Werken is belangrijk, maar het moet wel leuk blijven

‘Werken is belangrijk, maar het moet wel leuk blijven’ In gesprek met 40 jonge artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden

Bijlagen

Claudia Maria Greijn Joost van der Gulden

‘Werken is belangrijk, maar het moet wel leuk blijven’ In gesprek met 40 jonge artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden

Bijlagen

Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Radboudumc, Nijmegen, juli 2015 Claudia Maria Greijn Joost van der Gulden

Contact via: [email protected], 024-361 04 81 © 2015 Radboudumc, Postbus 9101, 6500 HB, Nijmegen, Nederland Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van het Radboudumc te Nijmegen. Het gebruik van deze tekst als toelichting of ondersteuning in artikelen, rapporten en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt

Inhoudsopgave

1.

Onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden

1

2.

Interviewguide bedrijfsartsen

3

3.

Interviewguide verzekeringsartsen

4

4.

Vragenlijst jonge (bedrijfs)artsen

5

5.

Vragenlijst jonge (verzekerings)artsen

11

6.

Variatiedekking jonge artsen

17

7.

Resultaten vragenlijst

20

7.1

Ideeën van jonge bedrijfsartsen om het imago van hun vak te verbeteren

20

7.2

Ideeën van jonge verzekeringsartsen om het imago van hun vak te verbeteren

21

7.3

Ideeën van jonge bedrijfsartsen voor de werving van nieuwe artsen

23

7.4

Ideeën van jonge verzekeringsartsen voor de werving van nieuwe artsen

23

7.5

Motieven om bedrijfsarts te worden

24

7.6

Ideeën van jonge bedrijfsartsen over hun toekomstperspectief

25

7.7

Hoe wordt het werken bij een arbodienst aantrekkelijker voor jonge bedrijfsartsen?

26

7.8

Motieven om verzekeringsarts te worden

28

7.9

Ideeën van jonge verzekeringsartsen over hun toekomstperspectief

30

7.10

Hoe wordt het werken bij UWV aantrekkelijker voor jonge verzekeringsartsen?

32

1. Onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden Onderzoeksvragen Om te achterhalen wat jonge artsen zoeken in hun werk als bedrijfsarts of verzekeringsarts en wat ze van hun werkgever verwachten, is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Wat zijn de motieven van jonge artsen om bedrijfsarts of verzekeringsarts te worden en wat zijn de afwegingen die zij maken bij het kiezen van een werkgever? De onderzoeksvraag is uitgewerkt in enkele deelvragen die vervolgens geoperationaliseerd zijn in een interviewguide. De onderstaande deelvragen behandelen alleen bedrijfsartsen en luiden: Wat zoeken jonge (bedrijfs)artsen in hun werk? Wat zoeken jonge (bedrijfs)artsen specifiek in hun werk als bedrijfsarts? Welke factoren spelen een rol bij het kiezen en behouden van een baan? Welke factoren spelen een rol bij het kiezen voor de opleiding tot bedrijfsarts? Hoe kunnen werkgevers jonge, gemotiveerde bedrijfsartsen binnenhalen? Wat maakt een werkgever een aantrekkelijke werkgever voor jonge bedrijfsartsen? Wat zijn de ambities van jonge (bedrijfs)artsen? Hoe kan de opleiding tot bedrijfsarts aantrekkelijker worden voor jonge artsen? De deelvragen voor verzekeringsartsen zijn nagenoeg hetzelfde. In de interviewguides voor beide specialismen (zie bijlage 2 en 3) zijn bovenstaande deelvragen uitgewerkt in interviewvragen die als leidraad dienden tijdens de interviews met bedrijfsartsen en verzekeringsartsen. Onderzoeksmethoden De jonge artsen die voldeden aan de toelatingseisen (geboren in of na 1980 en interesse in bedrijfsen of verzekeringsgeneeskunde) zijn op verschillende manieren benaderd. Als eerste is contact opgenomen met jonge artsen die in opleiding zijn tot bedrijfs- of verzekeringsarts bij de SGBO in Nijmegen. Ook zijn jonge artsen benaderd die aan de SGBO hebben laten weten, interesse te hebben in een van deze specialismen. Daarnaast kwamen namen door vanuit BKV (Astrijd Beijnon) en ArboNed (Andrea van der Velde). Aan artsen waarmee contact is gezocht, is gevraagd om andere jonge artsen in hun netwerk te benaderen die voldoen aan de toelatingseisen om mee te doen aan het onderzoek. Deze manier van mensen verzamelen, ook wel snowball sampling genoemd, is door het ‘via via effect’ een zeer efficiënte manier om in contact te komen met nieuwe informanten (Boeije, Hart & Hox, 2005). Doordat potentiële deelnemers benaderd worden door mensen die zij al kennen, is de kans dat ze meedoen aan het onderzoek groot. Onderzoeksmethode 1: Focusgroep gesprekken In het plannen van de focusgroep gesprekken is zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de wensen van de informanten om een zo hoog mogelijk respons te behalen. Van de 57 jonge artsen die in totaal zijn benaderd, hebben er 40 meegedaan aan het onderzoek. Twee personen hebben hiervan afgezien door privé-omstandigheden of gebrek aan tijd. De andere vijftien personen hebben niet 1

gereageerd op de verzoeken om deel te nemen aan het onderzoek. De non-respons was opvallend hoger bij de verzekeringsartsen dan bij de bedrijfsartsen, respectievelijk 43 procent en 9 procent. Aanvankelijk was het de bedoeling om focusgroep gesprekken te plannen waarbij twee tot drie informanten per keer konden deelnemen. De logistieke planning liet echter niet altijd toe om meerdere mensen op dezelfde locatie op dezelfde tijd te treffen. Zo zijn in totaal 25 gesprekken gevoerd met jonge artsen waarvan 14 als focusgroep gesprek en 9 als interview met slechts een informant. Ook hebben er twee interviews telefonisch plaatsgevonden om dezelfde reden. Onderzoeksmethode 2: Vragenlijsten De vragenlijsten zijn op verschillende manieren verspreid. Allereerst is deze als bijlage verstuurd met de e-mail waarin jonge artsen die aan genoemde criteria voldoen, worden uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. De achterliggende gedachte was dat diegenen die niet in staat zijn om bij een focusgroep gesprek te zijn, toch de mogelijkheid hebben hun mening te geven. Ook kunnen de informanten zo voorafgaand aan het focusgroep gesprek al nadenken over de onderzoeksthema’s. Daarnaast is de vragenlijst voor jonge artsen met interesse in bedrijfsgeneeskunde verspreid door BKV. De vragenlijst voor jonge artsen met interesse in verzekeringsgeneeskunde is opgenomen in de nieuwsbrief van het a(n)ios netwerk van UWV. In beide vragenlijsten komen onder andere persoonlijke motivatiefactoren en keuzes in werk en opleiding naar voren (zie bijlage 4 en 5). In totaal hebben 21 personen de vragenlijst voor bedrijfsartsen ingevuld en 22 personen de vragenlijst voor verzekeringsartsen.

2

2. Interviewguide bedrijfsartsen - Waar denk je aan als je aan werk denkt? Werk en persoon - Wat zoek je in je werk (in het algemeen)? - Wat is belangrijk voor je in je werk? - Wat zoek je in je werk als bedrijfsarts? - Wat maakt dit voor jou een leuke baan? - Wat zie je als minpunten?

Werk en werkgevers - Wat maakt een werkgever een aantrekkelijke werkgever voor jullie? - Waarom is dit zo belangrijk? Concrete voorbeelden geven! - Welke afwegingen maken jullie in het kiezen van een werkgever? - Wat zijn voor jou positieve aspecten van arbodiensten? - Wat zijn voor jou negatieve kanten van arbodiensten? - Wat kunnen arbodiensten veranderen waardoor ze aantrekkelijker worden voor jonge bedrijfsartsen? - Wat kunnen arbodiensten veranderen om je verdere loopbaan aantrekkelijker te maken? - Hoe kan je werk uitdagend blijven? Geef je profiel van de ideale werkomgeving.

- Indien je nog niet in opleiding bent tot bedrijfsarts: Waar twijfel je nog over? - Wat zijn je ambities? Doe je dit werk over tien jaar nog? - Job crafting. Heb je het gevoel ruimte te krijgen om je werktaken in te richten zoals jij dat prettig vindt? - Lukt het jou om zelf je werktaken in te richten zoals jij dat prettig vindt?

Opleiding tot bedrijfsarts - Waarop baseerde je je keuze om de opleiding tot bedrijfsarts te volgen? - Waarom is deze opleiding niet bijster populair onder jonge artsen? - Hoe komt dat? - Hoe kan de opleiding van de SGBO en NSPOH meer jonge artsen aantrekken? - Wat vind je van het idee van een gezamenlijke opleiding tot bedrijfsarts en verzekeringsarts?

3

3. Interviewguide verzekeringsartsen - Waar denk je aan als je aan werk denkt? Werk en persoon - Wat zoek je in je werk (in het algemeen)? - Wat is belangrijk voor je in je werk? - Wat zoek je in je werk als verzekeringsarts? - Wat maakt dit voor jou een leuke baan? - Wat zie je als minpunten?

Werk en werkgevers - Wat maakt een werkgever een aantrekkelijke werkgever voor jullie? - Waarom is dit zo belangrijk? Concrete voorbeelden geven! - Welke afwegingen maken jullie in het kiezen van een werkgever? - Wat zijn voor jou positieve aspecten? - Wat zijn voor jou negatieve kanten? - Wat kan UWV (of andere werkgever) veranderen waardoor ze aantrekkelijker worden voor jonge verzekeringsartsen? - Wat kan UWV (of andere werkgever) veranderen om je verdere loopbaan aantrekkelijker te maken? - Hoe kan je werk uitdagend blijven? Geef je profiel van de ideale werkomgeving. - Indien je nog niet in opleiding bent tot verzekeringsarts: Waar twijfel je nog over? - Wat zijn je ambities? Doe je dit werk over tien jaar nog? - Job crafting. Heb je het gevoel ruimte te krijgen om je werktaken in te richten zoals jij dat prettig vindt? - Lukt het jou om zelf je werktaken in te richten zoals jij dat prettig vindt?

Opleiding tot verzekeringsarts - Waarop baseerde je je keuze om de opleiding tot verzekeringsarts te volgen? - Waarom is deze opleiding niet bijster populair onder jonge artsen? - Hoe komt dat? - Hoe kan de opleiding van de SGBO en NSPOH meer jonge artsen aantrekken? - Wat vind je van het idee van een gezamenlijke opleiding tot bedrijfsarts en verzekeringsarts?

4

4. Vragenlijst jonge (bedrijfs)artsen

Beste bedrijfsarts in spe,

Voor je ligt een korte vragenlijst over factoren die een rol spelen in het kiezen voor het werk als bedrijfsarts. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer tien minuten. Voor het slagen van het onderzoek is het erg van belang dat je deze vragenlijst invult. De informatie zal vertrouwelijk behandeld worden en zal alleen door mij worden ingezien. Je kunt de ingevulde vragenlijst verzenden via e-mail of post. De bijbehorende adressen vindt je hieronder. Ook voor eventuele vragen of om je aan te melden voor een focusgroep gesprek, kunt je mij op deze manier bereiken.

Ik hoop dat je mee wilt doen!

Claudia Greijn Junior Onderzoeker SGBO

Postadres SGBO Radboudumc t.a.v. Claudia Greijn Huispost 161 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen

E-mailadres [email protected]

Telefoonnummer 06- 27 21 29 06

5

Algemene informatie Geslacht: Geboortedatum:

Jaar van afstuderen als arts: Aantal jaar werkervaring als arts: Aantal jaar werkervaring bij een arbodienst:

Vragenlijst deel I: Persoonlijke motivatiefactoren De volgende drie vragen gaan over factoren die jij belangrijk vindt in je werk.

Vraag 1a In de onderstaand overzicht zie je een opsomming van motivatiefactoren. Welke drie factoren waren voor jou het meest van belang toen je koos voor een baan bij een arbodienst? Kruis je antwoord aan. ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐

Autonomie Collega’s Werksfeer Ontwikkelingsmogelijkheden Mogelijkheid tot leren Beloning Steun van de leidinggevende Promotiemogelijkheden Werkdruk Geestelijke inspanning van het werk Zelfvoldoening

‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐

Feedback Waardering voor het werk Variatie in de werkzaamheden De inspraak in het bedrijf Uitdaging in de werkzaamheden Werkzekerheid Transparantie in de werkzaamheden Secundaire arbeidsvoorwaarden Overig, namelijk...

Vraag 1b Licht alsjeblieft je keuze toe. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

6

Vraag 2a. Hieronder staat hetzelfde schema. De vraag is nu wat voor jou de belangrijkste factoren zouden zijn om niet bij je huidige werkgever te blijven. Kruis alsjeblieft de drie belangrijkste factoren aan. ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐


‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐


Vraag 2b Licht je keuze alsjeblieft toe. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Vraag 3 Hoe kunnen werkgevers hun arbodienst aantrekkelijker maken voor jonge (bedrijfs)artsen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

7

Vragenlijst deel II: Werk en persoon De volgende drie vragen gaan over jou als persoon en hoe jij in je werk staat.

Vraag 4 Wat zijn je persoonlijke beweegredenen om bedrijfsarts te worden? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Vraag 5a Welke rol speelt je werk in je leven? Zeer onbelangrijk

Onbelangrijk

Neutraal

Belangrijk

Zeer belangrijk

Vraag 5b Licht je antwoord alsjeblieft toe. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Vraag 6 Hoe ziet je leven er op professioneel vlak uit over tien jaar (als je zelf zou mogen kiezen)? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

8

Vragenlijst deel III: Opleiding tot bedrijfsarts De volgende vier vragen gaan over de opleiding tot bedrijfsarts.

Vraag 7a Hoe belangrijk is het voor jou om de opleiding tot bedrijfsarts te kunnen doen? Zeer onbelangrijk

Onbelangrijk

Neutraal

Belangrijk

Zeer belangrijk


Vraag 8a In hoeverre draagt de opleiding bij de SBOH of NSPOH bij aan je motivatie om bedrijfsarts te worden? Zeer weinig

Weinig

Neutraal

Veel

Zeer veel


Vraag 9 Hoe zou de keuze om je te specialiseren tot bedrijfsarts aantrekkelijker gemaakt kunnen worden voor jonge artsen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 9

Vraag 10 Dit is de laatste vraag van de vragenlijst. Is er iets wat je nog kwijt wilt, of wat belangrijk is om mee te nemen in het onderzoek? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Bedankt voor je medewerking!

10

5. Vragenlijst jonge (verzekerings)artsen

Beste verzekeringsarts in spe, Voor je ligt een korte vragenlijst over factoren die een rol spelen in het kiezen voor het werk als verzekeringsarts. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer tien minuten. Voor het slagen van het onderzoek is het erg van belang dat je deze vragenlijst invult. De informatie zal vertrouwelijk behandeld worden en zal alleen door mij worden ingezien. Je kunt de ingevulde vragenlijst verzenden via e-mail of post. De bijbehorende adressen vindt je hieronder. Ook voor eventuele vragen of om je aan te melden voor een focusgroep gesprek, kunt je mij op deze manier bereiken.

Ik hoop dat je mee wilt doen!

Claudia Greijn Junior Onderzoeker SGBO

Postadres SGBO Radboudumc t.a.v. Claudia Greijn Huispost 161 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen

E-mailadres [email protected]

Telefoonnummer 06- 27 21 29 06

11

Algemene informatie Geslacht: Geboortedatum: Jaar van afstuderen als arts: Aantal jaar werkervaring als arts: Aantal jaar werkervaring bij UWV:

Vragenlijst deel I: Persoonlijke motivatiefactoren De volgende drie vragen gaan over factoren die jij belangrijk vindt in je werk.

Vraag 1a In de onderstaand overzicht zie je een opsomming van motivatiefactoren. Welke drie factoren waren voor jou het meest van belang toen je koos voor een baan bij UWV? Kruis je antwoord aan. ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐


‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐


Vraag 1b Licht alsjeblieft je keuze toe. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________

12

Vraag 2a. Hieronder staat hetzelfde schema. De vraag is nu wat voor jou de belangrijkste factoren zouden zijn om niet bij je huidige werkgever te blijven. Kruis alsjeblieft de drie belangrijkste factoren aan. ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐


‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐


Vraag 2b Licht je keuze alsjeblieft toe. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Vraag 3 Hoe kunnen werkgevers bij UWV het werken aantrekkelijker maken voor jonge (verzekerings)artsen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

13

Vragenlijst deel II: Werk en persoon De volgende drie vragen gaan over jou als persoon en hoe jij in je werk staat.

Vraag 4 Wat zijn je persoonlijke beweegredenen om verzekeringsarts te worden? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Vraag 5a Welke rol speelt je werk in je leven? Zeer onbelangrijk

Onbelangrijk

Neutraal

Belangrijk

Zeer belangrijk


Vraag 6 Hoe ziet je leven er op professioneel vlak uit over tien jaar (als je zelf zou mogen kiezen)? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

14

Vragenlijst deel III: Opleiding tot verzekeringsarts De volgende vier vragen gaan over de opleiding tot verzekeringsarts.

Vraag 7a Hoe belangrijk is het voor jou om de opleiding tot verzekeringsarts te kunnen doen? Zeer onbelangrijk

Onbelangrijk

Neutraal

Belangrijk

Zeer belangrijk


Vraag 8a In hoeverre draagt de opleiding bij de SBOH of NSPOH bij aan je motivatie om verzekeringsarts te worden? Zeer weinig

Weinig

Neutraal

Veel

Zeer veel


Vraag 9 Hoe zou de keuze om je te specialiseren tot verzeleringsarts aantrekkelijker gemaakt kunnen worden voor jonge artsen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 15

Vraag 10 Dit is de laatste vraag van de vragenlijst. Is er iets wat je nog kwijt wilt, of wat belangrijk is om mee te nemen in het onderzoek? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

Bedankt voor je medewerking!

16

6. Variatiedekking jonge artsen Jonge artsen verdeeld in voorkeur specialisme Bedrijfsgeneeskunde

20

Verzekeringsgeneeskunde

20

Totaal

40

Jonge artsen verdeeld in carrièrefase Student

2

Arts niet in opleiding en niet werkzaam voor arbodienst/UWV

4

Arts werkzaam voor arbodienst

17

Arts in opleiding tot bedrijfs- of verzekeringsarts

17

Totaal

40

Jonge artsen verdeeld op basis van gender Man

14

Vrouw

26

Totaal

40

Jonge artsen verdeeld op basis van leeftijd 20 – 25 jaar

0

25 – 30 jaar

31

30 – 35 jaar

9

Totaal

40

Variatiedekking jonge artsen met voorkeur voor bedrijfsgeneeskunde Jonge (bedrijfs)artsen verdeeld in carrièrefase Student

2

Arts niet in opleiding en niet werkzaam voor arbodienst

4

Arts werkzaam voor arbodienst

7

17

Arts in opleiding tot bedrijfsarts

7

Totaal

20

Jonge (bedrijfs)artsen verdeeld op basis van gender Man

7

Vrouw

13

Totaal

20

Jonge (bedrijfs)artsen verdeeld op basis van leeftijd 20 – 25 jaar

0

25 – 30 jaar

16

30 – 35 jaar

4

Totaal

20

Variatiedekking jonge artsen met voorkeur voor verzekeringsgeneeskunde Jonge (verzekerings)artsen verdeeld in carrièrefase Student

0

Arts niet in opleiding en niet werkzaam voor UWV

0

Arts werkzaam voor UWV

10

Arts in opleiding tot verzekeringsarts

10

Totaal

20

Jonge (verzekerings)artsen verdeeld op basis van gender Man

7

Vrouw

13

Totaal

20

18

Jonge (verzekerings)artsen verdeeld op basis van leeftijd 20 – 25 jaar

0

25 – 30 jaar

15

30 – 35 jaar

5

Totaal

20

19

7. Resultaten vragenlijst 7.1

Ideeën van jonge bedrijfsartsen om het imago van hun vak te verbeteren

Ideeën bedrijfsartsen verbetering imago sociale geneeskunde Tijdens de opleiding meer aandacht geven. Er heerst een enorm slecht imago over de gehele sociale geneeskunde. Ik denk dat bedrijfsartsen zich meer moeten laten zien in de reguliere opleiding Geneeskunde. Onbekend is onbemind. Niet alleen op beurzen, maar ook in bladen zoals Arts in Spe. Laat jonge enthousiaste bedrijfsartsen interviewen, laat ze spreken op studentensymposia, laat ze colleges geven. Dring aan bij onderwijsdirecteuren op meer theoretisch onderwijs en een verplicht coschap. Langer co schap. Tijdens de studie ontwikkelt iedereen een vooroordeel, meestal ten nadele van het vak. Dit wordt denk ik veroorzaakt door de houding van clinici. Zij worden gezien als mensen met status; studenten nemen vervolgens deze houding maar al te graag over. Ook omdat veel geneeskundestudenten erg gericht zijn op status en erg ambitieus zijn. Met een langer co schap kunnen mensen wellicht enthousiast gemaakt worden, je hebt dan voldoende tijd om te investeren in het wegnemen van vooroordelen. Een frissere en vitale uitstraling waarbij een duidelijke visie wordt uitgedragen die past bij de huidige tijd en het huidige systeem. Het vak moet onder z'n 'saaie, grijze, senioren' jasje vandaan komen. Ik denk dat meer jonge collega's een belangrijke/ de belangrijkste factor is. Mensen moeten het vak ook eerst ervaren om het te kunnen beoordelen. Beter imago vanuit de ziekenhuissector creëren. Er zou binnen de geneeskundeopleiding meer aandacht moeten zijn voor het vak 'bedrijfsgeneeskunde'. Op dit moment wordt in in de zes jaar van de opleiding slechts 1,5 uur besteed aan dit specialisme. Onbekend maakt onbemind. Meer aandacht in de opleiding. Laat jonge bedrijfsartsen de opleiding doen/ geven. Langer coschap. Ophouden met het vervelende hiërarchische wereldje in de geneeskunde. Misschien moeten enkele clinici tot de orde geroepen worden. Tijdens de bul uitreiking deed de chirurg erg denigrerend over de eerste lijn en psychiatrie. Schandalig en zulke praktijken moeten worden aangepakt. Het is toch eigenlijk te gek voor woorden: studenten krijgen communicatietraining tot in den treuren. Ben je eenmaal specialist, dan kan je maken wat je wilt.

20

7.2

Ideeën van jonge verzekeringsartsen om het imago van hun vak te verbeteren

Er heerst veel negativiteit en onwetendheid over het vak, m.i. door te weinig aandacht voor het vak tijdens het curriculum geneeskunde Meer bekendheid over geneeskunde en arbeid. Weg met het stoffige imago en de oude knarren die niet te bewegen zijn. De arts prominent in de samenleving plaatsen: geef aan wat de maatschappelijke impact is van de VA: zet hem niet in het verdomhoekje als "keuringsarts" of een mindere broeder onder de artsen. Er is volgens mij niet veel bekend over het specialisme verzekeringsgeneeskunde. Tijdens de studie / coschappen zou er meer over verteld moeten worden (inhoud! van het werk, het brede aspect etc.) Meer aandacht voor arbeid en gezondheid in curriculum - verplicht langer coschap Het vak meer promoten tijdens de geneeskunde opleiding. Er is nu weinig bekend over het vak. Het stoffige imago van het vak verminderen en aansprekende en enthousiasmerende collega’s regelen die het vak moeten promoten bij co-assistenten, die vaker uitgenodigd moeten worden. Stoffig imago verbeteren en stugheid van "oude garde" niet op de voorgrond zetten.

21

7.3

Ideeën van bedrijfsartsen voor de werving van nieuwe artsen

Meer informatie leidt tot meer jonge bedrijfsartsen. Door het tijdens de opleiding meer actief aan te bieden. Colleges te laten geven door ook jonge artsen of in ieder geval zeer energievolle en enthousiaste bedrijfsartsen. (Een deel van de) bedrijfsgeneeskunde naar de eerste lijn halen. - Bedrijfsgeneeskunde als superspecialisme van Arts Arbeid en Gezondheid onderbrengen. - De praktijkopleiding onafhankelijk maken van de Arbodienst. Je meer profileren!! Laat alle facetten zien en raakvlakken met de kliniek! Meer reclame maken, laagdrempelig zijn. De mogelijkheid bieden om een jaar als ANIOS mee te kunnen draaien bij een arbodienst. Meer zijn dan een “verzuimboer”. Duidelijkheid bieden over de toekomst, een opleiding betaald vanuit de staat en meer onafhankelijkheid voor het beroep. Meer meedenken in de persoonlijke situatie, en daarop inspelen met secundaire arbeidsvoorwaarden. Voor de jonge artsen voldoende nascholing zoeken, faciliteren en eisen. Meer kwaliteit van de huidige (grijze) bedrijfsartsen eisen zodat de werkomgeving voor jonge artsen meer inspiratie biedt. De kosten niet bij de arts leggen en de opleidingsinhoud bekender maken en meer multidisciplinair. Inspelen op datgene wat de jongere generatie belangrijk vindt. In de tijd van tweeverdieners dienen de werktijden en dagen flexibel te zijn. Ook het opnemen van vakanties moet makkelijk zijn ten aanzien van schoolvakanties etc. Een goed salaris is daarnaast ook aantrekkelijk. Daarnaast is het belangrijk om jonge artsen te wijzen op de essentie van werk in het leven van mensen. Het bezig zijn met gezondheidszorg en geneeskunde die verder reikt dan alleen de behandeling van ziekte. Als bedrijfsarts ‘behandel’ je de gehele persoon, grotendeels in een zeer belangrijk en essentieel onderdeel van het leven: het werk.

22

7.4

Ideeën van jonge verzekeringsartsen voor de werving van nieuwe artsen

Meer bekendheid verkrijgen over het vak: inhoudelijk, praktisch, leer- en regelmogelijkheden, etc. Met het recente verschijnen van een tweede opleiding die inspeelt op de mankementen van de NSPOH lijkt het mij dat het voldoende aantrekkelijk moet zijn Door de volgende aspecten hoog te houden in het vak (in zowel woord als daad): autonomie, autoriteit, financiële, beloning, uitstekende productie/werkdruk ratio, respect (geen politieke spelletjes), diepgaande ontwikkeling van de opleiding. Secundaire arbeidsvoorwaarden verbeteren. Meer bekendheid over geneeskunde en arbeid. Meer evidence based practice. Voordat dat kan moet wel eerst aan de eerste voorwaarde worden voldaan: er moet een wetenschappelijke basis zijn voor je handelen, daarmee worden dokters opgeleid. Meer afwisseling in het werk en hulp bij administratieve taken. Verder meer salarisgroei mogelijk maken en differentiatiemogelijkheden promoten. Opleiding zoals die nu gegeven wordt te verkorten of de opleiding meer vakinhoudelijk maken in plaats van de nadruk te leggen op zelfreflectie. Meer respect en aanzien maken/creëren voor VA. Wijzen op diversiteit en mogelijkheden tot ontwikkeling. Meer aanbod van info en stage mogelijkheden tijdens geneeskunde opleiding. Bijv. kiezen voor twee coschappen bij de sociale in het verplichte deel, zoals GGD en bedrijfsgeneeskunde omdat ze toch erg verschillend zijn. Het enthousiasmeren van anios! voor opleiding op werkvloer o.a. door adequate opleiders. Combi met bedrijfsgeneeskunde of anders een kortere opleidingsduur. Enerzijds benadrukken van de inhoud: breed scala aan ziektebeelden, zowel psychiatrie als somatiek; op een andere manier hiernaar kijken. Anderzijds benadrukken van regelmatige werktijden en secundaire arbeidsvoorwaarden. Salaris (vooruitzicht) > teken van erkenning, meer duidelijkheid over opleiding zoals BOVG (misschien ook compacter). Meer promoten bij de anios verzekeringsarts zodat ze meer kennis hebben over de opleiding. In eerste instantie denk ik dat meer bekendheid tijdens de geneeskundestudie van belang is, wat men niet kent, kiest men niet. Daarnaast zal UWV als werkgever wat anders met haar artsen moeten omgaan. Betere en andere voorlichting. Niet een groot gedeelte van de opleiding in eigen tijd moeten doen. Ook toekomstperspectief in bv. particuliere sector verbeteren/ meer uitleggen. Totaal onbekend voor afgestudeerden/ coassistenten. Opleidingskosten niet verhalen op de aios als je de opleiding niet afmaakt.

23

7.5

Motieven om bedrijfsarts te worden

Ik wil me blijven ontwikkelen en verbreden. Ik wil nieuwe uitdagingen. Tijd voor de patiënten, preventief werken, bezig zijn met de impact van ziekte op iemands dagelijks leven in plaats van bezig zijn met de ziekte op zich, Gunstige werktijden (40 uur per week, geen diensten, mogelijkheid tot parttime werken) en regelmogelijkheden in het werk, zoals eigen agenda beheer. Meer tijd voor je patiënten, geen acute problematiek en niet al te zieke patiënten, de mogelijkheid om bij bedrijven ""achter de schermen"" te mogen kijken, relatief veel psychoproblematiek, dit vind ik interessant en gunstige werktijden; geen diensten. Je ziet allerlei mensen en aandoeningen op een dag voorbij komen. Je hebt meer tijd voor de cliënten en je kunt diep op bepaalde aspecten ingaan anamnestisch. Je komt meer over de werkvloeren te weten, wat ik leuk vind. Er is baanzekerheid, althans meer dan in een ziekenhuis. Er is een goede balans tussen privé en werk Mooi vak, grote sociale/communicatieve component, 'normale' werktijden, minder strakke/hiërarchische werkomgeving, je kunt echt iets voor mensen betekenen, werk heeft veel invloed op het dagelijks leven van cliënt Werksfeer, werkdruk en inspraak in het bedrijf. Ik wil tijd overhouden voor familie, vrienden, hobby's. Ik vind het vak inhoudelijk aantrekkelijk. Tijd voor de cliënt. Vak waarin sociale en communicatieve vaardigheden worden gevraagd. En toch hulpverlenend bezig in de zin van partijen nader tot elkaar brengen en proberen blikvelden te verruimen. Tijd voor patiënt. Werksfeer. Secundaire arbeidsvoorwaarden. Mogelijkheid tot onderzoek. Mogelijkheid te switchen tot verzekeringsarts. Het afronden van een specialisatie in mijn huidige vakgebied, salaris, mogelijkheden tot verdere ontplooiing in de toekomst, zelfstandigheid misschien wel?, het bezig zijn met geneeskunde vanuit de sociale hoek, niet slechts curatief; niet werken met diensten. Niet meer klinisch willen werken. Adviserende rol past bij mij. Andere manier van verantwoordelijkheid die mij meer ligt. Veel persoonlijk contact, maar niet verantwoordelijk voor de behandeling van ziekte of aandoening. Begeleiding en advisering zijn de belangrijkste punten waarom ik er voor gekozen heb. Daarnaast zijn de werktijden ook zeer aantrekkelijk. Geen diensten meer. Balans werk-privé en de mogelijkheid om parttime te werken. Ik ben niet zo'n carrièretijger, maak ik het mijzelf graag gemakkelijk en ligt mijn prioriteit niet bij werk maar bij mijn gezin.

24

7.6

Ideeën van jonge bedrijfsartsen over hun toekomstperspectief

Wegens een gezin 4 dagen per week arbeid, wellicht promotietraject en onderwijs. Om later weer fulltime te gaan werken. Een fulltime baan, die erg afwisselend is. Hierbij vind ik het contact met patiënten erg belangrijk. Ik heb een interessante baan bij een leuk bedrijf met leuke collega's en ik ga met veel plezier naar mijn werk. Daarnaast heb ik een leuk salaris. Mijn privé leven bestaat naast mijn werk. Geroutineerd bedrijfsarts die nog wel haar uitdagingen zoekt in bijvoorbeeld onderwijs of beleid. Meer tijd voor zaken buiten de spreekkamer, meer bezig met opleiden van studenten/beginnende artsen en parttime werken. Als bedrijfsarts bij een interessant groot bedrijf (liefst met een maatschappelijke functie) werken. Parttime werken (indien niet-schoolgaande kinderen), mogelijk bijkomende organisatorische/management taken. Een stabiele leuke baan waar ik genoeg zelfvoldoening uit haal. Dan heb ik mijn opleiding tot bedrijfsarts afgerond. Ideaal gezien zit ik dan bij leuke klanten, waarbij ik inspraak heb in mijn eigen tijdsindeling/agenda (zelfsturend). Zelfstandig bedrijfsarts als ik daar persoonlijk gezien klaar voor ben. Weg met de arbodienst in de huidige vorm. Dan ga ik waarschijnlijk parttime werken (of 36 uur over 4 dagen, of 3 dagen per week). Dan zou ik maatschapslid zijn bij het bedrijf waar ik momenteel werk en naast de verzuimbegeleiding en het werk als bedrijfsarts meer toeleggen op bestuurlijke activiteiten. Geen idee. Kan alle kanten op, ik sta open voor alles. 3-4 dagen per week werken als bedrijfsarts. Als een goede arts met veel ervaring en kennis op veel gebieden. Bedrijfsarts, combinatie van patiënten en adviezen op organisatie niveau. Ik hou met bezig met wetenschappelijk onderzoek en zou graag een team aan willen sturen. Daarnaast hoop ik ook een deel van mijn werktijd te kunnen besteden aan het geven van onderwijs. Mogelijk wat opleidingstaken voor aios en/of coassistenten. Meer preventief werk in plaats van verzuim. Deels curatief/management en adviserend werk. Of als bedrijfsarts in het buitenland.

25

7.7

Hoe wordt werken bij een arbodienst aantrekkelijker voor jonge bedrijfsartsen?

Jonge bedrijfsartsen hebben ook een mening, een visie, zijn niet enkel productietijgers. Arbodiensten laten zich te veel leiden door de markt en te weinig door de zorgmoraal van jonge artsen. Deze jonge artsen écht gaan horen in plaats van 'in de kiem smoren'. Goed starters loon + secundaire arbeidsvoorwaarden, goede opleidingsmogelijkheden, goede begeleiding bij opstarten, veel werken op locatie, variatie in werkzaamheden door verschillende type klanten en verschillende grootte van de klanten, jonge enthousiaste gemotiveerde mensen het onderwijs laten geven, snuffelstages o.i.d. om mensen kennis te laten maken met het vak Er moet meer aandacht komen voor preventie. Daarmee bedoel ik op de werkvloer concreet kijken wat er in de arbeidsbelasting verbeterd kan worden en op welke wijze gezondheidsrisico's beperkt kunnen worden. Meer preventieve werkzaamheden en daardoor gevarieerd werk. Meer vanuit de opleiding aanbieden. Minder druk zetten om de opleiding te moeten volgen, iedere arts zou er aan moeten kunnen proeven. Meer jonge, ambitieuze werknemers, goed inzetten op onderwijs en ondersteuning van jonge artsen, snel werken naar autonomie, secundaire arbeidsvoorwaarden aanbieden, opleidingsmogelijkheden. Laagdrempeligheid en mogelijkheid tot een dagje meelopen? De positieve kanten van het werk benadrukken en de uitdagingen die het werk kan bieden. Eerst zelf een visie ontwikkelen en dan vooral kijken hoe je deze visie bij de klant wil gaan invullen. Minder management, minder commercie, meer oog voor kwaliteit, meer zelfsturing. Bedrijfsartsen breder gaan scholen omdat we nou eenmaal in een breed vakgebied worden ingezet. Van communicator, gedragswetenschapper, (arbeids- en organisatie) psycholoog tot arts waarbij bedrijfsmatige kennis niet mag ontberen Meer jonge mensen in dienst, meer autonomie over agenda, betere beloning (salaris is oké maar in vergelijking met andere startsalarissen wat aan de lage kant). Actiever mensen werven. Het UWV schakelt intermediairs in. Ik denk dat dit een onnodig dure tactiek is. Maar ze zijn hierdoor denk ik wel succesvol omdat ze actief mensen werven. Daarnaast trekken ze mensen door het hoge startsalaris. Met name toelichten dat ruimte en tijd voor een sociaal leven heel belangrijk is. Als jonge ambitieuze, pas afgestudeerde arts zonder gezin lijkt dit misschien niet zo belangrijk maar ik ben ervan overtuigd dat dit wel steeds meer gaat meewegen. Je kunt het werk zo leuk en uitdagend maken als je zelf wil. Ik denk dat je dan met name moet inspelen op dategene wat de jongere generatie belangrijk vindt. In de tijd van 2 verdieners dienen de werktijden en dagen flexibel te zijn. Ook het opnemen van vakanties moet makkelijk zijn ten aanzien van schoolvakanties etc. Een goed salaris is daarnaast ook aantrekkelijk. Daarnaast is het belangrijk om jonge artsen te wijzen op de essentie van werk in het leven van mensen. Het bezig zijn met gezondheidszorg en geneeskunde die verder reikt dan alleen de behandeling van ziekte. Als bedrijfsarts ‘behandel’ je de gehele persoon, grotendeels in een zeer belangrijk en essentieel onderdeel van het leven: het werk. Meer wetenschap.

26

Meer informeren over vakgebied al tijdens de studie geneeskunde. Nu te veel negatieve associaties met BA. Bekendheid voor het vakgebied. Positieve aspecten laten zien. Goede rolmodellen. Informatie = motivatie. Lastige vraag. Ik denk dat het grootste probleem onwetendheid is onder studenten geneeskunde. Het wordt door specialisten vaak gezien als een "saai" beroep. Het zou heel fijn zijn als het vak van bedrijfsarts onder specialisten (en dus onder studenten) wat meer waardering krijgt. Ik denk dat veel artsen niet weten wat het precies inhoudt. Er wordt vaak geoordeeld terwijl iemand in mijn ogen niet beschikt over voldoende informatie over het vak. Jullie moeten je meer laten zien en profileren aan aankomend en jonge artsen. Veel mensen worden negatief geïnstrueerd tijdens de coschappen dat de kliniek het enige is wat telt. Belachelijk! Hierdoor komen artsen er vaak laat, of helemaal niet achter dat zij precies hetzelfde kunnen doen als in de kliniek, maar dan anders en misschien wel veel leuker en met meer vrijheid.

27

7.8

Motieven om verzekeringsarts te worden

Aantrekkelijke reguliere werktijden (geen weekenddiensten, avond/nacht/wisseldiensten), geen acute geneeskunde, medisch sociaal perspectief (niet de ziekte die wordt behandeld in het ziekenhuis, maar het effect van ziekte, waardoor disfunctioneren mensen door ziekte), rechtvaardig handelen, medische diversiteit/casuïstiek. Alle ziektebeelden kunnen in principe voorbij komen. De primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden en de unieke positie als arts te midden van een veranderende participatiemaatschappij. Vooruitzicht soort werk (geen diensten/werkdruk), baanzekerheid, groei in carrière (professionaliteit) 1. Volgende stap > medisch specialist 2. werk als verzekeringsarts is goed te combineren met privéleven - werkzekerheid - flexibiliteit - balans werk-privé Geen diensten en voldoende vrije tijd. Goed startloon, maar weinig doorgroeimogelijkheden. Opleiding die je in de baas zijn tijd kan doen. - generalistisch werk - goede combi werk/privé - diversiteit ziektebeelden, generalist en balans werk/privé Ik ben alleenstaand ouder en ik wilde daarom geen avond-, nacht- en weekenddiensten hoeven draaien. - interesse in arbeid en gezondheid: invloed werk op gezondheid en andersom - mogelijkheid onderzoek en praktijk - lange patiëntcontacten: verdieping - breed vakgebied: veel ziektebeelden Interesse, werkzekerheid, waardering en goede balans tussen werk en privé. Overigens nog geen definitieve keuze gemaakt. Goede balans tussen werk en privé. Goede beloning voor een AIOS. Werksfeer en werkdruk, combinatie van medisch werken en kantoortijden, inclusief geen diensten en onregelmatigheid. Een carrièrepad dat bij mijn persoonlijke ambitie past: een arts met meer ambities: promoveren + management ambities. Het thema van sociale zekerheid trekt mij heel erg aan. Een grote organisatie die veel mogelijkheden biedt om je persoonlijk en professioneel te ontwikkelen. Ik heb passie voor het vak, omdat je als procesbegeleider, klanten kan begeleiden in hun herstelproces. Een andere persoonlijke reden is dat je binnen een multidisciplinair team als medisch deskundige meedraait en voor een belangrijk deel het beleid bepaalt. -mogelijkheden tot eigen ontwikkeling - werkzekerheid - vaste werktijden - diversiteit aan problematiek (psychisch/lichamelijk) - combinatie van werken en leuk sociaal leven 28

- niet een behandelrelatie met patiënten/cliënten De maatschappelijke relevantie, enerzijds het kunnen bieden van een vangnet binnen een samenleving (financieel) houdbaar houden, anderzijds stimuleren tot participeren. Daarnaast speelt de toenemende invloed van de zorgverzekeraar, die ik als curatief arts als negatief en storend ervaarde, omdat er meer naar korte termijn kosten dan naar kwaliteit en lange termijn besparingen gekeken lijkt te worden. Een systeem verbeter je beter van binnenuit. Door interesses in management + bedrijfsvoering en mogelijkheden binnen UWV + mogelijkheden in de toekomst in de particuliere sector i.c.m. zorgkennis. Balans werk-privé en mogelijkheid tot part-time werken. De mogelijkheid mensen te helpen met hun gezondheid. Daarbij ruimte om onderzoek te doen/ beleid te maken om voor de langere termijn structurele verbeteringen te kunnen geven zodat je een grotere groep of een bepaalde groep structureel beter kunt helpen.

29

7.9

Ideeën van jonge verzekeringsartsen over hun toekomstperspectief

Dat vind ik moeilijk te zeggen aangezien ik nog maar recent ben begonnen bij het UWV. Ik weet niet of ik full-time verzekeringsarts zal zijn bij het UWV. Promoveren lijkt mij een goede optie, evt stafarts en/of opleider. Eventueel werkt ik dan (deels) bij een particuliere instelling. Of misschien iets heel anders wat op mijn pad komt (management functie, onderwijs etc). Ik heb hier momenteel veel twijfel over, ik ben op dit moment niet overtuigd dat dit binnen UWV zal zijn. Gespecialiseerd en gepromoveerd. Taken als VA maar ook iets met organisatie/ontwikkeling en/of onderwijs. Ik heb de opleiding tot VA afgerond en verder weet ik het niet zo goed. (Kijk niet zo ver vooruit.) Ik werk als medisch professioneel voor een klein deel in de spreekkamer en voor de overige tijd ben ik werkzaam op andere vlakken: in eerste instantie onderzoek, later doorstromend in de richting van innovatie/beleidsvorming. Vervolgopleiding gedaan en goed functionerend. Mogelijk ook wat aanvullende werkzaamheden voor de organisatie. Minder uren, de rest zien we wel. 1 dag onderwijs aan a(n)ios, 1-2 dagen onderzoek, 1-2 dagen spreekuren, parttime werken. Geregistreerd verzekeringsarts. Als verzekeringsarts werkzaam bij het UWV of in de particuliere sector. Waarschijnlijk gespecialiseerd als va bezwaar en beroep. Ik zie wel over een aantal jaar wat nodig is om het vak interessant te houden. Participerend arts. Switch naar particuliere sector of misschien terug naar behandelende sector sluit ik niet uit. Ik denk een combinatie van UWV en de private sector. Bezig om verzekeringsgeneeskunde (arbeid en geneeskunde) op de kaart van alle geneeskundige te zetten zodat we de gezondheid niet alleen in het ziekenhuis gaan begeleiden maar op meer fronten waar arbeid er 1 van is. Ik zou graag gespecialiseerd zijn in een vakgebied dat bij mij past. Ik zou graag iets willen betekenen voor de patiënt veiligheid of voor de opleiding. En ik zou betrokken willen zijn bij onderzoeken en regelmatig congressen bezoeken om de nieuwe ontwikkelingen bij te houden. Binnen of buiten UWV, als verzekeringsgeneeskundige of medisch adviseur in combinatie met managment danwel onderwijs. Mogelijk combinatie verzekeringsarts met iets ernaast. Part-time werkzaam (indien niet-schoolgaande kinderen), mogelijk bijkomende organisatorische/managment taken (staf VA).

30

Mogelijke carrièreswitch naar eventueel iets buiten de geneeskundige sector. Ik ben dan een professional met een speciaal vak die zich onderscheidt op de arbeidsmarkt door de unieke vaardigheden en de hoge kwaliteit die ik lever. Het is een vak met een uitzonderlijk karakter binnen de maatschappij. Er is een specifieke behoefte aan deze beoordelende rol binnen de verzekeraars, inclusief het UWV. Dat werk moet goed gedaan worden, met respect voor de patiënt. Hiervoor is een arts onmisbaar.

31

7.10

Hoe wordt werken bij UWV aantrekkelijker voor jonge verzekeringsartsen?

Meer informeren over vakgebied al tijdens studie geneeskunde. Nu te veel negatieve associaties met BA/VA. Meer kennis over het vak bekend maken bij geneeskunde studenten of basisartsen. Meer bekendheid verkrijgen over het vak: inhoudelijk, praktisch, leer- en regelmogelijkheden, etc. Er heerst veel negativiteit en onwetendheid over het vak, m.i. door te weinig aandacht voor het vak tijdens het curriculum geneeskunde. Door positiever toekomstperspectief + stugge imago te verbeteren. Beter loon als je lang in dienst bent en ontwikkelen makkelijker te maken bv. Flexibele werktijden, investering in onderlinge contacten/goede sfeer op het werk en tussen collega's, mogelijkheden in de toekomst (om/bijscholing, promoveren, onderwijs geven etc.), meer financiële doorgroeimogelijkheden. De positie van artsen wat verbeteren, niet meer zien als een noodzakelijk en lastig te managen kwaad, maar als een professional waarmee je productie-afspraken kunt maken, maar geen invloed moet verwachten op het professionele proces. Tijdens de geneeskunde opleiding is er weinig aandacht voor sociale geneeskunde in het algemeen waardoor studenten en basisartsen geen idee hebben wat werken bij het uwv inhoudt. Er zou tijdens de studie meer voorlichting moeten zijn. Variatie in werkzaamheden en een goed/bruikbaar werkplan in de ZWarbo. Meer bekendheid creëren en meer waardering van de rol als VA binnen het specialisme maar ook bij de behandelende sector. Biedt carrière mogelijkheden. Biedt mogelijkheden voor promotie onderzoek. Biedt mogelijkheden om je te specialiseren, dat kan zijn vakinhoudelijk, wetstechnisch, op management, op innovatie etc. Geef helder weer wat de sterke punten van een grote organisatie zijn voor jonge dokters, maar ook wat de minder sterke punten zijn. Wees eerlijk over het perspectief: veel regelmogelijkheden, aan de andere kant ook veel bureaucratie. - meer enthousiasme op de werkvloer - anios meer betrekken in overleggen e.d. - goede VA's opleiden die aios kunnen begeleiden - meer ruimte voor wetenschap en onderwijs - positief stimuleren ipv onder druk zetten - meer salaris doorgroeimogelijkheden - (verzekerings)artsen waarderen als arts/professional Opleiding moet in de tijd van de werkgever blijven. Daarnaast moet er geen dreiging van een geldbedrag boven je hoofd hangen als je de opleiding onverhoopt niet mocht voltooien. - Meer afwisseling in het werk (ziektewet en WIA afwisselen bv) en de administratieve taken verminderen, bv middels dicteren. - Meer focus op alle differentiatie mogelijkheden als verzekeringsarts. - Meer salaris groei mogelijk maken. Meer uitleg over de inhoud van het vak en het behoud van contact met cliënten. Betere secundaire arbeidsvoorwaarden en hogere beloning.

32

Het vak meer promoten tijdens de geneeskunde opleiding. Er is nu weinig bekend over het vak. Beloning gelijktrekken naar de rest van de specialisten binnen de geneeskunde. De mogelijkheid tot thuiswerken bij gelegenheid. - flexibiliteit in uren, doorgroeimogelijkheden bespreekbaar maken en nascholingen organiseren/ mogelijk maken. - loon Om te beginnen een goede 'starterscursus' aanbieden. Daarnaast zeker de goede arbeidsvoorwaarden behouden (of verder uitbreiden :)) Salaris (vooruitzicht), faciliteren flexibiliteit (dus makkelijker maken om thuis te werken bijvoorbeeld). - De salarissen fors omhoog halen in de loop der jaren en meer inspraak geven. - Mogelijkheden tot zelfontplooiing buiten het vaktechnische. Vaktechnische vaardigheden van hoog niveau die mij onderscheiden als professional op de markt. Daarmee verhoog ik mijn autonomie en onafhankelijkheid van bedrijven.

33

Werken is belangrijk, maar het moet wel leuk blijven

Recommend Documents