Werkenrode School Nijmeegsebaan 9, 6561 KE Groesbeek Tel. 024 3997181 www.onderwijscentrumzg.nl www.werkenrode.nl
[email protected]
Mytylschool De Regenboog Frederik Hendriklaan 73, 2012 SG Haarlem Tel. 023-5283722 / 5284742 www.deregenbooghaarlem.nl
‘Puzzel: de Leerling in Beeld’ Achtergrond: Mytylschool ‘de Regenboog’ in Haarlem en de Werkenrodeschool in Groesbeek hebben zich in het kader van het Equal2-project gebogen over een goede assessment-methodiek. Omschrijving assessment: Inventariseren van capaciteiten, interessen en mogelijkheden van leerlingen met een arbeidshandicap, met het oog op een optimale transitie van school naar werk/dagbesteding. Doel van assessment: Een voorspelling doen over de geschiktheid van leerlingen voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden. Zowel fysieke als psychische eigenschappen van de leerling zijn van belang, evenals de drijfveren van de persoon: wat wil hij, hoe ziet hij zichzelf later in de maatschappij functioneren, wat zijn z’n dromen? Niet in het minst is van belang over welke kennis en vaardigheden de leerling beschikt en hoe de sociaal-communicatieve vaardigheden zijn ontwikkeld.. Uiteindelijk willen we zicht krijgen op de vraag hoe iemand werkzaamheden verricht, wat hij weet en wat hij kan. Dit is de basis voor selectie van leerlingen: je bent wel of niet geschikt voor bepaald werk. Daarnaast is dit totaaloverzicht van belang voor de begeleiding van de leerling tijdens zijn schoolloopbaan en voor het ‘matchen’ van de leerling aan een bepaalde functie of bepaalde werkzaamheden. Gezien de kenmerken van onze leerlingenpopulatie worden meerdere domeinen van functioneren in kaart gebracht, te weten: - cognitieve kenmerken (in leerlingtermen: ‘wat ik leer en weet’) - sociale en emotionele competenties (‘ik en de ander’) - wensen, ideeën en verwachtingen van de leerling (‘wat ik wil’) - arbeidsvaardigheden w.o. vaktechnische vaardigheden, werknemersvaardigheden en motorische mogelijkheden (‘wat ik kan’). De verschillende domeinen zijn van belang voor vaststelling van het toekomstperspectief van leerlingen op het gebied van werken, leren, wonen en vrije tijd. Sommige items zijn meer van belang voor het toekomstige uitstroomprofiel werken; andere items zijn van belang voor het domein ‘wonen’ en ‘vrije tijd’, bijvoorbeeld huishoudelijke vaardigheden en vriendschappen. Het gekozen model lijkt op een legpuzzel, waarbij de verschillende kenmerken van de leerling in elkaar worden gepast tot een totaalbeeld. Het geheel is uiteindelijk meer dan de afzonderlijke puzzelstukjes: de hele leerling wordt in beeld gebracht. De Puzzel dient in de eerste plaats als vaststelling van de beginsituatie van de leerling. Het zijn als het ware de bouwstenen waarmee we in het onderwijsleerproces aan het werk gaan. De kenmerken van de leerling liggen voor een deel vast (bijv. de cognitieve kenmerken als intelligentie, fysieke kenmerken als spasticiteit). Deze kenmerken zijn niet door training te beïnvloeden. Wel kan gezocht worden naar compensatiemogelijkheden, bijvoorbeeld aanpassingen op de werkplek. Andere kenmerken zijn een startpunt voor begeleiding, scholing en training. Sociale vaardigheden, vaktechniek en werknemersvaardigheden (werktempo, initiatiefname, doorzettingsvermogen, nauwkeurigheid) zijn bij uitstek geschikt voor training door een goed afgestemd onderwijs-, begeleidings- en trainingsaanbod.
De Puzzel leent zich ook als evaluatie-instrument, waarbij tijdens de schoolloopbaan opnieuw wordt vastgesteld wat de ontwikkeling van de leerling op de verschillende domeinen is geweest. Belangrijke informatie: 1. De Puzzel bestaat uit 4 onderdelen: - Wat ik leer en weet - Wat ik kan - Ik en de ander - Wat ik wil. Ieder puzzelstukje bevat observatie-instrumenten, tests of vragenlijsten waarmee het betreffende domein in beeld wordt gebracht. 2. Druk op de Control-toets en klik met de muis het onderdeel aan waar u naartoe wilt, het achterliggende domein wordt dan geopend. Bij ieder onderdeel kunt u op dezelfde wijze terug naar de puzzel of naar de handleiding voor uitleg. 3. De gevraagde gegevens kunnen digitaal worden ingevoerd en worden geprint. Het is mogelijk om gegevens die elders (in het leerlingvolgsysteem) al aanwezig zijn, te importeren, bijv. de lijst ‘sociaal-emotioneel functioneren’. De puzzel heeft een eenvoudige opzet waarin gemakkelijk veranderingen zijn aan te brengen zodat u schoolspecifieke onderdelen kunt toevoegen. Deze puzzel is daarom een mogelijke vorm, niet definitief, maar vormbaar naar de eisen van de school. 4. Bij enkele puzzelstukken zijn meerdere tests of instrumenten voor hetzelfde domein opgenomen. Bijvoorbeeld: bij het domein ‘wat ik kan’ is de Melba-systematiek opgenomen om werknemersvaardigheden in kaart te brengen. Dit is alleen mogelijk voor scholen die Melba-gecertificeerd zijn. Wanneer dit niet het geval is, is afname en scoring van Melba niet mogelijk, maar kan de school een alternatieve observatielijst van werknemersgedrag hanteren. 5. Het domein ‘wat ik wil’ is bedoeld om de dromen en wensen van de leerling in kaart te brengen. Hierbij gaat het om ideeën ten aanzien van werk; daartoe wordt een Arbeidsinteressetest afgenomen. Daarnaast worden dromen en wensen ten aanzien van de bredere toekomst (vrije tijd, wonen, hobby’s, sociale contacten) geïnventariseerd, met ‘dromenkaartjes’ en met het kaartspel ‘Ken je kwaliteiten!’ De dromenkaartjes zijn beschikbaar op cd-rom. Met behulp van de dromenkaartjes en/of het kaartspel kan de persoonlijk begeleider in gesprek met de leerling toekomstwensen bespreken en concretiseren. Het kaartspel ‘Ken je kwaliteiten!’ kan besteld worden via www.cps.nl. Het spel bestaat uit 68 cartoons met tekst, die gebruikt worden om met leerlingen in gesprek te komen over zichzelf en over hun kwaliteiten. Voorbeelden zijn daadkracht, zorgzaamheid en enthousiasme. Wanneer leerlingen zich bewust zijn van hun kwaliteiten en mogelijkheden, is dat bevorderend voor een juiste inschatting van hun toekomstperspectief: ‘als ik administratief werk wil doen, is het heel belangrijk dat ik zorgvuldig en nauwkeurig ben’.
Haarlem/Groesbeek, juni 2007 Marleen van de Nes (
[email protected]) Mieke Geerling (
[email protected])
Handleiding invullen puzzelmodel: Puzzel: Wat ik leer en weet: - Vul hier IQ-gegevens in - Vul testgegevens of observaties in t.a.v. lezen, taal, rekenen en wereldoriëntatie. Een korte beschrijving van het beheersingsniveau volstaat. - Geef aan welke leerstijl van toepassing is. Puzzel: Wat ik kan: - Motorische vaardigheden: o Mobiliteit Vul met een kruisje in of de leerling deze vaardigheden zelf of met hulp beheerst. Geef eventueel een toelichting bij de rubriek ‘bijzonderheden’ o Kracht Vul met een kruisje in of de leerling deze vaardigheden zelf of met hulp beheerst. Geef eventueel een toelichting bij de rubriek ‘bijzonderheden’ o Handvaardigheid Vul met een kruisje in of de leerling deze vaardigheden zelf of met hulp beheerst. Geef eventueel een toelichting bij de rubriek ‘bijzonderheden’. - Arbeidsvaardigheden: o Melba-lijst (alleen voor Melba-gecertificeerde scholen) opnemen o Werknemersvaardigheden Geef hier met een kruisje aan of de leerling de betreffende vaardigheid goed beheerst, dan wel of het een aandachtspunt voor training/begeleiding is. - Praktische vaardigheden: o Zelfverzorging en huishoudelijke vaardigheden: Vul met een kruisje de kolom in die van toepassing is. Geef indien nodig een toelichting. Puzzel: Ik en de ander: - Sociaal-emotioneel functioneren: Vul een score in, vergezeld van een schriftelijke toelichting. De items zijn positief geformuleerd (als doelstelling) en zijn ontleend aan de methode ‘Leefstijl’; de methode biedt vervolgens begeleidingssuggesties om de doelstellingen te bereiken. Ook andere methodes voor begeleiding/stimulering van de sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen worden gebruikt, waaronder STIP. - Sociale omgeving: o Sociale contacten en vriendschappen: Vul de betreffende kolom in Puzzel: Wat ik wil: - Arbeidsinteressetest: o AWIT (Afbeeldingen Werkzaamheden Interesse Test) Vul in de kolom de ruwe score en de gewogen score in.
-
Dit zijn mijn dromen De persoonlijk begeleider (mentor) van de leerling heeft periodiek gesprekken met de leerling, aan de hand van de methodiek van Personal Future Planning (PFP). Hierbij wordt o.a. gewerkt met tekeningen, plaatjes, droomkaarten en andere visualisaties van iemands ideeën en wensen op het gebied van wonen, gevoelens, relaties en invulling van de vrije tijd. Vul in deze rubriek in eigen woorden de ideeën van de leerling in.
Toelichting op PFP: Weten wat je wil in de toekomst is lastig. Keuzen maken vraagt een referentiekader. Wat zijn de mogelijkheden en wat is aantrekkelijk? Binnen de personal future planning methode (Stefan Doose, 2004) )is er in Duitsland een methode ontwikkeld om dromen die mensen hebben bespreekbaar te maken. Deze methode is een zogenaamde dromenwinkel. In deze winkel zijn dromen te koop in de vorm van plaatjes die mogelijke wensen laten zien. Bijvoorbeeld: Een eigen huis hebben, zelf kunnen bepalen wat je eet, uitgaan naar de discotheek, een spaarrekening hebben, een prijs winnen, een huisdier hebben, een baan hebben etc. Uiteenlopende onderwerpen worden afgebeeld op losse kaartjes (deze dromen kun je ‘kopen’). Mocht de droom die je hebt er niet bij zitten, bestaat de mogelijkheid om deze te laten tekenen bij de dromenbalie. Op deze manier zijn alle dromen en ideeën mogelijk en zijn er geen beperkingen. Als de leerling zijn dromen heeft gevonden is dit een goed gespreksonderwerp om zijn/haar ideeën uit te diepen. De kaartjes met tekeningen zijn verkrijgbaar op cd-rom (
[email protected]). De droomwinkel wordt momenteel verder uitgewerkt voor Nederlands gebruik, maar kan een goed middel zijn voor het vormgeven van de toekomstideeën van leerlingen. Zowel individueel als klassikaal kan de dromenwinkel worden ingezet om leerlingen bewust te maken van hun toekomstmogelijkheden en een denkproces op gang te brengen.
- ‘Wat ik wil doen in mijn vrije tijd’ Werkwijze: in principe dezelfde methode als bij de dromenwinkel. Door middel van plaatjes worden verschillende thema’s, ideeën, wensen m.b.t. de vrije tijd besproken en uitgeprobeerd in de praktijk. Het invullen van vrije tijd is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Onze groep leerlingen heeft hier ondersteuning bij nodig. Enerzijds om mogelijkheden te leren kennen, anderzijds om gestimuleerd te worden om activiteiten te ondernemen. Door het thema vrije tijd in te passen in het lesprogramma kan je leerlingen kennis laten maken met de mogelijkheden voor het invullen van de vrije tijd met als doel dat ze dingen gaan uitproberen zowel op school als in hun echte vrije tijd. Het betrekken van ouders kan daarom van belang zijn.
Vrije tijd invulling kan je verdelen in een aantal categorieën: 1. 2. 3. 4. 5.
sport (balsporten, watersport, paardensport, denksport, conditietraining, …) hobby (lezen, creatief, verzamelen, spelletjes) uitgaan (uit eten, bioscoop, stappen, museum, ….) media (krant, tv., internet, radio,…) vakantie
Sport - Welke sporten zijn er? - Wat doe je nu aan sport? - Wat weet je van … (voetbal, hockey, zwemmen, paardrijden, …) - Wat gebruik je bij…. - Waarom moet je sporten? - Wat is leuk aan sport? - Wat is niet leuk aan sport? Hobby - Wat is een hobby? - Welke hobby’s zijn er? - Wat gebruik je bij…. - Welke spelletjes kan je spelen? - Waarom heeft iemand een verzameling? Uitgaan - Waarom ga je uit? - Wat doe je als je uit gaat? - Waar moet je op letten als je uitgaat? - Met wie kan je uitgaan? - Waar kan je naartoe gaan als je uitgaat? - Wat doe je in een restaurant wel/niet? - Wat doe je in de discotheek wel/niet? - Wat doe je in de bioscoop wel/ niet? - Wat doe je in het museum wel/ niet? Media - Wat kijk je op televisie? - Waar luister je naar op de radio? - Wat doe je met internet/msn? - Wat lees je in de krant/ waarom lees je de krant? - Hoe weet je wat er op de televisie/radio komt? Vakantie - Waarom ga je op vakantie? - Met wie ga je op vakantie? - Waar kan je naartoe op vakantie? - Wat neem je mee als je op vakantie gaat? Marleen van de Nes Mieke Geerling Haarlem/Groesbeek, juni 2007.
Puzzelmodel: “Leerling in beeld”
Wat ik kan
Wat ik leer en weet -
-
IQ, VIQ, PIQ Lezen Taal Rekenen Wereldorientatie Leerstijl
Motorische vaardigheden Arbeidsvaardigheden Praktische vaardigheden Werknemersvaardigheden
Wat ik wil
Ik en de ander -
Sociale vaardigheden Emotionele ontwikkeling Sociale omgeving Mijn omgang met anderen
Naar de handleiding
-
Dromen Interesses Wat ik wil in mijn vrije tijd Waar ik wil werken Hoe en waar ik wil wonen
Wat ik leer en weet Algemeen: Totaal IQ: Verbaal IQ: Performaal IQ:
Niveau aanduiding (o.a. leerlijnen zml): Lezen AVI niveau: Picto lezen: Functioneel lezen: Begrijpend lezen:
Mondelinge taal Communicatie: Begrip gesproken taal: Gespreksvaardigheden:
Schriftelijke taal Gebruik van het schrift: Gebruik van computer:
Rekenen Hoeveelheden herkennen en vergelijken: Alledaagse rekenhandelingen:: Meten en wegen: Geld rekenen en gebruiken:
Handleiding
terug
Oriëntatie op tijd Begrip van dagindeling en tijdsindeling: Klok kijken: Gebeurtenissen ordenen in de tijd:
Leerstijl Deze gegevens leveren informatie op over de leerstijl van de leerling, en aanwijzingen voor de wijze van instructie c.q. training. Voor de (vak)docent betekent dit dat hij weet hoe hij zijn onderwijs of training vormgeeft, bijv. door: o voordoen en nadoen (modelling) o training door inslijping (veelvuldig oefenen en herhalen) o visualiseren van de deelstappen (picto´s) o mondelinge instructie met korte schriftelijke stappenplannen. Leerstijl:
Handleiding Wat ik kan terug
Motorische vaardigheden Datum invullen: Ingevuld door:
Mobiliteit Zelf
Hulp
Niet
Bijzonderheden.
Staan Lopen Trappen lopen Knielen/ hurken/ buigen Lopend/ met de rolstoel deelnemen aan verkeer Deelnemen aan het verkeer op de fiets Deelnemen aan het openbaar vervoer Deelnemen aan het verkeer met de auto
Kracht Zelf
Hulp
Niet
Tillen/dragen tot 1 kg. Tillen/ dragen tot 5 kg. Tillen/ dragen 10 kg en meer Duwen/ trekken lichte objecten Duwen/ trekken zware objecten
Handvaardigheid Bijzonderheden.
Kan twee handen gebruiken Kan schroeven Kan fijn materiaal manipuleren Schrijven Toetsenbord en muis bedienen
Bijzonderheden.
Handleiding
Arbeidsvaardigheden
terug
Overzicht van MELBA, in te vullen per school
Cognitieve kenmerken
Sociale kenmerken Kenmerken voor de manier van werkuitvoering
Psycho-motorische kenmerken
Culturele vaardigheden/ communicatie
Werkplanning
Doorzettingsvermogen Uithoudingsvermogen
Energetische inzet
Lezen
Bevattingsvermogen
Leiderskwaliteit
Frustratietolerantie
Fijne motoriek
Rekenen
Contact vaardigheid Concentratievermogen Kritisch beoordelen
Kritische controle
Reactiesnelheid
Schrijven
Leren/Onthouden
Ontvangen van kritiek
Stiptheid
Probleemoplossing
Teamwork
Zelfstandigheid
Oplettendheid
Ordenend vermogen
Omschakeling
Zorgvuldigheid
Voorstellingsvermogen
Verantwoording
Tabel 1: Overzicht van de kenmerken van het systeem Melba, verdeeld in de 5 schalen N.B. Meer informatie via www.melba.nl, certificatie is een vereiste voor gebruik.
Spreken
Handleiding
terug
Werknemersvaardigheden Goed Op tijd komen Er verzorgd uitzien Brood meenemen Aan afspraken houden Doorwerken Accepteren leiding Zelfstandig werken Omgang met collega’s Flexibiliteit Absentie doorbellen Hygiëne regels opvolgen Veilig werken Omgaan met regels Omgaan met kritiek Eigen grenzen kennen Netjes werken/ organisatie Hulp vragen bij problemen Professionele werkhouding Omgang met klanten Goed werk leveren (kwaliteit) Nieuwe taken leren
Aandachtspunt Bijzonderheden
Handleiding
Praktische vaardigheden
terug
Zelfverzorging Zelfstandig
Onder toezicht
Met hulp
Niet
Bijzonderheden
Uitkleden Aankleden Veters strikken Sluitingen Haren verzorgen Gebit verzorgen Nagels verzorgen Gezicht verzorgen Toiletgang Eten en drinken Kleding verzorgen
Huishoudelijke vaardigheden Zelfstandig
Drinken verzorgen Ontbijt verzorgen Lunch verzorgen Tafel opruimen Koken Afwassen/afwasmachine Boodschappen doen Omgaan met geld Schoonmaken Bed opmaken Kamer opruimen
Onder toezicht
Met hulp
Niet
Bijzonderheden
Ik en de ander SOCIAAL EMOTIONEEL FUNCTIONEREN
Datum: Ingevuld door: Score: 1= zwak of nooit, 2 = zeer matig, 3 = matig, 4 = voldoende, 5 = goed Schriftelijke toelichting in de tweede kolom PRATEN EN LUISTEREN 1. kan enige tijd met aandacht luisteren naar anderen. 2. stelt (eenvoudige) vragen om een ander beter te begrijpen. 3. stelt (eenvoudige) vragen om zelf meer te weten te komen. ZELFVERTROUWEN 4. ervaart zichzelf als positief. 5. kan zodanig complimenten ontvangen dat het zelfvertrouwen groeit. 6. ziet fouten maken als leermoment. GEVOELENS 7. kan verschillende gevoelens benoemen. 8. toont invoelend vermogen. CONFLICTHANTERING 9. kan irritatie en boosheid adequaat uiten. 10. heeft inzicht in eigen aandeel conflict. 11. kan het conflict afsluiten. CONTACT MET ANDEREN 12. legt op een positieve manier contact met leeftijdgenoten. 13. onderhoudt intensievere contacten (bv. vriendschap). REKENING HOUDEN MET ANDEREN 14. houdt rekening met gevoelens van anderen. 15. houdt rekening met wensen van anderen. 16. houdt zich aan afspraken.
OPKOMEN VOOR ZICHZELF 17. kan vriendelijk en duidelijk eigen mening kenbaar maken.
18. 19.
is weerbaar tegen ongewenst gedrag. vraagt om hulp indien nodig.
KEUZES MAKEN EN JE DOEL BEREIKEN 20. weet wat hij/zij wil. 21. maakt gezonde en positieve keuzes. 22. overziet gevolgen van keuzes/gedrag. OVERIG 23. 24. 25. 26.
SOCIALE OMGEVING
SOCIALE CONTACTEN EN VRIENDSCHAPPEN 1. Contacten leggen met anderen 2. Een gesprekje voeren 3. Afspraken maken en er aan houden 4. Gevoel uiten en grenzen daarin kunnen aangeven 5. Interesse en respect tonen voor de ander 6. Bezoek ontvangen en sfeer maken 7. Overleggen 8. Conflicten hanteren 9. Zelfkennis / bewust zijn van wat jouw gedrag bij een ander oproept 10. Hulp kunnen vragen 11. Vriendschappen aangaan en onderhouden
terug
Handleiding
terug
Wat ik wil: arbeid Afbeeldingen Werkzaamheden Interesse Test (AWIT) Afgenomen d.d.:
Onderdeel
Ruwe score
Huishoudelijk/begeleiden werk Werken met voedsel Groen/agrarisch Dieren Winkel/ magazijn Technisch onderhoud Administratie Bouw Productie industrie (nonfood) Textiel
Gestandaardiseerde scores: Onderdeel Huishoudelijk/begeleiden werk Werken met voedsel Groen/agrarisch Dieren Winkel/ magazijn Technisch onderhoud Administratie Bouw Productie industrie (nonfood) Textiel
Opmerkingen:
Mate van interesse
Dit zijn mijn dromen Dit heb ik uitgekozen uit de dromenwinkel:
Handleiding terug
Deze dromen heb ik in de dromenwinkel laten maken:
Dit wil ik doen:
Zo wil ik zijn:
Zo wil ik wonen:
Dit wil ik bereiken:
Aanvulling:
Handleiding
terug
Dit wil ik doen/ uitproberen in mijn vrije tijd: Sport, Hobby, Uitgaan, Media
Dit doe ik nu in mijn vrije tijd: -
Dit zou ik willen doen in mijn vrije tijd: -
Dit heb ik geprobeerd of wil ik niet doen in mijn vrije tijd: -
Komend half jaar ga ik dit uitproberen in mijn vrije tijd: -
Handleiding bij Assessment- model ‘Puzzel: de Leerling in Beeld’
terug
Puzzel: Wat ik leer en weet: - Vul hier IQ-gegevens in - Vul testgegevens of observaties in t.a.v. lezen, taal, rekenen en wereldoriëntatie. Een korte beschrijving van het beheersingsniveau volstaat. - Geef aan welke leerstijl van toepassing is.
Puzzel: Wat ik kan: - Motorische vaardigheden: o Mobiliteit Vul met een kruisje in of de leerling deze vaardigheden zelf of met hulp beheerst. Geef eventueel een toelichting bij de rubriek ‘bijzonderheden’ o Kracht Vul met een kruisje in of de leerling deze vaardigheden zelf of met hulp beheerst. Geef eventueel een toelichting bij de rubriek ‘bijzonderheden’ o Handvaardigheid Geef een korte beschrijving bij de items - Arbeidsvaardigheden: o Melba-lijst (alleen voor Melba-gecertificeerde scholen) opnemen o Werknemersvaardigheden Geef hier met een kruisje aan of de leerling de betreffende vaardigheid goed beheerst, dan wel of het een aandachtspunt voor training/begeleiding is. - Praktische vaardigheden: o Zelfverzorging en huishoudelijke vaardigheden: Vul met een kruisje de kolom in die van toepassing is. Geef indien nodig een toelichting.
terug Puzzel: Ik en de ander: - Sociaal-emotioneel functioneren: Vul een score in, vergezeld van een schriftelijke toelichting. De items zijn positief geformuleerd (als doelstelling) en zijn ontleend aan de methode ‘Leefstijl’; de methode biedt vervolgens begeleidingssuggesties om de doelstellingen te bereiken. Ook andere methodes voor begeleiding/stimulering van de sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen worden gebruikt, waaronder STIP. -
Sociale omgeving: o Sociale contacten en vriendschappen: Vul de betreffende kolom in
Puzzel: Wat ik wil: . -
Arbeids-interessetest: o AWIT (Afbeeldingen Werkzaamheden Interesse Test) Vul in de kolom de ruwe score en de gewogen score in.
-
Dit zijn mijn dromen: De persoonlijk begeleider (mentor) van de leerling heeft periodiek gesprekken met de leerling, aan de hand van de methodiek van Personal Future Planning (PFP). Hierbij wordt o.a. gewerkt met tekeningen, plaatjes, droomkaarten en andere visualisaties van iemands ideeën en wensen op het gebied van wonen, gevoelens, relaties en invulling van de vrije tijd. Vul in deze rubriek in eigen woorden de ideeën van de leerling in
-
Vrije tijd: dezelfde methode als bij de dromenwinkel. Door middel van plaatjes worden verschillende thema’s, wensen en ideeën voor de vrije tijd besproken en uitgeprobeerd in de praktijk.