Werken met de Bommekeskrant

Werken met de Bommekeskrant Verwerkingssuggesties

Een initiatief van:

Kon. 2800 tel.

Jeugd & Vrede Astridlaan 160 Mechelen tel. 015/43 56 96 – fax 015/43 56 97 www.jeugdenvrede.be [email protected]

Inleiding Oorlog, er is er genoeg van in de wereld. De mens blijkt doorheen zijn bestaan een bijzonder oorlogszuchtig wezen. En het wordt er met de tijd niet beter op want de manieren om een tegenstander voorgoed uit te schakelen worden steeds vernuftiger. Dit krantje gaat over de zin en (vooral) onzin van oorlogvoering. De lezers worden meegetroond op een speelse, maar soms ook confronterende, ontdekkingstocht doorheen de geweldcultuur van de mens. Het geheel wordt aangevuld met de nodige puzzels en spelletjes. De Bommekeskrant is zowel individueel bruikbaar als in groep. Dit begeleidingsdossiertje met verwerkingssuggesties helpt je om het krantje maximaal te benutten.

Methodieken bladzijde 1 Bommekeskrant De oorlog ontmaskerd Vier foto’s geven vier verschillende, schrijnende gevolgen van oorlog weer. -vluchtelingen die in kampen terechtkomen (foto uit Noord-Oeganda) -voedselgebrek dat leidt tot ondervoeding (foto genomen in Kongo) -slachtoffers van aanvallen (foto genomen in Irak) -vernieling en verwoesting (foto genomen in Tsjetsjenië) Vraag de kinderen om de vier foto’s gedurende een minuut in stilte te bekijken. Hou vervolgens een kringgesprek over: -wat zie je op de foto’s? -welke gevoelens roepen de foto’s bij jou op? -zijn er aan oorlogvoering nog andere gevolgen verbonden? -... Vergelijk hetgeen de kinderen zeggen met de gevolgen die in ‘Wist je dat?’, worden opgesomd. Zijn er gevolgen waaraan ze zelf nog niet hadden gedacht? Hebben de kinderen nog andere gevolgen gevonden? Opdracht: Stel je voor, er breekt oorlog uit in België. Wat zou jij dan doen? Geef de kinderen 5 minuten de tijd om daarover na te denken en hun gevoelens en reacties in enkele zinnen op te schrijven. Ieder leest wat hij geschreven heeft voor aan de groep.

METHODIEK 1 Groen van jaloezie

denken bij jaloezie. Deze woorden worden op bord of op een

Leeftijd: 9 tot 12 jaar

groot vel papier geschreven. Kan iedereen zich in de woorden terug vinden? Daarna leest de begeleider de situatieschetsen op de volgende bladzijde voor en bespreekt deze met de deelnemers aan de hand van de gegeven vragen.

Werkvorm: groepsgesprek hele groep Doelstellingen: conclusies trekken omtrent jaloezie verbanden zien tussen jaloezie en conflicten stilstaan bij eigen emoties Tijdsduur: 2 uur Benodigdheden: voldoende ruimte en zitplaatsen bord en krijt of groot vel papier _______________________________ Werkwijze: De deelnemers krijgen de opdracht 3 kernwoordjes op te schrijven waaraan ze

situatieschets 1: Luc is een echte speelvogel, hij zit steeds vol grappen en grollen. In de klas is hij heel wat minder ijverig. De juf moet hem vaak een standje geven omdat hij niet oplet en regelmatig vergeet zijn huistaken te maken. Op het einde van het schooljaar worden de rapporten uitgedeeld. Luc’s rapport is ronduit slecht. Als zijn klasgenoten praten over de punten die ze hebben behaald, verwijt hij hen dat ze opscheppers zijn. bespreking 1: Beschrijf het karakter van Luc. Wat is er aan de hand op het einde van het

schooljaar? Hoe voelt Luc zich en waarom? Kan je Luc’s reactie begrijpen? Hoe zou jij reageren als je Luc was? Hoe zou jij reageren als je één van Luc’s klasgenoten was? situatieschets 2: Han en Mieke zijn vriendinnen die samen tekenles volgen. Ze krijgen de opdracht om een dier te tekenen. De tekenleraar is heel tevreden over de tekening van Mieke en zegt dat ze talent heeft. Tegen Han zegt hij dat ze goed moet blijven oefenen. Als de vriendinnen naar huis gaan, zegt Han geen woord. bespreking 2: Wat is er gebeurd? Hoe voelt Han zich en waarom? Kan je Han’s reactie begrijpen? Hoe had Han volgens jou moeten reageren? Hoe denk je dat Mieke zich voelt? situatieschets 3: Jonas’ vader is zakenman en werkt heel hard. ’s Avonds komt hij laat thuis en ook in het weekend is hij vaak op de baan. Jonas krijgt van zijn ouders bijna alles wat zijn hartje begeert. Hij loopt steeds in nieuwe kleren rond. Gert’s ouders hebben het minder makkelijk en daarom moet Gert vaak de kleren van zijn oudere broer afdragen. Gert pest Jonas en noemt hem een rijkeluiszoontje. bespreking 3: Hoe is de thuissituatie van Jonas? Hoe is de thuissituatie van Gert? Waarom pest Gert Jonas? Kan jij Gert begrijpen? Hoe denk jij dat Jonas zich voelt? Hoe zou jij reageren als jij Gert was? Hoe zou jij reageren als jij Jonas was? Vervolgens wordt aan de deelnemers gevraagd of zij zelf al eens groen van jaloezie zijn geweest. Degenen die willen, mogen hun ervaring vertellen aan de groep. Hoe kijkt de deelnemer in kwestie nu terug op die situatie? Tot slot wordt het gevoel jaloezie besproken in de groep.

Wat is de definitie van jaloezie? Om welke redenen kan men jaloers zijn op anderen? Wat kan je tegen jaloezie doen? Wat zijn de gevolgen van jaloezie? Denk je dat er op ruimer vlak (tussen twee landen bv.) ook jaloezie bestaat?

METHODIEK 2 Wij verklaren de oorlog Leeftijd: 9 tot 14 jaar Werkvorm: rollenspel en groepsgesprek hele groep Doelstelling: aanleren van nieuw begrippenkader zoeken naar alternatieve oplossingen voor een conflict belang van compromissen Tijdsduur: 1 uur Benodigdheden: groot vel papier en schrijfgerief _______________________________ Werkwijze: Twee vrijwilligers spelen een rollenspel, zij baseren zich op deze situatieschets: Jullie zijn op schooluitstap in een pretpark. Jij en jouw vriend(in) willen in de botsauto’s. Er is nog maar één wagentje vrij. Jullie lopen ernaar toe, maar net op dat moment willen twee klasgenoten in de botsauto stappen. Eén van de klasgenoten zegt: ‘Dit is ons wagentje! Wij waren hier eerst!’ Daar ben jij het helemaal niet eens. Het ontaardt in een scheldpartij waarbij geen van beide partijen wil toegeven. De andere deelnemers denken na over mogelijke oplossingen voor dit conflict. Elke oplossing, zonder dat er een waardeoordeel wordt uitgesproken, wordt genoteerd op een groot vel papier. De oplossingen worden uitgeknipt en geplakt op een tweede vel papier waarbij

een onderverdeling wordt gemaakt tussen: -oplossingen die bevredigend zijn voor beide partijen, bv. de duo’s gaan afwisselend in de botsauto, de ene groep deze ronde, de andere de volgende -oplossingen waarbij één partij zijn zin krijgt, bv. één van de twee duo’s duwt de andere twee weg en neemt plaats in de wagen -oplossingen waarbij geen van beide partijen tevreden is, bv. de botsautobegeleider vermaant hen ergens anders ruzie te gaan maken De

groep

bespreekt

de

soorten oplossingen. Welke zijn de beste? De deelnemers bedenken zelf andere situaties die op dezelfde manier besproken worden. Vervolgens wordt nagedacht over: -zijn oplossingen waarmee iedere partij tevreden is altijd mogelijk? -is een compromis altijd de beste oplossing? -kan geweld leiden tot een oplossing waarmee iedereen tevreden is

verschillende

bladzijde 2 en 3 Bommekeskrant De wereld in vuur en vlam Doe deze oefening samen met de kinderen. Ieder met een eigen atlas voor zich of met een grote wereldkaart die vooraan hangt. De landen waar in 2001 conflicten werden uitgevochten: Verenigde Staten, Colombia, Guinee, Nigeria, Tsjaad, Sudan, Oeganda, Angola, Nigeria, Rwanda, Burundi, Algerije, Sierra Leone, Congo, 3 plaatsen in Pakistan, Afghanistan, 2 plaatsen in Indonesië, Israël, Sri Lanka, Filipijnen enTsjetsjenië. Weten de kinderen waar deze landen liggen op de wereldkaart? En in welk werelddeel waren er geen conflicten? (Oceanië)

METHODIEK 3 Creatief met oorlog Leeftijd: 9 tot 12 jaar Deel 1: Tekenen Werkvorm: tekenen individueel Doelstellingen: nadenken over de begrippen oorlog en vrede inlevingsvermogen aanscherpen

_______________________________ Werkwijze: De begrippen oorlog en vrede kunnen heel wat losmaken bij kinderen. Vaak is het makkelijker voor hen om deze gevoelens uit te drukken in beelden dan in woorden. Een tekening kan veel meer zeggen dan een kind onder woorden kan brengen in een opstel of een gesprek. Trek ruim een uur de tijd uit voor het maken van de twee tekeningen. Leg uit dat er geen beoordeling volgt van goed of fout, mooi of minder mooi. Het gaat erom dat de kinderen tekenen hoe zij oorlog en vrede zien. Ze mogen zelf kiezen met welk thema zij willen beginnen.

Tijdsduur: 1,5 uur

Deel 2: Gesprek

Benodigdheden: papier, kleurpotloden, stiften, verf

Werkvorm: kringgesprek

hele groep Doelstellingen praten over oorlog en vrede verwoorden van gevoelens

de zon, de figuren, wapens, … Misschien kan je uit deze evaluatie al enkele gespreksonderwerpen distilleren. Andere vragen die je kan stellen tijdens het kringgesprek:

Tijdsduur: 1 uur

-

Benodigdheden: ruimte _______________________________ Werkwijze: Neem je tijd om de tekeningen te bekijken. Het beste is om telkens de twee tekeningen (vrede en oorlog) naast elkaar te leggen en ze in paren te bekijken. Zijn er zaken die opvallen? Leg ook de tekeningen over vrede van de jongens naast die van de meisjes. Zijn er verschillen? Doe hetzelfde met de tekeningen over oorlog. Let op kleur, natuur,

-

vertel iets over de mensen op je tekeningen: wie zijn het, wat doen ze, ... welke wapens staan er op je tekening wat gebeurt er op je tekening praat je thuis wel eens over oorlog wat zie je wel eens op tv over oorlog of vrede wat doen mensen als er oorlog is welke wapens worden er in de oorlog gebruikt waarom maken mensen oorlog

Wij verklaren de oorlog Oorlog heeft altijd een bepaalde oorzaak. Welke dat zijn vind je terug in de krant. Maar hoe zit het met de kinderen in hun eigen leefomgeving? Zijn zij zelf wel altijd even vredevol?

METHODIEK 4 Conflicten bij de vleet Leeftijd: 9 tot 14 jaar Werkvorm: rollenspel en groepsdiscussie hele groep en subgroepjes Doelstellingen: nadenken over conflictsituaties samenwerking kijken en luisteren naar elkaar actief oplossingen zoek voor conflictsituaties Tijdsduur: 2,5 uur (afhankelijk van de grootte van de groep), verspreid over verschillende dagen Benodigdheden: voldoende ruimte, bord en krijt of groot vel

papier en dikke stift _______________________________ Werkwijze: Dag 1 De deelnemers worden ingedeeld in groepjes van 3. Elk groepje krijgt de opdracht om een toneeltje uit te werken rond een bepaald conflict, bv. agressie in het verkeer, ruzie tussen twee vrienden om een meisje, meningsverschillen met je ouders, … Dit rollenspel van ongeveer drie minuten moet het ontstaan en het verloop van het conflict schetsen maar komt niet tot een oplossing. Na tien minuten voorbereidingstijd worden de toneeltjes voor de groep opgevoerd. Dag 2 Bij de volgende bijeenkomst brengt één van de groepjes zijn rollenspel opnieuw voor de groep. Aan de hand van dit toneelstukje

wordt conflictoplossing besproken. De groepsleider bespreekt ‘de probleemoplossing in vijf stappen’: 1.Identificatie van de behoefte
Ik wil, ik wil, … Wat wil elke partij bereiken in het gegeven conflict? 2.Beschrijving van het probleem.
Wat is er loos? Welk probleem ligt aan de grondslag van het conflict? 3.Nadenken over mogelijke oplossingen
Wat doen? Vraag aan de groep wie er oplossingen heeft voor het conflict. Alle antwoorden worden opgeschreven, zonder commentaar of evaluatie.

4.Evaluatie van de oplossingen
Problemen zijn er om opgelost te worden. De verschillende oplossingen worden bekeken en elke deelnemer laat weten welke oplossing hem wel of niet aanspreekt. 5.Kies de beste oplossing.
En de oplossing is … Kan iedereen zich vinden in de beste oplossing? Zal het conflict daarmee voorgoed van de baan zijn? De groepjes die samen een rollenspel uitwerkten, gaan opnieuw bij elkaar zitten en zoeken naar een oplossing voor het conflict in hun eigen rollenspel.

Game Time Speel dit spel buiten met de kinderen of in een grote ruimte. Speel vervolgens onderstaande spelen.

METHODIEK 5 Tijd voor een spelletje. Leeftijd: 9 tot 14 jaar Werkvorm: groepsspelletjes Doelstellingen: op speelse wijze omgaan met het thema Tijdsduur: 1 uur Benodigdheden: veel ruimte voor het derde spel een krant _______________________________ Vuur soldaat! 10 tot 30 deelnemers 2 ploegen, 1 begeleider De deelnemers worden verdeeld in twee groepen. De eerste groep vormt de soldaten, de tweede groep de slachtoffers.

De eerste groep gaat op de buik liggen, allemaal naast elkaar. Tegenover hen doet de andere groep hetzelfde. Zodanig dat de twee groepen in het midden van het terrein liggen met de gezichten naar elkaar. Op het moment dat de leider ‘Vuur’ roept, moeten de slachtoffers recht springen en zo snel mogelijk naar de eindlijn aan de overkant van het terrein lopen. De soldaten moeten eerst twee keer op de grond slaan, pas dan mogen ook zij opspringen en de slachtoffers proberen te tikken. Het tikken is een vorm van rekruteren. Een slachtoffer dat getikt wordt, wordt soldaat. Het spel is afgelopen wanneer alle slachtoffers soldaat zijn geworden. Ten aanval. 10 tot 30 deelnemers 2 groepen, 1 scheidsrechter Begin met het afbakenen van twee even grote vierkanten. Dan verdeel je de groep in twee legers die elk een land (1 van de vierkanten) bezetten. Eerst wordt getost welk leger de eerste aanval doet.

Eén soldaat van het aanvallende leger neemt diep adem en roept zo hard hij kan: ‘Aanvalleueueuh!!!!’. Daarop rent hij naar het land aan de overkant terwijl hij onophoudelijk blijft roepen. In het buitenland aangekomen, tikt hij zoveel mogelijk soldaten aan. Maar opgepast, de speler moet zich op tijd terugtrekken. Als hij buiten adem raakt wanneer hij nog in het vijandelijke kamp is, mag hij op zijn beurt door de vijandelijke soldaten getikt worden. Niet alleen zijn dan alle spelers die eerder door hem waren getikt weer vrij, ook hijzelf wordt dan ingelijfd in het buitenlandse leger. Slaagt hij er echter in om het eigen land te bereiken terwijl hij nog steeds roept, dan worden alle tegenspelers die hij kon aantikken lid van het aanvallende leger. De ploegen komen afwisselend aan de beurt. Het spel is afgelopen als alle spelers soldaten zijn geworden van hetzelfde leger.

Kranten meppen. 8 tot 20 deelnemers 1 ploeg, 1 begeleider De spelers gaan in een kring staan. Eén speler staat in het midden met een opgerolde krant. Als de spelers elkaar nog niet bij naam kennen, stellen zij zich eerst kort voor. Daarna roept de begeleider een naam. De middenspeler moet degene die genoemd werd proberen te slaan met de krant. Maar wanneer die in staat is om snel een andere naam uit de groep te noemen, dan mag hij niet meer geslagen worden. Wel wordt de nieuw genoemde het mogelijke slachtoffer. Als de middenspeler erin slaagt om iemand te slaan met de krant, dan wordt deze persoon de nieuwe speler in het midden.

Voor groot en klein Kinderen zijn niet alleen slachtoffers, zij worden ook effectief ingezet in de gewapende strijd. In meer dan 30 verschillende landen worden minstens 300.000 kinderen actief ingezet in gewapende conflicten. Moses, een Oegandese jongen, was er één van. Hij werd op een dag ontvoerd door het rebellenleger van Joseph Kony. Dit rebellenleger zaait al jarenlang terreur in het Noorden van Oeganda. De soldaten van dit leger zijn kinderen die stuk voor stuk ooit, net als Moses, ontvoerd werden uit hun huizen en vervolgens gedwongen om als kindsoldaat te vechten tegen het regeringsleger. Bovendien worden zij verplicht om wandaden te begaan ten opzichte van de bevolking. Wie weigert wordt koudweg geliquideerd. Moses slaagde er gelukkig in om te ontsnappen.

METHODIEK 6 Rijmen en dichten zonder je gat op te lichten. Leeftijd: 9 tot 14 jaar Werkvorm: dichten individueel Doelstelling: leren over en meeleven met kindsoldaten Tijdsduur: 1 uur

Benodigdheden: pen en papier _______________________________ Werkwijze: Het gedicht 'Aan het onbekende kindsoldaatje' van Daniël Billiet wordt voorgedragen en kort besproken. Daarna krijgt ieder individueel de opdracht om zelf een gedicht over kindsoldaten of oorlog in het algemeen te schrijven.

Aan het onbekende kindsoldaatje je spreekt niet meer je slikt, altijd verschrikt je kijkt wel uit met woorden kun je niet meer over die berg dood waartoe jij je eigen handen dwong om niet hetzelfde te ondergaan als zovele van je vriendjes je slikte en slikte en stikte over je lippen rolt geen woord je vriendinnetje Amira moest haar eigen afgesneden lippen eten ze zou wel eens kunnen praten je mocht daar nooit huilen nu kun je het niet meer maar je ogen verklikken je grote kroppen eenzaamheid je slikt en hikt een lachje op voor de foto

vel papier, stiften, een stapel tijdschriften _______________________________ Werkwijze: Teken de omtrek van één van de begeleiders op een groot stuk papier. Trek een verticale lijn waarmee deze figuur in twee helften wordt gesneden.Verdeel de groep in 2 (max. 3 à 4 kinderen per groepje). Elk subgroepje krijgt een helft van de figuur toegewezen. De ene groep krijgt de opdracht om uit de tijdschriften te zoeken naar alle mogelijke foto's, tekeningen... die met oorlog te maken hebben. Zij gaan op zoek naar de gevolgen voor kinderen in een oorlog (geweld, kampen, verwoesting, mijnen, kindsoldaten, honger, ziekte,...). Dit wordt uitgeknipt en geplakt op hun kant van de figuur. Het tweede groepje verzamelt materiaal over het dagelijkse leven in Vlaanderen (ontbijten, school, sport en ontspanning, spelen,...) en kleeft dit op de hen toegewezen zijde. Vervolgens stel je gerichte vragen over:

Daniel Billiet

METHODIEK 7 Kinderen in de wereld Leeftijd: 10 tot 14 jaar Werkvorm: dichten subgroepen en volledige groep Doelstelling: evalueren van de eigen leefsituatie in vergelijking met die van kinderen in oorlog Tijdsduur: 2 uur

'Kind zijn in Vlaanderen' -hoe is het om kind te zijn in Vlaanderen? -wat doe je in je vrije tijd? -hoe ziet jouw leven thuis eruit? ... 'Kind zijn in een oorlog' - hoe denk je dat het is en voelt om in oorlogsgebied te wonen? - hoe brengen kinderen in een oorlogsgebied hun vrije tijd en weekends door? -hoe ziet het leven thuis, in oorlog, eruit? ... 'Het bestaan van kindsoldaten' - wist je dat er kindsoldaten bestaan? - wat is een kinsoldaat? - waarom kindsoldaten? - wat moeten kindsoldaten zoal doen?...

Benodigdheden:

Zeg het recht voor zijn raap Er zijn heel wat gezegdes die iets vertellen over oorlog, conflicten, ruzie en vrede. Ga aan de slag met spreekwoorden.

METHODIEK 8 Zeg het met een gezegde. Leeftijd: 12 tot 14 jaar Werkvorm: selecteren verklaren uitbeelden individueel en in twee groepen Doelstelling: themagerichte spreekwoorden leren Tijdsduur: 1 uur Benodigdheden: schoolbord en krijt of groot blad papier en dikke stift _______________________________ Werkwijze: De deelnemers krijgen de huistaak om zoveel mogelijk spreekwoorden en gezegden te verzamelen over vrede (vriendschap) en oorlog (ruzie, vechten, conflicten). De volgende dag wordt de groep verdeeld in twee teams die bij elkaar gaan zitten. De begeleider overloopt de gevonden

spreekwoorden met elk team afzonderlijk. Zijn ze juist? Heeft het gezegde betrekking op de gegeven thema’s? Ondertussen kiezen de teams vijf spreekwoorden die uitgebeeld moeten worden en vijf spelers die zullen uitbeelden. De teams komen afwisselend aan de beurt. Een eerste ‘uitbeelder’ krijgt van het tegenteam een spreekwoord toegewezen. De bedoeling is dat hij dit op zo’n manier kan uitbeelden dat zijn team kan raden om welk spreekwoord het gaat. Let wel, er mag geen geluid over de lippen komen van de deelnemer die uitbeeldt. Raadt het team goed; dan winnen zij een punt. Raden zij het niet; dan gaat het punt naar het andere team. Vervolgens is het opdrachtgevende team aan de beurt om te raden. Alle spreekwoorden die worden genoemd (ook als het niet het gezochte is) worden door de begeleider opgeschreven op het bord of op een groot vel papier. Achteraf worden de genoteerde spreekwoorden en hun betekenissen besproken. Voorbeelden van spreekwoorden vind je in de Bommekeskrant.

bladzijde 4 Bommekeskrant De buig of barst-test De kinderen mogen deze test individueel doen. De uitkomst hoeft niet meegedeeld te worden, elk kan voor zichzelf conclusies trekken. Ter afsluiting wordt onderstaand spel gespeeld.

METHODIEK 9 Mooie silhouetten

Doelstelling: goede eigenschappen zien in elkaar

Leeftijd: 9 tot 14 jaar

Tijdsduur: ½ uur

Werkvorm: tekenen en schrijven nagesprek hele groep

Benodigdheden: grote vellen papier en stiften als er buiten wordt gespeeld: krijt _______________________________

Werkwijze: Ieder kind heeft een stift (of stuk krijt). Als een kind op de grond gaat liggen, trekken de anderen zijn omtrek op de grond of op het papier. Het kind dat gaat liggen moet een bepaalde uitdrukking of emotie weergeven in gelaat en/of houding. De anderen raden om welke emotie het gaat en schrijven dit onder het silhouet. Vervolgens moet iedereen een positieve eigenschap van het betreffende kind in het silhouet schrijven. Opgelet: deze opdracht moet goed begeleid worden. Soms willen of kunnen kinderen niets positiefs over een ander opschrijven.

AFSLUITER Hoofdbrekertje Omdat er de laatste tijd veel struikrovers in het kasteel komen, heeft de koning besloten een wachter te plaatsen. Deze wachter vraagt aan iedereen die de poort door wil of hij het wachtwoord kent. Weet men het wachtwoord niet, dan wordt de toegang geweigerd. Een slimme struikrover wil

binnendringen. Om het wachtwoord af te luisteren verstopt hij zich onder de ophaalbrug. Een eerste bezoeker verschijnt. De wachter zegt: '6'. De bezoeker antwoordt: '3'. De wachter laat hem binnen. Een tweede bezoeker meldt zich aan, de wachter zegt: '8', de tweede bezoeker antwoordt prompt: '4'. Ook hij mag passeren. Als de derde bezoeker arriveert, zegt de wachter: '12'. Het antwoord van de derde bezoeker luidt: '6'. Ook deze mag door. De struikrover denkt het systeem nu te kennen en meldt zich aan. De wachter zegt '10'. De rover antwoordt, zeker van zijn stuk, '5'. Hij wordt verjaagd. Ken jij het juiste wachtwoord? _______________________________ oplossing Het juiste antwoord is ‘4’, omdat het wachtwoord telkens het aantal letters geeft van het cijfer dat de wachter noemt. En tien bestaat uit vier letters.

COLOFON Bommekeskrant is een initiatief van: Jeugd & Vrede Kon. Astridlaan 160 2800 Mechelen www.jeugdenvrede.be [email protected] tel. 015/43 56 96 fax 015/43 56 97 Inhoud en tekst: Renate Kerkhofs, Jeugd & Vrede

Met de steun van:

Vlaamse Gemeenschap

Om verder te werken - materiaal BESTELBONBESTELBON opsturen naar Jeugd & Vrede – Kon. Astridlaan 160 – 2800 Mechelen of faxen op het nummer 015/43 56 96

Graag ontvang ik (aankruisen wat van toepassing is):

...… ex. van: doekrant ‘Muzungu’ 9 tot 14 jaar Het fenomeen kindsoldaten wordt uitgelegd en aangekaart. Puzzels, feiten en weetjes, een wereldkaart, foto's, denkopdrachten en doe-opdrachten, het komt allemaal aan bod, met steeds kindsoldaten centraal. Soms speels, soms ernstig, soms hard, maar steeds de waarheid, …. 4 blz., A3, in kleur prijs: € 0,50, bestelcode: 0242

...… ex. van: ‘Peace-vlag’ Je kent ze misschien wel, de kleurige pace-vlaggen die bij het uitbreken van de Irak-kwestie uit vele ramen en vensters hingen te wapperen. Op even geweldloze als kleurige wijze lieten deze vlaggen weten wat de bewoners wensten: vrede. peacevlag in regenboogkleuren, ong. 85 cm x 130 cm prijs: € 6, bestelcode: 0460

...… ex. van: handboek ‘Leren van de oorlog’ Een nuttig, overzichtelijk boekje vol methodische bouwstenen en didactische suggesties voor leerkrachten, studenten, docenten en iedereen die geïnteresseerd is in de ecucatieve mogelijkheden van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in relatie tot de leefwereld van kinderen en jongeren van vandaag. Een uitgave van Stichting Vredeseducatie 96 blz., formaat A5, softcover prijs: € 12, bestelcode: 0543 Organisatie/school: .......................................................................................................

Straat en nr.: ...............................................................................................................

Postcode en Gemeente: ............................................................................................... Tel.: ......................................................... Fax: ......................................................... Persoon die de bestelling doet: ..................................................................................... Handtekening en datum: Verzendingskosten zijn niet inbegrepen. Bij verzending wordt een factuur en overschrijvingsformulier gevoegd.