Werkboek Sociale Plattegrond Informele en formele voorzieningen in kaart (versie 1) M. Kwakernaak – Kenniscentrum HAN SOCIAAL
Versie 1: 24 augustus 2015
1
Colofon Auteur: Maarten Kwakernaak MSc – Kenniscentrum HAN SOCIAAL Versie 1: 24 augustus 2015 Omslag: Sociale Plattegrond Schijndel. Kaartgegevens: Google (2015) Kenniscentrum HAN SOCIAAL Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 6960, 6503 GL Nijmegen
[email protected]
2
1.
INLEIDING EN VOORBEREIDING
4
1.1 Formuleer de behoefte en vraag
4
1.2 Bestaat het niet al?
4
1.3 Stel verantwoordelijkheid vast
4
1.4 Betrek eventueel studenten
5
1.5 Stel vooraf categorieën vast
5
2.
7
BUREAUONDERZOEK
2.1 Maak een online spreadsheet
7
2.2 Inventariseer bestaande sociale kaarten
7
2.3 Zoek gericht naar ‘type’ voorzieningen
7
3.
8
VELDONDERZOEK
3.1 Bedenk de werkvorm
8
3.2 Nodig de juiste mensen uit
9
3.3 De bijeenkomst voorbereiden en uitvoeren
10
3.4 Verwerk de gegevens
10
4.
11
CONTROLE, NAZORG EN BORGING
4.1 Controleer de gegevens
11
4.2 Zorg voor borging
11
4.2 Communicatie
11
4.4 Feedbackbijeenkomst
11
5.
12
DE KAART MAKEN
5.1 Een kaart aanmaken
12
5.2 De gegevens uploaden naar de kaart
12
3
1. Inleiding en voorbereiding 1.1 Formuleer de behoefte en vraag Het opzetten van een sociale plattegrond kunt u zien als een inventarisatie of onderzoek naar lokaal aanbod van voorzieningen. Net als in andere vormen van onderzoek is het verstandig te beginnen met het formuleren van een onderzoeksvraag. Wanneer u een goede onderzoeksvraag geformuleerd hebt, dan is al gedeeltelijk afgebakend wat er wél en níet op de kaart zal komen. Deze vraag moet altijd samen met opdrachtgever, eindgebruikers en onderzoekers geformuleerd worden. Op die manier bestaat er vooraf duidelijkheid waar behoefte aan is in het veld, en aan welke behoefte de kaart zal moeten voldoen. Discussiepunten in de voorbereiding: Wie heeft er behoefte aan de kaart? Wie gaat de kaart uiteindelijk gebruiken? Wat komt er op de kaart? o Gaat het alleen om zorgvoorzieningen? Of juist om informele ondersteuning? o Gaat het om in kaart brengen van activiteiten? Denk dan goed na of het wel in een plattegrond te vangen is! Activiteiten zijn vaak niet aan een vaste locatie gebonden.
1.2 Bestaat het niet al? In elke gemeente is er ooit wel een sociale kaart opgezet. Soms zijn deze sterk verouderd, of missen er veel voorzieningen. Hoe dan ook is het verstandig vooraf na te gaan welke sociale kaarten al bestaan, en in hoeverre deze passen binnen de wens van de opdrachtgever. Gebruik een zoekmachine en informeer bij de regionale instelling MEE of zij een kaart hebben ontwikkeld in de betreffende gemeente. Check het overzicht http://www.mee.nl/sociale-kaart/gemeenten-sociale-kaart
1.3 Stel verantwoordelijkheid vast Wanneer er is vastgesteld dat er een nieuwe kaart moet worden ontwikkeld, is het van belang vast te stellen wie er eigenaar wordt van de kaart. Daarnaast stelt u vast wie er verantwoordelijk gaat zijn voor het actualiseren van de kaart, en wanneer de eerste versie gereed moet zijn. Vaak zal een gemeente eigenaar van de kaart zijn. Toch is het verstandig betrokken inwoners te betrekken bij het actualiseren van de kaart, omdat zij vaak meer op de hoogte zijn van veranderingen in het dorp of in de wijk.
4
Ter overweging: Betrek in een vroeg stadium eindverantwoordelijke en toekomstige beheerders. Op die manier kunnen zij meedenken over de kaart, en ontstaat draagvlak, gedeelde verantwoordelijkheid en eigenaarschap
1.4 Betrek eventueel studenten Het vullen van een sociale kaart is zeer tijdintensief, en past meestal niet in het takenpakket van sociale professionals of gemeenteambtenaren. Voor studenten kan het opzetten van een sociale plattegrond een interessant studieproject zijn. Vanuit de opleiding kunnen zij vaak ruimte in hun curriculum krijgen om aan dergelijke projecten mee te werken. Ter overweging: Betrek studenten van HBO-opleidingen in het sociaal domein, zoals Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Dienstverlening of Cultureel Maatschappelijke Vorming.
1.5 Stel vooraf categorieën vast Project MWD in de Wijk Van september 2014 tot februari 2015 werkte de projectgroep “MWD in de Wijk” van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening samen met Kenniscentrum HAN SOCIAAL aan een Sociale Plattegrond in Schijndel. Dit voerden zij uit in opdracht van het Sociaal Wijkteam Schijndel. De groep maakte gebruik van kennis uit hun opleiding en gratis beschikbare digitale hulpmiddelen. Een halfjaar lang zochten zij online en in de wijk naar voorzieningen, wat leidde tot een overzicht van bijna 200 formele en informele voorzieningen. De Sociale Plattegrond Schijndel is te vinden op www.schijndelontmoet.nl. De bevindingen uit dit project leidden uiteindelijk ook tot het handboek dat voor u ligt. Foto: Projectgroep MWD in de Wijk Boven: Bram van Helvoort, Kim Pelle Onder: Bob Zweers, Lisa Vallée
5
Ergens in het proces zult u moeten categoriseren om het geheel van voorzieningen overzichtelijk te houden. U kunt bijvoorbeeld selecteren op levensdomeinen of type voorzieningen. Het is hierbij van belang vooral te kijken naar welke voorzieningen niet op de kaart moeten komen. Dit scheelt u in de volgende stap werk, omdat u daarover geen informatie hoeft te verzamelen. Onderstaand vindt u drie voorbeelden van indelingen. Levensdomeinen van Schalock 1 Emotioneel w elb evind en Interp ers oon lijke relaties Materieel w elb evind en Persoon lij ke on tp looiing Lichamelij k welbevinden Zelfb epa ling Socia le inclus ie / erb ij h oren Rechten
Domeinen Zelfredzaamheidmatrix 2 Finan ciën
Vers laving
Dagbes ted ing
Activiteiten
Huisves ting
Soc. n etw erk
Huiselijke relaties
Maatscha ppelijke p articip atie
Gees telijke gezon dheid
Jus titie
Lichamelij ke gezondh eid
Lichamelij ke verzorging
Vers laving
Socia alemotion ele onders teun ing
Scholing
Opva ng
Domeinen Sociale Plattegrond Schijndel Muziek, feest, cu ltuur Onders teu ning Ontmoeting Sport Wonen Zorg
1
Schalock, R., & Begab, M. (1990). Quality of life: perspective and issues. Washington DC: American Association on Mental Retardation. 2
Lauriks, S., Buster, M.C.A., De Wit, M.A.S. Van de Weerd, S. Tigchelaar, G. & Fassaert, T. (2012). Zelfredzaamheidsmatrix. GGD Amsterdam.
6
2. Bureauonderzoek Voor u de wijk in gaat, is het van belang bestaande informatie te inventariseren. Er zijn vaak al vele (incomplete of verouderde) overzichten beschikbaar, die gezamenlijk al een groot deel van de voorzieningen omvat.
2.1 Maak een online spreadsheet Met het bureauonderzoek wilt u overzicht krijgen van bestaande informatie. Het is verstandig een spreadsheets aan te maken. Om het exporteren naar een digitale plattegrond gemakkelijk te maken, is het aan te raden voor elke categorie een aparte spreadsheet aan te maken. U maakt meteen twee slagen: het verzamelen van de informatie, en het categoriseren van de voorzieningen. Het kan zijn dat een voorziening in meer dan één categorie past. Plaats het dan inderdaad in alle relevante categorieën! Ter overweging: Het is aan te raden een online spreadsheet aan te maken, waarin verschillende mensen tegelijkertijd kunnen werken. Voorbeelden zijn docs.google.com/spreadsheets of maak een spreadsheet aan in www.dropbox.com.
2.2 Inventariseer bestaande sociale kaarten Vraag na bij de gemeente, de lokale welzijnsorganisatie en buurtcentra of er in het verleden sociale kaarten zijn gemaakt. Ook bijvoorbeeld de gemeentegids of seniorenwijzer kan een overzicht bevatten. Zoek op internet met termen als “sociale kaart (gemeente)”, “voorzieningen (gemeente)”.
2.3 Zoek gericht naar ‘type’ voorzieningen Wilt u bijvoorbeeld ook alle huisartsen in kaart brengen, of moet er een totaal overzicht van sportclubs komen? Hiervan zal ongetwijfeld al een overzicht bestaan. Neem ook deze gegevens over in de online spreadsheet.
7
3. Veldonderzoek Nu de bestaande overzichten zijn samengevoegd, kunt u aan de slag met het veldonderzoek. Informele voorzieningen als samen eten, kaartclubs en interculturele ontmoetingsplaatsen staan meestal niet opgenomen op bestaande sociale kaarten, maar zijn vaak wel aanwezig. Deze informatie is aanwezig in het dorp of in de wijk, en moet daar ook opgehaald worden. Voor het verkrijgen van input van de sociale kaart van lokale stakeholders, kunnen een aantal bijeenkomsten georganiseerd worden. Bij voorkeur wordt in elk dorp of in elke wijk een bijeenkomst georganiseerd, in het gebied dat de sociale plattegrond moet gaan dekken. Deze bijeenkomsten zijn meteen een uitgelezen mogelijkheid om mensen te overtuigen van het belang van de sociale plattegrond. Misschien zijn er zelfs mensen die betrokken willen blijven bij het actueel houden van de kaart, nadat deze is afgerond.
3.1 Bedenk de werkvorm Voor u mensen gaat uitnodigen, is het goed om na te denken over de manier waarop de bijeenkomsten productief én gezellig zullen worden. U wilt waardevolle input krijgen, en tegelijkertijd mensen binden aan het product. Een netwerkanalyse3 is voorbeeld van een werkvorm. Zorg in ieder geval voor zoveel mogelijk concrete informatie: naam initiatief, adres, contactpersoon, telefoonnummers, e-mailadressen, et cetera. Netwerkanalyse3 De Netwerkanalyse is een hulpmiddel om het netwerk van ondersteuning en zorg te inventariseren en de posities in dit netwerk te verkennen. We onderscheiden de volgende stappen: 1. Voorstelronde, iedereen vertelt wie hij/zij is en waar hij/zij betrokken is. 2. Benoem je eigen initiatieven in één of enkele krachtige woorden en plaats dit als kern van het netwerk midden op een groot vel papier. 3 .Laat vervolgens alles toe wat en wie betrokken zijn (organisaties en sleutelfiguren) bij de initiatieven en zet dit in een zeer ruime kring op het papier. Alles wat (positief of negatief) betrokken is, mag er zijn, maar kan ook weer verdwijnen als het geen rol meer speelt. 4. Tussen de kern en alles wat betrokken is, ontstaat ruimte om relaties te leggen, verbindingen te maken, een bijdrage te realiseren of voorbeeld te zijn. 5. We maken de netwerkanalyse zo volledig mogelijk met concrete namen van personen waar je contact mee hebt of kunt maken. 6. We trekken lijnen (verbindingen) tussen de onderwerpen, waarbij tenminste 1 tussenschakel wordt gemaakt in de vorm van een concrete persoon/personen. Dit zijn de sleutelpersonen, zo mogelijk met contactgegevens erbij.
3
Naar voorbeeld van: Poorthuis, A., & Van der Bijl, C. (2006). Van netwerkanalyse naar organisatieroutine. In: Poorthuis, A. (red.), De kracht van de netwerkbenadering: een dynamische en inspirerende kijk op de organiserende samenleving. Van Gorcum: Assen
8
3.2 Nodig de juiste mensen uit Nu de werkvorm is vastgesteld, kunt u mensen gaan uitnodigen die u van meer lokale informatie kunnen voorzien. Zorg voor een diverse groep, zodat u informatie uit meer lagen van de samenleving krijgt. Denk daarbij aan: 1) 2) 3) 4)
Mensen uit het verenigingsleven Praktijkprofessionals van zorg- en welzijnsorganisaties Buurtcomités Actieve burgers, sleutelfiguren
Allereerst moet er een geschikte locatie gevonden worden. Reserveer bij voorkeur een ruimte in een buurt- of dorpshuis, en plan ongeveer anderhalf uur in voor de bijeenkomst. Stuur aan de potentiële deelnemers een uitnodiging. Een voorbeeld is hieronder weergegeven.
9
3.3 De bijeenkomst voorbereiden en uitvoeren De bijeenkomst vereist nog enige praktische voorbereiding, zodat het soepel verloopt en het de juiste informatie oplevert. Bereid de bijeenkomst voor Nu de uitnodigingen zijn verstuurd, kunt u zich gaan voorbereiden op de bijeenkomsten. Het is altijd verstandig om naast uzelf nog zeker één andere gespreksleider uit te nodigen. Mochten er veel mensen komen, kunt u eventueel in meerdere groepen uiteen. In de ruimte moeten in ieder geval meerdere tafels aanwezig zijn. Neem zelf grote vellen mee (A0 of A1-formaat), voldoende schrijfgerei en plakbriefjes. Neem tot slot een uitdraai mee van de voorzieningen die tot nu toe gevonden zijn. Het is verstandig voor uzelf een draaiboek te maken. Leid het gesprek Wanneer de deelnemers de zaal zijn binnengekomen, is het goed te starten met een uitleg wat er gaat gebeuren, en waarom hun inbreng van belang is. Nodig iedereen uit de initiatieven op te schrijven waar zij zelf bij betrokken zijn, en welke initiatieven zij nog meer kennen. Leg ook de lijst met bestaande voorzieningen op tafel, zodat mensen zelf kunnen kijken of de bij hun bekende voorzieningen er al op staan. Als gespreksleider zorgt u ervoor dat iedereen aan het woord komt.
3.4 Verwerk de gegevens Het resultaat van de bijeenkomst is hopelijk een stapel met volgeschreven en –geplakte vellen. Verwerk deze gegevens zo snel mogelijk in de spreadsheet, want de ervaring leert dat de gegevens niet altijd even duidelijk en volledig zijn ingevuld. Misschien hebt u het nog in het geheugen zitten, of anders kunt u vlak na de bijeenkomst nog contact opnemen met de deelnemers.
10
4. Controle, nazorg en borging 4.1 Controleer de gegevens Het resultaat van het veldonderzoek en de bijeenkomsten leidt tot een goed gevulde spreadsheet met informele en formele voorzieningen. Het is absoluut noodzakelijk deze gegevens eerst te checken, voordat de sociale plattegrond openbaar wordt. Verdeel onder de projectgroep de voorzieningen, en reserveer zeker twee middagen om alle voorzieningen op te bellen of te mailen. Maak een extra kolom aan in de spreadsheet met de controledatum. Op die manier weet u zeker dat de gegevens actueel zijn, en welke adressen wel en niet gecontroleerd zijn.
4.2 Zorg voor borging Tijdens het maken van de sociale plattegrond moet duidelijk worden wie er verantwoordelijk wordt voor het actueel houden van de gegevens. Een logische eindverantwoordelijke voor de sociale kaart is de betreffende gemeente. Maar het daadwerkelijk actueel houden van de kaart en het bijwerken van de gegevens kan een mooie taak zijn voor een vaste groep vrijwilligers. De lokale welzijnsinstelling of gemeente kan wellicht een match maken tussen het project en een groep vrijwilligers. Als zij niet betrokken waren bij de opzet van de kaart, betrek hen dan actief bij de afronding van de sociale plattegrond. Zorg dat er één mailadres is waar wijzigingen aan doorgegeven kunnen worden!
4.2 Communicatie Een sociale plattegrond wordt niet vanzelf gebruikt: het moet bekend worden dat hij er is, en voor wie hij bedoeld is. Probeer in lokale media aandacht te krijgen voor de kaart, en zorg dat hij te vinden is op de gemeentelijke website en organisaties verantwoordelijk voor zorg en welzijn. Op al deze pagina’s moet een functie zijn om een wijziging door te geven!
4.4 Feedbackbijeenkomst Als ontwikkelaar wilt u natuurlijk dat de kaart actief gebruikt wordt. Om te kijken hoe het loopt, is het verstandig achteraf een bijeenkomst te plannen waar u met de eindverantwoordelijke en de beheerder van de kaart reflecteert op de eerste periode. Komen er wijzigingen door? Hoe zijn de eerste reacties?
11
5. De kaart maken Er zijn verschillende opties om een digitale plattegrond te maken. Gemeenten beschikken vaak over een afdeling Geografische Informatiesystemen, die zelf professionele kaarten maken. Maar u kunt ook zelf eenvoudig en gratis een kaart maken. Google My Maps is daarvoor een geschikt medium.
5.1 Een kaart aanmaken 1. Maak een account aan op Google.com Om een kaart aan te maken in Google My Maps hebt u een Google Account nodig. Let op: gebruik niet uw persoonlijke account hiervoor. Later wilt u de account kunnen overdragen, zodat een ander de informatie kan bewerken. 2. Ga naar www.google.com/mymaps Log in met uw nieuwe account. 3. Klik op ‘nieuwe kaart maken’
4. Klik linksboven op ‘laag toevoegen’
In deze lagen kunt u de categorieën invoeren.
5.2 De gegevens uploaden naar de kaart 1. Klik in de betreffende laag (bv “ontmoeting”) op ‘importeren’.
Hebt u met een online spreadsheet gewerkt, dan kunt u direct vanuit Google Spreadsheets importeren. Klik dan op ‘Google Drive’. Anders kunt u Excelbestanden uploaden vanaf uw computer. Klik dan op ‘Uploaden’.
12
2. Upload de spreadsheet
My Maps zal vragen om de kolommen waar adresgegevens in staan. Kies voor de kolommen met straatnamen, huisnummers en postcodes. Vervolgens wordt u gevraagd om de kolom met titels: hier kunt u de kolom met de namen van de voorzieningen kiezen. 3. Pas de icoonstijl aan De gegevens staan nu in de kaart. Standaard zijn alle voorzieningen roodgekleurd. Voor overzicht wilt u waarschijnlijk onderscheid. Klik vervolgens op “Individuele stijlen”.
Per voorziening kunt u nu icoontjes aanmaken, die in de kaart en in de legenda zichtbaar worden. Klik daarvoor op het verfblik dat zichtbaar wordt als u met uw muis over de voorziening navigeert. U kunt hier een keuze maken uit verschillende pictogrammen.
U kunt bijvoorbeeld gebruikmaken van uw eigen icoontjes, of die van Google. Zorg daarbij voor voldoende contrast en afwisselend kleurgebruik. Dit is voor mensen met een visuele beperking prettiger leesbaar. Uw eigen icoontjes moeten eerst geüpload worden naar een website voor u ze kan gebruiken. Wanneer ze geüpload zijn, kunt u ze gebruiken door weer op het verfblikje te klikken, en vervolgens op “meer pictogrammen”. Onderstaande iconen gemaakt door de Wmo Werkplaats Nijmegen, en zijn vrij te gebruiken.
Ontmoeting
Ondersteuning
Sport
Wonen
Zorg
Muziek, feest, cultuur
https://sites.google.com/site/socialeplattegrondiconen/home/Zorg.png https://sites.google.com/site/socialeplattegrondiconen/home/Ondersteuning.png https://sites.google.com/site/socialeplattegrondiconen/home/Sport.png https://sites.google.com/site/socialeplattegrondiconen/home/Zorg.png https://sites.google.com/site/socialeplattegrondiconen/home/Wonen.png https://sites.google.com/site/socialeplattegrondiconen/home/Muziekfeestcultuur.png
13