Technische Universiteit Eindhoven Postbus 513 5600 MB Eindhoven
Werkdrukonderzoek Technische Universiteit Eindhoven 2005 Itemrapportage screeningsinstrument ‘werkwijzer’
Werkdrukonderzoek Technische Universiteit Eindhoven 2005
Werkdrukonderzoek Technische Universiteit Eindhoven 2005
Itemrapportage screeningsinstrument ‘werkwijzer’
Itemrapportage screeningsinstrument ‘werkwijzer’
Samenstelling: Drs. E. Schmal (Dienst Personeel en Organisatie) Ir. T. Klaver (Arbo en Milieu Service Organisatie)
Samenstelling: Drs. E. Schmal (Dienst Personeel en Organisatie) Ir. T. Klaver (Arbo en Milieu Service Organisatie)
Met dank aan drs. S.F.A. Duijts (Universiteit Maastricht)
Met dank aan drs. S.F.A. Duijts (Universiteit Maastricht)
- 2/56 -
- 2/56 -
Samenvatting
Samenvatting
Doel van het onderzoek gericht op opsporen van personen met werkdrukrisico
Doel van het onderzoek gericht op opsporen van personen met werkdrukrisico
Voor het uitvoeren van het werkdrukonderzoek is aangesloten bij het onderzoek ‘effectiviteit van
Voor het uitvoeren van het werkdrukonderzoek is aangesloten bij het onderzoek ‘effectiviteit van
preventief coachen’ dat uitgevoerd wordt door de Universiteit Maastricht. De vragenlijst is in dit
preventief coachen’ dat uitgevoerd wordt door de Universiteit Maastricht. De vragenlijst is in dit
onderzoek bedoeld om medewerkers op te sporen die een verhoogd risico lopen om te gaan verzuimen
onderzoek bedoeld om medewerkers op te sporen die een verhoogd risico lopen om te gaan verzuimen
vanwege psychosociale problematiek. In de vragenlijst worden onderwerpen bevraagd die mogelijke
vanwege psychosociale problematiek. In de vragenlijst worden onderwerpen bevraagd die mogelijke
predictoren zijn voor verzuim, zoals bijvoorbeeld vermoeidheid, een moeizame combinatie van werk en
predictoren zijn voor verzuim, zoals bijvoorbeeld vermoeidheid, een moeizame combinatie van werk en
privé-leven, conflicten op het werk en het krijgen van tegenstrijdige opdrachten. Omdat het
privé-leven, conflicten op het werk en het krijgen van tegenstrijdige opdrachten. Omdat het
vragenlijstonderzoek een schat aan informatie heeft opgeleverd, heeft de TU/e het niet alleen willen
vragenlijstonderzoek een schat aan informatie heeft opgeleverd, heeft de TU/e het niet alleen willen
gebruiken voor het opsporen van mensen die een verhoogd risico lopen op verzuim, maar is tevens
gebruiken voor het opsporen van mensen die een verhoogd risico lopen op verzuim, maar is tevens
getracht een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de situatie t.a.v. werkdruk op de TU/e. Het onderzoek
getracht een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de situatie t.a.v. werkdruk op de TU/e. Het onderzoek
wordt dus ook zo veel mogelijk gebruikt als beleidsinstrument. Hierbij moet de kanttekening gemaakt
wordt dus ook zo veel mogelijk gebruikt als beleidsinstrument. Hierbij moet de kanttekening gemaakt
worden dat het onderzoek een aantal oorzaken van arbeidsbelasting niet meet. Het biedt daarom niet alle
worden dat het onderzoek een aantal oorzaken van arbeidsbelasting niet meet. Het biedt daarom niet alle
aangrijpingspunten voor beleid op het gebied van voorkomen of beperken van werkdruk. Desondanks
aangrijpingspunten voor beleid op het gebied van voorkomen of beperken van werkdruk. Desondanks
geeft het onderzoek een goed inzicht in hoe het is gesteld met de arbeidsbelasting in de verschillende
geeft het onderzoek een goed inzicht in hoe het is gesteld met de arbeidsbelasting in de verschillende
geledingen van de TU/e en ook laat het zien hoe het op de TU/e staat met een aantal items die ten
geledingen van de TU/e en ook laat het zien hoe het op de TU/e staat met een aantal items die ten
grondslag kunnen liggen aan de ervaren werkdruk.
grondslag kunnen liggen aan de ervaren werkdruk.
Respons laag, maar niet selectief
Respons laag, maar niet selectief
De respons op de vragenlijst is, over de gehele TU/e genomen, 31% (862 van de 2797). Dat is vrij laag. De
De respons op de vragenlijst is, over de gehele TU/e genomen, 31% (862 van de 2797). Dat is vrij laag. De
respons is in het algemeen echter redelijk gelijk verdeeld over de diverse achtergrondkenmerken (zoals
respons is in het algemeen echter redelijk gelijk verdeeld over de diverse achtergrondkenmerken (zoals
geslacht, leeftijd, omvang werktijd, functie en organisatie-eenheid). Op basis van deze redelijk gelijke
geslacht, leeftijd, omvang werktijd, functie en organisatie-eenheid). Op basis van deze redelijk gelijke
verdeling kan er vanuit worden gegaan dat het geschetste beeld representatief is voor de TU/e-populatie.
verdeling kan er vanuit worden gegaan dat het geschetste beeld representatief is voor de TU/e-populatie.
Alleen onder de buitenlandse medewerkers is de respons zodanig laag dat we er niet zonder meer van uit
Alleen onder de buitenlandse medewerkers is de respons zodanig laag dat we er niet zonder meer van uit
mogen gaan dat de resultaten voor deze doorsnede representatief zijn.
mogen gaan dat de resultaten voor deze doorsnede representatief zijn.
Werkdruk is, relatief gezien, geen probleem op de TU/e
Werkdruk is, relatief gezien, geen probleem op de TU/e
De resultaten van de vragenlijst worden steeds vergeleken met de gegevens uit een referentiegroep, die
De resultaten van de vragenlijst worden steeds vergeleken met de gegevens uit een referentiegroep, die
bestaat uit deelnemers aan de Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid in de
bestaat uit deelnemers aan de Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid in de
Arbeidssituatie’ (van de Universiteit Maastricht). De referentiegroep bestaat uit 12.140 respondenten van
Arbeidssituatie’ (van de Universiteit Maastricht). De referentiegroep bestaat uit 12.140 respondenten van
45 verschillende bedrijven en instellingen, voornamelijk in Zuid-Nederland.
45 verschillende bedrijven en instellingen, voornamelijk in Zuid-Nederland.
In vergelijking met deze referentiegroep is de ervaren werkdruk op bijna alle items lager dan bij de
In vergelijking met deze referentiegroep is de ervaren werkdruk op bijna alle items lager dan bij de
referentiegroep: medewerkers van de TU/e hebben minder last van vermoeidheidsklachten (40% heeft
referentiegroep: medewerkers van de TU/e hebben minder last van vermoeidheidsklachten (40% heeft
vermoeidheidsklachten, tegenover 55% in de referentiegroep), hebben minder moeite met ontspannen
vermoeidheidsklachten, tegenover 55% in de referentiegroep), hebben minder moeite met ontspannen
aan het eind van de werkdag (22% van de TU/e tegenover 29% in de referentiegroep), minder TU/e
aan het eind van de werkdag (22% van de TU/e tegenover 29% in de referentiegroep), minder TU/e
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 3/56 -
- 3/56 -
medewerkers voelen zich uitgeput op het eind van de werkdag (37% versus 45%) en minder TU/e
medewerkers voelen zich uitgeput op het eind van de werkdag (37% versus 45%) en minder TU/e
medewerkers voelen zich opgebrand door het werk (9% versus 21%).
medewerkers voelen zich opgebrand door het werk (9% versus 21%).
Slechts op enkele items scoren TU/e-medewerkers enkele procentpunten hoger dan de referentiegroep.
Slechts op enkele items scoren TU/e-medewerkers enkele procentpunten hoger dan de referentiegroep.
Dit is bij de items:
Dit is bij de items:
Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? (29% zegt ‘nee’, tegenover 26% bij de referentiegroep);
Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd?
(29% zegt ‘nee’, tegenover 26% bij de referentiegroep);
(11% ja, tegenover 9% bij de referentiegroep)
Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? (5% ‘meestal/altijd’ tegenover 4% bij de referentiegroep).
Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? (11% ja, tegenover 9% bij de referentiegroep)
(17% ‘meestal/altijd’, tegenover 15% bij de referentiegroep)
Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken? (17% ‘meestal/altijd’, tegenover 15% bij de referentiegroep)
Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? (5% ‘meestal/altijd’ tegenover 4% bij de referentiegroep).
Vermoeidheid en uitgeput voelen op het einde van de werkdag zijn belangrijkste symptomen
Vermoeidheid en uitgeput voelen op het einde van de werkdag zijn belangrijkste symptomen
De items ‘heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid’ en ‘mijn werk zorgt dat ik me
De items ‘heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid’ en ‘mijn werk zorgt dat ik me
aan het eind van de werkdag nogal uitgepunt voel’ worden door 40% en 37% van de medewerkers met ‘ja’
aan het eind van de werkdag nogal uitgepunt voel’ worden door 40% en 37% van de medewerkers met ‘ja’
beantwoord. Daarmee zijn deze twee items de meest problematische van alle gevraagde items. In
beantwoord. Daarmee zijn deze twee items de meest problematische van alle gevraagde items. In
vergelijking met de referentiegroep (55% en 45%) is het echter nog steeds laag.
vergelijking met de referentiegroep (55% en 45%) is het echter nog steeds laag.
Alle bevraagde oorzaken van werkdruk scoren laag
Alle bevraagde oorzaken van werkdruk scoren laag
In de vragenlijst worden, naast veel vragen over symptomen, ook enkele vragen gesteld over oorzaken die
In de vragenlijst worden, naast veel vragen over symptomen, ook enkele vragen gesteld over oorzaken die
ten grondslag kunnen liggen aan ervaren werkdruk, zoals conflicten met collega’s, té eenvoudig werk,
ten grondslag kunnen liggen aan ervaren werkdruk, zoals conflicten met collega’s, té eenvoudig werk,
onduidelijke verantwoordelijkheid of niet gehoord worden door de direct leidinggevende. Alle bevraagde
onduidelijke verantwoordelijkheid of niet gehoord worden door de direct leidinggevende. Alle bevraagde
oorzaken scoren ronduit laag in het ervaren van problemen. Zo zegt slechts 5% van de TU/e-
oorzaken scoren ronduit laag in het ervaren van problemen. Zo zegt slechts 5% van de TU/e-
medewerkers het gevoel te hebben gehad niet zinvol bezig te zijn en geeft 7% aan conflicten te hebben
medewerkers het gevoel te hebben gehad niet zinvol bezig te zijn en geeft 7% aan conflicten te hebben
met collega’s. Ook op de andere bevraagde oorzaken is het beeld bij de TU/e positiever dan bij de
met collega’s. Ook op de andere bevraagde oorzaken is het beeld bij de TU/e positiever dan bij de
referentiegroep of gelijk.
referentiegroep of gelijk.
Binnen faculteiten relatief vaak last van onvoldoende tijd naast het werk
Binnen faculteiten relatief vaak last van onvoldoende tijd naast het werk
Binnen faculteiten hebben medewerkers relatief gezien meer last van onvoldoende vrije tijd, naast het
Binnen faculteiten hebben medewerkers relatief gezien meer last van onvoldoende vrije tijd, naast het
werk en het gezinsleven (32% tegenover 20% bij de diensten) en voelt men zich iets vaker uitgeput op het
werk en het gezinsleven (32% tegenover 20% bij de diensten) en voelt men zich iets vaker uitgeput op het
eind van de werkdag (38% tegenover 34% bij de diensten).
eind van de werkdag (38% tegenover 34% bij de diensten).
Wat nader kijkend naar het wetenschappelijk personeel blijkt het signaal van onvoldoende vrije tijd vooral
Wat nader kijkend naar het wetenschappelijk personeel blijkt het signaal van onvoldoende vrije tijd vooral
voor te komen bij de hoogleraren (57%), de UHD’ers (46%) en de UD’ers (41%). Het uitgeput voelen op
voor te komen bij de hoogleraren (57%), de UHD’ers (46%) en de UD’ers (41%). Het uitgeput voelen op
het eind van de werkdag is ook een signaal van deze functiegroepen, maar daarnaast ook van tijdelijk
het eind van de werkdag is ook een signaal van deze functiegroepen, maar daarnaast ook van tijdelijk
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 4/56 -
- 4/56 -
wetenschappelijk personeel en bij de OBP-categorieën management- en bestuursondersteuning en OBP
wetenschappelijk personeel en bij de OBP-categorieën management- en bestuursondersteuning en OBP
overig (deze omvat een aantal UFO categorieën).
overig (deze omvat een aantal UFO categorieën).
Op de vraag of men zich de afgelopen vier maanden vermoeid heeft gevoeld, geven de hoogleraren en
Op de vraag of men zich de afgelopen vier maanden vermoeid heeft gevoeld, geven de hoogleraren en
UHD’ers niet in grote mate aan dat dat een knelpunt is (35% tegenover 40% TU/e gemiddeld en 55%
UHD’ers niet in grote mate aan dat dat een knelpunt is (35% tegenover 40% TU/e gemiddeld en 55%
referentiegroep). Blijkbaar heeft men weinig vrije tijd, maar leidt dat niet tot vermoeidheid. De UD’ers
referentiegroep). Blijkbaar heeft men weinig vrije tijd, maar leidt dat niet tot vermoeidheid. De UD’ers
(45%), het tijdelijk WP (42%) en het overig WP (45%) hebben wel last van vermoeidheid.
(45%), het tijdelijk WP (42%) en het overig WP (45%) hebben wel last van vermoeidheid.
Kijkend naar de items die kunnen leiden tot werkdruk, worden geen van de items door medewerkers
Kijkend naar de items die kunnen leiden tot werkdruk, worden geen van de items door medewerkers
in de faculteiten als een knelpunt aangemerkt. Alleen de hoogleraren geven aan te kampen met
in de faculteiten als een knelpunt aangemerkt. Alleen de hoogleraren geven aan te kampen met
tegenstrijdige opdrachten (43%).
tegenstrijdige opdrachten (43%).
Binnen de diensten minder ervaren werkdruk dan bij faculteiten
Binnen de diensten minder ervaren werkdruk dan bij faculteiten
Binnen de diensten geven medewerkers op alle items die te beschouwen zijn als signalen van ervaren
Binnen de diensten geven medewerkers op alle items die te beschouwen zijn als signalen van ervaren
werkdruk een positievere score dan bij de faculteiten, of een even grote. Wel zijn er binnen de
werkdruk een positievere score dan bij de faculteiten, of een even grote. Wel zijn er binnen de
diensten meer medewerkers met een langdurige ziekte (21% tegenover 14% bij de faculteiten).
diensten meer medewerkers met een langdurige ziekte (21% tegenover 14% bij de faculteiten).
Wanneer we kijken naar items die ten grondslag liggen aan werkdruk, geven opvallend meer
Wanneer we kijken naar items die ten grondslag liggen aan werkdruk, geven opvallend meer
medewerkers bij de diensten aan het werk te eenvoudig te vinden (11% tegenover 5% bij de
medewerkers bij de diensten aan het werk te eenvoudig te vinden (11% tegenover 5% bij de
faculteiten) en vinden relatief meer medewerkers het inkomen van collega’s niet in overeenstemming
faculteiten) en vinden relatief meer medewerkers het inkomen van collega’s niet in overeenstemming
met hun inspanningen/prestaties (25% tegenover 12% bij de faculteiten, echter 35% bij de
met hun inspanningen/prestaties (25% tegenover 12% bij de faculteiten, echter 35% bij de
referentiegroep).
referentiegroep).
Het knelpunt ten aanzien van het te eenvoudige werk komt voornamelijk voor bij onderwijs- en
Het knelpunt ten aanzien van het te eenvoudige werk komt voornamelijk voor bij onderwijs- en
onderzoeksondersteuning, administratieve en secretariële ondersteuning en bij medewerkers die
onderzoeksondersteuning, administratieve en secretariële ondersteuning en bij medewerkers die
werkzaam zijn binnen facilitaire zaken. Het oordeel over het inkomen van collega’s zien we vooral bij
werkzaam zijn binnen facilitaire zaken. Het oordeel over het inkomen van collega’s zien we vooral bij
facilitaire zaken en ICT.
facilitaire zaken en ICT.
Vrouwen ervaren iets meer werkdruk dan mannen
Vrouwen ervaren iets meer werkdruk dan mannen
Uitgesplitst naar geslacht blijken vrouwen meer last te hebben van vermoeidheid (48% tegenover 36%
Uitgesplitst naar geslacht blijken vrouwen meer last te hebben van vermoeidheid (48% tegenover 36%
van de mannen) en van uitgeput voelen op het eind van de werkdag (41% tegenover 35% mannen).
van de mannen) en van uitgeput voelen op het eind van de werkdag (41% tegenover 35% mannen).
Mannen geven echter aan meer problemen te ervaren met het concentreren in de vrije uren na de
Mannen geven echter aan meer problemen te ervaren met het concentreren in de vrije uren na de
werkdag (23% tegenover 17% van de vrouwen).
werkdag (23% tegenover 17% van de vrouwen).
Ten aanzien van oorzaken geven vrouwen aan meer te maken te hebben met herhalende bewegingen
Ten aanzien van oorzaken geven vrouwen aan meer te maken te hebben met herhalende bewegingen
(29% tegenover 19%) en met verandering in het aantal dagen dat men werkt (16% tegenover 9%). Het
(29% tegenover 19%) en met verandering in het aantal dagen dat men werkt (16% tegenover 9%). Het
gevoel hebben dat men onvoldoende vrije tijd heeft naast het werk en het gezinsleven is, in
gevoel hebben dat men onvoldoende vrije tijd heeft naast het werk en het gezinsleven is, in
tegenstelling tot wat vaak wordt vermoed, gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen.
tegenstelling tot wat vaak wordt vermoed, gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
W
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 5/56 -
- 5/56 -
Voltijders ervaren iets meer werkdruk dan deeltijders
Voltijders ervaren iets meer werkdruk dan deeltijders
Voltijders ervaren iets meer problemen met het ontspannen aan het eind van een werkdag (23%
Voltijders ervaren iets meer problemen met het ontspannen aan het eind van een werkdag (23%
tegenover 11% van de deeltijders), hebben meer het gevoel uitgeput te zijn na een werkdag (38%
tegenover 11% van de deeltijders), hebben meer het gevoel uitgeput te zijn na een werkdag (38%
tegenover 30%) en hebben moeite met concentreren na het werk (22% versus 14%).
tegenover 30%) en hebben moeite met concentreren na het werk (22% versus 14%).
Bij de andere items geven deeltijders aan vaker het gevoel te hebben dat de chef geen aandacht
Bij de andere items geven deeltijders aan vaker het gevoel te hebben dat de chef geen aandacht
besteedt aan wat zij zeggen (26% tegenover 16%) en voltijders hebben meer last van tegenstrijdige
besteedt aan wat zij zeggen (26% tegenover 16%) en voltijders hebben meer last van tegenstrijdige
opdrachten (21% versus 11%).
opdrachten (21% versus 11%).
Leeftijdscategorie 45-55 jaar meer werkdrukproblematiek dan jongeren of ouderen
Leeftijdscategorie 45-55 jaar meer werkdrukproblematiek dan jongeren of ouderen
De resultaten zijn ook uitgesplitst naar de leeftijdscategorieën jonger dan 35 jaar, 35-45, 45-55 en ouder
De resultaten zijn ook uitgesplitst naar de leeftijdscategorieën jonger dan 35 jaar, 35-45, 45-55 en ouder
dan 55 jaar. Daaruit blijkt dat de categorie 45-55 jaar meer last heeft van vermoeidheid (45% tegenover
dan 55 jaar. Daaruit blijkt dat de categorie 45-55 jaar meer last heeft van vermoeidheid (45% tegenover
40% gemiddeld TU/e), meer last van neerslachtigheid (26% tegenover 19% TU/e), onvoldoende vrije
40% gemiddeld TU/e), meer last van neerslachtigheid (26% tegenover 19% TU/e), onvoldoende vrije
tijd ervaart naast het werk en gezinsleven (34% tegenover 29% TU/e), moeite heeft met ontspannen
tijd ervaart naast het werk en gezinsleven (34% tegenover 29% TU/e), moeite heeft met ontspannen
aan het einde van de werkdag (30% tegenover 22% TU/e), zich uitgeput voelt op het eind van de
aan het einde van de werkdag (30% tegenover 22% TU/e), zich uitgeput voelt op het eind van de
werkdag (42% tegenover 37%), moeite heeft met concentreren in de vrije uren na het werk (26%
werkdag (42% tegenover 37%), moeite heeft met concentreren in de vrije uren na het werk (26%
tegenover 21%) en zich vaker opgebrand voelt door het werk (14% tegenover 9%).
tegenover 21%) en zich vaker opgebrand voelt door het werk (14% tegenover 9%).
Binnen de leeftijdscategorie 35-45 jaar ervaren ook relatief veel medewerkers problemen met
Binnen de leeftijdscategorie 35-45 jaar ervaren ook relatief veel medewerkers problemen met
onvoldoende vrije tijd naast het werk en het gezinsleven (35%) en binnen de leeftijdscategorie jonger
onvoldoende vrije tijd naast het werk en het gezinsleven (35%) en binnen de leeftijdscategorie jonger
dan 35 jaar hebben veel werknemers last van uitputting op het eind van de werkdag (42%).
dan 35 jaar hebben veel werknemers last van uitputting op het eind van de werkdag (42%).
Bij de overige items, die ten grondslag kunnen liggen aan werkdruk, zijn de medewerkers in de
Bij de overige items, die ten grondslag kunnen liggen aan werkdruk, zijn de medewerkers in de
leeftijdscategorie 45-55 jaar negatiever over de vraag ‘weet u in uw werk precies waarvoor u wel en
leeftijdscategorie 45-55 jaar negatiever over de vraag ‘weet u in uw werk precies waarvoor u wel en
waarvoor u niet verantwoordelijk bent?’ (18 % negatief, tegenover 15% TU/e), 10% geeft aan conflicten
waarvoor u niet verantwoordelijk bent?’ (18 % negatief, tegenover 15% TU/e), 10% geeft aan conflicten
te hebben met collega’s, tegenover 7% gemiddeld voor de TU/e, 22 % geeft aan dat zijn/haar chef
te hebben met collega’s, tegenover 7% gemiddeld voor de TU/e, 22 % geeft aan dat zijn/haar chef
onvoldoende aandacht besteedt aan wat hij/zij zegt (TU/e 17 %) en 23 % zegt tegenstrijdige
onvoldoende aandacht besteedt aan wat hij/zij zegt (TU/e 17 %) en 23 % zegt tegenstrijdige
opdrachten te ontvangen van anderen (TU/e 20 %).
opdrachten te ontvangen van anderen (TU/e 20 %).
Buitenlandse medewerkers zeer lage respons en zeer hoog werkdrukrisico
Buitenlandse medewerkers zeer lage respons en zeer hoog werkdrukrisico
Er zijn 584 medewerkers benaderd die als ‘buitenlanders’ staan geregistreerd. Hiervan hebben 67
Er zijn 584 medewerkers benaderd die als ‘buitenlanders’ staan geregistreerd. Hiervan hebben 67
(11%) de Nederlandse vragenlijst ingevuld en 23 (4%) de Engelse lijst. De Engelse vragenlijst is niet
(11%) de Nederlandse vragenlijst ingevuld en 23 (4%) de Engelse lijst. De Engelse vragenlijst is niet
gevalideerd. Gezien deze zeer lage respons zijn er statistisch gezien geen krachtige uitspraken over te
gevalideerd. Gezien deze zeer lage respons zijn er statistisch gezien geen krachtige uitspraken over te
doen. Wel blijkt uit de resultaten dat het een groep is die een relatief groot risico loopt ten aanzien van
doen. Wel blijkt uit de resultaten dat het een groep is die een relatief groot risico loopt ten aanzien van
werkdruk. Op onderwerpen als onvoldoende vrije tijd naast het werk en gezinsleven, uitgeput voelen
werkdruk. Op onderwerpen als onvoldoende vrije tijd naast het werk en gezinsleven, uitgeput voelen
aan het eind van de werkdag, opgebrand voelen door het werk, twijfel aan het gevoel zinvol bezig te
aan het eind van de werkdag, opgebrand voelen door het werk, twijfel aan het gevoel zinvol bezig te
zijn en ten aanzien van conflicten met collega’s scoren buitenlandse medewerkers aanzienlijk hoger
zijn en ten aanzien van conflicten met collega’s scoren buitenlandse medewerkers aanzienlijk hoger
dan de Nederlandse werknemers.
dan de Nederlandse werknemers.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 6/56 -
- 6/56 -
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Samenvatting ...................................................................................................................2 Inhoudsopgave................................................................................................................. 6 1. Inleiding................................................................................................................ 7 2. Onderzoek............................................................................................................. 8
Samenvatting ...................................................................................................................2 Inhoudsopgave................................................................................................................. 6 1. Inleiding................................................................................................................ 7 2. Onderzoek............................................................................................................. 8
2.1 2.2
3
Werkdrukonderzoek op de TU/e ....................................................................................8 Voortgang van het onderzoek........................................................................................8
Leeswijzer bij de analyses ........................................................................................ 10 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4. 5. 6. 7.
Nationaliteit ........................................................................................................ 32 7.1 7.2 7.3
8. 9.
Werktijdfactor...................................................................................................... 39 9.1 9.2
10. 10.1 10.2 10.3 10.4
11. 11.1 11.2
6.
Voltijders ................................................................................................................... 40 Deeltijders ................................................................................................................. 41
Leeftijd................................................................................................................42 Leeftijdscategorie t/m 34 jaar ..................................................................................... 43 Leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar................................................................................. 44 Leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar................................................................................. 44 Leeftijdscategorie 55 jaar en ouder.............................................................................. 45
Dienstjaren.......................................................................................................... 47 Korter dan 2 jaar in dienst ........................................................................................... 48 Twee jaar of langer in dienst........................................................................................ 49
Faculteiten totaal........................................................................................................ 19 Diensten totaal........................................................................................................... 20
Functiecategorieën .............................................................................................. 21 6.1 6.2
7.
Wetenschappelijk personeel ....................................................................................... 21 Ondersteunend en beheerspersoneel .......................................................................... 25
Nationaliteit ........................................................................................................ 32 7.1 7.2 7.3
8.
Mannen ..................................................................................................................... 37 Vrouwen .................................................................................................................... 38
Inleiding .................................................................................................................... 10 Referentiegroep.......................................................................................................... 10 Respons..................................................................................................................... 11 Toelichting op de itemanalyses ................................................................................... 11 Toelichting op de doorsnijdingen................................................................................. 13 Subrapportages.......................................................................................................... 14
De TU/e vergeleken met de PVA referentiegroep ................................................... 15 Faculteiten totaal en diensten totaal .................................................................... 18 5.1 5.2
Nederlanders ............................................................................................................. 33 Niet-Nederlanders ...................................................................................................... 34 Respondenten Engelstalige vragenlijst ........................................................................ 34
Geslacht.............................................................................................................. 36 8.1 8.2
4. 5.
Wetenschappelijk personeel ....................................................................................... 21 Ondersteunend en beheerspersoneel .......................................................................... 25
Werkdrukonderzoek op de TU/e ....................................................................................8 Voortgang van het onderzoek........................................................................................8
Leeswijzer bij de analyses ........................................................................................ 10 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Faculteiten totaal........................................................................................................ 19 Diensten totaal........................................................................................................... 20
Functiecategorieën .............................................................................................. 21 6.1 6.2
3
Inleiding .................................................................................................................... 10 Referentiegroep.......................................................................................................... 10 Respons..................................................................................................................... 11 Toelichting op de itemanalyses ................................................................................... 11 Toelichting op de doorsnijdingen................................................................................. 13 Subrapportages.......................................................................................................... 14
De TU/e vergeleken met de PVA referentiegroep ................................................... 15 Faculteiten totaal en diensten totaal .................................................................... 18 5.1 5.2
2.1 2.2
Nederlanders ............................................................................................................. 33 Niet-Nederlanders ...................................................................................................... 34 Respondenten Engelstalige vragenlijst ........................................................................ 34
Geslacht.............................................................................................................. 36 8.1 8.2
9.
Mannen ..................................................................................................................... 37 Vrouwen .................................................................................................................... 38
Werktijdfactor...................................................................................................... 39 9.1 9.2
10. 10.1 10.2 10.3 10.4
11. 11.1 11.2
Voltijders ................................................................................................................... 40 Deeltijders ................................................................................................................. 41
Leeftijd................................................................................................................42 Leeftijdscategorie t/m 34 jaar ..................................................................................... 43 Leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar................................................................................. 44 Leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar................................................................................. 44 Leeftijdscategorie 55 jaar en ouder.............................................................................. 45
Dienstjaren.......................................................................................................... 47 Korter dan 2 jaar in dienst ........................................................................................... 48 Twee jaar of langer in dienst........................................................................................ 49
Bijlage 1: Onderzoek naar de effectiviteit van preventief coachen .................................... 50 Bijlage 2: Totaaloverzichten van de uitkomsten van het onderzoek .................................. 52 Bijlage 3: UFO functiefamilies ......................................................................................... 53
Bijlage 1: Onderzoek naar de effectiviteit van preventief coachen .................................... 50 Bijlage 2: Totaaloverzichten van de uitkomsten van het onderzoek .................................. 52 Bijlage 3: UFO functiefamilies ......................................................................................... 53
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
W
- 7/56 -
1.
Inleiding
- 7/56 -
1.
Inleiding
Begin 2005 heeft het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven besloten tot het
Begin 2005 heeft het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven besloten tot het
laten uitvoeren van een werkdrukonderzoek onder de gehele TU/e populatie. Over het houden van dit
laten uitvoeren van een werkdrukonderzoek onder de gehele TU/e populatie. Over het houden van dit
onderzoek is vooraf overeenstemming bereikt met zowel het IGO (het Instellings Gebonden Overleg)
onderzoek is vooraf overeenstemming bereikt met zowel het IGO (het Instellings Gebonden Overleg)
als met de Universiteitsraad. Aanleiding tot het onderzoek was de wens om opnieuw een
als met de Universiteitsraad. Aanleiding tot het onderzoek was de wens om opnieuw een
organisatiebrede meting te houden ten aanzien van de werkdruk binnen de TU/e. In 2001 heeft voor
organisatiebrede meting te houden ten aanzien van de werkdruk binnen de TU/e. In 2001 heeft voor
de laatste keer een indicatieve, instellingsbrede meting plaatsgevonden als onderdeel van de
de laatste keer een indicatieve, instellingsbrede meting plaatsgevonden als onderdeel van de
1
Satisfactiepeiling .
Satisfactiepeiling1.
Door het College van Bestuur en de werknemersvertegenwoordigers is voor dit onderzoek gekozen
Door het College van Bestuur en de werknemersvertegenwoordigers is voor dit onderzoek gekozen
voor het Werkdrukonderzoek door de Universiteit Maastricht, omdat hiermee de hele TU/e gericht
voor het Werkdrukonderzoek door de Universiteit Maastricht, omdat hiermee de hele TU/e gericht
benaderd kon worden. Tevens biedt het onderzoek een aantal medewerkers met een verhoogd risico
benaderd kon worden. Tevens biedt het onderzoek een aantal medewerkers met een verhoogd risico
op verzuim de mogelijkheid om persoonlijke begeleiding te ontvangen.
op verzuim de mogelijkheid om persoonlijke begeleiding te ontvangen.
In deze hoofdrapportage worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek gegeven voor de TU/e
In deze hoofdrapportage worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek gegeven voor de TU/e
als geheel. Allereerst wordt de TU/e vergeleken met een normgroep. Vervolgens worden een aantal
als geheel. Allereerst wordt de TU/e vergeleken met een normgroep. Vervolgens worden een aantal
deelvergelijkingen binnen onze universiteit getoond (afgezet tegen het TU/e-gemiddelde). De
deelvergelijkingen binnen onze universiteit getoond (afgezet tegen het TU/e-gemiddelde). De
beheerseenheden ontvangen afzonderlijk de vergelijking van hun faculteit resp. dienst t.o.v.
beheerseenheden ontvangen afzonderlijk de vergelijking van hun faculteit resp. dienst t.o.v.
faculteiten totaal, resp. diensten totaal (indien hun respons dit toelaat).
faculteiten totaal, resp. diensten totaal (indien hun respons dit toelaat).
In het verleden zijn er bij verschillende beheerseenheden door een externe (gecertificeerde)
In het verleden zijn er bij verschillende beheerseenheden door een externe (gecertificeerde)
arbodienst ook periodiek geneeskundige onderzoeken (PAGO’s) zoals bedoeld in de
arbodienst ook periodiek geneeskundige onderzoeken (PAGO’s) zoals bedoeld in de
Arbeidsomstandighedenwet, gehouden. Omdat doelstelling, de vragenlijst en de onderverdeling in
Arbeidsomstandighedenwet, gehouden. Omdat doelstelling, de vragenlijst en de onderverdeling in
subgroepen van deze verschillende onderzoeken te veel uiteen lopen, wordt in dit rapport geen
subgroepen van deze verschillende onderzoeken te veel uiteen lopen, wordt in dit rapport geen
vergelijking gemaakt met eerdere onderzoeken.
vergelijking gemaakt met eerdere onderzoeken.
1 Ook in 1999 is een instellingsbrede satisfactiepeiling gehouden. In dit onderzoek is echter geen aandacht besteed aan werkdruk.
1 Ook in 1999 is een instellingsbrede satisfactiepeiling gehouden. In dit onderzoek is echter geen aandacht besteed aan werkdruk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 8/56 -
- 8/56 -
2.
Onderzoek
2.
Onderzoek
2.1
Werkdrukonderzoek op de TU/e
2.1
Werkdrukonderzoek op de TU/e
Voor het uitvoeren van werkdrukonderzoek is aangesloten bij het onderzoek ‘Effectiviteit van
Voor het uitvoeren van werkdrukonderzoek is aangesloten bij het onderzoek ‘Effectiviteit van
preventief coachen’, dat uitgevoerd wordt door onderzoekers van de capaciteitsgroep Epidemiologie
preventief coachen’, dat uitgevoerd wordt door onderzoekers van de capaciteitsgroep Epidemiologie
van de Universiteit Maastricht. In Bijlage 1 wordt dit onderzoek uitgebreider beschreven. Kort
van de Universiteit Maastricht. In Bijlage 1 wordt dit onderzoek uitgebreider beschreven. Kort
samengevat houdt het onderzoek het volgende in:
samengevat houdt het onderzoek het volgende in:
1.
1.
Het verspreiden van de vragenlijst ‘werkwijzer’ onder alle medewerkers van de instelling. De
Het verspreiden van de vragenlijst ‘werkwijzer’ onder alle medewerkers van de instelling. De
antwoorden op deze vragenlijst worden door de onderzoekers in Maastricht gescreend om
antwoorden op deze vragenlijst worden door de onderzoekers in Maastricht gescreend om
medewerkers op te sporen die een verhoogd risico lopen om te gaan verzuimen vanwege
medewerkers op te sporen die een verhoogd risico lopen om te gaan verzuimen vanwege
psychosociale problematiek. Voor de TU/e-medewerkers die de Nederlandse taal niet machtig
psychosociale problematiek. Voor de TU/e-medewerkers die de Nederlandse taal niet machtig
zijn, is speciaal voor dit onderzoek een Engelse vertaling van de ‘werkwijzer’ gemaakt. In
zijn, is speciaal voor dit onderzoek een Engelse vertaling van de ‘werkwijzer’ gemaakt. In
tegenstelling tot de Nederlandse lijst is de Engelse lijst echter niet gevalideerd.
tegenstelling tot de Nederlandse lijst is de Engelse lijst echter niet gevalideerd.
De vragen uit de ‘werkwijzer’ die voor het voorliggende rapport van belang zijn, worden toegelicht
De vragen uit de ‘werkwijzer’ die voor het voorliggende rapport van belang zijn, worden toegelicht
in hoofdstuk 3.
in hoofdstuk 3.
2. De medewerkers die op grond van hun antwoorden op de vragenlijst een verhoogd risico lopen op
2. De medewerkers die op grond van hun antwoorden op de vragenlijst een verhoogd risico lopen op
verzuim vanwege psychosociale klachten, krijgen een uitnodiging om aan een vervolg deel te
verzuim vanwege psychosociale klachten, krijgen een uitnodiging om aan een vervolg deel te
nemen. Dit gebeurt in het kader van onderzoek naar de effectiviteit van speciaal voor deze
nemen. Dit gebeurt in het kader van onderzoek naar de effectiviteit van speciaal voor deze
doelgroep ontwikkelde preventieve coaching. Met behulp van een gerandomiseerde trial wordt de
doelgroep ontwikkelde preventieve coaching. Met behulp van een gerandomiseerde trial wordt de
effectiviteit van het coachingsprogramma geëvalueerd. De experimentele groep ontvangt naast de
effectiviteit van het coachingsprogramma geëvalueerd. De experimentele groep ontvangt naast de
gebruikelijke zorg (door bijvoorbeeld de bedrijfsarts of de bedrijfsmaatschappelijk werker) het
gebruikelijke zorg (door bijvoorbeeld de bedrijfsarts of de bedrijfsmaatschappelijk werker) het
preventieve coachingsprogramma. De controlegroep ontvangt uitsluitend de gebruikelijke zorg.
preventieve coachingsprogramma. De controlegroep ontvangt uitsluitend de gebruikelijke zorg.
3.
2.2 1.
De TU/e heeft besloten om de antwoorden op de ‘werkwijzer’ daarnaast te gebruiken om zowel
3.
De TU/e heeft besloten om de antwoorden op de ‘werkwijzer’ daarnaast te gebruiken om zowel
voor de TU/e als geheel als ook per organisatieonderdeel de psychosociale en
voor de TU/e als geheel als ook per organisatieonderdeel de psychosociale en
gezondheidsgerelateerde kenmerken (voor zover ‘bevraagd’ in de werkwijzer) van medewerkers in
gezondheidsgerelateerde kenmerken (voor zover ‘bevraagd’ in de werkwijzer) van medewerkers in
relatie tot hun werk in kaart te brengen.
relatie tot hun werk in kaart te brengen.
Voortgang van het onderzoek
2.2
De vragenlijst ‘werkwijzer’ is in het voorjaar van 2005 uitgezet onder alle medewerkers van de TU/e.
2. Op basis van de ingevulde vragenlijsten zijn door de Universiteit Maastricht die medewerkers
1.
Voortgang van het onderzoek De vragenlijst ‘werkwijzer’ is in het voorjaar van 2005 uitgezet onder alle medewerkers van de TU/e.
2. Op basis van de ingevulde vragenlijsten zijn door de Universiteit Maastricht die medewerkers
geïdentificeerd die een verhoogd risico lopen op verzuim. Uiteindelijk zijn 26 medewerkers van
geïdentificeerd die een verhoogd risico lopen op verzuim. Uiteindelijk zijn 26 medewerkers van
de Technische Universiteit Eindhoven (ter toelichting: dit is circa 3% van de respondenten)
de Technische Universiteit Eindhoven (ter toelichting: dit is circa 3% van de respondenten)
gerandomiseerd over de interventie- en de controlegroep en hebben 13 medewerkers een
gerandomiseerd over de interventie- en de controlegroep en hebben 13 medewerkers een
uitnodiging gekregen voor een coachingstraject. Zeven medewerkers hebben zich teruggetrokken
uitnodiging gekregen voor een coachingstraject. Zeven medewerkers hebben zich teruggetrokken
vóór de start van het traject, één medewerker is gestopt na het intakegesprek en vijf medewerkers
vóór de start van het traject, één medewerker is gestopt na het intakegesprek en vijf medewerkers
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
W
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 9/56 -
3.
- 9/56 -
zijn gestart met de coaching en zullen het gehele traject doorlopen. De halfjaar follow-up voor de
zijn gestart met de coaching en zullen het gehele traject doorlopen. De halfjaar follow-up voor de
medewerkers van de Technische Universiteit Eindhoven loopt van januari tot en met mei 2006
medewerkers van de Technische Universiteit Eindhoven loopt van januari tot en met mei 2006
en de één jaar follow-up loopt van juli tot en met december 2006. Halverwege 2007 zullen de
en de één jaar follow-up loopt van juli tot en met december 2006. Halverwege 2007 zullen de
eindresultaten van het project bekend zijn.
eindresultaten van het project bekend zijn.
Omdat enkel de Nederlandstalige ‘werkwijzer’ gevalideerd is én omdat het vervolgonderzoek in
Omdat enkel de Nederlandstalige ‘werkwijzer’ gevalideerd is én omdat het vervolgonderzoek in
het Nederlands plaatsvindt, wordt bij het vervolgonderzoek alleen gebruik gemaakt van de
het Nederlands plaatsvindt, wordt bij het vervolgonderzoek alleen gebruik gemaakt van de
gegevens uit de Nederlandstalige werkwijzer. Gegevens uit de Engelstalige werkwijzers zijn wel in
gegevens uit de Nederlandstalige werkwijzer. Gegevens uit de Engelstalige werkwijzers zijn wel in
dit rapport terug te vinden.
dit rapport terug te vinden.
Daarnaast zijn door de onderzoekers in Maastricht totaaloverzichten gemaakt van de antwoorden
3.
Daarnaast zijn door de onderzoekers in Maastricht totaaloverzichten gemaakt van de antwoorden
op de relevante vragen uit de ‘werkwijzer’ voor diverse doorsneden van de TU/e. In de
op de relevante vragen uit de ‘werkwijzer’ voor diverse doorsneden van de TU/e. In de
totaaloverzichten wordt steeds op itemniveau gerapporteerd. De voorliggende rapportage
totaaloverzichten wordt steeds op itemniveau gerapporteerd. De voorliggende rapportage
bespreekt de belangrijkste uitkomsten.
bespreekt de belangrijkste uitkomsten.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 10/56 -
- 10/56 -
- 10/56 -
- 10/56 -
3
Leeswijzer bij de analyses
3
Leeswijzer bij de analyses
3
Leeswijzer bij de analyses
3.1
Inleiding
3.1
Inleiding
3.1
Inleiding
k met de ‘werkwijzer’Inopdit rapport worden de belangrijkste resultaten gegeven In dit rapport die onderzoek worden de met belangrijkste de ‘werkwijzer’ resultaten op gegeven die onderzoek met de ‘werkwijzer’Inopdit rapport worden de belangrijkste resultaten gegeven die onderzoek met de ‘werkwijzer’ op
van respondenten van groepsniveau de heeft opgeleverd. In eerste instantie groepsniveau wordt de totale heeft groep opgeleverd. van respondenten In eerste van instantie de wordt de totale groep van respondenten van groepsniveau de heeft opgeleverd. In eerste instantie wordt de totale groep van respondenten van de
estaat uit deelnemersTU/e aan de vergeleken met een grote referentiegroep. Deze TU/ereferentiegroep vergeleken metbestaat een grote uit deelnemers referentiegroep. aan de Deze referentiegroep bestaat uit deelnemersTU/e aan de vergeleken met een grote referentiegroep. Deze referentiegroep bestaat uit deelnemers aan de
dssituatie’.
Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid Maastrichtse in de Cohort Arbeidssituatie’. Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’.
Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’.
afgezet tegen de resultaten Daarna worden de resultaten voor diverse doorsnijdingen Daarna worden door de de TU/e resultaten afgezetvoor tegendiverse de resultaten doorsnijdingen door de TU/e afgezet tegen de resultaten Daarna worden de resultaten voor diverse doorsnijdingen door de TU/e afgezet tegen de resultaten
aantal doorsnijdingen voor de TU/e als geheel. Hiertoe is voorafgaand aan voor hetdeonderzoek TU/e als geheel. een aantal Hiertoe doorsnijdingen is voorafgaand aan het onderzoek een aantal doorsnijdingen voor de TU/e als geheel. Hiertoe is voorafgaand aan het onderzoek een aantal doorsnijdingen
egeven worden van de vastgesteld. Daarnaast zullen in separate subrapportages vastgesteld. de resultaten Daarnaast gegeven zullen worden in separate vansubrapportages de de resultaten gegeven worden van de vastgesteld. Daarnaast zullen in separate subrapportages de resultaten gegeven worden van de
de afzonderlijke diensten, afzonderlijke faculteiten, afgezet tegen de faculteiten afzonderlijke als geheel faculteiten, en van de afzonderlijke afgezet tegendiensten, de faculteiten als geheel en van de afzonderlijke diensten, afzonderlijke faculteiten, afgezet tegen de faculteiten als geheel en van de afzonderlijke diensten,
aatst worden dat in het afgezet tegen de diensten als geheel. De kanttekening afgezet moet tegen hierbij de diensten geplaatstals worden geheel. datDe inkanttekening het moet hierbij geplaatst worden dat in het afgezet tegen de diensten als geheel. De kanttekening moet hierbij geplaatst worden dat in het
antal van meer dan 20 algemeen enkel geledingen waarbij er sprake is van algemeen een respondentenaantal enkel geledingenvan waarbij meerer dan sprake 20 is van een respondentenaantal van meer dan 20 algemeen enkel geledingen waarbij er sprake is van een respondentenaantal van meer dan 20
. Op deze stelregel ismedewerkers, slechts vanwege herleidbaarheid, opgenomen medewerkers, zijn in de analyses. vanwegeOp herleidbaarheid, deze stelregel opgenomen is slechts zijn in de analyses. Op deze stelregel ismedewerkers, slechts vanwege herleidbaarheid, opgenomen zijn in de analyses. Op deze stelregel is slechts één uitzondering gemaakt.
één uitzondering gemaakt.
één uitzondering gemaakt.
van de totale respons, Diteen hoofdstuk bevat een toelichting op de referentiegroep, Dit hoofdstuk een overzicht bevat een van toelichting de totale respons, op de referentiegroep, een een overzicht van de totale respons, Diteen hoofdstuk bevat een toelichting op de referentiegroep, een overzicht van de totale respons, een er gemaakt zijn en toelichting een op de itemanalyses, een toelichting op toelichting de doorsnijdingen op de itemanalyses, die er gemaakt eenzijn toelichting en een op de doorsnijdingen die er gemaakt zijn en toelichting een op de itemanalyses, een toelichting op de doorsnijdingen die er gemaakt zijn en een
onderzoek komen intoelichting de op de subrapportages. De daadwerkelijke toelichting resultaten opvan de subrapportages. het onderzoek komen De daadwerkelijke in de resultaten van het onderzoek komen intoelichting de op de subrapportages. De daadwerkelijke resultaten van het onderzoek komen in de hoofdstukken 4 tot en met 11 aan de orde.
hoofdstukken 4 tot en met 11 aan de orde.
hoofdstukken 4 tot en met 11 aan de orde.
3.2
3.2
3.2
Referentiegroep
Referentiegroep
Referentiegroep
beidssituatie’ is een De studie Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid De Maastrichtse in de Cohort Arbeidssituatie’ Studie naaris‘Psychische een studie Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’ is een De studie Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’ is een studie onder 12.140 werknemers, met als belangrijkste doelen: onder 12.140 werknemers, met als belangrijkste doelen:
onder 12.140 werknemers, met als belangrijkste doelen:
idheid in de arbeidssituatie; 1. bepalen van oorzaken en verloop van langdurige 1. psychische bepalen van vermoeidheid oorzaken en in verloop de arbeidssituatie; van langdurige psychische vermoeidheid in de arbeidssituatie; 1. bepalen van oorzaken en verloop van langdurige psychische vermoeidheid in de arbeidssituatie;
heid in de arbeidssituatie 2. ontwikkelen tegen van preventieve maatregelen om 2. langdurige ontwikkelen vermoeidheid van preventieve in de arbeidssituatie maatregelen om tegen langdurige vermoeidheid in de arbeidssituatie 2. ontwikkelen tegen van preventieve maatregelen om langdurige vermoeidheid in de arbeidssituatie tegen te gaan.
te gaan.
te gaan.
aan de studie zijn afkomstig De studie heeft plaatsgevonden in de jaren 1998-2002. De studie De deelnemers heeft plaatsgevonden aan de studie in de zijn jaren afkomstig 1998-2002. De deelnemers aan de studie zijn afkomstig De studie heeft plaatsgevonden in de jaren 1998-2002. De deelnemers aan de studie zijn afkomstig
derland. Beroepen enuit 45 verschillende bedrijven en instellingen, voornamelijk uit 45 verschillende in Zuid-Nederland. bedrijven Beroepen en instellingen, en voornamelijk in Zuid-Nederland. Beroepen enuit 45 verschillende bedrijven en instellingen, voornamelijk in Zuid-Nederland. Beroepen en
dewerkers zijn uit
opleidingsniveau binnen de groep van medewerkers opleidingsniveau zijn divers. De binnen medewerkers de groep zijn van uitmedewerkers zijn divers. De medewerkers zijn uit
opleidingsniveau binnen de groep van medewerkers zijn divers. De medewerkers zijn uit
0% is afkomstig uit de verschillende economische sectoren afkomstig: 17,6% verschillende is ambtenaar; economische 15,0% is sectoren afkomstigafkomstig: uit de 17,6% is ambtenaar; 15,0% is afkomstig uit de verschillende economische sectoren afkomstig: 17,6% is ambtenaar; 15,0% is afkomstig uit de
ning. De leeftijd in de gezondheidszorg; groep 50,4% werkt in de industrie en 17% gezondheidszorg; in de dienstverlening. 50,4% werkt De leeftijd in de industrie in de groep en 17% in de dienstverlening. De leeftijd in de gezondheidszorg; groep 50,4% werkt in de industrie en 17% in de dienstverlening. De leeftijd in de groep voor 73,1% uit mannen. loopt van 18 tot 65 jaar, bij een gemiddelde van 41loopt jaar. De vangroep 18 totbestaat 65 jaar,voor bij een 73,1% gemiddelde uit mannen. van 41 jaar. De groep bestaat voor 73,1% uit mannen. loopt van 18 tot 65 jaar, bij een gemiddelde van 41 jaar. De groep bestaat voor 73,1% uit mannen.
ting ‘PVA’ (Psychische In dit rapport wordt de referentiegroep kortweg aangeduid In dit rapport met de wordt afkorting de referentiegroep ‘PVA’ (Psychische kortweg aangeduid met de afkorting ‘PVA’ (Psychische In dit rapport wordt de referentiegroep kortweg aangeduid met de afkorting ‘PVA’ (Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie).
Vermoeidheid in de Arbeidssituatie).
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Vermoeidheid in de Arbeidssituatie).
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 11/56 -
3.3
Respons
- 11/56 -
3.3
Respons
Het aantal medewerkers dat de werkwijzer heeft ontvangen bedraagt 2797. Een deel van deze TU/e-
Het aantal medewerkers dat de werkwijzer heeft ontvangen bedraagt 2797. Een deel van deze TU/e-
populatie, namelijk 584 medewerkers, heeft zowel een Engelstalige als een Nederlandstalige versie
populatie, namelijk 584 medewerkers, heeft zowel een Engelstalige als een Nederlandstalige versie
van de ‘werkwijzer’ ontvangen, omdat zij als buitenlandse medewerker geregistreerd staan. Een deel
van de ‘werkwijzer’ ontvangen, omdat zij als buitenlandse medewerker geregistreerd staan. Een deel
van de buitenlandse medewerkers heeft de Nederlandstalige lijst ingevuld. Zij worden in dit rapport
van de buitenlandse medewerkers heeft de Nederlandstalige lijst ingevuld. Zij worden in dit rapport
aangeduid als ‘Niet-Nederlanders’. Daarnaast heeft een klein deel van de buitenlandse medewerkers
aangeduid als ‘Niet-Nederlanders’. Daarnaast heeft een klein deel van de buitenlandse medewerkers
de Engelstalige lijst geretourneerd. De respons onder de verschillende groepen was als volgt:
de Engelstalige lijst geretourneerd. De respons onder de verschillende groepen was als volgt:
Nederlanders Buitenlanders (Nederlandse lijst ingevuld) Buitenlanders (Engelse lijst ingevuld) Totaal
Aantal benaderde medewerkers 2213 584 2797
Respons (aantallen) 772
Respons (procenten) 35%
67
11%
23
4%
862
31%
Nederlanders Buitenlanders (Nederlandse lijst ingevuld) Buitenlanders (Engelse lijst ingevuld) Totaal
Aantal benaderde medewerkers 2213 584 2797
Respons (aantallen) 772
Respons (procenten) 35%
67
11%
23
4%
862
31%
Zoals vermeld is in hoofdstuk 2 zal de Universiteit Maastricht in het vervolgonderzoek alleen gebruik
Zoals vermeld is in hoofdstuk 2 zal de Universiteit Maastricht in het vervolgonderzoek alleen gebruik
maken van de gegevens uit de Nederlandstalige werkwijzer. In totaal rekent men dan met 839 in
maken van de gegevens uit de Nederlandstalige werkwijzer. In totaal rekent men dan met 839 in
plaats van 862 respondenten.
plaats van 862 respondenten.
3.4
3.4
Toelichting op de itemanalyses
Toelichting op de itemanalyses
Alle vergelijkingen in dit rapport zullen op itemniveau geschieden. Is het item bijvoorbeeld ‘Heeft u
Alle vergelijkingen in dit rapport zullen op itemniveau geschieden. Is het item bijvoorbeeld ‘Heeft u
conflicten met u collega’s’, dan kan het percentage medewerkers van de TU/e dat conflicten ervaart
conflicten met u collega’s’, dan kan het percentage medewerkers van de TU/e dat conflicten ervaart
direct vergeleken worden met de referentiewaarde uit de PVA-studie. Als zodanig wordt een indicatie
direct vergeleken worden met de referentiewaarde uit de PVA-studie. Als zodanig wordt een indicatie
verkregen of dit probleem vaker of juist minder vaak voorkomt bij de TU/e dan ‘gemiddeld’ in
verkregen of dit probleem vaker of juist minder vaak voorkomt bij de TU/e dan ‘gemiddeld’ in
Nederland. Evenzo kan voor de verschillende doorsnijdingen door de TU/e worden vastgesteld of
Nederland. Evenzo kan voor de verschillende doorsnijdingen door de TU/e worden vastgesteld of
bepaalde problemen bij deze groep van medewerkers vaker of minder vaak voorkomen dan op de
bepaalde problemen bij deze groep van medewerkers vaker of minder vaak voorkomen dan op de
TU/e als geheel.
TU/e als geheel.
In alle vergelijkingen die in dit rapport worden gepresenteerd, is steeds aangegeven hoe groot de
In alle vergelijkingen die in dit rapport worden gepresenteerd, is steeds aangegeven hoe groot de
negatieve scores per vraag zijn voor beide groepen. ‘Negatieve score’ betekent hier dat de score is
negatieve scores per vraag zijn voor beide groepen. ‘Negatieve score’ betekent hier dat de score is
weergegeven op de antwoordmogelijkheden per vraag, die in het kader van verzuim of
weergegeven op de antwoordmogelijkheden per vraag, die in het kader van verzuim of
verzuimgerelateerde problematiek ongunstig zijn. In de onderstaande tabel wordt per item toegelicht
verzuimgerelateerde problematiek ongunstig zijn. In de onderstaande tabel wordt per item toegelicht
wat als ‘positief’ of ‘neutraal’ wordt beschouwd en wat als ‘negatief’.
wat als ‘positief’ of ‘neutraal’ wordt beschouwd en wat als ‘negatief’.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 12/56 - 12/56 -
- 12/56 -
Vraag/item Antwoordmogelijkheden Antwoordmogelijkheden Vraag/item Vraag/item Positief/neutraal Antwoordmogelijkheden Negatief f/neutraal Negatief1. Positief/neutraal Negatief Heeft u een langdurige ziekte? nee ja ja 1.2. Heeft ziekte? Heeft u een langdurige nee ziekte? jaja Heeftuueen de langdurige afgelopen vier maanden last gehad van 1. nee ja Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van 2. Heeft u de afgelopen vier maanden ja last gehad van 2. nee vermoeidheidsklachten? vermoeidheidsklachten? Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? • helemaal niet 3. vermoeidheidsklachten? • wat meer dan maal niet Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig Heeft u zich •de•helemaal laatste tijd niet ongelukkig of meer neerslachtig 3. dan 3. gevoeld? • wat meer • gewoonlijk wat dan gevoeld? niet meer dan meer dan niet meer dan • gewoonlijk gewoonlijk gewoonlijk • veel meer dan nlijk gewoonlijk • veel meer dan • gewoonlijk veel meer dan gewoonlijk gewoonlijk Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? • niet meer dan 4. helemaal niet meer dan • gewoonlijk niettijd meer hetdan gevoel gehad zinvolniet bezig te zijn? 4. nietHeeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te 4. zijn?Heeft u de laatste helemaal helemaal nlijk gewoonlijk • wat meer dan meer dan • gewoonlijk wat meer dan nlijk gewoonlijk • veel meer dan meer dan • gewoonlijk veel meer dan nlijk gewoonlijk 5. Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van • nooit • meestal • meestal 5. Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van 5. Ervaart u in het • •nooit gezelschap van anderen • •meestal gevoelens van verlegenheid? soms altijd • altijd 6. verlegenheid? verlegenheid? • •soms • •altijd Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt nooit meestal • meestal 6. Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die 6.u niet Heeft kuntu, als u• gespannen bent, last van • •meestal gedachten die u niet kunt onderdrukken? •nooit soms altijd • altijd 7. onderdrukken? onderdrukken? • minder soms dan drie • drie altijdkeer of meer Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? r dan drie 7. of meer Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek 7. gemeld? Hoe vaak heeft minder u zichdan de afgelopen drie vier maanden ziek gemeld? drie keer drie keer of meer keer keer 8. Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden nee ja ja 8. Isveranderd? het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden 8. Is het aantal dagen nee dat u werkt de afgelopen ja vier maanden veranderd? 9. veranderd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? ja nee nee 9.10. Heeft werk en gezinsleven 9.vrije tijd? nee nog voldoende vrije tijd? Weetuunaast in uwuw werk precies waarvoor unog welvoldoende en waarvoor uHeeft niet u naastjauw ja werk en gezinsleven nee nee 10. Weet u in uw werkbent? precies waarvoor u wel en waarvoor 10. u niet Weet u in uwjawerk precies waarvoornee u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? verantwoordelijk 11. verantwoordelijk Heeft u conflicten met uw collega’s? neebent? ja ja 11.12. Heeft met uwachtereen collega’s?dezelfde bewegingen 11. maken? Heeft u conflicten nee Moetuuconflicten in uw werk lang nee met uw collega’s?jaja ja 12. uwwerk werktelang achtereen dezelfde bewegingen 12. maken? Moet u in uwnee werk jaja bewegingen maken? 13. Moet Vindtu uinuw eenvoudig? nee lang achtereen dezelfde ja 13. werk te eenvoudig? nee jaja 14. Vindt Heeftuuuw zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of13.meerVindt u uw werk neete eenvoudig? 14. Heeft u zelf ingebeurtenissen het afgelopen jaar in uw werk éénongeval, of 14. meer Heeft u zelf in het afgelopen jaar injauw werk één of meer ja nee schokkende meegemaakt (bijv. schokkende gebeurtenissen ongeval, gebeurtenissen meegemaakt (bijv. ongeval, geweldsmisdrijf, ongewenstmeegemaakt intimiteiten,(bijv. agressie op het schokkende werk)? ongewenst intimiteiten, op het werk)? geweldsmisdrijf, 15. geweldsmisdrijf, Vindt u het inkomen van uw collega’s inagressie overeenstemming met ja ongewenst intimiteiten, nee agressie op het werk)? nee 15. Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming 15. Vindt met u het inkomen ja van uw collega’s neein overeenstemming met hun inspanning en prestaties? inspanning en prestaties? inspanning 16. hun Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde hun van een neeen prestaties? ja ja 16. Ikwerkdag. vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde 16. van Ik vind een het moeilijk nee om me te ontspannen ja aan het einde van een werkdag. 17. werkdag. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal nee ja ja 17. Mijn baanvoel. zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag 17. nogal Mijn baan zorgt needat ik me aan het eind ja van een werkdag nogal uitgeput 18. uitgeput Het kostvoel. mij moeite om mij te concentreren in mijn vrijeuitgeput uren na voel. nee ja ja 18. Het mij moeite om mij te concentreren in mijn18. vrije uren Het kost na mij nee moeite om mij te concentreren ja in mijn vrije uren na hetkost werk. werk. het werk. 19. het Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. • eens • oneens • oneens 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 19. Mijn chef besteedt • •eens aandacht aan wat• •oneens ikhelemaal zeg. helemaal eens oneens maal eens • helemaal • •helemaal eens • •helemaal 20.oneens Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. eens oneens oneens • oneens 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.20. Ik krijg geen •tegenstrijdige opdrachten • •oneens van anderen. •eens helemaal eens helemaal oneens maal eens • helemaal • •helemaal oneens 21.oneens Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe • •helemaal nooit eens regelmatig • regelmatig 21. Ikwerkdag voel mevoor vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer 21. eenIknieuwe voel me vermoeid • •nooit als ik ’s ochtends • •regelmatig opsta en er weer een nieuwe me ligt. sporadisch dikwijls adisch • dikwijls werkdag voor me ligt. werkdag voor• me • •dikwijls •sporadisch af ligt. en toe zeer dikwijls toe • zeer dikwijls • af en toe • •zeer dikwijls dagelijks • dagelijks • dagelijks 22. Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk. • nooit • regelmatig 22. Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk. 22. Ik voel me ‘opgebrand’ • •nooit door mijn werk. • regelmatig • •regelmatig sporadisch dikwijls adisch • •sporadisch • dikwijls • •dikwijls af en toe zeer dikwijls toe • af en toe • zeer dikwijls • •zeer dikwijls dagelijks • dagelijks • •dagelijks 23. Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. • nooit regelmatig 23. Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn23. werk.Ik merk dat ik• •nooit tesporadisch veel afstand heb gekregen van mijn werk. • regelmatig • •regelmatig dikwijls adisch • •sporadisch • dikwijls • •dikwijls af en toe zeer dikwijls toe • af en toe • zeer dikwijls • •zeer dikwijls dagelijks • dagelijks • dagelijks
- 12/56 - 12/56 -
- 12/56 -
Vraag/item Antwoordmogelijkheden Vraag/item Positief/neutraal Negatief1. Heeft u een langdurige ziekte? nee ja 1.2. Heeft ziekte? Heeftuueen de langdurige afgelopen vier maanden last gehad van ja Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van nee 2. vermoeidheidsklachten? Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? 3. vermoeidheidsklachten? • helemaal niet Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? 3. dan • wat meer • niet meer dan gewoonlijk gewoonlijk • veel meer dan gewoonlijk Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 4. • niet meer dan 4. nietHeeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? helemaal gewoonlijk • wat meer dan gewoonlijk • veel meer dan gewoonlijk 5. Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van • nooit • meestal 5. Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? • soms • altijd 6. verlegenheid? Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt • nooit • meestal 6. Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken? • soms • altijd 7. onderdrukken? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? minder dan drie 7. of meer Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? drie keer keer 8. Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden nee ja 8. Isveranderd? het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden 9. veranderd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? ja nee 9.10. Heeft werk en gezinsleven vrije Weetuunaast in uwuw werk precies waarvoor unog welvoldoende en waarvoor u tijd? niet ja nee 10. Weet u in uw werkbent? precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? 11. verantwoordelijk Heeft u conflicten met uw collega’s? nee ja 11.12. Heeft met uwachtereen collega’s?dezelfde bewegingen maken? Moetuuconflicten in uw werk lang nee ja 12. Moet u in uw werk lang achtereen 13. Vindt u uw werk te eenvoudig? dezelfde bewegingen maken? nee ja 13. werk te eenvoudig? 14. Vindt Heeftuuuw zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer 14. Heeft u zelf ingebeurtenissen het afgelopen jaar in uw werk éénongeval, of meer nee ja schokkende meegemaakt (bijv. schokkende gebeurtenissen ongeval, geweldsmisdrijf, ongewenstmeegemaakt intimiteiten,(bijv. agressie op het werk)? ongewenst intimiteiten, op het werk)? 15. geweldsmisdrijf, Vindt u het inkomen van uw collega’s inagressie overeenstemming met ja nee 15. Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? inspanning en prestaties? 16. hun Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een nee ja 16. Ikwerkdag. vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een 17. werkdag. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal nee ja 17. Mijn baanvoel. zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput 18. uitgeput Het kostvoel. mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na nee ja 18. Het mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na hetkost werk. werk. 19. het Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. • eens • oneens 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. • helemaal eens • helemaal 20.oneens Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. • eens • oneens 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. • helemaal eens • helemaal 21.oneens Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe • nooit • regelmatig 21. Ikwerkdag voel mevoor vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe me ligt. • sporadisch • dikwijls werkdag voor me ligt. • af en toe • zeer dikwijls • dagelijks 22. Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk. • nooit 22. Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk. • regelmatig • sporadisch • dikwijls • af en toe • zeer dikwijls • dagelijks 23. Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. • nooit 23. Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. • regelmatig • sporadisch • dikwijls • af en toe • zeer dikwijls • dagelijks
Antwoordmogelijkheden Antwoordmogelijkheden Positief/neutraal Negatief Positief/neutraal Negatief nee ja nee jaja nee ja nee • helemaal niet • wat meer dan • •helemaal niet • gewoonlijk wat meer dan niet meer dan niet meer dan • gewoonlijk gewoonlijk • veel meer dan gewoonlijk • gewoonlijk veel meer dan gewoonlijk • niet meer dan helemaal niet • gewoonlijk niet meer dan helemaal niet gewoonlijk • wat meer dan • gewoonlijk wat meer dan gewoonlijk • veel meer dan • gewoonlijk veel meer dan gewoonlijk • nooit • meestal • •nooit • •meestal soms altijd • •soms • •altijd nooit meestal • •nooit • •meestal soms altijd • minder soms dan drie • drie altijdkeer of meer minder drie keer of meer keer dan drie keer nee ja nee ja ja nee jaja nee nee ja nee nee ja nee jaja nee nee jaja nee nee jaja nee nee ja ja ja nee nee nee nee nee nee • eens • •eens helemaal eens • •helemaal eens eens • •eens helemaal eens • •helemaal nooit eens • •nooit sporadisch • •sporadisch af en toe • af en toe • nooit • •nooit sporadisch • •sporadisch af en toe • af en toe • nooit • •nooit sporadisch • •sporadisch af en toe • af en toe
nee nee ja ja ja ja ja ja • oneens • •oneens helemaal oneens • •helemaal oneens oneens • •oneens helemaal oneens • •helemaal oneens regelmatig • •regelmatig dikwijls • •dikwijls zeer dikwijls • •zeer dikwijls dagelijks • •dagelijks regelmatig • •regelmatig dikwijls • •dikwijls zeer dikwijls • •zeer dikwijls dagelijks • •dagelijks regelmatig • •regelmatig dikwijls • •dikwijls zeer dikwijls • •zeer dikwijls dagelijks • dagelijks
Bij een aantal vragen werden ook nog subvragen gesteld. De antwoorden op de subvragen worden in Bij een aantal vragen werden ook nog subvragen gesteld. De antwoorden op de subvragen worden in n op de subvragen worden Bij eenin aantal vragen werden ook nog subvragen gesteld. Bij een De aantal antwoorden vragen werden op de subvragen ook nog subvragen worden in gesteld. De antwoorden op de subvragen worden Bij eenin aantal vragen werden ook nog subvragen gesteld. De antwoorden op de subvragen worden in de itemanalyses niet verder gebruikt. de itemanalyses niet verder gebruikt. de itemanalyses niet verder gebruikt. de itemanalyses niet verder gebruikt. de itemanalyses niet verder gebruikt.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 13/56 -
- 13/56 -
Naast de in het bovenstaande overzicht vermelde vragen was er ook de vraag: “Naar wie gaat u bij
Naast de in het bovenstaande overzicht vermelde vragen was er ook de vraag: “Naar wie gaat u bij
problemen van uzelf in verband met uw werk toe?” Deze vraag uit de werkwijzer wordt per hoofdstuk,
problemen van uzelf in verband met uw werk toe?” Deze vraag uit de werkwijzer wordt per hoofdstuk,
voor de betreffende doorsneden apart behandeld omdat hier geen normering positief/negatief aan kan
voor de betreffende doorsneden apart behandeld omdat hier geen normering positief/negatief aan kan
worden toegekend. In een staafdiagram worden aan het begin van het hoofdstuk de antwoorden voor
worden toegekend. In een staafdiagram worden aan het begin van het hoofdstuk de antwoorden voor
de doorsneden uit dat hoofdstuk zichtbaar gemaakt. Antwoordmogelijkheden bij deze vraag waren
de doorsneden uit dat hoofdstuk zichtbaar gemaakt. Antwoordmogelijkheden bij deze vraag waren
(men kon meerdere mogelijkheden aankruisen):
(men kon meerdere mogelijkheden aankruisen):
iemand van de leiding, bepaalde collega’s, bedrijfsarts, huisarts, bedrijfsmaatschappelijk werk, vakbond, personeelszaken, partner en/of goede vriend(in), familie/vrienden, iemand anders, niemand/weet het niet.
iemand van de leiding, bepaalde collega’s, bedrijfsarts, huisarts, bedrijfsmaatschappelijk werk, vakbond, personeelszaken, partner en/of goede vriend(in), familie/vrienden, iemand anders, niemand/weet het niet.
3.5
Toelichting op de doorsnijdingen
3.5
Toelichting op de doorsnijdingen
TU/e versus PVA-referentiegroep
TU/e versus PVA-referentiegroep
In deze hoofdrapportage wordt allereerst de totale groep van respondenten van de TU/e vergeleken
In deze hoofdrapportage wordt allereerst de totale groep van respondenten van de TU/e vergeleken
met de PVA-referentiegroep. Deze totale groep van respondenten van de TU/e is groot genoeg om aan
met de PVA-referentiegroep. Deze totale groep van respondenten van de TU/e is groot genoeg om aan
te kunnen geven waar de verschillen tussen de TU/e en de PVA statistisch significant zijn. ‘Statistisch
te kunnen geven waar de verschillen tussen de TU/e en de PVA statistisch significant zijn. ‘Statistisch
significant’ betekent hier dat de gevonden verschillen met een zekerheid van 95% niet op toeval
significant’ betekent hier dat de gevonden verschillen met een zekerheid van 95% niet op toeval
berusten.
berusten.
Ook zal aangegeven worden waar de TU/e scores in absolute en relatieve zin opvallen door de hoogste
Ook zal aangegeven worden waar de TU/e scores in absolute en relatieve zin opvallen door de hoogste
en de laagste scores respectievelijk de grootste positieve en negatieve verschillen te tonen. In het
en de laagste scores respectievelijk de grootste positieve en negatieve verschillen te tonen. In het
algemeen wordt hier steeds de ‘top drie positief’ en de ‘top drie negatief’ getoond, tenzij er redenen
algemeen wordt hier steeds de ‘top drie positief’ en de ‘top drie negatief’ getoond, tenzij er redenen
zijn om hiervan af te wijken (bijvoorbeeld als verschillende antwoorden even hoog scoren). Men dient
zijn om hiervan af te wijken (bijvoorbeeld als verschillende antwoorden even hoog scoren). Men dient
te bedenken dat het hierbij steeds om een relatieve maat gaat. Wanneer een item bijvoorbeeld in de
te bedenken dat het hierbij steeds om een relatieve maat gaat. Wanneer een item bijvoorbeeld in de
top drie van ‘negatieve’ antwoorden staat, wil dat niet direct zeggen dat de TU/e hier in absolute zin
top drie van ‘negatieve’ antwoorden staat, wil dat niet direct zeggen dat de TU/e hier in absolute zin
een probleem heeft ten opzichte van de referentiegroep. Immers, het is goed mogelijk dat de score op
een probleem heeft ten opzichte van de referentiegroep. Immers, het is goed mogelijk dat de score op
dit item in absolute zin nog steeds onder die van de referentiegroep ligt (met andere woorden: dat er
dit item in absolute zin nog steeds onder die van de referentiegroep ligt (met andere woorden: dat er
op de TU/e minder klachten zijn over dit onderwerp dan ‘gemiddeld’ in Nederland).
op de TU/e minder klachten zijn over dit onderwerp dan ‘gemiddeld’ in Nederland).
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 14/56 -
- 14/56 -
Doorsneden door de TU/e versus de TU/e als geheel Doorsneden door de TU/e versus de TU/e als geheel
- 14/56 -
- 14/56 -
Doorsneden door de TU/e versus de TU/e als geheel
lende scores wordenVervolgens zullen voor een aantal doorsneden de binnen Vervolgens de TU/e zullen opvallende voor een aantal scores doorsneden worden de binnen de TU/e opvallende scores wordenVervolgens zullen voor een aantal doorsneden de binnen de TU/e opvallende scores worden
ngen: nationaliteit (inclusief vergeleken met de TU/e-gemiddelden. Het gaat hierbij vergeleken om demet vergelijkingen: de TU/e-gemiddelden. nationaliteitHet (inclusief gaat hierbij om de vergelijkingen: nationaliteit (inclusief vergeleken met de TU/e-gemiddelden. Het gaat hierbij om de vergelijkingen: nationaliteit (inclusief
tijd), functie, dienstjaren de Engelstalige en vragenlijst), geslacht, werktijdfactor de(voltijd Engelstalige dan wel vragenlijst), deeltijd), functie, geslacht, dienstjaren werktijdfactor en (voltijd dan wel deeltijd), functie, dienstjaren de Engelstalige en vragenlijst), geslacht, werktijdfactor (voltijd dan wel deeltijd), functie, dienstjaren en
n-totaal als specifieke leeftijd. Tevens worden resultaten van de faculteiten-totaal leeftijd. Tevens en de diensten-totaal worden resultaten als specifieke van de faculteiten-totaal en de diensten-totaal als specifieke leeftijd. Tevens worden resultaten van de faculteiten-totaal en de diensten-totaal als specifieke doorsnijding verwerkt.
doorsnijding verwerkt.
doorsnijding verwerkt.
at de aantallen respondenten Bij deze vergelijkingen kan geen significantie aangegeven Bij deze worden, vergelijkingen omdatkan de aantallen geen significantie respondenten aangegeven worden, omdat de aantallen respondenten Bij deze vergelijkingen kan geen significantie aangegeven worden, omdat de aantallen respondenten
itsluitend de getallenper groep in het algemeen te klein zijn. Bij alle analyses per groep staan in daarom het algemeen uitsluitend te klein de zijn. getallen Bij alle analyses staan daarom uitsluitend de getallenper groep in het algemeen te klein zijn. Bij alle analyses staan daarom uitsluitend de getallen
e format dat hier is geschetst. weergegeven die rechtstreeks uit het onderzoek blijken, weergegeven volgensdie hetrechtstreeks vaste formatuit dathet hier onderzoek is geschetst. blijken, volgens het vaste format dat hier is geschetst. weergegeven die rechtstreeks uit het onderzoek blijken, volgens het vaste format dat hier is geschetst.
3.6
Subrapportages
3.6
Subrapportages
3.6
Subrapportages
ten en diensten gemaakt Naast dit hoofdrapport zullen er subrapportages voor Naast eenditaantal hoofdrapport faculteiten zullen en diensten er subrapportages gemaakt voor een aantal faculteiten en diensten gemaakt Naast dit hoofdrapport zullen er subrapportages voor een aantal faculteiten en diensten gemaakt
antal van de geledingworden. meer Dit laatste is in principe alleen mogelijk als worden. het respondentenaantal Dit laatste is in principe van dealleen geleding mogelijk meer als het respondentenaantal van de geledingworden. meer Dit laatste is in principe alleen mogelijk als het respondentenaantal van de geleding meer dan 20 medewerkers bedraagt.
dan 20 medewerkers bedraagt.
dan 20 medewerkers bedraagt.
matische redenen gebeurt Voor dit alle faculteiten zullen subrapportages gemaakt Voor worden. alle faculteiten Om pragmatische zullen subrapportages redenen gebeurt gemaakt dit worden. Om pragmatische redenen gebeurt Voor dit alle faculteiten zullen subrapportages gemaakt worden. Om pragmatische redenen gebeurt dit ook bij Industrial Design, hoewel het respondentenaantal ook bij Industrial daar 19 is.Design, hoewel het respondentenaantal daar 19 is.
ook bij Industrial Design, hoewel het respondentenaantal daar 19 is.
n verband met de respons Voor de meeste diensten kan ook een subrapportage Voor gemaakt de meeste worden. diensten In verband kan ookmet eende subrapportage respons gemaakt worden. In verband met de respons Voor de meeste diensten kan ook een subrapportage gemaakt worden. In verband met de respons
ge diensten’: Communicatie worden de volgende diensten bij elkaar genomen onder worden het dekopje volgende ‘overige diensten diensten’: bij elkaar Communicatie genomen onder het kopje ‘overige diensten’: Communicatie worden de volgende diensten bij elkaar genomen onder het kopje ‘overige diensten’: Communicatie
um (begin 2006 opgegaan Service in Centrum, Studenten Service Centrum, Onderwijs Service Centrum, Service Centrum Studenten (begin Service 2006 Centrum, opgegaan Onderwijs in Service Centrum (begin 2006 opgegaan Service in Centrum, Studenten Service Centrum, Onderwijs Service Centrum (begin 2006 opgegaan in
Onderwijs en Studenten de Dienst Algemene Zaken, de Dienst Personeel en de Organisatie Dienst Algemene en het Zaken, Onderwijs de Dienst en Studenten Personeel en Organisatie en het Onderwijs en Studenten de Dienst Algemene Zaken, de Dienst Personeel en Organisatie en het Onderwijs en Studenten Service Centrum) en overigen.
Service Centrum) en overigen.
Service Centrum) en overigen.
r faculteit vergelekenInmet de subrapportages de van de faculteiten worden deInopvallende de subrapportages scores pervan faculteit de faculteiten vergeleken worden met de de opvallende scores per faculteit vergelekenInmet de subrapportages de van de faculteiten worden de opvallende scores per faculteit vergeleken met de
lijking plaats met descore scorevan vande faculteiten als geheel. Bij de dienstenscore vindtvan eenzelfde de faculteiten vergelijking als geheel. plaats Bij metdedediensten score van vindt eenzelfde vergelijking plaats met descore scorevan vande faculteiten als geheel. Bij de diensten vindt eenzelfde vergelijking plaats met de score van de diensten als geheel.
de diensten als geheel.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
de diensten als geheel.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 15/56 - 15/56 -
4. 4.
De TU/e vergeleken met de PVA referentiegroep De TU/e vergeleken met de PVA referentiegroep
- 15/56 - 15/56 -
4. 4.
De TU/e vergeleken met de PVA referentiegroep De TU/e vergeleken met de PVA referentiegroep
In dit hoofdstuk worden de scores van de TU/e vergeleken met de uitkomsten van de PVAIn dit hoofdstuk worden de scores van de TU/e vergeleken met de uitkomsten van de PVAreferentiegroep.
In dit hoofdstuk worden de scores van de TU/e vergeleken met de uitkomsten van de PVAIn dit hoofdstuk worden de scores van de TU/e vergeleken met de uitkomsten van de PVAreferentiegroep.
referentiegroep.
referentiegroep.
1. Heeft u een langdurige ziekte?
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
0%
10%
20%
24%30%
40%
50%
60%
0%
10%
20%
24%30%
40%
50%
60%
16%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
40%
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
22%
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
4% 5%
Vindt u uw werkgebeurtenissen te eenvoudig? 14. Heeft u één of 13. meer schokkende meegemaakt (afgelopen jaar)? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen 15. Vindt u inkomen collega'smeegemaakt in overeenstemming metjaar)? hun (afgelopen inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een inspanning/prestaties? werkdag 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal werkdag uitgeput voel. 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrijeuitgeput uren navoel. werk.
15% 17%
2% 2% 2% 2%
26% 29%
7% 7%
37% 23% 10%
7%
10%
7% 6% 6%
37%
16%
Vindt u uw werkgebeurtenissen te eenvoudig? 14. Heeft u één of 13. meer schokkende meegemaakt (afgelopen jaar)? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen 15. Vindt u inkomen collega'smeegemaakt in overeenstemming metjaar)? hun (afgelopen inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een inspanning/prestaties? werkdag 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal werkdag uitgeput voel. 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrijeuitgeput uren navoel. werk.
35% 35% 29% 22%
29%
45%
22% 37% 25% 21%
17%
45%
37%
25% 21% 26% 26%
17% 20%
10% 9% 7% 10%
u conflicten metbewegingen collega's? 12. Moet u in het werk 11. langHeeft achtereen dezelfde maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
TU/e sign.
14%
16%
9%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's?
PVA TU/e PVA TU/e sign. TU/e
23%
14%
22% 20% 17% 22% 17% 21% 21%
7%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
22%
19%
5% 7% 4% 5% 5% 4% 5%
15% 17% 15% 17%
2% 2% 2% 2%
9% 11% 9% 11%
7% 7%
37% 23% 10%
7%
10%
7% 6% 6%
Grafiek 4.1: TU/e versus Gra ekPVA4.1: TU/e referentiegroep versus PVAreferentiegroep
22. Ik voel me opgebrand door werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
37%
35% 35% 29% 22%
29%
45%
22% 37% 25% 21%
17%
45%
37%
25% 21% 26% 26%
17% 20%
10% 9% 7% 10%
TU/e sign.
14% 14%
16%
9%
PVA TU/e PVA TU/e sign. TU/e
23%
16%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk.
26% 29%
15% 15%
7% 7%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
39%
26% 29% 15% 15%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 39%
55%
40%
19% 22%
7%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
15% 15%
7% 7%
55% 40%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
26% 29% 15% 15%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
9% 11%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
22. Ik voel me opgebrand door werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
9% 11%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk.
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
15% 17%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
u conflicten metbewegingen collega's? 12. Moet u in het werk 11. langHeeft achtereen dezelfde maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
24%
16%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
19%
5% 7% 4% 5% 5%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's?
55%
40%
19% 22%
7%
16%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
55%
16%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
24%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
22% 20% 17% 22% 17% 21% 21%
7%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
39% 39%
Grafiek 4.1: TU/e versus Gra ekPVA4.1: TU/e referentiegroep versus PVAreferentiegroep
- 16/56 -
- 16/56 -
70%
70%
70%
60%
60%
60%
50%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10%
10%
0%
0%
0%
Grafiek 4.2: Naar wie bij problemen op het werk: PVA-TU/e (waarden zie bijlage 2)
PVA TU/e TU/e sign.
40% 30% 20%
d Co ing ll Be ega 's dr ijfs ar t M Hu s aa is ts art ch s .w Pe V er rs a k k on bo Pa ee nd rtn lsz a Fa / vr ke m ie n n ilie d( in / ) Ie vri en m an de d Ni n em an d ./ e we rs et ni et
Gra iek 4.2: Naar wie bij problemen op het werk: PVA-TU/e (waarden zie bijlage 2)
- 16/56 -
Le i
PVA TU/e TU/e sign.
d Co ing ll Be ega 's dr ijfs ar t M Hu s aa is ts art ch s .w Pe V er rs a k k on bo Pa ee nd rtn lsz a Fa / vr ke m ie n n ilie d( in / ) Ie vri en m an de d Ni n em an d L ./ e er w id s Coeet ing ll n Be egaiet 's dr ijfs ar t M Hu s aa is ts art ch s .w Pe V er rs a k k on bo Pa ee nd rtn lsz a Fa / vr ke m ie n n ilie d( in / ) Ie vri en m an de d Ni n em an d ./ e we rs et ni et
PVA TU/e TU/e sign.
Le i
PVA TU/e TU/e sign.
- 16/56 -
Gra iek 4.2: Naar wie bij problemen op het werk: PVA-TU/e (waarden zie bijlage 2)
Grafiek 4.2: Naar wie bij problemen op het werk: PVA-TU/e (waarden zie bijlage 2)
2 ef (apart aangegevenDe in scores de van de TU/e wijken op 16 van de 23 vragen De scores significant van de positief TU/e wijken (apart aangegeven op 16 van dein23devragen significant2 positief (apart aangegevenDe in scores de van de TU/e wijken op 16 van de 23 vragen significant2 positief (apart aangegeven in de
n niet significant. Dit grafiek) af tegenover de PVA-referentiegroep. De overige grafiek)afwijkingen af tegenoverzijn de PVA-referentiegroep. niet significant. Dit De overige afwijkingen zijn niet significant. Dit grafiek) af tegenover de PVA-referentiegroep. De overige afwijkingen zijn niet significant. Dit
rmoeidheid in de betekent dat de TU/e over het geheel t.a.v. het onderwerp betekent‘psychische dat de TU/evermoeidheid over het geheel in de t.a.v. het onderwerp ‘psychische vermoeidheid in de betekent dat de TU/e over het geheel t.a.v. het onderwerp ‘psychische vermoeidheid in de
rganisatie zal naar verwachting arbeidssituatie’ positiever scoort dan de referentiegroep. arbeidssituatie’ Binnen onze positiever organisatie scoortzal dannaar de referentiegroep. verwachting Binnen onze organisatie zal naar verwachting arbeidssituatie’ positiever scoort dan de referentiegroep. Binnen onze organisatie zal naar verwachting
vinden zal zijn dan in een dekleiner aantal medewerkers met een verhoogdeen risico kleiner op verzuim aantal medewerkers te vinden zal met zijn dan een verhoogd in de risico op verzuim te vinden zal zijn dan in een dekleiner aantal medewerkers met een verhoogd risico op verzuim te vinden zal zijn dan in de referentiegroep.
referentiegroep.
referentiegroep.
blemen op het werk’ Ook zijn er in het antwoordpatroon op de vraag ‘naar Ookwie zijngaat er in u het bij problemen antwoordpatroon op het op werk’ de vraag ‘naar wie gaat u bij problemen op het werk’ Ook zijn er in het antwoordpatroon op de vraag ‘naar wie gaat u bij problemen op het werk’ significante afwijkingen gevonden.
significante afwijkingen gevonden.
significante afwijkingen gevonden.
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
de de drie items metDe dedrie items waarop de TU/e de minst negatieveDe score drievertoont, items waarop alsmede de de TU/e driedeitems minst met negatieve de score vertoont, alsmede de drie items metDe dedrie items waarop de TU/e de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de
el.
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. % Nr 2% 4 2% 7 5% 5 % Nr 40% 2 37% 17 29% 9
Vraag waarop de TU/e het minst negatief scoort (top Nr 3 positief) Vraag waarop de TU/e het minst negatief % scoort (top 3 positief) 4 te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig 2% bezig te zijn? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier 2% maanden ziek gemeld? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen5% gevoelens van verlegenheid? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens5 van verlegenheid? Vraag waarop de TU/e het meest negatief scoort (top Nr 3 negatief) Vraag waarop de TU/e het meest negatief % scoort (top 3 negatief) 2 Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? 40% 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 37%de werkdag nogal uitgeput voel. 9 vrije Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende tijd? 29%
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. % Nr 2% 4 2% 7 5% 5 % Nr 40% 2 37% 17 29% 9
Vraag waarop de TU/e het minst negatief scoort (top 3 positief) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Vraag waarop de TU/e het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 2% 5% % 40% 37% 29%
2 2 2 eid van 95% niet op toeval Statistisch berust significant betekent hier dat het gevonden verschil Statistisch met significant een zekerheid betekent van 95% hierniet dat het op toeval gevonden berust verschil met een zekerheid van 95% niet op toeval Statistisch berust significant betekent hier dat het gevonden verschil met een zekerheid van 95% niet op toeval berust (p < 0,05). (p < 0,05). (p < 0,05).
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 17/56 -
- 17/56 -
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de PVA-referentiegroep
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de PVA-referentiegroep
De drie items waarop de TU/e positiever scoort evenals de drie items waarop de TU/e negatiever
De drie items waarop de TU/e positiever scoort evenals de drie items waarop de TU/e negatiever
scoort dan de PVA-referentiegroep, worden hieronder weergegeven.
scoort dan de PVA-referentiegroep, worden hieronder weergegeven.
Nr 15 20 2 Nr 9 6 8
Vraag waarop de TU/e positiever scoort dan de PVA-referentiegroep Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Vraag waarop de TU/e negatiever scoort dan de PVA-referentiegroep Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 19% sign.
Nr 15
19% sign. 15% sign. Verschil 3% 2% 2%
20 2 Nr 9 6 8
Vraag waarop de TU/e positiever scoort dan de PVA-referentiegroep Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Vraag waarop de TU/e negatiever scoort dan de PVA-referentiegroep Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 19% sign. 19% sign. 15% sign. Verschil 3% 2% 2%
- 18/56 - 18/56 -
- 18/56 -
5. 5.
- 18/56 - 18/56 -
- 18/56 -
Faculteiten totaal en diensten totaal Faculteiten totaal en diensten totaal 5. Faculteiten totaal en diensten totaal
5. 5.
Faculteiten totaal en diensten totaal Faculteiten totaal en diensten totaal
In dit hoofdstuk worden de opvallende scores van de verschillende faculteiten totaal en de diensten In dit hoofdstuk worden de opvallende scores van de verschillende faculteiten totaal en de diensten teiten totaal en de diensten In dit hoofdstuk worden de opvallende scores van In de dit verschillende hoofdstuk worden faculteiten de opvallende totaal en de scores diensten van de verschillende faculteiten totaal en de diensten In dit besproken. hoofdstuk worden de opvallende scores vandedeTU/e verschillende totaal besproken. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet. totaal De scores worden steeds tegen als geheelfaculteiten afgezet. totaal en de diensten
ezet.
totaal besproken. De scores worden steeds tegen de totaal TU/e besproken. als geheelDe afgezet. scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
35% 40% 45%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%
0%
5% 10% 15%16% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 14% 16% 14%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 40% 40% 38%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
% 32%
TU/e Faculteiten Diensten
37% 38% 34%
5% 4% 5% 5% 4% 5% 6% 3% 5% 6% 3% 2% 2% 1% 2% 2% 1%
11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt jaar)? met hun 15. Vindt u inkomen collega's in (afgelopen overeenstemming inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun 16. Ik vind hetinspanning/prestaties? moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel. 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk. 22. Ik voel me opgebrand door werk. .1:23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
Gra iek Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. Faculteiten23.totaal en Diensten totaal versus TU/e
7% 7% 6% 7% 7% 6% 7% 5% 7% 5% 6% 7% 5% 6% 7% 5%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 16% 14%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
40% 40% 38% 40% 2. Afgelopen vier maanden last gehad 40%van vermoeidheid? 19% 38% 19% 14% 19% 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 19% 14% 21%
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
17% 18% 14% 17% 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 18% 14%
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's?
21%
0%
11% 11% 11% 11% 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 11% 29% 11% 32% 20% 9. Heeft u naast werk29% en gezinsleven nog voldoende vrije 32% 15% 20% tijd? 16% 11% 15% TU/e 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 16% Faculteiten 11% TU/e
Diensten Faculteiten 11. Heeft u conflicten met collega's? 23% Diensten 23% 21% 23% 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen 23% maken? 21%
11%
12%
14%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%
0%
5% 10% 15%16% 20% 25% 30% 35% 40% 45%
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 17% 18% 14%
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
2% 2% 1%
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 11% 11% 11% 29% 32%
20% 11%
15% 16% TU/e
7% 7% 6%
Faculteiten Diensten 23% 23% 21% 11%
12%
16% 25% 22% 22% 19% 37% 38% 34% 21% 21% 20% 17% 16% 19% 20% 21% 19% 17% 18%
14%
9% Grafiek 5.1: 9% 9% Faculteiten totaal Gra iek .1: 7% en Dienstentotaal totaal 7% Faculteiten 7% versus TU/e totaal en Diensten versus TU/e
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
14% 16% 14%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
5% 6%
6% 7% 5%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
19% 19%
3%
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)?
25% 16% 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun 12% 22%inspanning/prestaties? 25% 22% 19% 16. Ik vind22% het moeilijk te ontspannen aan eind van een 22% 37% werkdag 19% 38% 34% 37% 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal 38% 21% uitgeput 34% voel. 21% 20% 21% 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 21% 17%20% 16% 19% 17% 16% 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20% 19% 21% 19% 20% 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21% 17% 19% 18% 14% 17% 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 18% 9% 14% 9% 9% 9% 22. Ik voel me opgebrand door werk. 9% 7%9% 7% 7% 7% 7% 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 7%
21%
5% 4% 5%
13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
16%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
0%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 40% 40% 38%
7% 5%
11%
totaal besproken. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
14% 5% 4% 5% 5% 4% 5% 6% 3% 5% 6% 3% 2% 2% 1% 2% 2% 1%
11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt jaar)? met hun 15. Vindt u inkomen collega's in (afgelopen overeenstemming inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun 16. Ik vind hetinspanning/prestaties? moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel. 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
11% 7% 7% 6% 7% 7% 6% 7% 5% 7% 5% 6% 7% 5% 6% 7% 5%
11%
15% 20% 16% 15% 16%
TU/e Faculteiten TU/e Diensten Faculteiten
23% 23% 21% 23% 23% 21%
Diensten
11% 11%
12% 12%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
Gra iek Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. Faculteiten23.totaal en Diensten totaal versus TU/e
29% 32% 29% 32%
20%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
22. Ik voel me opgebrand door werk. .1:23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
19% 19% 19% 19%
17% 18% 14% 17% 18% 14%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk.
40% 40% 38% 40% 40% 38%
11% 11% 11% 11% 11% 11%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's?
14%
21% 21%
9% 9% 9% 9% 9% 7%9% 7% 7% 7% 7% 7%
16% 16%
25%
22%25% 22% 19% 22% 22% 19%
21% 21% 20% 21% 21% 17%20% 16% 19% 17% 16% 20% 19% 21% 19% 20% 21% 17% 19% 18% 14% 17% 18% 14%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
37% 38% 34% 37% 38% 34%
Grafiek 5.1: Faculteiten Gra iek .1: totaal en Dienstentotaal totaal Faculteiten versus TU/e totaal en Diensten versus TU/e
- 19/56 -
- 19/56 -
80%
80%
70%
70%
60% 50%
60% 50%
TU/e Faculteiten Diensten
40% 30%
30%
0%
0%
Le id in C ol g l Be ega 's dr ijf sa rts M Hu aa is ts art ch s .w er P k V er so akb n o Pa eel nd s rtn za ke Fa / vr n ie m ilie nd( in /v Ie rie ) m an nde n d N an ie m d er ./ w s ee tn ie t
20% 10%
Le id in C ol g l Be ega 's dr ijf sa rts M Hu aa is ts art ch s .w er P k V er so akb n o Pa eel nd s rtn za ke Fa / vr n ie m ilie nd( in /v Ie rie ) m an nde n d N an ie m d er ./ w s ee tn ie t
20% 10%
5.1
TU/e Faculteiten Diensten
40%
Grafiek 5.2: Naar wie bij problemen op het werk: Faculteiten totaal, Diensten totaal, TU/e (waarden zie bijlage 2)
Faculteiten totaal
5.1
Grafiek 5.2: Naar wie bij problemen op het werk: Faculteiten totaal, Diensten totaal, TU/e (waarden zie bijlage 2)
Faculteiten totaal
De faculteiten van de TU/e omvatten 2155 medewerkers. Hiervan hebben 590 de vragenlijst
De faculteiten van de TU/e omvatten 2155 medewerkers. Hiervan hebben 590 de vragenlijst
geretourneerd (27%).
geretourneerd (27%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De drie items waarom de faculteiten totaal de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items
De drie items waarom de faculteiten totaal de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items
met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in
met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in
de top positief van de TU/e voor.
de top positief van de TU/e voor.
Nr 7 4 13 Nr 2 17 9
Vraag waarop de faculteiten totaal het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de faculteiten totaal het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 4% 5% % 40% 38% 32%
Nr 7 4 13 Nr 2 17 9
Vraag waarop de faculteiten totaal het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de faculteiten totaal het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 4% 5% % 40% 38% 32%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De drie items waarop de faculteiten totaal positiever scoren evenals het item waarop de faculteiten
De drie items waarop de faculteiten totaal positiever scoren evenals het item waarop de faculteiten
totaal met name negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
totaal met name negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 15 1 13
Nr 9
Vraag waarop de faculteiten totaal positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Heeft u een langdurige ziekte? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de faculteiten totaal negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 4%
Nr 15
2% 2%
1 13
Verschil
Nr
3%
9
Vraag waarop de faculteiten totaal positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Heeft u een langdurige ziekte? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de faculteiten totaal negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 4% 2% 2%
Verschil 3%
- 20/56 -
5.2
236 de vragenlijst
- 20/56 -
Diensten totaal
5.2
- 20/56 -
Diensten totaal
5.2
- 20/56 -
Diensten totaal
De diensten van de TU/e omvatten 580 medewerkers. De diensten Hiervanvan hebben de TU/e 236 omvatten de vragenlijst 580 medewerkers. Hiervan hebben 236 de vragenlijst
De diensten van de TU/e omvatten 580 medewerkers. Hiervan hebben 236 de vragenlijst
geretourneerd (41%).
geretourneerd (41%).
geretourneerd (41%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
nen, alsmede de drieDe items vier items waarom de diensten totaal de minst De negatieve vier items score waarom vertonen, de diensten alsmede totaal de drie deitems minst negatieve score vertonen, alsmede de drieDe items vier items waarom de diensten totaal de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items
siveerde items komen met niet de hoogste negatieve score, worden hierondermet weergegeven. de hoogsteGecursiveerde negatieve score, items worden komen hieronder niet weergegeven. Gecursiveerde items komen met niet de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet voor in de top positief of de top negatief van de TU/e. voor in de top positief of de top negatief van de TU/e.
issen
% Nr 1% 7 3% 5 5% 4 5% 14
el. g en prestaties?
% Nr 38%2 34%17 25%15
Vraag waarop de diensten totaal het minst negatief Nrscoren Vraag (topwaarop 4 positief) de diensten totaal het minst % negatief scoren (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier 1% maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens5 van verlegenheid? 3% gevoelens van verlegenheid? 4 te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig 5%zinvol bezig te zijn? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer 14 schokkende Heeft u zelf gebeurtenissen in het afgelopen jaar in uw 5% werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? meegemaakt? Vraag waarop de diensten totaal het meest negatief Nrscoren Vraag (topwaarop 3 negatief) de diensten totaal het meest % negatief scoren (top 3 negatief) 2 Heeft u de afgelopen maanden last gehad Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? 38% van vermoeidheid? 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 34% Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming 15 met Vindt hun u het inspanning inkomen en vanprestaties? uw collega’s in25% overeenstemming met hun inspanning en prestaties?
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
voor in de top positief of de top negatief van de TU/e. % Nr 1% 7 3% 5 5% 4 5% 14 % Nr 38%2 34%17 25%15
Vraag waarop de diensten totaal het minst negatief scoren (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop de diensten totaal het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties?
% 1% 3% 5% 5% % 38% 34% 25%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
e items waarop de diensten De drie items waarop de diensten totaal positieverDe scoren drie evenals items waarop de driedeitems diensten waarop totaal de diensten positiever scoren evenals de drie items waarop de diensten De drie items waarop de diensten totaal positiever scoren evenals de drie items waarop de diensten
ven.
delijk bent?
anning en
totaal negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn totaal hieronder negatiever weergegeven. scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 9% 9 5% 3 4% 10 Verschil Nr 9% 15 5% 1 4% 13
Vraag waarop de diensten totaal positiever scorenNr dan TU/e-gemiddeld Vraag waarop de diensten totaal positiever Verschil scoren dan TU/e-gemiddeld 9 vrije Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende tijd? 9% 3 Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? 5%of neerslachtig gevoeld? Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u nietuverantwoordelijk bent? 10 Weet in uw werk precies waarvoor 4% u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Vraag waarop de diensten totaal negatiever scorenNr dan TU/e-gemiddeld Vraag waarop de diensten totaal negatiever Verschil scoren dan TU/e-gemiddeld 15 Vindtmet u het inkomen van uw in overeenstemming met hun inspanning en Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming hun inspanning en collega’s 9% prestaties? prestaties? 1 Heeft u een langdurige ziekte? Heeft u een langdurige ziekte? 5% 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Vindt u uw werk te eenvoudig? 4%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
totaal negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 9% 9 5% 3 4% 10 Verschil Nr 9% 15 5% 1 4% 13
Vraag waarop de diensten totaal positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Vraag waarop de diensten totaal negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Heeft u een langdurige ziekte? Vindt u uw werk te eenvoudig?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 9% 5% 4% Verschil 9% 5% 4%
- 21/56 -
6.
Functiecategorieën
- 21/56 -
6.
Functiecategorieën
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de verschillende functies besproken. De scores
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de verschillende functies besproken. De scores
worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet. Allereerst worden de wetenschappelijke functies
worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet. Allereerst worden de wetenschappelijke functies
bekeken, daarna komen de OBP-functies aan de orde.
bekeken, daarna komen de OBP-functies aan de orde.
6.1
6.1
Wetenschappelijk personeel
De volgende WP-functies zijn onderscheiden:
Wetenschappelijk personeel
De volgende WP-functies zijn onderscheiden:
hoogleraren (afgekort met HGL),
tijdelijk wetenschappelijk personeel (WP-temp),
hoogleraren (afgekort met HGL),
tijdelijk wetenschappelijk personeel (WP-temp),
universitair hoofddocenten (UHD),
overig wetenschappelijk personeel (OWP, restgroep).
universitair hoofddocenten (UHD),
overig wetenschappelijk personeel (OWP, restgroep).
universitair docenten (UD),
universitair docenten (UD),
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
0%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
1. Heeft u een langdurige ziekte?
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
TU/e UHD UD WP-temp
40%
12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
OWP
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)?
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)?
15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun inspanning/prestaties?
15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun inspanning/prestaties?
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel.
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel.
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
30%
11. Heeft u conflicten met collega's?
13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
20%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
HGL
13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
22. Ik voel me opgebrand door werk.
10%
Grafiek 6.1: WP-functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
22. Ik voel me opgebrand door werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
50%
60%
TU/e HGL UHD UD WP-temp OWP
Grafiek 6.1: WP-functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
- 22/56 -
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10%
0%
0%
70% TU/e HGL UHD UD WP-temp OWP
Le i
Gra iek 6.2: Naar wie bij problemen op het werk: WP-functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
TU/e HGL UHD UD WP-temp OWP
50% 40% 30% 20% 10% 0%
Grafiek 6.2: Naar wie bij problemen op het werk: WP-functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
6.1.1 Hoogleraren
60%
TU/e HGL UHD UD WP-temp OWP
6.1.1 Hoogleraren
d Co ing ll Be ega 's dr ijfs ar t M Hu s aa isa ts c h r ts .w Pe V er rs ak k on bo Pa ee nd rtn lsza Fa / vr ken m ie n ilie d / v (in) Ie m rien a de Ni nd n em an d ./ e we rs et ni et
70%
- 22/56 -
Le i
70%
- 22/56 -
d Co ing ll Be ega 's dr ijfs ar t M Hu s aa isa ts c h r ts .w Pe V er rs ak k on bo Pa ee nd rtn lsza Fa / vr ken m ie n ilie d( in / ) Ie vri en m a de Ni nd n em an d ./ L er weei s d Co et ning ll ie Be ega t 's dr ijfs ar t M Hu s aa isa ts c h r ts .w Pe V er rs ak k on bo Pa ee nd rtn lsza Fa / vr ken m ie n ilie d / v (in) Ie m rien a de Ni nd n em an d ./ e we rs et ni et
U/e GL HD D WP-temp WP
- 22/56 -
Gra iek 6.2: Naar wie bij problemen op het werk: WP-functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Grafiek 6.2: Naar wie bij problemen op het werk: WP-functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
6.1.1 Hoogleraren
vragenlijst geretourneerd De groep (31%).van hoogleraren bestaat uit 157 personen. Hiervan De groephebben van hoogleraren 49 de vragenlijst bestaatgeretourneerd uit 157 personen. (31%). Hiervan hebben 49 de vragenlijst geretourneerd De groep (31%).van hoogleraren bestaat uit 157 personen. Hiervan hebben 49 de vragenlijst geretourneerd (31%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
, alsmede de drie items De drie met items de waarop de hoogleraren de minst negatieve De driescore itemsvertonen, waarop de alsmede hoogleraren de driedeitems minstmet negatieve de score vertonen, alsmede de drie items De drie met items de waarop de hoogleraren de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de items komen niet inhoogste de top negatieve score, worden hieronder weergegeven. hoogsteGecursiveerde negatieve score, items worden komen hieronder niet in weergegeven. de top Gecursiveerde items komen niet inhoogste de top negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
el.
positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr 0% 7 2% 4 2% 13 % Nr 57%9 47%17 43%20
positief of de top negatief van de TU/e voor.
Vraag waarop de hoogleraren het minst negatief scoren Nr Vraag (top 3waarop positief)de hoogleraren het minst % negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? 0%maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig 2%zinvol bezig te zijn? 4 te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad Vindt u uw werk te eenvoudig? 2% 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de hoogleraren het meest negatief scoren Nr Vraag (top 3waarop negatief) de hoogleraren het meest % negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende tijd? 57% 9 vrije Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 47% Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 20 Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van 43%anderen.
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr 0% 7 2% 4 2% 13 % Nr 57%9 47%17 43%20
Vraag waarop de hoogleraren het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de hoogleraren het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
% 0% 2% 2% % 57% 47% 43%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
ems waarop de hoogleraren De vier items waarop de hoogleraren positiever scoren De vier evenals itemsde waarop drie items de hoogleraren waarop de positiever hoogleraren scoren evenals de drie items waarop de hoogleraren De vier items waarop de hoogleraren positiever scoren evenals de drie items waarop de hoogleraren
el.
negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder negatiever weergegeven. scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 15%12 6%1 5%2 5%13 Verschil Nr 28% 9 23% 20 10% 17
Vraag waarop de hoogleraren positiever scoren dan Nr TU/e-gemiddeld Vraag waarop de hoogleraren positiever Verschil scoren dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen 12 Moet maken? u in uw werk lang achtereen dezelfde 15% bewegingen maken? 1 Heeft u een langdurige ziekte? Heeft u een langdurige ziekte? 6% 2 Heeft u de afgelopen maanden last gehad Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? 5% van vermoeidheidsklachten? 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Vindt u uw werk te eenvoudig? 5% Vraag waarop de hoogleraren negatiever scoren dan Nr TU/e-gemiddeld Vraag waarop de hoogleraren negatiever Verschil scoren dan TU/e-gemiddeld 9 Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 28% 20 Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 23% 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 10%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 15%12 6%1 5%2 5%13 Verschil Nr 28% 9 23% 20 10% 17
Vraag waarop de hoogleraren positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Heeft u een langdurige ziekte? Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de hoogleraren negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 15% 6% 5% 5% Verschil 28% 23% 10%
- 23/56 -
- 23/56 -
6.1.2 Universitair hoofddocenten (UHD’s)
6.1.2 Universitair hoofddocenten (UHD’s)
De groep van UHD’s bestaat uit 128 personen. Hiervan hebben 37 de vragenlijst geretourneerd (29%).
De groep van UHD’s bestaat uit 128 personen. Hiervan hebben 37 de vragenlijst geretourneerd (29%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De drie items waarop de UHD’s de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
De drie items waarop de UHD’s de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
positief van de TU/e voor.
positief van de TU/e voor.
Nr 4 7 13 Nr 9 17 2
Vraag waarop de UHD’s het minst negatief scoren (top 3 positief) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de UHD’s het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
% 0% 0% 0% % 46% 43% 35%
Nr 4 7 13 Nr 9 17 2
Vraag waarop de UHD’s het minst negatief scoren (top 3 positief) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de UHD’s het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
% 0% 0% 0% % 46% 43% 35%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De drie items waarop de UHD’s positiever scoren evenals de vier items waarop de UHD’s negatiever
De drie items waarop de UHD’s positiever scoren evenals de vier items waarop de UHD’s negatiever
scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 3 12 13 Nr 9 18 1 17
Vraag waarop de UHD’s positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de UHD’s negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Heeft u een langdurige ziekte? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.
Verschil 8% 7% 7% Verschil 17% 6% 6% 6%
Nr 3 12 13 Nr 9 18 1 17
Vraag waarop de UHD’s positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de UHD’s negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Heeft u een langdurige ziekte? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.
Verschil 8% 7% 7% Verschil 17% 6% 6% 6%
6.1.3 Universitair docenten (UD’s)
6.1.3 Universitair docenten (UD’s)
De groep van UD’s bestaat uit 304 personen. Hiervan hebben 100 de vragenlijst geretourneerd (33%).
De groep van UD’s bestaat uit 304 personen. Hiervan hebben 100 de vragenlijst geretourneerd (33%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De drie items waarop de UD’s de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
De drie items waarop de UD’s de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
positief van de TU/e voor.
positief van de TU/e voor.
Nr 7 13 5
Vraag waarop de UD’s het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Vindt u uw werk te eenvoudig? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
% 3% 3% 5%
Nr 7 13 5
Vraag waarop de UD’s het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Vindt u uw werk te eenvoudig? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
% 3% 3% 5%
- 24/56 -
el. n?
% Nr 46% 17 45% 2 9 41%
- 24/56 -
Vraag waarop de UD’s het meest negatief scorenNr (top 3 Vraag negatief) waarop de UD’s het meest negatief % scoren (top 3 negatief) 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 46% 2 vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van 45%gehad van vermoeidheidsklachten? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 41% 9 Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
- 24/56 -
% Nr 46% 17 45% 2 9 41%
- 24/56 -
Vraag waarop de UD’s het meest negatief scoren (top 3 negatief) Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 46% 45% 41%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
aarop de UD’s negatiever De drie items waarop de UD’s positiever scoren evenals De driedeitems drie items waarop waarop de UD’s de positiever UD’s negatiever scoren evenals de drie items waarop de UD’s negatiever De drie items waarop de UD’s positiever scoren evenals de drie items waarop de UD’s negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
dag voor me
oel.
Vraag waarop de UD’s positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop de UD’s positiever scoren Verschil dan TU/e-gemiddeld 12 Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 5% 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Vindt u uw werk te eenvoudig? 4% voel me vermoeid ik me ’s ochtends Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er21weer Ik een nieuwe werkdagals voor 3%opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt. ligt. Verschil Nr Vraag waarop de UD’s negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop de UD’s negatiever scoren Verschil dan TU/e-gemiddeld 14%16 16eindIk vind moeilijk om me te ontspannen Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het van eenhet werkdag. 14% aan het eind van een werkdag. 12%9 9 Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 12% 9%17 17 Mijn baan zorgt dat Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.ik me aan het eind 9%van een werkdag nogal uitgeput voel. Verschil Nr 5%12 4%13 3%21
6.1.4 Tijdelijk wetenschappelijk personeel (tijdelijk 6.1.4 Tijdelijk WP) wetenschappelijk personeel (tijdelijk WP)
scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Vraag waarop de UD’s positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Vindt u uw werk te eenvoudig? Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt. Verschil Nr Vraag waarop de UD’s negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld 14%16 Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het eind van een werkdag. 12%9 Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 9%17 Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Verschil Nr 5%12 4%13 3%21
Verschil 5% 4% 3% Verschil 14% 12% 9%
6.1.4 Tijdelijk wetenschappelijk personeel (tijdelijk WP)
vragenlijst geretourneerd De groep (21%). van tijdelijk WP bestaat uit 885 personen. Hiervan De groephebben van tijdelijk 189 deWP vragenlijst bestaat uit geretourneerd 885 personen. (21%). Hiervan hebben 189 de vragenlijst geretourneerd De groep (21%). van tijdelijk WP bestaat uit 885 personen. Hiervan hebben 189 de vragenlijst geretourneerd (21%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
, alsmede de drie items De vier met items de waarop het tijdelijk WP de minst negatieve De vier score itemsvertoont, waarop het alsmede tijdelijk deWP driedeitems minst met negatieve de score vertoont, alsmede de drie items De vier met items de waarop het tijdelijk WP de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de items komen niet inhoogste de top negatieve score, worden hieronder weergegeven. hoogsteGecursiveerde negatieve score, items worden komen hieronder niet in weergegeven. de top Gecursiveerde items komen niet inhoogste de top negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
n? el.
positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr 3%7 3%13 4%4 4%11 % Nr 42% 2 42% 17 31%12
positief of de top negatief van de TU/e voor.
Vraag waarop het tijdelijk WP het minst negatief Nr scoortVraag (top 4waarop positief) het tijdelijk WP het minst % negatief scoort (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? 3%maanden ziek gemeld? Vindt u uw werk te eenvoudig? 3% 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig 4 te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad 4% zinvol bezig te zijn? Heeft u conflicten met uw collega’s? 4% 11 Heeft u conflicten met uw collega’s? Vraag waarop het tijdelijk WP het meest negatief Nr scoortVraag (top 3waarop negatief) het tijdelijk WP het meest % negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van2 vermoeidheidsklachten? 42% 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 42% Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen 31%bewegingen maken? 12 maken? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr 3%7 3%13 4%4 4%11 % Nr 42% 2 42% 17 31%12
Vraag waarop het tijdelijk WP het minst negatief scoort (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Vindt u uw werk te eenvoudig? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u conflicten met uw collega’s? Vraag waarop het tijdelijk WP het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
% 3% 3% 4% 4% % 42% 42% 31%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
ems waarop het tijdelijk De vier WPitems waarop het tijdelijk WP positiever scoort De vier evenals itemsde waarop drie items het tijdelijk waaropWP het positiever tijdelijk WP scoort evenals de drie items waarop het tijdelijk De vier WPitems waarop het tijdelijk WP positiever scoort evenals de drie items waarop het tijdelijk WP
panning en
negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder negatiever weergegeven. scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr Vraag waarop het tijdelijk WP positiever scoort dan Nr TU/e-gemiddeld Vraag waarop het tijdelijk WP positiever Verschil scoort dan TU/e-gemiddeld 8%15 15 Vindtmet u het inkomen van uw in overeenstemming met hun inspanning en Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming hun inspanning en collega’s8% prestaties? prestaties? 5%9 vrije tijd? Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende vrije9 tijd? Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende 5% 4%19 19 Mijn chef besteedt aandacht aan wat 4% ik zeg. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 4%13 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Vindt u uw werk te eenvoudig? 4%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr Vraag waarop het tijdelijk WP positiever scoort dan TU/e-gemiddeld 8%15 Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? 5%9 Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 4%19 Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 4%13 Vindt u uw werk te eenvoudig?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 8% 5% 4% 4%
- 25/56 -
Nr 12 17 21
Vraag waarop het tijdelijk WP negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.
Verschil 8% 5%
Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt.
4%
- 25/56 -
Nr 12 17 21
Vraag waarop het tijdelijk WP negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.
Verschil 8% 5%
Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt.
4%
6.1.5 Overig wetenschappelijk personeel (OWP)
6.1.5 Overig wetenschappelijk personeel (OWP)
De groep van OWP bestaat uit 204 personen. Hiervan hebben 42 de vragenlijst geretourneerd (21%).
De groep van OWP bestaat uit 204 personen. Hiervan hebben 42 de vragenlijst geretourneerd (21%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De vijf items waarop het OWP de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de
De vijf items waarop het OWP de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
positief of de top negatief van de TU/e voor.
positief of de top negatief van de TU/e voor.
Nr 7 1 5 11 14 Nr 2 17 8
Vraag waarop het OWP het minst negatief scoort (top 5 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u een langdurige ziekte? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop het OWP het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd?
% 2% 5% 5% 5% 5%
Nr 7 1 5 11 14
% 45% 29% 26%
Nr 2 17 8
Vraag waarop het OWP het minst negatief scoort (top 5 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u een langdurige ziekte? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop het OWP het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd?
% 2% 5% 5% 5% 5% % 45% 29% 26%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De vier items waarop het OWP positiever scoort evenals de drie items waarop het OWP negatiever
De vier items waarop het OWP positiever scoort evenals de drie items waarop het OWP negatiever
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 1 17 20 9 Nr 8 21 2
6.2
Vraag waarop het OWP positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u een langdurige ziekte? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Vraag waarop het OWP negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
Verschil 11% 8% 8% 8% Verschil 15% 7% 5%
Ondersteunend en beheerspersoneel
Nr 1 17 20 9 Nr 8 21 2
6.2
Vraag waarop het OWP positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u een langdurige ziekte? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Vraag waarop het OWP negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
Verschil 11% 8% 8% 8% Verschil 15% 7% 5%
Ondersteunend en beheerspersoneel
In de volgende paragrafen worden de opvallende scores voor de verschillende categorieën van het
In de volgende paragrafen worden de opvallende scores voor de verschillende categorieën van het
ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) weergegeven. Bij de indeling in functiecategorieën is zo
ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) weergegeven. Bij de indeling in functiecategorieën is zo
veel mogelijk de UFO-systematiek (Universitair Functie Ordenen) gevolgd:
veel mogelijk de UFO-systematiek (Universitair Functie Ordenen) gevolgd:
onderwijs- en onderzoeksondersteuning (aangeduid met OBP2); administratieve en secretariële ondersteuning (OBP3); facilitaire zaken (OBP5);
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
onderwijs- en onderzoeksondersteuning (aangeduid met OBP2); administratieve en secretariële ondersteuning (OBP3); facilitaire zaken (OBP5);
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 26/56 -
- 26/56 -
- 26/56 -
- 26/56 -
ag om ze apart te kunnen g’:
ICT medewerkers (OBP6); ICT medewerkers (OBP6); ICT medewerkers (OBP6); management en bestuursondersteuning (OBP7); management en bestuursondersteuning (OBP7); management en bestuursondersteuning (OBP7); bij de overige OBP categorieën was de respons afzonderlijk bij de overige te laag OBP omcategorieën ze apart te was kunnen de respons afzonderlijk te laag om ze apart te kunnen bij de overige OBP categorieën was de respons afzonderlijk te laag om ze apart te kunnen behandelen; deze zijn samengevat onder de noemer behandelen; ‘OBP overig’: deze zijn samengevat onder de noemer ‘OBP overig’: behandelen; deze zijn samengevat onder de noemer ‘OBP overig’: o arbo en milieu, o arbo en milieu, o arbo en milieu, o personeel en organisatie, o personeel en organisatie, o personeel en organisatie, o PR, voorlichting en communicatie, o PR, voorlichting en communicatie, o PR, voorlichting en communicatie, o studentgerichte ondersteuning, o studentgerichte ondersteuning, o studentgerichte ondersteuning, o bijzondere functies, o bijzondere functies, o bijzondere functies, o overig OBP. o overig OBP. o overig OBP. orie leidend. In Bijlage Bij3mensen is een die in meer dan één UFO categorie vallen, Bij mensen is de hoofdcategorie die in meer dan leidend. één UFO In Bijlage categorie 3 isvallen, een is de hoofdcategorie leidend. In Bijlage Bij3mensen is een die in meer dan één UFO categorie vallen, is de hoofdcategorie leidend. In Bijlage 3 is een
functies. 50%
overzicht opgenomen van alle UFO functiefamilies overzicht en de bijbehorende opgenomenfuncties. van alle UFO functiefamilies en de bijbehorende functies. 60%
TU/e OBP2 OBP3 OBP5 OBP6 OBP7 OBP Overig
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
overzicht opgenomen van alle UFO functiefamilies en de bijbehorende functies. 60%
0%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
1. Heeft u een langdurige ziekte?
1. Heeft u een langdurige ziekte?
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
11. Heeft u conflicten met collega's?
12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)?
TU/e OBP2 OBP3 12. Moet u in het werk lang achtereen OBP5 dezelfde bewegingen maken? OBP6 OBP7 13. Vindt u uw werk te eenvoudig? OBP Overig 11. Heeft u conflicten met collega's?
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)?
TU/e OBP2 OBP3 OBP5 OBP6 OBP7 OBP Overig
13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel.
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel.
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel.
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
40%
50%
60%
TU/e OBP2 OBP3 OBP5 OBP6 OBP7 OBP Overig
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun inspanning/prestaties?
Grafiek 6.3: OBPfuncties versus TU/e zie bijlage 2) 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn(waarden werk.
30%
12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun inspanning/prestaties?
22. Ik voel me opgebrand door werk.
20%
11. Heeft u conflicten met collega's?
15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun inspanning/prestaties?
Gra iek 6. : OB 22. Ik voel me opgebrand door werk. functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2) dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 23. Ik merk
10%
Gra iek 6. : OB 22. Ik voel me opgebrand door werk. functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2) dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 23. Ik merk
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Grafiek 6.3: OBPfuncties versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
- 27/56 -
- 27/56 -
80%
80%
70%
70%
TU/e
60% 50% 40% 30% 20%
OBP2
60%
OBP3 OBP5
50% 40%
OBP6 OBP7
30%
OBP2 OBP3 OBP5 OBP6 OBP7
20%
OBP Overig
10%
TU/e
OBP Overig
10%
Le id in g C ol le g B ed a's rij fs ar ts H M ui aa s ts art ch s .w er P k er Va so kb ne on el d sz P ar ak tn en /v F am rie nd ili e/ (in vr ) ie Ie nd m an en d N an ie m de ./ rs w ee tn ie t
0%
Le id in g C ol le g B ed a's rij fs ar ts H M ui aa s ts art ch s .w er P k er Va so kb ne on el d sz P ar ak tn en /v F am rie nd ili e/ (in vr ) ie Ie nd m an en d N an ie m de ./ rs w ee tn ie t
0%
Grafiek 6.4: Naar wie bij problemen op het werk: OBP-functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Grafiek 6.4: Naar wie bij problemen op het werk: OBP-functies versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
6.2.1 Onderwijs- en onderzoeksondersteuning (OBP2)
6.2.1 Onderwijs- en onderzoeksondersteuning (OBP2)
De groep van OBP2 bestaat uit 322 personen. Hiervan hebben 112 de vragenlijst geretourneerd (35%).
De groep van OBP2 bestaat uit 322 personen. Hiervan hebben 112 de vragenlijst geretourneerd (35%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De vier items waarop het OBP2 de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de
De vier items waarop het OBP2 de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
positief van de TU/e voor.
positief van de TU/e voor.
Nr 7 20 4 14 Nr 2 9 17
Vraag waarop het OBP2 het minst negatief scoort (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (bijv. ongeval, geweldsmisdrijf, ongewenste intimiteiten, agressie op het werk)? Vraag waarop het OBP2 het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.
% 1% 2% 4% 4%
Nr 7 20 4 14
% 43% 26% 26%
Nr 2 9 17
Vraag waarop het OBP2 het minst negatief scoort (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (bijv. ongeval, geweldsmisdrijf, ongewenste intimiteiten, agressie op het werk)? Vraag waarop het OBP2 het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.
% 1% 2% 4% 4% % 43% 26% 26%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De drie items waarop het OBP2 positiever scoort evenals de drie items waarop het OBP2 negatiever
De drie items waarop het OBP2 positiever scoort evenals de drie items waarop het OBP2 negatiever
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 20 16 17 Nr 1 10 13
Vraag waarop het OBP2 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. In vind het moeilijk me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Vraag waarop het OBP2 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u een langdurige ziekte? Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Vindt u uw werk te eenvoudig?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 18% 11% 11% Verschil 7% 6% 6%
Nr 20 16 17 Nr 1 10 13
Vraag waarop het OBP2 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. In vind het moeilijk me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Vraag waarop het OBP2 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u een langdurige ziekte? Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Vindt u uw werk te eenvoudig?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 18% 11% 11% Verschil 7% 6% 6%
- 28/56 -
- 28/56 -
6.2.2 Administratieve en secretariële ondersteuning (OBP3) 6.2.2 Administratieve en secretariële ondersteuning (OBP3)
- 28/56 -
- 28/56 -
6.2.2 Administratieve en secretariële ondersteuning (OBP3)
genlijst geretourneerd van121 OBP3 bestaat uitgeretourneerd 312 personen. (39%). Hiervan hebben 121 de vragenlijst geretourneerd De groep groep van OBP3 bestaat uit 312 personen. Hiervan hebben de vragenlijst groep van OBP3 bestaat uit 312 personen. Hiervan hebben 121 de vragenlijst geretourneerd (39%). De(39%). De(39%). a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
ede de drie items met Descore drie vertoont, items waarop het OBP3 minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met Dededrie items waarop het OBP3 de minst negatieve alsmede de driedeitems met de Dededrie items waarop het OBP3 de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de
erde item komt niet in de topnegatieve score, worden hieronder weergegeven. hoogste Het negatieve score, worden hieronder Het gecursiveerde item komt niet in de topnegatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top hoogste gecursiveerde item komt niet inweergegeven. de top hoogste negatief van de TU/e voor.
negatief van de TU/e voor.
n?
% Nr 1% 7 4%5 5% 4 % Nr 40% 2 33%12 24% 9
negatief van de TU/e voor.
waarop het OBP3 het minst negatief scoort (top 3 positief) Vraag waarop het OBP3 het minst negatief scoortNr(top 3Vraag positief) % Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7 ziek gemeld? 1%maanden ziek gemeld? 5 van Ervaart u in het gezelschap van anderen Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens verlegenheid? 4% gevoelens van verlegenheid? 4 Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5%zinvol bezig te zijn? Nr Vraag waarop het OBP3 het meest negatief scoort (top 3 negatief) Vraag waarop het OBP3 het meest negatief scoort (top 3 negatief) % 2 Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? 40% 12 maken? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen 33%bewegingen maken? 9 Heeft u naast uw werk en gezinsleven24% nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% Nr 1% 7 4%5 5% 4 % Nr 40% 2 33%12 24% 9
Vraag waarop het OBP3 het minst negatief scoort (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Vraag waarop het OBP3 het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 1% 4% 5% % 40% 33% 24%
Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e waarop het OBP3 negatiever De vierde items het OBP3 scoort evenals de drie items waarop het OBP3 negatiever De vier items waarop het OBP3 positiever scoort evenals driewaarop items waarop hetpositiever OBP3 negatiever De vier items waarop het OBP3 positiever scoort evenals de drie items waarop het OBP3 negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
oel.
rdelijk bent? rk.
panning en
Verschil Nr 14%17 12%20 8%10 8%18 Verschil Nr 10%12 9%13 7% 15
Nr Vraag waarop het OBP3 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Vraag waarop het OBP3 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Verschil 17 Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. 14% 20 Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 12% 10 Weet u in uw werk precies waarvoor u wel Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? 8% en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? 18 Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. 8% Nr Vraag waarop het OBP3 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Vraag waarop het OBP3 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Verschil 12 Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 10% bewegingen maken? 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Vindt u uw werk te eenvoudig? 9% 15 Vindtmet u het inkomen van uw in overeenstemming met hun inspanning en Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming hun inspanning en collega’s7% prestaties? prestaties?
6.2.3 Facilitaire zaken (OBP5)
6.2.3 Facilitaire zaken (OBP5)
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 14%17 12%20 8%10 8%18 Verschil Nr 10%12 9%13 7% 15
Vraag waarop het OBP3 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Vraag waarop het OBP3 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties?
Verschil 14% 12% 8% 8% Verschil 10% 9% 7%
6.2.3 Facilitaire zaken (OBP5)
genlijst geretourneerd De groep van34 OBP5 bestaat uitgeretourneerd 106 personen.(32%). Hiervan hebben 34 de vragenlijst geretourneerd De(32%). groep van OBP5 bestaat uit 106 personen. Hiervan hebben de vragenlijst De(32%). groep van OBP5 bestaat uit 106 personen. Hiervan hebben 34 de vragenlijst geretourneerd (32%). a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
ede de vier items met Descore drie vertoont, items waarop het OBP5 minst negatieve score vertoont, alsmede de vier items met Dededrie items waarop het OBP5 de minst negatieve alsmede de vierdeitems met de Dededrie items waarop het OBP5 de minst negatieve score vertoont, alsmede de vier items met de items komen niet inhoogste de top negatieve score, worden hieronder weergegeven. hoogste Gecursiveerde negatieve score, worden hieronder Gecursiveerde items komen niet inhoogste de top negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top items komen niet in weergegeven. de top positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr 0%7 3% 5 3% 22
positief of de top negatief van de TU/e voor.
waarop het OBP5 het minst negatief scoort (top 3 positief) Vraag waarop het OBP5 het minst negatief scoortNr(top 3Vraag positief) % 7 Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? 0% 5 van Ervaart u in het gezelschap van anderen Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens verlegenheid? 3% gevoelens van verlegenheid? 22 Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk. 3% Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr 0%7 3% 5 3% 22
Vraag waarop het OBP5 het minst negatief scoort (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
% 0% 3% 3%
- 29/56 -
Nr 15 2 17 19
Vraag waarop het OBP5 het meest negatief scoort (top 4 negatief) Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
% 41% 38% 26% 26%
- 29/56 -
Nr 15 2 17 19
Vraag waarop het OBP5 het meest negatief scoort (top 4 negatief) Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
% 41% 38% 26% 26%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De vier items waarop het OBP5 positiever scoort evenals de drie items waarop het OBP5 negatiever
De vier items waarop het OBP5 positiever scoort evenals de drie items waarop het OBP5 negatiever
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 9 16 6 17 Nr 15 13 19
Vraag waarop het OBP5 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Vraag waarop het OBP5 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Vindt u uw werk te eenvoudig? Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
Verschil 23% 16% 11% 11% Verschil 25%
Nr 9 16 6 17 Nr 15
11% 9%
13 19
Vraag waarop het OBP5 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Vraag waarop het OBP5 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Vindt u uw werk te eenvoudig? Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
Verschil 23% 16% 11% 11% Verschil 25% 11% 9%
6.2.4 ICT medewerkers (OBP6)
6.2.4 ICT medewerkers (OBP6)
De groep van OBP6 bestaat uit 100 personen. Hiervan hebben 29 de vragenlijst geretourneerd (29%).
De groep van OBP6 bestaat uit 100 personen. Hiervan hebben 29 de vragenlijst geretourneerd (29%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De acht items waarop het OBP6 de minst negatieve score vertoont, alsmede de vijf items met de
De acht items waarop het OBP6 de minst negatieve score vertoont, alsmede de vijf items met de
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
positief of de top negatief van de TU/e voor.
positief of de top negatief van de TU/e voor.
Nr 4 7 8 10 11 13 14 23 Nr 17 12 18 15 1
Vraag waarop het OBP6 het minst negatief scoort (top 8 positief) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Heeft u conflicten met uw collega’s? Vindt u uw werk te eenvoudig? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. Vraag waarop het OBP6 het meest negatief scoort (top 5 negatief) Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Heeft u een langdurige ziekte?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
% 3% 3% 3% 3% 3% 3% 3%
Nr 4 7 8 10 11 13 14
3% % 45% 34% 31% 31% 31%
23 Nr 17 12 18 15 1
Vraag waarop het OBP6 het minst negatief scoort (top 8 positief) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Heeft u conflicten met uw collega’s? Vindt u uw werk te eenvoudig? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. Vraag waarop het OBP6 het meest negatief scoort (top 5 negatief) Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Heeft u een langdurige ziekte?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
% 3% 3% 3% 3% 3% 3% 3% 3% % 45% 34% 31% 31% 31%
- 30/56 -
- 30/56 -
Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e
- 30/56 -
- 30/56 -
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
waarop het OBP6 negatiever items driewaarop items waarop het OBP6 het positiever OBP6 negatiever scoort evenals de drie items waarop het OBP6 negatiever De drie items waarop het OBP6 positiever scoort evenals De drie de De drie items waarop het OBP6 positiever scoort evenals de drie items waarop het OBP6 negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
rdelijk bent? n?
panning en
Verschil Nr 13%20 12% 10 11%2 Verschil Nr 15%1 15%15 11%12
Vraag waarop het OBP6 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop het OBP6 positiever scoort Verschil dan TU/e-gemiddeld Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 13% 20 Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 10 Weet in uw werk precies waarvoor 12% u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u nietuverantwoordelijk bent? 2 vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van 11%gehad van vermoeidheidsklachten? dan TU/e-gemiddeld Vraag waarop het OBP6 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop het OBP6 negatiever scoort Verschil 1 Heeft u een langdurige ziekte? Heeft u een langdurige ziekte? 15% 15 Vindtmet u het inkomen van uw in overeenstemming met hun inspanning en Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming hun inspanning en collega’s15% prestaties? prestaties? Moet umaken? in uw werk langdurig achtereen Moet u in uw werk langdurig achtereen dezelfde 12 bewegingen 11%dezelfde bewegingen maken?
6.2.5 Management en bestuursondersteuning 6.2.5 (OBP7) Management en bestuursondersteuning (OBP7)
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 13%20 12% 10 11%2 Verschil Nr 15%1 15%15 11%12
Vraag waarop het OBP6 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Vraag waarop het OBP6 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u een langdurige ziekte? Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Moet u in uw werk langdurig achtereen dezelfde bewegingen maken?
Verschil 13% 12% 11% Verschil 15% 15% 11%
6.2.5 Management en bestuursondersteuning (OBP7)
genlijst geretourneerd De (46%). groep van OBP7 bestaat uit 145 personen. Hiervan De groep hebben van66 OBP7 de vragenlijst bestaat uitgeretourneerd 145 personen.(46%). Hiervan hebben 66 de vragenlijst geretourneerd De (46%). groep van OBP7 bestaat uit 145 personen. Hiervan hebben 66 de vragenlijst geretourneerd (46%). a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
ede de vier items met Dededrie items waarop het OBP7 de minst negatieve Descore drie vertoont, items waarop alsmede het OBP7 de vierde items minst met negatieve de score vertoont, alsmede de vier items met Dededrie items waarop het OBP7 de minst negatieve score vertoont, alsmede de vier items met de items komen niet inhoogste de top negatieve score, worden hieronder weergegeven. hoogsteGecursiveerde negatieve score, items worden komen hieronder niet in weergegeven. de top Gecursiveerde items komen niet inhoogste de top negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
oel. n?
positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr 2%7 2%13 2%23 % Nr 48% 17 35%2 27% 9 27% 20
positief of de top negatief van de TU/e voor.
Vraag waarop het OBP7 het minst negatief scoortNr (top 3Vraag positief) waarop het OBP7 het minst negatief % scoort (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7 ziek gemeld? 2%maanden ziek gemeld? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier Vindt u uw werk te eenvoudig? 2% 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Ik merk dat ik veel afstand heb gekregen van mijn werk. 23 Ik merk dat ik veel afstand heb gekregen2% van mijn werk. Vraag waarop het OBP7 het meest negatief scoortNr(top 4Vraag negatief) waarop het OBP7 het meest negatief % scoort (top 4 negatief) 17 Mijn baan zorgt dat van een werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.ik me aan het eind 48% Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van 35%gehad van vermoeidheidsklachten? 2 vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last 9 Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 27% Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 20 27%anderen.
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr 2%7 2%13 2%23 % Nr 48% 17 35%2 27% 9 27% 20
Vraag waarop het OBP7 het minst negatief scoort (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Vindt u uw werk te eenvoudig? Ik merk dat ik veel afstand heb gekregen van mijn werk. Vraag waarop het OBP7 het meest negatief scoort (top 4 negatief) Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
% 2% 2% 2% % 48% 35% 27% 27%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
aarop het OBP7 negatiever De vijf items waarop het OBP7 positiever scoort evenals De vijfde items driewaarop items waarop het OBP7 het positiever OBP7 negatiever scoort evenals de drie items waarop het OBP7 negatiever De vijf items waarop het OBP7 positiever scoort evenals de drie items waarop het OBP7 negatiever
n?
oel.
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 12%12 5%2 5%8 5%13 5%23 Verschil Nr 11%17 7%11 7%20
Vraag waarop het OBP7 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop het OBP7 positiever scoort Verschil dan TU/e-gemiddeld 12 Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12% bewegingen maken? 2 vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van 5% gehad van vermoeidheidsklachten? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier 8maanden veranderd? 5% 13 Vindt u uw werk te eenvoudig? Vindt u uw werk te eenvoudig? 5% 23 werk. Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn 5% Vraag waarop het OBP7 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop het OBP7 negatiever scoort Verschil dan TU/e-gemiddeld Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag 17 Mijn nogal baan uitgeput zorgt dat voel.ik me aan het eind 11%van een werkdag nogal uitgeput voel. 11 Heeft u conflicten met uw collega’s? 7% Heeft u conflicten met uw collega’s? 20 Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 7%van anderen.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 12%12 5%2 5%8 5%13 5%23 Verschil Nr 11%17 7%11 7%20
Vraag waarop het OBP7 positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Vindt u uw werk te eenvoudig? Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. Vraag waarop het OBP7 negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u conflicten met uw collega’s? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 12% 5% 5% 5% 5% Verschil 11% 7% 7%
- 31/56 -
- 31/56 -
6.2.6 OBP overig
6.2.6 OBP overig
De groep van OBP overig bestaat in dit rapport uit de volgende UFO functiefamilies:
De groep van OBP overig bestaat in dit rapport uit de volgende UFO functiefamilies:
arbo en milieu, personeel en organisatie, PR, voorlichting en communicatie, studentgerichte ondersteuning, zeldzame functies, bijzondere functies, de overige OBP-ers. De respons was voor deze categorieën afzonderlijk te laag om ze apart te kunnen behandelen. De
arbo en milieu, personeel en organisatie, PR, voorlichting en communicatie, studentgerichte ondersteuning, zeldzame functies, bijzondere functies, de overige OBP-ers. De respons was voor deze categorieën afzonderlijk te laag om ze apart te kunnen behandelen. De
groep van OBP overig is 134 personen groot. Hiervan hebben 60 de vragenlijst geretourneerd (45%).
groep van OBP overig is 134 personen groot. Hiervan hebben 60 de vragenlijst geretourneerd (45%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De vier items waarop het OBP overig de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de
De vier items waarop het OBP overig de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie items met de
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items komen niet in de top
positief of de top negatief van de TU/e voor.
positief of de top negatief van de TU/e voor.
Nr 7 5 11 14 Nr 2 17 20
Vraag waarop het OBP overig het minst negatief scoort (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft u in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop het OBP overig het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
% 2% 3% 3% 3% % 40% 40% 25%
Nr 7 5 11 14 Nr 2 17 20
Vraag waarop het OBP overig het minst negatief scoort (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft u in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop het OBP overig het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
% 2% 3% 3% 3% % 40% 40% 25%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De drie items waarop het OBP overig positiever scoort evenals de vier items waarop het OBP overig
De drie items waarop het OBP overig positiever scoort evenals de vier items waarop het OBP overig
negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 9 15 21 Nr 10 20 8 22
Vraag waarop het OBP overig positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt. Vraag waarop het OBP overig negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 6% 6%
Nr 9 15
5%
21
Verschil 7% 5% 4% 4%
Nr 10 20 8 22
Vraag waarop het OBP overig positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt. Vraag waarop het OBP overig negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Weet u in uw werk precies waarvoor u wel en waarvoor u niet verantwoordelijk bent? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 6% 6% 5% Verschil 7% 5% 4% 4%
- 32/56 - 32/56 -
- 32/56 -
7. 7.
Nationaliteit Nationaliteit
7.
7. 7.
Nationaliteit
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de Nederlandse en niet-Nederlandse In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van In de dit Nederlandse hoofdstuk worden en niet-Nederlandse de opmerkelijke scores van de Nederlandse en niet-Nederlandse respondenten besproken. Het betreft de volgende groepen: respondenten besproken. Het betreft de volgende respondenten groepen: besproken. Het betreft de volgende groepen: – Nederlanders, niet-Nederlanders die de Nederlandse vragenlijst ingevuld, – Nederlanders, – hebben Nederlanders, – niet-Nederlanders die de Nederlandse vragenlijst – hebben niet-Nederlanders ingevuld, Engelse vragenlijst hebben ingevuld, verderdie aandeteNederlandse duiden als vragenlijst hebben ingevuld, r aan te duiden als – ‘Engelstalige niet-Nederlanders die de Engelse vragenlijst hebben – niet-Nederlanders ingevuld, verderdie aandeteEngelse duiden vragenlijst als hebben ingevuld, verder aan te duiden als respondenten’. ‘Engelstalige respondenten’. ‘Engelstalige respondenten’.
niet-Nederlandse
50%
60%
70%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
0%
10%
0%
10%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 45%
3%
3%
20%
40%
50%
60%
70%
40%
50%
60%
70%
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
52%
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
54%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's? TU/e NED N-NED Eng.taligen
11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen
maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen 14. Heeft umeegemaakt één of meer (afgelopen schokkendejaar)? gebeurtenissen
15. Vindt u inkomen collega's in(afgelopen overeenstemming meegemaakt jaar)? met hun inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun
16. Ik vind het moeilijk inspanning/prestaties? te ontspannen aan eind van een werkdag
3%
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput 17. Mijn baan zorgt dat ik mevoel. aan eind werkdag nogal uitgeput 65%
voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk. 22. Ik voel me opgebrand door werk. 23.iek Ik merk Gra .1: dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. Nationaliteit versus TU/e
40% 40% 40% 40%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
57%
61%
30%
20% 30% 16% 16% 24% 13%16% 16% 24% 13%
1% 1%
5% 4% 10% 4% 5% 4% 5% 10% 4%6% 5% 6%
2% 2% 4% 0%2% 2% 4% 0% 4% 4%
0%
10%
20% 16% 16% 13%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 45%
11% 11% 15% 11% 11% 8. 15%
gevoelens van verlegenheid?
5% 4% 4%
43%
1%
54%
12.
TU/e
11. Heeft u conflicten met collega's? NED
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
22%
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
29% 26% 43%
7% 35% 7% maken? 9% 4% 7% Eng.taligen 7% 13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 6% 9% 4%6% 6% 6% 9% 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen 6% 6% 16% 9% 16% meegemaakt (afgelopen jaar)? 10% 43% 16% 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun 16% 10% 22% 43% inspanning/prestaties? 21% 31% 39% 22% 16. Ik vind 21%het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 31% 37% 35%39% 61% 65% 37% 17. Mijn baan zorgt35% dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput 61% 21% 65% 21% voel. 22% 35% 21% 21% 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 22% 17% 35% 17% 15% 17% 22% 17% 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 15% 20% 22% 20% 22% 22% 20% 20% 22%Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 17% 20. 17% 22% 12% 17% 22% 17% 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 9%12% 22% 9% 15% 39% 9% 9% 22. Ik voel me opgebrand door werk. 15% 7% 39% 7% 6% 17% 7% 7% 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 6% 17%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
54%
15% 15% 12% 13%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's?
12%
43% 23% 22% 27%
4%
TU/e NED N-NED
35%
Eng.taligen
7% 7% 9%
6% 6% 6%
16% 16%
maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen 14. Heeft umeegemaakt één of meer (afgelopen schokkendejaar)? gebeurtenissen
16. Ik vind het moeilijk inspanning/prestaties? te ontspannen aan eind van een werkdag
43% 22% 21%
31%
21% 21% 22% 17% 17% 15%
35%
65%
voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
17% 17%
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk.
22%
9% 9%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
61%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
22%
20% 20% 22% 22%
Grafiek 7.1: 15% Nationaliteit Gra iek7% .1: 7% versus 6% TU/e Nationaliteit 17% versus TU/e
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput 17. Mijn baan zorgt dat ik mevoel. aan eind werkdag nogal uitgeput
39%
37% 35%
12%
11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen
15. Vindt u inkomen collega's in(afgelopen overeenstemming meegemaakt jaar)? met hun inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun
9% 10%
39%
0%
10%
0%
10%
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
11% 11% 15%
43%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
17% 17% 15%
TU/e N-NED 35% het werk lang achtereenNED dezelfde bewegingen Eng.taligen N-NED
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
57%
17%
7% 6%
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de Nederlandse en niet-Nederlandse In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de Nederlandse en niet-Nederlandse respondenten besproken. Het betreft de volgende groepen: respondenten besproken. Het betreft de volgende groepen: – Nederlanders, niet-Nederlanders die de Nederlandse vragenlijst hebben ingevuld, – Nederlanders, – niet-Nederlanders die de Nederlandse vragenlijst hebben ingevuld, Engelse vragenlijst hebben ingevuld, verder aan te duiden als – ‘Engelstalige niet-Nederlanders die de Engelse vragenlijst hebben ingevuld, verder aan te duiden als respondenten’. ‘Engelstalige respondenten’. 30%
40%
50%
60%
70%
20% 30% 16% 16% 24% 13%16% 16% 24% 13%
20%
40%
50%
60%
70%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
10%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 23% 22% 27% 23% Moet 22% u in 27%
45%
5% 6%
4%
Nationaliteit Nationaliteit
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
52%
43%
43%
70%
24%
9. 54% nog voldoende vrije tijd? 15%Heeft u naast werk en gezinsleven
15% 12% 13% 15% 15% 7% 12% 13% 6% 12% 7% 6% 12%
60%
2% 2% 4% 0%
Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 29% 29% 26%
50%
19% 19% 21%
te onderdrukken gedachten?
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 26%
40%
40% 40%
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen 17% 17% 15% 17% 22% 17% 6. Als gespannen, last van niet 15% 22%
30%
57%
2. Afgelopen vier maanden 45% last gehad van vermoeidheid? 19% 57% 19% 21% 52% 19% 19% 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 21% 52%
17%
- 32/56 - 32/56 -
- 32/56 -
22. Ik voel me opgebrand door werk. 23.iek Ik merk Gra .1: dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. Nationaliteit versus TU/e
1% 1%
5% 4% 10% 4% 5% 4% 5% 10% 4%6% 5% 6%
2% 2% 4% 0%2% 2% 4% 0% 4% 4%
40% 40% 40% 40%
19% 19% 21% 19% 19% 21%
45%
57%
45%
57% 52% 52%
17% 17% 17% 15% 17% 22% 17% 15% 22% 11% 11% 15% 11% 11% 15%
15% 15% 12% 13% 15% 15% 7% 12% 13% 6% 12% 7% 6% 12%
29% 26% 43%
29% 26%
43%
23% 22% 27% 23% 22% 27%
7% 7% 9% 4% 7% 7% 6% 9% 4%6% 6% 6% 9% 6% 6% 16% 9% 16% 10% 16% 16% 10% 22% 21% 22% 21%
54% 54%
43%
TU/e
43%
NED TU/e N-NED NED Eng.taligen N-NED
35% 35%
Eng.taligen
43% 31%
43% 39%
31% 37% 35%39%
21% 21% 22% 21% 21% 17% 22% 17% 15% 17% 22% 17% 15% 20% 22% 20% 22% 22% 20% 20% 17% 22% 17% 22% 12% 17% 22% 17% 9%12% 22% 9% 15% 9% 9% 15% 7% 7% 6% 17% 7% 7% 6% 17%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
37% 35%
61% 61%
65% 65%
35% 35%
39% 39%
Grafiek 7.1: Nationaliteit Gra iek .1: versus TU/e Nationaliteit versus TU/e
- 33/56 -
- 33/56 -
80%
80%
70%
70%
60%
60%
TU/e NED N-NED Eng.taligen
50% 40% 30% 20%
40% 30% 20% 0% Le id in g C ol le Be ga 's dr ijf sa rts M Hu aa is ts art ch s .w er Pe V k a rs on kb ee on d Pa l rtn sza k /v en Fa rie m n d( ilie in /v ) rie Ie m nd an en d N an ie m de ./ rs w ee tn ie t
10%
0% Le id in g C ol le Be ga 's dr ijf sa rts M Hu aa is ts art ch s .w er Pe V k rs ak on b ee on d Pa l rtn sza k /v en Fa rie m n d( ilie in /v ) rie Ie m nd an en d N an ie m de ./ rs w ee tn ie t
10%
7.1
TU/e NED N-NED Eng.taligen
50%
Grafiek 7.2: Naar wie bij problemen op het werk: Nationaliteit versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Nederlanders
7.1
Grafiek 7.2: Naar wie bij problemen op het werk: Nationaliteit versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Nederlanders
De groep van Nederlanders bestaat uit 2213 personen. Hiervan hebben 772 de vragenlijst
De groep van Nederlanders bestaat uit 2213 personen. Hiervan hebben 772 de vragenlijst
geretourneerd (35%).
geretourneerd (35%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De drie items waarop de Nederlandse respondenten de minst negatieve score vertonen, alsmede de
De drie items waarop de Nederlandse respondenten de minst negatieve score vertonen, alsmede de
drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Deze items komen
drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Deze items komen
overeen met de top positief en de top negatief van de TU/e.
overeen met de top positief en de top negatief van de TU/e.
Nr 7 4 5 Nr 2 17 9
Vraag waarop de Nederlanders het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Vraag waarop de Nederlanders het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 4% 6% % 40% 35% 26%
Nr 7 4 5 Nr 2 17 9
Vraag waarop de Nederlanders het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Vraag waarop de Nederlanders het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 4% 6% % 40% 35% 26%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De zes items waarop de Nederlanders positiever scoren evenals het item waarop zij negatiever scoren
De zes items waarop de Nederlanders positiever scoren evenals het item waarop zij negatiever scoren
dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 9 17 4 11 12 16 Nr 5
Vraag waarop de Nederlanders positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u conflicten met uw collega’s? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Vraag waarop de Nederlanders negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 3% 2% 1% 1% 1% 1% Verschil 1%
Nr 9 17 4 11 12 16 Nr 5
Vraag waarop de Nederlanders positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u conflicten met uw collega’s? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Vraag waarop de Nederlanders negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 3% 2% 1% 1% 1% 1% Verschil 1%
- 34/56 -
7.2
- 34/56 -
Niet-Nederlanders
7.2
Niet-Nederlanders
- 34/56 -
7.2
- 34/56 -
Niet-Nederlanders
en 67 de Nederlandse De groep van niet-Nederlanders bestaat uit 584 personen. De groepHiervan van niet-Nederlanders hebben 67 de Nederlandse bestaat uit 584 personen. Hiervan hebben 67 de Nederlandse De groep van niet-Nederlanders bestaat uit 584 personen. Hiervan hebben 67 de Nederlandse vragenlijst geretourneerd (11%).
vragenlijst geretourneerd (11%).
vragenlijst geretourneerd (11%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
ieve score vertonen,De alsmede drie items waarop de niet-Nederlandse respondenten De driede items minst waarop negatieve de niet-Nederlandse score vertonen, alsmede respondenten de minst negatieve score vertonen,De alsmede drie items waarop de niet-Nederlandse respondenten de minst negatieve score vertonen, alsmede
geven. Het gecursiveerde de drieitem items met de hoogste negatieve score, worden de drie hieronder items met weergegeven. de hoogsteHet negatieve gecursiveerde score, worden item hieronder weergegeven. Het gecursiveerde de drieitem items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item
ef)
issen meegemaakt? ief) el.
komt niet in de top positief van de TU/e voor. % Nr 1% 5 4% 7 6% 14 % Nr 61% 17 54% 9 45% 2
komt niet in de top positief van de TU/e voor.
Vraag waarop de niet-Nederlanders het minst negatief Nr scoren Vraag waarop (top 3 positief) de niet-Nederlanders het minst % negatief scoren (top 3 positief) Ervaart u in het gezelschap van anderen1% gevoelens van verlegenheid? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens5 van verlegenheid? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier 4% maanden ziek gemeld? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer 14 schokkende Heeft u zelf gebeurtenissen in het afgelopen meegemaakt? jaar in uw werk 6%één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop de niet-Nederlanders het meest negatief Nr scoren Vraag waarop (top 3 negatief) de niet-Nederlanders het meest % negatief scoren (top 3 negatief) 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 61%de werkdag nogal uitgeput voel. 9 vrije Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende tijd? 54%voldoende vrije tijd? 2 Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? 45%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
komt niet in de top positief van de TU/e voor. % Nr 1% 5 4% 7 6% 14 % Nr 61% 17 54% 9 45% 2
Vraag waarop de niet-Nederlanders het minst negatief scoren (top 3 positief) Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop de niet-Nederlanders het meest negatief scoren (top 3 negatief) Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid?
% 1% 4% 6% % 61% 54% 45%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
drie items waarop zij De drie items waarop de niet-Nederlanders positiever De drie scoren items evenals waarop de de drieniet-Nederlanders items waarop zij positiever scoren evenals de drie items waarop zij De drie items waarop de niet-Nederlanders positiever scoren evenals de drie items waarop zij
d anning en
dag voor me
d
oel. .
negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder negatiever weergegeven. scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr Vraag waarop de niet-Nederlanders positiever scoren Nr dan Vraag TU/e-gemiddeld waarop de niet-Nederlanders positiever Verschil scoren dan TU/e-gemiddeld 6% 15 15 Vindtmet u het inkomen van uw in overeenstemming met hun inspanning en Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming hun inspanning en collega’s 6% prestaties? prestaties? 5% 21 voel me vermoeid ik me ’s ochtends Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er21weer Ik een nieuwe werkdagals voor 5%opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt. ligt. Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens5 van verlegenheid? 4% gevoelens van verlegenheid? 4% 5 Ervaart u in het gezelschap van anderen Verschil Nr Vraag waarop de niet-Nederlanders negatiever scoren Nr dan Vraag TU/e-gemiddeld waarop de niet-Nederlanders negatiever Verschil scoren dan TU/e-gemiddeld 25%9 9 vrije Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende tijd? 25% 24%17 17 Mijn baan zorgt dat van een werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.ik me aan het eind 24% 9% 16 Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het16einde Ikvan vindeen hetwerkdag. moeilijk om me te ontspannen 9% aan het einde van een werkdag.
7.3
Respondenten Engelstalige vragenlijst7.3
Respondenten Engelstalige vragenlijst
negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr Vraag waarop de niet-Nederlanders positiever scoren dan TU/e-gemiddeld 6% 15 Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? 5% 21 Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me ligt. Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 4% 5 Verschil Nr Vraag waarop de niet-Nederlanders negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld 25%9 Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 24%17 Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. 9% 16 Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag.
7.3
Verschil 6% 5% 4% Verschil 25% 24% 9%
Respondenten Engelstalige vragenlijst
en 23 de Engelse vragenlijst De groep van niet-Nederlanders bestaat uit 584 personen. De groepHiervan van niet-Nederlanders hebben 23 de Engelse bestaatvragenlijst uit 584 personen. Hiervan hebben 23 de Engelse vragenlijst De groep van niet-Nederlanders bestaat uit 584 personen. Hiervan hebben 23 de Engelse vragenlijst
n’.
geretourneerd (4%). Zij worden hieronder omschreven geretourneerd als ‘Engelstaligen’. (4%). Zij worden hieronder omschreven als ‘Engelstaligen’.
geretourneerd (4%). Zij worden hieronder omschreven als ‘Engelstaligen’.
ovenstaande vergelijkingen N.B. Deopgroep is niet representatief en niet goed vergelijkbaar N.B. De groep met is de nietbovenstaande representatief vergelijkingen en niet goed vergelijkbaar op met de bovenstaande vergelijkingen N.B. Deopgroep is niet representatief en niet goed vergelijkbaar met de bovenstaande vergelijkingen op
n de Nederlandse versie nationaliteit. en De vragenlijst die zij hebben ingevuld nationaliteit. was een vertaling De vragenlijst van de Nederlandse die zij hebben versie ingevuld en was een vertaling van de Nederlandse versie nationaliteit. en De vragenlijst die zij hebben ingevuld was een vertaling van de Nederlandse versie en
aandachtspunten te deze kunnen lijst is nog niet gevalideerd. Voor de volledigheid dezeen lijst om is eventuele nog niet gevalideerd. aandachtspunten Voor de te volledigheid kunnen en om eventuele aandachtspunten te deze kunnen lijst is nog niet gevalideerd. Voor de volledigheid en om eventuele aandachtspunten te kunnen achterhalen worden de resultaten hier toch vermeld. achterhalen worden de resultaten hier toch vermeld.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
achterhalen worden de resultaten hier toch vermeld.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 35/56 -
- 35/56 -
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De vier items waarop de Engelstaligen respondenten de minst negatieve score vertonen, alsmede de
De vier items waarop de Engelstaligen respondenten de minst negatieve score vertonen, alsmede de
drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items
drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde items
komen niet in de top positief of de top negatief van de TU/e als geheel voor.
komen niet in de top positief of de top negatief van de TU/e als geheel voor.
Nr 7 4 8 13 Nr 17 2 3
Vraag waarop de Engelstaligen het minst negatief scoren (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de Engelstaligen het meest negatief scoren (top 3 negatief) Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig en neerslachtig gevoeld?
% 0% 4% 4% 4% % 65% 57% 52%
Nr 7 4 8 13 Nr 17 2 3
Vraag waarop de Engelstaligen het minst negatief scoren (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de Engelstaligen het meest negatief scoren (top 3 negatief) Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig en neerslachtig gevoeld?
% 0% 4% 4% 4% % 65% 57% 52%
b. Positievere en negatievere scores ‘Engelstalige respondenten’ ten opzichte van TU/e
b. Positievere en negatievere scores ‘Engelstalige respondenten’ ten opzichte van TU/e
De drie items waarop de ‘Engelstalige respondenten’ positiever scoren evenals de drie items waarop
De drie items waarop de ‘Engelstalige respondenten’ positiever scoren evenals de drie items waarop
zij negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
zij negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 8 1 13 Nr 11 3 22
Vraag waarop de Engelstaligen positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Heeft u een langdurige ziekte? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de Engelstaligen negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig en neerslachtig gevoeld? Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 7% 3% 3% Verschil 36% 33% 30%
Nr 8 1 13 Nr 11 3 22
Vraag waarop de Engelstaligen positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Heeft u een langdurige ziekte? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de Engelstaligen negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig en neerslachtig gevoeld? Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 7% 3% 3% Verschil 36% 33% 30%
- 36/56 -
- 36/56 -
- 36/56 -
8.
- 36/56 -
Geslacht
8.
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de respondenten, verdeeld naar mannen en
vrouwen besproken. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
vrouwen besproken. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
8.
Geslacht
0%
erdeeld naar mannen en
10%
20%
30%
40%
60%
36%
40%
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
17% 14%
21% 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
2% 2% 1%
16%
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 29% 28% 30%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
7% 8% 5% 19%
TU/e
meegemaakt (afgelopen jaar)?
Man
7% 5%
11. Heeft u conflicten met collega's?
6% 6% 7%
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk 17%
17% 15%
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
9% 8%
13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen 37% meegemaakt (afgelopen jaar)? 35% 41% 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met
16%
11. Heeft u conflicten met collega's? 29% 28% 30%
13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
19% 7% 5%
Vrouw
29%
16%
15% 15% 14% 7% 8%
TU/e
5%
19% 7% 5%
16% 15% 17% 22% 21% 23%
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal
37% 35%
uitgeput voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk 17%
22% 21% 23%
uitgeput voel.
17%
41%
12%
Grafiek 8.1: Geslacht versus 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. TU/e
22. Ik voel me opgebrand door werk.
20% 20% 21%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
17% 15%
17% 15%
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
17% 17% 16%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
20% 20% 21%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
21% 23%
23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
9% 8%
21%
12%
7% 8% 6%
21%
12%
7% 8% 6%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Gra iek 8.1: Geslacht versus TU/e Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
41%
21% 23%
17% 17% 16%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 37% 35%
Vrouw
29%
11%
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van de werkdag
16% 15% 17%
Man
23%
6% 6% 7%
hun inspanning/prestaties
6% 6% 7%
9% 8%
21%
29% 28% 30%
15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met
11%
21%
Gra iek 8.1: Geslacht versus TU/e
meegemaakt (afgelopen jaar)?
Man
23%
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal
23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen
TU/e
hun inspanning/prestaties
22. Ik voel me opgebrand door werk.
11% 9%
bewegingen maken?
7% 8% 5%
48%
2% 2% 1%
12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde
15% 15% 14%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na wer
7% 8% 6%
17% 14%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11% 9%
40%
5% 5% 5%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
21%
2% 2% 1%
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van de werkdag
20% 20% 21%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
21% 23%
17% 17% 16%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
22. Ik voel me opgebrand door werk.
17% 14%
60%
5% 4% 6%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
bewegingen maken? 22% 21% 23%
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van de werkdag
41%
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
5% 5% 5%
50%
19% 18% 17%
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
48%
5% 4% 6%
12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde 16% 15% 17%
hun inspanning/prestaties
36%
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
40%
40%
16% 16% 16%
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
Vrouw
11%
60%
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Man 29%
50%
19% 18% 17%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met
Vrouw
23%
40%
36%
TU/e
bewegingen maken?
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
15% 15% 14%
12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde
13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
30%
16% 16% 16%
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
11% 9%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
% % 0%
20%
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
11. Heeft u conflicten met collega's?
10%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
30%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
1. Heeft u een langdurige ziekte?
5% 5% 5%
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
48%
20%
48% 0%
5% 4% 6%
10%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
40%
19% 18% 17%
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
37% 35%
0%
16% vrouwen besproken. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
50%
%
60%
16%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
36%
50%
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de respondenten, verdeeld naar mannen en 16%
afgezet. 40%
Geslacht
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de respondenten, verdeeld naar mannen en
Grafiek 8.1: Geslacht versus TU/e
- 37/56 -
- 37/56 -
80%
80%
70%
70%
60%
60%
50%
50%
TU/e Man Vrouw
40% 30%
30% 10%
0%
0%
Le id in g C ol le Be ga 's dr ijf sa rts H ui M sa aa r ts ch ts .w er k Pe Va rs kb on o ee nd Pa ls za rtn ke /v n Fa rie m nd ilie (in /v ) r Ie ie m nd an en d N an ie de m ./ rs w ee tn ie t
20%
10%
Le id in g C ol le Be ga 's dr ijf sa rts H u M aa isa r ts ch ts .w er k Pe Va rs kb on o ee nd Pa ls za rtn ke /v n Fa rie m nd ilie (in /v ) r Ie ie m nd an en d N an ie de m ./ rs w ee tn ie t
20%
8.1
TU/e Man Vrouw
40%
Grafiek 8.2: Naar wie bij problemen op het werk: geslacht versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Mannen
8.1
Grafiek 8.2: Naar wie bij problemen op het werk: geslacht versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Mannen
De groep van mannen bestaat uit 1975 personen. Hiervan hebben 541 de vragenlijst geretourneerd (27%).
De groep van mannen bestaat uit 1975 personen. Hiervan hebben 541 de vragenlijst geretourneerd (27%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De vier items waarop de mannen de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
De vier items waarop de mannen de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
positief van de TU/e voor.
positief van de TU/e voor.
Nr 7 4 5 13 Nr 2 17 9
Vraag waarop de mannen het minst negatief scoren (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de mannen het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u in de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 4% 5% 5% % 36% 35% 28%
Nr 7 4 5 13 Nr 2 17 9
Vraag waarop de mannen het minst negatief scoren (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Vindt u uw werk te eenvoudig? Vraag waarop de mannen het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u in de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 4% 5% 5% % 36% 35% 28%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De drie items waarop de mannen positiever scoren evenals de drie items waarop de mannen
De drie items waarop de mannen positiever scoren evenals de drie items waarop de mannen
negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 2 12 6 Nr 18 11 23
Vraag waarop de mannen positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Als u gespannen bent heeft u dan last van niet te onderdrukken gedachten? Vraag waarop de mannen negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Heeft u conflicten met uw collega’s? Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 4% 4% 3% Verschil 2% 1% 1%
Nr 2 12 6 Nr 18 11 23
Vraag waarop de mannen positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Als u gespannen bent heeft u dan last van niet te onderdrukken gedachten? Vraag waarop de mannen negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Heeft u conflicten met uw collega’s? Ik merk dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 4% 4% 3% Verschil 2% 1% 1%
- 38/56 -
8.2
- 38/56 -
Vrouwen
8.2
Vrouwen
- 38/56 -
8.2
- 38/56 -
Vrouwen
e vragenlijst geretourneerd De groep van vrouwen bestaat uit 822 personen. Hiervan De groep hebben van vrouwen 298 de bestaat vragenlijst uit 822 geretourneerd personen. Hiervan hebben 298 de vragenlijst geretourneerd De groep van vrouwen bestaat uit 822 personen. Hiervan hebben 298 de vragenlijst geretourneerd (36%).
(36%).
(36%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
smede de drie items De metdrie de items waarop de vrouwen de minst negatieve De drie scoreitems vertonen, waarop alsmede de vrouwen de drie deitems minstmet negatieve de score vertonen, alsmede de drie items De metdrie de items waarop de vrouwen de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
erde item komt niet hoogste in de topnegatieve score, worden hieronder weergegeven. hoogsteHet negatieve gecursiveerde score, worden item komt hieronder niet inweergegeven. de top Het gecursiveerde item komt niet hoogste in de topnegatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
n? el.
positief van de TU/e voor. % Nr 1% 7 5% 5 5% 11 % Nr 48%2 41%17 30%9
positief van de TU/e voor.
positief van de TU/e voor.
Vraag waarop de vrouwen het minst negatief scoren Nr (top Vraag 3 positief) waarop de vrouwen het minst % negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? 1% maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens5 van verlegenheid? 5% gevoelens van verlegenheid? Heeft u conflicten met uw collega’s? 11 Heeft u conflicten met uw collega’s? 5% Vraag waarop de vrouwen het meest negatief scoren Nr (top Vraag 3 negatief) waarop de vrouwen het meest % negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van2 vermoeidheidsklachten? 48% 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 41% Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende tijd? Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende tijd?9 30%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
% Nr 1% 7 5% 5 5% 11 % Nr 48%2 41%17 30%9
Vraag waarop de vrouwen het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u conflicten met uw collega’s? Vraag waarop de vrouwen het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende tijd?
% 1% 5% 5% % 48% 41% 30%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
enals de drie items waarop De driezij items waarop de vrouwelijke respondentenDepositiever drie items scoren waarop evenals de vrouwelijke de drie items respondenten waarop zij positiever scoren evenals de drie items waarop De driezij items waarop de vrouwelijke respondenten positiever scoren evenals de drie items waarop zij
rk.
n?
negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder negatiever weergegeven. scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 4%18 2%11 2%3 Verschil Nr 8%2 6%12 5%8
Vraag waarop de vrouwen positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop de vrouwen positiever Verschil scoren dan TU/e-gemiddeld 18 vrije Heturen kostna mij in mijn vrije uren na het werk. Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn hetmoeite werk. om mij te concentreren 4% 11 Heeft u conflicten met uw collega’s? 2% Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft ugevoeld? zich de laatste 4 maanden ongelukkig of neerslachtig gevoeld? Heeft u zich de laatste 4 maanden ongelukkig of3neerslachtig 2% Vraag waarop de vrouwen negatiever scoren dan Nr TU/e-gemiddeld Vraag waarop de vrouwen negatieverVerschil scoren dan TU/e-gemiddeld 2 vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van 8%gehad van vermoeidheidsklachten? 12 Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 6% bewegingen maken? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier 8maanden veranderd? 5%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr 4%18 2%11 2%3 Verschil Nr 8%2 6%12 5%8
Vraag waarop de vrouwen positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft u zich de laatste 4 maanden ongelukkig of neerslachtig gevoeld? Vraag waarop de vrouwen negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 4% 2% 2% Verschil 8% 6% 5%
- 39/56 - 39/56 -
9. 9.
Werktijdfactor Werktijdfactor
- 39/56 - 39/56 -
9. 9.
Werktijdfactor Werktijdfactor
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de voltijders versus de deeltijders besproken. In hoofdstuk opmerkelijke scores van de voltijders versus de deeltijders besproken. Dedit scores wordenworden steeds de tegen de TU/e als geheel afgezet.
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de voltijders versus de deeltijders besproken. In hoofdstuk opmerkelijke scores van de voltijders versus de deeltijders besproken. Dedit scores wordenworden steeds de tegen de TU/e als geheel afgezet.
De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
1. Heeft u een langdurige ziekte?
0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
0%
5% 10% 15%16%20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
0%
5% 10% 15%16%20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
16% 18% 16% 16% 18%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
15% 5% 4% 7% 5% 4% 5%7% 5% 8% 5% 5% 8% 2% 2% 3% 2% 2% 3%
15%
11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 13. Vindt u uw werk temeegemaakt eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen (afgelopen jaar)? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt 15. Vindt u inkomen collega'sjaar)? in overeenstemming met hun (afgelopen inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun inspanning/prestaties? 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 16.17. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan werkdag eind van nogal een werkdag Mijn baan zorgt dat ik me aan eind uitgeput voel. 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
4%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk. 22. Ik voel me opgebrand door werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
19% 19%
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
7% 7%
19% 7% 7%
19%
10% 7% 7% 6% 10% 6% 8% 6% 6% 8%
16% 16% 16% 16% 16% 16%
11%
23% 23%
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's?
Deeltijd
13. Vindt u uw werk temeegemaakt eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen (afgelopen jaar)? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt 15. Vindt u inkomen collega'sjaar)? in overeenstemming met hun (afgelopen inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun inspanning/prestaties? 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag
22% 23% 22% 23%
11%
30% 21% 22%
14% 14% 17% 16% 17% 16% 11% 11% 14% 9% 14% 9% 11% 9% 9% 7% 11% 7% 8% 7% 7% 8%
17% 17%
11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
Voltijd TU/e Deeltijd Voltijd
23% 23%
30%
16.17. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan werkdag eind van nogal een werkdag Mijn baan zorgt dat ik me aan eind uitgeput voel. 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
37% 38% 37% 38%
21% 22%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
26%
20% 21%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
17% 17%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
2% 2% 3% 2% 2% 3%
15%
11% 10%
4%
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk.
Grafiek 9.1: Werktijdfactor Gra iek .1: versus TU/e Werktijdfactor versus TU/e
22. Ik voel me opgebrand door werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
40% 40%
19% 19%
44% 44%
19% 19%
19%
11% 10%
4%
40% 40%
17% 16% 19% 17% 16% 19%
29% 29% 27% 29% 29% 27%
19% 15% 15% 14% 15% 15% 14%
7% 7%
TU/e
7% 7% 19% 7% 7%
19%
10% 7% 7% 6% 10% 6% 8% 6% 6% 8%
16% 16% 16% 16% 16% 16%
11%
23% 23%
Voltijd TU/e Deeltijd Voltijd
23% 23%
Deeltijd
22% 23% 22% 23%
11%
30% 21% 22%
14%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
26% 20% 21%
5% 4% 7% 5% 4% 5%7% 5% 8% 5% 5% 8%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
TU/e
7% 7%
15%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
29% 29% 27% 29% 29% 27%
19% 15% 15% 14% 15% 15% 14%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
44%
19%
11% 10%
4%
19% 19%
44%
17% 16% 19% 17% 16% 19%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's?
40% 40%
16% 18% 16% 16% 18%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
11% 10%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
40% 40%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
14% 17% 16% 17% 16% 11% 11% 14% 9% 14% 9% 11% 9% 9% 7% 11% 7% 8% 7% 7% 8%
17% 17%
30%
37% 38% 37% 38%
21% 22% 26% 20% 21%
26%
20% 21%
17% 17%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Grafiek 9.1: Werktijdfactor Gra iek .1: versus TU/e Werktijdfactor versus TU/e
- 40/56 -
- 40/56 -
80%
80%
80%
70%
70%
70%
60%
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
20%
10%
10%
10%
0%
0%
0%
9.1
Voltijders
Grafiek 9.2: Naar wie bij problemen op het werk: Werktijdfactor versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
9.1
Voltijders
50%
TU/e Voltijd Deeltijd
40% 30%
di ng C ol l Be ega 's dr ijfs ar ts H M u i aa s ts arts ch .w e Pe Va rk rs k on bo nd e Pa e rtn lsza Fa / vri ken e m ilie nd( in / Ie vrie ) m a n nde d n Ni em an de ./ we rs et ni et
Gra iek .2: Naar wie bij problemen op het werk: Werktijdfactor versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
- 40/56 -
Le i
TU/e Voltijd Deeltijd
di ng C ol l Be ega 's dr ijfs ar ts M Hu aa isa r ts c h ts .w e Pe Va rk rs k on bo nd e Pa e rtn lsza Fa / vri ken e m ilie nd( in / Ie vrie ) m a n nde d n Ni em Laeni die ./ Cw nrgs oele l Be etgnai e's dr ijfs t ar ts M Hu i aa s ts arts ch .w e Pe Va rk rs k on bo nd e Pa e rtn lsza Fa / vri ken e m ilie nd( in / Ie vrie ) m a n nde d n Ni em an de ./ we rs et ni et
TU/e Voltijd Deeltijd
Le i
TU/e Voltijd Deeltijd
- 40/56 -
Gra iek .2: Naar wie bij problemen op het werk: Werktijdfactor versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
9.1
Grafiek 9.2: Naar wie bij problemen op het werk: Werktijdfactor versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Voltijders
de vragenlijst geretourneerd De groep van voltijders bestaat uit 2558 personen. De Hiervan groep hebben van voltijders 766 debestaat vragenlijst uit 2558 geretourneerd personen. Hiervan hebben 766 de vragenlijst geretourneerd De groep van voltijders bestaat uit 2558 personen. Hiervan hebben 766 de vragenlijst geretourneerd (30%).
(30%).
(30%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
smede de drie itemsDe met drie de items waarop de voltijders de minst negatieve De drie score items vertonen, waarop alsmede de voltijders de drie deitems minstmet negatieve de score vertonen, alsmede de drie itemsDe met drie de items waarop de voltijders de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
f en de top negatief zijn hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. hoogsteDe negatieve top positief score, enworden de top negatief hieronder zijn weergegeven. De top positief en de top negatief zijn hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. De top positief en de top negatief zijn
el.
overeenkomstig met die van de TU/e als geheel. overeenkomstig met die van de TU/e als geheel. % Nr. 2% 7 4% 4 5% 5 % Nr. 40% 2 38%17 29%9
Vraag waarop de voltijders het minst negatief scoren Nr. (top Vraag 3 positief) waarop de voltijders het minst% negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? 2%maanden ziek gemeld? 4 te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig 4%zinvol bezig te zijn? 5 van verlegenheid? Ervaart u in het gezelschap van anderen Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens 5% gevoelens van verlegenheid? Vraag waarop de voltijders het meest negatief scoren Nr. (top Vraag 3 negatief) waarop de voltijders het meest% negatief scoren (top 3 negatief) 2 Heeft u de afgelopen maanden last gehad Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? 40% van vermoeidheid? 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 38% 9 vrije Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende tijd? 29%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
overeenkomstig met die van de TU/e als geheel. % Nr. 2% 7 4% 4 5% 5 % Nr. 40% 2 38%17 29%9
Vraag waarop de voltijders het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Vraag waarop de voltijders het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 4% 5% % 40% 38% 29%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
eel. Zowel de positievere De groep van voltijders verschilt niet of nauwelijksDe van groep de TU/e van voltijders als geheel.verschilt Zowel de niet positievere of nauwelijks van de TU/e als geheel. Zowel de positievere De groep van voltijders verschilt niet of nauwelijks van de TU/e als geheel. Zowel de positievere scores als de negatievere verschillen hooguit 1%. scores als de negatievere verschillen hooguit 1%.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
scores als de negatievere verschillen hooguit 1%.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 41/56 -
9.2
Deeltijders
- 41/56 -
9.2
Deeltijders
De groep van deeltijders bestaat uit 239 personen. Hiervan hebben 73 de vragenlijst geretourneerd (31%).
De groep van deeltijders bestaat uit 239 personen. Hiervan hebben 73 de vragenlijst geretourneerd (31%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De drie items waarop de deeltijders de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
De drie items waarop de deeltijders de minst negatieve score vertonen, alsmede de drie items met de
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top
positief van de TU/e voor.
positief van de TU/e voor.
Nr. 7 11 4 Nr. 2 17 9
Vraag waarop de deeltijders het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u conflicten met collega’s? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Vraag waarop de deeltijders het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 3% 4% 7% % 44% 30% 27%
Nr. 7 11 4 Nr. 2 17 9
Vraag waarop de deeltijders het minst negatief scoren (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u conflicten met collega’s? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Vraag waarop de deeltijders het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 3% 4% 7% % 44% 30% 27%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De vier items waarop de deeltijders positiever scoren evenals de drie items waarop zij negatiever
De vier items waarop de deeltijders positiever scoren evenals de drie items waarop zij negatiever
scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr. 16 20 17 18 Nr. 19 8 2
Vraag waarop de deeltijders positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Ik vind het moeilijk me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Vraag waarop de deeltijders negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 11% 9% 7% 7% Verschil 9% 8% 4%
Nr. 16 20 17 18 Nr. 19 8 2
Vraag waarop de deeltijders positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Ik vind het moeilijk me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Vraag waarop de deeltijders negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 11% 9% 7% 7% Verschil 9% 8% 4%
- 42/56 -
10.
- 42/56 -
Leeftijd
10.
- 42/56 -
Leeftijd
10.
- 42/56 -
Leeftijd
eftijdscategorieën besproken. dit verschillende hoofdstuk worden leeftijdscategorieën de opmerkelijke besproken. scores van de verschillende leeftijdscategorieën besproken. In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van In de In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores van de verschillende leeftijdscategorieën besproken. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheelDe afgezet. scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
0% 35% 40% 45% 50%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 16% 15% 13% 18%
1. Heeft u een langdurige ziekte?
34%
37%
40% 42% 45%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
10% 2%
5% 4%
3%
35-44
31%
45-54 > 55
11. Heeft u conflicten met collega's?
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)?
30% 37% 29%
32%
42% 42%
13%
2%
11 8. %12% 12% 13%
13% 10%
11 12% 12% 13% 24%
15% 16%
10.14% Weet18% u waarvoor wel/ niet verantwoordelijk bent
4%
10%
TU/e
7% 7% 10% 6%
4%
11. Heeft u conflicten met collega's 0-34 35-44
7% 6% 7% 8% 8%
13. Vindt u uw werk te eenvoudig
6% 5% 7% 8%
TU/e 0-34
7% 7% 10% 6%
22% 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een 22% 19% 30% werkdag 12%
17. Mijn baan zorgt
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
17% 19. Mijn22% chef 17% 17%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
16%
19%
6%
9% 9% 8%
7% 23. 8% 7% 7% 7%
14%
29% 21% 21% 19% 19% 13%
22. Ik voel me opgebrand door werk.
17% 17% 17%
22% 20% 20%
14%
23% 23%
17% 19% 13% 21% 13%
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
6%
9% 9% 8%
3%
14%
7% 8% 7% 7% 7%
TU/e
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
26%
32%
17%
13% 10%
20% 20%
2% 2% 1% 2% 2% 9%
11 %12% 12% 13% 24%
42% 42%
10% 4%
TU/e 0-34
7% 7% 10% 6% 17% 17%
23% 21%
35-44
31%
45-54 > 55
7% 6% 7% 8% 8% 6% 5% 7% 8%
5%
13%
16% 22%
16% 15% 19%
22% 22% 30%
12%
37% 29%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
21% 21% 19% 19% 13%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
17% 17% 17%
32%
42% 42%
26%
22% 20% 20%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
14%
23% 23%
17% 19% 13% 21% 13%
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn Gra iek 10.1: werk. Leeftijd versus TU/e
35% 34%
15% 16% 14% 18%
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel.
22. Ik voel me opgebrand door werk.
29%
24%
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag
30% 37%
Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijnGrafiek 10.1: werk. Leeftijd versus
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
22% 22%
dat ik me aan37% eind 42% werkdag nogal 32% uitgeput voel. 42% 29%
besteedt aandacht aan wat ik zeg.
7% 7% 5% 6% 6% 5%
15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun
22%
45%
5% 4%
12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)?
12%
14%
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta.
> 55
16% 15%
23% 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 23% 17% 19% 13% 21% 13%
45-54
11. Heeft u conflicten met collega's?
13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
20% 20%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
35-44
31%
7% 6% 7% 8% 8%
21% 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na 21% 19% 26% werk. 19% 13%
23% 21%
5%
16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput voel.
17% 17%
13%
2%
40% 42%
26%
10%
10. Weet u waarvoor wel/ niet verantwoordelijk bent?
6% 5% 7% 8%
14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt (afgelopen jaar)
5%
13%
37%
22%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
35% 34%
15% 16% 14% 18%
12. Moet23% u in het werk 31% lang achtereen dezelfde 45-54 21% 17% bewegingen maken 17% > 55
29%
24%
10%
19%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
29% 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije 24% 35% tijd 34% 24%
21%
34%
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
20% 20%
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 9%
16% 15. Vindt 13% u inkomen collega's in overeenstemming met 22% 16% hun 15%
23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn Gra iek 10.1: werk. Leeftijd versus TU/e
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vie maanden)
15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun
22. Ik voel me opgebrand door werk.
5% 6% 6% 5% 17%
16% 15% 13% 18%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
7% 7%
3%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
3. Laatste tijd ongelukkig/ neerslachtig gevoeld?
26%
2% 2% 1% 2% 2%
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 9%
45%
5% 4%
6.17% Als20% gespannen, last van niet te onderdrukken 13% 20% gedachten 10% 2% 2% 1% 2% 2%
37%
40% 42%
22%
10%
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid
12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
19%
22%
Laatste tijd26% ongelukkig/ neerslachtig gevoeld
5% 6% 6% 5%
10. Weet u waarvoor wel/ niet verantwoordelijk bent? TU/e 0-34
13%3.
19%
0% 1. Heeft u een langdurige ziekte?
21%
34%
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn
7% 7%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
35% 34%
16% 15% 13% 18%
1. Heeft u een langdurige ziekte
21%
34%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 29%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
2. A gelopen vier maanden last gehad37% van vermoeidheid 45%
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
0%
40% 42%
3. Laatste tijd ongelukkig/ neerslachtig gevoeld?
%
%
0%
De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
6%
9% 9% 8%
14%
7% 8% 7% 7% 7%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Grafiek 10.1: Leeftijd versus TU/e
- 43/56 -
- 43/56 -
80%
80%
70%
70%
60%
60%
TU/e
50%
TU/e
50%
40%
0-34jr 35-44jr
40%
0-34jr 35-44jr
30%
45-54jr
30%
45-54jr
55jr
20% 0%
0% id i Le
Grafiek 10.2: Naar wie bij problemen op het werk: Leeftijd versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Leeftijdscategorie t/m 34 jaar
C
C
Le
id i
ng ol le B e ga 's dr ijfs ar H ts ui M sa aa r ts ch t s .w e Pe Va rk rs kb on on e d Pa els rtn zak Fa / vr en ie m ilie nd / v (in) r ie Ie m nd an en d N an ie m de ./ we rs et ni et
10%
ng ol le B e ga 's dr ijfs ar H ts u M aa isa r ts ch t s .w e Pe Va rk rs kb on on e d Pa els rtn zak Fa / vr en ie m ilie nd / v (in) r ie Ie m nd an en d N an ie m de ./ we rs et ni et
10%
10.1
55jr
20%
10.1
Grafiek 10.2: Naar wie bij problemen op het werk: Leeftijd versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Leeftijdscategorie t/m 34 jaar
Binnen de TU/e waren op het moment van afname van de vragenlijst 1247 medewerkers in de
Binnen de TU/e waren op het moment van afname van de vragenlijst 1247 medewerkers in de
leeftijdscategorie tot en met 34 jaar werkzaam. Hiervan hebben 301 de vragenlijst geretourneerd (24%).
leeftijdscategorie tot en met 34 jaar werkzaam. Hiervan hebben 301 de vragenlijst geretourneerd (24%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De drie items waarop de leeftijdscategorie tot en met 34 jaar de minst negatieve score vertoont,
De drie items waarop de leeftijdscategorie tot en met 34 jaar de minst negatieve score vertoont,
alsmede de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde
alsmede de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Gecursiveerde
items komen niet in de top positief en de top negatief van de TU/e voor.
items komen niet in de top positief en de top negatief van de TU/e voor.
Nr 7 4 11 Nr 2 17 12
Vraag waarop leeftijdscategorie t/m 34 jaar het minst negatief scoort (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u conflicten met uw collega’s? Vraag waarop leeftijdscategorie t/m 34 jaar het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
% 2% 4% 4% % 42% 42% 31%
Nr 7 4 11 Nr 2 17 12
Vraag waarop leeftijdscategorie t/m 34 jaar het minst negatief scoort (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u conflicten met uw collega’s? Vraag waarop leeftijdscategorie t/m 34 jaar het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
% 2% 4% 4% % 42% 42% 31%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De vier items waarop de leeftijdscategorie t/m 34 jaar positiever scoort evenals de vier items waarop
De vier items waarop de leeftijdscategorie t/m 34 jaar positiever scoort evenals de vier items waarop
deze categorie negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
deze categorie negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr 9 19 11 15
Vraag waarop leeftijdscategorie t/m 34 jaar positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. Heeft u conflicten met uw collega’s? Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil
Nr
5% 4% 3% 3%
9 19 11 15
Vraag waarop leeftijdscategorie t/m 34 jaar positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. Heeft u conflicten met uw collega’s? Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 5% 4% 3% 3%
- 44/56 -
middeld
oel.
ukken?
Verschil Nr 8% 12 5% 17 3% 3 3% 6
10.2
- 44/56 -
Vraag waarop leeftijdscategorie t/m 34 jaar negatiever Nr scoort Vraagdan waarop TU/e-gemiddeld leeftijdscategorie t/m 34 Verschil jaar negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld 12 Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 8% 17 Mijn baan zorgt dat Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.ik me aan het eind 5%van een werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? 3%of neerslachtig gevoeld? 3 Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten6die uHeeft niet kunt 3%gedachten die u niet kunt onderdrukken? u, alsonderdrukken? u gespannen bent, last van
Leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar
10.2
Leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar
- 44/56 -
Verschil Nr 8% 12 5% 17 3% 3 3% 6
10.2
- 44/56 -
Vraag waarop leeftijdscategorie t/m 34 jaar negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken?
Verschil 8% 5% 3% 3%
Leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar
60 medewerkers in de Binnen de TU/e waren op het moment van afname Binnen van dedevragenlijst TU/e waren 560op medewerkers het momentinvan deafname van de vragenlijst 560 medewerkers in de Binnen de TU/e waren op het moment van afname van de vragenlijst 560 medewerkers in de
enlijst geretourneerd leeftijdscategorie (34%). 35 t/m 44 jaar werkzaam. Hiervan leeftijdscategorie hebben 190 de 35 vragenlijst t/m 44 jaar geretourneerd werkzaam. Hiervan (34%). hebben 190 de vragenlijst geretourneerd leeftijdscategorie (34%). 35 t/m 44 jaar werkzaam. Hiervan hebben 190 de vragenlijst geretourneerd (34%). a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
ieve score vertoont, De alsmede drie items waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 Dejaar driede items minst waarop negatieve de leeftijdscategorie score vertoont, alsmede 35 t/m 44 jaar de minst negatieve score vertoont, De alsmede drie items waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar de minst negatieve score vertoont, alsmede
geven. Deze items zijn de drie items met de hoogste negatieve score, worden de drie hieronder items met weergegeven. de hoogsteDeze negatieve itemsscore, zijn worden hieronder weergegeven. Deze items zijn de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Deze items zijn overeenkomstig met de top positief en de top negatief overeenkomstig van de TU/e.met de top positief en de top negatief van de TU/e.
t (top 3 3× of vaker)
% Nr
t (top 3
1% 7 2% 4 6% 5 % Nr
el.
37%2 35%9 32%17
Vraag waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar Nr het minst Vraag negatief waaropscoort de leeftijdscategorie (top 3 35% t/m 44 jaar het minst negatief scoort (top 3 positief) positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? Hoe vaak(antwoord heeft u zich 3× of de vaker) afgelopen vier 1% maanden ziek gemeld? (antwoord 3× of vaker) 4 te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig 2%zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens5 van verlegenheid? 6% gevoelens van verlegenheid? Vraag waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar Nr het meest Vraag negatief waaropscoort de leeftijdscategorie (top 3 35% t/m 44 jaar het meest negatief scoort (top 3 negatief) negatief) 2 Heeft u de afgelopen maanden last gehad Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? 37% van vermoeidheid? 9 vrije Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende tijd? 35% 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 32%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van TU/e b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van TU/e
overeenkomstig met de top positief en de top negatief van de TU/e. % Nr 1% 7 2% 4 6% 5 % Nr 37%2 35%9 32%17
Vraag waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar het minst negatief scoort (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? (antwoord 3× of vaker) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Vraag waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel.
% 1% 2% 6% % 37% 35% 32%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van TU/e
venals de drie itemsDe waarop vier items waarop leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar De vier positiever items waarop scoort evenals leeftijdscategorie de drie items 35 t/m waarop 44 jaar positiever scoort evenals de drie itemsDe waarop vier items waarop leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar positiever scoort evenals de drie items waarop
weergegeven.
deze categorie negatiever scoort dan de TU/e als geheel deze categorie zijn hieronder negatiever weergegeven. scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
deze categorie negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
U/e-gemiddeld
positiever Vraag scoort waarop dandeTU/e-gemiddeld leeftijdscategorie 35Verschil t/m 44 jaar positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Verschil Nr Vraag waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar Nr
Verschil Nr Vraag waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar positiever scoort dan TU/e-gemiddeld
Verschil
6% 3 5% 17 4% 6 4% 21 Verschil Nr 6% 9 6% 15
6% 3 5% 17 4% 6 4% 21 Verschil Nr 6% 9 6% 15
6% 5% 4% 4% Verschil 6% 6%
oel. ukken?
U/e-gemiddeld
anning en
3% 20
10.3
Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig 3 gevoeld? Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig 6% of neerslachtig gevoeld? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel.ik me aan het eind 5%van een werkdag nogal uitgeput voel. 17 Mijn baan zorgt dat u, alsonderdrukken? u gespannen bent, last van Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten6die uHeeft niet kunt 4%gedachten die u niet kunt onderdrukken? 21 Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk. Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk. 4% Vraag waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar Nr negatiever Vraagscoort waarop dan deTU/e-gemiddeld leeftijdscategorie 35Verschil t/m 44 jaar negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld 9 vrije Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende tijd? 6% 15 Vindtmet u het inkomen van uw in overeenstemming met hun inspanning en Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming hun inspanning en collega’s 6% prestaties? prestaties? 20 Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 3%van anderen.
Leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar
10.3
Leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar
3% 20
10.3
Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig of neerslachtig gevoeld? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u, als u gespannen bent, last van gedachten die u niet kunt onderdrukken? Ik voel me ‘opgebrand’ door mijn werk. Vraag waarop de leeftijdscategorie 35 t/m 44 jaar negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Vindt u het inkomen van uw collega’s in overeenstemming met hun inspanning en prestaties? Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
3%
Leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar
61 medewerkers in de Binnen de TU/e waren op het moment van afname Binnen van dedevragenlijst TU/e waren 561op medewerkers het momentinvan de afname van de vragenlijst 561 medewerkers in de Binnen de TU/e waren op het moment van afname van de vragenlijst 561 medewerkers in de
enlijst geretourneerd leeftijdscategorie (35%). 45 t/m 54 jaar werkzaam. Hiervan leeftijdscategorie hebben 194 de 45 vragenlijst t/m 54 jaar geretourneerd werkzaam. Hiervan (35%). hebben 194 de vragenlijst geretourneerd leeftijdscategorie (35%). 45 t/m 54 jaar werkzaam. Hiervan hebben 194 de vragenlijst geretourneerd (35%).
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 45/56 -
- 45/56 -
- 45/56 -
- 45/56 -
a. Hoogste absolute scores a. absolute scores vier items waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar de minst negatieve score vertoont, alsmede DeHoogste
a. Hoogste absolute scores a. absolute scores vier items waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar de minst negatieve score vertoont, alsmede DeHoogste
vier items items met waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar de minstweergegeven. negatieve score alsmede De de drie de hoogste negatieve score, worden hieronder Hetvertoont, gecursiveerde item de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top positief van de TU/e voor.
vier items items met waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar de minstweergegeven. negatieve score alsmede De de drie de hoogste negatieve score, worden hieronder Hetvertoont, gecursiveerde item de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item komt niet in de top positief van de TU/e voor.
komt niet in de top positief van de TU/e voor.
komt niet in de top positief van de TU/e voor.
Nr 2 17 2 9 17
Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar het minst negatief scoort (top 3 positief) Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar het minst negatief scoort (top 3 Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? (antwoord 3× of vaker) positief) Ervaart u in hetugezelschap van anderen gevoelensziek van gemeld? verlegenheid? Hoe vaak heeft zich de afgelopen vier maanden (antwoord 3× of vaker) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Ik merku dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. Heeft de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Vraag deveel leeftijdscategorie 45 t/m 54mijn jaar werk. het meest negatief scoort (top 3 Ik merkwaarop dat ik te afstand heb gekregen van negatief) Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar het meest negatief scoort (top 3 Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? negatief) Mijn dat ikmaanden me aan het vanvan de vermoeidheid? werkdag nogal uitgeput voel. Heeftbaan u de zorgt afgelopen lasteind gehad Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel.
9
Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
Nr Nr 7 57 4 5 23 4 Nr 23
Nr 2 17 2 9 17
Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar het minst negatief scoort (top 3 positief) Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar het minst negatief scoort (top 3 Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? (antwoord 3× of vaker) positief) Ervaart u in hetugezelschap van anderen gevoelensziek van gemeld? verlegenheid? Hoe vaak heeft zich de afgelopen vier maanden (antwoord 3× of vaker) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Ik merku dat ik te veel afstand heb gekregen van mijn werk. Heeft de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Vraag deveel leeftijdscategorie 45 t/m 54mijn jaar werk. het meest negatief scoort (top 3 Ik merkwaarop dat ik te afstand heb gekregen van negatief) Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar het meest negatief scoort (top 3 Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? negatief) Mijn dat ikmaanden me aan het vanvan de vermoeidheid? werkdag nogal uitgeput voel. Heeftbaan u de zorgt afgelopen lasteind gehad Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel.
9
Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
%
Nr
% 2% 5% 2% 7% 5% 7% 7% % 7%
Nr 7 57 4 5 23 4 Nr 23
% 45% 42% 45% 34% 42% 34%
% % 2% 5% 2% 7% 5% 7% 7% % 7%
% 45% 42% 45% 34% 42% 34%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e b. enwaarop negatievere scores ten opzichte45 van de 54 TU/e DePositievere twee items de leeftijdscategorie t/m jaar positiever scoort evenals de acht items
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e b. enwaarop negatievere scores ten opzichte45 van de 54 TU/e DePositievere twee items de leeftijdscategorie t/m jaar positiever scoort evenals de acht items
De tweedeze items waarop negatiever de leeftijdscategorie 54 jaar positiever evenals de acht items waarop categorie scoort dan45det/m TU/e als geheel zijn scoort hieronder weergegeven. waarop deze categorie negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
De tweedeze items waarop negatiever de leeftijdscategorie 54 jaar positiever evenals de acht items waarop categorie scoort dan45det/m TU/e als geheel zijn scoort hieronder weergegeven. waarop deze categorie negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
22 18 19 18 17 19 2 17
Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Moet in uw werk lang achtereen dezelfde maken? Vraaguwaarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54bewegingen jaar positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Is het uaantal dat uachtereen werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Moet in uwdagen werk lang dezelfde bewegingen maken? Vraag waaropdagen de leeftijdscategorie 45 t/m 54 vier jaar maanden negatieververanderd? scoort dan TU/e-gemiddeld Is het aantal dat u werkt de afgelopen Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u zich de laatste vier maanden ongelukkig of neerslachtig Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van eengevoeld? werkdag. Heeft u u zich naastde uw werk vier en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? gevoeld? Heeft laatste maanden ongelukkig of neerslachtig Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer eentijd? nieuwe werkdag voor me Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije ligt.voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me Ik Het ligt. kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Mijn chefmij besteedt aan wat ik zeg. in mijn vrije uren na het werk. Het kost moeiteaandacht om mij te concentreren Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van eenvan werkdag nogal uitgeput voel.
2
Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
Nr 12 Nr 8 12 Nr 8 16 Nr 316 9 3 22 9
10.4 10.4
Verschil 6% Verschil
Nr 12 Nr
5% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 5%
22 18 19 18 17 19 2 17
Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Moet in uw werk lang achtereen dezelfde maken? Vraaguwaarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54bewegingen jaar positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Is het uaantal dat uachtereen werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Moet in uwdagen werk lang dezelfde bewegingen maken? Vraag waaropdagen de leeftijdscategorie 45 t/m 54 vier jaar maanden negatieververanderd? scoort dan TU/e-gemiddeld Is het aantal dat u werkt de afgelopen Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Vraag waarop de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Heeft u zich de laatste vier maanden ongelukkig of neerslachtig Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van eengevoeld? werkdag. Heeft u u zich naastde uw werk vier en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? gevoeld? Heeft laatste maanden ongelukkig of neerslachtig Ik voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer eentijd? nieuwe werkdag voor me Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije ligt.voel me vermoeid als ik ’s ochtends opsta en er weer een nieuwe werkdag voor me Ik Het ligt. kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Mijn chefmij besteedt aan wat ik zeg. in mijn vrije uren na het werk. Het kost moeiteaandacht om mij te concentreren Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van een werkdag nogal uitgeput voel. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van eenvan werkdag nogal uitgeput voel.
5%
2
Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
2% 6% Verschil 2% 8% Verschil 7% 8% 5% 7% 5% 5%
Leeftijdscategorie 55 jaar en ouder Leeftijdscategorie 55 jaar en ouder
Binnen de TU/e waren op het moment van afname van de vragenlijst 429 medewerkers in de Binnen de TU/e waren moment van afname van de vragenlijst 429 medewerkers in de (36%). leeftijdscategorie 55 jaarop enhet ouder werkzaam. Hiervan hebben 154 de vragenlijst geretourneerd
8 12 Nr 8 16 Nr 316 9 3 22 9
10.4 10.4
Verschil 6% Verschil
2% 6% Verschil 2% 8% Verschil 7% 8% 5% 7% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 5%
Leeftijdscategorie 55 jaar en ouder Leeftijdscategorie 55 jaar en ouder
Binnen de TU/e waren op het moment van afname van de vragenlijst 429 medewerkers in de Binnen de TU/e waren moment van afname van de vragenlijst 429 medewerkers in de (36%). leeftijdscategorie 55 jaarop enhet ouder werkzaam. Hiervan hebben 154 de vragenlijst geretourneerd
leeftijdscategorie 55 jaar en ouder werkzaam. Hiervan hebben 154 de vragenlijst geretourneerd (36%).
leeftijdscategorie 55 jaar en ouder werkzaam. Hiervan hebben 154 de vragenlijst geretourneerd (36%).
a. Hoogste absolute scores a. absolute scores DeHoogste drie items waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder de minst negatieve score vertoont, alsmede
a. Hoogste absolute scores a. absolute scores DeHoogste drie items waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder de minst negatieve score vertoont, alsmede
De drie items items met waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item de drieniet items met hoogste negatieve komt in de topdepositief van de TU/escore, voor. worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item
De drie items items met waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder de minst negatieve score vertoont, alsmede de drie de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item de drieniet items met hoogste negatieve komt in de topdepositief van de TU/escore, voor. worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item
komt niet in de top positief van de TU/e voor.
komt niet in de top positief van de TU/e voor.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 46/56 -
ef scoort (top 3
% Nr
3× of vaker)
issen
2% 7 3% 5 5% 14
ef scoort (top 3
% Nr
el.
34%2 29%17 24%9
- 46/56 -
Nrtotaal Vraag waarop de leeftijdscategorie jaar en ouder totaal het minst negatief scoort (top 3 Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder het minst negatief scoort (top 3 55% positief) positief) Hoe vaak(antwoord heeft u zich de vaker) afgelopen vier Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? 3× of 2%maanden ziek gemeld? (antwoord 3× of vaker) 5 Ervaart u in het gezelschap van anderen Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 3% gevoelens van verlegenheid? 14 Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen 5% meegemaakt? meegemaakt? Nrtotaal Vraag waaropnegatief de leeftijdscategorie jaar en ouder totaal het meest negatief scoort (top 3 Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder het meest scoort (top 3 55% negatief) negatief) 2 Heeft u de afgelopen maanden last gehad Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? 34% van vermoeidheid? 17 Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. 29% 9 Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 24% voldoende vrije tijd?
- 46/56 -
% Nr 2% 7 3% 5 5% 14 % Nr 34%2 29%17 24%9
- 46/56 -
Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder totaal het minst negatief scoort (top 3 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? (antwoord 3× of vaker) Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder totaal het meest negatief scoort (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 3% 5% % 34% 29% 24%
Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e oort evenals de drie items Deouder drie items waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder positiever scoort evenals de drie items De drie items waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en positiever scoort evenals de drie items De drie items waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder positiever scoort evenals de drie items
ronder weergegeven.waarop deze categorie negatiever scoort dan de TU/e waarop deze categorie negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.waarop deze categorie negatiever scoort dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. als geheel zijn hieronder weergegeven.
TU/e-gemiddeld .
el. TU/e-gemiddeld
Verschil Nrpositiever Vraag scoort waaropdan de leeftijdscategorie jaar en ouder positiever scoort dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder TU/e-gemiddeld 55 Verschil 10% 16 Ik vind het moeilijk om me te ontspannen 16 Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. 10% aan het einde van een werkdag. 9%3 3 Heeft u zich de laatste vier maanden ongelukkig of neerslachtig gevoeld? Heeft u zich de laatste vier maanden ongelukkig of neerslachtig gevoeld? 9% 8%17 17 Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. 8% Verschil Nr Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Nr Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld Verschil 5%1 1 Heeft u een langdurige ziekte? Heeft u een langdurige ziekte? 5% 2%4 4 te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig 2% 2%8 8 Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? 2%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil Nr Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder positiever scoort dan TU/e-gemiddeld 10% 16 Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. 9%3 Heeft u zich de laatste vier maanden ongelukkig of neerslachtig gevoeld? 8%17 Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Verschil Nr Vraag waarop de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder negatiever scoort dan TU/e-gemiddeld 5%1 Heeft u een langdurige ziekte? 2%4 Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 2%8 Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 10% 9% 8% Verschil 5% 2% 2%
- 47/56 - 47/56 -
11. 11.
Dienstjaren Dienstjaren
- 47/56 - 47/56 -
11. 11.
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores voor twee categorieën van dienstjaren besproken. In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores voor twee categorieën van dienstjaren besproken. Het betreft de groepen korter dan 2 jaar in dienst en 2 jaar of langer in dienst van de TU/e. Het betreft de groepen korter dan 2 jaar in dienst en 2 jaar of langer in dienst van de TU/e. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
1. Heeft u een langdurige ziekte?
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
0%
5% 10% 15%16% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
0%
5% 10% 15%16% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
17% 15% 16% 17% 15%
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
1%
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
11% 10% 11% 10%
maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt 14. Heeft u één of meer (afgelopen schokkendejaar)? gebeurtenissen
15. Vindt u inkomen collega's in(afgelopen overeenstemming meegemaakt jaar)? met hun inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun
16%
11%
16% 17% 16% 17% 14% 14%
15% 9%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's? 11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen
23% 23%
32%
maken? 13. Vindt u uw werk te eenvoudig?
32%
13. Vindt u uw werk te eenvoudig? 14. Heeft u één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt 14. Heeft u één of meer (afgelopen schokkendejaar)? gebeurtenissen
9%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 9% 10% 9% 10% 7% 6% 8% 5% 7% 8% 5%
15. Vindt u inkomen collega's in(afgelopen overeenstemming meegemaakt jaar)? met hun inspanning/prestaties? 15. Vindt u inkomen collega's in overeenstemming met hun
< 2 jaar in dienst 22% 24% 22% 24%
21% 23% 21% 23%
11% 10% 11% 10%
4% 4%
15% 15% 15% 15% 15% 15%
7% 8% 7% 8%
20%
7% 7% 7% 7% 7% 6% 7% 6% 6% 6% 6% 6%
14%
15% 9% 9%
20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk.
Grafiek 11.1: Dienstjaren Gra iek 11.1: versus TU/e Dienstjaren versus TU/e
22. Ik voel me opgebrand door werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
16% 17% 16% 17% 14%
voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
6%
23% 23%
32% 32%
2 jaar in dienst TU/e < 2 jaar jaar in in dienst dienst 2
11%
19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. 20. Ik krijg geen tegenstrijdige opdrachten van anderen.
29% 30% 29% 30%
TU/e
11%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
22%
20%
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput werkdag 17. Mijn baan zorgt dat ik mevoel. aan eind werkdag nogal uitgeput
37% 37% 39% 37% 37% 39%
16% 16% 22%
16. Ik vind hetinspanning/prestaties? moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een
17% 15% 19% 17% 19% 20% 20% 21% 20% 20% 17% 21% 17% 18% 17% 17% 18%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
2% 2% 2% 2% 2% 2%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
2 jaar in dienst TU/e < 2 jaar jaar in in dienst dienst 2 11%
18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk. 19. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
22%
17% 17% 16% 17% 17% 16%
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
29% 30% 29% 30%
TU/e
voel. 18. Het kost mij moeite te concentreren in vrije uren na werk.
23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden) 8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)?
20%
17. Mijn baan zorgt dat ik me aan eind werkdag nogal uitgeput werkdag 17. Mijn baan zorgt dat ik mevoel. aan eind werkdag nogal uitgeput
22. Ik voel me opgebrand door werk. 23. Ik merk dat ik teveel afstand heb gekregen van mijn werk.
6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
20%
7% 7% 7% 7% 7% 6% 7% 6% 6% 6% 6% 6%
1%
40% 39% 43% 40% 39% 43%
19% 19% 17% 19% 19% 17%
5% 6% 5% 6% 5% 5% 6% 5% 5% 6%
1%
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten?
16%
15% 15% 15% 15% 15% 15%
7% 8% 4% 7% 8% 4%
16. Ik vind hetinspanning/prestaties? moeilijk te ontspannen aan eind van een werkdag 16. Ik vind het moeilijk te ontspannen aan eind van een
21. Ik voel me vermoeid als ik opsta. 22. Ik voel me opgebrand door werk.
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
22%
9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd? 10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent?
11. Heeft u conflicten met collega's? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 12. Moet u in het werk lang achtereen dezelfde bewegingen
2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid? 3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld?
17% 17% 16% 17% 17% 16%
2% 2% 2% 2% 2% 2%
17% 15% 16% 17% 15%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn? 5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid?
8. Aantal werkdagen veranderd (afgelopen vier maanden)? 9. Heeft u naast werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
10. Weet u waarvoor wel/niet verantwoordelijk bent? 11. Heeft u conflicten met collega's?
1. Heeft u een langdurige ziekte?
40% 39% 43% 40% 39% 43%
19% 19% 17% 19% 19% 17%
5% 6% 5% 6% 5% 5% 6% 5% 5% 6%
1%
5. In gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 6. Als gespannen, last van niet te onderdrukken gedachten? 7. Aantal ziekmeldingen (afgelopen vier maanden)
In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores voor twee categorieën van dienstjaren besproken. In dit hoofdstuk worden de opmerkelijke scores voor twee categorieën van dienstjaren besproken. Het betreft de groepen korter dan 2 jaar in dienst en 2 jaar of langer in dienst van de TU/e. Het betreft de groepen korter dan 2 jaar in dienst en 2 jaar of langer in dienst van de TU/e. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet. De scores worden steeds tegen de TU/e als geheel afgezet.
0%
1. Heeft u een langdurige ziekte? 2. Afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheid?
3. Laatste tijd ongelukkig/neerslachtig gevoeld? 4. Laatste tijd gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
Dienstjaren Dienstjaren
9% 10% 9% 10% 7% 6% 8% 5% 7% 8% 5%
< 2 jaar in dienst 22% 24% 22% 24%
21% 23% 21% 23%
37% 37% 39% 37% 37% 39%
17% 15% 19% 17% 19% 20% 20% 21% 20% 20% 17% 21% 17% 18% 17% 17% 18%
6%
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Grafiek 11.1: Dienstjaren Gra iek 11.1: versus TU/e Dienstjaren versus TU/e
- 48/56 -
80% 70%
80%
60% 50%
60% 50%
40% 30% 20% 10%
20% 10%
20% 10%
0%
0%
0%
80% 70%
70%
40%
TU/e < 2 jaar in dienst
TU/e < 2 jaar in dienst
30%
2 jaar in dienst
2 jaar in dienst
Gra iek 11.2: Naar wie aat u bij problemen op het werk: Dienstjaren versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
11.1
gaat u Grafiek 11.2: Naar wie bij bij problemen op het werk: problemen op het werk: Dienstjaren versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Korter dan 2 jaar in dienst
11.1
- 48/56 -
60% 50%
TU/e < 2 jaar in dienst
40% 30%
2 jaar in dienst
Le id in C ol g le g B ed a's rij fs ar ts M Hu aa is ts art ch s .w er P k er Va so k ne bo el nd P sz ar ak tn en / Fa vr i m en ili d( e/ in vr Ie ie ) m nd a en N nd ie an m de ./ r w ee s tn ie t
ar in dienst
- 48/56 -
Le id in C ol g le g B ed a's rij fs ar ts M Hu aa is ts art ch s .w er P k er Va so k ne bo el nd P sz ar ak tn en / Fa vr ie m nd ili e/ (in vr Ie ie ) m nd a en N nd ie an m de ./ r w ee s t Le ni id et in C ol g le g B ed a's rij fs ar ts H M u aa is ts art ch s .w er P er Va so k ne bo el nd P sz ar ak tn en / Fa vr ie m nd ili e/ (in vr Ie ie m nd a en N nd ie an m de ./ r w ee s tn ie
ar in dienst
- 48/56 -
Gra iek 11.2: Naar wie aat u bij problemen op het werk: Dienstjaren versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Korter dan 2 jaar in dienst
11.1
gaat u Grafiek 11.2: Naar wie bij bij problemen op het werk: problemen op het werk: Dienstjaren versus TU/e (waarden zie bijlage 2)
Korter dan 2 jaar in dienst
ervan hebben 176 deDe groep die korter dan 2 jaar in dienst is, bestaat De die korterHiervan dan 2 jaar in dienst is, bestaat uit 726 personen. Hiervan hebben 176 deDe groep die korter dan 2 jaar in dienst is, bestaat uit 726 personen. Hiervan hebben 176 de uit groep 726 personen. hebben 176 de vragenlijst geretourneerd (24%).
vragenlijst geretourneerd (24%).
vragenlijst geretourneerd (24%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
n de minst negatieve De drie items waarop dede respondenten die korter Descore drie items waarop de respondenten die korter dan 2 jaar in dienst zijn minst negatieve score dan 2 jaar in dienst zijn de minst negatieve Descore drie items waarop de respondenten die korter dan 2 jaar in dienst zijn de minst negatieve score
n hieronder weergegeven. vertonen,score, alsmede de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. vertonen, alsmede de drie items met de hoogste negatieve worden hieronder weergegeven. vertonen, alsmede de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven.
n de TU/e voor.
el.
items nietvoor. in de top positief of de top negatief van de TU/e voor. Gecursiveerde items komen niet in de top positiefGecursiveerde of de top negatief vankomen de TU/e % Nr. 1%4 2%7 4%11 % Nr. 43% 2 39% 17 32%12
Vraag <2 jaar in dienst het minst Vraag waarop <2 jaar in dienst het minst negatiefNr. scoren (top waarop 3 positief) % negatief scoren (top 3 positief) 4 te zijn? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig 1%zinvol bezig te zijn? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden7ziek gemeld? 2%maanden ziek gemeld? 11 Heeft u conflicten met uw collega’s? Heeft u conflicten met uw collega’s? 4% Vraag <2 jaar in dienst het meest Vraag waarop <2 jaar in dienst het meest negatiefNr. scoren (top waarop 3 negatief) % negatief scoren (top 3 negatief) 2 Heeft u de afgelopen maanden last gehad Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? 43% van vermoeidheid? 17 Mijn zorgtvoel. dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogalbaan uitgeput 39% 12 maken? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen 32%bewegingen maken?
Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van deb.TU/e
Gecursiveerde items komen niet in de top positief of de top negatief van de TU/e voor. % Nr. 1%4 2%7 4%11 % Nr. 43% 2 39% 17 32%12
Vraag waarop <2 jaar in dienst het minst negatief scoren (top 3 positief) Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Heeft u conflicten met uw collega’s? Vraag waarop <2 jaar in dienst het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u de afgelopen maanden last gehad van vermoeidheid? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken?
% 1% 2% 4% % 43% 39% 32%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
sitiever scoren evenals drie De<2drie waarop de respondenten uit dedegroep drie Dede drie items waarop de respondenten uit de groep jaaritems in dienst positiever scoren evenals drie <2 jaar in dienst positiever scoren evenals Dede drie items waarop de respondenten uit de groep <2 jaar in dienst positiever scoren evenals de drie
er weergegeven.
g.
n?
items waarop zij negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. items waarop zij negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr. 8%16 8%19 7%9 Verschil Nr. 9%12 5%8 3%2
Nr. TU/e-gemiddeld Vraag waarop <2 jaar in dienst positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Vraag waarop <2 jaar in dienst positiever scoren dan Verschil 16eindeIkvan vind hetwerkdag. moeilijk om me te ontspannen Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het een 8% aan het einde van een werkdag. 19 Mijn chef besteedt aandacht aan wat 8% ik zeg. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. vrije tijd? Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende vrije9tijd? Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende 7% Vraag waarop <2 jaar in dienst negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Vraag waarop <2 jaar in dienst negatiever scorenNr. dan TU/e-gemiddeld Verschil 12 Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? 9% Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier 8maanden veranderd? 5% 2 vermoeidheidsklachten? Heeft u de afgelopen vier maanden last Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van 3% gehad van vermoeidheidsklachten?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
items waarop zij negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven. Verschil Nr. 8%16 8%19 7%9 Verschil Nr. 9%12 5%8 3%2
Vraag waarop <2 jaar in dienst positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg. Heeft u naast uw gezinsleven nog voldoende vrije tijd? Vraag waarop <2 jaar in dienst negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten?
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 8% 8% 7% Verschil 9% 5% 3%
- 49/56 -
11.2
Twee jaar of langer in dienst
- 49/56 -
11.2
Twee jaar of langer in dienst
De respondenten uit de groep personen ù 2 jaar in dienst is, bestaat uit 2071 personen. Hiervan
De respondenten uit de groep personen ù 2 jaar in dienst is, bestaat uit 2071 personen. Hiervan
hebben 663 de vragenlijst geretourneerd (32%).
hebben 663 de vragenlijst geretourneerd (32%).
a. Hoogste absolute scores
a. Hoogste absolute scores
De vier items waarop de respondenten ù 2 jaar in dienst de minst negatieve score vertonen, alsmede
De vier items waarop de respondenten ù 2 jaar in dienst de minst negatieve score vertonen, alsmede
de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item
de drie items met de hoogste negatieve score, worden hieronder weergegeven. Het gecursiveerde item
komt niet in de top positief van de TU/e voor.
komt niet in de top positief van de TU/e voor.
Nr. 7 5 4 14 Nr. 2 17 9
Vraag waarop ù 2 jaar in dienst het minst negatief scoren (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop ù 2 jaar in dienst het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u in de afgelopen 4 maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 5% 6% 6%
Nr. 7 5 4 14
% 39% 37% 30%
Nr. 2 17 9
Vraag waarop ù 2 jaar in dienst het minst negatief scoren (top 4 positief) Hoe vaak heeft u zich de afgelopen vier maanden ziek gemeld? Ervaart u in het gezelschap van anderen gevoelens van verlegenheid? Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? Heeft u zelf in het afgelopen jaar in uw werk één of meer schokkende gebeurtenissen meegemaakt? Vraag waarop ù 2 jaar in dienst het meest negatief scoren (top 3 negatief) Heeft u in de afgelopen 4 maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Mijn baan zorgt dat ik me aan het eind van de werkdag nogal uitgeput voel. Heeft u naast uw werk en gezinsleven nog voldoende vrije tijd?
% 2% 5% 6% 6% % 39% 37% 30%
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
b. Positievere en negatievere scores ten opzichte van de TU/e
De drie items waarop de respondenten ù 2 jaar in dienst positiever scoren evenals de drie items
De drie items waarop de respondenten ù 2 jaar in dienst positiever scoren evenals de drie items
waarop zij negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
waarop zij negatiever scoren dan de TU/e als geheel zijn hieronder weergegeven.
Nr. 12 2 8 Nr. 18 16 19
Vraag waarop ù 2 jaar in dienst positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Vraag waarop ù 2 jaar in dienst negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 3% 1% 1% Verschil 2% 2% 2%
Nr. 12 2 8 Nr. 18 16 19
Vraag waarop ù 2 jaar in dienst positiever scoren dan TU/e-gemiddeld Moet u in uw werk lang achtereen dezelfde bewegingen maken? Heeft u de afgelopen vier maanden last gehad van vermoeidheidsklachten? Is het aantal dagen dat u werkt de afgelopen vier maanden veranderd? Vraag waarop ù 2 jaar in dienst negatiever scoren dan TU/e-gemiddeld Het kost mij moeite om mij te concentreren in mijn vrije uren na het werk. Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag. Mijn chef besteedt aandacht aan wat ik zeg.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Verschil 3% 1% 1% Verschil 2% 2% 2%
ef coachen
- 50/56 - 50/56 -
- 50/56 -
- 50/56 - 50/56 -
- 50/56 -
Bijlage 1: Onderzoek naar de effectiviteit van preventief coachen Bijlage 1: Onderzoek naar de effectiviteit Bijlage van preventief 1: Onderzoek coachen naar de effectiviteit van preventief coachen
Bijlage 1: Onderzoek naar de effectiviteit van preventief coachen Bijlage 1: Onderzoek naar de effectiviteit van preventief coachen
B1.1 B1.1
B1.1 B1.1
Achtergrond en opzet van de studie Achtergrond en opzet van de studie B1.1
Achtergrond en opzet van de studie
Achtergrond en opzet van de studie Achtergrond en opzet van de studie
Psychosociale klachten als vermoeidheid, overspannenheid en werk-thuis conflict behoren tot de top Psychosociale klachten als vermoeidheid, overspannenheid en werk-thuis conflict behoren tot de top is conflict behoren tot Psychosociale de top klachten als vermoeidheid, overspannenheid Psychosociale en werk-thuis klachten als conflict vermoeidheid, behoren tot overspannenheid de top en werk-thuis conflict behoren tot Psychosociale de top klachten als vermoeidheid, overspannenheid en werk-thuis conflict behoren tot de top drie van oorzaken van ziekteverzuim in Nederland. Reïntegratie van medewerkers, die ten gevolge van drie van oorzaken van ziekteverzuim in Nederland. Reïntegratie van medewerkers, die ten gevolge van dewerkers, die ten gevolge drie vanvan oorzaken van ziekteverzuim in Nederland. drie Reïntegratie van oorzaken van van medewerkers, ziekteverzuim die ten in Nederland. gevolge vanReïntegratie van medewerkers, die ten gevolge drie vanvan oorzaken van ziekteverzuim in Nederland. Reïntegratie van medewerkers, die ten gevolge van dergelijke klachten verzuimen, verloopt moeizaam. Een efficiëntere aanpak van dit probleem zou zijn: dergelijke klachten verzuimen, verloopt moeizaam. Een efficiëntere aanpak van dit probleem zou zijn: pak van dit probleem dergelijke zou zijn:klachten verzuimen, verloopt moeizaam. dergelijke Een efficiëntere klachtenaanpak verzuimen, van dit verloopt probleem moeizaam. zou zijn:Een efficiëntere aanpak van dit probleem dergelijke zou zijn:klachten verzuimen, verloopt moeizaam. Een efficiëntere aanpak van dit probleem zou zijn: het zoveel mogelijk voorkomen van het ontstaan en verergeren van psychosociale klachten en het zoveel mogelijk voorkomen van het ontstaan en verergeren van psychosociale klachten en hosociale klachten en het zoveel mogelijk voorkomen van het ontstaan en hetverergeren zoveel mogelijk van psychosociale voorkomen klachten van het ontstaan en en verergeren van psychosociale klachten en het zoveel mogelijk voorkomen van het ontstaan en verergeren van psychosociale klachten en ziekteverzuim. Het reïntegratiebedrijf Capability heeft een coachingsprogramma ontwikkeld, dat zich ziekteverzuim. Het reïntegratiebedrijf Capability heeft een coachingsprogramma ontwikkeld, dat zich ogramma ontwikkeld, ziekteverzuim. dat zich Het reïntegratiebedrijf Capability heeft ziekteverzuim. een coachingsprogramma Het reïntegratiebedrijf ontwikkeld, Capability dat zich heeft een coachingsprogramma ontwikkeld, ziekteverzuim. dat zich Het reïntegratiebedrijf Capability heeft een coachingsprogramma ontwikkeld, dat zich specifiek richt op het coachen van medewerkers, die risico lopen om te gaan verzuimen wegens specifiek richt op het coachen van medewerkers, die risico lopen om te gaan verzuimen wegens gaan verzuimen wegens specifiek richt op het coachen van medewerkers, die specifiek risico lopen richt op omhet te gaan coachen verzuimen van medewerkers, wegens die risico lopen om te gaan verzuimen wegens specifiek richt op het coachen van medewerkers, die risico lopen om te gaan verzuimen wegens werkgerelateerde psychosociale klachten. Doel van dit coachingsprogramma is het voorkomen van werkgerelateerde psychosociale klachten. Doel van dit coachingsprogramma is het voorkomen van mma is het voorkomen werkgerelateerde van psychosociale klachten. Doel vanwerkgerelateerde dit coachingsprogramma psychosociale is hetklachten. voorkomen Doel van van dit coachingsprogramma is het voorkomen werkgerelateerde van psychosociale klachten. Doel van dit coachingsprogramma is het voorkomen van ziekteverzuim en het tegengaan van verdere achteruitgang van welzijn van de medewerkers. De drie ziekteverzuim en het tegengaan van verdere achteruitgang van welzijn van de medewerkers. De drie an de medewerkers.ziekteverzuim De drie en het tegengaan van verdere achteruitgang ziekteverzuim van welzijn en het van tegengaan de medewerkers. van verdereDeachteruitgang drie van welzijn van de medewerkers.ziekteverzuim De drie en het tegengaan van verdere achteruitgang van welzijn van de medewerkers. De drie voornaamste doelstellingen van het onderzoek betreffen: voornaamste doelstellingen van het onderzoek betreffen: voornaamste doelstellingen van het onderzoek betreffen: voornaamste doelstellingen van het onderzoek betreffen: voornaamste doelstellingen van het onderzoek betreffen: 1. het ontwikkelen, valideren en evalueren van een screeningsinstrument om medewerkers op te 1. het ontwikkelen, valideren en evalueren van een screeningsinstrument om medewerkers op te ent om medewerkers 1. ophet te ontwikkelen, valideren en evalueren van een 1. screeningsinstrument het ontwikkelen, valideren om medewerkers en evaluerenop van te een screeningsinstrument om medewerkers 1. ophet te ontwikkelen, valideren en evalueren van een screeningsinstrument om medewerkers op te sporen met een verhoogd risico op verzuim vanwege psychosociale klachten; sporen met een verhoogd risico op verzuim vanwege psychosociale klachten; klachten; sporen met een verhoogd risico op verzuim vanwege sporen psychosociale met een verhoogd klachten;risico op verzuim vanwege psychosociale klachten; sporen met een verhoogd risico op verzuim vanwege psychosociale klachten; 2. het vaststellen van de effectiviteit van het preventieve coachingsprogramma, in termen van 2. het vaststellen van de effectiviteit van het preventieve coachingsprogramma, in termen van gramma, in termen van 2. het vaststellen van de effectiviteit van het preventieve 2. het coachingsprogramma, vaststellen van de effectiviteit in termen van van het preventieve coachingsprogramma, in termen van 2. het vaststellen van de effectiviteit van het preventieve coachingsprogramma, in termen van ziekteverzuim, arbeidssatisfactie, vermoeidheid en het algemeen welzijn van medewerkers; ziekteverzuim, arbeidssatisfactie, vermoeidheid en het algemeen welzijn van medewerkers; elzijn van medewerkers; ziekteverzuim, arbeidssatisfactie, vermoeidheid enziekteverzuim, het algemeen welzijn arbeidssatisfactie, van medewerkers; vermoeidheid en het algemeen welzijn van medewerkers; ziekteverzuim, arbeidssatisfactie, vermoeidheid en het algemeen welzijn van medewerkers; 3. het identificeren van subgroepen van medewerkers, ten aanzien van type werk, familie3. het identificeren van subgroepen van medewerkers, ten aanzien van type werk, familien type werk, familie- 3. het identificeren van subgroepen van medewerkers, 3. hetten identificeren aanzien vanvan type subgroepen werk, familievan medewerkers, ten aanzien van type werk, familie- 3. het identificeren van subgroepen van medewerkers, ten aanzien van type werk, familieomstandigheden, leeftijd, geslacht of gezondheidsstatus, die meer voordeel halen uit het omstandigheden, leeftijd, geslacht of gezondheidsstatus, die meer voordeel halen uit het oordeel halen uit het omstandigheden, leeftijd, geslacht of gezondheidsstatus, omstandigheden, die meer voordeel leeftijd, halen geslacht uit of hetgezondheidsstatus, die meer voordeel halen uit het omstandigheden, leeftijd, geslacht of gezondheidsstatus, die meer voordeel halen uit het preventieve coachingsprogramma dan andere. preventieve coachingsprogramma dan andere. preventieve coachingsprogramma dan andere. preventieve coachingsprogramma dan andere. preventieve coachingsprogramma dan andere.
Met behulp van een gerandomiseerde trial zal de effectiviteit van dit coachingsprogramma Met behulp van een gerandomiseerde trial zal de effectiviteit van dit coachingsprogramma chingsprogramma Met behulp van een gerandomiseerde trial zal de effectiviteit Met behulpvan vandit een coachingsprogramma gerandomiseerde trial zal de effectiviteit van dit coachingsprogramma Met behulp van een gerandomiseerde trial zal de effectiviteit van dit coachingsprogramma geëvalueerd worden. De experimentele groep zal, naast de gebruikelijke zorg, het preventieve geëvalueerd worden. De experimentele groep zal, naast de gebruikelijke zorg, het preventieve zorg, het preventieve geëvalueerd worden. De experimentele groep zal, naast geëvalueerd de gebruikelijke worden. De zorg, experimentele het preventieve groep zal, naast de gebruikelijke zorg, het preventieve geëvalueerd worden. De experimentele groep zal, naast de gebruikelijke zorg, het preventieve coachingsprogramma ontvangen; de controlegroep ontvangt enkel de gebruikelijke zorg, zoals die coachingsprogramma ontvangen; de controlegroep ontvangt enkel de gebruikelijke zorg, zoals die ebruikelijke zorg, zoals coachingsprogramma die ontvangen; de controlegroepcoachingsprogramma ontvangt enkel de gebruikelijke ontvangen; zorg, de controlegroep zoals die ontvangt enkel de gebruikelijke zorg, zoals coachingsprogramma die ontvangen; de controlegroep ontvangt enkel de gebruikelijke zorg, zoals die door de werkgever en Arbo-dienst geboden wordt. Beide groepen ontvangen zes en twaalf maanden door de werkgever en Arbo-dienst geboden wordt. Beide groepen ontvangen zes en twaalf maanden ngen zes en twaalf maanden door de werkgever en Arbo-dienst geboden wordt.door Beidedegroepen werkgever ontvangen en Arbo-dienst zes en twaalf geboden maanden wordt. Beide groepen ontvangen zes en twaalf maanden door de werkgever en Arbo-dienst geboden wordt. Beide groepen ontvangen zes en twaalf maanden na randomisatie een follow-up vragenlijst en tevens worden zowel objectieve als subjectieve na randomisatie een follow-up vragenlijst en tevens worden zowel objectieve als subjectieve tieve als subjectieve na randomisatie een follow-up vragenlijst en tevens naworden randomisatie zowel objectieve een follow-up als subjectieve vragenlijst en tevens worden zowel objectieve als subjectieve na randomisatie een follow-up vragenlijst en tevens worden zowel objectieve als subjectieve verzuimdata verzameld. De primaire uitkomstmaat van dit onderzoek betreft het verzuim. Secundaire verzuimdata verzameld. De primaire uitkomstmaat van dit onderzoek betreft het verzuim. Secundaire etreft het verzuim. Secundaire verzuimdata verzameld. De primaire uitkomstmaat verzuimdata van dit onderzoek verzameld. betreft De het primaire verzuim. uitkomstmaat Secundairevan dit onderzoek betreft het verzuim. Secundaire verzuimdata verzameld. De primaire uitkomstmaat van dit onderzoek betreft het verzuim. Secundaire uitkomstmaten betreffen vermoeidheid, arbeidssatisfactie, herstelbehoefte en werk-thuis interferentie. uitkomstmaten betreffen vermoeidheid, arbeidssatisfactie, herstelbehoefte en werk-thuis interferentie. fte en werk-thuis interferentie. uitkomstmaten betreffen vermoeidheid, arbeidssatisfactie, uitkomstmaten herstelbehoefte betreffenen vermoeidheid, werk-thuis interferentie. arbeidssatisfactie, herstelbehoefte en werk-thuis interferentie. uitkomstmaten betreffen vermoeidheid, arbeidssatisfactie, herstelbehoefte en werk-thuis interferentie.
B1.2 B1.2
Instrument Instrument
B1.2
B1.2 B1.2
Instrument
Instrument Instrument
Data van de Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’ zijn Data van de Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’ zijn in de Arbeidssituatie’ Data zijn van de Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Data vanVermoeidheid de Maastrichtse in de Cohort Arbeidssituatie’ Studie naarzijn ‘Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’ Data zijn van de Maastrichtse Cohort Studie naar ‘Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’ zijn gebruikt om een beknopt screeningsinstrument, de ‘werkwijzer’, te ontwikkelen, waarmee gebruikt om een beknopt screeningsinstrument, de ‘werkwijzer’, te ontwikkelen, waarmee wikkelen, waarmee gebruikt om een beknopt screeningsinstrument, de gebruikt ‘werkwijzer’, om eentebeknopt ontwikkelen, screeningsinstrument, waarmee de ‘werkwijzer’, te ontwikkelen, waarmee gebruikt om een beknopt screeningsinstrument, de ‘werkwijzer’, te ontwikkelen, waarmee medewerkers opgespoord kunnen worden die een verhoogd risico hebben om te verzuimen vanwege medewerkers opgespoord kunnen worden die een verhoogd risico hebben om te verzuimen vanwege en om te verzuimenmedewerkers vanwege opgespoord kunnen worden die eenmedewerkers verhoogd risico opgespoord hebben om kunnen te verzuimen worden vanwege die een verhoogd risico hebben om te verzuimenmedewerkers vanwege opgespoord kunnen worden die een verhoogd risico hebben om te verzuimen vanwege psychosociale klachten. De gegevens zijn van 1998 tot en met 2002 verzameld bij 12.140 werknemers psychosociale klachten. De gegevens zijn van 1998 tot en met 2002 verzameld bij 12.140 werknemers zameld bij 12.140 werknemers psychosociale klachten. De gegevens zijn van 1998psychosociale tot en met 2002 klachten. verzameld De gegevens bij 12.140 zijn werknemers van 1998 tot en met 2002 verzameld bij 12.140 werknemers psychosociale klachten. De gegevens zijn van 1998 tot en met 2002 verzameld bij 12.140 werknemers uit 45 verschillende bedrijven en instellingen. Hiertoe zijn 26.978 personen benaderd (dit is een uit 45 verschillende bedrijven en instellingen. Hiertoe zijn 26.978 personen benaderd (dit is een onen benaderd (dit isuit een 45 verschillende bedrijven en instellingen. Hiertoe uit 45zijn verschillende 26.978 personen bedrijven benaderd en instellingen. (dit is eenHiertoe zijn 26.978 personen benaderd (dit isuit een 45 verschillende bedrijven en instellingen. Hiertoe zijn 26.978 personen benaderd (dit is een respons van 45%). respons van 45%). respons van 45%). respons van 45%). respons van 45%).
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 51/56 -
- 51/56 -
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
B1.3
B1.3
Interventie
Interventie
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
PVA
Tue
Fac
Dnst
Deelt
HGL
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
Tue
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
Dnst
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Volt
Deelt
HGL
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
0,06
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
0,08
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
0,06
0,08
0,06
0,03
0,11
0,07
0,09 0,11 0,12 0,11 0,07 0,10 0,08 0,06 0,03 0,11 0,07 0,10 0,07
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
0,07
Interventie
0,07
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
0,07
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
0,07
>2 jaar
<2 jaar
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne
0,10
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan
TUeOBP5 TotaalOBP6 OBP7 0,12 0,19 TUe 0,31Totaal 0,22
OBP3
035
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
3545
0,10
0,05 0,10
0,10
0,07 0,06
0,06
0,11 0,15
0,15
0,03 0,03
0,03
0,10 0,02
0,02
0,12 0,05
0,05
0,13 0,08
0,23WP0,17 0,17 0,15OBP 0,15 > 2 0,13 UD temp OWP OBP3 OBP5 OBP6 OBP7 Overig jaar WP- OBP2 OBP 0,43 0,42 Overig 0,37 UHD UD0,40 temp0,38 OWP 0,29 OBP2 0,35 OBP3 0,40OBP5 0,39OBP60,43 OBP7 0,17 0,13 0,05 0,23 0,12 0,19 0,31 0,22 0,17 0,17 0,23 0,21 0,130,26 0,05 0,10 0,23 0,18 0,12 0,12 0,19 0,19 0,31 0,21 0,220,23 0,17 0,15 0,22 0,17 0,45 0,42 0,45 0,43 0,40 0,38 0,29 0,35 0,40 0,39 0,19 0,28 0,420,12 0,45 0,24 0,43 0,21 0,40 0,28 0,38 0,25 0,29 0,24 0,350,24 0,40 0,26 0,35 0,45 0,22 0,21 0,17 0,23 0,21 0,26 0,10 0,18 0,12 0,19 0,12 0,06 0,210,03 0,17 0,00 0,23 0,06 0,21 0,07 0,26 0,06 0,10 0,06 0,180,05 0,12 0,05 0,16 0,22 0,25 0,27 0,24 0,19 0,28 0,12 0,24 0,21 0,28 0,25 0,14 0,18 0,270,12 0,24 0,21 0,19 0,20 0,28 0,18 0,12 0,19 0,24 0,17 0,210,22 0,28 0,13 0,27 0,25 0,07 0,04 0,12 0,12 0,06 0,03 0,00 0,06 0,07 0,06 0,04 0,05 0,040,06 0,12 0,03 0,12 0,06 0,06 0,05 0,03 0,06 0,00 0,01 0,060,04 0,07 0,02 0,08 0,07 0,21 0,22 0,17 0,14 0,18 0,12 0,21 0,20 0,18 0,19 0,05 0,04 0,220,03 0,17 0,10 0,14 0,05 0,18 0,03 0,12 0,05 0,21 0,06 0,200,06 0,18 0,06 0,11 0,21 0,07 0,04 0,07 0,04 0,05 0,06 0,03 0,06 0,05 0,06 0,13 0,20 0,040,06 0,07 0,07 0,04 0,14 0,05 0,17 0,06 0,17 0,03 0,16 0,060,20 0,05 0,13 0,00 0,07 0,05 0,07 0,05 0,05 0,04 0,03 0,10 0,05 0,03 0,05 0,01 0,01 0,070,00 0,05 0,03 0,05 0,02 0,04 0,02 0,03 0,02 0,10 0,02 0,050,02 0,03 0,01 0,05 0,05 0,19 0,20 0,12 0,13 0,20 0,06 0,07 0,14 0,17 0,17 0,11 0,15 0,200,12 0,12 0,03 0,13 0,06 0,20 0,15 0,06 0,10 0,07 0,16 0,140,12 0,17 0,12 0,14 0,19 0,03 0,03 0,02 0,01 0,01 0,00 0,03 0,02 0,02 0,02 0,26 0,24 0,030,06 0,02 0,24 0,01 0,27 0,01 0,23 0,00 0,30 0,03 0,22 0,020,24 0,02 0,35 0,00 0,03 0,11 0,08 0,26 0,11 0,15 0,12 0,03 0,06 0,15 0,10 0,21 0,07 0,080,09 0,26 0,03 0,11 0,21 0,15 0,22 0,12 0,15 0,03 0,15 0,060,16 0,15 0,14 0,14 0,11 0,41 0,24 0,21 0,26 0,24 0,06 0,24 0,27 0,23 0,30 0,06 0,05 0,09 0,03 0,14 0,03 0,08 0,04 0,04 0,07 0,46 0,41 0,24 0,21 0,26 0,24 0,06 0,24 0,27 0,23 0,18 0,12 0,17 0,21 0,07 0,09 0,03 0,21 0,22 0,15 0,15 0,33 0,18 0,34 0,11 0,22 0,20 0,32 0,31 0,21 0,14 0,18 0,12 0,17 0,21 0,07 0,09 0,03 0,21 0,22 0,08 0,04 0,05 0,06 0,05 0,09 0,03 0,14 0,03 0,08 0,13 0,16 0,18 0,03 0,02 0,08 0,07 0,07 0,06 0,07 0,11 0,08 0,04 0,05 0,06 0,05 0,09 0,03 0,14 0,03 0,18 0,31 0,24 0,15 0,33 0,18 0,34 0,11 0,22 0,20 0,04 0,07 0,12 0,03 0,08 0,03 0,06 0,06 0,05 0,07 0,16 0,18 0,31 0,24 0,15 0,33 0,18 0,34 0,11 0,22 0,03 0,03 0,07 0,13 0,16 0,18 0,03 0,02 0,08 0,07 0,14 0,23 0,41 0,31 0,20 0,10 0,17 0,11 0,13 0,22 0,00 0,03 0,03 0,07 0,13 0,16 0,18 0,03 0,02 0,08 0,07 0,05 0,05 0,04 0,07 0,12 0,03 0,08 0,03 0,06 0,71 0,62 0,65 0,62 0,76 0,57 0,60 0,57 0,58 0,62 0,08 0,07 0,05 0,05 0,04 0,07 0,12 0,03 0,08 0,03 0,15 0,08 0,17 0,14 0,23 0,41 0,31 0,20 0,10 0,17 0,66 0,57 0,50 0,52 0,59 0,72 0,58 0,68 0,68 0,62 0,11 0,15 0,08 0,17 0,14 0,23 0,41 0,31 0,20 0,10 0,55 0,57 0,43 0,71 0,62 0,65 0,62 0,76 0,57 0,60 0,04 0,01 0,06 0,00 0,03 0,00 0,03 0,01 0,02 0,02 0,49 0,55 0,57 0,43 0,71 0,62 0,65 0,62 0,76 0,57 0,59 0,66 0,64 0,66 0,57 0,50 0,52 0,59 0,72 0,58 0,05 0,02 0,00 0,07 0,06 0,05 0,04 0,02 0,02 0,02 0,38 0,59 0,66 0,64 0,66 0,57 0,50 0,52 0,59 0,72 0,04 0,03 0,05 0,04 0,01 0,06 0,00 0,03 0,00 0,03 0,04 0,02 0,030,00 0,05 0,00 0,04 0,03 0,01 0,00 0,06 0,02 0,00 0,01 0,030,02 0,00 0,01 0,03 0,04 0,04 0,02 0,10 0,05 0,02 0,00 0,07 0,06 0,05 0,04 0,08 0,01 0,020,06 0,10 0,14 0,05 0,06 0,02 0,08 0,00 0,05 0,07 0,01 0,060,01 0,05 0,04 0,03 0,04 0,04 0,01 0,00 0,04 0,02 0,00 0,00 0,03 0,00 0,02 0,14 0,13 0,010,09 0,00 0,10 0,04 0,09 0,02 0,12 0,00 0,12 0,00 0,13 0,030,11 0,00 0,12 0,00 0,04 0,03 0,02 0,05 0,08 0,01 0,06 0,14 0,06 0,08 0,05 0,44 0,69 0,020,62 0,05 0,48 0,08 0,61 0,01 0,67 0,06 0,59 0,14 0,65 0,060,68 0,08 0,64 0,05 0,03 0,15 0,10 0,10 0,14 0,13 0,09 0,10 0,09 0,12 0,12 0,22 0,33 0,100,18 0,10 0,28 0,14 0,32 0,13 0,47 0,09 0,30 0,10 0,55 0,090,54 0,12 0,37 0,19 0,15 0,63 0,66 0,60 0,44 0,69 0,62 0,48 0,61 0,67 0,59 0,04 0,01 0,660,03 0,60 0,00 0,44 0,05 0,69 0,02 0,62 0,03 0,48 0,03 0,610,03 0,67 0,02 0,49 0,63 0,29 0,57 0,43 0,22 0,33 0,18 0,28 0,32 0,47 0,30 0,09 0,02 0,570,00 0,43 0,10 0,22 0,00 0,33 0,03 0,18 0,06 0,28 0,06 0,320,05 0,47 0,05 0,14 0,29 0,04 0,04 0,02 0,04 0,01 0,03 0,00 0,05 0,02 0,03 0,11 0,20 0,040,06 0,02 0,24 0,04 0,24 0,01 0,22 0,03 0,24 0,00 0,14 0,050,22 0,02 0,19 0,00 0,04 0,09 0,04 0,10 0,09 0,02 0,00 0,10 0,00 0,03 0,06 0,26 0,23 0,040,26 0,10 0,45 0,09 0,48 0,02 0,40 0,00 0,37 0,10 0,39 0,000,42 0,03 0,32 0,14 0,09 0,36 0,21 0,24 0,11 0,20 0,06 0,24 0,24 0,22 0,24 0,20 0,13 0,210,15 0,24 0,31 0,11 0,21 0,20 0,23 0,06 0,23 0,24 0,15 0,240,21 0,22 0,19 0,27 0,36 0,46 0,42 0,29 0,26 0,23 0,26 0,45 0,48 0,40 0,37 0,09 0,17 0,420,26 0,29 0,14 0,26 0,18 0,23 0,15 0,26 0,19 0,45 0,09 0,480,13 0,40 0,17 0,43 0,46 0,28 0,21 0,17 0,20 0,13 0,15 0,31 0,21 0,23 0,23 0,02 0,08 0,210,24 0,17 0,07 0,20 0,27 0,13 0,25 0,15 0,20 0,31 0,21 0,210,20 0,23 0,23 0,27 0,28 0,17 0,13 0,19 0,09 0,17 0,26 0,14 0,18 0,15 0,19 0,13 0,19 0,130,15 0,19 0,14 0,09 0,15 0,17 0,12 0,26 0,17 0,14 0,18 0,180,19 0,15 0,13 0,14 0,17 0,21 0,21 0,12 0,02 0,08 0,24 0,07 0,27 0,25 0,20 0,07 0,11 0,210,03 0,12 0,10 0,02 0,12 0,08 0,13 0,24 0,10 0,07 0,06 0,270,09 0,25 0,08 0,16 0,21 0,14 0,21 0,24 0,13 0,19 0,15 0,14 0,15 0,12 0,17 0,10 0,06 0,210,15 0,24 0,03 0,13 0,02 0,19 0,05 0,15 0,08 0,14 0,05 0,150,08 0,12 0,07 0,22 0,14 0,07 0,10 0,05 0,07 0,11 0,03 0,10 0,12 0,13 0,10
OBP2
0,05
0,02
0,03
0,04 0,17 0,22 0,00 0,04 0,43 0,13 0,43 0,35 0,04 0,09 0,43 0,35 0,04 0,00 0,00 0,00 0,00 0,52 0,57 0,52 0,04 0,22 0,39 0,65 0,35 0,22 0,22 0,22 0,39 0,17
0,06 0,05 0,03 0,20 0,10 0,22 0,13 0,20 0,10 0,02 0,02 0,00 0,01 0,02 0,02 0,09 0,13 0,04 0,12 0,09 0,13 0,34 0,24 0,43 0,35 0,34 0,24 0,18 0,10 0,13 0,14 0,18 0,10 0,10 0,06 0,43 0,07 0,10 0,06 0,17 0,17 0,35 0,21 0,17 0,17 0,08 0,08 0,04 0,07 0,08 0,08 0,08 0,05 0,09 0,07 0,08 0,05 0,16 0,15 0,43 0,22 0,16 0,15 0,56 0,66 0,35 0,62 0,56 0,66 0,55 0,49 0,04 0,62 0,55 0,49 0,06 0,01 0,00 0,02 0,06 0,01 0,06 0,06 0,00 0,02 0,06 0,06 0,02 0,03 0,00 0,01 0,02 0,03 0,08 0,06 0,00 0,04 0,08 0,06 0,14 0,15 0,52 0,12 0,14 0,15 0,58 0,40 0,57 0,64 0,58 0,40 0,18 0,19 0,52 0,37 0,18 0,19 0,04 0,03 0,04 0,02 0,04 0,03 0,06 0,07 0,22 0,05 0,06 0,07 0,30 0,12 0,39 0,19 0,30 0,12 0,42 0,29 0,65 0,32 0,42 0,29 0,26 0,19 0,35 0,19 0,26 0,19 0,22 0,17 0,22 0,17 0,22 0,17 0,23 0,14 0,22 0,23 0,23 0,14 0,21 0,13 0,22 0,13 0,21 0,13 0,14 0,06 0,39 0,10 0,06 0,09 0,08 0,14 0,06 0,05 0,08 0,07 0,07 0,07 0,17 0,07
0-0,21 35 < 2 0,34 jaar 0,15 0,16 0,15 0,42 0,18 0,43 0,23 0,10 0,21 0,24 0,10 0,24 0,05 0,07 0,06 0,22 0,03 0,17 0,04 0,10 0,01 0,06 0,02 0,06 0,20 0,13 0,16 0,02 0,24 0,02 0,12 0,10 0,16 0,24 0,06 0,22 0,16 0,17 0,15 0,04 0,08 0,04 0,31 0,05 0,32 0,06 0,15 0,07 0,05 0,66 0,06 0,13 0,49 0,11 0,58 0,01 0,57 0,68 0,06 0,68 0,02 0,03 0,01 0,02 0,06 0,02 0,02 0,15 0,01 0,01 0,40 0,01 0,11 0,19 0,13 0,68 0,03 0,65 0,54 0,07 0,55 0,03 0,12 0,03 0,05 0,29 0,06 0,22 0,19 0,14 0,42 0,17 0,39 0,21 0,14 0,15 0,13 0,13 0,09 0,20 0,06 0,21 0,19 0,07 0,18 0,09
> 55
ENG 35-0,13 45 00,57 35 0,13 0,30 0,15 0,37 0,43 0,42 0,15 0,04 0,23 0,26 0,52 0,24 0,05 0,04 0,05 0,13 0,17 0,22 0,02 0,22 0,04 0,06 0,00 0,06 0,13 0,04 0,20 0,01 0,43 0,02 0,12 0,13 0,12 0,35 0,43 0,24 0,14 0,35 0,16 0,07 0,04 0,04 0,21 0,09 0,31 0,07 0,43 0,06 0,07 0,35 0,05 0,22 0,04 0,13 0,62 0,00 0,58 0,62 0,00 0,68 0,02 0,00 0,02 0,02 0,00 0,02 0,01 0,52 0,02 0,04 0,57 0,01 0,12 0,52 0,11 0,64 0,04 0,68 0,37 0,22 0,54 0,02 0,39 0,03 0,05 0,65 0,05 0,19 0,35 0,22 0,32 0,22 0,42 0,19 0,22 0,21 0,17 0,22 0,13 0,23 0,39 0,20 0,13 0,17 0,19 0,08
0,57 0,30 0,43 0,04 0,52 0,04 0,17 0,22 0,00 0,04 0,43 0,13 0,43 0,35 0,04 0,09 0,43 0,35 0,04 0,00 0,00 0,00 0,00 0,52 0,57 0,52 0,04 0,22 0,39 0,65 0,35 0,22 0,22 0,22
0,37 0,45 0,34 0,22 0,16 0,30 0,15 0,22 0,16 0,30 0,18 0,43 0,26 0,30 0,18 0,06 0,10 0,04 0,05 0,06 0,10 0,26 0,10 0,52 0,13 0,26 0,10 0,07 0,07 0,04 0,02 0,07 0,07 0,05 0,03 0,17 0,06 0,05 0,03 0,20 0,10 0,22 0,13 0,20 0,10 0,02 0,02 0,00 0,01 0,02 0,02 0,09 0,13 0,04 0,12 0,09 0,13 0,34 0,24 0,43 0,35 0,34 0,24 0,18 0,10 0,13 0,14 0,18 0,10 0,10 0,06 0,43 0,07 0,10 0,06 0,17 0,17 0,35 0,21 0,17 0,17 0,08 0,08 0,04 0,07 0,08 0,08 0,08 0,05 0,09 0,07 0,08 0,05 0,16 0,15 0,43 0,22 0,16 0,15 0,56 0,66 0,35 0,62 0,56 0,66 0,55 0,49 0,04 0,62 0,55 0,49 0,06 0,01 0,00 0,02 0,06 0,01 0,06 0,06 0,00 0,02 0,06 0,06 0,02 0,03 0,00 0,01 0,02 0,03 0,08 0,06 0,00 0,04 0,08 0,06 0,14 0,15 0,52 0,12 0,14 0,15 0,58 0,40 0,57 0,64 0,58 0,40 0,18 0,19 0,52 0,37 0,18 0,19 0,04 0,03 0,04 0,02 0,04 0,03 0,06 0,07 0,22 0,05 0,06 0,07 0,30 0,12 0,39 0,19 0,30 0,12 0,42 0,29 0,65 0,32 0,42 0,29 0,26 0,19 0,35 0,19 0,26 0,19 0,22 0,17 0,22 0,17 0,22 0,17 0,23 0,14 0,22 0,23 0,23 0,14 0,21 0,13 0,22 0,13 0,21 0,13 0,14 0,06 0,39
0,08
0,05
0,08
0,07
0,07
0,07
0,17
0,39
0,13
0,13 0,18 0,21 0,45 0,34 0,57
45> 55 35- 55 45- ENG > 45 55 55 0,18 0,21 0,13
0,10 0,06 0,09 0,08 0,14 0,06 0,05 0,08 0,07 0,07 0,07 0,17
< 20,18 jaar> 2 0,45 jaar 0,15 0,22 0,17 0,43 0,30 0,39 0,21 0,06 0,19 0,24 0,26 0,25 0,06 0,07 0,06 0,17 0,05 0,19 0,01 0,20 0,06 0,06 0,02 0,05 0,16 0,09 0,17 0,02 0,34 0,02 0,16 0,18 0,10 0,22 0,10 0,30 0,15 0,17 0,15 0,04 0,08 0,08 0,32 0,08 0,20 0,07 0,16 0,07 0,06 0,56 0,06 0,11 0,55 0,17 0,57 0,06 0,60 0,68 0,06 0,58 0,01 0,02 0,03 0,02 0,08 0,04 0,01 0,14 0,02 0,01 0,58 0,05 0,13 0,18 0,12 0,65 0,04 0,59 0,55 0,06 0,30 0,03 0,30 0,03 0,06 0,42 0,06 0,14 0,26 0,24 0,39 0,22 0,37 0,15 0,23 0,23 0,09 0,21 0,19 0,21 0,14 0,20 0,18 0,07 0,17 0,06
4555
- 52/56 - 52/56 -
0,07
ENG
0,52 0,02 0,07 0,07 0,05 0,03 0,17
0,07
0,04 0,13 0,26 0,10 0,07 0,07 0,04
0,08
0,43 0,05 0,06 0,10 0,26 0,10 0,52
0,05
0,30 0,26 0,30 0,18 0,06 0,10 0,04
0,08
0,57
ENG
0,15 0,22 0,16 0,30 0,18 0,43
45> 55 35- 55 45- ENG > 45 55 55 0,18 0,21 0,13
0,13
0-0,21 35 < 2 0,34 jaar 0,15 0,16 0,15 0,42 0,18 0,43 0,23 0,10 0,21 0,24 0,10 0,24 0,05 0,07 0,06 0,22 0,03 0,17 0,04 0,10 0,01 0,06 0,02 0,06 0,20 0,13 0,16 0,02 0,24 0,02 0,12 0,10 0,16 0,24 0,06 0,22 0,16 0,17 0,15 0,04 0,08 0,04 0,31 0,05 0,32 0,06 0,15 0,07 0,05 0,66 0,06 0,13 0,49 0,11 0,58 0,01 0,57 0,68 0,06 0,68 0,02 0,03 0,01 0,02 0,06 0,02 0,02 0,15 0,01 0,01 0,40 0,01 0,11 0,19 0,13 0,68 0,03 0,65 0,54 0,07 0,55 0,03 0,12 0,03 0,05 0,29 0,06 0,22 0,19 0,14 0,42 0,17 0,39 0,21 0,14 0,15 0,13 0,13 0,09 0,20 0,06 0,21 0,19 0,07 0,18 0,09
0,37 0,45 0,34 0,22 0,16 0,30
ENG 35-0,13 45 00,57 35 0,13 0,30 0,15 0,37 0,43 0,42 0,15 0,04 0,23 0,26 0,52 0,24 0,05 0,04 0,05 0,13 0,17 0,22 0,02 0,22 0,04 0,06 0,00 0,06 0,13 0,04 0,20 0,01 0,43 0,02 0,12 0,13 0,12 0,35 0,43 0,24 0,14 0,35 0,16 0,07 0,04 0,04 0,21 0,09 0,31 0,07 0,43 0,06 0,07 0,35 0,05 0,22 0,04 0,13 0,62 0,00 0,58 0,62 0,00 0,68 0,02 0,00 0,02 0,02 0,00 0,02 0,01 0,52 0,02 0,04 0,57 0,01 0,12 0,52 0,11 0,64 0,04 0,68 0,37 0,22 0,54 0,02 0,39 0,03 0,05 0,65 0,05 0,19 0,35 0,22 0,32 0,22 0,42 0,19 0,22 0,21 0,17 0,22 0,13 0,23 0,39 0,20 0,13 0,17 0,19 0,08
> 55
0,13 0,18 0,21 0,45 0,34 0,57
< 20,18 jaar> 2 0,45 jaar 0,15 0,22 0,17 0,43 0,30 0,39 0,21 0,06 0,19 0,24 0,26 0,25 0,06 0,07 0,06 0,17 0,05 0,19 0,01 0,20 0,06 0,06 0,02 0,05 0,16 0,09 0,17 0,02 0,34 0,02 0,16 0,18 0,10 0,22 0,10 0,30 0,15 0,17 0,15 0,04 0,08 0,08 0,32 0,08 0,20 0,07 0,16 0,07 0,06 0,56 0,06 0,11 0,55 0,17 0,57 0,06 0,60 0,68 0,06 0,58 0,01 0,02 0,03 0,02 0,08 0,04 0,01 0,14 0,02 0,01 0,58 0,05 0,13 0,18 0,12 0,65 0,04 0,59 0,55 0,06 0,30 0,03 0,30 0,03 0,06 0,42 0,06 0,14 0,26 0,24 0,39 0,22 0,37 0,15 0,23 0,23 0,09 0,21 0,19 0,21 0,14 0,20 0,18 0,07 0,17 0,06
4555
- 52/56 -
0,13 0,08
0,12 0,05
0,10 0,02
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
0,12 0,07
OWP
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
0,05 UHD 0,45 HGL 0,22 0,17 0,10 0,35 0,24 0,35 0,16 0,12 0,16 0,27 0,17 0,31 0,08 0,07 0,02 0,11 0,05 0,24 0,00 0,12 0,02 0,05 0,02 0,04 0,14 0,26 0,22 0,00 0,21 0,00 0,14 0,17 0,08 0,46 0,05 0,57 0,14 0,24 0,18 0,11 0,07 0,14 0,16 0,05 0,08 0,00 0,17 0,02 0,08 0,43 0,10 0,11 0,64 0,12 0,49 0,05 0,47 0,38 0,10 0,49 0,03 0,00 0,02 0,03 0,05 0,02 0,00 0,10 0,00 0,05 0,60 0,02 0,19 0,43 0,18 0,49 0,02 0,49 0,14 0,10 0,22 0,00 0,24 0,04 0,14 0,29 0,12 0,27 0,17 0,24 0,43 0,19 0,47 0,27 0,12 0,27 0,14 0,24 0,22 0,16 0,05 0,43 0,22 0,10 0,16 0,11
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
0,13 HGL 0,42 Deelt 0,10 0,21 0,18 0,35 0,27 0,44 0,16 0,04 0,18 0,31 0,22 0,33 0,02 0,04 0,08 0,24 0,07 0,15 0,02 0,20 0,07 0,04 0,03 0,08 0,22 0,08 0,19 0,00 0,24 0,03 0,08 0,12 0,19 0,57 0,04 0,27 0,18 0,31 0,14 0,14 0,03 0,04 0,08 0,05 0,19 0,02 0,08 0,10 0,10 0,57 0,08 0,12 0,66 0,16 0,47 0,03 0,56 0,49 0,02 0,63 0,02 0,01 0,01 0,02 0,02 0,05 0,00 0,10 0,03 0,02 0,66 0,03 0,18 0,57 0,11 0,49 0,04 0,70 0,22 0,04 0,32 0,04 0,21 0,05 0,12 0,42 0,01 0,24 0,21 0,11 0,47 0,13 0,30 0,27 0,21 0,14 0,22 0,21 0,26 0,43 0,10 0,11 0,16 0,07 0,14 0,12
WPtemp
3545
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
regelm-dagelijks
UD
035
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
regelm-dagelijks 0,21 0,09 0,09 0,09 0,09 0,15 0,08 regelm-dagelijks 0,10 0,07 0,07 0,07 0,07 0,06 0,08 0,06
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
0,22
UHD
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
0,17 Volt Deelt 0,35 0,45 Vrouw Volt 0,16 0,18 0,16 0,22 0,16 0,16 0,40 0,44 0,27 0,25 0,48 0,40 0,20 0,18 0,08 0,07 0,24 0,20 0,24 0,33 0,11 0,21 0,32 0,24 0,06 0,08 0,00 0,07 0,06 0,06 0,19 0,15 0,05 0,05 0,17 0,19 0,04 0,07 0,14 0,19 0,06 0,04 0,05 0,08 0,00 0,03 0,05 0,05 0,16 0,19 0,14 0,11 0,21 0,16 0,02 0,03 0,46 0,41 0,01 0,02 0,10 0,19 0,14 0,18 0,16 0,10 0,29 0,27 0,11 0,08 0,30 0,29 0,15 0,14 0,16 0,18 0,14 0,15 0,07 0,04 0,00 0,03 0,05 0,07 0,23 0,19 0,08 0,07 0,29 0,23 0,07 0,10 0,11 0,15 0,11 0,07 0,06 0,08 0,49 0,55 0,07 0,06 0,16 0,16 0,38 0,59 0,17 0,16 0,60 0,56 0,03 0,04 0,58 0,60 0,60 0,63 0,03 0,04 0,64 0,60 0,03 0,01 0,00 0,04 0,02 0,03 0,04 0,05 0,05 0,03 0,03 0,04 0,02 0,03 0,19 0,15 0,02 0,02 0,04 0,03 0,49 0,63 0,03 0,04 0,13 0,11 0,14 0,29 0,13 0,13 0,59 0,70 0,00 0,04 0,74 0,59 0,36 0,32 0,14 0,09 0,42 0,36 0,03 0,05 0,27 0,36 0,02 0,03 0,06 0,01 0,43 0,46 0,01 0,06 0,23 0,11 0,27 0,28 0,23 0,23 0,38 0,30 0,14 0,17 0,41 0,38 0,22 0,14 0,16 0,21 0,17 0,22 0,16 0,26 0,22 0,14 0,16 0,16 0,21 0,11 0,11 0,07 0,21 0,21 0,17 0,14 0,03 0,11 0,21 0,17 0,09 0,11
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
0,16 N- 0,16 0,18 0,10 NED NED Man N- Vrouw 0,48 0,40 0,44 Man 0,35 NED Dnst NED 0,16 0,24 0,16 0,16 0,24 0,20 0,18 0,16 0,21 0,16 0,24 0,16 0,40 0,45 0,36 0,48 0,32 0,24 0,33 0,31 0,38 0,40 0,45 0,36 0,19 0,27 0,17 0,24 0,06 0,06 0,08 0,02 0,19 0,19 0,27 0,17 0,24 0,30 0,21 0,32 0,17 0,19 0,15 0,24 0,21 0,24 0,30 0,21 0,07 0,03 0,06 0,06 0,06 0,04 0,07 0,02 0,07 0,07 0,03 0,06 0,19 0,21 0,18 0,17 0,05 0,05 0,08 0,04 0,14 0,19 0,21 0,18 0,04 0,10 0,04 0,06 0,21 0,16 0,19 0,22 0,05 0,04 0,10 0,04 0,06 0,01 0,05 0,05 0,01 0,02 0,03 0,00 0,03 0,06 0,01 0,05 0,17 0,15 0,14 0,21 0,16 0,10 0,19 0,08 0,14 0,17 0,15 0,14 0,02 0,04 0,02 0,01 0,30 0,29 0,27 0,57 0,01 0,02 0,04 0,02 0,11 0,15 0,09 0,16 0,14 0,15 0,14 0,18 0,11 0,11 0,15 0,09 0,26 0,54 0,28 0,30 0,05 0,07 0,04 0,14 0,20 0,26 0,54 0,28 0,15 0,12 0,15 0,14 0,29 0,23 0,19 0,08 0,11 0,15 0,12 0,15 0,06 0,12 0,08 0,05 0,11 0,07 0,10 0,02 0,06 0,06 0,12 0,08 0,22 0,27 0,19 0,29 0,07 0,06 0,08 0,10 0,21 0,22 0,27 0,19 0,07 0,09 0,05 0,11 0,17 0,16 0,16 0,12 0,11 0,07 0,09 0,05 0,06 0,06 0,06 0,07 0,58 0,60 0,56 0,47 0,05 0,06 0,06 0,06 0,16 0,10 0,15 0,17 0,64 0,60 0,63 0,49 0,25 0,16 0,10 0,15 0,60 0,57 0,60 0,58 0,02 0,03 0,01 0,02 0,72 0,60 0,57 0,60 0,60 0,58 0,58 0,64 0,03 0,04 0,05 0,02 0,60 0,60 0,58 0,58 0,03 0,00 0,03 0,02 0,02 0,02 0,03 0,00 0,03 0,03 0,00 0,03 0,04 0,00 0,04 0,03 0,03 0,04 0,03 0,02 0,05 0,04 0,00 0,04 0,02 0,00 0,02 0,02 0,13 0,13 0,11 0,18 0,01 0,02 0,00 0,02 0,05 0,00 0,05 0,03 0,74 0,59 0,70 0,49 0,05 0,05 0,00 0,05 0,12 0,16 0,12 0,13 0,42 0,36 0,32 0,22 0,06 0,12 0,16 0,12 0,59 0,69 0,52 0,74 0,02 0,03 0,05 0,04 0,60 0,59 0,69 0,52 0,35 0,37 0,32 0,42 0,01 0,06 0,01 0,12 0,32 0,35 0,37 0,32 0,03 0,03 0,03 0,02 0,23 0,23 0,11 0,24 0,01 0,03 0,03 0,03 0,06 0,04 0,08 0,01 0,41 0,38 0,30 0,47 0,03 0,06 0,04 0,08 0,21 0,31 0,21 0,23 0,17 0,22 0,14 0,27 0,19 0,21 0,31 0,21 0,35 0,61 0,35 0,41 0,16 0,16 0,26 0,22 0,34 0,35 0,61 0,35 0,21 0,22 0,23 0,17 0,21 0,21 0,11 0,43 0,20 0,21 0,22 0,23 0,17 0,15 0,17 0,16 0,21 0,17 0,14 0,16 0,19 0,17 0,15 0,17 0,20 0,22 0,20 0,21 0,12 0,09 0,11 0,12 0,19 0,20 0,22 0,20 0,17 0,12 0,15 0,21 0,06 0,07 0,08 0,06 0,14 0,17 0,12 0,15 0,09 0,15 0,08 0,12
Vrouw
<2 jaar
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
Afstand van werk gekregen
Man
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
0,16 Dnst 0,36 Fac 0,21 0,17 0,14 0,38 0,21 0,40 0,19 0,06 0,19 0,21 0,18 0,26 0,07 0,04 0,06 0,14 0,05 0,19 0,05 0,14 0,04 0,03 0,02 0,06 0,14 0,09 0,18 0,01 0,28 0,02 0,11 0,15 0,11 0,20 0,08 0,32 0,11 0,19 0,16 0,06 0,05 0,07 0,21 0,06 0,23 0,11 0,15 0,05 0,05 0,60 0,07 0,25 0,58 0,12 0,72 0,03 0,55 0,60 0,04 0,60 0,03 0,02 0,03 0,05 0,05 0,03 0,01 0,12 0,02 0,05 0,52 0,04 0,06 0,32 0,15 0,60 0,03 0,59 0,32 0,08 0,37 0,01 0,21 0,04 0,03 0,35 0,07 0,19 0,23 0,22 0,34 0,17 0,38 0,20 0,20 0,21 0,19 0,15 0,16 0,19 0,08 0,21 0,14 0,08 0,18 0,09
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
0,24 Fac 0,45 Tue 0,14 0,27 0,16 0,40 0,30 0,40 0,19 0,03 0,20 0,26 0,21 0,25 0,06 0,10 0,06 0,19 0,01 0,19 0,04 0,15 0,05 0,06 0,04 0,05 0,18 0,15 0,17 0,02 0,54 0,02 0,11 0,12 0,11 0,32 0,12 0,29 0,16 0,27 0,15 0,07 0,09 0,07 0,23 0,06 0,23 0,05 0,10 0,07 0,07 0,57 0,06 0,12 0,58 0,16 0,55 0,00 0,60 0,60 0,00 0,60 0,03 0,00 0,03 0,03 0,00 0,04 0,02 0,16 0,02 0,04 0,69 0,04 0,15 0,37 0,13 0,59 0,03 0,60 0,37 0,04 0,36 0,04 0,31 0,03 0,07 0,61 0,06 0,22 0,22 0,22 0,38 0,15 0,37 0,21 0,22 0,21 0,16 0,12 0,17 0,21 0,15 0,20 0,18 0,06 0,17 0,09
NNED
>2 jaar
- 51/56 -
Opgebrand door werk Afstand van werk gekregen
NED
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
0,16 Tue 0,40 PVA 0,16 0,19 0,24 0,40 0,24 0,55 0,20 0,07 0,23 0,25 0,19 0,27 0,06 0,04 0,11 0,19 0,06 0,22 0,05 0,17 0,07 0,05 0,02 0,04 0,17 0,11 0,15 0,02 0,26 0,02 0,11 0,15 0,09 0,29 0,06 0,26 0,15 0,22 0,15 0,07 0,07 0,07 0,23 0,06 0,37 0,07 0,16 0,10 0,06 0,60 0,14 0,16 0,60 0,35 0,60 0,03 0,66 0,60 0,04 0,58 0,03 0,02 0,07 0,04 0,05 0,08 0,02 0,12 0,04 0,04 0,59 0,07 0,13 0,35 0,10 0,60 0,03 0,48 0,36 0,06 0,18 0,03 0,21 0,02 0,06 0,35 0,05 0,22 0,21 0,29 0,37 0,17 0,45 0,21 0,20 0,25 0,17 0,17 0,26 0,20 0,09 0,39 0,17 0,07 0,22 0,09
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
0,24 0,16 0,14 0,21 Items Antwoorden PVA Vermoeidheid 0,55 0,40 Antwoorden 0,40 0,38 Items Ja Langdurige ziekte Ja 0,24 Spreiding: Lichamelijk 0,23 0,20 Ja 0,19 0,19 Langdurige ziekte Vermoeidheid Ja 0,55 Geestelijk 0,27 0,25 Ja 0,26 0,21 Vermoeidheid Spreiding: Lichamelijk 0,23 Weet niet 0,11 0,06 Lichamelijk 0,06 0,07 Spreiding: Geestelijk 0,27 Ongelukkig/ neerslachtig wat/veel meer 0,22 0,19 Geestelijk 0,19 0,14 Weet niet 0,11 Zinvol bezig helemaal niet 0,07 0,05 Weet 0,04 niet 0,05 Ongelukkig/ neerslachtig wat/veel meer 0,22 Gevoelens van verlegenheid Meestal/ altijd 0,04 0,05 wat/veel 0,06 meer 0,03 Ongelukkig/ neerslachtig Zinvol bezig helemaal niet 0,07 Gedachten niet kunnen onderdrukken Zinvol Meestal/ altijd 0,15 0,17 helemaal 0,18 niet 0,14 bezig Gevoelens van verlegenheid Meestal/ altijd 0,04 Aantal ziekmeldingen (afg. 4 maanden) 3 keer of verlegenheid meer 0,02 0,02 Meestal/ 0,02 altijd 0,01 Gevoelens van Gedachten niet kunnen onderdrukken Meestal/ altijd 0,15 Verandering in werkdagen ja niet kunnen onderdrukken 0,09 0,11 Meestal/ 0,11 altijd 0,11 Gedachten Aantal ziekmeldingen (afg. 4 maanden) 3 keer of meer 0,02 Voldoende vrije tijd 0,32of meer 0,20 Aantal nee ziekmeldingen (afg. 4 0,26 maanden)0,29 3 keer Verandering in werkdagen ja 0,09 Verantwoordelijkheden bekend nee in werkdagen 0,15 0,15 ja 0,16 0,11 Verandering Voldoende vrije tijd nee 0,26 Conflicten met collega's ja 0,07 0,07 0,07 0,06 Voldoende vrije tijd nee Verantwoordelijkheden bekend nee 0,15 Dezelfde bewegingen ja 0,37 0,23 0,23 0,21 Verantwoordelijkheden bekend nee Conflicten met collega's ja 0,07 Werk eenvoudig ja 0,10 0,07 0,05 0,11 Conflicten met collega's ja Dezelfde bewegingen ja 0,37 Schokkende gebeurtenissen ja 0,14 0,06 0,07 0,05 Dezelfde bewegingen ja Werk eenvoudig ja 0,10 Inkomen collega's i.o.m prestaties nee 0,35 0,16 0,12 0,25 Werk eenvoudig ja Schokkende gebeurtenissen ja 0,14 Bij problemen op werk naar: Leiding 0,66 0,60 0,55 0,72 Schokkende gebeurtenissen ja Inkomen collega's i.o.m prestaties nee 0,35 Spreiding: Collega's 0,58 0,60 0,60 0,60 Inkomen collega's i.o.m prestaties nee Bij problemen op werk naar: Leiding 0,66 Bedrijfsarts 0,07 0,03 0,03 0,03 Bij problemen op werk naar: Leiding Spreiding: Collega's 0,58 Huisarts 0,08 0,04 0,03 Spreiding: Collega's 0,05 Bedrijfsarts 0,07 Maatsch. werk 0,04 0,02 Bedrijfsarts 0,02 0,01 Huisarts 0,08 Vakbond 0,07 0,04 Huisarts 0,04 0,05 Maatsch. werk 0,04 Personeelszaken 0,10 0,13 Maatsch. 0,15 werk 0,06 Vakbond 0,07 Partn/ vriend(in) 0,48 0,60 Vakbond 0,59 0,60 Personeelszaken 0,10 Familie/ vrienden 0,18 0,36 Personeelszaken 0,37 0,32 Partn/ vriend(in) 0,48 Iemand anders 0,02 0,03 Partn/ 0,04vriend(in) 0,01 Familie/ vrienden 0,18 Niem./ weet niet 0,05 0,06 Familie/ 0,07 vrienden 0,03 Iemand anders 0,02 Moeite met ontspannen einde werkdag ja 0,29 0,22 Iemand 0,22 anders 0,19 Niem./ weet niet 0,05 Einde werkdag uitgeput ja 0,45 0,37 Niem./ 0,38weet 0,34 niet Moeite met ontspannen einde werkdag ja 0,29 Moeite met concentreren na werk 0,20 Moeitejamet ontspannen einde0,25 werkdag0,21 ja 0,21 Einde werkdag uitgeput ja 0,45 Chef besteedt aandacht (heleml) oneens 0,26 0,17 ja 0,16 0,19 Einde werkdag uitgeput Moeite met concentreren na werk ja 0,25 Geen tegenstrijdige opdrachten oneens na werk 0,39 0,20 ja 0,21 0,19 Moeite(heleml) met concentreren Chef besteedt aandacht (heleml) oneens 0,26 Vermoeidheid bij opstaan regelm-dagelijks 0,22 0,17 (heleml) 0,18 oneens 0,14 Chef besteedt aandacht Geen tegenstrijdige opdrachten (heleml) oneens 0,39 Opgebrand door werk regelm-dagelijks 0,21 0,09 (heleml) 0,09 oneens 0,09 Geen tegenstrijdige opdrachten Vermoeidheid bij opstaan regelm-dagelijks 0,22 Afstand van werk gekregen regelm-dagelijks 0,07 regelm-dagelijks 0,07 0,07 Vermoeidheid bij opstaan 0,10 Opgebrand door werk regelm-dagelijks 0,21
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Ja
Fac
B1.3
Antwoorden
OBP Overig
0,15
0,11
0,06
0,03
0,10
0,06
0,10
0,08
0,07
0,07
0,03 0,03
0,11 0,15
0,07 0,06
0,05 0,10
0,09 0,11 0,12 0,11 0,07 0,10 0,08 0,06 0,03 0,11 0,07 0,10
Bijlage 2: Totaaloverzichten van de uitkomsten van het onderzoek Bijlage 2: Totaaloverzichten van de uitkomsten van het onderTUe zoe k Totaal Bijlage 2: Totaaloverzichten van de uitkomsten van het onderzoek PVA
0,06
0,08
0,06
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
0,07
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
0,07
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
0,07
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
0,07
Interventie
0,10
OBP Overig
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
regelm-dagelijks
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan TUeOBP5 TotaalOBP6 OBP7 0,12 0,19 TUe 0,31Totaal 0,22
OBP3
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
0,12 0,07
OBP2
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne 0,23WP0,17 0,17 0,15OBP 0,15 > 2 0,13 UD temp OWP OBP3 OBP5 OBP6 OBP7 Overig jaar WP- OBP2 OBP 0,43 0,42 Overig 0,37 UHD UD0,40 temp0,38 OWP 0,29 OBP2 0,35 OBP3 0,40OBP5 0,39OBP60,43 OBP7 0,17 0,13 0,05 0,23 0,12 0,19 0,31 0,22 0,17 0,17 0,23 0,21 0,130,26 0,05 0,10 0,23 0,18 0,12 0,12 0,19 0,19 0,31 0,21 0,220,23 0,17 0,15 0,22 0,17 0,45 0,42 0,45 0,43 0,40 0,38 0,29 0,35 0,40 0,39 0,19 0,28 0,420,12 0,45 0,24 0,43 0,21 0,40 0,28 0,38 0,25 0,29 0,24 0,350,24 0,40 0,26 0,35 0,45 0,22 0,21 0,17 0,23 0,21 0,26 0,10 0,18 0,12 0,19 0,12 0,06 0,210,03 0,17 0,00 0,23 0,06 0,21 0,07 0,26 0,06 0,10 0,06 0,180,05 0,12 0,05 0,16 0,22 0,25 0,27 0,24 0,19 0,28 0,12 0,24 0,21 0,28 0,25 0,14 0,18 0,270,12 0,24 0,21 0,19 0,20 0,28 0,18 0,12 0,19 0,24 0,17 0,210,22 0,28 0,13 0,27 0,25 0,07 0,04 0,12 0,12 0,06 0,03 0,00 0,06 0,07 0,06 0,04 0,05 0,040,06 0,12 0,03 0,12 0,06 0,06 0,05 0,03 0,06 0,00 0,01 0,060,04 0,07 0,02 0,08 0,07 0,21 0,22 0,17 0,14 0,18 0,12 0,21 0,20 0,18 0,19 0,05 0,04 0,220,03 0,17 0,10 0,14 0,05 0,18 0,03 0,12 0,05 0,21 0,06 0,200,06 0,18 0,06 0,11 0,21 0,07 0,04 0,07 0,04 0,05 0,06 0,03 0,06 0,05 0,06 0,13 0,20 0,040,06 0,07 0,07 0,04 0,14 0,05 0,17 0,06 0,17 0,03 0,16 0,060,20 0,05 0,13 0,00 0,07 0,05 0,07 0,05 0,05 0,04 0,03 0,10 0,05 0,03 0,05 0,01 0,01 0,070,00 0,05 0,03 0,05 0,02 0,04 0,02 0,03 0,02 0,10 0,02 0,050,02 0,03 0,01 0,05 0,05 0,19 0,20 0,12 0,13 0,20 0,06 0,07 0,14 0,17 0,17 0,11 0,15 0,200,12 0,12 0,03 0,13 0,06 0,20 0,15 0,06 0,10 0,07 0,16 0,140,12 0,17 0,12 0,14 0,19 0,03 0,03 0,02 0,01 0,01 0,00 0,03 0,02 0,02 0,02 0,26 0,24 0,030,06 0,02 0,24 0,01 0,27 0,01 0,23 0,00 0,30 0,03 0,22 0,020,24 0,02 0,35 0,00 0,03 0,11 0,08 0,26 0,11 0,15 0,12 0,03 0,06 0,15 0,10 0,21 0,07 0,080,09 0,26 0,03 0,11 0,21 0,15 0,22 0,12 0,15 0,03 0,15 0,060,16 0,15 0,14 0,14 0,11 0,41 0,24 0,21 0,26 0,24 0,06 0,24 0,27 0,23 0,30 0,06 0,05 0,240,09 0,21 0,03 0,26 0,14 0,24 0,03 0,06 0,08 0,24 0,04 0,270,04 0,23 0,07 0,46 0,41 0,18 0,12 0,17 0,21 0,07 0,09 0,03 0,21 0,22 0,15 0,15 0,33 0,120,18 0,17 0,34 0,21 0,11 0,07 0,22 0,09 0,20 0,03 0,32 0,210,31 0,22 0,21 0,14 0,18 0,08 0,04 0,05 0,06 0,05 0,09 0,03 0,14 0,03 0,08 0,13 0,16 0,040,18 0,05 0,03 0,06 0,02 0,05 0,08 0,09 0,07 0,03 0,07 0,140,06 0,03 0,07 0,11 0,08 0,18 0,31 0,24 0,15 0,33 0,18 0,34 0,11 0,22 0,20 0,04 0,07 0,12 0,03 0,08 0,03 0,06 0,06 0,05 0,07 0,16 0,18 0,31 0,24 0,15 0,33 0,18 0,34 0,11 0,22 0,03 0,03 0,07 0,13 0,16 0,18 0,03 0,02 0,08 0,07 0,14 0,23 0,41 0,31 0,20 0,10 0,17 0,11 0,13 0,22 0,00 0,03 0,03 0,07 0,13 0,16 0,18 0,03 0,02 0,08 0,07 0,05 0,05 0,04 0,07 0,12 0,03 0,08 0,03 0,06 0,71 0,62 0,65 0,62 0,76 0,57 0,60 0,57 0,58 0,62 0,08 0,07 0,05 0,05 0,04 0,07 0,12 0,03 0,08 0,03 0,15 0,08 0,17 0,14 0,23 0,41 0,31 0,20 0,10 0,17 0,66 0,57 0,50 0,52 0,59 0,72 0,58 0,68 0,68 0,62 0,11 0,15 0,08 0,17 0,14 0,23 0,41 0,31 0,20 0,10 0,55 0,57 0,43 0,71 0,62 0,65 0,62 0,76 0,57 0,60 0,04 0,01 0,06 0,00 0,03 0,00 0,03 0,01 0,02 0,02 0,49 0,55 0,57 0,43 0,71 0,62 0,65 0,62 0,76 0,57 0,59 0,66 0,64 0,66 0,57 0,50 0,52 0,59 0,72 0,58 0,05 0,02 0,00 0,07 0,06 0,05 0,04 0,02 0,02 0,02 0,38 0,59 0,66 0,64 0,66 0,57 0,50 0,52 0,59 0,72 0,04 0,03 0,05 0,04 0,01 0,06 0,00 0,03 0,00 0,03 0,04 0,02 0,00 0,00 0,03 0,00 0,02 0,01 0,02 0,01 0,03 0,04 0,03 0,05 0,04 0,01 0,06 0,00 0,03 0,00 0,04 0,02 0,10 0,05 0,02 0,00 0,07 0,06 0,05 0,04 0,08 0,01 0,06 0,14 0,06 0,08 0,05 0,01 0,01 0,04 0,03 0,04 0,02 0,10 0,05 0,02 0,00 0,07 0,06 0,05 0,04 0,01 0,00 0,04 0,02 0,00 0,00 0,03 0,00 0,02 0,14 0,13 0,09 0,10 0,09 0,12 0,12 0,13 0,11 0,12 0,00 0,04 0,01 0,00 0,04 0,02 0,00 0,00 0,03 0,00 0,03 0,02 0,05 0,08 0,01 0,06 0,14 0,06 0,08 0,05 0,44 0,69 0,020,62 0,05 0,48 0,08 0,61 0,01 0,67 0,06 0,59 0,14 0,65 0,060,68 0,08 0,64 0,05 0,03 0,15 0,10 0,10 0,14 0,13 0,09 0,10 0,09 0,12 0,12 0,22 0,33 0,100,18 0,10 0,28 0,14 0,32 0,13 0,47 0,09 0,30 0,10 0,55 0,090,54 0,12 0,37 0,19 0,15 0,63 0,66 0,60 0,44 0,69 0,62 0,48 0,61 0,67 0,59 0,04 0,01 0,660,03 0,60 0,00 0,44 0,05 0,69 0,02 0,62 0,03 0,48 0,03 0,610,03 0,67 0,02 0,49 0,63 0,29 0,57 0,43 0,22 0,33 0,18 0,28 0,32 0,47 0,30 0,09 0,02 0,570,00 0,43 0,10 0,22 0,00 0,33 0,03 0,18 0,06 0,28 0,06 0,320,05 0,47 0,05 0,14 0,29 0,04 0,04 0,02 0,04 0,01 0,03 0,00 0,05 0,02 0,03 0,11 0,20 0,040,06 0,02 0,24 0,04 0,24 0,01 0,22 0,03 0,24 0,00 0,14 0,050,22 0,02 0,19 0,00 0,04 0,09 0,04 0,10 0,09 0,02 0,00 0,10 0,00 0,03 0,06 0,26 0,23 0,040,26 0,10 0,45 0,09 0,48 0,02 0,40 0,00 0,37 0,10 0,39 0,000,42 0,03 0,32 0,14 0,09 0,36 0,21 0,24 0,11 0,20 0,06 0,24 0,24 0,22 0,24 0,20 0,13 0,210,15 0,24 0,31 0,11 0,21 0,20 0,23 0,06 0,23 0,24 0,15 0,240,21 0,22 0,19 0,27 0,36 0,46 0,42 0,29 0,26 0,23 0,26 0,45 0,48 0,40 0,37 0,09 0,17 0,420,26 0,29 0,14 0,26 0,18 0,23 0,15 0,26 0,19 0,45 0,09 0,480,13 0,40 0,17 0,43 0,46 0,28 0,21 0,17 0,20 0,13 0,15 0,31 0,21 0,23 0,23 0,02 0,08 0,210,24 0,17 0,07 0,20 0,27 0,13 0,25 0,15 0,20 0,31 0,21 0,210,20 0,23 0,23 0,27 0,28 0,17 0,13 0,19 0,09 0,17 0,26 0,14 0,18 0,15 0,19 0,13 0,19 0,130,15 0,19 0,14 0,09 0,15 0,17 0,12 0,26 0,17 0,14 0,18 0,180,19 0,15 0,13 0,14 0,17 0,21 0,21 0,12 0,02 0,08 0,24 0,07 0,27 0,25 0,20 0,07 0,11 0,210,03 0,12 0,10 0,02 0,12 0,08 0,13 0,24 0,10 0,07 0,06 0,270,09 0,25 0,08 0,16 0,21 0,14 0,21 0,24 0,13 0,19 0,15 0,14 0,15 0,12 0,17 0,10 0,06 0,210,15 0,24 0,03 0,13 0,02 0,19 0,05 0,15 0,08 0,14 0,05 0,150,08 0,12 0,07 0,22 0,14 0,07 0,10 0,05 0,07 0,11 0,03 0,10 0,12 0,13 0,10
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het 0,05 UHD 0,45 HGL 0,22 0,17 0,10 0,35 0,24 0,35 0,16 0,12 0,16 0,27 0,17 0,31 0,08 0,07 0,02 0,11 0,05 0,24 0,00 0,12 0,02 0,05 0,02 0,04 0,14 0,26 0,22 0,00 0,21 0,00 0,14 0,17 0,08 0,46 0,05 0,57 0,14 0,24 0,18 0,11 0,07 0,14 0,16 0,05 0,08 0,00 0,17 0,02 0,08 0,43 0,10 0,11 0,64 0,12 0,49 0,05 0,47 0,38 0,10 0,49 0,03 0,00 0,02 0,03 0,05 0,02 0,00 0,10 0,00 0,05 0,60 0,02 0,19 0,43 0,18 0,49 0,02 0,49 0,14 0,10 0,22 0,00 0,24 0,04 0,14 0,29 0,12 0,27 0,17 0,24 0,43 0,19 0,47 0,27 0,12 0,27 0,14 0,24 0,22 0,16 0,05 0,43 0,22 0,10 0,16 0,11
OWP
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
regelm-dagelijks 0,21 0,09 0,09 0,09 0,09 0,15 0,08 regelm-dagelijks 0,10 0,07 0,07 0,07 0,07 0,06 0,08 0,06
0,22
0,13 HGL 0,42 Deelt 0,10 0,21 0,18 0,35 0,27 0,44 0,16 0,04 0,18 0,31 0,22 0,33 0,02 0,04 0,08 0,24 0,07 0,15 0,02 0,20 0,07 0,04 0,03 0,08 0,22 0,08 0,19 0,00 0,24 0,03 0,08 0,12 0,19 0,57 0,04 0,27 0,18 0,31 0,14 0,14 0,03 0,04 0,08 0,05 0,19 0,02 0,08 0,10 0,10 0,57 0,08 0,12 0,66 0,16 0,47 0,03 0,56 0,49 0,02 0,63 0,02 0,01 0,01 0,02 0,02 0,05 0,00 0,10 0,03 0,02 0,66 0,03 0,18 0,57 0,11 0,49 0,04 0,70 0,22 0,04 0,32 0,04 0,21 0,05 0,12 0,42 0,01 0,24 0,21 0,11 0,47 0,13 0,30 0,27 0,21 0,14 0,22 0,21 0,26 0,43 0,10 0,11 0,16 0,07 0,14 0,12
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle 0,17 Volt Deelt 0,35 0,45 Vrouw Volt 0,16 0,18 0,16 0,22 0,16 0,16 0,40 0,44 0,27 0,25 0,48 0,40 0,20 0,18 0,08 0,07 0,24 0,20 0,24 0,33 0,11 0,21 0,32 0,24 0,06 0,08 0,00 0,07 0,06 0,06 0,19 0,15 0,05 0,05 0,17 0,19 0,04 0,07 0,14 0,19 0,06 0,04 0,05 0,08 0,00 0,03 0,05 0,05 0,16 0,19 0,14 0,11 0,21 0,16 0,02 0,03 0,46 0,41 0,01 0,02 0,10 0,19 0,14 0,18 0,16 0,10 0,29 0,27 0,11 0,08 0,30 0,29 0,15 0,14 0,16 0,18 0,14 0,15 0,07 0,04 0,00 0,03 0,05 0,07 0,23 0,19 0,08 0,07 0,29 0,23 0,07 0,10 0,11 0,15 0,11 0,07 0,06 0,08 0,49 0,55 0,07 0,06 0,16 0,16 0,38 0,59 0,17 0,16 0,60 0,56 0,03 0,04 0,58 0,60 0,60 0,63 0,03 0,04 0,64 0,60 0,03 0,01 0,00 0,04 0,02 0,03 0,04 0,05 0,05 0,03 0,03 0,04 0,02 0,03 0,19 0,15 0,02 0,02 0,04 0,03 0,49 0,63 0,03 0,04 0,13 0,11 0,14 0,29 0,13 0,13 0,59 0,70 0,00 0,04 0,74 0,59 0,36 0,32 0,14 0,09 0,42 0,36 0,03 0,05 0,27 0,36 0,02 0,03 0,06 0,01 0,43 0,46 0,01 0,06 0,23 0,11 0,27 0,28 0,23 0,23 0,38 0,30 0,14 0,17 0,41 0,38 0,22 0,14 0,16 0,21 0,17 0,22 0,16 0,26 0,22 0,14 0,16 0,16 0,21 0,11 0,11 0,07 0,21 0,21 0,17 0,14 0,03 0,11 0,21 0,17 0,09 0,11
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde WPtemp
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar UD
UHD
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
Langdurige ziekte
Volt
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
0,16 N- 0,16 0,18 0,10 NED NED Man N- Vrouw 0,48 0,40 0,44 Man 0,35 NED Dnst NED 0,16 0,24 0,16 0,16 0,24 0,20 0,18 0,16 0,21 0,16 0,24 0,16 0,40 0,45 0,36 0,48 0,32 0,24 0,33 0,31 0,38 0,40 0,45 0,36 0,19 0,27 0,17 0,24 0,06 0,06 0,08 0,02 0,19 0,19 0,27 0,17 0,24 0,30 0,21 0,32 0,17 0,19 0,15 0,24 0,21 0,24 0,30 0,21 0,07 0,03 0,06 0,06 0,06 0,04 0,07 0,02 0,07 0,07 0,03 0,06 0,19 0,21 0,18 0,17 0,05 0,05 0,08 0,04 0,14 0,19 0,21 0,18 0,04 0,10 0,04 0,06 0,21 0,16 0,19 0,22 0,05 0,04 0,10 0,04 0,06 0,01 0,05 0,05 0,01 0,02 0,03 0,00 0,03 0,06 0,01 0,05 0,17 0,15 0,14 0,21 0,16 0,10 0,19 0,08 0,14 0,17 0,15 0,14 0,02 0,04 0,02 0,01 0,30 0,29 0,27 0,57 0,01 0,02 0,04 0,02 0,11 0,15 0,09 0,16 0,14 0,15 0,14 0,18 0,11 0,11 0,15 0,09 0,26 0,54 0,28 0,30 0,05 0,07 0,04 0,14 0,20 0,26 0,54 0,28 0,15 0,12 0,15 0,14 0,29 0,23 0,19 0,08 0,11 0,15 0,12 0,15 0,06 0,12 0,08 0,05 0,11 0,07 0,10 0,02 0,06 0,06 0,12 0,08 0,22 0,27 0,19 0,29 0,07 0,06 0,08 0,10 0,21 0,22 0,27 0,19 0,07 0,09 0,05 0,11 0,17 0,16 0,16 0,12 0,11 0,07 0,09 0,05 0,06 0,06 0,06 0,07 0,58 0,60 0,56 0,47 0,05 0,06 0,06 0,06 0,16 0,10 0,15 0,17 0,64 0,60 0,63 0,49 0,25 0,16 0,10 0,15 0,60 0,57 0,60 0,58 0,02 0,03 0,01 0,02 0,72 0,60 0,57 0,60 0,60 0,58 0,58 0,64 0,03 0,04 0,05 0,02 0,60 0,60 0,58 0,58 0,03 0,00 0,03 0,02 0,02 0,02 0,03 0,00 0,03 0,03 0,00 0,03 0,04 0,00 0,04 0,03 0,03 0,04 0,03 0,02 0,05 0,04 0,00 0,04 0,02 0,00 0,02 0,02 0,13 0,13 0,11 0,18 0,01 0,02 0,00 0,02 0,05 0,00 0,05 0,03 0,74 0,59 0,70 0,49 0,05 0,05 0,00 0,05 0,12 0,16 0,12 0,13 0,42 0,36 0,32 0,22 0,06 0,12 0,16 0,12 0,59 0,69 0,52 0,74 0,02 0,03 0,05 0,04 0,60 0,59 0,69 0,52 0,35 0,37 0,32 0,42 0,01 0,06 0,01 0,12 0,32 0,35 0,37 0,32 0,03 0,03 0,03 0,02 0,23 0,23 0,11 0,24 0,01 0,03 0,03 0,03 0,06 0,04 0,08 0,01 0,41 0,38 0,30 0,47 0,03 0,06 0,04 0,08 0,21 0,31 0,21 0,23 0,17 0,22 0,14 0,27 0,19 0,21 0,31 0,21 0,35 0,61 0,35 0,41 0,16 0,16 0,26 0,22 0,34 0,35 0,61 0,35 0,21 0,22 0,23 0,17 0,21 0,21 0,11 0,43 0,20 0,21 0,22 0,23 0,17 0,15 0,17 0,16 0,21 0,17 0,14 0,16 0,19 0,17 0,15 0,17 0,20 0,22 0,20 0,21 0,12 0,09 0,11 0,12 0,19 0,20 0,22 0,20 0,17 0,12 0,15 0,21 0,06 0,07 0,08 0,06 0,14 0,17 0,12 0,15 0,09 0,15 0,08 0,12
Vrouw
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
Items
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
0,16 Dnst 0,36 Fac 0,21 0,17 0,14 0,38 0,21 0,40 0,19 0,06 0,19 0,21 0,18 0,26 0,07 0,04 0,06 0,14 0,05 0,19 0,05 0,14 0,04 0,03 0,02 0,06 0,14 0,09 0,18 0,01 0,28 0,02 0,11 0,15 0,11 0,20 0,08 0,32 0,11 0,19 0,16 0,06 0,05 0,07 0,21 0,06 0,23 0,11 0,15 0,05 0,05 0,60 0,07 0,25 0,58 0,12 0,72 0,03 0,55 0,60 0,04 0,60 0,03 0,02 0,03 0,05 0,05 0,03 0,01 0,12 0,02 0,05 0,52 0,04 0,06 0,32 0,15 0,60 0,03 0,59 0,32 0,08 0,37 0,01 0,21 0,04 0,03 0,35 0,07 0,19 0,23 0,22 0,34 0,17 0,38 0,20 0,20 0,21 0,19 0,15 0,16 0,19 0,08 0,21 0,14 0,08 0,18 0,09
Man
- 52/56 - 52/56 -
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
Afstand van werk gekregen
NNED
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
0,24 Fac 0,45 Tue 0,14 0,27 0,16 0,40 0,30 0,40 0,19 0,03 0,20 0,26 0,21 0,25 0,06 0,10 0,06 0,19 0,01 0,19 0,04 0,15 0,05 0,06 0,04 0,05 0,18 0,15 0,17 0,02 0,54 0,02 0,11 0,12 0,11 0,32 0,12 0,29 0,16 0,27 0,15 0,07 0,09 0,07 0,23 0,06 0,23 0,05 0,10 0,07 0,07 0,57 0,06 0,12 0,58 0,16 0,55 0,00 0,60 0,60 0,00 0,60 0,03 0,00 0,03 0,03 0,00 0,04 0,02 0,16 0,02 0,04 0,69 0,04 0,15 0,37 0,13 0,59 0,03 0,60 0,37 0,04 0,36 0,04 0,31 0,03 0,07 0,61 0,06 0,22 0,22 0,22 0,38 0,15 0,37 0,21 0,22 0,21 0,16 0,12 0,17 0,21 0,15 0,20 0,18 0,06 0,17 0,09
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
0,16 Tue 0,40 PVA 0,16 0,19 0,24 0,40 0,24 0,55 0,20 0,07 0,23 0,25 0,19 0,27 0,06 0,04 0,11 0,19 0,06 0,22 0,05 0,17 0,07 0,05 0,02 0,04 0,17 0,11 0,15 0,02 0,26 0,02 0,11 0,15 0,09 0,29 0,06 0,26 0,15 0,22 0,15 0,07 0,07 0,07 0,23 0,06 0,37 0,07 0,16 0,10 0,06 0,60 0,14 0,16 0,60 0,35 0,60 0,03 0,66 0,60 0,04 0,58 0,03 0,02 0,07 0,04 0,05 0,08 0,02 0,12 0,04 0,04 0,59 0,07 0,13 0,35 0,10 0,60 0,03 0,48 0,36 0,06 0,18 0,03 0,21 0,02 0,06 0,35 0,05 0,22 0,21 0,29 0,37 0,17 0,45 0,21 0,20 0,25 0,17 0,17 0,26 0,20 0,09 0,39 0,17 0,07 0,22 0,09
NED
- 52/56 -
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
Opgebrand door werk Afstand van werk gekregen
Ja
Antwoorden
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
0,24 0,16 0,14 0,21 Items Antwoorden PVA Vermoeidheid 0,55 0,40 Antwoorden 0,40 0,38 Items Ja Langdurige ziekte Ja 0,24 Spreiding: Lichamelijk 0,23 0,20 Ja 0,19 0,19 Langdurige ziekte Vermoeidheid Ja 0,55 Geestelijk 0,27 0,25 Ja 0,26 0,21 Vermoeidheid Spreiding: Lichamelijk 0,23 Weet niet 0,11 0,06 Lichamelijk 0,06 0,07 Spreiding: Geestelijk 0,27 Ongelukkig/ neerslachtig wat/veel meer 0,22 0,19 Geestelijk 0,19 0,14 Weet niet 0,11 Zinvol bezig helemaal niet 0,07 0,05 Weet 0,04 niet 0,05 Ongelukkig/ neerslachtig wat/veel meer 0,22 Gevoelens van verlegenheid Meestal/ altijd 0,04 0,05 wat/veel 0,06 meer 0,03 Ongelukkig/ neerslachtig Zinvol bezig helemaal niet 0,07 Gedachten niet kunnen onderdrukken Zinvol Meestal/ altijd 0,15 0,17 helemaal 0,18 niet 0,14 bezig Gevoelens van verlegenheid Meestal/ altijd 0,04 Aantal ziekmeldingen (afg. 4 maanden) 3 keer of verlegenheid meer 0,02 0,02 Meestal/ 0,02 altijd 0,01 Gevoelens van Gedachten niet kunnen onderdrukken Meestal/ altijd 0,15 Verandering in werkdagen ja niet kunnen onderdrukken 0,09 0,11 Meestal/ 0,11 altijd 0,11 Gedachten Aantal ziekmeldingen (afg. 4 maanden) 3 keer of meer 0,02 Voldoende vrije tijd 0,32of meer 0,20 Aantal nee ziekmeldingen (afg. 4 0,26 maanden)0,29 3 keer Verandering in werkdagen ja 0,09 Verantwoordelijkheden bekend nee in werkdagen 0,15 0,15 ja 0,16 0,11 Verandering Voldoende vrije tijd nee 0,26 Conflicten met collega's ja vrije tijd 0,07 0,07 nee0,07 0,06 Voldoende Verantwoordelijkheden bekend nee 0,15 Dezelfde bewegingen ja 0,37 0,23 nee0,23 0,21 Verantwoordelijkheden bekend Conflicten met collega's ja 0,07 Werk eenvoudig ja met collega's 0,10 0,07 ja 0,05 0,11 Conflicten Dezelfde bewegingen ja 0,37 Schokkende gebeurtenissen ja 0,14 0,06 0,07 0,05 Dezelfde bewegingen ja Werk eenvoudig ja 0,10 Inkomen collega's i.o.m prestaties nee 0,35 0,16 0,12 0,25 Werk eenvoudig ja Schokkende gebeurtenissen ja 0,14 Bij problemen op werk naar: Leiding 0,66 0,60 0,55 0,72 Schokkende gebeurtenissen ja Inkomen collega's i.o.m prestaties nee 0,35 Spreiding: Collega's 0,58 0,60 0,60 0,60 Inkomen collega's i.o.m prestaties nee Bij problemen op werk naar: Leiding 0,66 Bedrijfsarts 0,07 0,03 0,03 0,03 Bij problemen op werk naar: Leiding Spreiding: Collega's 0,58 Huisarts 0,08 0,04 0,03 Spreiding: Collega's 0,05 Bedrijfsarts 0,07 Maatsch. werk 0,04 0,02 Bedrijfsarts 0,02 0,01 Huisarts 0,08 Vakbond 0,07 0,04 Huisarts 0,04 0,05 Maatsch. werk 0,04 Personeelszaken 0,10 0,13 Maatsch. 0,15 werk 0,06 Vakbond 0,07 Partn/ vriend(in) 0,48 0,60 Vakbond 0,59 0,60 Personeelszaken 0,10 Familie/ vrienden 0,18 0,36 Personeelszaken 0,37 0,32 Partn/ vriend(in) 0,48 Iemand anders 0,02 0,03 Partn/ 0,04vriend(in) 0,01 Familie/ vrienden 0,18 Niem./ weet niet 0,05 0,06 Familie/ 0,07 vrienden 0,03 Iemand anders 0,02 Moeite met ontspannen einde werkdag ja 0,29 0,22 Iemand 0,22 anders 0,19 Niem./ weet niet 0,05 Einde werkdag uitgeput ja 0,45 0,37 Niem./ 0,38weet 0,34 niet Moeite met ontspannen einde werkdag ja 0,29 Moeite met concentreren na werk 0,20 Moeitejamet ontspannen einde0,25 werkdag0,21 ja 0,21 Einde werkdag uitgeput ja 0,45 Chef besteedt aandacht (heleml) oneens 0,26 0,17 ja 0,16 0,19 Einde werkdag uitgeput Moeite met concentreren na werk ja 0,25 Geen tegenstrijdige opdrachten oneens na werk 0,39 0,20 ja 0,21 0,19 Moeite(heleml) met concentreren Chef besteedt aandacht (heleml) oneens 0,26 Vermoeidheid bij opstaan regelm-dagelijks 0,22 0,17 (heleml) 0,18 oneens 0,14 Chef besteedt aandacht Geen tegenstrijdige opdrachten (heleml) oneens 0,39 Opgebrand door werk regelm-dagelijks 0,21 0,09 (heleml) 0,09 oneens 0,09 Geen tegenstrijdige opdrachten Vermoeidheid bij opstaan regelm-dagelijks 0,22 Afstand van werk gekregen regelm-dagelijks 0,07 regelm-dagelijks 0,07 0,07 Vermoeidheid bij opstaan 0,10 Opgebrand door werk regelm-dagelijks 0,21
Langdurige ziekte
Items
Bijlage 2: Totaaloverzichten van de uitkomsten van het onderzoek Bijlage 2: Totaaloverzichten van de uitkomsten van het onderTUe zoe k Totaal Bijlage 2: Totaaloverzichten van de uitkomsten van het onderzoek B1.3
- 51/56 -
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
8
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items 1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000. zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
B1.3
B1.3
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
UFO Functiefamilie Administratieve enFunctiefamilie Secretariële Arbo en Milieu UFO ondersteuning (OBP2) Ondersteuning (OBP3) UFO Functiefamilie Onderwijs- en OnderzoeksAdministratieve en Secretariële Arbo en Milieu Onderwijs- en Onderzoeks-(OBP2) Administratieve en Secretariële ondersteuning Ondersteuning (OBP3) Arbo en Milieu ondersteuning (OBP2) Ondersteuning (OBP3)
Facilitaire Zaken (OBP 5) Facilitaire Zaken Facilitaire Zaken (OBP 5) (OBP 5)
- 53/56 -
- 53/56 -
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
Interventie
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Decaan171 1 Decaan 2 Hoogleraar Directeur onderzoeksinstituut 1 Voorzitter 1 Decaan 2 capaciteitsgroep Hoogleraar 1 1 1 Directeuronderwijsinstituut onderzoeksinstituut Directeur 1 Hoogleraar 1Voorzitter capaciteitsgroep Directeur onderzoeksinstituut 2 16 capaciteitsgroep Directeur onderwijsinstituut 1 Voorzitter capaciteitsgroep Voorzitter 21 2 Directeur onderwijsinstituut 1 Hoogleraar 2 Directeur onderzoeksinstituut Voorzitter capaciteitsgroep 2 Directeuronderwijsinstituut onderzoeksinstituut Directeur 2 2 15 onderzoeksinstituut Hoogleraar 2 2 3 Voorzitter capaciteitsgroep Directeur 2 Voorzitter capaciteitsgroep 3 Hoogleraar 2Directeur onderwijsinstituut Directeur onderzoeksinstituut Directeuronderwijsinstituut onderwijsinstituut Directeur 3 2 Coördinator3 externe samenwerking 1 Controller 1 Voorzitter capaciteitsgroep 3 Directeur onderzoeksinstituut 3 Universitair hoofddocent 1 14 Directeur onderwijsinstituut 3 Coördinator externe samenwerking 1 Voorzitter capaciteitsgroep 3 Docent 1 Coördinator externe samenwerking 2 Controller 2 Controller 1 1 Directeur onderwijsinstituut 3 Coördinator externe samenwerking 1 Controller 1 Onderzoeker 1Universitair hoofddocent Interne accountant 1 13 hoofddocent Docent 1 21 Coördinator externe samenwerking 2 Controller 2 Universitair hoofddocent Universitair Onderzoeker 1 Docent21 Coördinatorexterne externesamenwerking samenwerking32 Controller3 2 Interne accountant 1 Docent Coördinator Controller Arbo- en Milieudeskundige 1 hoofddocent 2 Onderzoeker2Universitair 1 Interneaccountant accountant21 Onderzoeker Medewerker kennistransfer 1 Interne 12 docent Docent Coördinator externe samenwerking 3 Controller 3 Arbo- en Milieudeskundige 1 Universitair hoofddocent 2 Universitair 12 Medewerker onderwijsontwikkeling 1 Onderzoeker 2 Medewerker kennistransfer 1 Docent3 2 Coördinatorexterne externe samenwerking Controller43 Interne accountant 2 Arbo-en enMilieudeskundige Milieudeskundige21 Inkoper 1 Docent Coördinator samenwerking 43 Controller ArbodocentInformatie-/Collectiespecialist 1Medewerker Medewerker onderwijsontwikkeling 1 Onderzoeker3Universitair 2 kennistransfer 11 Interneaccountant accountant3 2 Onderzoeker Interne Arbo- en Milieudeskundige 2 Inkoper 1 Controller processen 4 Coördinator externe samenwerking 4 11 docent Docent213 Universitair docent Medewerkeraudiovisuele onderwijsontwikkeling 1(regie) 1 Universitair Medewerker technieken Medew. administratieve en systemen 1 Informatie-/Collectiespecialist 1 Onderzoeker 3 Medewerker 2 Treasurer Docent 3 Coördinatorkennistransfer externe samenwerking 4 Controller1 4 Interne accountant 3 Arbo- en Milieudeskundige 2 Inkoper 1 Medew. administratieve processen en systemen 1 Medewerker audiovisuele technieken (regie) 1 Universitair docent 2 Medewerker onderwijsontwikkeling 2 Onderzoeker 3 Informatie-/Collectiespecialist 1 Interne accountant 3 Treasurer 1 processen en systemen 1 Medewerker 2 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 1(regie) Universitair docent 2 Medewerker audiovisuele kennistransfer technieken Medew. administratieve onderwijsontwikkeling 2 Medewerker Medewerker kennistransfer 22 Treasurer 1 Docent 4 Informatie-/Collectiespecialist Administrateur 1 Arbo- en Milieucoördinator 1 Facilitair accountmanager 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 1 Interne accountant 4 Medewerkeraudiovisuele onderwijsontwikkeling Medewerker technieken 2(regie) 2 Arbo- en Milieudeskundige 3 Inkoper 2 Onderzoeker 4 10 Docent 4 Informatie-/Collectiespecialist 2 Administrateur 1 Arbo- en Milieucoördinator Facilitair accountmanager 1 Technicus O&O-gebonden Promovendus Medewerker kennistransfer 3– profiel O 1 Medew. administratieve processen en systemen 2 Medewerker1 contractmanagement 1 Medewerker audiovisuele 2 Interne accountant 4 Arbo- en Milieudeskundige 3 Inkoper 2 Onderzoeker 4 Medewerker onderwijsontwikkeling Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 1 Arbo- en Milieucoördinator projectmedewerker Docent 4 Informatie-/Collectiespecialist 2 3 technieken (regie) Administrateur 1 1 Technisch Facilitair accountmanager 1 1 Medewerker 3 2 systemen 2 Medewerker 1 Treasurer 2 Medew.4 administratieve processen en ArboMedewerkerwetenschapswinkel audiovisuele kennistransfer technieken (regie) Interne accountant en Milieudeskundige 3 Inkoper 2 Medewerker contractmanagement 1 OnderzoekerPromovendus 4 onderwijsontwikkeling 3 Medewerkerprocessen bestuurlijke informatievoorziening 1 projectmedewerker 1 Onderwijscoördinator Promovendus Medewerker Medewerker kennistransfer 3 Medew. administratieve en systemen 2 Medewerker Technisch contractmanagement 1 Medewerker wetenschapswinkel 1 Treasurer 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker Medewerker onderwijsontwikkeling13 Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 1 Technisch projectmedewerker 1 Onderwijscoördinator Tandtechnicus 1 Medewerker wetenschapswinkel 1 Treasurer 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 2 Onderwijscoördinator Tandtechnicus 1 3 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 1 Beheertechnicus 1 Arbo-consulent 1 Administrateur 2 Informatie-/Collectiespecialist Technicus O&O-gebonden – profiel O 2 Medew. administratieve processen en systemen 3 Arbo- en Milieucoördinator 2 Facilitair accountmanager 2 Tandtechnicus 1 Medewerker audiovisuele technieken (regie) 3 Beheertechnicus 1 Arbo-consulent 1Inkoper 3 Administrateur 2 9 Informatie-/Collectiespecialist 3 Technicus O&O-gebonden – profiel A&M 1 Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 2 Kwaliteitsmanager Medewerker wetenschapswinkel 2 O2 Facilitair accountmanager 2 2 contractmanagement Medew. administratieve processen en Arbo-consulent systemen 3 ArboMedewerker audiovisuele technieken (regie) 3 Medewerker 2 Mondhygiënist 1 Beheertechnicus 1 1 en Milieucoördinator Administrateur 2 Informatie-/Collectiespecialist 3 Inkoper 3 A&M 1 accountmanager Medewerkerprocessen bestuurlijke informatievoorziening 2 Kwaliteitsmanager projectmedewerker Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 2 (regie) 32 Facilitair 2 2 2Technisch Medew. administratieve en systemen 3 Arbo- en Milieucoördinator Medewerker Medewerker audiovisuele wetenschapswinkel technieken Mondhygiënist Paramedisch 1 1 2 Inkoper 3 Medewerker contractmanagement 2 Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 2 Kwaliteitsmanager A&M 1 Medewerker medewerker wetenschapswinkel projectmedewerker 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 2 Tandtechnicus 21 Medewerker Technisch contractmanagement 2 Mondhygiënist Paramedisch –medewerker Technicus O&O-gebonden profiel O 23 1 Technisch projectmedewerker 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker Tandtechnicus 2 Technicus O&O-gebonden V1 Paramedisch medewerker –1 profiel Technicus O&O-gebonden – profiel O 3 Administrateur 3 Tandtechnicus 2 Informatie-/Collectiespecialist 4 Arbo-consulent 2 Beheertechnicus 2 Technicus O&O-gebonden V 1 Medew. administratieve processen en systemen 4 Arbo- en Milieucoördinator 3 Inkoopmedewerker 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 3 – profiel Medewerker audiovisuele technieken (regie) 4 Administrateur 3 Arbo-consulent Beheertechnicus 2 3 8 Informatie-/Collectiespecialist 4 Technicus O&O-gebonden – profiel Medewerker wetenschapswinkel 3 V1 A&M 2 2Medewerker contractmanagement Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 3 Kwaliteitsmanager administratieve processen enMdw systemen 4 ArboMilieucoördinator 3 technicus Inkoopmedewerker 1 Medewerker audiovisuele technieken (regie) 4 Mondhygiënist 2 Secretaresse 1 Medew. afval en gevaarl Operationeel 1 Informatie-/Collectiespecialist 4 Administrateur 3 Arbo-consulent 2 enstoffen Beheertechnicus 2 A&M 2 projectmedewerker Medewerker contractmanagement 3 Medewerkerprocessen bestuurlijke informatievoorziening 3 Kwaliteitsmanager Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 3 (regie) 43 3 Medewerker Medewerker audiovisuele wetenschapswinkel technieken Medew. administratieve en systemen 4 Arbo- en Milieucoördinator 3 Technisch Inkoopmedewerker 1 Secretaresse 1 Mdw afval en gevaarl stoffen Operationeel technicus Mondhygiënist 2 Paramedisch 2 Medewerker medewerker wetenschapswinkel 3 Medewerker contractmanagement 3 1 Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 3 Kwaliteitsmanager A&M 2 Technisch projectmedewerker 3 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 3 Tandtechnicus Mondhygiënist3 2 Secretaresse 1 Mdw afval en gevaarl stoffen Operationeel technicus 1 Paramedisch –medewerker Technicus O&O-gebonden profiel O 34 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker Technisch projectmedewerker 3 Tandtechnicus 3 Technicus O&O-gebonden V2 Paramedisch medewerker –2 profiel Technicus O&O-gebonden – profiel O 4 Tandtechnicus 3 Technicus O&O-gebonden Technicus O&O-gebonden – profiel O 4 – profiel V 2 Technicus O&O-gebonden – profiel V 2
Onderzoek Schaal Onderwijs en 18 Decaan 1 Schaal Onderwijs en Onderzoek 17 Decaan 2 18 Onderzoek Decaan 1 Directeur onderzoeksinstituut 1
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage. 8
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
Decaan171 1 Decaan 2 Hoogleraar Directeur onderzoeksinstituut 1 Voorzitter 1 Decaan 2 capaciteitsgroep Hoogleraar 1 1 1 Directeuronderwijsinstituut onderzoeksinstituut Directeur 1 Hoogleraar 1Voorzitter capaciteitsgroep Directeur onderzoeksinstituut 2 16 capaciteitsgroep Directeur onderwijsinstituut 1 Voorzitter capaciteitsgroep Voorzitter 21 2 Directeur onderwijsinstituut 1 Hoogleraar 2 Directeur onderzoeksinstituut Voorzitter capaciteitsgroep 2 Directeuronderwijsinstituut onderzoeksinstituut Directeur 2 2 15 onderzoeksinstituut Hoogleraar 2 2 3 Voorzitter capaciteitsgroep Directeur 2 Voorzitter capaciteitsgroep 3 Hoogleraar 2Directeur onderwijsinstituut Directeur onderzoeksinstituut Directeuronderwijsinstituut onderwijsinstituut Directeur 3 2 Coördinator3 externe samenwerking 1 Controller 1 Voorzitter capaciteitsgroep 3 Directeur onderzoeksinstituut 3 Universitair hoofddocent 1 14 Directeur onderwijsinstituut 3 Coördinator externe samenwerking 1 Voorzitter Docent 1 capaciteitsgroep 3 Coördinator externe samenwerking 2 Controller 2 Controller 1 1 Directeur onderwijsinstituut 3 Coördinator externe samenwerking 1 Controller 1 Onderzoeker 1Universitair hoofddocent Interne accountant 1 13 hoofddocent Docent 1 21 Coördinator externe samenwerking 2 Controller 2 Universitair hoofddocent Universitair Onderzoeker 1 Interne accountant 1 Docent 1 Coördinator externe samenwerking 2 Controller 2 Docent 2 Coördinator externe samenwerking 3 Controller 3 Arbo- en Milieudeskundige 1 hoofddocent 2 Onderzoeker2Universitair 1 Interneaccountant accountant21 Onderzoeker Medewerker kennistransfer 1 Interne 12 docent Docent Coördinator externe samenwerking 3 Controller 3 Arbo- en Milieudeskundige 1 Universitair hoofddocent 2 Universitair 12 Medewerker onderwijsontwikkeling 1 Onderzoeker 2 Medewerker kennistransfer 1 Docent3 2 Coördinatorexterne externe samenwerking Controller43 Interne accountant 2 Arbo-en enMilieudeskundige Milieudeskundige21 Inkoper 1 Docent Coördinator samenwerking 43 Controller ArbodocentInformatie-/Collectiespecialist 1Medewerker Medewerker onderwijsontwikkeling 1 Onderzoeker3Universitair 2 kennistransfer 11 Interneaccountant accountant3 2 Onderzoeker Interne Arbo- en Milieudeskundige 2 Inkoper 1 Controller processen 4 Coördinator externe samenwerking 4 11 docent Docent213 Universitair docent Medewerkeraudiovisuele onderwijsontwikkeling 1(regie) 1 Universitair Medewerker technieken Medew. administratieve en systemen 1 Informatie-/Collectiespecialist 1 Onderzoeker 3 Medewerker 2 Treasurer Docent 3 Coördinatorkennistransfer externe samenwerking 4 Controller1 4 Interne accountant 3 Arbo- en Milieudeskundige 2 Inkoper 1 Medew.3 administratieve processen en systemen 1 Medewerker audiovisuele 1 docentMedewerker 2Informatie-/Collectiespecialist onderwijsontwikkeling 2 technieken (regie) OnderzoekerUniversitair 3 1 Interne accountant Treasurer 1 processen en systemen 1 Medewerker 2 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 1(regie) Universitair docent 2 Medewerker audiovisuele kennistransfer technieken Medew. administratieve Medewerker onderwijsontwikkeling 2 Medewerker kennistransfer 2 Treasurer 1 Docent 4 Informatie-/Collectiespecialist 2 Administrateur 1 Arbo- en Milieucoördinator 1 Facilitair accountmanager 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 1 Interne accountant 4 Medewerkeraudiovisuele onderwijsontwikkeling Medewerker technieken 2(regie) 2 Arbo- en Milieudeskundige 3 Inkoper 2 Onderzoeker 4 10 Docent 4 Informatie-/Collectiespecialist 2 Administrateur 1 Arbo- en Milieucoördinator Facilitair accountmanager 1 Technicus O&O-gebonden Promovendus Medewerker kennistransfer 3– profiel O 1 Medew. administratieve processen en systemen 2 Medewerker1 contractmanagement 1 Medewerker audiovisuele 2 Interne accountant 4 Arbo- en Milieudeskundige 3 Inkoper 2 Onderzoeker 4 Medewerker onderwijsontwikkeling Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 1 Arbo- en Milieucoördinator projectmedewerker Docent 4 Informatie-/Collectiespecialist 2 3 technieken (regie) Administrateur 1 1 Technisch Facilitair accountmanager 1 1 Medewerker 3 2 systemen 2 Medewerker 1 Treasurer 2 Medew.4 administratieve processen en ArboMedewerkerwetenschapswinkel audiovisuele kennistransfer technieken (regie) Interne accountant en Milieudeskundige 3 Inkoper 2 Medewerker contractmanagement 1 OnderzoekerPromovendus 4 onderwijsontwikkeling 3 Medewerkerprocessen bestuurlijke informatievoorziening 1 projectmedewerker 1 Onderwijscoördinator Promovendus Medewerker Medewerker kennistransfer 3 Medew. administratieve en systemen 2 Medewerker Technisch contractmanagement 1 wetenschapswinkel 1 2 informatievoorziening 1 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 13 Medewerker Medewerker onderwijsontwikkeling Medewerker Treasurer bestuurlijke Technisch projectmedewerker 1 Onderwijscoördinator Tandtechnicus 1 Medewerker wetenschapswinkel 1 Treasurer 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 2 Onderwijscoördinator Tandtechnicus 1 3 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 1 Beheertechnicus 1 Arbo-consulent 1 Administrateur 2 Informatie-/Collectiespecialist Technicus O&O-gebonden – profiel O 2 Medew. administratieve processen en systemen 3 Arbo- en Milieucoördinator 2 Facilitair accountmanager 2 Tandtechnicus 1 Medewerker audiovisuele technieken (regie) 3 Beheertechnicus 1 Arbo-consulent 1Inkoper 3 Administrateur 2 9 Informatie-/Collectiespecialist 3 Technicus O&O-gebonden – profiel A&M 1 Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 2 Kwaliteitsmanager Medewerker wetenschapswinkel 2 O2 Facilitair accountmanager 2 2 contractmanagement Medew. administratieve processen en Arbo-consulent systemen 3 ArboMedewerker audiovisuele technieken (regie) 3 Medewerker 2 Mondhygiënist 1 Beheertechnicus 1 1 en Milieucoördinator Administrateur 2 Informatie-/Collectiespecialist 3 Inkoper 3 A&M 1 accountmanager Medewerkerprocessen bestuurlijke informatievoorziening 2 Kwaliteitsmanager projectmedewerker Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 2 (regie) 32 Facilitair 2 2 2Technisch Medew. administratieve en systemen 3 Arbo- en Milieucoördinator Medewerker Medewerker audiovisuele wetenschapswinkel technieken Mondhygiënist Paramedisch 1 1 2 Inkoper 3 Medewerker contractmanagement 2 Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 2 Kwaliteitsmanager A&M 1 Medewerker medewerker wetenschapswinkel projectmedewerker 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 2 Tandtechnicus 21 Medewerker Technisch contractmanagement 2 Mondhygiënist Paramedisch medewerker 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 23 Technisch projectmedewerker 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker Tandtechnicus 2 Technicus O&O-gebonden V1 Paramedisch medewerker –1 profiel Technicus O&O-gebonden – profiel O 3 Administrateur 3 Tandtechnicus 2 Informatie-/Collectiespecialist 4 Arbo-consulent 2 Beheertechnicus 2 Technicus O&O-gebonden V 1 Medew. administratieve processen en systemen 4 Arbo- en Milieucoördinator 3 Inkoopmedewerker 1 Technicus O&O-gebonden – profiel O 3 – profiel Medewerker audiovisuele technieken (regie) 4 Administrateur 3 Arbo-consulent Beheertechnicus 2 3 8 Informatie-/Collectiespecialist 4 Technicus O&O-gebonden – profiel Medewerker wetenschapswinkel 3 V1 A&M 2 2Medewerker contractmanagement Medewerker bestuurlijke informatievoorziening 3 Kwaliteitsmanager administratieve processen enMdw systemen 4 ArboMilieucoördinator 3 technicus Inkoopmedewerker 1 Medewerker audiovisuele technieken (regie) 4 Mondhygiënist 2 Secretaresse 1 Medew. afval en gevaarl Operationeel 1 Informatie-/Collectiespecialist 4 Administrateur 3 Arbo-consulent 2 enstoffen Beheertechnicus 2 A&M 2 projectmedewerker Medewerker contractmanagement 3 Medewerkerprocessen bestuurlijke informatievoorziening 3 Kwaliteitsmanager Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 3 (regie) 43 3 Medewerker Medewerker audiovisuele wetenschapswinkel technieken Medew. administratieve en systemen 4 Arbo- en Milieucoördinator 3 Technisch Inkoopmedewerker 1 1 Mdw afval stoffen Operationeel technicus3 1 Mondhygiënist Paramedisch 2 2 3 Medewerker medewerker wetenschapswinkel A&Men2 gevaarl Medewerker contractmanagement Medewerker Secretaresse bestuurlijke informatievoorziening 3 Kwaliteitsmanager Technisch projectmedewerker 3 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 3 Tandtechnicus Mondhygiënist3 2 Secretaresse 1 Mdw afval en gevaarl stoffen Operationeel technicus 1 Paramedisch –medewerker Technicus O&O-gebonden profiel O 34 2 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker Technisch projectmedewerker 3 Tandtechnicus 3 Technicus O&O-gebonden V2 Paramedisch medewerker –2 profiel Technicus O&O-gebonden – profiel O 4 Tandtechnicus 3 Technicus O&O-gebonden Technicus O&O-gebonden – profiel O 4 – profiel V 2 Technicus O&O-gebonden – profiel V 2
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
9
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
9
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
10
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
10
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
11
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
1112
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
1213
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
13 14
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
15 14
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
1516
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
Interventie
18 17 16
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998 Facilitaire Zaken (OBP 5) Facilitaire Zaken Facilitaire Zaken (OBP 5) (OBP 5)
- 53/56 -
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
Bijlage 3: UFO functiefamilies Bijlage 3: UFO functiefamilies Bijlage Onderwijs 3: UFO en functiefamilies Schaal Onderwijs- en Onderzoeks-
8
8
9
9
10
10
11
1112
1213
13 14
15 14
1516
18 17 16
Onderzoek Schaal Onderwijs en 18 Decaan 1 Schaal Onderwijs en Onderzoek 17 Decaan 2 18 Onderzoek Decaan 1 Directeur onderzoeksinstituut 1
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan
UFO Functiefamilie Administratieve enFunctiefamilie Secretariële Arbo en Milieu UFO ondersteuning (OBP2) Ondersteuning (OBP3) UFO Functiefamilie Onderwijs- en OnderzoeksAdministratieve en Secretariële Arbo en Milieu Onderwijs- en Onderzoeks-(OBP2) Administratieve en Secretariële ondersteuning Ondersteuning (OBP3) Arbo en Milieu ondersteuning (OBP2) Ondersteuning (OBP3)
Bijlage 3: UFO functiefamilies Bijlage 3: UFO functiefamilies Bijlage Onderwijs 3: UFO en functiefamilies Schaal Onderwijs- en Onderzoeks-
- 53/56 -
- 53/56 -
- 53/56 -
- 51/56 - 51/56 -
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
1
2
3
4
1
2
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
Administratief medewerker 4
Onderwijs-/Onderzoeksassistent 3 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 5
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998 psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items 1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000. zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
Onderwijs-/Onderzoeksassistent 3 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 5
Onderwijs-/Onderzoeksassistent 3 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 5
Onderwijs-/Onderzoeksassistent 2 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 4
Onderwijs-/Onderzoeksassistent 2 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 4
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 54/56 -
- 54/56 -
Beheertechnicus 3 Medewerker contractmanagement 4 Inkoopmedewerker 2 Medewerker drukkerij en repro 1 Kok 1 Medewerker front office 1 Medewerker contractmanagement 4 2 Operationeel technicus Medewerker drukkerij enfacilitair repro 1 bestandsbeheerder 1 Technisch Medewerker front office 1 Verkoopmedewerker 1 Operationeel 2 medewerker 1 Dokters-/tandartsassistent 2 technicus Ambachtelijk Technisch facilitair bestandsbeheerder Beveiligingsmedewerker 11 Verkoopmedewerker 1 Inkoopmedewerker 3 Dokters-/tandartsassistent 2 Ambachtelijk Kok medewerker 1 2 Beveiligingsmedewerker 1 drukkerij en repro 2 Medewerker Inkoopmedewerker 3 Medewerker front office 2 Kok 2 Medewerker interne dienst 1 Medewerker drukkerij en repro 2 Operationeel technicus 3 Medewerker front office 2facilitair bestandsbeheerder 2 Technisch Medewerker interne dienst 1 Verkoopmedewerker 2 Operationeel 3 medewerker 2 Dokters-/tandartsassistent 3 technicus Ambachtelijk Technisch facilitair bestandsbeheerder 2 Beveiligingsmedewerker 2 Verkoopmedewerker Kok 3 2 Dokters-/tandartsassistent 3 Ambachtelijk Medewerker medewerker 2 drukkerij en repro 3 Beveiligingsmedewerker 2 front office 3 Medewerker Kok 3 Medew. groenvoorziening, wegen en terreinen 1 Medewerker drukkerij en repro 3 dienst 2 Medewerker interne Medewerker front office 3 technicus 4 Operationeel Medew. groenvoorziening, wegen en terreinen1 1 Portier/Receptionist/Telefonist Medewerker interne dienst 2 Technisch facilitair bestandsbeheerder 3 Operationeel technicus 4 medewerker 3 Ambachtelijk Portier/Receptionist/Telefonist 1 Kok 4 Technisch facilitair bestandsbeheerder Logistiek medewerker 1 3 Ambachtelijk Medewerker medewerker 3drukkerij en repro 4 Kok 4 Medew. groenvoorziening, wegen en terreinen 2 Logistiek medewerker 1 interne dienst 3 Medewerker Medewerker drukkerij en repro 4 Medewerker restauratieve voorzieningen 1 Medew. groenvoorziening, en terreinen 2 Operationeel wegen technicus 5 Medewerker interne dienst 3 Portier/Receptionist/Telefonist 2 Medewerker restauratieve Surveillant 1voorzieningen 1 Operationeel technicus 5 Verkoopmedewerker 3 Portier/Receptionist/Telefonist 2 Logistiek medewerker 2 Surveillant 1 Medewerker drukkerij en repro 5 Verkoopmedewerker 3 Medewerker interne dienst 4 Logistiek medewerker 2 restauratieve voorzieningen 2 Medewerker Medewerker drukkerij en repro 5 Portier/Receptionist/Telefonist 3 Medewerker interne dienst Surveillant 2 4 Medewerker restauratieve voorzieningen 2 Logistiek medewerker 3 Portier/Receptionist/Telefonist 3 Medewerker restauratieve voorzieningen 3 Surveillant 2 Medewerker restauratieve voorzieningen 4 Logistiek medewerker 3 Schoonmaakmedewerker Medewerker restauratieve voorzieningen 3 Medewerker restauratieve voorzieningen 4 Schoonmaakmedewerker
Dokters-/tandartsassistent 1
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Administratief medewerker 4
Administratief medewerker 4
Administratief medewerker 3 Archiefmedewerker 4 Secretaresse 5 Administratief medewerker 3 Archiefmedewerker 4 Secretaresse 5
Bibliotheektechnisch medewerker 3 Administratief medewerker 2 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 3 Archiefmedewerker 3 Onderwijs-/Onderzoeksassistent 1 Secretaresse 4 Bibliotheektechnisch medewerker 3 Administratief medewerker 2 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 3 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) Technicus O&O-gebonden – profiel V 53 Archiefmedewerker 3 Onderwijs-/Onderzoeksassistent 1 Secretaresse 4 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 3 Technicus O&O-gebonden – profiel V 5
Bibliotheektechnisch medewerker 1 Administrateur 4 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 1 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 1 Archiefmedewerker 1 Tandtechnicus 4 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 4 – profiel V 3 Secretaresse 2 Technicus O&O-gebonden Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 1 Tandtechnicus 4 Technicus O&O-gebonden – profiel V 3 Administratief medewerker 1 Bibliotheektechnisch medewerker 2 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 2 Archiefmedewerker 2 Secretaresse 3 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 5 Administratief medewerker 1 Bibliotheektechnisch medewerker 2 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 2 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 2 Archiefmedewerker 2 Tandtechnicus 5 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 5 - profiel V 4 Secretaresse 3 Technicus O&O-gebonden Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 2 Tandtechnicus 5 Technicus O&O-gebonden - profiel V 4
UFO Functiefamilie Onderwijs- en OnderzoeksAdministratieve en Secretariële Arbo en Milieu Facilitaire Zaken - 54/56 ondersteuning (OBP2) Ondersteuning (OBP3) (OBP 5) UFO Functiefamilie Administrateur 1 Facilitaire Beheertechnicus 3 Bibliotheektechnisch medewerker 1 Onderwijsen OnderzoeksAdministratieve en 4Secretariële Arbo enDokters-/tandartsassistent Milieu Zaken Inkoopmedewerker 2 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 1 Archiefmedewerker 1 ondersteuning (OBP2) Ondersteuning (OBP3) (OBP 5) Secretaresse 2 Kok 1 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 4
Onderwijs-/Onderzoeksassistent 3 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 5
Administratief medewerker 4
Administratief medewerker 3 Archiefmedewerker 4 Secretaresse 5 Administratief medewerker 3 Archiefmedewerker 4 Secretaresse 5
Onderwijs-/Onderzoeksassistent 2 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 4
Onderwijs en Onderzoek 7 Onderwijs en Onderzoek
3
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
4
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
5
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
5
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
6
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
6
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
Onderwijs-/Onderzoeksassistent 2 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 4
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
B1.3
7
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
Bibliotheektechnisch medewerker 3 Administratief medewerker 2 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 3 Archiefmedewerker 3 Onderwijs-/Onderzoeksassistent 1 Secretaresse 4 Bibliotheektechnisch medewerker 3 Administratief medewerker 2 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 3 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) Technicus O&O-gebonden – profiel V 53 Archiefmedewerker 3 Onderwijs-/Onderzoeksassistent 1 Secretaresse 4 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 3 Technicus O&O-gebonden – profiel V 5
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
Schaal
1
2
3
4
5
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
Beheertechnicus 3 Medewerker contractmanagement 4 Inkoopmedewerker 2 Medewerker drukkerij en repro 1 Kok 1 Medewerker front office 1 Medewerker contractmanagement 4 2 Operationeel technicus Medewerker drukkerij enfacilitair repro 1 bestandsbeheerder 1 Technisch Medewerker front office 1 Verkoopmedewerker 1 Operationeel 2 medewerker 1 Dokters-/tandartsassistent 2 technicus Ambachtelijk Technisch facilitair bestandsbeheerder Beveiligingsmedewerker 11 Verkoopmedewerker 1 Inkoopmedewerker 3 Dokters-/tandartsassistent 2 Ambachtelijk Kok medewerker 1 2 Beveiligingsmedewerker 1 Medewerker drukkerij en repro 2 Inkoopmedewerker 3 Medewerker front office 2 Kok 2 Medewerker interne dienst 1 Medewerker drukkerij en repro 2 Operationeel technicus 3 Medewerker front office 2facilitair bestandsbeheerder 2 Technisch Medewerker interne dienst 1 Verkoopmedewerker 2 Operationeel 3 medewerker 2 Dokters-/tandartsassistent 3 technicus Ambachtelijk Technisch facilitair bestandsbeheerder Beveiligingsmedewerker 2 2 Verkoopmedewerker Kok 3 2 Dokters-/tandartsassistent 3 Ambachtelijk Medewerker medewerker 2 drukkerij en repro 3 Beveiligingsmedewerker 2 front office 3 Medewerker Kok 3 Medew. groenvoorziening, wegen en terreinen 1 Medewerker drukkerij en repro 3 dienst 2 Medewerker interne Medewerker front office 3 technicus 4 Operationeel Medew. groenvoorziening, wegen en terreinen1 1 Portier/Receptionist/Telefonist Medewerker interne dienst 2 Technisch facilitair bestandsbeheerder 3 Operationeel technicus 4 Ambachtelijk medewerker 3 Portier/Receptionist/Telefonist 1 Kok 4 Technisch facilitair bestandsbeheerder Logistiek medewerker 1 3 Ambachtelijk Medewerker medewerker 3drukkerij en repro 4 Kok 4 Medew. groenvoorziening, wegen en terreinen 2 Logistiek medewerker 1 interne dienst 3 Medewerker Medewerker drukkerij en repro 4 Medewerker restauratieve voorzieningen 1 Medew. groenvoorziening, en terreinen 2 Operationeel wegen technicus 5 Medewerker interne dienst 3 Portier/Receptionist/Telefonist 2 Medewerker restauratieve Surveillant 1voorzieningen 1 Operationeel technicus 5 Verkoopmedewerker 3 Portier/Receptionist/Telefonist 2 Logistiek medewerker 2 Surveillant 1 Medewerker drukkerij en repro 5 Verkoopmedewerker 3 Medewerker interne dienst 4 Logistiek medewerker 2 restauratieve voorzieningen 2 Medewerker Medewerker drukkerij en repro 5 Portier/Receptionist/Telefonist 3 Medewerker interne dienst Surveillant 2 4 Medewerker restauratieve voorzieningen 2 Logistiek medewerker 3 Portier/Receptionist/Telefonist 3 Medewerker restauratieve voorzieningen 3 Surveillant 2 Medewerker restauratieve voorzieningen 4 Logistiek medewerker 3 Schoonmaakmedewerker Medewerker restauratieve voorzieningen 3 Medewerker restauratieve voorzieningen 4 Schoonmaakmedewerker
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan Dokters-/tandartsassistent 1
Interventie
Schaal
1
2
3
4
5
6
6
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
Bibliotheektechnisch medewerker 1 Administrateur 4 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 1 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 1 Archiefmedewerker 1 Tandtechnicus 4 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 4 – profiel V 3 Secretaresse 2 Technicus O&O-gebonden Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 1 Tandtechnicus 4 Technicus O&O-gebonden – profiel V 3 Administratief medewerker 1 Bibliotheektechnisch medewerker 2 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 2 Archiefmedewerker 2 Secretaresse 3 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 5 Administratief medewerker 1 Bibliotheektechnisch medewerker 2 Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 2 Archiefmedewerker 2 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 2 Tandtechnicus 5 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 5 - profiel V 4 Secretaresse 3 Technicus O&O-gebonden Plant-/Dierverzorger/Biotechnicus 2 Tandtechnicus 5 Technicus O&O-gebonden - profiel V 4
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
7
B1.3
Schaal
Onderwijs en Onderzoek 7 Onderwijs en Onderzoek
Schaal
UFO Functiefamilie Onderwijs- en OnderzoeksAdministratieve en Secretariële Arbo en Milieu Facilitaire Zaken - 54/56 ondersteuning (OBP2) Ondersteuning (OBP3) (OBP 5) UFO Functiefamilie Administrateur 1 Facilitaire Beheertechnicus 3 Bibliotheektechnisch medewerker 1 Onderwijsen OnderzoeksAdministratieve en 4Secretariële Arbo enDokters-/tandartsassistent Milieu Zaken Inkoopmedewerker 2 Medewerker audiovisuele technieken (vervaardiging) 1 Archiefmedewerker 1 ondersteuning (OBP2) Ondersteuning (OBP3) (OBP 5) Secretaresse 2 Kok 1 Onderwijs-/Onderzoeksmedewerker 4
- 51/56 - 51/56 -
Interventie
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
B1.3
B1.3
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
Vertrouwenspersoon 2
Ondersteuner ICT 5
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne
Sportdocent 4
(Studie)loopbaanadviseur 2 Medewerker studentenzaken 2 Medewerker bureau Medewerker studentenzaken 2 buitenland 2 Sportdocent 3 Medewerker bureau buitenland 2 (Studie)loopbaanadviseur 3 Sportdocent 3 Medewerker studentenzaken 3 (Studie)loopbaanadviseur 3 Sportdocent 4 3 Medewerker studentenzaken
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
Sportdocent 4
(Studie)loopbaanadviseur 2 Medewerker studentenzaken 2 Medewerker bureau Medewerker studentenzaken 2 buitenland 2 Sportdocent 3 Medewerker bureau buitenland 2 Sportdocent 3(Studie)loopbaanadviseur 3 Medewerker studentenzaken 3 (Studie)loopbaanadviseur 3 Sportdocent 4 3 Medewerker studentenzaken
Medewerker bureau buitenland 1 Medewerker Studium Medewerker bureau buitenland 1 Generale/Cultuur 2 Sportdocent 1 Medewerker Studium Generale/Cultuur 2 Sportdocent 1Stagecoördinator 1 Studentendecaan 2 Stagecoördinator 1 Studentenpsycholoog 2 Studentendecaan 2 Studieadviseur 1 Studentenpsycholoog 2 (Studie)loopbaanadviseur 1 Studieadviseur 1 Medewerker 1studentenzaken 1 (Studie)loopbaanadviseur Sportdocent 2 1 Medewerker studentenzaken Sportdocent 2Stagecoördinator 2 Studieadviseur 2 Stagecoördinator 2 (Studie)loopbaanadviseur 2 Studieadviseur 2
Medewerker Studium Generale/Cultuur 1 Studentendecaan 1 Medewerker Studium Generale/Cultuur 1 Studentenpsycholoog 1 Studentendecaan 1 Studentenpsycholoog 1
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan
Werkdrukonderzoek TU/e 2005 Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Beheerder ICT 3 Beleidsmedewerker 5 Bedrijfsmaatschappelijk werker 2 Communicatiemedewerker 1 Ondersteuner ICT 1 Projectleider 2 Medewerkerwerker arbeidsvoorwaarden 2 Redacteur 4 1 Beheerder ICT 3 Beleidsmedewerker 5 Bedrijfsmaatschappelijk 2 Communicatiemedewerker Medewerker mobiliteit 2 ICT 4 4 Vertaler/Tolk 2 OndersteunerOntwikkelaar ICT 1 Projectleider 2Secretaris 2 Medewerker arbeidsvoorwaarden 2 Redacteur ICT32 Teamleider 1 Opleider 32 Secretaris Medewerker mobiliteit Vertaler/Tolk 2 OntwikkelaarProcescoördinator ICT 4 Service levelTeamleider manager 4 1 Procescoördinator ICT3 Opleider 3 P&O-adviseur 3 3 Service level manager 4 P&O-adviseurVertrouwenspersoon 3 8 Beheerder ICT 4 Projectleider 3 Medewerker arbeidsvoorwaarden 3 Communicatiemedewerker 2 Vertrouwenspersoon 3 Ondersteuner ICT 2 Secretaris 3 Opleider 4 Redacteur 5 2 Beheerder ICT 4 Projectleider 3 Medewerker arbeidsvoorwaarden 3 Communicatiemedewerker ICT 5 3 Teamleider 2 1 5 Vertaler/Tolk 3 OndersteunerOntwikkelaar ICT 2 Secretaris Opleider 4 Medewerker personeelsbeheer Redacteur ICT 42 Vertaler/Tolk 3 OntwikkelaarProcescoördinator ICT 5 Teamleider Medewerker personeelsbeheer 1 7 Beheerder Teamleider 3 Opleider 5 Communicatiemedewerker 3 Procescoördinator ICT 4ICT 5 Ondersteuner ICT 3 Medewerker personeelsbeheer 2 Beheerder ICT 5 Teamleider 3 Opleider 5 Communicatiemedewerker 3 OndersteunerOperator ICT 3 1 Medewerker personeelsbeheer 2 6 1 Ondersteuner ICT 4 Teamleider 4 Operator OndersteunerOperator ICT 4 2 Teamleider 4 5 2 Ondersteuner ICT 5 Operator
9
- 55/56 -
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
Medewerker bureau buitenland 1 Medewerker Studium Medewerker bureau buitenland 1 Generale/Cultuur 2 Sportdocent 1 Medewerker Studium Generale/Cultuur 2 Sportdocent 1Stagecoördinator 1 Studentendecaan 2 Stagecoördinator 1 Studentenpsycholoog 2 Studentendecaan 2 Studieadviseur 1 Studentenpsycholoog 2 (Studie)loopbaanadviseur 1 Studieadviseur 1 Medewerker 1studentenzaken 1 (Studie)loopbaanadviseur Sportdocent 2 1 Medewerker studentenzaken Sportdocent 2Stagecoördinator 2 Studieadviseur 2 Stagecoördinator 2 (Studie)loopbaanadviseur 2 Studieadviseur 2
UFO Functiefamilies UFO Functiefamilies ICT Management en Personeel en PR, Voorlichting en Communicatie Studentgerichte Schaal (OBP 6)Management Bestuursondersteuning Organisatie Ondersteuning ICT en Personeel en PR, Voorlichting en Communicatie Studentgerichte (OBP 7) (OBP 6) Bestuursondersteuning Organisatie Ondersteuning 17 Secretaris (OBP 7) van de universiteit 1
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
5
6
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
7
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
8
probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
9
managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar
10
punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het
Secretaris vanBeleidsdirecteur de universiteit 11 Directeur bedrijfsvoering 1 Beleidsdirecteur 1 Secretaris van Directeur bedrijfsvoering 1 de universiteit 2 15 Secretaris vanBeleidsdirecteur de universiteit 22 Directeur bedrijfsvoering 2 Beleidsdirecteur 2 Directeur dienst Directeur bedrijfsvoering 2 1 Secretaris van de universiteit 3 Directeur dienst 1 14 Secretaris vanBeleidsdirecteur de universiteit 33 Directeur bedrijfsvoering 3 Beleidsdirecteur 3 Directeur dienst Directeur bedrijfsvoering 3 2 Projectmanager 1 Directeur dienst 2 13 Afdelingshoofd 1 Projectmanager 1 Beleidsmedewerker 1 Afdelingshoofd 1 Bestuurssecretaris 1 Beleidsmedewerker 1 Directeur bedrijfsvoering 4 Bestuurssecretaris 1 Projectmanager Directeur bedrijfsvoering 4 2 12 Consultant ICT 1 Afdelingshoofd 2 Communicatieadviseur 1 Projectmanager 2 Ontwikkelaar ICT 1 Beleidsmedewerker 2 Redacteur 11 Consultant ICT 1 Afdelingshoofd 2 Communicatieadviseur manager 1 Bestuurssecretaris 2 OntwikkelaarService ICT 1 levelBeleidsmedewerker 2 Redacteur 1 Jurist21 Service level manager 1 Bestuurssecretaris Projectmanager 3 Jurist 1 11 Beheerder ICT 1 Afdelingshoofd 3 Opleider 1 Communicatieadviseur 2 Projectmanager 3 Consultant ICT 2 Beleidsmedewerker 3 Redacteur 22 Beheerder ICT 1 Afdelingshoofd 3 Opleider 1 P&O-adviseur 1 Communicatieadviseur Ontwikkelaar ICT 2 Bestuurssecretaris 3 Vertrouwenspersoon 1 Consultant ICT 2 Beleidsmedewerker 3 P&O-adviseur 1 Redacteur 2 ICT 1 Jurist32 OntwikkelaarProcescoördinator ICT 2 Bestuurssecretaris Vertrouwenspersoon 1 Service level manager 2 Projectmanager 4 Procescoördinator ICT 1 Jurist 2 Bedrijfsmaatschappelijk werker 1 Communicatieadviseur 3 Afdelingshoofd 4 Beheerder 2 Service10 level manager 2 ICT Projectmanager 4 Medewerkerwerker arbeidsvoorwaarden 1 Redacteur 33 Beleidsmedewerker 4 Consultant ICT 3 Bedrijfsmaatschappelijk 1 Communicatieadviseur Afdelingshoofd 4 Beheerder ICT 2 Medewerker mobiliteit 1 Jurist 34 Ontwikkelaar ICT 3 3 Vertaler/Tolk 1 Medewerker arbeidsvoorwaarden 1 Redacteur Beleidsmedewerker Consultant ICT 3 Opleider 21 Vertaler/Tolk 1 Medewerker mobiliteit Jurist 3ICT 2 Projectleider 1 OntwikkelaarProcescoördinator ICT 3 Service level manager 3 1Secretaris 1 Opleider 2 P&O-adviseur 2 Procescoördinator ICT 2 Projectleider Vertrouwenspersoon 2 P&O-adviseur 2 Service level manager 3 Secretaris 1
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
Interventie
11
onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke
12
vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het
13
verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde
14
verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van
16
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan
15
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
Ondersteuner ICT 5
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items Medewerker Studium Generale/Cultuur 1
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
17 16
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
Vertrouwenspersoon 2
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
Studentendecaan 1 Medewerker Studium Generale/Cultuur 1 Studentenpsycholoog 1 Studentendecaan 1 Studentenpsycholoog 1
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
Schaal
9
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
Interventie
Beheerder ICT 3 Beleidsmedewerker 5 Bedrijfsmaatschappelijk werker 2 Communicatiemedewerker 1 Ondersteuner ICT 1 Projectleider 2 Medewerkerwerker arbeidsvoorwaarden 2 Redacteur 4 1 Beheerder ICT 3 Beleidsmedewerker 5 Bedrijfsmaatschappelijk 2 Communicatiemedewerker Medewerker mobiliteit 2 ICT 4 4 Vertaler/Tolk 2 OndersteunerOntwikkelaar ICT 1 Projectleider 2Secretaris 2 Medewerker arbeidsvoorwaarden 2 Redacteur ICT32 Teamleider 1 Opleider 32 Secretaris Medewerker mobiliteit Vertaler/Tolk 2 OntwikkelaarProcescoördinator ICT 4 Service levelTeamleider manager 4 1 Procescoördinator ICT3 Opleider 3 P&O-adviseur 3 3 Service level manager 4 P&O-adviseurVertrouwenspersoon 3 8 Beheerder ICT 4 Projectleider 3 Medewerker arbeidsvoorwaarden 3 Communicatiemedewerker 2 Vertrouwenspersoon 3 Ondersteuner ICT 2 Opleider 4 Redacteur 5 2 Beheerder ICT 4 Projectleider 3Secretaris 3 Medewerker arbeidsvoorwaarden 3 Communicatiemedewerker ICT 5 3 Teamleider 2 1 5 Vertaler/Tolk 3 OndersteunerOntwikkelaar ICT 2 Secretaris Opleider 4 Medewerker personeelsbeheer Redacteur Procescoördinator ICT 4 Vertaler/Tolk 3 Ontwikkelaar ICT 5 Teamleider 2 Medewerker personeelsbeheer 1 7 Beheerder Teamleider 3 Opleider 5 Communicatiemedewerker 3 Procescoördinator ICT 4ICT 5 Ondersteuner ICT 3 Medewerker personeelsbeheer 2 Beheerder ICT 5 Teamleider 3 Opleider 5 Communicatiemedewerker 3 OndersteunerOperator ICT 3 1 Medewerker personeelsbeheer 2 6 Ondersteuner ICT 4 Teamleider 4 Operator 1 OndersteunerOperator ICT 4 2 Teamleider 4 5 2 Ondersteuner ICT 5 Operator
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
17 16
Secretaris vanBeleidsdirecteur de universiteit 11 Directeur bedrijfsvoering 1 Beleidsdirecteur 1 Secretaris van Directeur bedrijfsvoering 1 de universiteit 2 15 Secretaris vanBeleidsdirecteur de universiteit 22 Directeur bedrijfsvoering 2 Beleidsdirecteur 2 Directeur dienst Directeur bedrijfsvoering 2 1 Secretaris van de universiteit 3 Directeur dienst 1 14 Secretaris vanBeleidsdirecteur de universiteit 33 Directeur bedrijfsvoering 3 Beleidsdirecteur 3 Directeur dienst Directeur bedrijfsvoering 3 2 Projectmanager 1 Directeur dienst 2 13 Afdelingshoofd 1 Projectmanager 1 Beleidsmedewerker 1 Afdelingshoofd 1 Bestuurssecretaris 1 Beleidsmedewerker 1 Directeur bedrijfsvoering 4 Bestuurssecretaris 1 Projectmanager Directeur bedrijfsvoering 4 2 12 Consultant ICT 1 Afdelingshoofd 2 Communicatieadviseur 1 Projectmanager 2 Ontwikkelaar ICT 1 Beleidsmedewerker 2 Redacteur 11 Consultant ICT 1 Afdelingshoofd 2 Communicatieadviseur manager 1 Bestuurssecretaris 2 OntwikkelaarService ICT 1 levelBeleidsmedewerker 2 Redacteur 1 Jurist21 Service level manager 1 Bestuurssecretaris Projectmanager 3 Jurist 1 11 Beheerder ICT 1 Afdelingshoofd 3 Opleider 1 Communicatieadviseur 2 Projectmanager 3 Consultant ICT 2 Beleidsmedewerker 3 Redacteur 22 Beheerder ICT 1 Afdelingshoofd 3 Opleider 1 P&O-adviseur 1 Communicatieadviseur Ontwikkelaar ICT 2 Bestuurssecretaris 3 Vertrouwenspersoon 1 Consultant ICT 2 Beleidsmedewerker 3 P&O-adviseur 1 Redacteur 2 ICT 1 Jurist32 OntwikkelaarProcescoördinator ICT 2 Bestuurssecretaris Vertrouwenspersoon 1 Service level manager 2 Projectmanager 4 Procescoördinator ICT 1 Jurist 2 Bedrijfsmaatschappelijk werker 1 Communicatieadviseur 3 Afdelingshoofd 4 Beheerder 2 Service10 level manager 2 ICT Projectmanager 4 Medewerkerwerker arbeidsvoorwaarden 1 Redacteur 33 Beleidsmedewerker 4 Consultant ICT 3 Bedrijfsmaatschappelijk 1 Communicatieadviseur Afdelingshoofd 4 Beheerder ICT 2 Medewerker mobiliteit 1 Jurist 34 Ontwikkelaar ICT 3 3 Vertaler/Tolk 1 Medewerker arbeidsvoorwaarden 1 Redacteur Beleidsmedewerker Consultant ICT 3 Opleider 21 Vertaler/Tolk 1 Medewerker mobiliteit Jurist 3ICT 2 Projectleider 1 OntwikkelaarProcescoördinator ICT 3 Service level manager 3 1Secretaris 1 Opleider 2 P&O-adviseur 2 Procescoördinator ICT 2 Projectleider Vertrouwenspersoon 2 P&O-adviseur 2 Service level manager 3 Secretaris 1
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
Schaal
UFO Functiefamilies UFO Functiefamilies ICT Management en Personeel en PR, Voorlichting en Communicatie Studentgerichte Schaal (OBP 6)Management Bestuursondersteuning Organisatie Ondersteuning ICT en Personeel en PR, Voorlichting en Communicatie Studentgerichte (OBP 7) (OBP 6) Bestuursondersteuning Organisatie Ondersteuning 17 Secretaris (OBP 7) van de universiteit 1
- 55/56 -
- 55/56 -
- 55/56 -
- 51/56 - 51/56 -
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
- 51/56 -
- 56/56 -
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
In de eerste fase zijn items geselecteerd met een voorspellende waarde voor langdurig verzuim wegens
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
psychosociale problematiek. De analyse werd uitgevoerd op basis van de baseline gegevens van mei 1998
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
en de zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 1999 tot en met mei
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
1999. Analyses werden apart voor mannen en vrouwen uitgevoerd. Op basis van de geselecteerde items
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
werd in de tweede fase het instrument ontwikkeld en werd de toepassing van het instrument voor
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne
verschillende scenario’s geëvalueerd. De derde en tevens laatste fase van de ontwikkeling betrof de interne
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
validering van het instrument. Validering vond plaats op basis van de gegevens van mei 1999 en de
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
zelfgerapporteerde verzuimgegevens van werknemers in de periode januari 2000 tot en met mei 2000.
B1.3
B1.3
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Interventie
Interventie
De interventie betreft een preventief coachingsprogramma voor medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen vanwege psychosociale problematiek. Het doel van dit programma is het verminderen van verzuim en het vergroten van algemeen welzijn van medewerkers, in termen van verminderde vermoeidheid en herstelbehoefte, meer arbeidssatisfactie en minder werk-thuis problemen. Het onderliggende principe van coaching is het assisteren van de medewerker, door het vergroten van sterke punten en verkleinen van zwakke punten, bij het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke situatie en het managen van veranderingen. De coach is niet verantwoordelijk voor het aandragen van oplossingen, maar probeert interne reflectie te bevorderen. Participerende coaches ontvangen algemene en gedetailleerde
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
medewerkers met coaching start zonder een expliciet probleem. Dit vereist een aangepaste benadering
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele
tijdens het eerste gesprek; de vraagstelling moet namelijk nog geformuleerd worden. De gehele 7 10, 12 11-14
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
Schaal
gebruikelijke persoonlijke aanmelding van medewerkers. Een gevolg hiervan is dat een kleine groep
8 12 6, 8 10, 12 7 7 6 6 6 13 4 7 5 11
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
Schaal
moeten in het kader van dit project uitgaan van een objectieve screening in plaats van de meer
7 10, 12 11-14
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
Schaal
coaches zijn deskundig in het coachen van medewerkers die risico lopen om te gaan verzuimen, maar
8 12 6, 8 10, 12 7 7 6 6 6 13 4 7 5 11
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
Schaal
informatie over het onderzoek en over het coachingsprotocol gedurende de loop van het project. Alle
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
aan te geven al dan niet het gehele traject te willen volgen. Het tweede gesprek is een driegesprek,
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
waaraan de medewerker, de coach en de betrokken leidinggevende deelnemen. In dit gesprek worden
OU-Beeldredacteur Anesthesiemedewerker (diergeneeskunde) OU-Projectmanager
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
Bijzondere functies
worden en naar een vraagstelling wordt toegewerkt. Aan het eind van dit gesprek dient een medewerker
Anesthesiemedewerker (diergeneeskunde) Apotheker (Dieren)apothekersassistent Bedrijfsarts Beiaardier Brandweermedewerker Dierverpleger Pedel Psychologisch testassistent Studenten(huis)arts / tandarts Theatertechnicus assistent Theatertechnicus 1 Theatertechnicus 2 Universiteitspastor
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
OU-Beeldredacteur Anesthesiemedewerker (diergeneeskunde) OU-Projectmanager
maanden. Het eerste gesprek is een intakegesprek, waarin persoonlijke en coachingsdoelen besproken
Bijzondere functies
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
Anesthesiemedewerker (diergeneeskunde) Apotheker (Dieren)apothekersassistent Bedrijfsarts Beiaardier Brandweermedewerker Dierverpleger Pedel Psychologisch testassistent Studenten(huis)arts / tandarts Theatertechnicus assistent Theatertechnicus 1 Theatertechnicus 2 Universiteitspastor
interventie betreft negen gesprekken van ongeveer 1,5 uur, en beslaat een tijdsperiode van ongeveer zes
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
en met het achtste gesprek zijn individuele bijeenkomsten, waarin methodieken en instrumenten van
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
preventief coachen worden toegepast. Het programma sluit af met een tweede driegesprek, waarin
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
verworven ervaringen worden gedeeld met de leidinggevende en toekomstplannen worden gemaakt.
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
Kwalitatieve informatie uit elke bijeenkomst wordt de coach vastgelegd met behulp van checklisten, en ter
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
afsluiting van het gehele traject maakt de coach een eindrapportage.
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Zeldzame functies
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
Zeldzame functies
doelen uit het intakegesprek besproken en worden eventueel organisatiedoelen toegevoegd. Het derde tot
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
Werkdrukonderzoek TU/e 2005
- 56/56 -
- 51/56 -