WERKEN IN DE METAALNIJVERHEID Examendraaiboek
©KPC Groep Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
1 VOORAF
3
2 WAT MOET U WETEN OM U GOED VOOR TE BEREIDEN
4
OP HET EXAMEN? 2.1 Heeft de leerling stage gelopen in een metaalbedrijf met een
4
voldoende of goede beoordeling? 2.2 Wie betaalt de kosten van het examen?
4
2.3 Ouders en leerlingen informeren over het belang van het
5
certificaat 'Werken in de metaalnijverheid' 2.4 Het besluit is genomen om leerlingen voor te dragen voor het
6
examen. U neemt een proefexamen af 2.5 U informeert ouders en leerlingen over de gang van zaken 3 VOORBEREIDINGEN OP HET AFNEMEN VAN HET
7 9
EXAMEN 3.1 Het afnemen van het proefexamen op het bedrijf waar ook
9
het examen zal worden afgenomen 3.2 Overleg met het bedrijf waar het examen wordt afgenomen
9
3.3 Voorbereiden van de taken die de leerling gaat uitvoeren
9
4 HET FEITELIJKE VERLOOP VAN HET EXAMEN
10
4.1 De observant controleert met u of alles in orde is
10
4.2 Procedure bij het afnemen van het examen
10
4.3 Nadere bepalingen met betrekking tot het examen afnemen
10
4.4 Evaluatie
11
5 HET EXAMENREGLEMENT
12
5.1 SVA-certificaat
12
5.2 Organisatie examen
12
5.3 De examenlocatie
12
5.4 Het aantal examengelegenheden
12
5.5 Voorwaarden deelname examen
13
5.6 Afnemen examen
13
5.7 Inzagerecht
13
5.8 Fraudebepaling
13
5.9 De beroepsprocedure in verband met het examen
14
6 PROTOCOLLEN EN OBSERVATIELIJSTEN VOOR HET
15
PROEFEXAMEN
Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
6.1 Machinaal zagen
19
6.2 Afbramen
22
6.3 Boren met een kolomboormachine
25
6.4 Draad tappen
30
6.5 Zetten met een handzetbank
33
6.6 Hechten
36
7 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN
39
8 BEOORDELINGSFORMULIER STAGEBEDRIJF
43
1 VOORAF Voor u ligt het herziene draaiboek 'Werken in de metaalnijverheid'. In het draaiboek staat informatie over het examineren van kandidaten door het SVA Examenbureau. Dit draaiboek wordt gebruikt bij het beoordelen van leerlingen die zich bekwamen in het verrichten van werk in een metaalbedrijf. Het certificaat 'Werken in de metaalnijverheid' wordt verstrekt door het SVA Examenbureau in samenwerking met Kenteq, het kenniscentrum voor de metaalnijverheid in Nederland. Het certificaat geeft aan dat de leerling heeft aangetoond dat hij inzetbaar is in de metaalnijverheid en op een aantal specifieke werkzaamheden is beoordeeld. Deze werkzaamheden worden op de bijlage van het certificaat vermeld. Tevens wordt op de bijlage vermeld welke werkzaamheden, naast de genoemde specifieke werkzaamheden, door de leerling tijdens zijn stageperiode zijn verricht. In het eerste jaar dat een school deze opleiding aanbiedt is een positieve beoordeling van de leerling door een stagebiedend bedrijf wenselijk maar nog niet verplicht. In het tweede jaar kan de leerling het certificaat alleen dan behalen als een stageperiode van tenminste zes weken in een metaalbedrijf positief is beoordeeld. In het eerste jaar dat de opleiding wordt aangeboden kan het examen op school worden afgenomen al heeft een locatie in een metaalbedrijf de voorkeur. In het daaropvolgende jaar wordt het examen bij voorkeur afgenomen in het bedrijf waar de leerling stage heeft gelopen. In dit draaiboek treft u een beoordelingsformulier aan dat door het stagebiedende bedrijf wordt ingevuld (zie hoofdstuk 8).
Pagina 3/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
2 WAT MOET U WETEN OM U GOED VOOR TE BEREIDEN OP HET EXAMEN? 2.1 Heeft de leerling stage gelopen in een metaalbedrijf met een voldoende of goede beoordeling? In het eerste jaar dat een school de opleiding 'Werken in de metaalnijverheid' aanbiedt is een positieve beoordeling van een stage, die de leerling in een metaalbedrijf heeft doorlopen, wenselijk maar nog niet verplicht. In het tweede jaar is een dergelijke beoordeling verplicht. De leerling kan in het laatste geval niet worden aangemeld voor het examen als hij geen stage heeft gelopen in een metaalbedrijf en daar werkzaamheden heeft uitgevoerd die tenminste als voldoende zijn beoordeeld door het stagebedrijf. Tijdens een stage voert de leerling algemeen ondersteunende werkzaamheden uit zoals het assisteren bij werkzaamheden die door een medecollega worden uitgevoerd, het opruimen van de werkplek en het assisteren bij het laden en lossen van goederen. Voor de inzetbaarheid van de stagiair is het echter ook van belang dat hij specifieke werkzaamheden zo zelfstandig mogelijk kan uitvoeren. Deze specifieke werkzaamheden zijn: machinaal knippen, machinaal zagen, afbramen, boren met een kolomboormachine, draad tappen, zetten met een handzetbank en hechten. Daarnaast geldt ook het 'lassen' als een specifieke werkzaamheid. Deze kwaliteit is in dit draaiboek echter niet opgenomen. Zij wordt door het NIL getoetst; leerlingen die aan de beschreven norm voldoen ontvangen een certificaat van het NIL. Afhankelijk van het soort bedrijf worden een of meerdere van de specifieke werkzaamheden door de stagiair uitgevoerd. In het stageverslag wordt een beoordeling door de stagebieder gegeven van de uitvoering van deze werkzaamheden. Voor het aanmelden van het examen moeten in het stageverslag tenminste twee beoordelingen zijn, die voldoende of goed zijn. Ook heeft men bij de leerling aan de hand van dit draaiboek het examen op 'proef' afgenomen: het proefexamen. Is het resultaat voor alle onderdelen voldoende dan kan men de leerling aanmelden bij het SVA Examenbureau. 2.2 Wie betaalt de kosten van het examen? Spreek met de leerlingen niet over het behalen van een certificaat voordat u zekerheid heeft over het betalen van de daaruit voorkomende kosten. Wat zijn de kosten? Het examen moet kostendekkend kunnen worden uitgevoerd. De prijzen die door het SVA Examenbureau worden berekend zijn all-in prijzen (voorbereidende administratieve handelingen, het samenstellen van de examenmap, het reizen, het examen zelf, het gereedmaken van het certificaat, de administratieve afhandeling en de nazorg). De kosten voor het examen bedragen € 330,-- per dagdeel (exclusief 19% btw). Per dagdeel kan maximaal bij vier leerlingen het examen worden afgenomen indien alle kandidaten op dezelfde locatie het examen kunnen afleggen. Wordt het examen op verschillende locaties afgenomen, dan is de reistijd mede bepalend voor het aantal leerlingen dat op een dagdeel kan worden geëxamineerd. Gekeken wordt dan naar: -
de afstand (= reistijd) tussen de verschillende examenlocaties;
-
de tijd die het afnemen van het examen in beslag neemt.
Het ligt voor de hand om het examen op het stagebedrijf van de leerling af te nemen. Hoe meer leerlingen er geëxamineerd kunnen worden op een locatie (ook al is het niet hun stagebedrijf) hoe groter het aantal te examineren leerlingen op een dagdeel. Pagina 4/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Voorbeeld van een examenprogramma voor één dagdeel Aanvang examen op locatie A om 9.30 uur. Tijd
Programma
09.30
Observant en leerkracht zijn aanwezig.
09.30 - 10.00 uur
Inspectie van de examenlocatie. Kennismaking met de kandidaat en de leerkracht/stagebegeleider. (Een week vooraf is bekend welke praktijkopdrachten er door de kandidaat moeten worden uitgevoerd.)
10.00 - 10.45 uur
Start van het examen eerste kandidaat: voorgesprek en uitvoering
10.45 uur
Vertrek naar locatie B.
11.30 - 11.45 uur
Aankomst op examenlocatie B.
van de praktijkopdrachten en nabespreking.
Inspectie van de examenlocatie. Kennismaking met de kandidaten. 11.45 - 12.30 uur
Start van het examen tweede kandidaat: voorgesprek en uitvoering van de praktijkopdrachten en nabespreking.
12.30 - 13.15 uur
Start van het examen derde kandidaat: voorgesprek en uitvoering van de praktijkopdrachten en nabespreking.
13.15 - 13.30 uur
Afrondende bespreking. Einde dagdeel.
Het financiële aspect van het examen is geregeld Voordat u de leerling aanmeldt voor een examen, informeert u de ouders en de leerling over het belang van het examen. Er moet vooraf duidelijkheid bestaan over de wijze waarop het examen wordt gefinancierd. Scholen voeren hierin een eigen beleid. -
Er zijn scholen die aan de ouders een bijdrage vragen. Het (mee)betalen aan het examen versterkt de betrokkenheid van de ouders bij de scholing, maar vaak behoren ouders tot een financieel niet draagkrachtige groep.
-
Scholen maken een budget vrij voor het financieren van het examen; in het financiële beleid van de school worden prioriteiten gesteld.
-
Scholen leggen contacten met het UWV/CVI of met een lokale werkgever voor aanvullende middelen. Leerlingen die de school verlaten zonder een vorm van kwalificatie kunnen worden gezien als 'voortijdige schoolverlaters'. UWV/CVI voeren beleid om dit zoveel mogelijk te voorkomen.
-
Scholen wenden ESF-subsidie aan om de kosten voor het examen te betalen.
-
Een combinatie van bovenstaande mogelijkheden.
2.3 Ouders en leerlingen informeren over het belang van het certificaat 'Werken in de metaalnijverheid' Voor leerlingen uit het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs is er geen mogelijkheid om een regulier diploma te halen waarmee zij hun kwaliteiten voor derden kunnen aantonen. Dat is voorbehouden aan het mbo (ROC). Daarom spannen scholen zich in om voor die groep leerlingen waarvoor het haalbaar wordt geacht, de mogelijkheid te openen via samenwerking met het mbo alsnog een diploma te laten behalen (onder andere door de leerling tijdelijk in te schrijven op een mbo; extraneus). Voor een grote groep leerlingen is ook dat echter geen mogelijkheid omdat de wijze van examineren en de (theorie)eisen die aan de kandidaten worden gesteld voor hen niet haalbaar Pagina 5/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
zijn.
Voor deze groep leerlingen is door KPC Groep in samenwerking met Kenteq een kwalificatie ontwikkeld die gebaseerd is op een beoordeling door een stagebiedend bedrijf en op het afnemen van een objectieve examen door het SVA Examenbureau. Leerlingen die aan de norm voldoen ontvangen een certificaat 'Werken in de metaalnijverheid' (voorzien met het logo van Kenteq) aan de hand waarvan zij aan derden hun kwaliteit zichtbaar kunnen maken. In de praktijk blijkt dat dit voor leerlingen zeer motiverend werkt. Voor sommigen is het zelfs een eerste stap om alsnog een diploma op niveau 1 van het mbo te gaan halen. 2.4 Het besluit is genomen om leerlingen voor te dragen voor het examen. U neemt een proefexamen af Voor leerlingen uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs is de mogelijkheid gekwalificeerd te worden een grote stimulans. Het is niet alleen motiverend voor de leerlingen maar ook voor de leerkracht. Er kan immers gericht gewerkt worden naar een kwalificerende afronding: het examen. Wij vragen van scholen om slechts die leerlingen voor te dragen voor het examen waarbij men zelf heeft geconstateerd dat zij aan de beschreven norm kunnen voldoen. De beste manier om dit vast te stellen is de in dit draaiboek opgenomen gespreksprotocollen en observatieformulieren zelf eerst bij de leerlingen af te nemen: het proefexamen. Het 'mes' snijdt daarbij aan twee kanten: de leerkracht krijgt een beeld welke leerlingen voorgedragen kunnen worden voor het examen en de leerlingen ervaren wat het examen inhoudt. Daarnaast is in het stageverslag tenminste tweemaal een beoordeling: voldoende/goed vereist van de werkzaamheden die de leerling op het stagebedrijf heeft uitgevoerd. Het proefexamen Zodra het besluit is genomen leerlingen voor te dragen voor het examen neemt u bij alle leerlingen een proefexamen af die bestaat uit alle onderdelen die ook op het examen kunnen worden uitgevoerd. Leerlingen die het proefexamen voldoende of goed afleggen en die in de praktijk ook goed functioneren kunt u 'met een gerust hart' voordragen voor het examen. Voor leerlingen die onvoldoende scoren op een of meerdere onderdelen van het proefexamen en die ook in de praktijk niet voldoende functioneren vraagt u, om teleurstellingen te voorkomen, geen examen aan. De resultaten van het proefexamen worden door de school per leerling vastgelegd in een verzamelstaat (zie hoofdstuk 7 van dit draaiboek). Deze verzamelstaat dient bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Ongeacht of een leerling wel of niet wordt voorgedragen voor het examen zijn de protocollen en de observatielijsten goede instrumenten in de begeleiding van de leerling gedurende de arbeidstraining. U meldt de kandidaten aan voorhet examen bij het SVA Examenbureau Voordat u kandidaten gaat aanmelden heeft u zich georiënteerd op de volgende vragen. -
Is het proefexamen afgenomen voor alle onderdelen en zijn de resultaten per leerling op een verzamelstaat vastgelegd?
-
Is er overleg met het stage biedende bedrijf geweest en is er medewerking toegezegd om op het bedrijf het examen af te nemen?
Pagina 6/43 Januari 2011
-
In welke periode kan het examen worden afgenomen?
CG2.10VPZ.0017 (10804)
-
Is er een voorkeursdag?
-
Op welke locatie/locaties wordt het examen afgenomen?
-
Hoeveel leerlingen kunnen er op een dagdeel worden geëxamineerd (per leerling de examentijd en de reistijd naar de examenlocatie)?
-
Heeft men een voorkeur voor een observant?
-
Is er toestemming nodig van de ouders?
Aanmelden kan via de site: www.kpcgroep.nl/sva. Het e-mailadres:
[email protected]. Voor inhoudelijke vragen kunt u via doorkiesnummer 073 6247 526 contact opnemen met Cindy van Beers. In principe kunt u zich het hele jaar door aanmelden voor het examen. De praktijk leert echter dat voor de maanden mei, juni en juli veel scholen een verzoek indienen. Wij spannen ons in om de examens op het voor uw school meest geschikte moment te laten plaatsvinden. Daarom verzoeken wij u om uw kandidaten tenminste twee maanden voor de gewenste examendatum aan te melden via de website: www.kpcgroep.nl/sva. Dit geldt zeker als het examen in de maanden mei, juni of juli gewenst is. De praktijk wijst uit dat scholen al in de maanden september en oktober van het nieuwe schooljaar examens laten vastleggen. Belangrijk De school is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. De ervaring leert dat de leerlingengegevens, zoals deze zijn opgenomen in het leerlingendossier van de school, niet altijd correct zijn (gegevens en schrijfwijze). Raadzaam is de gegevens schriftelijk te laten controleren door de ouders/verzorgers van de kandidaat. De gegevens van de kandidaten dienen uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum in bezit te zijn van het SVA Examenbureau. Gezien de ervaringen in het verleden zijn wij helaas genoodzaakt € 20,-- exclusief 19% btw administratiekosten in rekening te brengen bij te late aanlevering en bij de wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens. Bij het verzetten van een reeds aangevraagde en ingeplande examendatum worden € 40,-exclusief 19% btw administratiekosten in rekening gebracht. In overleg met de school stelt het SVA Examenbureau een programma op voor het examen. Aan de school wordt gevraagd of direct aansluitend op het examen, de certificaten worden uitgereikt. De observant kan in dat geval hierbij een rol spelen. Daarover maakt de school eventueel afspraken met de observant. De school wordt erop gewezen dat zij zelf verantwoordelijk is voor de (feestelijke) uitreiking van de certificaten. Ook dient de school erop toe te zien dat er voor de kandidaten, die onverhoopt niet mochten voldoen aan de criteria, een vervangende (school)verklaring beschikbaar is. De school is hiervoor verantwoordelijk. 2.5
U informeert ouders en leerlingen over de gang van zaken U informeert ouders over de gang van zaken bij het examen. Het examen bestaat voor alle kandidaten uit drie onderdelen van de volgende werkzaamheden: -
machinaal knippen;
-
machinaal zagen;
-
afbramen;
-
boren met een kolomboormachine;
-
draad tappen;
Pagina 7/43
-
zetten met een handzetbank;
Januari 2011
-
hechten.
CG2.10VPZ.0017 (10804)
In het geval door de leerlingen op het stagebedrijf twee of meer van deze werkzaamheden zijn uitgevoerd en tenminste als voldoende in het stageverslag zijn beoordeeld, wordt deze beoordeling op de bijlage van het certificaat overgenomen. De leerling en zijn ouders worden schriftelijk geïnformeerd door de school over:
Pagina 8/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
-
de datum en de tijd waarop het examen wordt afgenomen;
-
de plaats waar het examen wordt afgenomen;
-
het tijdstip waarop de leerling tenminste aanwezig moet zijn;
-
de ruimte waar de leerling wacht tot het moment waarop het examen start;
-
enkele kledingvoorschriften (PBM: werkkleding is een persoonlijk beschermingsmiddel);
-
informatie waar en wanneer de certificaten worden uitgereikt.
3 VOORBEREIDINGEN OP HET AFNEMEN VAN HET EXAMEN 3.1 Het afnemen van het proefexamen op het bedrijf waar ook het examen zal worden afgenomen Van de school die leerlingen voordraagt voor het examen, wordt verwacht dat zij bij de leerling alle onderdelen hebben getoetst die ook op het examen aan de orde kunnen komen. We noemen dat het proefexamen. De school inventariseert wat de algemeen ondersteunende werkzaamheden zijn geweest die de leerling gedurende zijn stage heeft uitgevoerd en welke door het stagebedrijf tenminste als voldoende zijn beoordeeld. In het stageverslag staan de volgende algemeen ondersteunende werkzaamheden vermeld. 1
Het assisteren bij werkzaamheden die door een collega worden uitgevoerd.
2
Het onderhouden van de werkplek.
3
Het assisteren bij het laden en lossen van goederen.
4
Het onderhouden van de omgeving van het bedrijf: groenverzorging, scheiding van afval en dergelijke.
Bij het proefexamen gaat het om alle onderdelen die ook op het examen aan de orde kunnen komen: -
gespreksprotocol en observatielijst voor het machinaal knippen;
-
gespreksprotocol en observatielijst voor het machinaal zagen;
-
gespreksprotocol en observatielijst voor het afbramen;
-
gespreksprotocol en observatielijst voor het boren met een kolomboormachine;
-
gespreksprotocol en observatielijst voor het draad tappen.
-
gespreksprotocol en observatielijst voor het zetten met een handzetbank;
-
gespreksprotocol en observatielijst voor het hechten.
De scores van de leerlingen worden voor elke leerling op een verzamelstaat vastgelegd (zie hoofdstuk 7 van dit draaiboek). Deze verzamelstaat dient bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal ongeveer twee maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld. 3.2 Overleg met het bedrijf waar het examen wordt afgenomen Voor een goed verloop van het examen is het van groot belang dat daarover duidelijke afspraken zijn gemaakt met het stagebedrijf. Mogelijk dat ook leerlingen die elders stage hebben gelopen op een en hetzelfde bedrijf het examen kunnen maken (dat vraagt voor de leerlingen wat meer voorbereiding). 3.3 Voorbereiden van de taken die de leerling gaat uitvoeren Een werkweek voor het examen wordt bekend gemaakt welke drie praktijkopdrachten de leerling gaat uitvoeren. Zetten, machinaal knippen en afbramen zijn opdrachten die relatief weinig tijd vragen. Een van deze opdrachten wordt bij het examen gecombineerd met twee opdrachten die meer tijd vragen. Vanaf dat moment kan de directe voorbereiding plaatsvinden: het gereed maken van de machines, de hulpmiddelen en het materiaal.
Pagina 9/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
4 HET FEITELIJKE VERLOOP VAN HET EXAMEN 4.1 De observant controleert met u of alles in orde is De observant controleert met de leerkracht/stagebegeleider de gegevens van de kandidaat/ kandidaten. Tevens wordt het examenpakket van elke kandidaat bekend gemaakt. Met de leerkracht wordt de examenlocatie(s) geïnspecteerd. Gecontroleerd wordt of alle middelen zoals is voorgeschreven, aanwezig zijn. 4.2 Procedure bij het afnemen van het examen Het examen verloopt als volgt. -
De observant verwelkomt de kandidaat en informeert hem globaal over het verloop van het examen.
-
De observant geeft aan welke opdrachten de kandidaat moet uitvoeren.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de eerste taak, terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de leerling tijdens de taakuitvoering.
-
Idem voor de tweede en derde taak.
-
Nabespreking tussen de observant en de leerkracht; vaststellen van de eindbeoordeling.
Aanwijzingen voor de leerkracht tijdens de uitvoering van de opdracht door de kandidaat 1
De leerkracht stelt de vragen die in het gespreksprotocol voorkomen op een dusdanige wijze dat er sprake is van een zo natuurlijk mogelijk gesprek (niet sec een vraag stellen).
2
De leerkracht geeft ondersteuning aan de kandidaat als dit uit oogpunt van de veiligheid noodzakelijk is. De ondersteuning blijft beperkt tot het voorkomen van risico's.
3
Op vragen van de kandidaat geeft de leerkracht antwoord. In het antwoord beperkt de leerkracht zich tot de gestelde vraag.
4
In geval de kandidaat niet meer resultaatgericht werkt, corrigeert en instrueert de leerkracht de kandidaat op een geruststellende manier (geen 'paniek' bij de kandidaat laten ontstaan).
4.3 Nadere bepalingen met betrekking tot het examen afnemen Tijdsbewaking De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreven en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de observant als 'fout' gekenmerkt. N.B. Bij de uitvoering van de werkzaamheden gelden normtijden. Bij overschrijding van de normtijden worden per minuut 2 punten in mindering gebracht. De maximale overschrijding per taak is afhankelijk van de ondergrens van de score. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (storingen van buitenaf; de leerkracht start later met het examen dan gepland bijvoorbeeld). Pagina 10/43
De eindbeoordeling van de kandidaat
Januari 2011
De leerkracht en de observant spreken met elkaar af of de kandidaat na het uitvoeren van de
CG2.10VPZ.0017 (10804)
taken aansluitend wordt geïnformeerd over de eindbeoordeling of dat men dit doet aan het
einde van de examendag. De voorkeur gaat uit naar een aansluitende eindbeoordeling om de spanning niet extra te vergroten voor de kandidaat. In de eindbeoordeling wordt ook aangegeven waar de kandidaat aandacht voor moet hebben. In geval de kandidaat niet aan de beschreven norm voldoet Direct na afloop van iedere examen overleggen de observant en de leerkracht kort over hun bevindingen. Na afloop van het totale examenprogramma is er tussen de leerkracht en de observant meer uitvoerig overleg over die leerlingen waarvan de observant van mening is dat deze niet voldoen aan de criteria. Hierbij kunnen gegevens van het proefexamen worden ingebracht. De observant neemt uiteindelijk een beslissing. In het geval er geen overeenstemming wordt bereikt over de eindbeoordeling beslist de observant. De totaalbeoordeling wordt door leerkracht en observant ondertekend of alleen door de observant. De leerkracht maakt in het laatste geval een notitie op de totaalbeoordeling. Daarin wordt de reden vermeld waarom de totaalbeoordeling niet door de leerkracht is ondertekend. Vervangende verklaring In geval aan een kandidaat geen certificaat kan worden toegekend, zorgt de school voor een vervangende (school)verklaring. Er wordt bij uitreiking van de certificaten niet gesproken over 'gezakt zijn': er zijn leerlingen die een certificaat van het SVA Examenbureau krijgen en leerlingen die een schoolverklaring ontvangen. 4.4 Evaluatie Na afloop van het examen evalueert de school met de observant het verloop van het examen en de dienstverlening van het SVA Examenbureau. De school ontvangt na afloop van het examen per e-mail een verzoek tot invullen van een evaluatieformulier. De school wordt nadrukkelijk verzocht dit evaluatieformulier in te vullen en te retourneren. De observant meldt de school op welke punten de aanpak van het programma op school verbetering behoeft (voorzieningen, materialen, instructie). De observant legt deze punten schriftelijk vast op een evaluatieformulier en stuurt deze aan het SVA Examenbureau.
Pagina 11/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
5 HET EXAMENREGLEMENT 5.1 SVA-certificaat Kandidaten die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen van het SVA Examenbureau een SVA-certificaat. Een SVA-certificaat heeft betrekking op werknemersvaardigheden in een specifieke branche van de arbeidsmarkt. SVA-certificaten worden door het betreffende kenniscentrum/brancheorganisatie erkend. 5.2 Organisatie examen Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van het examen staan in het examendraaiboek omschreven. 5.3 De examenlocatie De examenlocatie is conform de richtlijnen zoals vermeld in het examendraaiboek ingericht. Indien de examenlocatie niet voldoet aan de omschreven richtlijnen beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd of dat de examenlocatie alsnog binnen beperkte tijd in gereedheid moet worden gemaakt waarna het examen wel kan plaatsvinden. De locatie waar geëxamineerd wordt, mag gedurende het examen door niemand anders dan door de observant, de docent die het examen begeleidt en de kandidaat worden betreden. 5.4 Het aantal examengelegenheden -
De kandidaat komt één maal in aanmerking voor het maken van het examen. Vervolgens is er een herkansingsmogelijkheid. Hieraan zijn extra kosten verbonden.
-
Het examen dient minimaal 8 weken voor de gewenste examendatum te worden aangevraagd bij het SVA Examenbureau.
-
De school is verantwoordelijk voor het correct aanleveren van de gegevens van de kandidaten: naam en roepnaam, de geboortedatum en geboorteplaats. Deze gegevens van de kandidaat worden getypt (digitaal) uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum aangeleverd.
-
Bij te late aanlevering en bij de wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens wordt € 20,-- exclusief 19% btw administratiekosten in rekening gebracht. Bij annulering van een examen wordt € 120,-- exclusief 19% btw in rekening gebracht. Bij het verzetten van een reeds aangevraagde en ingeplande examendatum wordt € 40,-exclusief 19% btw in rekening gebracht, mits dit minimaal één week voorafgaand aan de geplande examendatum is gecommuniceerd. Verplaatsingen binnen een week voorafgaand aan de geplande examendatum worden beschouwd als een annulering.
-
Voor het examen ontvangt de kandidaat en de school een oproep van het SVA Examenbureau. De school is verantwoordelijk voor het informeren van de kandidaten en de ouders over: -
tijdstip aanvang examen;
-
gebruik van werkkleding, handschoenen en veiligheidschoenen;
-
examenlocatie;
-
het verloop van het examen;
-
uitreiking certificaten.
-
Kandidaten die te laat komen, moeten het examen uitvoeren binnen de resterende tijd.
-
In het geval dat de kandidaat afwezig is, is de kandidaat niet geslaagd. Hij overlegt zo spoedig mogelijk aan het SVA Examenbureau een verklaring waarop de reden van het verzuim is vermeld. Het SVA Examenbureau oordeelt over de geldigheid van het verzuim en bericht de kandidaat hierover. Voor kandidaten die een geldige reden hadden komt de
Pagina 12/43
eerst volgende examengelegenheid in de plaats van de verzuimde examengelegenheid.
Januari 2011
Voor cursisten die geen geldige reden hadden, is de verzuimde examengelegenheid
CG2.10VPZ.0017 (10804)
geldig.
5.5 Voorwaarden deelname examen Als voorbereiding op het examen door het SVA Examenbureau, neemt de school zelf bij alle kandidaten een proefexamen af. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal drie maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld. De resultaten en de datum van afname worden door de school per kandidaat vermeld op een verzamelstaat. Deze verzamelstaat dient bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Indien deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. Om in aanmerking te komen voor een SVA2-examen is stage een verplicht onderdeel. De stage en het stageverslag dienen met 'voldoende' of 'goed' te zijn beoordeeld door de stagebieder. Bij het examen zijn de beoordelingen door de observant van SVA Examenbureau in te zien. Indien deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. 5.6 Afnemen examen -
Het SVA Examenbureau bepaalt vooraf ad random welke praktijkonderdelen bij elke kandidaat worden geëxamineerd.
-
De docent neemt het examen af bij de kandidaat.
-
De observant ziet er op toe of dit volgens de richtlijnen gebeurt zoals beschreven in het examen draaiboek.
-
De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreven en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de observant als 'onvoldoende' gekenmerkt. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (storingen van buitenaf; de docent start later met het examen dan gepland is bijvoorbeeld).
-
De observant maakt ter plekke de uitslag van het examen bekend bij de kandidaat.
5.7 Inzagerecht Alle materialen die te maken hebben met het examen inclusief de beoordeling(en) van de observator worden bewaard door het SVA Examenbureau. De bewaartermijn bedraagt 1 jaar. De termijn gaat in na de einduitslag van het desbetreffende certificaat. Gedurende deze periode hebben belanghebbenden die beroep hebben aangetekend (9) recht op inzage en heeft de kandidaat recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling. Na afloop van deze periode worden de materialen vernietigd. 5.8 Fraudebepaling Een ieder die betrokken is bij het examen en vermoedt dat er sprake is van fraude is verplicht dit te melden bij het SVA Examenbureau. Het SVA Examenbureau kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van het examen onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de kandidaat gehoord. Het staat ter beoordeling van het SVA Examenbureau om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid. Alle partijen worden van de maatregel die het SVA Examenbureau neemt schriftelijk in kennis gesteld. De maatregelen kunnen zijn:
Pagina 13/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
-
het ongeldig verklaren van de uitslag van het desbetreffende examen;
-
het uitsluiten van (verdere) deelname aan SVA-examens.
Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van medewerkers van het SVA Examenbureau of van personen die door het SVA Examenbureau zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden maatregelen zoals bedoeld onder fraudebepaling slechts toegepast voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid. 5.9 De beroepsprocedure in verband met het examen Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen die betrekking hebben op het examen schriftelijk beroep aantekenen bij het SVA Examenbureau. Het beroepschrift dient binnen drie weken nadat de bestreden beslissing ter kennis aan de kandidaat is gesteld, bij het SVA Examenbureau te worden ingediend. Het beroepsschrift moet door de kandidaat zijn ondertekend en bevat tenminste: -
naam en adres van de kandidaat
-
omschrijving en zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep/bezwaar is gericht
-
de gronden van het beroep/bezwaar
-
dagtekening
Het beroepschrift wordt voorgelegd aan een beroepscommissie bestaande uit een vertegenwoordiger van de school/instituut, een vertegenwoordiger van de betreffende brancheorganisatie/kenniscentrum en een vertegenwoordiger van het SVA Examenbureau. De uitspraak van deze beroepscommissie is bindend.
Pagina 14/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
6 PROTOCOLLEN EN OBSERVATIELIJSTEN VOOR HET PROEFEXAMEN Deze formulieren worden ook bij het examen gebruikt.
Pagina 15/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
MACHINAAL KNIPPEN Praktijkopdracht De leerling moet met een mechanische plaatschaar van een metaalplaat van 2 mm dik tien gelijke stroken knippen. De stroken moeten 300 mm lang zijn en 60 mm. breed. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Machinaal knippen' Vragen
Pt.
1
1
Je gaat van een metaalplaat stroken knippen. Dat doe je niet met de
Score
hand, maar dat doe je machinaal. Welk hulpmiddel heb je voor het machinaal knippen nodig? Mechanische plaatschaar of kandidaat loopt naar de mechanische plaatschaar 2
Kun je mij vertellen hoe je deze mechanische plaatschaar bedient?
1
Kandidaat geeft aan hoe de eindaanslag kan worden ingesteld en met welke knop en/of pedaal de mechanische plaatschaar in werking wordt gesteld. 3
Welke hulpmiddelen heb je nodig als je van een metaalplaat stroken gaat
1
knippen van 300 mm. lang en 60 mm. breed? Kandidaat benoemt de hulpmiddelen: maatlat of rolmaat en blokhaak, of wijst deze hulpmiddelen aan. 4
Kun jij mij vertellen hoe je te werk gaat bij het knippen?
1
Kandidaat vertelt de werkprocedure of beeldt deze uit: -
eindaanslag mechanische plaatschaar op goede maat instellen en vastzetten;
-
metaalplaat zo invoeren in de mechanische plaatschaar dat deze vast tegen de eindaanslag en de zijgeleiding aanligt;
-
controleren of de machine en de omgeving veilig zijn om te knippen;
-
de mechanische plaatschaar bedienen;
-
de eerst geknipte strook controleren op de maatvoering:
-
met de maatlat of rolmaat: gewenste breedte? Zo nodig de eindaanslag opnieuw instellen en vastzetten;
-
met de blokhaak: is de strook haaks geknipt? Zo nodig metaalplaat beter langs de zijgeleiding leiden.
-
herhalen van knipprocedure;
-
zijn er correcties, de volgende geknipte strook opnieuw controleren op maat en/of haaksheid. Zo nodig nadere bijstelling doorvoeren;
-
herhalen van knipprocedure en controle tot alles in orde is;
-
knipprocedure herhalen tot het gewenste aantal stroken is geknipt.
5
Waar moet je bij dit werk opletten (veilig werken)?
-
De juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen,
1
gehoorbescherming, handschoenen en eventueel een veiligheidsbril. -
Op het moment van knippen machine en de omgeving controleren op veiligheid. Je werkt rustig.
-
Is metaalplaat te groot of te zwaar, dan vraag je om hulp.
Beoordeling Tijdslimiet: 5 minuten. Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Pagina 16/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score maximaal 5 punten
Observatieformulier 'Machinaal knippen' Beoordelingspunten
Pt.
1
5
Werkvoorbereiding
Score
De werkvoorbereiding wordt (eventueel) door een derde gedaan. Van de kandidaat wordt verwacht dat hij nagaat of het werk goed is voorbereid:
2
-
het gebruiksklaar zijn van de mechanische plaatschaar;
-
de metaalplaat;
-
de hulpmiddelen: maatlat of rolmaat en blokhaak.
Werkuitvoering
15
Instellen van de eindaanslag: de kandidaat stelt de eindaanslag in op 60 mm. en zet deze vast. Knippen: -
kandidaat voert de metaalplaat in de mechanische plaatschaar in
-
kandidaat controleert of de machine en de omgeving veilig zijn om
-
kandidaat bedient op de juiste wijze de mechanische plaatschaar;
-
na controle van de eerste geknipte strook op maatvoering en
totdat deze tegen eindaanslag en de zijgeleiding ligt; te knippen;
haaksheid voert de kandidaat de noodzakelijke bijstellingen door;
3
-
herhalen van knipprocedure en controle;
-
is alles in orde, dan knipt de kandidaat het gewenste aantal stroken.
Controleren van de uitvoering -
10
Kandidaat controleert de eerste geknipte strook op maatvoering en haaksheid met behulp van de maatlat of rolmaat en de blokhaak;
-
Zo nodig brengt hij wijzigingen aan.
-
Na afloop controleert de kandidaat een steekproef uit de geknipte stroken op maatvoering en haaksheid met behulp van de maatlat of rolmaat en de blokhaak.
4
Veiligheid
10
De kandidaat draagt de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, gehoorbescherming, handschoenen en eventueel een veiligheidsbril. -
Alvorens de mechanische plaatschaar te bedienen controleert kandidaat of machine en omgeving ervan veilig is om met de mechanische plaatschaar te knippen.
-
De kandidaat werkt rustig; hij weet waar hij mee bezig is.
-
De kandidaat vraagt om hulp als de metaalplaat te groot of te zwaar is om in zijn eentje te hanteren.
5
Werkafronding
5
De kandidaat verzamelt de geknipte stroken. De kandidaat ruimt de directe werkomgeving op. De kandidaat bergt de gebruikte hulpmiddelen op.
Normtijd: 4 minuten. Bij overschrijding van de normtijd worden per minuut 2 punten in mindering gebracht. Score maximaal 45 punten Pagina 17/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Totaalbeoordeling 'Machinaal knippen' De leerling moet met een mechanische plaatschaar van een metaalplaat van 2 mm. dik 10 gelijke stroken knippen. De stroken moeten 300 mm. lang zijn en 60 mm. breed. Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Beoordeling Ondergrens: totaal 40 punten. Om te slagen mag de score niet onder de ondergrens zijn. De opdracht is onvoldoende indien: -
de kandidaat na de eerste geknipte strook nalaat de strook te controleren op maatvoering en haaksheid;
-
de kandidaat nalaat om de noodzakelijke bijstellingen door te voeren;
-
na controle en na een nodige bijstelling de tweede strook niet gecontroleerd wordt op maatvoering en haaksheid.
De leerling beheerst het onderdeel 'Machinaal knippen': criteria Goed
50 - 45
Voldoende
45 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De leerling behaalt geen certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 18/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
6.1 Machinaal zagen Praktijkopdracht De leerling moet met een zaagmachine van een lengte metaal van 50 mm. breed en 10 mm. dik 10 stukken zagen van 130 mm. lang. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Machinaal zagen' Vragen
Pt.
1
1
Je gaat van een lengte metaal stukken zagen, niet met de hand, maar
machinaal. Welk hulpmiddel heb je voor het machinaal zagen nodig? De leerling benoemt het hulpmiddel: zaagmachine of loopt naar de plaats waar deze machine staat (wijst de machine aan). 2
Kun je mij vertellen hoe je deze zaagmachine bedient?
1
Kandidaat geeft aan hoe de eindaanslag kan worden ingesteld. Kandidaat geeft aan hoe het zaagblad op het metaal wordt geplaatst. Kandidaat geeft aan met welke knop de zaagmachine in werking wordt gesteld. Kandidaat geeft informatie afhankelijk van het type zaagmachine dat bij het examen gebruikt wordt: cirkel-, beugel-, lintzaag. 3
Welke hulpmiddelen heb je nodig als je van een lengte metaal van 50
1
mm. breed en 10 mm. dik stukken van 130 mm. lang gaat zagen? Benoemen of aanwijzen: maatlat of rolmaat en blokhaak. 4
Kun jij mij vertellen hoe je te werk gaat bij het zagen?
1
Aanslag van de zaagmachine op goede maat instellen en vastzetten. De lengte metaal zo invoeren in zaagmachine deze vast tegen de eindaanslag aanligt; zo nodig met klem van machine vastzetten. Controleren of de machine en de omgeving veilig zijn om te zagen. De zaagmachine bedienen. (Afhankelijk van de zaagmachine). Zorgen dat de koeling op de juiste wijze werkt. Eerste gezaagde stuk controleren op de maatvoering: met de maatlat of rolmaat: gewenste lengte? Zo nodig de aanslag opnieuw instellen en vastzetten. Met de blokhaak: haaks gezaagd? Zo nodig lengte metaal beter in de zaagmachine invoeren en vastzetten. Herhalen zaagprocedure. Indien correcties, volgende gezaagde stuk opnieuw controleren op maat en/of haaksheid; zo nodig nadere bijstelling doorvoeren. Herhalen zaagprocedure en controle. Als alles in orde is, de zaagprocedure herhalen tot het gewenste aan stukken is gezaagd. 5
Waar moet je bij dit werk opletten (veilig werken)?
1
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, gehoorbescherming, handschoenen en verplicht (!) veiligheidsbril; Let op: geen loshangende haren en/of sieraden hebt. Op het moment van zagen controle of machine en omgeving veilig zijn om met de zaagmachine te zagen. Rustig werken. Is de lengte metaal te groot of te zwaar, vraag je om hulp. Tijdslimiet: 5 minuten Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Pagina 19/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score maximaal 5 punten
Score
Observatieformulier 'Machinaal zagen' Beoordelingspunten
Pt.
1
5
Werkvoorbereiding
Score
De werkvoorbereiding wordt (eventueel) door een derde gedaan. Van de kandidaat wordt verwacht dat hij nagaat of het werk goed is voorbereid: -
het gebruiksklaar zijn van de zaagmachine;
-
de lengte metaal;
-
de hulpmiddelen: maatlat of rolmaat en blokhaak.
2
Werkuitvoering
-
Instellen van de aanslag op130 mm. en zet deze vast zetten.
-
Kandidaat controleert eventueel de instelling van de aanslag met behulp
15
van de maatlat of de rolmaat. Zagen -
Kandidaat voert de lengte metaal in de zaagmachine in totdat deze tegen de eindaanslag ligt en zet deze eventueel vast in de machineklem.
-
Kandidaat controleert of machine en omgeving veilig zijn om te zagen.
-
Kandidaat bedient zaagmachine juist (afhankelijk van zaagmachine)
-
Kandidaat zorgt dat de koeling op de juiste wijze werkt.
-
Na controle van het eerste gezaagde stuk op maatvoering en haaksheid voert de kandidaat de noodzakelijke bijstellingen door.
-
Herhalen van de zaagprocedure en controle.
-
Is alles in orde, dan zaagt de kandidaat het gewenste aantal stukken.
3
Controleren van de uitvoering
-
Kandidaat controleert het eerste gezaagde stuk op maatvoering en
10
haaksheid met behulp van de maatlat of rolmaat en de blokhaak. -
Zo nodig brengt hij wijzigingen aan.
-
Na afloop controleert de kandidaat een steekproef uit de gezaagde stukken op maatvoering en haaksheid met behulp van de maatlat of rolmaat en de blokhaak.
4
Veiligheid
-
De kandidaat draagt de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen:
10
overall, werkschoenen, gehoorbescherming, handschoenen en verplicht (!) een veiligheidsbril. -
Alvorens de zaagmachine te bedienen controleert kandidaat of machine en omgeving veilig zijn om met de zaagmachine te zagen.
-
De kandidaat werkt rustig; hij weet waar hij mee bezig is.
-
De kandidaat vraagt om hulp als de lengte metaal te groot of te zwaar is om in zijn eentje te hanteren.
5
Werkafronding
-
De kandidaat verzamelt de gezaagde materialen.
-
De kandidaat ruimt de directe werkomgeving op.
-
De kandidaat maakt de zaagmachine schoon.
5
Normtijd: 8 minuten. Bij overschrijding van de normtijd worden per minuut 2 punten in mindering gebracht. Score maximaal 45 punten Pagina 20/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Totaalbeoordeling 'Machinaal zagen' De leerling moet met een zaagmachine van een lengte metaal van 50 mm. breed en 10 mm. dik 10 stukken zagen van 130 mm. lang. Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Beoordeling Ondergrens: totaal 40 punten. Om te slagen mag de score niet onder de ondergrens zijn. De opdracht is onvoldoende als de kandidaat: -
niet of onvoldoende aandacht heeft voor de veiligheid;
-
niet de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen draagt;
-
niet zichtbaar machine en omgeving controleert;
-
niet om assistentie vraagt als de lengte van het metaal te groot of te zwaar is;
-
zichzelf wel controleert maar zichzelf niet corrigeert waar dat nodig is of niet om hulp vraagt indien dat nodig is.
De leerling beheerst het onderdeel 'Machinaal zagen': criteria Goed
50 - 45
Voldoende
45 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De leerling behaalt geen certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling. Pagina 21/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
6.2 Afbramen Praktijkopdracht De leerling moet met een haakse slijptol metaal afbramen. (Onder de 18 jaar mag een leerling niet doorslijpen met een haakse slijptol.) Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Afbramen' Vragen
Pt.
1
1
Je gaat een stuk metaal afbramen, niet met de hand, maar machinaal.
Welk hulpmiddel heb je voor het afbramen nodig? Benoemen of aanwijzen: de (kleine) haakse slijptol. 2
Kun je mij vertellen hoe je deze machine bedient?
1
Kandidaat geeft aan hoe de juiste slijpschijf op de machine wordt geplaatst. Haakse slijptol dient met beide handen te worden bediend. Kandidaat geeft aan met welke knop de slijptol wordt in- en uitgeschakeld. 3
Voor het examen is nog geen slijpschijf gemonteerd op de haakse
1
slijptol. De leerling krijgt de keuze uit verschillende soorten slijpschijven met verschillende diameters. Welke slijpschijf heb je nodig als je met een kleine haakse slijptol metaal wilt afbramen? Kandidaat kan uit schijven met verschillende dikte en diameter de juiste slijpschijf aanwijzen: dikke slijpschijf met Ø 125 mm. Kandidaat weet dat zowel op de schijf als op het apparaat de juiste diameter staat aangegeven. 4
Kun jij mij vertellen hoe je te werk gaat bij het afbramen?
1
De kandidaat vertelt werkprocedure of laat zien aan de hand van de machine: Controleren of de stekker (nog) niet in het stopcontact zit, Controleren of beschermkap op de juiste wijze aan de haakse slijptol vastzit. Met behulp van de sleutel de juiste slijpschijf op de haakse slijptol monteren: onderschijf, slijpschijf, boven- of sluitschijf. Werkstuk vastzetten met een klem of in de bankschroef. Haakse slijptol aansluiten op voeding. Controleren of omgeving veilig is om te gaan afbramen: mensen in de buurt waarschuwen; brandrisico. Haakse slijptol aanzetten en met twee handen langzaam heen en weer bewegen over het af te bramen metaal. Haakse slijptol uitzetten en wegleggen nadat de slijpschijf stilstaat. Werkstuk met de hand controleren op gladheid. Zo nodig afbraamprocedure herhalen om nog aanwezige oneffenheden weg te halen. 5
Waar moet je bij dit werk opletten (veilig werken)?
1
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, gehoorbescherming, verplicht (!) een veiligheidsbril en bij voorkeur geen handschoenen. Let op: geen loshangende haren en/of sieraden. Op het moment van afbramen controleer je de machine: de beschermkap, het vastzitten van de slijpschijf. Op het moment van afbramen controleer je of de omgeving ervan veilig is om met de haakse slijptol af te bramen. Je werkt rustig. Tijdslimiet: 5 minuten Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Pagina 22/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score maximaal 5 punten
Score
Observatieformulier bij de praktijkopdracht 'Afbramen' Beoordelingspunten
Pt.
1
5
Werkvoorbereiding
De werkvoorbereiding wordt (eventueel) door een derde gedaan. Van de kandidaat wordt verwacht dat hij nagaat of het werk goed is voorbereid: -
Juiste slijpschijf met juiste diameter voor deze haakse slijptol.
-
Juiste sleutel voor de slijpschijven.
-
Controle of de haakse slijptol wel of niet op de voeding is aangesloten.
-
Nagaan of de beschermkap goed is gemonteerd.
2
Werkuitvoering: Monteren van de slijpschijf
-
Controle of de haakse slijptol niet op de voeding is aangesloten.
-
Kandidaat kiest de juiste slijpschijf met de goede diameter;
-
Met behulp van de sleutel voor slijpschijven correcte montage gekozen
5
slijpschijf op haakse slijptol: onderschijf, slijpschijf, boven- of sluitschijf. -
Kandidaat controleert of de slijpschijf op de juiste manier stevig vastzit.
-
Kandidaat controleert of beschermkap op de juiste manier is gemonteerd.
3
Werkuitvoering: Afbramen
-
Kandidaat zet het werkstuk vast met een klem of in de bankschroef.
-
Kandidaat sluit de haakse slijptol aan op de voeding (stopcontact).
-
Kandidaat controleert of omgeving veilig is om te gaan afbramen:
15
mensen in de buurt waarschuwen; brandrisico. -
Kandidaat zet haakse slijptol aan en beweegt die met twee handen langzaam heen en weer over het af te bramen metaal.
-
Kandidaat zet haakse slijptol uit en legt deze weg als slijpschijf stilstaat;
-
Kandidaat controleert het werkstuk met de hand op gladheid. Herhaalt zo
4
Controleren van de uitvoering
-
De kandidaat controleert het werkstuk met de hand op gladheid.
5
Veiligheid
nodig de afbraamprocedure om oneffenheden weg te halen. 5 10
De kandidaat draagt de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, gehoorbescherming, verplicht (!) een veiligheidsbril en bij voorkeur geen handschoenen. Geen loshangende haren en/of sieraden. Voordat hij gaat afbramen controleert de kandidaat de haakse slijptol: -
de bevestiging van de beschermkap; het vastzitten van de slijpschijf.
Voor afbramen controle of de omgeving werkplek veilig is: -
waarschuwt zo nodig mensen; verwijdert zo nodig brandbaar materiaal.
Tijdens het afbramen: -
de kandidaat gebruikt tijdens het afbramen beide handen.
-
de kandidaat legt de haakse slijptol pas weg als de schijf stilstaat.
-
de kandidaat werkt rustig; hij weet waar hij mee bezig is.
6
Werkafronding
5
Kandidaat ruimt directe werkomgeving op en maakt de haakse slijptol schoon.
Normtijd: 8 minuten Bij overschrijding van de normtijd worden per minuut 2 punten in mindering gebracht. Score maximaal 45 punten Pagina 23/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score
Totaalbeoordeling 'Afbramen' De leerling moet met een haakse slijptol metaal afbramen. (Onder de 18 jaar mag een leerling niet doorslijpen met een haakse slijptol.) Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Beoordeling Ondergrens: totaal 40 punten. Om te slagen mag de score niet onder de ondergrens zijn. De kandidaat scoort onvoldoende als hij een onveilige werksituatie creëert zoals: -
het werkstuk zit los;
-
de kandidaat heeft geen oog voor de omgeving;
-
los zittende schijf;
-
kapot snoer.
De leerling beheerst het onderdeel 'Afbramen': criteria Goed
50 - 45
Voldoende
45 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De leerling behaalt geen certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 24/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
6.3 Boren met een kolomboormachine Praktijkopdracht De leerling moet in een stuk metaal van 130 mm. lang, 50 mm. breed en 10 mm. dik volgens de bijgevoegde tekening 3 gaten boren: 2 gaten van Ø 6,8 mm. en 1 gat van Ø 8,5 mm.. Alle 3 de gaten moeten eerst met een boor van Ø 4 mm. voorgeboord worden. De leerling kan hiervoor een stuk metaal gebruiken dat bij het onderdeel Machinaal zagen is gemaakt. Is dit onderdeel niet afgenomen dan zorgt de docent voor een stuk metaal met juiste maatvoering. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Boren met een kolomboormachine' Vragen
Pt.
1
1
Je gaat in een stuk metaal 3 gaten boren volgens deze tekening. Welk
hulpmiddel heb je nodig voor het boren van gaten? Benoemen of aanwijzen: de kolomboormachine. 2
Kun je mij vertellen hoe je deze kolomboormachine bedient?
1
Kandidaat geeft aan hoe het werkstuk wordt ingespannen en hoe een boor in de boorkop wordt geplaatst. Kandidaat geeft aan met welke knop de kolomboormachine wordt ingeschakeld en hoe de boorknop naar beneden wordt bewogen. Kandidaat zegt of er tijdens het boren wel of niet gewerkt wordt met koeling. (De informatie die de leerling hier dient te geven is afhankelijk van het type kolomboormachine dat bij het examen gebruikt wordt.) 3
Welke hulpmiddelen heb je nodig om de plekken waar je moet gaan
1
boren op het stuk metaal af te tekenen? Benoemen of aanwijzen: Maatlat of rolmaat, blokhaak, kraspen, hamer en centerpons. Kun je mij vertellen hoe je de plaatsen gaat bepalen waar je zult gaan boren? De leerling vertelt de werkwijze of laat het zien: Maten van de tekening met maatlat of rolmaat, blokhaak en kraspen van de tekening overnemen op het stuk metaal, waarin geboord gaat worden. Op de drie met de kraspen afgetekende punten met de hamer en de centerpons een putje in het metaal slaan. 4
Kun je vertellen hoe je te werk gaat bij het boren?
De leerling vertelt de werkprocedure of beeldt deze uit: Boor met de juiste diameter in de boorkop van de kolomboormachine vastzetten. Het stuk metaal met te boren boorpunt (center) naar boven goed vastzetten in de boorklem. De punt van de boor - terwijl de machine nog stilstaat – ongeveer boven het boorpunt (center) brengen, zodat hij het werkstuk bijna raakt. Het werkstuk schuiven totdat de punt van de boor in het boorpunt (center) valt. Óf de boorklem op die plaats vastzetten aan de boortafel; of het werkstuk op die plaats met de hand fixeren; Eventueel koeling aanzetten; Boormachine aanzetten en de boor langzaam door het metaal laten boren / niet teveel drukken. Pagina 25/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Daarna de boorprocedure herhalen voor het volgende te boren gat.
1
Score
5
Waar moet je bij het boren op letten? (veilig werken)
1
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, gehoorbescherming, verplicht (!) een veiligheidsbril en GEEN handschoenen. Geen loshangende haren en/of sieraden. Op het moment van boren controleer je de kolomboormachine: vastzitten van de boor, eventueel de beschermkap. Op het moment van boren controleer je of de omgeving ervan veilig is om met de kolomboormachine te boren. Voor je na het boren verder gaat, wacht je tot de machine stilstaat. Zolang de kolomboormachine draait, blijf je van de spanen af. Je werkt rustig.
Tijdslimiet: 7 minuten Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Score maximaal 5 punten
Pagina 26/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Observatieformulier 'Boren met een kolomboormachine' Beoordelingspunten
Pt.
1
5
Werkvoorbereiding
De werkvoorbereiding en de instelling (toerental) van kolomboormachine wordt (eventueel) door een derde gedaan. Van de kandidaat wordt verwacht dat hij nagaat of het werk goed is voorbereid: -
boren met de juiste diameter zijn aanwezig;
-
het juiste stuk metaal;
-
de tekening met de maatvoering van de te boren gaten;
-
de hulpmiddelen: maatlat of rolmaat, kraspen, blokhaak, hamer en centerpons.
2
Werkuitvoering: Aftekenen van de boorpunten
-
Kandidaat neemt met maatlat of rolmaat, de blokhaak en de kraspunt de
6
drie boorpunten over op het stuk metaal. -
Kandidaat slaat op de drie met de kraspen afgetekende punten met de hamer en de centerpons een putje in het metaal.
-
Kandidaat controleert met de maatlat of de rolmaat de maatvoering van
3
Werkuitvoering: Voorboren
de geslagen boorpunten. 6
(De precieze wijze is afhankelijk van de kolomboormachine die tijdens het examen gebruikt wordt.) -
Kandidaat kiest de boor met de juiste diameter en zet deze op de goede manier vast in de boorkop van de kolomboormachine.
-
Kandidaat zet het stuk metaal met te boren boorpunt (center) naar boven goed vast in de boorklem.
-
Kandidaat brengt de punt van de boor - terwijl de machine nog stilstaat ongeveer boven het boorpunt (center), zodat hij het werkstuk bijna raakt.
-
Kandidaat schuift het werkstuk totdat de punt van de boor in het boorpunt (center) valt.
-
Kandidaat zet óf de boorklem op die plaats vast aan de boortafel; óf hij fixeert het werkstuk op die plaats met de hand.
-
Eventueel zet de kandidaat de koeling aan.
-
Kandidaat zet de boormachine aan en laat de boor langzaam door het metaal boren/hij drukt niet teveel.
-
Kandidaat herhaalt de boorprocedure voor de twee overige gaten.
-
Kandidaat controleert met behulp van de tekening en de maatlat of de rolmaat de maatvoering van de geboorde gaten.
4
Werkuitvoering: Naboren
(De precieze wijze is afhankelijk van de kolomboormachine die tijdens het examen gebruikt wordt.) -
Kandidaat kiest de boor met de juiste diameter en zet deze op de goede manier vast in de boorkop van de kolomboormachine.
-
Kandidaat zet het stuk metaal goed vast in de boorklem.
-
Kandidaat brengt de punt van de boor - terwijl de machine nog stilstaat ongeveer boven het al geboorde gat, zodat hij het werkstuk bijna raakt.
-
Kandidaat schuift het werkstuk totdat de punt van de boor in het al geboorde gat valt.
-
Kandidaat zet óf de boorklem op die plaats vast aan de boortafel óf hij fixeert het werkstuk op die plaats met de hand.
Pagina 27/43 Januari 2011
-
Eventueel zet de kandidaat de koeling aan.
CG2.10VPZ.0017 (10804)
-
Kandidaat zet de boormachine aan en laat de boor langzaam door het
3
Score
metaal boren/hij drukt niet teveel. -
Kandidaat herhaalt de boorprocedure voor de twee overige gaten.
-
Kandidaat controleert met behulp van de tekening de maatlat of de rolmaat de maatvoering van de geboorde gaten.
5
Controleren uitvoering
-
De kandidaat controleert de voorgeboorde gaten op maatvoering met
10
behulp van de tekening en de maatlat of de rolmaat. Zo nodig brengt hij wijzigingen aan. -
De kandidaat controleert het eindresultaat op maatvoering met behulp van de tekening en de maatlat of rolmaat.
6
Veiligheid
10
De kandidaat draagt de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, gehoorbescherming, verplicht (!) een veiligheidsbril en GEEN handschoenen. Geen loshangende haren en/of sieraden. Voor hij gaat boren controleert de kandidaat: -
de kolomboormachine: het vastzitten van de boor, eventueel de beschermkap.
-
of de omgeving van de kolomboormachine voldoende veilig is om met de kolomboormachine te boren.
De kandidaat wacht tot de machine stilstaat voor hij de boor wisselt en voor hij na het boren verder gaat met de opdracht. -
Kandidaat blijft zolang de kolomboormachine draait, van de spanen af.
-
De kandidaat werkt rustig; hij weet waar hij mee bezig is.
7
Werkafronding
-
De kandidaat verwijdert de gebruikte boor uit de boorkop.
-
De kandidaat maakt de gebruikte boren schoon met een kwast of een
5
borstel. -
De kandidaat maakt de kolomboormachine schoon (de boorklem en de boortafel): opruimen van de spanen.
-
De kandidaat ruimt de directe werkomgeving op: opruimen van de spanen die na het boren op de grond liggen; eventueel opruimen van geknoeide koelvloeistof.
-
De kandidaat bergt de gebruikte hulpmiddelen op.
Normtijd: 10 minuten. Bij overschrijding van de normtijd worden per minuut 2 punten in mindering gebracht. Score maximaal 45 punten
Pagina 28/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Totaalbeoordeling 'Boren met een kolomboormachine' De leerling moet in een stuk metaal van 130 mm. lang, 50 mm. breed en 10 mm. dik volgens de bijgevoegde tekening 3 gaten boren: 2 gaten van Ø 6,8 mm. en 1 gat van Ø 8,5 mm. Alle 3 de gaten moeten eerst met een boor van Ø 4 mm. voorgeboord worden. Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Beoordeling Ondergrens: totaal 40 punten Om te slagen mag de score niet onder de ondergrens zijn. De kandidaat scoort onvoldoende als hij de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt, bijvoorbeeld: -
draagt geen bril;
-
het werkstuk zit los.
De leerling beheerst het onderdeel 'Boren met een kolomboormachine': criteria Goed
50 - 45
Voldoende
45 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De leerling behaalt geen certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 29/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
6.4 Draad tappen Praktijkopdracht De leerling moet draad tappen in een stuk metaal van 130 mm. lang, 50 mm. breed en 10 mm. dik, waarin 1 gat van Ø 6,8 mm. is geboord. De leerling kan hiervoor een stuk metaal gebruiken dat bij het examen 'Boren met een kolomboormachine' is gemaakt. Is dit examen niet afgenomen dan zorgt de docent voor een stuk metaal met juiste maatvoering. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Draad tappen' Vragen
Pt.
1 Je gaat in het gat van Ø 6,8 mm in dit stuk metaal draad tappen waar een bout inpast. Welke hulpmiddelen heb je daarbij nodig? De leerling benoemt de hulpmiddelen of wijst die aan: meerdere reeksen tappen: voorsnijder; middensnijder; nasnijder (te herkennen aan het aantal ringen op de tap) bout tapkruk (wringijzer) blokhaak snijolie olieopvangbak
1
2 Kun je mij vertellen hoe je te werk gaat bij het draad tappen? De leerling vertelt de werkwijze of laat het zien. Het stuk metaal vastzetten in de bankschroef, zodat het niet kan verschuiven of draaien. De olieopvangbak onder de bankschroef zetten. De juiste tap zoeken met behulp van de tabel. De eerste tap (voorsnijder) in de tapkruk (wringijzer) zetten. De tapkruk (wringijzer) met de eerste tap met behulp van de blokhaak kaarsrecht op de opening zetten. De tapkruk (wringijzer) rustig naar rechts draaien (met de klok mee) en zorgen dat de tap recht naar beneden gaat; regelmatig wat snijolie gebruiken. Steeds een of twee slagen vooruit draaien en dan weer een kwart slag terug (om spanen af te voeren). Eenmaal klaar de tap rustig terug draaien en met de volgende tap opnieuw beginnen. 3 Waar moet je bij dit werk op letten (veilig werken)?
2
-
2
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, eventueel een veiligheidsbril en bij voorkeur geen handschoenen. Let op: geen loshangende haren en/of sieraden.
-
Je werk rustig.
-
Je zorgt dat de tap niet breekt.
Tijdslimiet: 5 minuten Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Score maximaal 5 punten Pagina 30/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score
Observatieformulier bij de praktijkopdracht 'Draad tappen' Beoordelingspunten
Pt.
1
7
Werkvoorbereiding
De werkvoorbereiding wordt (eventueel) door een derde gedaan. Van de leerling wordt verwacht dat hij nagaat of het werk goed is voorbereid: het juiste stuk metaal, tapkruk (wringijzer), verschillende reeksen tappen (te herkennen aan het aantal ringen op de tap), een bout, blokhaak, snijolie, olieopvangbak 2
Werkuitvoering: De leerling spant het stuk metaal met het gat in de
2
bankschroef -
Kandidaat plaatst de olieopvangbak onder bankschroef.
3
Werkuitvoering: De juiste tap
-
De kandidaat selecteert de juiste tap met behulp van de tabel.
-
De kandidaat zet de eerste tap (voorsnijder) in de tapkruk (wringijzer).
4
Werkuitvoering: Draad tappen - stap 1
-
Kandidaat zet de tapkruk met de eerste tap (voorsnijder) kaarsrecht op
3
5
het gat en gebruikt daarbij de blokhaak. -
Kandidaat draait de tapkruk rustig een of twee slagen naar rechts (met de klok mee).
-
Kandidaat draait de tap telkens een kwartslag terug om de spanen te breken.
-
Kandidaat gebruikt snijolie om gemakkelijker te snijden.
-
Kandidaat controleert regelmatig met de blokhaak of de tap recht naar beneden gaat. Eenmaal klaar de tap rustig weer uit het gat draaien.
5
Werkuitvoering: Draad tappen - stap 2
-
De kandidaat herhaalt de handelingen van stap 1 met de middensnijder.
6
Werkuitvoering: Draad tappen - stap 3
-
De kandidaat herhaalt de handelingen van stap 1 met de nasnijder.
7
Controleren uitvoering
-
De kandidaat controleert tijdens de uitvoering regelmatig de haaksheid
4 4 5
van de tap en brengt zo nodig wijzigingen aan. -
De kandidaat controleert het eindresultaat met behulp van de bout waarvoor het gat met de draad bestemd is.
8
Veiligheid
10
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, eventueel een veiligheidsbril en bij voorkeur geen handschoenen. Geen loshangende haren en/of sieraden. De kandidaat waakt tijdens het werken voor het breken van de tap. De kandidaat werkt rustig; hij weet waar hij mee bezig is. 9
Werkafronding
-
De kandidaat neemt het werkstuk uit de bankschroef.
-
De kandidaat maakt de bankschroef en de directe werkomgeving schoon;
5
hij ruimt de spanen op. -
De kandidaat giet de opgevangen snijolie in de afvalbak voor olie.
-
De kandidaat bergt de gebruikte hulpmiddelen op.
Normtijd: 10 minuten. Bij overschrijding van de normtijd worden per minuut 2 punten in mindering gebracht. Pagina 31/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score maximaal 45 punten
Score
Totaalbeoordeling 'Draad tappen' De leerling moet draad tappen in een stuk metaal van 130 mm. lang, 50 mm. breed en 10 mm. dik, waarin 1 gat van Ø 6,8 mm. is geboord. Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Beoordeling Ondergrens: totaal 40 punten. Om te slagen mag de score niet onder de ondergrens zijn. De kandidaat scoort onvoldoende: -
als de tap breekt.
De leerling beheerst het onderdeel 'Draad tappen': criteria Goed
50 - 45
Voldoende
45 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De leerling behaalt geen certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 32/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
6.5 Zetten met een handzetbank Praktijkopdracht De leerling moet een tiental stroken plaat van 2 mm. dik en van 300 mm. lang en 60 mm. breed in het midden over de lengte haaks omzetten met behulp van een handzetbank. De leerling kan hiervoor stroken metaal gebruiken die bij het examen Machinaal knippen zijn gemaakt. Is dit examen niet afgenomen dan zorgt de docent voor een aantal stukken metaal met juiste maatvoering. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Zetten met een handzetbank' Vragen
Pt.
1
1
Je gaat enkele stroken metaal van 2 mm. dik en van 300 mm. lang en 60
mm. breed over de lengte in het midden haaks omzetten. Je gebruikt daarvoor een machine. Welke hulpmiddel heb je voor het omzetten nodig? Benoemen of aanwijzen: de handzetbank. 2
Kun je mij vertellen hoe je deze handzetbank bedient?
1
Kandidaat geeft aan hoe een strook metaal in de handzetbank wordt in geklemd, hoe hij de machine instelt om rekening te houden met de dikte van het te kanten metaal en hoe hij de handzetbank bedient. 3
Welke hulpmiddelen heb je (verder) nodig als je enkele stroken metaal
1
van 2 mm. dik en van 300 mm. lang en 60 mm. breed over de lengte in het midden haaks gaat omzetten? Benoemen of aanwijzen: maatlat of rolmaat, blokhaak en kraspen. 4
Kun je mij vertellen hoe je te werk gaat bij het kanten?
-
Op de strook metaal over de lengte het midden aftekenen.
-
Handzetbank met behulp van de strook instellen op de dikte van de te
1
kanten strook metaal. -
Strook metaal op de juiste manier met het afgetekende midden naar boven in de handzetbank inleggen en vastklemmen.
-
Controleren of de machine en de omgeving veilig zijn om te zetten.
-
Handzetbank bedienen.
-
Gekante strook uitnemen en controleren op de maatvoering: met maatlat of rolmaat: is de strook in het midden gekant? Met de blokhaak: is de strook haaks gekant? Zo nodig correcties doorvoeren.
-
Herhalen van de zetprocedure met een nieuwe strook.
-
Indien correcties, de volgende strook opnieuw controleren op maat en/of haaksheid; zo nodig nogmaals nadere bijstelling doorvoeren.
-
Herhalen van de zetprocedure en controle. Als alles in orde is, de zetprocedure herhalen tot het gewenste aantal stroken is omgezet.
5
Waar moet je bij dit werk op letten (veilig werken)?
1
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, eventueel een veiligheidsbril, bij voorkeur geen handschoenen. Geen loshangende haren en/of sieraden. Op het moment van omzetten controleren of machine en omgeving veilig is om met de handzetbank te werken. Je werkt rustig. Tijdslimiet: 5 minuten Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Pagina 33/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score maximaal 5 punten
Score
Observatieformulier bij de praktijkopdracht 'Zetten met een handzetbank' Beoordelingspunten
Pt.
1
5
Werkvoorbereiding
De werkvoorbereiding wordt (eventueel) door een derde gedaan. Van de leerling wordt verwacht dat hij nagaat of het werk goed is voorbereid: -
het gebruiksklaar zijn van de handzetbank;
-
de stroken metaal;
-
de hulpmiddelen: maatlat of rolmaat, kraspen en blokhaak.
2
Werkuitvoering: Aftekenen
6
Kandidaat zoekt met behulp van de maatlat of de rolmaat op twee plaatsen het midden van de strook en markeert dat midden met behulp van de kraspen. Hij trekt met behulp van de maatlat of blokhaak en de kraspen een lijn in het midden over de lengte van de strook. 3
Werkuitvoering: Instellen van de dikte van het metaal
-
Kandidaat stelt op de handzetbank de buigdikte in op 2 mm.; hij gebruikt
6
daarbij de strook metaal; -
Kandidaat controleert eventueel de instelling van de buigdikte met behulp van de maatlat of rolmaat.
4
Werkuitvoering: Zetten
-
Kandidaat legt de strook metaal op de juiste manier met het afgetekende
6
midden naar boven in de handzetbank en klemt deze vast; -
Kandidaat controleert of machine en omgeving veilig zijn om te zetten.
-
Kandidaat bedient op de juiste wijze handzetbank.
-
Na controle van de eerste gekante strook op maatvoering en haaksheid voert de kandidaat de noodzakelijke bijstellingen door.
-
Herhalen van kantprocedure en controle. Is alles in orde, dan kant de kandidaat het gewenste aantal stroken.
5
Controleren uitvoering
7
Kandidaat controleert de eerste gezette strook op maatvoering en haaksheid met behulp van de maatlat of rolmaat en de blokhaak. Zo nodig brengt hij wijzigingen aan. Na afloop controleert de kandidaat een steekproef uit de gezette stroken op maatvoering en haaksheid met behulp van maatlat of rolmaat en de blokhaak. 6
Veiligheid
10
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen, eventueel een veiligheidsbril en bij voorkeur geen handschoenen. Geen loshangende haren en/of sieraden. Alvorens de handzetbank te bedienen controle of machine en omgeving veilig zijn om met handzetbank te zetten. Kandidaat werkt rustig; weet waar hij mee bezig is. 7
Werkafronding
5
De kandidaat verzamelt de gekante stroken, ruimt de directe werkomgeving en de gebruikte hulpmiddelen op.
Normtijd: 4 minuten. Bij overschrijding van de normtijd worden per minuut 2 punten in mindering gebracht. Score maximaal 45 punten Pagina 34/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score
Totaalbeoordeling 'Zetten met een handzetbank' De leerling moet een tiental stroken plaat van 2 mm. dik en van 300 mm. lang en 60 mm. breed in het midden over de lengte haaks omzetten met behulp van een handzetbank. Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Beoordeling Ondergrens: totaal 40 punten. Om te slagen mag de score niet onder de ondergrens zijn.
De leerling beheerst het onderdeel 'Zetten met een handzetbank': criteria Goed
50 - 45
Voldoende
45 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De leerling behaalt geen certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 35/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
6.6 Hechten Praktijkopdracht De leerling moet 2 stroken plaat van 2 mm. dik en van 300 mm. lang en 60 mm. breed haaks met 5 hechten aan elkaar hechten met behulp van MIG/MAG-lassen (CO2-lassen). De leerling kan hiervoor stroken metaal gebruiken die bij het examen 'Machinaal knippen' zijn gemaakt. Is dit examen niet afgenomen dan zorgt de docent voor een aantal stukken metaal met juiste maatvoering. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht 'Hechten' Vragen
Pt.
1
1
Je gaat 2 stroken metaal van 2 mm. dik en van 300 mm. lang en 60 mm.
breed haaks met 5 hechten aan elkaar hechten met behulp van MIG/MAGlassen. Welke hulpmiddel heb je voor het hechten nodig? De leerling benoemt het hulpmiddel: de MIG/MAG-lasapparaat (CO2lasapparaat) of loopt naar de plaats waar het lasapparaat staat. 2
Kun je mij vertellen hoe je dit lasapparaat bedient?
-
De leerling geeft aan hoe het apparaat wordt aangezet.
-
De leerling geeft aan hoe de lastoorts gehanteerd wordt.
-
De leerling geeft aan waar de bedieningsschakelaar op de lastoorts zit.
-
De leerling geeft aan dat werken met deze apparatuur vraagt om extra
1
beschermingsmiddelen: leren schort en handschoenen, laskap. 3
Welke hulpmiddelen heb je (verder) nodig als je 2 stroken metaal van 2
1
mm. dik en van 300 mm. lang en 60 mm. breed met 5 hechten haaks aan elkaar gaat hechten? Benoemen of aanwijzen: klemmen om het werkstuk vast te zetten en blokhaak. 4
Kun je mij vertellen hoe je te werk gaat bij het hechten?
-
De 2 te hechten stroken metaal met behulp van de blokhaak in de juiste
1
positie vastklemmen op de lastafel. -
Het lasapparaat inschakelen.
-
Controleren of het lasapparaat en de omgeving veilig zijn om te hechten.
-
Met behulp van de lastoorts achtereenvolgens 5 hechten maken.
-
Het lasapparaat uitschakelen.
-
Het werkstuk (laten) afkoelen.
-
De maatvoering controleren op haaksheid met behulp van de blokhaak.
5
Waar moet je bij dit werk op letten (veilig werken)?
1
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen en een veiligheidsbril; eventueel gehoorbescherming. Tijdens het lassen bescherm je jezelf verder met een laskap, een leren schort en leren handschoenen. Op het moment van lassen controleer je of het lasapparaat en de omgeving ervan veilig is om met het lasapparaat te werken: geen brandgevaar; je werkt rustig.
Tijdslimiet: 5 minuten Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Score maximaal 5 punten Pagina 36/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score
Observatieformulier bij de praktijkopdracht 'Hechten' Beoordelingspunten
Pt.
1
5
Werkvoorbereiding
De werkvoorbereiding wordt (eventueel) door een derde gedaan. Van de leerling wordt verwacht dat hij nagaat of het werk goed is voorbereid: -
het gebruiksklaar zijn van het lasapparaat;
-
de stroken metaal;
-
de hulpmiddelen: blokhaak en klemmen;
-
extra beschermingsmiddelen bij lassen: schort, handschoenen, laskap.
2
Werkuitvoering: Opzetten
-
De kandidaat klemt de 2 te hechten stroken metaal met klemmen in de
4
juiste positie vast op de lastafel. -
De kandidaat controleert de maatvoering op haaksheid met behulp van
3
Werkuitvoering: Lasvoorbereiding
-
De kandidaat gebruikt de voor lassen extra noodzakelijke
de blokhaak. 6
beschermingsmiddelen: leren schort en handschoenen, laskap. -
De kandidaat schakelt het lasapparaat in.
-
De kandidaat controleert of het lasapparaat en de omgeving veilig zijn
4
Werkuitvoering: Hechten
-
De kandidaat verbindt de 2 stroken met 5 hechten aan elkaar door op de
om met hechten te beginnen. 10
juiste wijze de lastoorts te bedienen. -
Na het hechten schakelt de kandidaat het lasapparaat uit.
-
De kandidaat laat het werkstuk - al dan niet met behulp van water – afkoelen.
-
De kandidaat controleert de hechten op vast zitten.
-
De kandidaat controleert bij het werkstuk de maatvoering op haaksheid met behulp van de blokhaak.
5
Controleren uitvoering
5
De kandidaat controleert bij de gehechte stroken de maatvoering op haaksheid met behulp van blokhaak. Zo nodig brengt hij correcties aan. 6
Veiligheid
10
Juiste persoonlijke beschermingsmiddelen: overall, werkschoenen en een veiligheidsbril; eventueel gehoorbescherming. Tijdens het lassen bescherm de kandidaat zich verder met een laskap, een leren schort en leren handschoenen. Op het moment van lassen controleert de kandidaat of het lasapparaat en de omgeving ervan veilig is om met het lasapparaat te werken. De kandidaat werkt rustig; hij weet waar hij mee bezig is. 7
Werkafronding
-
De kandidaat ruimt de directe werkomgeving op.
-
De kandidaat bergt de gebruikte hulpmiddelen op.
Normtijd: 8 minuten. Bij tijdsoverschrijding worden per minuut 2 punten in mindering gebracht. Pagina 37/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Score maximaal 45 punten
5
Score
Totaalbeoordeling 'Hechten' De leerling moet 2 stroken plaat van 2 mm. dik en van 300 mm. lang en 60 mm. breed haaks met 5 hechten aan elkaar hechten met behulp van MIG/MAG-lassen (CO2-lassen). Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Beoordeling Ondergrens: totaal 40 punten. Om te slagen mag de score niet onder de ondergrens zijn. De opdracht is onvoldoende als: -
minder dan drie hechtingen in het midden zijn aangebracht.
De leerling beheerst het onderdeel 'Hechten': criteria Goed
50 - 45
Voldoende
45 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De leerling behaalt geen certificaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 38/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
7 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN De resultaten van het proefexamen worden bij het examen in aanwezigheid van een observant van het SVA Examenbureau gebruikt: -
in geval er twijfel is over de mate waarin de leerling de getoetste vaardigheid beheerst;
-
bij duidelijke afwijking van het resultaat van het proefexamen;
-
voor het overnemen van de totaalbeoordeling voor die onderdelen die niet tijdens het examen zijn getoetst.
De school heeft voor elke kandidaat een verzamelstaat ingevuld. Dit overzicht en de scoreformulieren dienen bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal ongeveer twee maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld.
Pagina 39/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN Naam leerling : ..............................................................................................................................
Datum proefexamen Machinaal knippen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Datum proefexamen Machinaal zagen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Datum proefexamen Afbramen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee
Pagina 40/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Datum proefexamen Boren met een kolomboormachine: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Datum proefexamen Draad tappen: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Datum proefexamen Zetten met een handzetbank: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Pagina 41/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Datum proefexamen Hechten: Score van de kandidaat Protocol vakkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 45
Opdracht binnen de gestelde
O Ja
tijdslimiet O Nee Totaal beoordeling
Maximaal: 50 Ondergrens: 40
Pagina 42/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
8 BEOORDELINGSFORMULIER STAGEBEDRIJF Gegevens stagiair Voornaam
..................................................................................................................
Naam
..................................................................................................................
School
..................................................................................................................
Adres
..................................................................................................................
Postcode/plaats
..................................................................................................................
Gegevens stagebedrijf Naam bedrijf
..................................................................................................................
Adres
..................................................................................................................
Postcode/plaats
..................................................................................................................
Naam beoordelaar
..................................................................................................................
Telefoonnummer
..................................................................................................................
E-mailadres
..................................................................................................................
Algemeen ondersteunende werkzaamheden Voldoende
Goed
Het assisteren bij werkzaamheden
Het onderhouden van de werkvloer
Het assisteren bij het laden en lossen van goederen
Het onderhouden van de omgeving
……………………………………………………………………….
……………………………………………………………………….
Voldoende
Goed
Machinaal knippen
Machinaal zagen
Afbramen
Boren met een kolomboormachine
Draad tappen
Zetten met een handzetbank
Hechten
Specifieke ondersteunende werkzaamheden
Datum Pagina 43/43 Januari 2011 CG2.10VPZ.0017 (10804)
Handtekening beoordelaar