WERKEN IN GROEPEN IS GOED, MAAR IK MOET OOK OP MIJN INDIVIDUELE PRESTATIES BEOORDEELD WORDEN
WE KUNNEN DE KOMENDE JAREN GEBRUIK MAKEN VAN ELKAARS INTERNATIONALE NETWERKEN
KOERS 2012 IS DE NAAM VAN DE NIEUWE STRATEGISCHE KOERS VAN HOGESCHOOL UTRECHT. HET IS HET RESULTAAT VAN EEN INSPIRERENDE DIALOOG DIE PLAATSVOND IN 2006. VEEL MENSEN HEBBEN DAARAAN BIJGEDRAGEN. VAN BESTUURLIJK ACTIEVE STUDENTEN TOT BESTUUR EN VAN DOCENTEN TOT EXTERNE DESKUNDIGEN. SAMEN HEBBEN ZIJ DE RICHTING BEPAALD.
>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>
>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>
KOERS 2012 De strategische koers van Hogeschool Utrecht is het resultaat van een inspirerende dialoog die plaatsvond in 2006. Veel mensen hebben daaraan bijgedragen. Van bestuurlijk actieve studenten tot bestuur, van docenten tot externe deskundigen. Samen hebben zij de richting bepaald. Koers 2012 gaat over de onderwerpen waarop de HU zich de komende jaren moet richten. In dit boekje worden de hoofdlijnen van het plan beschreven, steeds afgewisseld met een portret van een van de faculteiten. Hogeschool Utrecht wil zich ontwikkelen tot een dynamische en ondernemende hogeschool, waar studenten een actieve rol spelen, professionals zich verder ontwikkelen, diversiteit en internationale oriëntatie vanzelfsprekend zijn en creativiteit en ondernemerschap gewaardeerd worden. Dat moet zichtbaar en voelbaar zijn voor alle studenten en medewerkers, doorwerken in het opleidingsaanbod en in alle activiteiten van de HU. De missie kan alleen gerealiseerd worden als ook structureel aandacht besteed wordt aan de verdere ontwikkeling van de hogeschool tot een professionele kennisorganisatie. Daarom is organisatieontwikkeling een belangrijk onderwerp in de komende periode. Meer mensen hoger opleiden, een hoger rendement en behoud van kwaliteit. Dat is de opdracht voor de Hogeschool Utrecht tot 2012. Koers 2012 beschrijft de strategie om die opdracht te kunnen uitvoeren: investeren in onderwijs, in onderzoek en in een professionele kennisorganisatie. Koers 2012 is meer dan een strategisch plan. Koers 2012 betekent resultaatgerichte samenwerking tussen docenten, studenten en ondersteunend personeel èn inspirerend partnerschap met belangrijke instellingen en bedrijven in de omgeving. In deze dynamiek kiest de HU met dit strategisch plan positie. Geri Bonhof Voorzitter College van Bestuur
Kennis is kracht Koers 2012
7
INHOUD KOERS 2012 7 OMGEVING 12 ONDERWIJS 16
Waar staat de HU? Wat wordt de koers?
ONDERZOEK 26
Waar staat de HU? Wat wordt de koers?
KENNISORGANISATIE 32 Waar staat de HU? Wat wordt de koers?
UITWERKING KOERS 2012 42 MISSIE 43 WAARDEN 44 INTERVIEWS
Faculteit Maatschappij & Recht 10 Faculteit Gezondheidszorg 14 Faculteit Educatie 22 Faculteit Natuur & Techniek 24 Faculteit Economie & Management 30 Faculteit Communicatie & Journalistiek 40
>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>
>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>
INTERVIEW
Faculteit Maatschappij & Recht Jan Welmers
STUDENTEN DIE DE PUBLIEKE ZAAK EEN WARM HART TOEDRAGEN ZIJN HIER GOED OP HUN PLEK: DE FACULTEIT HEEFT OP DIT GEBIED EEN UITSTEKENDE POSITIE IN NEDERLAND VERWORVEN
10
Interview Faculteit Maatschappij & Recht
De Faculteit Maatschappij & Recht is een bijzondere faculteit. De thematiek binnen de faculteit sluit direct aan op actuele maatschappelijke discussies. Jan Welmers, directeur van de faculteit: ‘Wij werken samen met zeer uiteenlopende sectoren. Dit komt ook voort uit de dynamiek binnen de sectoren zelf. Per vraagstuk verschillen de betrokken vakgebieden en daarmee de benodigde specialisten. We moeten onze gesprekspartners steeds opnieuw benoemen, waardoor we altijd in een andere netwerkstructuur opereren.’ De actualiteit van de thema’s binnen de faculteit wordt bijna dagelijks geillustreerd door de media. ‘Een nadeel is dat hier vaak alleen de negatieve gebeurtenissen worden uitgelicht: zoals in de reclassering of de jeugdzorg. Organisaties worden via de media steeds sneller ter verantwoording geroepen. Wij kunnen organisaties via onderzoek helpen om een onderbouwde reactie te geven’, aldus Welmers. ‘Het gaat vaak om de verantwoording van de inzet van publieke middelen. Verantwoorden, maar ook verder optimaliseren. Bij dit onderzoek spelen de kenniscentra een belangrijke rol. Maar ook binnen alle opleidingen wordt veel toepassingsgericht onderzoek gedaan. Als een van de vele voorbeelden onderzochten studenten in praktijk hoe een sportvereniging meer aandacht aan veiligheid zou kunnen besteden. En met succes: de betreffende vereniging heeft later van de gemeente de veiligheidsprijs ontvangen. De faculteit kijkt vanuit een bepaalde vorm van idealisme naar zichzelf. ‘We moeten natuurlijk oog houden op de kosten om het onderwijs te financieren, maar we vinden vooral onze maatschappelijke taak van groot belang,‘ zegt Jan Welmers. Deze houding siert zowel de medewerkers als de studenten van
de faculteit; ze kennen een enorme persoonlijke drive en staan echt ergens voor. Omdat de faculteit steeds groter wordt, moeten wel duidelijke kaders gesteld worden. ‘Een belangrijk aandachtspunt daarbij vind ik dat we de professionele vrijheid van medewerkers moeten behouden,’ aldus de directeur, ‘dit is ook voor onze studenten een belangrijk goed. Het stimuleert de creativiteit en de wil om iets te ondernemen.’ Door alle impulsen vanuit hun eigen omgeving bouwen studenten vaak zeer uiteenlopende interessegebieden op. ‘Dat geeft niks, want vraagstukken uit de maatschappij kun je vanuit verschillende invalshoeken benaderen en beantwoorden’, geeft Jan Welmers aan. ‘Maar er is altijd een gedeelde basis. Dit kan je in je voordeel gebruiken. Zo ontwikkelen we voor brancheorganisaties minoren die in verschillende contexten gebruikt kunnen worden.’ Maar de verschillende opleidingsrichtingen hebben ook juist iets aan elkaar toe te voegen. Om deze multiplier zoveel mogelijk tot zijn recht te laten komen, heeft de faculteit zijn gebouw ingericht volgens de overtuiging ‘leren is ontmoeten’. Welmers: ‘We willen studenten dan ook vooral verleiden om hier zoveel mogelijk aanwezig te zijn, en samen te werken aan groepsopdrachten’. Om dit kracht bij te zetten is het hele computernetwerk draadloos toegankelijk gemaakt en hebben veel studenten via de faculteit een notebook aangeschaft. Daarmee kunnen ze overal in het gebouw bij elkaar gaan zitten om te werken. Getuige het aantal studenten dat op alle uren in de faculteit aanwezig is, heeft de operatie succes gehad. Welmers besluit: ‘Maar het is ook een kwestie van mentaliteit. We willen hier zoveel mogelijk een community vormen, en de student een plek bieden waar hij zijn maatschappelijke dromen kan realiseren’.
Faculteit Maatschappij & Recht Interview
11
OMGEVING Het belang van kennis Kennis wordt in onze maatschappij steeds belangrijker. In een samenleving waar kennis een centrale plaats inneemt moeten mensen in staat zijn om zich voortdurend te ontwikkelen en zich in hun denken en doen aan te passen aan de veranderende omgeving. Ook in economisch opzicht is kennis van belang. Innovatie, ondernemerschap en creativiteit zijn nodig voor een sterke concurrentiepositie van Europa en van ons land. Europa moet de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie in de wereld moet worden. Om dit te bereiken moet de innovatiekracht van ons land versterkt worden en moet het gemiddelde onderwijsniveau omhoog. Bevolkingssamenstelling Tegelijkertijd verandert de samenstelling van de bevolking. De verwachting is dat de Nederlandse bevolking niet verder zal groeien. De vergrijzing en ontgroening van de bevolking zetten door, ook onder de beroepsbevolking. Door deze veranderingen, in combinatie met de stijgende functie-eisen, ontstaat in 2010 een tekort aan hoger opgeleiden op de arbeidsmarkt. De bevolkingssamenstelling van Utrecht laat een ander beeld zien. De stad blijft tot 2035 groeien en de diversiteit aan inwoners neemt ten opzichte van het landelijke beeld nog toe. Utrecht is in het economische structuurbeleid van de regering een centrum voor internationaal georiënteerde dienstverlening. Bijna alle studenten in het hoger onderwijs krijgen te maken met internationalisering, zowel in studie en werk als daarbuiten. De centrale positie van de stad, de aantrekkingskracht van de regionale economie en de grote groep studenten in het hoger onderwijs zorgen voor een blijvende instroom in de stad en de omgeving. Voorlopig heeft de HU daarom nog mogelijkheden om te groeien en meer mensen uit een grotere diversiteit aan groepen hoger op te leiden.
12
Koers 2012 Kennis is kracht
Brede ontwikkeling De maatschappelijke ontwikkelingen en de samenstelling van de bevolking bepalen wat de HU de komende periode te doen staat. De HU wil bijdragen aan de sociale, economische en culturele ontwikkeling van de regio. Meer mensen moeten de gelegenheid krijgen zich ook in de loop van hun leven te ontwikkelen naar een hoger opleidingsniveau. De HU wil daarbij vooral alle talent aanboren en studenten voorbereiden op het werken in een nationale en internationale multiculturele context. Dat is nodig voor persoonlijke ontwikkeling, een sterk arbeidspotentieel en een goede concurrentiepositie van ons land. Voorwaarde is wel dat de HU zelf voldoende hoog opgeleid personeel en financiële ruimte behoudt om in een marktgerichte omgeving te kunnen werken. Regio Utrecht Utrecht is een centrum voor internationaal georiënteerde dienstverlening en een belangrijk vervoersknooppunt. Dat betekent dat vrijwel iedere student in het Utrechtse hoger onderwijs te maken krijgt met internationale componenten in zijn opleiding, zowel in de beroepsuitoefening als in een omgeving met een rijke diversiteit. In de dienstverlening ligt de nadruk op financiële dienstverlening en creatieve industrie. Verder zijn non-profit sectoren zorg en onderwijs van groot belang voor de regionale economie (en samenleving).
Kennis is kracht Koers 2012
13
INTERVIEW
Faculteit Gezondheidszorg Harm Drost
IN LEARNINGCOMMUNITIES REALISEREN BACHELOR- EN MASTERSTUDENTEN SAMEN MET MEDEWERKERS EN HET BEROEPENVELD, KENNISONTWIKKELING EN UITWISSELING
14
Interview Faculteit Gezondheidszorg
In de gezondheidszorg dreigt een groot tekort aan personeel. Vermoedelijk zijn over tien jaar 700.000 extra werknemers nodig. De Faculteit Gezondheidszorg ziet het als haar maatschappelijke opdracht om in te spelen op deze behoefte aan nieuw personeel. ‘Het gaat ons echter niet in de eerste plaats om vergroting van het marktaandeel’, nuanceert Harm Drost, directeur van de faculteit. ‘Ons doel is om samen met het beroepenveld te zorgen voor kwalitatief goed onderwijs. Door dat onderwijs slim te organiseren, kunnen we óók meer studenten gaan opleiden’. De faculteit breidt het totaal aan bacheloren masteropleidingen de komende jaren verder uit en flexibiliseert opleidingsroutes. Zo kan iedere student die op HBO-niveau in de gezondheidszorg wil gaan werken, een opleiding volgen die bij diens mogelijkheden past. ‘Studenten krijgen de gelegenheid alles uit zichzelf te halen,’ zegt Drost. ‘Wij borgen dat de competenties die zij verwerven overeenkomen met de vragen uit de beroepspraktijk. Ons onderwijs is van meet af aan sterk gerelateerd aan die beroepspraktijk. Een stevige kennisbasisis daarbij absoluut noodzakelijk.’ Al vanaf het eerste jaar combineren studenten leren en praktijk in de FG-klinieken, zijn ze veelvuldig op stage in het werkveld en zijn hun opdrachten ontleend aan de beroepspraktijk. De faculteit ontwikkelt voortdurend nieuwe vormen van praktijkgericht leren: zo oriënteert de faculteit zich op de mogelijkheid om met verzekeraars contracten af te sluiten voor zorgverstrekking door gekwalificeerde studenten in hun laatste opleidingsjaren. En in ‘learning-communities’ realiseren bachelor- en masterstudenten samen met medewerkers en het beroepenveld kennisontwikkeling en kennisuitwisseling.
‘Uit de hoge studenttevredenheid maak ik op dat deze vorm van onderwijs aanspreekt. Deze manier van werken vraagt veel van de docenten en andere medewerkers,’ aldus Drost. ‘Ook zij ontwikkelen hun competenties continu met behulp van scholing en loopbaanbegeleiding. En er komt steeds meer ruimte voor het volgen van een masteropleiding, voor gastdocentschap aan een buitenlandse hogeschool of voor promoties.’ De promoties vinden merendeels plaats binnen ons Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening. Dit centrum is nauw betrokken bij de bachelor- en masteropleidingen die de instituten voor Verpleegkundige Studies, voor Paramedische Studies en voor Bewegingsstudies verzorgen. Docenten en studenten participeren in de activiteiten van het kenniscentrum. De opleidingen en het kenniscentrum werken intensief samen bij de ontwikkeling van onderwijs. Op geleide van vragen uit de sector ontwikkelt en bewerkt het centrum kennis en maakt zij deze kennis toepasbaar voor implementatie in de zorg. Met internationalisering heeft de faculteit ambitieuze plannen. Drost: ‘We ontwikkelen een netwerk van hoogwaardige Europese kennisinstellingen die een rol willen spelen in het innoveren van de gezondheidszorg en de doorvertaling hiervan naar het onderwijs. In dit netwerk staat het delen van kennis, producten en personen centraal. Studeren aan onze faculteit moet een begrip in heel Europa worden’. In de komende vijf jaar zal de faculteit het Engelstalige onderwijs daarom verder ontwikkelen en summercourses, minoren en andere curriculumonderdelen vaak aanbieden in samenwerking met instituten buiten Nederland. Met een totaalaanpak draagt de Faculteit Gezondheidszorg zowel kwantitatief als kwalitatief bij aan de oplossing van het personele vraagstuk in de zorg. Faculteit Gezondheidszorg Interview
15
ONDERWIJS De HU kiest voor innoverende onderwijsontwikkeling: competentiegericht en vraaggericht, in een krachtige leeromgeving en met aandacht voor een stevige theoretische basis. In samenwerking met het beroepenveld zorgt de HU voor onderwijs dat aan hoge kwaliteitseisen voldoet. Studiebegeleiding en onderwijsorganisatie moeten het onderwijs optimaal ondersteunen.
Internationalisering De internationalisering binnen de hogeschool is de afgelopen twee jaar versterkt. Het curriculum bevat meer internationale onderdelen en er is een International Office opgericht. De hogeschool kan hierdoor werken aan duurzame relaties met buitenlandse instellingen en de internationale mobiliteit uitbreiden. Wat wordt de koers?
Waar staat de HU? Onderwijsprofiel Beroepsonderwijs is en blijft de kern van de hogeschool. Goed opgeleide professionals vormen de belangrijkste bijdrage van de Hogeschool Utrecht aan de maatschappij. Het onderwijs is gericht op competente beroepsuitoefening: een stevige theoretische basis, voldoende vaardigheden, een open houding en internationale en multiculturele oriëntatie van medewerkers en studenten. Competentieen vraaggericht onderwijs in een rijke leeromgeving. Dat is het profiel voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs. Prioriteiten hierbij zijn: flexibilisering van het onderwijs, kwaliteit van toetsen en beoordeling en het vaststellen van de kennisbasis van de opleiding. Met de invoering van standaarden wil de HU competentiegericht studeren zo zorgvuldig mogelijk inrichten. Hier werken docenten en ondersteunend personeel al volop aan. Studiesucces De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van Hogeschool Utrecht is over het algemeen goed. Ook de inhoudelijke aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt is gunstig. De opleiding geeft voldoende basis voor een start op de arbeidsmarkt of een vervolgstudie. Wel moet de HU meer aandacht besteden aan de diepgang van de opleiding, theorie en reflectie. Het rendement van de HU is niet hoog genoeg. Nog teveel studenten vallen tijdens hun studie uit: sneller dan het landelijk gemiddelde daalt het studiesucces. Dit beeld van lager dan gemiddeld studiesucces bij de HU geldt niet in dezelfde mate voor alle opleidingen en sectoren.
Flexibel aanbod: keuzevrijheid en differentiatie De keuzevrijheid van studenten en de dynamiek van de arbeidsmarkt vragen om snel en flexibel inspelen op nieuwe ontwikkelingen. De uitdaging voor de HU is om snel relevante opleidingen te kunnen ontwikkelen. De HU gaat voor de bachelors onderzoeken of flexibele aanpassingen in het bestaande assortiment mogelijk zijn, zoals specifieke afstudeerrichtingen, specialisaties met behulp van minoren, een specifieke invulling van keuzeruimten binnen het curriculum. De HU vervalt daarmee niet in het opzetten van al te modieze afstudeerrichtingen, waardoor de student niet meer weet wat hij gekozen heeft. Ook varianten die over de grenzen van de bestaande opleidingen heen gaan zijn mogelijk. Voorbeelden daarvan zijn de clustering van informatica-opleidingen en de ontwikkelingen rond de Creative industries. Naast meer keuzeruimte moet er ook ruimte zijn voor niveaudifferentiatie binnen het bachelorsonderwijs. Een goed voorbeeld daarvan is de associate degree, een verkorte route om na twee jaar te kunnen gaan werken en eventueel later een bachelorsgraad te halen. Er is ook behoefte aan trajecten waarin excellente studenten zich kunnen bewijzen en waar werkgevers getalenteerde trainees kunnen vinden. De HU doet mee aan een pilot voor honoursprogramma’s en zorgt met de UU voor een aanbod aan pre-mastertrajecten. wDe HU wil een variëteit aan professionele masteropleidingen bieden in goede afstemming met de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de UU. Iedere student die hiervoor geschikt is, moet in het Utrechtse netwerk van hoger onderwijs kunnen doorstuderen tot een mastergraad.
Assortiment De hogeschool heeft een breed scala aan bacheloropleidingen ontwikkeld en sluit daarmee aan op vrijwel alle branches. Maar bij een volledige realisatie van het stelsel van bachelors en masters is het assortiment van masteropleidingen nog te smal. Dat is mede het gevolg van onvoldoende overheidsbekostiging van deze opleidingen. 16
Koers 2012 Kennis is kracht
Kennis is kracht Koers 2012
17
Diversiteit: inspelen op de veranderende studentenpopulatie De instroom van mbo-ers die – na een aantal jaren werken – kiezen voor een combinatie van werken en leren (deeltijd of duaal), neemt de laatste jaren toe. Ook de instroom van studenten met een andere culturele achtergrond groeit. De toenemende diversiteit en de mogelijkheid om nieuw talent aan te boren zijn een verrijking voor de HU. De HU wil zorgen dat het onderwijs goed aansluit bij de veranderende populatie en de wensen van de arbeidsmarkt. Daarom investeert de HU in aanvullend aanbod en begeleiding voor studenten die dat nodig hebben. De directe instroom van vwo-ers daalt de laatste jaren, maar de indirecte instroom neemt weer toe door studenten die binnen het hoger onderwijsbestel overstappen van wetenschappelijk naar beroepsonderwijs. Het Centrum voor Studiekeuze, dat de HU en de UU samen hebben opgericht, verwijst op goede wijze studenten door die deze overstap willen maken. De hogeschool wil beter inspelen op de wensen en mogelijkheden van deze groep instromers, de leerweg moet zoveel mogelijk doorlopen. Steeds meer werkenden merken dat zij beter opgeleid dienen te zijn om hun positie op de arbeidsmarkt te behouden of te versterken. Ook werkgevers vragen de hogeschool om duale trajecten voor hun werknemers. De HU heeft nu nog een beperkt aanbod aan dit soort duale opleidingen. De HU wil de komende jaren varianten ontwikkelen om leren en werken te combineren, zowel op bachelor- als op masterniveau. Bij het combineren van leren en werken zijn eerder verworven competenties (evc’s) van groot belang. Goede toetsing van die competenties via evc-procedures biedt toegang tot een opleiding of een examen voor studenten die niet de gebruikelijke vooropleiding hebben gevolgd. De HU heeft binnen de instelling een verkenning uitgevoerd naar de verschillende stelsels en ingestemd met een landelijk kwaliteitshandvest voor de ontwikkeling van evc’s. Met ondersteuning van het landelijk centrum wordt gewerkt aan de opzet van een algemeen erkend evc-centrum in de hogeschool.
18
Koers 2012 Kennis is kracht
De instroom van internationale studenten is nog beperkt. De HU wil dat aantal de komende jaren omhoog brengen door masteropleidingen voor deze groep te ontwikkelen. Binnen de bachelorsopleidingen worden Engelstalige modulen ontwikkeld en het aantal Engelstalige minors wordt vergroot. De HU wil inkomende uitwisselingsstudenten een goed aanbod bieden en de uitgaande studentenmobiliteit vergroten. In 2012 doet tenminste 30% van de studenten tijdens de studie ervaring op in het buitenland. In het kader van internationalisering wordt bijzondere aandacht besteed aan contacten met studenten en instellingen in sociaal-economisch minder ontwikkelde delen van de wereld. Kwaliteit, kwantiteit en studiesucces Studenten en docenten maken zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat zowel om kennisverwerving en -overdracht als om de wijze waarop toetsing plaatsvindt. Kwaliteit heeft voor de HU prioriteit boven kwantiteit. Een professional moet evidence based kunnen handelen en daarvoor is gefundeerde kennis nodig. Daarom besteedt de HU de komende periode veel aandacht aan het beschrijven van een theoretisch fundament voor alle opleidingen. Daarnaast professionaliseren docenten en onderwijskundigen het toetsen en beoordelen volgens HU-standaarden. Om de kwaliteit van de opleidingen te waarborgen wordt de rol van de opleidings- en examencommissie versterkt en geprofessionaliseerd. In 2012 moet het studiesucces van iedere bacheloropleidingen met 10% verhoogd zijn om vervolgens in 2017 op 70% uit te komen. In 2012 moet het studiesucces in de masteropleidingen 90% zijn. Studiebegeleiding Competentiegericht onderwijs en de diversiteit aan studenten vragen om intensieve studiebegeleiding voor iedereen die daar behoefte aan heeft en goed contact tussen docenten en studenten. Studenten moeten dat vooral merken in snelle signalering van eventuele studieproblemen en het volgen van hun studieresultaten. Studiebegeleiding wordt een erkend en expliciet onderdeel in de taakomschrijving van de docenten.
Kennis is kracht Koers 2012
19
>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>
KOERS 2012 ONDERWIJS Bachelors • Flexibele aanpassingen in het assortiment • Interdisciplinaire varianten uitbreiden • Meer niveaudifferentiatie • Meer ruimte voor excellentie • In 2012 is het rendement van bachelors verhoogd met 10% Masters • Meer professionele masters • In 2012 is het rendement van masters 90% Diversiteit • Assortiment en begeleiding aanpassen op veranderende populatie • Meer varianten om leren en werken te combineren • Ontwikkelen van een breed toepasbare evc-aanpak • Meer aandacht voor multiculturele competenties Internationalisering • Meer masteropleidingen voor internationale studenten • Meer Engelstalige minors • In 2012 doet tenminste 30% van de studenten tijdens studie ervaring op in het buitenland
WE HEBBEN TOM TOM’S NODIG VOOR DE STUDIEBEGELEIDING OM FLEXIBILISERING TE REALISEREN IN HET ONDERWIJS
INTERVIEW Faculteit Educatie Jan Brandsma
STUDENTEN DIE KIEZEN VOOR DE FACULTEIT EDUCATIE ZIEN LESGEVEN ALS VAK
De faculteit heeft met 31 opleidingen het breedste opleidingsaanbod voor onderwijs in Nederland. Gelet op het groeiend tekort aan leraren in Nederland stelt Jan Brandsma, directeur van de faculteit, zichzelf de uitdaging om iedere geschikte student die binnenkomt ook echt te behouden voor het beroep: ‘Want uiteindelijk heeft ieder kind in Nederland recht op een goede leraar.’ Iedere student bij de faculteit Educatie krijgt zijn eigen leertraject afhankelijk van ervaring, interesse of problemen waar hij tegenaanloopt. In nauwe aansluiting hierop kan hij zich gedurende de opleiding de benodigde kennis eigen maken. ‘Wij gaan uit van een professionele leraar, die op verschillende manieren kan lesgeven. Sommige leerlingen moet je echt aan de hand nemen. Bijvoorbeeld in het speciaal onderwijs. Anderen begeleid je meer competentiegericht. Zoiets moet je aanvoelen als docent. Wij leren dat onze studenten en passen het zelf ook toe.’ De opleidingen van de faculteit zijn niet alleen bedoeld voor studenten die nog leraar moeten worden. ‘Voor een professionele leraar is het van belang om mee te groeien met de veranderende vraag uit de maatschappij,’ aldus Brandsma. De faculteit heeft sterke landelijke, regionale en lokale netwerken in de onderwijswereld ontwikkeld. Deze zijn gericht op vernieuwingen binnen het onderwijs en de verbinding tussen de scholen en de lerarenopleidingen (samen opleiden en professionaliseren). In deze netwerken wordt onder andere in de vorm van coachings- en opleidingstrajecten samengewerkt. Door deze trajecten probeert de faculteit ervoor te zorgen dat minder leraren de onderwijswereld vroegtijdig verlaten. Want vaak zorgt professionalisering ook voor meer werktevredenheid.
22
Interview Faculteit Educatie
Brandsma streeft ook binnen zijn eigen faculteit naar een goede combinatie tussen doceren en professionaliseren: het personeelsbeleid is gericht op deeltijdaanstellingen voor docenten. ‘Zo kunnen onze docenten hun baan blijven combineren met andere activiteiten in het onderwijsveld. Dit zorgt er mede voor dat onze studenten altijd met actuele praktijkcases aan de slag kunnen.’ Professionalisering van de medewerkers van de faculteit, bijvoorbeeld door middel van promotietrajecten, vindt plaats op basis van nieuwe eisen vanuit de maatschappij en het onderwijs. Sinds kort werkt de faculteit met zogenaamde ‘leerteams’. Dit zijn heterogene teams van docenten, studenten van diverse opleidingsrichtingen en leerjaren en experts uit de praktijk. ‘Er is een praktijkopdracht waarvoor een team wordt samengesteld. Afhankelijk van de kennis die nodig is zoeken studenten en docenten elkaar gewoon op. En daar komen goede resultaten uit voort!’ De kennis die lectoren, docenten en studenten ontwikkelen, komt terug in de opleidingen en in de verschillende externe netwerken. Brandsma: ‘Zo werken lectoraten aan vraagstukken waar leraren in de dagelijkse praktijk mee worden geconfronteerd. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe lesmethoden voor gemengde scholen. Het zou zonde zijn dit niet te delen.’ Het verspreiden van deze kennis is een taak van de kenniscentra. Tegelijkertijd moet de meerwaarde zichtbaar worden in het netwerk van beleidsontwikkeling: lokaal, regionaal en landelijk. ‘Want alleen daar heb je invloed op de bekostiging van de lerarenopleidingen’ besluit Brandsma. En die bekostiging blijft de belangrijkste voorwaarde om als opleidingscentrum een substantiële bijdrage te kunnen leveren aan het opheffen van de lerarentekorten. De faculteit zet zich volledig in om die maatschappelijke doelstelling te bereiken. Faculteit Educatie Interview
23
INTERVIEW
Faculteit Natuur & Techniek Facultair directieteam van FNT
ONS DOEL IS DAT ONZE STUDENTEN STRAKS BEKEND STAAN ALS “DE UTRECHTSE INGENIEURS”
De Faculteit Natuur & Techniek (FNT) biedt als enig opleidingsinstituut in Nederland een volledig pakket aan technische opleidingen, onderverdeeld in ICT, Bouw, Industrie en Chemie & Life Sciences. Het brede aanbod blijkt studenten aan te spreken: bij een landelijk stabiele belangstelling voor techniek wordt door de faculteit een groeiend studentenaantal geregistreerd. Kenmerkend voor de Utrechtse ingenieur is: vakkennis, multidisciplinair, creativiteit, denkend in processen en ketens en communicatief in teamverband.’ Technische ontwikkelingen gaan snel en het opleidingsaanbod beweegt mee. Bijvoorbeeld bij ICT zie je dat de integrale benadering steeds belangrijker wordt, het gereedschap wordt geplaatst in de context. FNT biedt een supermarkt aan vakken, minors en afstudeerrichtingen voor ICT. De schakel tussen techniek en mensen krijgt steeds meer aandacht. In de nieuwe techniek staat “creativiteit” centraal onder andere bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Producten die aansluiten bij de vraag van consumenten. ‘We spreken dan ook wel van design-engineering. Onderdelen van de productie vinden steeds vaker plaats buiten Nederland, maar de technische dienstverlening – het vertalen van de wens van de klant – is een groeimarkt in Nederland’. En dat betekent dat studenten breder geschoold worden. Een ander thema is de ketenbenadering, iets dat vooral in de bouw nog sterk ontwikkeld moet worden. ‘Afstemming tussen verschillende marktpartijen blijkt nog steeds het grootste knelpunt. Aannemers en installateurs moeten meer samenwerken. Bedrijven fuseren in hoog tempo om de hele keten in eigen hand te krijgen: van ontwerp en constructie naar beheer.’ De concurrentie is
24
Interview Faculteit Natuur & Techniek
minder op prijs en meer op kwaliteit van de dienstverlening. Voor de studenten betekent dit de blik verbreden: ze moeten kunnen samenwerken. Binnen de brede faculteit wordt over de grenzen van de vakgebieden heen gekeken. Studenten ontwikkelen nieuwe producten of concepten in multidisciplinaire samenwerking. We stimuleren hiermee niet alleen samenwerking, maar ook creativiteit. Vooraf staat niet vast wat de juiste oplossing is, deze moet ontwikkeld worden’. Dit betekent dat naast kennisdeling ook kennisvermeerdering onderdeel is van de opleiding. Het werkveld ziet ook duidelijk kansen in onze aanpak; er worden actief opdrachten en stageplaatsen aangeboden. ‘De beroepspraktijk is overigens soms medefinancier van een lector. De faculteit heeft hierdoor direct contact met bedrijven over de actuele vraagstukken uit de beroepspraktijk. Die actuele kennis vertalen we dan weer in het bachelor en master onderwijs. Omdat er een groot tekort is aan gekwalificeerd technisch personeel wordt die bijscholing steeds belangrijker. De faculteit is marktleider in Nederland op het gebied van duale opleidingen. ‘Het leuke van deze opleidingen is dat je de beroepspraktijk binnenhaalt. Docenten leren hier zelf ook weer van. Tegelijkertijd is tekort aan technisch personeel ook een bedreiging voor onszelf. Want het bedrijfsleven trekt hard aan onze docenten.’ Er wordt daarom veel aandacht besteed aan inspirerende werkomgeving en goede arbeidsvoorwaarden. Ons voordeel is dat veel vakmensen het uiteindelijk ook erg leuk vinden om hun inhoudelijke kennis te delen en de toepassingsmogelijkheden daarvan verder uit te diepen. Onze Utrechtse ingenieurs zijn een dankbaar publiek.’ Aan het woord waren leden van het facultair directieteam van FNT; Hans Hoving, Luuk Kuiper, Jan van Laake, Annemarie Slootweg, Liesbeth Tjabbes Meijer en Robert Blom. Faculteit Natuur & Techniek Interview
25
ONDERZOEK Onderzoek aan de HU richt zich op kennisontwikkeling en kenniscirculatie. Deze kennis is bruikbaar, komt voort uit maatschappelijke behoeften, is gericht op de professionalisering van de beroepspraktijk en voldoet aan internationaal gangbare methodische vereisten. In kenniscentra wordt door lectoren, onderzoekers, promovendi, studenten en beroepsbeoefenaren onderzoekend en ontwerpend samengewerkt aan bijdragen aan een goede beroepsuitoefening en aan goed onderwijs. Waar staat de HU? Kennisinstelling De HU is zich aan het ontwikkelen tot een kennisinstelling die bijdraagt aan de innovatie van de beroepspraktijk. Kennisontwikkeling en kenniscirculatie zijn daarom belangrijke thema’s in de komende periode. Onderzoek levert een bijdrage aan onderwijsinnovatie, ontwikkelingsmogelijkheden voor het personeel en innovatie van het beroepenveld. Om dit te realiseren zijn drie uitgangspunten belangrijk: het ontwikkelen van kenniscentra binnen de faculteiten, een samenhangende programmering, evaluatie van toegepast onderzoek en het uitbouwen en verantwoorden van de onderzoekskwaliteit. Onderwijs en onderzoek Onderzoek van HU heeft een sterke relatie met het onderwijs. Die relatie moet voortdurend bewaakt worden. Onderzoek draagt bij aan een stevige theoretische basis voor het onderwijs en biedt studenten een betere start op de arbeidsmarkt. Door de kenniscentra binnen de faculteiten te plaatsen is de relatie tussen onderwijs en onderzoek gewaarborgd. Zo kunnen lectoren optimaal bijdragen aan een sterke positie van de opleidingen in de kennissamenleving. Programmering Het onderzoek van de HU is georganiseerd in facultaire kenniscentra waarin lectoren en kenniskringen zich samen sterk maken. De kenniscentra werken aan de hand van een onderzoeksprogramma en een lectorenplan. Het onderzoeksprogramma werkt door in onderwijsinnovatie, in het hoger opleiden van de staf en in innovatie van het beroepenveld.
26
Koers 2012 Kennis is kracht
Kenniscentra Hogeschool Utrecht • Kenniscentrum Specifieke zorg en Opvoeding • Kenniscentrum Innovatie van het (Beroeps)onderwijs • Kenniscentrum Diversiteit en Onderwijs • Kenniscentrum voor Sociale Innovatie • Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening • Kenniscentrum voor Innovatie en Business • Kenniscentrum Productontwikkeling • Kenniscentrum Procesinnovatie • Kenniscentrum Gebouwde Omgeving • Kenniscentrum Life Sciences • Kenniscentrum Communicatie en Journalistiek Wat wordt de koers? Nieuw perspectief op kennis De kennissamenleving biedt een nieuw perspectief op kennis en kennisgebruik. Kennis is geen statisch gegeven, maar ontwikkeld zich voortdurend. Het systematisch kunnen bijstellen en vernieuwen van kennis is daarom heel belangrijk. Daarvoor is ook een andere professionele houding nodig: nieuwsgierigheid, creativiteit, kritisch denken en zelfstandig positie innemen en verdedigen. Studenten die de opleiding verlaten, hebben die houding nodig om mee te kunnen werken aan de innovatie van de beroepspraktijk. Onderwijsinnovatie Onderwijsinnovatie moet vooral zichtbaar worden in de kerntaak van de HU: de hogeschool biedt van aantrekkelijke, uitdagende en hoogwaardige bacheloropleidingen. De kenniscentra kunnen daaraan bijdragen, want ze: • bieden actuele, op de beroepspraktijk toegesneden kennisbasis, • stimuleren vaardigheden om kennis systematisch te vernieuwen en • bevorderen specifieke accenten in de bachelorsopleidingen om de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. De kenniscentra spelen ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de professionele masteropleidingen en de voorbereiding van studenten op een doorstroom naar de wetenschappelijke masteropleidingen.
Kennis is kracht Koers 2012
27
KOERS 2012 ONDERZOEK Voor het personeelsbeleid van de hogeschool zijn de kenniscentra eveneens belangrijk. Om de maatschappelijke taak goed te kunnen uitvoeren is het van belang dat het gemiddelde opleidingsniveau van de docenten stijgt en het aantal gepromoveerden binnen de staf toeneemt. Promoveren is een manier om het gemiddelde opleidingsniveau binnen de HU te laten stijgen. De kenniscentra bieden hiervoor de passende omgeving. Innovatie van het beroepenveld De kenniscentra nemen intensief deel aan bredere maatschappelijke debatten op het raakvlak van kennis en arbeidsmarkt. In 2007 ontwikkelen verschillende kenniscentra een gemeenschappelijk regionaal stimuleringsprogramma, Creative Industries, voor creativiteit en innovatie en in het bijzonder voor ICT, zakelijke dienstverlening en multimedia. De HU blijft ook intensief deelnemen aan de ontwikkeling van het Utrechtse Sciencepark, een ontmoetingsplaats voor het bedrijfsleven en kennisinstellingen, en het Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie. Vasthouden van kwaliteit Kwaliteit is voor de hogeschool leidend, ook als het gaat om kennisontwikkeling en onderzoek. In 2009 moet de HU een goed werkend systeem van kwaliteitsverantwoording hebben, dat past binnen de de HU en voldoet aan internationale standaarden. De ‘sci Quest’methode biedt hiervoor de basis. Dat systeem maakt de beoordeling en onderlinge vergelijking mogelijk van alle lectoraten binnen de hogeschool. Daarnaast bepalen drie referentiekaders de kwaliteit van het onderzoek: de waardering van het onderwijsveld, het beroepenveld en de wetenschappelijke peer-group.
28
Koers 2012 Kennis is kracht
>>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>>
Onderwijsinnovatie • Zorgen voor actuele kennisbasis in bachelor en master • Stimuleren van vaardigheden voor kennisontwikkeling • Investeren in professionele masters • Ondersteunen doorstroom van hoger beroepsonderwijs naar wetenschappelijk onderwijs • Meer gepromoveerden binnen de staf • Iedere docent is een master • Bevorderen van professionele houding en ervaring Innovatie beroepenveld • Alle kenniscnetra zijn betrokken bij innovaties in de beroepsuitoefing • Ontwikkeling Creative Industries • Deelname Utrechts Sciencepark Kwaliteit • Goed werkend systeem voor kwaliteitsverantwoording in 2009 • Werken met referentiekaders: waardering onderwijsveld, beroepenveld en peer-group
Kennis is kracht Koers 2012
29
INTERVIEW
Faculteit Economie & Management Jan Bogerd
ONS UITGANGSPUNT IS DAT STUDENTEN ELKAAR HIER MOETEN TEGENKOMEN, ZOALS ZE ELKAAR STRAKS OOK IN HET BEDRIJFSLEVEN ZULLEN TEGENKOMEN.
30
Interview Faculteit Economie & Management
Een brede businessschool, zo beschrijft de Faculteit Economie & Management (FEM) zichzelf. Studenten worden er opgeleid voor de volle breedte van het bedrijfsleven, waarbij specialisatie mogelijk is binnen het palet van produceren tot verkopen, aan consumenten of businessto-business en in binnen- of in buitenland. De studenten worden aan de basis al bekend gemaakt met de beroepspraktijk. De focus van de faculteit is vooral regionaal gericht. Dat komt niet omdat zo’n 85% van de studenten uit deze regio komt, maar omdat de faculteit zich wil aansluiten bij de meest dominante economische regio. ‘De economische groei en innovatie zitten voor een belangrijk deel in de sectoren creatieve industrie, cure and care en zakelijke dienstverlening. Deze sectoren vind je in Utrecht,’ aldus Bogerd. En dit blijkt een goede aanleiding om actief samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven aan te gaan: ‘Je hebt dan automatisch de ‘state of the art’ in huis. Dan lever je relevant, actueel en toekomstgericht onderwijs. De faculteit wil in haar omgeving een duidelijke rol spelen als vraagbaak op het gebied van bedrijfseconomische processen.’ Directeur Bogerd geeft een voorbeeld: ‘Ondernemerschap is een volwaardig beroepsperspectief voor hoger opgeleiden. Daarom zijn we in Amersfoort de opleiding Small Business & Retail Management gestart. Ook participeren we in het Centrum van Ondernemersschap en Innovatie. Dit centrum fungeert als vraagbaak voor het bedrijfsleven en is een stimulans voor beginnende ondernemers, waaronder natuurlijk onze eigen studenten.’
De kenniscirculatie met het beroepenveld vindt plaats via het kenniscentrum. Het kernthema binnen dit centrum is ‘innovatie en business’. Onderzoek is gericht op de drivers achter economische groei en innovatie en de businessaspecten die daarmee samenhangen. Momenteel zijn drie belangrijke hefbomen voor groei en innovatie te benoemen: ondernemersschap, ICT en internationalisering. Voor studenten is het van belang de betekenis van deze hefbomen te kennen en hierop in te kunnen spelen. Een omgeving creëren die goed aansluit bij het toekomstig werkveld, dat is het doel. Daarom moeten studenten professioneel werken met afrekenbare contractactiviteiten. En om het begrip internationalisering tastbaar te maken, zorgt de faculteit voor een internationaal georiënteerde leeromgeving. De faculteit zet uitwisselingsprogramma’s op met buitenlandse scholen en investeert in studiebeurzen voor studenten uit ontwikkelingslanden. ‘De meerwaarde van internationale studenten in je directe omgeving is dat er veel gemakkelijker kennisuitwisseling kan plaatsvinden,’ zegt Bogerd. Tot slot wordt de ondernemersfilosofie ook teruggezien in de eigen bedrijfsvoering. De faculteit is trots op de organisatie van haar ondersteunende processen, ook wel ‘Operations’ genoemd. En ook het uitgebreide kwaliteitszorgsysteem waarmee verbeteracties gemanaged worden, de zogenaamde Cockpit, gooit hoge ogen. ‘Bij de loodgieter thuis lekt het, maar dat gezegde gaat bij ons niet op,’ besluit de directeur. En daarmee blijkt de Faculteit Economie en Management op alle fronten een echte businessschool te zijn.
Faculteit Economie & Management Interview
31
KENNISORGANISATIE Als kennisorganisatie is de hogeschool een werkgemeenschap van medewerkers en studenten. We respecteren en stimuleren ieders bijdrage. We kennen elkaar en dragen zorg voor verhoudingen waarbij talent en professionaliteit tot ontplooiing komen. Diversiteit en een internationale oriëntatie vormen een verrijkende leidraad bij het werk. Cultuur en organisatie zijn gericht op samenwerking met het beroepenveld en met bedrijven en instellingen. De hogeschool draagt zo bij aan een kennissamenleving waarin hoogopgeleide professionals kunnen werken en worden opgeleid in een maatschappelijk relevante context en met besef van verantwoordelijkheid in de beroepsuitoefening. Hiermee leveren we een actieve bijdrage aan innovatie van de beroepspraktijk, aan relevante netwerken en aan oplossingen van maatschappelijke vraagstukken. Waar staat de HU? Medewerkers De HU wil uitgroeien tot een kennisorganisatie waarin studenten en medewerkers met ondernemers en opdrachtgevers uit de beroepspraktijk met en van elkaar leren. Iedereen draagt bij om de doelstellingen en ambities van de HU te realiseren. Sturen op resultaat en ontwikkeling is het basisprincipe voor het personeelsbeleid. Via de vastgestelde kerncompetenties maken medewerkers met hun leidinggevende jaarlijks afspraken over resultaten en persoonlijke ontwikkeling. Studenten Studenten van de HU zijn op de meeste onderdelen tevreden met hun opleiding. Vooral de waardering voor de docenten is toegenomen. Het is nu belangrijk om de tevredenheid nog verder te vergroten, vooral voor wat betreft de termijn voor toetsuitslagen, internationale aspecten en het betrekken van studenten bij kwaliteitszorg. Het onderwijs kan uitdagender en er is nog veel te verbeteren aan de interne communicatie en de onderwijsorganisatie. Veel studenten zijn bestuurlijk actief in de hogeschool. Deze studenten houden de hogeschool bij de les als het gaat om de kwaliteit van de dienstverlening en ze zijn ook vaak de aanjagers van innovatie. De hogeschool heeft dan ook een infrastructuur opgezet om studenten te ondersteunen in hun medezeggenschapsfunctie in de vorm van coaching en trainingen op het gebied van medezeggenschap (financiën, onderwijs- en examenreglement, onderhandelen) en advies.
32
Koers 2012 Kennis is kracht
Bedrijfsvoering en financiën In de afgelopen jaren heeft de HU de centrale organisatie gereorganiseerd. De inrichting van een aantal Shared Service Centra was het belangrijkste onderdeel van die reorganisatie. Inmiddels heeft de HU dergelijke centra voor ICT, Administraties, Faciliteiten en Marketing & Communicatie. Professionalisering van de interne dienstverlening blijft ook de komende periode belangrijk. De financiële situatie van de HU is een aandachtspunt. Op korte termijn geeft de financiële situatie geen reden tot zorg, maar het bedrijfsresultaat laat zich door extra ambities moeilijk sluitend maken. Informatie en communicatie Op het gebied van ICT is de afgelopen jaren veel bereikt: verbeterde infrastructuur en veel standaardisatie op hardware-gebied en in basissoftware. Hierdoor zijn de beschikbaarheid, continuïteit en veiligheid verbeterd. In 2007 rondt de HU de overgang naar een nieuwe telefonieinfrastructuur af. Verder is veel aandacht besteed aan de implementatie van het studievolgsysteem OSIRIS en de introductie van sharepoint als intranetvoorziening en voorziening voor samenwerken en samen leren. Het gebruik van deze voorzieningen moet in de komende periode verder verbeterd worden. Samenwerking met partners De samenwerking met de ROC’s heeft concrete vorm gekregen in projecten in alle faculteiten. De groep mbo-ers is zichtbaar aanwezig en de faculteiten investeren in programmatische en pedagogischdidactische aansluiting. Ook met de UU werkt de HU nauw samen. De UU en de HU beschouwen elkaar als preferred supplier. Voorbeelden van deze goede samenwerking zijn het stelsel van premasters, de mogelijkheid om over en weer minoren te volgen en het gezamenlijk studieloopbaancentrum. Op het gebied van onderzoek is een gestructureerde aanpak ontwikkeld waarmee medewerkers van de HU kunnen promoveren bij de UU. De HU en UU participeren in de Taskforce Innovatie Regio Utrecht die ondernemers wil helpen bij het vernieuwen van hun product, dienst of proces. In 2010 moet de regio in de top vijf staan van innovatieve regio’s in Europa op het gebied van life science, ICT, zakelijke dienstverlening, design en multimedia. De samenwerking met partners krijgt ook vorm in het Utrechtse Sciencepark.
Kennis is kracht Koers 2012
33
Wat wordt de koers? Waarden HU De waarden van de HU spelen een belangrijke rol in het realiseren van de nieuwe koers. Die waarden zijn ‘gericht op de omgeving’, ‘professioneel en hoogwaardig’, ‘vernieuwend en ondernemend’ en ‘betrouwbaar en transparant’. De waarden van de Hogeschool Utrecht bewijzen hun kracht in hun gedeeldheid en in hun actieve toepassing. Medewerkers spreken zichzelf en elkaar er op aan. Waarden fungeren als inspiratie en als wegwijzer bij handelen en bij reflectie. Waarden in werking kunnen richting geven aan gedrag, handelen of beoordeling. Tegelijkertijd vormen ze een perspectief, het kan altijd beter. Investeren in personeel De HU kan de ambities in Koers 2012 alleen realiseren door te investeren in organisatieontwikkeling en in voldoende en goed gekwalificeerd personeel. De verandering van onderwijsorganisatie naar kennisorganisatie en de stijgende functie-eisen op de arbeidsmarkt vragen ook om een hoger opleidingsniveau van docenten. De HU moet zorgen dat het personeelsbestand goed past bij de positie die de hogeschool in de kennissamenleving wil innemen. Doelstelling voor 2017: alle docenten hebben een mastergraad of volgen een masteropleiding, 20% van de docenten is gepromoveerd of bezig met een promotietraject. In de personele samenstelling is diversiteit zichtbaar en merkbaar. De HU als aantrekkelijke community In de komende periode zullen veel docenten uitstromen. Dat betekent dat de HU nieuw personeel moeten werven in een tijd waarin een tekort aan hoger opgeleiden wordt verwacht. Vasthouden en aantrekken van gekwalificeerd personeel is nodig om de ambities voor 2012 te kunnen realiseren. Diversiteit en internationale oriëntatie moeten ook in de samenstelling van het personeel goed terugkomen. De HU streeft onder andere naar instroom van docenten met verschillende culturele achtergronden. De HU biedt medewerkers én studenten een uitdagende leer- en werkomgeving, maar vraagt ook veel van medewerkers. Het is daarom belangrijk dat een goed beeld blijft bestaan van de manier waarop de medewerkers de ontwikkelingen ervaren. Dat moet ook zichtbaar zijn in de resultaten van het werkbelevingsonderzoek.
34
Koers 2012 Kennis is kracht
Studenten zijn in de eerste plaats medevormgevers van het onderwijs binnen de HU-community en niet zozeer klanten. Toch moeten de resultaten van het studenttevredenheidsonderzoek omhoog, vooral op het gebied van waardering voor toetsing, internationalisering, de betrokkenheid van studenten bij de kwaliteitszorg, studiebegeleiding en informatievoorziening. In 2012 moet een score van 3.5 behaald worden op een schaal van 5. Bedrijfsvoering en financiën De HU heeft een gezonde financiële basis en ook de bedrijfsvoering is op orde. Maar er is meer nodig om de ambities van de HU te realiseren: professionalisering van de ondersteunende diensten, strategische keuzes voor bedrijfsvoering en het ontwikkelen van een financieel meerjarenperspectief. Niet alle vernieuwingen kosten geld en veel dingen kunnen efficiënter. Maar er is wel extra geld nodig om de ambities van de HU te realiseren. Handhaving van het marktaandeel op 10% is nodig om de financiële continuïteit op langere termijn te garanderen. Aan het professionaliseringsprogramma van de ondersteunende diensten is een financiële doelstelling gekoppeld die moet leiden tot besparingen in 2010. Daarnaast zal door strategische keuzes meer geld beschikbaar komen voor het primaire proces. De HU wil de middelen uit andere geldstromen vergroten door actiever gebruik te maken van overheidssubsidies, middelen voor economische structuurversterking en voor Grotesteden- en minderhedenbeleid. De HU wil de bedrijfsvoering verder verbeteren door middel van een hoogwaardige ICT-infrastructuur. De ondersteunende processen vragen nu teveel tijd en die is nodig voor de intensivering van het onderwijsprogramma. De inkoop en het contractmanagement worden verder geprofessionaliseerd en het facilitair bedrijf krijgt een regiefunctie, de uitvoerende werkzaamheden worden uitbesteed. Voor wat betreft huisvesting is intensivering van het ruimtegebruik nodig om het beschikbare budget niet te overschrijden en tegelijkertijd tot een kwalitatieve verbetering te komen.
Kennis is kracht Koers 2012
35
Organisatiestructuur De hoofdlijnen van de organisatiestructuur zullen de komende jaren niet veranderen. De faculteitsdirecteuren en het College van Bestuur blijven samen verantwoordelijk voor het strategische instellingsbeleid. De organisatie van het onderwijsproces moet de komende jaren wel opnieuw bekeken worden. Docenten geven aan dat er te weinig professionele ruimte is bij de invulling van het onderwijs. Onderwijs wordt steeds meer een teamverantwoordelijkheid en dat moet binnen de organisatie goed tot zijn recht komen. Tegelijk moeten we de professional de ruimte laten. Onderwijskundig leiderschap is in dat verband heel belangrijk. Daarnaast moeten de managementlagen geanalyseerd worden. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk menskracht beschikbaar is voor het primaire proces. Organisatiecultuur De HU heeft de laatste jaren gewerkt aan het versterken van de externe oriëntatie door samenwerking met anderen en door bij te dragen aan ontwikkelingen in de regio. Kennis delen, gebruik maken van elkaars expertise, samenwerking tussen faculteiten en binnen verschillende domeinen worden steeds vanzelfsprekender. Er is veel aan het veranderen binnen de HU, maar nog niet iedereen is betrokken bij die verandering. Ook de gemeenschappelijke organisatiecultuur moet verder ontwikkeld worden. Een brede blik naar buiten, creativiteit en ondernemerschap zijn belangrijk voor de kennisorganisatie die de HU wil worden. Er moet ruimte zijn voor debat en dialoog op alle niveaus. Docenten, studenten en bestuur kunnen elkaar aanspreken op hun bijdrage aan de ontwikkeling van de hogeschool. Een open, stimulerend en inspirerend werk- en studieklimaat vraagt veel van iedereen binnen de hogeschool. Coaching van medewerkers wordt steeds belangrijker. Een open houding en blik naar buiten zijn ook belangrijke waarden voor de bestuurlijke verhoudingen. De implementatie van een code voor deugdelijk bestuur, de zogenaamde governancecode hbo, levert hieraan een bijdrage. Een onderdeel van de code is de wijze waarop de hogeschool omgaat met instellingen die een groot belang hebben bij de HU, de stakeholders. Zij zijn intensief betrokken bij het opstellen van Koers 2012.
36
Koers 2012 Kennis is kracht
Samenwerking en netwerken De HU wil nog meer investeren in samenwerking met anderen. De samenwerking met de regionale opleidingscentra (ROC’s) en de UU wordt verder uitgebouwd. Structurele samenwerking met het voortgezet onderwijs vraagt nog veel aandacht. De HU wil meer investeren in samenwerking met instellingen voor hoger onderwijs in Europa en daarbuiten. Het vergroten van de internationale mobiliteit is een van de ambities van de HU. Goede contacten met alumni zijn belangrijk voor de aansluiting tussen de beroepspraktijk en de hogeschool. Bovendien wil de HU in het kader van ‘een leven lang leren’ alumni steeds meer laten delen in de kennis die de HU ontwikkelt. Daarnaast kunnen alumni een rol spelen bij de invulling van stages, het verzorgen van gastlessen en praktijkopdrachten. Ze dragen bij aan een een rijke leeromgeving waarin studenten competenties verwerven en laten zien.
Kennis is kracht Koers 2012
37
KOERS 2012 ORGANISATIE >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>> >>>>>>>>>>>>>>>
38
Investeren in medewerkers en studenten • In 2017 hebben alle docenten een mastergraad of volgen een masteropleiding • In 2017 is 20% van de docenten gepromoveerd of bezig met een promotietraject • Behoud van goede resultaten werkbelevingsonderzoek • In 2012 een score van 3.5 op het studententevredenheidsonderzoek • Aantrekkelijke HU-community • Continue persoonlijke ontwikkeling Organisatiestructuur • Meer menskracht voor primair proces Organisatiecultuur • Organisatiecultuur verder ontwikkelen en externe oriëntatie vergroten Bedrijfsvoering en financiën • Hoogwaardige ict-infrastructuur, regiefunctie facilitair bedrijf en intensivering ruimtegebruik • Handhaving van het marktaandeel op 10% • Inkomsten uit andere geldstromen vergroten • Winstgevende contractactiviteiten uitbreiden Samenwerking met anderen • Samenwerking met ROC’s en UU verder uitbouwen • Samenwerking met voortgezet onderwijs verbeteren • Internationale mobiliteit vergroten • Alumninetwerk uitbouwen
Koers 2012 Kennis is kracht
INVESTEREN IN ONZE MEDEWERKERS IS INVESTEREN IN ONZE STUDENTEN
INTERVIEW
Faculteit Communicatie & Journalistiek Désirée Majoor
DE BEHOEFTE AAN DE TRADITIONELE JOURNALIST OF COMMUNICATIEDESKUNDIGE NEEMT AF; EEN CROSSMEDIALE BENADERING VAN NIEUWS, INFORMATIE EN COMMUNICATIE WORDT GEVRAAGD.
40
Interview Faculteit Communicatie & Journalistiek
De Faculteit Communicatie & Journalistiek is in Nederland uniek, gezien het assortiment dat zij op gebied van journalistiek, digitale communicatie én communicatiemanagement onder één dak aanbiedt. De mogelijkheid om minors van de verschillende opleidingen te combineren resulteert in studenten die als breed inzetbare, nieuwsgierige specialisten de faculteit verlaten. Dat is ook nodig, want het communicatie- en medialandschap is aan grote veranderingen onderhevig. Een werkveld in beweging, dat vraagt om voortdurende innovatie. ‘Wij werken hier soms al aan middelen die pas over een paar jaar door de beroepspraktijk geadopteerd worden,’ aldus Désirée Majoor, faculteitsdirecteur. ‘Dat is noodzakelijk om de toekomst mee te bepalen. Want uiteindelijk weet niemand welke middelen over tien jaar gebruikt worden.’ Deze nieuwe middelen en methodieken worden uitgewerkt in het ‘laboratorium’, zoals de lectoraten van de faculteit gezien kunnen worden. Studenten en docenten kunnen hier goede ideeën halen en worden door de lectoren betrokken bij het onderzoek. Op deze manier krijgt de nieuwe kennis snel een plek in de opleidingen van de faculteit. Innovatie vraagt ook om goed ondernemerschap. Want nieuwe toepassingen moeten ook op de markt gezet worden. Désirée Majoor geeft een toelichting: Onze studenten moeten een plaats op de toekomstige arbeidsmarkt kunnen bemachtigen. Ze moeten zich kunnen onderscheiden op kwaliteit, innovatie en ondernemerschap. Daarom begeleiden we studenten om met lef te experimenteren.’ Niet alleen aan de middelenkant vindt een verschuiving plaats, ook organisatorisch en beleidsmatig gezien tzijn journalistieke en communicatiefuncties aan verandering
onderhevig. ‘Communicatie – en dat bedoel ik dan breed – komt steeds meer in het hart van beleid en organisatie, vormt daar een integraal onderdeel van. Bijzonder is dat ondanks de turbulente omgeving het werkperspectief voor studenten nog steeds goed is. ‘De contacten met het beroepenveld zijn buitengewoon sterk. Organisaties weten ons te vinden en onze studenten zijn erg gewild. Ook voor de studenten zelf is het veranderende werkterrein geen probleem. Uit onderzoek van de Faculteit Communicatie en Journalistiek onder haar studenten blijkt de breedte van de opleidingen een belangrijke aantrekkingskracht te hebben. Gelet op de omgeving, ziet de faculteit wel waar expliciete kansen liggen voor de studenten. Een goed voorbeeld hiervan is digitale communicatie, en met name het gebied van ‘creatieve concepten’. Daaronder vallen bijvoorbeeld webtoepassingen en mobiele telefonie als communicatie-instrumenten. Terwijl de ‘harde’ ICT-kant steeds meer uitbesteed wordt naar lage lonen landen, blijft de uiteindelijke concept-ontwikkeling toch duidelijk gestationeerd in West-Europa. Dit is een groeimarkt. Om concurrerend te blijven opereren heeft de faculteit een brede internationale oriëntatie, wat resulteert in diverse internationale contacten met bedrijven, instellingen en scholen. Inmiddels worden succesvolle uitwisselingsprogramma’s opgezet voor medewerkers en studenten, wat interessante kansen biedt voor toekomstige werkplekken. De directie ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. ‘Door onze kleinschaligheid kunnen we flexibel inspringen op ontwikkelingen in onze omgeving. Inhoudelijk en innovatief blijven we groeien. Ja, Utrecht, dat durf ik wel te beweren,staat midden in de actualiteit.’
Faculteit Communicatie & Journalistiek Interview
41
UITWERKING KOERS 2012
MISSIE
Dit boekje geeft de hoofdlijnen van de strategische koers van de Hogeschool Utrecht tot 2012. Koers 2012 moet op een aantal onderdelen nog verder uitgewerkt en verhelderd worden. Er zijn verschillen per faculteit en ook de ontwikkelingen in de omgeving bepalen de uitvoering. Maar de koers ligt nu vast en geeft richting aan de ontwikkeling van de HU in de komende periode.
De Hogeschool Utrecht is een kennisorganisatie waar we door hoogwaardig onderwijs en onderzoek werken aan innovatie en professionalisering van de beroepspraktijk en aan de persoonlijke ontwikkeling van talent. Daarmee dragen we bij aan de sociale, culturele en economische ontwikkeling van een open, rechtvaardige en duurzame samenleving.
De faculteiten en stafdiensten ontwikkelen meerjarenplannen om Koers 2012 verder te concretiseren. Er is ruimte voor een gedifferentieerde en geleidelijke aanpak. Voor de uitvoering van het strategische plan wordt gebruik gemaakt van de managementcyclus. Door daarbij aan te sluiten worden verbeteringen en vernieuwingen geen bijzonderheden, maar normaal onderdeel van het werk. Het geeft ook de mogelijkheid om bij te sturen of andere prioriteiten te stellen. In het jaarverslag beschrijft de HU de voortgang van Koers 2012. De voortgang wordt ook besproken met studenten en externen. In 2009 volgt een review van het strategisch plan.
Kennisorganisatie Als kennisorganisatie is de hogeschool een werkgemeenschap van medewerkers en studenten. We respecteren en stimuleren ieders bijdrage. We kennen elkaar en dragen zorg voor verhoudingen waarbij talent en professionaliteit tot ontplooiing komen. Diversiteit en een internationale oriëntatie vormen een verrijkende leidraad bij het werk. Cultuur en organisatie zijn gericht op samenwerking met het beroepenveld en met bedrijven en instellingen. De hogeschool draagt zo bij aan een kennissamenleving waarin hoogopgeleide professionals kunnen werken en worden opgeleid in een maatschappelijk relevante context en met besef van verantwoordelijkheid in de beroepsuitoefening. Hiermee leveren we een actieve en gezagvolle bijdrage aan innovatie van de beroepspraktijk, aan relevante netwerken en aan oplossingen van maatschappelijke vraagstukken.
De koers is vastgelegd, maar de dialoog gaat onverminderd door. En iedereen kan daaraan bijdragen. Een professionele organisatie blijft altijd in beweging, op weg naar de dynamische en ondernemende kennisorganisatie die de HU in 2012 wil zijn.
Onderwijs De HU kiest voor een innoverende onderwijsontwikkeling: competentiegericht en vraaggericht, in een krachtige leeromgeving en met aandacht voor een stevige theoretische basis. In samenwerking met het beroepenveld zorgen we voor onderwijs dat aan hoge kwaliteitseisen voldoet. Studiebegeleiding en onderwijsorganisatie moeten het onderwijs optimaal ondersteunen. Onderzoek Onderzoek aan de HU richt zich op kennisontwikkeling en kenniscirculatie. Deze kennis is bruikbaar, komt voort uit maatschappelijke behoeften, is gericht op de professionalisering van de beroepspraktijk en voldoet aan methodische vereisten. In kenniscentra wordt door lectoren, onderzoekers, promovendi, studenten en beroepsbeoefenaren onderzoekend en ontwerpend samengewerkt aan bijdragen aan een goede beroepsuitoefening en aan goed onderwijs.
42
Koers 2012 Kennis is kracht
Kennis is kracht Koers 2012
43
WAARDEN Gericht op de omgeving. We onderkennen ontwikkelingen in maatschappij en beroepspraktijk. We leveren hieraan door onderwijs en onderzoek een actieve en erkende bijdrage met een sterke regionale inbedding en internationale oriëntatie. Studenten en beroepsbeoefenaren leveren een waardevolle bijdrage aan de hogeschool. We maken ons werk zichtbaar voor iedereen die er belang bij heeft. Professioneel en hoogwaardig. Kwaliteit is de leidraad bij ons handelen. Leren, delen van kennis en ervaring en samenwerken leveren het beste resultaat. Het ambitieniveau ligt hoog. Persoonlijk en betrokken. Samenwerken in een vertrouwde leer- en werkomgeving waarin studenten en medewerkers zich kunnen ontwikkelen en zich veilig en thuis voelen. Elk talent telt. Vernieuwend en ondernemend. Door innovatie en verbetering weten en kunnen we meer: creatief en inspirerend. Betrouwbaar en transparant. Doen wat je belooft is een uitgangspunt, voor studenten, medewerkers en bestuur. Openheid, het nemen van verantwoordelijkheid en het afleggen van verantwoording zijn een kenmerk bij het werk van de hogeschool.
44
Koers 2012 Kennis is kracht
TALENTVOLLE EN GEMOTIVEERDE STUDENTEN KRIJGEN ALLE RUIMTE EEN EIGEN RICHTING TE KIEZEN
VOOR DE AANSLUITING TUSSEN MBO EN HBO MOETEN WE ONS RICHTEN OP DE ALGEMENE VAARDIGHEDEN VAN DE STUDENTEN
WAT GOED DAT HET COLLEGE VAN BESTUUR MET ONS IN DEBAT GAAT OVER DE STRATEGIE!