Werkboekje Carnaval
We doen un buukske ope….!
Pagina 1 van 20
naam: ………………………………………………………………….. Inhoudsopgave - Hilvarenbeek en de Pezerikken Pagina 2 van 20
Pagina 3
- Motto’s
Pagina 6
- Carnavalsplaatsnamen
Pagina 7
- De geschiedenis van carnaval
Pagina 8
- Puzzel
Pagina 10
- Pezerikkenlied
Pagina 11
- Het enige, echte carnavalsexamen
Pagina 12
Pagina 3 van 20
Hilvarenbeek en de Pezerikken Hoe het allemaal begon…..
Bijnamen voor gemeenten De inwoners van een stad of dorp verdienden de kost op een manier die het beste paste bij de landschappelijke omgeving. Die levenswijze leverde dikwijls een bijnaam op voor alle inwoners van die stad of dat dorp.
Waarom noemen ze Hilvarenbeek het “Pezerikkengat”?
Pagina 4 van 20
Hilvarenbeek had zijn eigen “middel van bestaan”. Hier waren veel boeren die koeien, kippen, maar vooral veel varkens hielden. Na de slacht werd al het vlees gebruikt. De armere mensen moesten het doen met het goedkoopste vlees; de ingewanden van het varken. Ze maakten zult, balkenbrei, bloedworst en “kaoikes”(uitgebakken spek). Het mannetjesvarken heeft een geslachtsorgaan, waarvan het binnenste deel heel erg vet is. Dat is de pezerik. De mensen aten dat natuurlijk niet op, maar gebruikten het wel voor allerlei doelen. Zo werd de pezerik boven de soeppan gehangen die op het fornuis stond. De druppels vet (kraole) kwamen dan in de soep en dat vond men lekker. Ook werd de pezerik gebruikt om de boomzaag mee in te vetten. Die gleed dan gemakkelijker door het hout. Omdat de Hilvarenbeekse mensen alles gebruikten, zelfs die vieze pezerik, vond men ze maar een arm en zuinig volkje. Daarom noemde men de inwoners van Hilvarenbeek “Pezerikken”.
Tot ver na de oorlog vond iedereen in Beek “Pezerik” een scheldwoord en men wilde het liever niet horen. Er zijn veel ruzies begonnen met deze scheldwoorden. In de jaren ’60 werd het woord Pezerikken steeds vaker gebruikt in verband met carnavalsactiviteiten. De scheldnaam Pezerikken veranderde langzaam maar zeker in een naam met een prettige en positieve uitstraling.
Iemand zei ooit: Een pezerik is dat deel van het vrouwtjesvarken, dat het gehad zou hebben als het een mannetje was geweest”. In 1971 is de Stichting Bikse Karneval ontstaan. De stichting draagt de naam: “De Pezerikken”.
Pagina 5 van 20
Andere gemeente met hun carnavalsnaam: Gemeente:
Middel van bestaan:
Tilburg
In de wolindustrie werd thuis
Bijnaam: Krûikezeikers
urine opgespaard en in een kruikje meegenomen naar de fabriek. Oisterwijk
Arme mensen raapten mastappels
Döllekesgat
(döllekes) in de bossen en verkochten die aan de rijke mensen. Oostelbeers
De mensen hielden geiten en bokken,
Beerse Bokken
bovendien waren het volgens buitenstaanders geen gemakkelijke mensen.
Diessen
De mooie toren van Diessen lijkt
Stopnaolden
op een spitse naald. Esbeek
Zij verdienden de kost met werken
Haaikneuters
heidevlakten. Ze deden dit met goede zin en floten er leuke deuntjes bij. Biest-Houtakker
Bosarbeid kwam daar veel voor.
Pinnekleuvers
Er werd veel hout gekapt en gekliefd. De boomstronken noemden ze pinnen.
Hoe moet dat op z’n Biks? Als je in Hilvarenbeek op straat naar pratende mensen luistert, dan hoor je vaak woorden en uitdrukkingen die je misschien thuis nooit hoort. Er zijn mensen die woorden en gezegden gebruiken die we “typisch Biks” noemen. Dat is dialect. Een dialect is een spreektaal die heel gemakkelijk in de mond ligt, waarbij je tong en je lippen zo weinig mogelijk beweging hoeven te maken. Er zijn honderden dialecten in Pagina 6 van 20
Nederland. Je kunt vaak horen waar mensen geboren zijn of vandaan komen. Denk maar aan het Amsterdams, Haags, Gronings en zeker Fries of Limburgs.
Biks schrèève en praote Hieronder enkele woorden met hun Bikse uitspraak/schrijfwijze: jaar:
jaor
dorp:
dörp
geit:
gèèt
doop:
dôôp
been:
bêên
oud:
aaw
geel:
gèèèl
huis:
hûis
zweepje:
zwipke
meeuw:
meuw
kip:
kiep
groen:
gruun
kei:
kaai
vogeltje:
veugeltje
Enkele Bikse uitdrukkingen (Zoek de goede betekenis bij de Bikse uitdrukking.)
1. Hij is tèènen ossum.
Hoort bij: ……
2. Schei naawus öt mee dè geëntel.
Hoort bij: ……
3. Hij wônt unne kèèk wèèd.
Hoort bij: ……
4. Hij hangt òn de achterste mem.
Hoort bij: ……
5. Dè doek atemukkare vu roe.
Hoort bij: ……
6. Allé, aaier of jong…?
Hoort bij: ……
7. Takkedeert nie tusse die twee.
Hoort bij: ……
8. Ze zitten op unne schupstoel.
Hoort bij: ……
9. Zietum is spaoje…
Hoort bij: ……
10. Waogut is um te gooie, dan vattik oe.
Hoort bij: ……
11. Ge verwocht zeker de Poppelse hèèremunnie?
Hoort bij: ……
Pagina 7 van 20
a. Dat doe ik meteen voor jou. b. Ze kunnen daar niet blijven wonen. c. Hij is doodmoe, bekaf. d. De gulp van je broek staat open. e. Durf eens te gooien, dan pak ik je. f. Hou nou eens op met dat klieren. g. Hij woont nogal een eindje hier vandaan. h. Hij krijgt altijd alleen maar het overschot. i. Nou, schiet op en kies uit wat je wilt hebben. j. Kijk eens hoe gulzig hij eet. k. Die twee hebben regelmatig ruzie met elkaar.
Geef het Bikse woord en het Nederlandse woord wat daarbij hoort dezelfde kleur. Van de bovenste 10 woorden staan ook de 10 betekenissen in dat zelfde blok. belaojtoffeld
proppenschieter
aawmeut
tegenwoordig
klabots
praatjesmaker
appelesien
speculaaspop
kietelkaaje
kort, dik persoontje
petozzie
sinaasappel
pröpke
voor de middag
vursmiddags
gek, bedonderd
speklossiemènneke
kiezelstenen
teejgeswòrrig
stamp
Pagina 8 van 20
Pagina 9 van 20
Motto’s Een motto is een korte slagzin, die als een soort “rode draad” door de carnavalstijd van dat jaar loopt. De meeste carnavalsvierders doen iets met zo’n motto. Ze beelden het uit in de optocht, maken er een liedje over en zingen dat op het Liekesfist, of ze verkleden zich en gaan de straat op. Een motto kiezen is niet zo gemakkelijk als je denkt. Een goed motto moet voldoen aan verschillende eisen: • • • •
Je moet er goed op kunnen rijmen Het moet “goei Biks” dialect zijn Het moet een positieve uitstraling hebben Het moet goed uit te werken zijn bij het Liekesfist, de Aawmeutenaovond en de optocht.
Vanaf 1977 werken de Pezerikken met een motto. Hieronder staan enkele voorbeelden van zo’n motto. 2009:
Xerròntoe
2010:
Ziedutvurroe…?
2011:
Kwôsse begôsse
2012:
Totwirruzzis
2013:
Kredde ‘t in de gaote
Probeer nu zelf ook eens een leuk motto te verzinnen. Eentje die aan de eisen voldoet. Als je nu een superleuke hebt verzonnen, schrijf het hieronder op.
Mijn motto: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….
Pagina 10 van 20
Carnavalsplaatsnamen Iedere stad of ieder dorp heeft wel tijdens de carnaval een andere naam. Deze namen zijn vaak al lang geleden ontstaan en worden nu gebruikt als carnavalsplaatsnaam. Zoek op internet maar eens op hoe de volgende plaatsen heten tijdens de carnaval.
Den Bosch
………………………………………………………….
Goirle
………………………………………………………….
Eindhoven
………………………………………………………….
Oirschot
………………………………………………………….
Waalwijk
………………………………………………………….
Tilburg
………………………………………………………….
Best
………………………………………………………….
Dongen
………………………………………………………….
Diessen
………………………………………………………….
Roosendaal
………………………………………………………….
Utrecht
………………………………………………………….
Wintelre
………………………………………………………….
Hilvarenbeek
………………………………………………………….
Esbeek
………………………………………………………….
Middelbeers
………………………………………………………….
Vessem
………………………………………………………….
Pagina 11 van 20
De geschiedenis van carnaval
Op deze 2 bladzijden staan vragen die gaan over de geschiedenis van carnaval. Je kunt van tevoren het filmpje van schooltv.nl/beeldbank bekijken: www.schooltv.nl/beeldbank Klik op primair onderwijs Ga naar zoeken en typ “geschiedenis van carnaval” in
www.schooltv.nl/vroegerenzo ga naar werkstukken klik op vakje A-Z overzicht klik op carnaval
(omcirkel het juiste antwoord) Vraag 1:
Carnaval in Nederland
Carnaval wordt elk jaar in vrijwel heel Nederland gevierd, maar het meest in de provincies: A) Groningen, Friesland en Drenthe B) Brabant en Limburg C) Zeeland, Zuid- en Noord-Holland D) Utrecht, Gelderland en Overijssel
Vraag 2:
Voorjaarsfeest
Vroeger was carnaval een voorjaarsfeest. Waarom waren de mensen zo blij dat het voorjaar werd? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………… Pagina 12 van 20
Tijdens dit feest probeerden ze ook de boze geesten te verdrijven. Hoe deden ze dit? A) met maskers en ratels B) met grote vuren C) met veel muziek D) met dansen
Vraag 3:
Vastenavond
Carnaval heette vroeger “Vastenavond”, want direct daarna begint de vastentijd. Bij het vasten wordt er overdag niet of weinig gegeten en gedronken. Waarom gingen de mensen op Vastenavond feesten met veel eten en drinken? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………
Vraag 4:
Feest
Wat doen de mensen tegenwoordig met carnaval? ………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………….
Vraag 5:
Vastentijd Pagina 13 van 20
Waarom gingen de Germanen eigenlijk vasten? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
Vraag 6:
Oeteldonk
Tijdens de Vastenavond werd er te veel gegeten en gedronken. Dus dat werd door de kerk verboden. In Den Bosch verzonnen ze een list om toch carnaval te vieren. Wat hadden zij verzonnen? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
"
Vraag 7:
Gekke plaatsnamen
Met carnaval krijgen sommige plaatsen een andere naam. Probeer uit te zoeken op internet over welke plaats het gaat. Schrijf die erachter. Oeteldonk
…………………………………
Kielegat
…………………………………
Lampegat
…………………………………
Kruikenstad ………………………………….. Krabbegat
………………………………..
Knotsenburg ………………………………… Pagina 14 van 20
Pagina 15 van 20
Puzzel Zet de antwoorden op de vragen in de blokjes. Bij het pijltje van boven naar beneden kun je dan een woord lezen. Wat is dat woord? Oplossing : ……………………………………………………………………………. 1. Bij welke carnavalsclub kun je als je op de basisschool zit? 2. Van welk dier is de pezerik oorspronkelijk afkomstig? 3. Wat is de carnavalsnaam voor; “het steeds gaan van het ene café naar het andere café om er carnaval te vieren”? 4. Hoe heet de prins van het Pezerikkengat van 2011? 5. “Hij is doodmoe”. Hoe zeg je dat op z’n Biks? “Hij is ……………………………….”. 6. 7. 8. 9.
Op zondag met carnaval is er een grote …………………..? Wat is het Bikse woord voor “meteen”? Hoe heet Hilvarenbeek tijdens de carnavalsdagen? Vroeger werd er flink gefeest voordat de vastentijd begon. Dat zijn de tegenwoordige carnavalsdagen. Hoe noemde men vroeger dit feest? 10.Hoe worden de inwoners van Esbeek tijdens carnaval genoemd? 11.Hoe worden de inwoners van Biest-Houtakker tijdens carnaval genoemd? 12.Wie is de ‘rechterhand’ van de prins? 13.Zo noem je een lange rij achterelkaar dansende mensen?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 1 1 1 2 Pagina 16 van 20
1 3
Pezerikkenlied Refrein: Pezerik Pezerik Wè zèdde schôôn precies in de prk Pezerik Pezerik Tussen ons blèèvut altijd dikke mik
Couplet 1: Hêêl ut jaor zittie in de pan Lot dan zien dettie kraole kan Mee carnaval komt ie bove jan En wè heur de dan ….. Refrein 1x
Couplet 2: Iedere nacht gottie wir op pad Vul op zuuk naor ne pint vant vat Hij lust wel meer as un hêle krat Toch wortie nôôt zat …….. Refrein 1x
Couplet 3: Vruuger hing ie in de schouw Bleef daor altij ut blaoske trouw Nou issie vur dag eu dauw Mee men en jou op sjouw ……… Pagina 17 van 20
Refrein 1x
Het enige, echte carnavalsexamen
Zet een rondje om het goede antwoord. Succes! 1.
Hoeveel dagen duurt carnaval? a. 2 dagen b. 7 dagen c. 3-4 dagen d. 5 dagen
2.
Bij welk geloof hoort het carnavalsfeest al eeuwen? a. katholieke geloof b. de islam c. het hindoeïsme d. het jodendom
3.
Waarom wordt er vooral in Zuid-Nederland carnaval gevierd en weinig in grote delen van het midden en noorden van ons land? a. in het zuiden wonen de beste carnavalsvierders b. in het grote delen van het midden en noorden van Nederland wonen protestant-christelijke mensen c. in het midden en noorden houden ze gewoon niet van carnaval d. in het zuiden hebben veel mensen vakantie met carnaval
4.
In welke maand valt carnaval meestal? a. februari b. maart c. januari d. april
5.
Wat is het motto van de Pezerikken dit jaar? a. We zèn in de wolke b. Die kredde nie tèène c. Totwirruzzis d. Ziedutvurroe
Pagina 18 van 20
6.
De Germanen vierden vroeger een soort carnavalsfeest om te vieren dat de koude winter weer voorbij was en dat het weer warmer werd, zodat er weer genoeg te eten was. Tijdens dat feest droegen ze al maskers. Waarom deden ze dat? a. zodat ze leuker verkleed waren tijdens het feesten b. om de geesten af te schrikken c. zich tegen de zon te beschermen d. zo wist lekker niemand wie je was
7.
Wat is de betekenis van het Bikse spreekwoord: “D’n dieje schèt hògger as z’n gat is”? a. Hij loopt naast z’n schoenen b. Liever lui dan moe c. Oost west, thuis best d. Van de regen in de drup komen
8.
Hoe is carnaval ontstaan? a. mensen vonden het fijn om eens per jaar lekker te ontspannen en niet aan werken te denken b. mensen wilden graag eens in de rol van een persoon stappen door zich te verkleden c. in België deden ze dit ook en Zuid-Nederland wilde niet achterblijven d. 40 dagen voor carnaval start bij de katholieken de vastentijd. Daarom vierden de mensen op de avond voor de vasten eerst groot feest
9.
Welke naam heeft het dorp Diessen tijdens de carnavalsdagen? a. Haaikneuterrijk b. Pinnekleuversgat c. Stopnaoldenrijk d. Strijkersgat
10.
Wat is eigenlijk een pezerik? a. een soort perzik b. het vette, inwendige deel van het mannelijk geslachtsorgaan van een varken c. een duur stuk varkensvlees d. zult
Uitslag:
10 antw. goed:
jij zou een geweldige prins(es) carnaval zijn
9 antw. goed:
jij bent een goede carnavalsvierder Pagina 19 van 20
8 of < goed:
Jij moet echt eens met een goede carnavalsvierder op stap gaan
Pagina 20 van 20