAN CASSATIE GERECHTELIJKE ACTIVITEIT Indien het korps een eigen concept van de gerechtelijke achterstand heeft, gelieve dat dan hieronder te beschrijven en aan te geven of er – volgens dat concept – gerechtelijke achterstand is.
I. ALGEMENE VRAGEN
1. Vermeld, in maanden, de gemiddelde termijn voor behandeling van een dossier (= tijd tussen de datum van overzending aan het parket en de datum van fixatie) op de in de tabel vermelde datums Op 31/12/T
Op 31/12/T-1
Op 31/12/T-2
Burgerlijke zaken en handelszaken Strafzaken
Sociale zaken
Verenigde kamers: conflicten van attributie
2.
Vindt u de huidige termijnen voor behandeling redelijk ? ZO JA : Waarom ?
- 37 -
Welke maatregelen heeft u getroffen om dat te bereiken ? Vindt u dat de situatie nog kan worden verbeterd ? Zo ja : hoe ? ZO NEEN Waarom ? Wat zijn de oorzaken van deze situatie ? Welke maatregelen heeft u getroffen om de termijnen voor behandeling in te korten ? Waren deze maatregelen doeltreffend ? Overweegt u andere initiatieven te nemen om deze doelstelling te bereiken ? Zo ja, welke ?
II. OORZAKEN VAN DE VERTRAGING 1.
Wat zijn volgens u, gelet op uw ervaring, de belangrijkste oorzaken van de vertraging in de procedures ? 1.1.
In burgerlijke zaken
1.2.
In strafzaken
1.3.
In sociale zaken
2. Welke algemene maatregelen suggereert u om deze oorzaken aan te pakken ?
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
- 38 -
B. PARKET-GENERAAL GERECHTELIJKE ACTIVITEIT Indien het korps een eigen concept van de gerechtelijke achterstand heeft, gelieve dat dan hieronder te beschrijven en aan te geven of er – volgens dat concept – gerechtelijke achterstand is.
Opmerking: Ongeacht de manier waarop het begrip gerechtelijke achterstand zou kunnen worden gedefinieerd, wordt vastgesteld dat het Hof van beroep te Gent ook in 2007 problemen heeft bij de verwerking van de correctionele dossiers in graad van beroep. Dit gegeven blijft uiteraard repercussies hebben op de werking van de magistraten van het parket-generaal.
I. ALGEMENE VRAGEN •
Vermeld in onderstaande tabel het aantal vastgestelde dossiers volgens de termijn tussen de overzending van het dossier aan het parketgeneraal en de vastgestelde rechtsdag, voor de volgende categorieën21. Is er overleg tussen de Eerste Voorzitter en de Procureur-generaal ? De Eerste Voorzitter bepaalt de kamer aan dewelke de zaak wordt toebedeeld; de datum van behandeling werd tot voor kort vastgelegd in overleg tussen de kamervoorzitter en het openbaar ministerie. Sedert 1 februari 2007 werd met de Eerste Voorzitter afgesproken dat het aan het openbaar ministerie toekomt te bepalen welke zaken door het Hof prioritair moeten behandeld worden, terwijl de kamervoorzitter (in overleg met het openbaar ministerie) de datum bepaalt waarop die zaken zullen behandeld worden. Aantal zaken met een eerste vaststelling voor de correctionele rechtbank in 2007, opgedeeld in categorieën volgens duurtijd tussen binnenkomst op het parket en de datum van eerste vaststelling
21
In dit verband moet men gebruik maken van de codes “Aard van de zaak” van de AGORA-statistieken zoals deze sinds 1 januari 1999 van toepassing zijn.
- 39 -
0 →4 maanden
4→8 maanden
8 → 12 maanden
12 → 16 maanden
> 16 maanden
Correctionele kamers
236
422
204
122
499
Jeugdkamers – (jeugdbescherming)
162
7
1
-
1
Burgerlijke kamers
Jeugdkamers – (burgerlijk)
2. Vermeld in onderstaande tabel het aantal vastgestelde dossiers volgens de tijd die verliep tussen de ontvangst van het dossier op het parket-generaal en de vastgestelde rechtsdag. Indien er in dit verband overleg tussen de Eerste Voorzitter en de Procureur-generaal bestaat, gelieve dit te vermelden. Exacte cijfers kunnen bij gebrek aan enig informaticasysteem in dit verband niet worden gegeven. Wel kan voor 2007 worden gesteld: • de beroepen betreffende de wetgeving "Franchimont" (220 nieuwe dossiers) worden steeds binnen de 14 dagen gefixeerd; • de dossiers in verband met art. 136 WbSv (4 in totaal), worden binnen de maand gefixeerd; • 478 nieuwe dossiers herstel in eer en rechten werden behandeld; de gemiddelde periode voor fixatie bedraagt voor deze dossiers 3 à 4 maanden; dossiers in verband met beroepen tegen beschikkingen van de raadkamer (verwijzing naar de correctionele rechtbank, buitenvervolgingstelling, ontslag onderzoek, …) (216 nieuwe dossiers) worden gemiddeld op 6 maanden gefixeerd. Het betreft uiteraard dossiers waarin niemand meer is aangehouden. 0 →4 maanden
4→8 maanden
8 → 12 maanden
12 → 16 maanden
> 16 maanden
Kamer van inbeschuldigingst elling (uitgezonderd hoger beroep tegen 22 raadkamer)
22
Bijvoorbeeld: herstel in eer en rechten ; art. 61ter, § 5 en 6 ; art. 61quater, § 5 en 7 ; art. 61quinquies, § 4 en 5 of art. 136 W. Sv.
- 40 -
3. Vermeld in onderstaande tabel, voor de zaken die voor het hof van assisen worden berecht, het aantal dossiers volgens de tijd die verliep tussen het verwijzingsarrest en de beschikking van de eerste voorzitter tot opening van de zitting. Geef aan of er overleg is tussen de Eerste Voorzitter en de Procureur-generaal. Cijfers op basis van het aantal beschikkingen van de Eerste Voorzitter in 2007. De wettelijke bepalingen omtrent de fixaties worden nagekomen.
Hof van assisen
4.
0 →4 maanden
4→8 maanden
8 → 12 maanden
12 → 16 maanden
> 16 maanden
5
6
1
-
-
Vindt u de huidige termijnen voor rechtsdagbepaling redelijk ?
Neen wat de dossiers betreft die door de correctionele kamers van het Hof van beroep en bepaalde dossiers die door de Kamer van Inbeschuldigingstelling alhier moeten behandeld worden. Voor die dossiers is een gebrek aan verwerkingscapaciteit van het Hof één van de oorzaken van te lange doorlooptijden (zie verder). Er wordt in ieder geval over gewaakt dat minstens de prioritaire zaken zo snel mogelijk voor het Hof van beroep worden gebracht. Bij het bepalen van prioritaire zaken werd teruggegrepen naar de fenomenen die in het Nationaal Veiligheidsplan 2004-2007 en de Kadernota Integrale Veiligheid van 31/3/2004 als prioritair werden beschouwd.
Opmerking Teneinde zicht te krijgen op de afhandelingtermijnen werd enkele jaren geleden op het parket-generaal een elektronisch opvolgingssysteem voor de correctionele dossiers ontworpen, waardoor het mogelijk wordt op elk ogenblik de status van elk dossier op te volgen.
5. Vervolgingsgraad 1. Geef voor de drie afgelopen jaren voor elke categorie zoals die is bepaald volgens de terminologie van de numerieke lijst van tenlasteleggingswijzers, het aantal binnengekomen dossiers en het aantal dossiers dat binnen het jaar
- 41 -
werd vastgesteld (met inbegrip van de dossiers waarin een gerechtelijk onderzoek is gebeurd). OPMERKING: Deze cijfers kunnen voor het parket–generaal niet gegeven worden. Het beleid van het parket-generaal te Gent is er steeds op gericht geweest elke zaak die in beroepsorde binnenkomt, bij het Hof van beroep aanhangig te maken zodra de verwerkingscapaciteit van de correctionele kamers dat toelaat.
T
T-1
T-2
BINNENGEKOMEN DOSSIERS
VASTGESTELDE DOSSIERS
1. Vindt u dat de vervolgingsgraad (de verhouding tussen het aantal vastgestelde zaken en het aantal binnengekomen zaken) een aanwijzing kan geven over het strafrechtelijk beleid ?
2. Vindt u dat de vervolgingsgraad die voor uw rechtsgebied uit de cijferanalyse blijkt, overeenkomt met het strafrechtelijk beleid dat u wil voeren? JA – NEEN Leg uit waarom ?
3. Is de evolutie van deze cijfers kenmerkend en zo ja, voor welk(e) verschijnsel(en) ?
II. OORZAKEN VAN DE VERTRAGING 1. Wat zijn volgens u, gelet op uw ervaring, de belangrijkste oorzaken van de vertraging in de procedures ? 1.1.
In burgerlijke zaken
Hier kan nuttig verwezen worden naar de gegevens verstrekt in het jaarverslag van het Hof van Beroep te Gent. 1.2.
In strafzaken
- 42 -
In vorige werkingsverslagen werd reeds gewezen op factoren die een invloed kunnen hebben op de doorlooptijden van de correctionele dossiers. Deze factoren blijven ook nog op vandaag brandend actueel. Volledigheidshalve worden deze gegevens hier overgenomen. Tal van factoren beïnvloeden in negatieve zin, in de ene of andere fase, de doorlooptijd “datum vonnis – datum arrest”, zoals bijvoorbeeld: • • • • • • •
•
• • • 1.3.
Het aantal dossiers dat tegelijkertijd door de diverse actoren moet worden verwerkt; Het aantal beklaagden en/of burgerlijke partijen; De omvang van het hoger beroep; De omvang van de dossiers; De aard van de toepasselijke strafwet; de al dan niet prioritaire aard ( buiten de gevallen van voorhechtenis die steeds voorrang krijgen) van de zaak; De moeilijkheidsgraad, wat innig verband houdt met specialisatie en de mogelijkheden daartoe en met de techniciteit en / of de onvolkomenheid van de wetgeving; De volledigheid van het strafdossier; het aantal te beantwoorden conclusies; de duur van de debatten, onder meer afhankelijk van de tijd die, in mindere of meerdere mate, moet worden besteed aan het onderzoek ter terechtzitting; De toenemende neiging vanwege een aantal advocaten om, althans in sommige zware dossiers, incidenten van uiteenlopende aard uit te lokken; het aantal verleende uitstellen op verzoek van een advocaat van één der partijen, zonder dat de oorzaak van het gevraagde uitstel steeds rechtstreeks gelinkt is aan de zaak zelf ( vb. moet op hetzelfde tijdstip in een ander rechtscollege pleiten / is pas geraadpleegd / heeft de conclusies van de tegenpartij laattijdig ontvangen / …); De duur van het verleende uitstel: de afhankelijkheid van de afloop van andere procedures ( vb voor het Grondwettelijk Hof); Organisatorische problemen van het Hof; Enz..
In jeugdzaken
Ook in deze sector valt de bestendige aangroei van het aantal zaken (zowel protectionele zaken als burgerlijke) tijdens de laatste jaren op. Uit de cijfers die werden verstrekt door de kamervoorzitter van de jeugdkamer van het Hof blijkt dat door de jeugdkamer van het Hof van beroep in 2007 517 arresten werden geveld (327 in civiele zaken, 190 in protectionele zaken); in 2006 was dit 465 (306 in civiele zaken, 159 in protectionele zaken); in 2005 was dit nog 368 (262 in civiele zaken en 106 in protectionele zaken); voor 2004 was het aantal arresten 356 (237 in civiele zaken en 119 in protectionele zaken). Uit de statistieken blijkt dat het aantal arresten in burgerlijke jeugdzaken gestadig stijgt, een tendens die zich in de toekomst vermoedelijk zal
- 43 -
doorzetten. Reden hiervoor is onder meer te vinden in de wet van 18 juli 2006 die thans voorziet een blijvende saisine van de jeugdrechter (met drempelverlagend effect voor de rechtsonderhorige), het inkorten van de bevoegdheid van de voorzitter in kort geding hangende de echtscheidingsprocedure door het invoege treden van de nieuwe echtscheidingswet, alsook het omslachtiger worden van de procedure voor de jeugdrechtbanken (cfr het verplicht horen van jongeren van meer dan 12 jaar, stijgende behoefte aan deskundig onderzoek en maatschappelijk onderzoek, begeleiding bij het opstarten of hervatten van recht op persoonlijk contact e.a. wat meer tussenarresten vergt). De aard van de behandelde materie in civiele jeugdzaken (ouderlijk gezag, omgangsrecht, alimentatie e.a.) vereist trouwens een korte fixatietermijn die met de huidige aanwas van zaken niet kan gegarandeerd worden (cfr vaststelling voor pleidooien in 2007 op een termijn van zes à zeven maanden – in 2006 was dat nog vier à vijf maanden). Ook het aantal protectionele zaken groeit gestadig aan. Het feit dat sedert september 2006 één extra zitting per week van de jeugdkamer werd vastgelegd, kan de aangroei van het aantal zaken amper verwerken. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met de omstandigheid dat heel wat van die zaken vanwege hun aard een extra – korte doorlooptijd moeten kennen.
1.4.
Kamer van inbeschuldigingstelling
Hier kan nuttig verwezen worden naar de opmerkingen hierboven gemaakt over de behandeling van de strafzaken en hierna onder de hoofding “bijkomende opmerkingen”. 1.5.
Hof van assisen
Het groeiend aantal assisenzaken maakt dat ook op huidig ogenblik nog altijd langere wachttijden moeten worden in acht genomen voor de fixaties.
2. Welke algemene maatregelen suggereert u om deze oorzaken aan te pakken ? Tal van initiatieven kunnen worden ontwikkeld met betrekking tot de periode die aan het vonnis voorafgaat, niet alleen om tot een beter en gemakkelijk leesbaar dossier te komen, maar bovendien om het aantal zaken waarin beroep kan worden aangetekend te beperken of om, zo het echt niet anders kan, de doorlooptijd, waar dan ook, tot een minimum te herleiden (bvb. het zo nodig aanvullen van het dossier met degelijke vertalingen, de organisatie van een zo groot mogelijke tegenspraak in de loop van het onderzoek, wat van aard kan zijn het onderzoek ter terechtzitting tot het minimum te herleiden; de beperking van het debat tot hetgeen essentieel is; het ambtshalve bevelen en controleren van bijkomend onderzoek zodra daartoe enige aanleiding bestaat; meer aandacht voor de regeling van de schade; beperking van het beroep op de tussenkomst van de strafrechter tot het strikt noodzakelijke en uitbreiding van de categorie gevallen waarbij de strafvordering wordt afgedaan op een manier die de rechter
- 44 -
niet of alleszins minder belast (praetoriaanse probatie, voorstel tot betaling van een geldsom met het oog op het verval van de strafvordering, strafbemiddeling). De aandacht van de parketten werd ook in 2007 naar aanleiding van de driemaandelijkse ressortvergaderingen met de zeven procureurs des Konings regelmatig gevestigd op de noodzaak tot het afleveren van kwaliteitsvol werk, waarbij ook bestendig wordt gestreefd naar het herleiden van de doorlooptijden en het beperken van beroepsprocedures. Reeds in het verleden werden volgende oplossingen voorgesteld: • de invoering van het principe van de alleenzetelende raadsheer in strafzaken; • de aanpassing van de kaders van magistraten en parketjuristen aan de reële noden; • de versnelling van de benoemingsprocedures; • de afschaffing van het principe van de voorlezing van de arresten; • het op punt stellen van een nieuwe werkwijze ter bepaling van de datum van de eerste terechtzitting, waarbij de raadslieden van alle partijen betrokken worden; • een kordaat procesbeheer, dat vanzelfsprekend geen afbreuk mag doen aan de rechten van de partijen en van het openbaar ministerie; • de beperking van verdagingen tot de gevallen waarin zulks strikt verantwoord voorkomt; • bijzondere dossiers, waarvan vooraf geweten is dat de behandeling ervan de normale werking van een kamer dreigt te verlammen, toebedelen aan een telkens daartoe bijzonder samengestelde kamer; • de voorzitters van de hoven van assisen niet langer rekruteren uit de leden van de correctionele kamers, waardoor soms gedurende meerdere weken (à rato van drie terechtzittingen per week) de nadelige effecten van een onregelmatige samenstelling van de betrokken correctionele kamers worden vermeden; • de installatie van een bijkomende correctionele kamer; • de toebedeling van strafzaken waarin uitsluitend op burgerlijk vlak beroep werd aangetekend aan een civiele kamer die dan als correctionele kamer zitting zou kunnen houden; • de aanpassing van de opmaak van de arresten aan de noodwendigheden van een snelle en degelijke rechtsbedeling; • om in de mate dat de verwerkingscapaciteit van de correctionele kamers het nog zouden toelaten: verhoging van het aantal nieuw in behandeling te nemen zaken per maand, organiseren van een aantal bijkomende terechtzittingen per jaar.
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
- 45 -
Teneinde een duidelijk beeld te krijgen op de achterstand bij de correctionele kamers van het Hof van beroep te Gent werd in het verleden door de magistraten van het parket-generaal die het openbaar ministerie waarnemen in correctionele kamers, overleg gepleegd teneinde eventuele oplossingen te zoeken voor de achterstand bij het behandelen van strafzaken: één van de oplossingen was de herverdeling van de strafzaken over de 5 correctionele kamers. In juni 2006 werd de Eerste Voorzitter aangeschreven teneinde, in uitvoering van het met de Minister van Justitie afgesloten samenwerkingsprotocol met het oog op de versterking van de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, zo onder meer de oprichting van een bijkomende correctionele kamer te vragen en werd hem een voorstel gedaan tot hertoebedeling van de correctionele zaken, rekening houdend met de oprichting van deze bijkomende correctionele kamer en dit met de bedoeling te komen tot een evenrediger werklastverdeling tussen de verschillende kamers. De Eerste Voorzitter liet onmiddellijk weten dat de oprichting van een bijkomende correctionele kamer niet kon overwogen worden, gelet op nieuwe omstandigheden die niet gekend waren op het ogenblik van de voorbereiding en bespreking van het samenwerkingsprotocol, nl. benoemingen in een ander ambt en pensionering van een aantal magistraten van het Hof. Wel kregen enkele correctionele kamers hulp van een vierde magistraat, waardoor een stijging van de output kan worden verwacht. Naar aanleiding van dit overleg met de Eerste Voorzitter van het Hof op 13 december 2006 bleek ook dat enkele correctionele kamers te kampen hadden met een gebrek aan verwerkingscapaciteit, terwijl andere kamers daar veel minder problemen mee hadden. Er werd vastgesteld dat de kamers waar de doorlooptijden redelijk kunnen genoemd worden, die kamers waren waar het openbaar ministerie de nieuwe strafzaken fixeerde: het openbaar ministerie bepaalt welke zaken eerst moeten behandeld worden ingevolge door het openbaar ministerie bepaalde prioriteiten, terwijl de kamervoorzitter (in overleg met het openbaar ministerie) de datum bepaalt waarop die zaken zullen behandeld worden. Anderzijds werd vastgesteld dat tussen de verschillende kamers een ongelijke verdeling bestond van de specifieke materies en van het aantal zaken. Ook in de loop van 2007 was de gerechtelijke achterstand het onderwerp van regelmatig overleg met de Eerste Voorzitter van het Hof van beroep. Een aantal voorgestelde oplossingen werd ook besproken met vertegenwoordigers van de balie, zonder dat deze besprekingen op huidig ogenblik reeds konden worden afgerond. Aan de Eerste Voorzitter werd gevraagd om de bestaande verdeling te herbekijken waardoor bij de nieuwe verdeling geen rechtstreekse link meer zou bestaan tussen de gerechtelijke arrondissementen van het ambtsgebied en de verschillende correctionele kamers. Tevens werd vastgesteld dat er nog veel hangende zaken waren met zeer oude feiten.
- 46 -
Ook de fixaties van de dossiers “burgerlijke belangen” veroorzaakten problemen omdat de fixaties gebeurden door het Hof zonder dat het openbaar ministerie op de hoogte werd gesteld van deze fixaties. Anderzijds werd bij de Eerste Voorzitter nogmaals aangedrongen om de weerslag van het Assisenhof op de werking van de correctionele kamers opnieuw te bekijken vermits de repercussies te zwaar zijn om het huidig systeem te handhaven. Voor de behandeling van de zaak Lernout en Hauspie, werd tijdelijk een bijkomende kamer opgericht, waardoor de 5 correctionele kamers van het Hof verder konden functioneren. In de loop van 2007 werd eveneens vastgesteld dat bepaalde zaken (m.n. beroepen tegen buitenvervolgingstellingen) die moesten behandeld worden door de Kamer van Inbeschuldigingstelling zeer lang op een behandelingsdatum moesten wachten: er verliep soms één jaar tussen de datum van de vordering van het openbaar ministerie en de behandelingsdatum voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling. Klaarblijkelijk werd voorrang gegeven aan andere, meer spoedeisende dossiers zoals beroepen inzake voorlopige hechtenis en dergelijke. Uit de besprekingen die ook daaromtrent gevoerd werden met de Eerste Voorzitter bleek dat die late fixaties veroorzaakt werden door een grote toevloed van zaken en door de langdurige afwezigheid van een raadsheer in de Kamer van Inbeschuldigingstelling. De oprichting van een bijkomende Kamer van Inbeschuldigingstelling bleek voor de Eerste Voorzitter uitgesloten. Na overleg met de kamervoorzitters van de correctionele kamers besliste de Eerste Voorzitter ook dat de bestaande specialisaties binnen de correctionele kamers beperkt werden en gehergroepeerd, terwijl de overige zaken over de 5 kamers evenwichtig zullen verdeeld worden door de Eerste Voorzitter, zonder nog acht te slaan op de herkomst van de zaak (tot nu gebeurde de verdeling van de zaken rekening houdend met het gerechtelijk arrondissement vanwaar het dossier kwam). Tevens werd afgesproken dat ook de correctionele kamers waar nog geen vierde raadsheer werd toegevoegd, een vierde raadsheer zouden toegevoegd krijgen na de benoeming van drie nieuwe raadsheren ter vervanging van magistraten die het Hof hebben verlaten of dit binnenkort zullen doen. Door het overlijden van een raadsheer, door promoties van raadsheren (voorzitters van rechtbanken, hof van cassatie) en een langdurige afwezigheid wegens ziekte kon de voorgenomen herverdeling van de magistraten over de verschillende kamers geen doorgang vinden zoals gepland. De Eerste Voorzitter bleek niet bereid de behandeling van de assisenzaken op een andere manier te laten gebeuren, met name door twee magistraten van het Hof (één voor West-Vlaanderen en één voor Oost-Vlaanderen) die specifiek belast zouden worden voor de behandeling van de assisenzaken. Bij brief van 7 februari 2007 heeft de Eerste Voorzitter de Minister van Justitie reeds ingelicht dat het hem niet mogelijk was gevolg te geven aan de vraag tot oprichting van een zesde correctionele kamer, zoals voorzien in het samenwerkingsprotocol d.d 14 maart 2005, niettegenstaande de stijging van de voorraad aan correctionele zaken.
- 47 -
Definitieve oplossingen voor de problemen van gerechtelijke achterstand zullen slechts kunnen geboden worden na tussenkomsten van de wetgever, zowel op het vlak van de strafprocedure, als op het vlak van de kaders van de magistraten. Volledigheidshalve kan verwezen worden naar de opmerkingen en gegevens opgenomen in hoofdstuk VIII : “ Evaluatie van het samenwerkingsprotocol”. In bijlage wordt trouwens voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2007 een overzicht gegeven van de voorraad aan correctionele zaken die door de strafkamers van het hof van beroep dienen behandeld te worden, daaronder begrepen de nog te fixeren zaken die nog niet werden toebedeeld, de nog te fixeren zaken die reeds werden toebedeeld aan een kamer en de reeds gefixeerde zaken waarvoor nog geen eindarrest. Deze voorraad betekent meer dan de jaarlijkse output van de correctionele kamers (zie bijlage).
- 48 -
C. PARKET PROCUREUR DES KONINGS GERECHTELIJKE ACTIVITEIT Indien het korps een eigen concept van de gerechtelijke achterstand heeft, gelieve dat dan hieronder te beschrijven en aan te geven of er – volgens dat concept – gerechtelijke achterstand is.
I. ALGEMENE VRAGEN
1. Vermeld in onderstaande tabel het aantal vastgestelde dossiers volgens de termijn tussen de overzending van het dossier aan het parket en de rechtsdag, voor de volgende categorieën23. Is er overleg tussen de Voorzitter en de procureur des Konings ?
0 →4 maanden
4 → 8 maanden
8 → 12 maanden
12 → 16 maanden
> 16 maanden
Burgerlijke kamers
23
In dit verband moet men gebruik maken van de codes “Aard van de zaak” van de AGORA-statistieken zoals deze sinds 1 januari 1999 van toepassing zijn.
- 49 -
Jeugdkamers – (burgerlijk)
Correctionele kamers
Jeugdkamers – (jeugdbescherming)
2. Vermeld in onderstaande tabel het aantal vastgestelde dossiers volgens de termijn tussen de eindvordering van verwijzing en de rechtsdag. Indien er in dit verband overleg tussen de Voorzitter en de Procureur des Konings bestaat, gelieve dit te vermelden.
0 →4 maanden
4 → 8 maanden
8 → 12 maanden
12 → 16 maanden
> 16 maanden
Raadkamer
- 50 -
3.
Vindt u de huidige termijnen voor rechtsdagbepaling redelijk ? ZO JA : Waarom ? Welke maatregelen heeft u getroffen om dat te bereiken ? Vindt u dat de situatie nog kan worden verbeterd ? Zo ja : hoe ? ZO NEEN Waarom ? Wat zijn de oorzaken van deze situatie ? Welke maatregelen heeft u getroffen om de termijnen voor rechtsdagbepaling in te korten ? Waren deze maatregelen doeltreffend ? Overweegt u andere initiatieven te nemen om deze doelstelling te bereiken ? Zo ja, welke ?
4. Vervolgingsgraad 1. Geef voor de drie afgelopen jaren voor elke categorie zoals die is bepaald volgens de terminologie van de numerieke lijst van tenlasteleggingswijzers, het aantal binnengekomen dossiers en het aantal dossiers dat binnen het jaar werd vastgesteld (met inbegrip van de dossiers waarin een gerechtelijk onderzoek is gebeurd).
T
T-1
T-2
BINNENGEKOMEN DOSSIERS VASTGESTELDE DOSSIERS
- 51 -
2. Vindt u dat de vervolgingsgraad (de verhouding tussen het aantal vastgestelde zaken en het aantal binnengekomen zaken) een aanwijzing kan geven over het strafrechtelijk beleid ? JA – NEEN Leg uit waarom ? 3. Vindt u dat de vervolgingsgraad die voor uw rechtsgebied uit de cijferanalyse blijkt, overeenkomt met het strafrechtelijk beleid dat u wil voeren ? JA – NEEN Leg uit waarom ? 4. Is de evolutie van deze cijfers kenmerkend en zo ja, voor welk(e) verschijnsel(en) ?
II. OORZAKEN VAN DE VERTRAGING 1.
2.
Welke zijn volgens u, gelet op uw ervaring, de belangrijkste oorzaken van de vertraging in de procedures ? 1.1.
In burgerlijke zaken
1.2.
In strafzaken
1.3.
In jeugdzaken
1.4.
Voor de raadkamer
Welke algemene maatregelen suggereert u om deze oorzaken aan te pakken?
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
- 52 -
E. AUDITORAAT-GENERAAL BIJ HET ARBEIDSHOF GERECHTELIJKE ACTIVITEIT Indien het korps een eigen concept van de gerechtelijke achterstand heeft, gelieve dat dan hieronder te beschrijven en aan te geven of er – volgens dat concept – gerechtelijke achterstand is.
- 53 -
I. ALGEMENE VRAGEN
1. Vermeld in onderstaande tabel het aantal vastgestelde dossiers volgens de termijn tussen de mededeling van het dossier aan het auditoraat-generaal en de rechtsdag. Geef aan of er overleg is tussen de eerste voorzitter en de procureur-generaal. 24
0 →4 maanden
4 → 8 maanden
8 → 12 maanden
12 → 16 maanden
> 16 maanden
Sociale zekerheid werknemers Bijdragen zelfstandigen Sociale zekerheid zelfstandigen Sociale verkiezingen Mindervaliden Administratieve geldboeten Beschermde werknemers Arbeiders
24
De voorgestelde categorieën zijn slechts indicatief ; men moet op zijn minst het onderscheid maken tussen de verplicht mededeelbare zaken (geschillen over sociale zekerheid sensu lato), de geschillen vermelden waar het auditoraat het opportuun acht op te treden en de inbreuken op het sociaal strafrecht en de verwante inbreuken.
- 54 -
0 →4 maanden
4 → 8 maanden
8 → 12 maanden
12 → 16 maanden
> 16 maanden
Bedienden Arbeidsongevallen Beroepsziekten Bijdragen RSZ
- 55 -
2.
Vindt u de huidige termijnen voor rechtsdagbepaling redelijk ? ZO JA : Waarom ? Welke maatregelen heeft u getroffen om dat te bereiken ? Vindt u dat de situatie nog kan worden verbeterd ? Zo ja : hoe ? ZO NEEN Waarom ? Wat zijn de oorzaken van deze situatie ? Welke maatregelen heeft u getroffen om de termijnen voor rechtsdagbepaling in te korten ? Waren deze maatregelen doeltreffend ? Bent u van plan andere initiatieven te nemen deze doelstelling te bereiken ? Zo ja, welke ?
4. Vervolgingsgraad 1. Geef voor de drie vorige jaren en per categorie het aantal binnengekomen en het aantal voor rechtsdag vastgestelde zaken (ook voor de dossiers waarvoor een onderzoek werd gevoerd) Op 31/12/T
Op 31/12/T-1
Op 31/12/T-2
Sociale zekerheid werknemers
Bijdragen zelfstandigen
Sociale zekerheid zelfstandigen
Sociale verkiezingen
- 56 -
Op 31/12/T
Op 31/12/T-1
Op 31/12/T-2
Mindervaliden
Administratieve geldboeten
Beschermde werknemers
Arbeiders
Bedienden
Arbeidsongevallen
Beroepsziekten
Bijdragen RSZ
2. Vindt u dat de vervolgingsgraad (de verhouding tussen het aantal vastgestelde zaken en het aantal binnengekomen zaken) een aanwijzing kan geven over het strafrechtelijk beleid ? JA – NEEN Leg uit waarom ? 3. Vindt u dat de vervolgingsgraad die voor uw rechtsgebied uit de cijferanalyse blijkt, overeenkomt met het strafrechtelijk beleid dat u wil voeren ? JA – NEEN Leg uit waarom ? 4. Is de evolutie van deze cijfers kenmerkend en zo ja, voor welk(e) verschijnsel(en) ?
II. OORZAKEN VAN DE VERTRAGING 1. Wat zijn volgens u, gelet op uw ervaring, de belangrijkste oorzaken van de vertraging in de procedures ? 1.1.
Geschillen inzake “arbeidsovereenkomsten”
1.2.
Geschillen inzake “sociale zekerheid”
- 57 -
2. Welke algemene maatregelen suggereert u om deze oorzaken aan te pakken ? BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
- 58 -
F. ARBEIDSAUDITORAAT
GERECHTELIJKE ACTIVITEIT Indien het korps een eigen concept van de gerechtelijke achterstand heeft, gelieve dat dan hieronder te beschrijven en aan te geven of er – volgens dat concept – gerechtelijke achterstand is.
I. ALGEMENE VRAGEN
1. Vermeld in onderstaande tabel het aantal vastgestelde dossiers volgens de termijn tussen de overzending van het dossier aan het auditoraat en de rechtsdag. Indien er in dit verband overleg tussen de Voorzitter en de Arbeidsauditeur bestaat, gelieve dit te vermelden 25. 0 →4 maanden
4 → 8 maanden
8 → 12 maanden
25
12 → 16 maanden
> 16 maanden
De voorgestelde categorieën zijn slechts indicatief ; men moet op zijn minst het onderscheid maken tussen de verplicht mededeelbare zaken (geschillen over sociale zekerheid sensu lato), de geschillen vermelden waar het auditoraat het opportuun acht op te treden en de inbreuken op het sociaal strafrecht en de verwante inbreuken.
- 59 -
0 →4 maanden
4 → 8 maanden
8 → 12 maanden
12 → 16 maanden
> 16 maanden
Sociale zekerheid werknemers Bijdragen zelfstandigen Sociale zekerheid zelfstandigen Sociale verkiezingen Mindervaliden Administratieve geldboeten Beschermde werknemers Arbeiders Bedienden Arbeidsongevallen Beroepsziekten Bijdragen RSZ
1.
Vindt u de huidige termijnen voor rechtsdagbepaling redelijk ?
- 60 -
ZO JA : Waarom ? Welke maatregelen heeft u getroffen om dat te bereiken ? Vindt u dat de situatie nog kan worden verbeterd ? Zo ja : hoe ?
ZO NEEN Waarom ? Wat zijn de oorzaken van deze situatie ? Welke maatregelen heeft u getroffen om de termijnen voor rechtsdagbepaling in te korten ? Waren deze maatregelen doeltreffend ? Overweegt u andere initiatieven te nemen om deze doelstellingen te bereiken ? Zo ja, welke ?
II. OORZAKEN VAN DE VERTRAGING 1.
Wat zijn volgens u, gelet op uw ervaring, de belangrijkste oorzaken van de vertraging in de procedures ? 1.1.
Geschillen inzake “arbeidsovereenkomsten”
1.2.
Geschillen inzake “sociale zekerheid”
2. Welke algemene maatregelen suggereert u om deze oorzaken aan te pakken ?
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
- 61 -
HOOFDSTUK VIII: EVALUATIE VAN HET SAMENWERKINGSPROTOCOL Op 14 maart 2005 werd tussen de Minister van Justitie en de Procureur–generaal bij het Hof van beroep te Gent een samenwerkingsprotocol ondertekend met het oog op de versterking van de strijd tegen de gerechtelijke achterstand. Dit protocol werd afgesloten met het oog op het bereiken van verhoogde outputresultaten teneinde geleidelijk de behandelingstermijn van de zaken in te korten en op deze wijze tegen de gerechtelijke achterstand te strijden. In dit protocol werd o.m. voorzien in een uitbreiding van de kaders van het parketgeneraal m.n. één bijkomende magistraat tegen 1 september 2006 en één bijkomende magistraat (in overtal) tegen 1 januari 2007. Het voorzag dat het behoud van deze laatste plaats afhankelijk werd gesteld van de resultaten van de werklastmeting. Tevens werd ook voorzien in de aanwerving van bijkomend gerechtelijk personeel voor het secretariaat van het parket–generaal. Tegelijk sloot de Minister met de Eerste Voorzitter van het Hof van beroep te Gent een gelijkaardig document af, waarin voorzien werd in de oprichting van een zesde (bijkomende) correctionele kamer, ter versterking van de strijd tegen de gerechtelijke achterstand. Het samenwerkingsprotocol voor het parket–generaal bepaalde dat één bijkomende magistraat van het parket–generaal de taken zou waarnemen ter zitting van die bijkomende kamer van het Hof van beroep. De tweede bijkomende plaats werd toegekend om de gevolgen op te vangen van de meer frequente zittingen van het Hof van Assisen en van de verwachte toename van het aantal verplicht mededeelbare familiezaken. Tevens werd voorzien dat deze bijkomende magistraat noodzakelijk zou zijn om enkele opdrachten, die bij gebrek aan voldoende magistraten niet op een behoorlijke manier kunnen opgestart en/of uitgewerkt worden, uit te voeren. Het samenwerkingsprotocol voorzag een evaluatie van de daarin voorziene maatregelen in het werkingsverslag van het jaar waarin de door het protocol voorziene maatregelen in werking werden gesteld (benoeming van een magistraat in overtal tegen 1 januari 2007). De verhoopte winst ten gevolge van de beloofde en gerealiseerde kaderuitbreiding voor het parket-generaal werd in de loop van het gerechtelijk jaar 2006 voor een groot deel teniet gedaan tengevolge van de langdurige afwezigheid van één magistraat en door de aanwijzing van twee magistraten tot andere opdrachten (respectievelijk directeur van het COIV en lid van het comité I). Op huidig ogenblik zijn 2 plaatsen van substituut-procureur-generaal, vacant verklaard op 14 november 2007 nog altijd niet ingevuld bij gebrek aan kandidaten, terwijl op 1 november 2008 een nieuwe plaats zal vacant zijn ingevolge de pensionering van een advocaat–generaal. Anderzijds dient gemeld dat een advocaat–generaal op 19 december 2007 het parket–generaal verlaten heeft om lid te worden van het Bureau van de Hoge Raad voor de Justitie. Betrokken magistraat was hoofd van de assisenpool en nam
- 62 -
zelf veel assisenzaken voor zijn rekening. Zijn vertrek was aanleiding tot interne verschuivingen. Om deze redenen kon slechts geleidelijk aan verder gewerkt worden aan de implementatie van nieuwe projecten, m.n. de verdere uitbouw van de integrale kwaliteitszorg, het opstarten van audits enz.. In 2007 werd het project “Kwaliteit meten binnen het parket” opgestart en werd het verslag van de eerste kwalitatieve zelfevaluatie van het parket–generaal op 7 mei 2008 aan de Procureur–generaal en aan de Hoofdsecretaris overhandigd. Reeds in juni 2006 liet de Eerste Voorzitter weten dat de oprichting van een zesde correctionele kamer niet kon overwogen worden, gelet op nieuwe omstandigheden die niet gekend werden op het ogenblik van de voorbereiding van het samenwerkingsprotocol (een aantal benoemingen en pensioneringen). Thans dient nog steeds vastgesteld dat bepaalde kamers te kampen hebben met een gebrek aan verwerkingscapaciteit, waardoor de doorlooptijd van tientallen correctionele dossiers de toets van de “redelijke termijn” niet doorstaan. Ook een ongelijke verdeling van specifieke materies en van het aantal toebedeelde zaken was een van de oorzaken voor lange doorlooptijden en een verdere toename van de gerechtelijke achterstand, hoofdzakelijk in dossiers die betrekking hebben op zeer oude feiten. Volledigheidshalve wordt hierna het aantal aan correctionele zaken vermeld voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2007, waaronder begrepen de nog te fixeren zaken die nog niet werden toebedeeld, de nog te fixeren zaken die reeds werden toebedeeld aan een kamer en de reeds gefixeerde zaken waarvoor nog geen eindarrest. Op 1 januari 2007 bedroeg de totale voorraad 2015 correctionele zaken; op 28 augustus 2007 bedroeg dit aantal 2171, op 6 november 2007 2138 en op 31 december 2007 2079.. Deze voorraad bedraagt meer dan de jaarlijkse gezamenlijke output van de correctionele kamers. Met het oog op de behandeling van de zaak Lernout en Hauspie werd door de Eerste Voorzitter beslist tijdelijk een bijkomende correctionele kamer op te richten, zodat op die manier de mogelijkheid gecreëerd werd om de bestaande vijf correctionele kamers verder te laten functioneren. Deze zaak zal vermoedelijk niet kunnen afgerond worden gedurende het kalenderjaar 2008. Na overleg met de Eerste Voorzitter werd ook beslist dat de bestaande specialisaties binnen de correctionele kamers zouden beperkt worden en dat deze gehergroepeerd zouden worden, terwijl de overige zaken evenwichtig zouden verdeeld worden over de vijf kamers, zonder acht te slaan op het gerechtelijke arrondissement, wat tot dan één van de criteria van verdeling was. Tijdens een vergadering met de correctionele zittingsmagistraten van het parketgeneraal werd ten behoeve van de Eerste Voorzitter een aantal problemen gesignaleerd en een aantal oplossingen voorgesteld. De praktijk heeft uitgewezen dat de kamers waar de kamervoorzitter de zaken fixeert klaarblijkelijk te kampen hebben met de grootste achterstand; om die redenen krijgen die kamers een kleiner aantal nieuwe zaken op de zitting, waardoor de instroom steeds groter blijft dan de
- 63 -
uitstroom. Daarom werd de suggestie gedaan om het aantal nieuwe zaken per zitting op te trekken, wat evenwel niet aanvaard wordt door de kamervoorzitters. Er werd tevens gesuggereerd om met een inleidingzitting te werken waarna samen met het Hof en de balie voor elke zaak een agenda zou worden vastgelegd. Op die manier zouden vragen tot uitstel kunnen vermeden worden. Anderzijds werd vastgesteld dat de nieuwe wet op de bestrijding van de gerechtelijke achterstand d.d.26/4/2007 problemen geschapen heeft in verband met de termijn van één maand waarin de zaken moeten uitgesproken worden, gelet op de continue wissel in de samenstelling van de zetel. Als mogelijke oplossing om de voorraad te beperken werd ook gesuggereerd een aantal zaken, waarin alleen de strafmaat ter discussie staat, op een snellere manier af te handelen. Deze suggesties werden op een vergadering met de Eerste Voorzitter op 19 november 2007 besproken. Tevens werd de problematiek van de gerechtelijke achterstand besproken op een ressortvergadering met de procureurs des Konings: de parketten zullen onderzoeken op welke manier (nog meer) aan onderzoeksmanagement kan gedaan worden, waardoor de doorlooptijden van de strafdossiers beter zouden kunnen opgevolgd en ingekort worden. Ondertussen werd met de parketten (m.n. de referentiemagistraten “hoger beroep”) van gedachten gewisseld rond de problematiek van het hoger beroep en werden concrete afspraken gemaakt teneinde het instellen van hoger beroep door het openbaar ministerie in de mate van het mogelijke te beperken. Bij brief d.d. 4 december 2007 bracht de Eerste Voorzitter aan de Minister van Justitie verslag uit omtrent de gerechtelijke achterstand binnen het Hof van beroep te Gent. Hij kwam tot het besluit dat alleen een verdere uitbreiding van de kaders de achterstand in strafzaken zal kunnen indijken. De voorziene eerste kaderuitbreiding voor het parketsecretariaat, nl. één adjunctsecretaris, werd gerealiseerd: betrokken personeelslid trad in dienst op 18 september 2006 en werd ingezet in de dienst "Kamer van Inbeschuldigingstelling" en "correctioneel beroep", waar hij in de maanden oktober tot en met december 2006 werd opgeleid. Niettegenstaande het samenwerkingsprotocol met de Minister van Justitie voorzag in het opstellen van een opleidingsplan, dat niet werd uitgevoerd omwille van het invoegetreden van het nieuwe statuut voor het personeel, waar gecertificeerde opleidingen voorzien zijn, werden in 2007 volgende opleidingen aangeboden aan het personeel van het parketsecretariaat, een cursus Ms-Word "basis" en "vervolmaking". In verband met de nood aan betere huisvesting, eveneens vermeld in het protocol met de Minister van Justitie, werden door de Procureur-generaal en de hoofdsecretaris verschillende vergaderingen gehouden met vertegenwoordigers van de Regie van de Gebouwen. Er is echter nog steeds geen concrete oplossing aanvaard door de Regie niettegenstaande de gedane realistische voorstellen vanuit het parket-generaal. Op 19 maart 2007 werd door de Procureur-generaal een brief gestuurd aan de Minister van Justitie om deze problematiek ter kennis te brengen.
- 64 -
HOOFDSTUK IX : BESCHRIJVING • van de acties die tijdens het betrokken kalenderjaar (T) werden ondernomen om de werking van het korps te verbeteren • van de resultaten 1.
. In 2004 kreeg een onderzoeksploeg van het Instituut voor de Overheid (KU Leuven) en de Ecole de Commerce Solvay (ULB) opdracht om, onder begeleiding van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, onderzoek te voeren naar "de Integrale Kwaliteitszorg binnen alle geledingen van het Openbaar Ministerie in Belgie". Dit onderzoek resulteerde in een gebruiksklare handleiding en een model voor parket, auditoraat, parket-generaal en auditoraat-generaal. Op de ressortvergadering van 14 september 2006 met de procureurs des Konings, nam de Procureur-generaal de beslissing om de IKZ-oefening ook op het parketgeneraal doorgang te laten vinden. Met medewerking van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid werd op 28 maart 2007 een voorlichtingsvergadering georganiseerd voor alle geïnteresseerde magistraten en personeelsleden van het ambtsgebied. Na deze vergadering werd een aanvang genomen met de verschillende zelfevaluatieoefeningen binnen de parketten van het rechtsgebied. Tijdens de korpsvergadering van 21 februari 2007 had de Procureur-generaal reeds intern een oproep gedaan om deel te nemen aan de zelfevaluatiegroepen, oproep waarop zowel door de magistraten als door de administratieve medewerkers positief werd gereageerd. Na een vergadering in oktober 2007, waarop een aantal concrete afspraken werd gemaakt, gingen de beide evaluatiegroepen van start met de kwalitatieve evaluatie van het parket-generaal, waarbij tijdens opeenvolgende vergaderingen alle aspecten van de organisatie werden besproken en geëvalueerd. Deze oefening, die ook tijdens het jaar 2008 doorliep, resulteerde in een verslag dat op 7 mei 2008 werd overhandigd aan de korpsleiding. Het verslag biedt de leiding een hele reeks van zeer verscheiden verbeterinitiatieven aan, waardoor de algemene werking van het parket-generaal, soms op eenvoudige wijze, kan worden geoptimaliseerd.
2. In 2007 werd het concept van de interne website voor het Openbaar Ministerie (‘Omptranet’) verder concreet uitgewerkt. Deze website dient mede gestalte te geven
- 65 -
aan de idee van de ondersteunende rol van de parketten-generaal ten behoeve van de parketten van eerste aanleg en de auditoraten. De website biedt ook een platform aan de verschillende expertisenetwerken, de statistisch analisten, het College van Procureurs-generaal, de Raad van Procureurs des Konings, de Raad van Arbeidsauditeurs, het C.O.I.V., … . Tenslotte biedt Omptranet de mogelijkheid aan elk korps binnen het Openbaar Ministerie een eigen afgeschermde webruimte te beheren waarbinnen interne geïnformatiseerde communicatie en stockage van documentatie mogelijk is. Op die manier wordt dus ook, op termijn, tegemoet gekomen aan de wens van de Minister van Justitie rationeler om te springen met de budgettaire middelen. Het project werd ook nog in 2007 quasi exclusief vanuit het parket-generaal te Gent ontwikkeld. Daarbij kon beroep worden gedaan op de technische medewerking van een medewerker van het politieparket te Gent, die daartoe in de loop van 2006 als adjunct-secretaris door de Minister van Justitie werd gedelegeerd naar het Secretariaat van het College. In 2007 werden in totaal 33 bijeenkomsten gewijd aan vergaderingen, presentaties en opleidingen. Een groot gedeelte van de dagtaak van de projectleider van Omptranet (een advocaat-generaal bij het hof van beroep te Gent) was ingenomen door Omptranetwerkzaamheden : bespreken van technische en inhoudelijke verfijningen; contacten in verband met de verdere uitwerking van de site; beantwoorden van mails van gebruikers.
3. Ter uitvoering van het beleidsplan van de Procureur-generaal te Gent m.b.t. het onderdeel “bovenarrondissementele samenwerkingsverbanden met het oog op het beter, efficiënter en moderner functioneren van O.M.” en na bespreking met de procureurs des Konings, werd in de eerste helft van 2007 aan het Ressortelijk Expertisecentrum Leefmilieu gevraagd om een concreet voorstel voor de leefmilieudossiers uit te werken. De eerste discussienota vertrok van de vaststelling dat binnen het geheel van de leefmilieudossiers sommige zaken in aanmerking komen voor specialisatie en andere niet. Enerzijds zouden de zogenaamde leefbaarheidmisdrijven zonder meer bij elk parket afzonderlijk verder kunnen worden behandeld en zouden de zogenaamde specialisatiemilieumisdrijven vanuit een kleiner parket worden toebedeeld aan een groter parket, waar specialisatie thans al aanwezig en bovendien ook gemakkelijker organiseerbaar is. Om de werklast in evenwicht te houden diende vervolgens gezocht te worden naar een compensatieregeling. Naar aanleiding van de voorstelling van voormelde discussienota op de ressortvergadering van 19 juni 2007 bleken de parketten van Ieper en Kortrijk positief te staan tegenover deze vorm van samenwerking en schreven zij zich in voor het uitwerken van een pilootproject ter zake.
- 66 -
In de daaropvolgende vergaderingen kwamen de parketten van Ieper en Kortrijk overeen om met ingang van 1 januari 2008 te gaan samenwerken in de materies van leefmilieu en hormonen/voedselveiligheid. Concreet sloten beide parketten een samenwerkingsprotocol waarbij een verdeling van de dossiers naargelang de preventiecodes werd afgesproken. Teneinde een gestroomlijnde dossierbehandeling te bekomen wordt intussen aan een draaiboek gewerkt waarin alle aspecten van dossierafhandeling dienen te worden vervat.
4. Op 9 oktober 2007 ging op het Parket-generaal een eerste vergadering door van het ressortelijk expertisecentrum “Nationaliteit”. Dit expertisecentrum heeft tot doel enerzijds de éénvormigheid binnen het ressort te benaarstigen bij het benaderen van problemen en interpretatiemogelijkheden inzake nationaliteit en anderzijds de kennisdeling in de soms complexe materies van de nationaliteitsverklaring en de staatlozen te bevorderen. Om deze doelstellingen een bestendig karakter te geven, de evaluatie van de problematiek tijdig op een bevattelijke wijze te verspreiden en de parketten een gestructureerde bijstand aan te bieden, was het aangewezen dit platform te creëren. Sinds de oprichting van dit expertisecentrum worden op gestructureerde manier allerhande nuttige data, zoals nota’s, rechtspraak en modellen van conclusies en beroepsakten op Omptranet geplaatst. Dit platform is niet enkel een vlot toegankelijk informatiekanaal, doch laat ook een ruime flexibiliteit toe in de opbouw. Wijzigingen of aanpassingen die zich in de tijd opdringen, kunnen op aantoonbare wijze gemakkelijk worden verwezenlijkt. Het gecreëerd platform kan in de toekomst ook worden uitgebreid naar andere burgerlijke materies.
- 67 -