18e jaargang september 2007
3
Werk, opleiding & privé
U krijgt als starter de beste AOV. En meteen de beste korting. Movir is dé specialist in arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor mensen met een vrij beroep. En wij gaan starters een aardig handje helpen. Movir biedt namelijk niet alleen de beste arbeidsongeschiktheidsverzekering, maar verwent starters tot 45 jaar ook met een zeer aantrekkelijke korting. En dat komt goed uit, want als starter hebt u al genoeg kosten. Informeer bij uw verzekeringsadviseur of kijk op www.movir.nl.
Onderdeel van
Partner van Professionals.
VOORWOORD
Colofon Redactie Erna Beers, hoofdredacteur vacature, eindredacteur Nanda Glimmerveen Stephanie Knippenberg Jocea Michels Robert Minnee Ralph Hartman, adviseur Redactieadres Bureau LAD public relations Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 02 F (030) 670 27 00 E
[email protected] Dagelijks bestuur LVAG Bram Jacobs, voorzitter Ronne Mairuhu, vice-voorzitter Thalia Hummel, secretaris Willem Hueting, penningmeester Ben Swinkels, webmaster Miraude Adriaensen, lid Babette van Hees, lid Ilja de Vreede, lid Secretariaat LVAG Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 01 F (030) 670 27 00 E
[email protected] I www.lvag.nl Uitgever LVAG, Utrecht Pre-press en drukwerk Drukkerij Het Centrum Utrecht BV Fotografie omslag (evenals pag. 7-8) Nanda Glimmerveen Advertentie-exploitatie Toverspreuk Creatieve Communicatie Sabine Kaim Hooghiemstraplein 121 3514 AZ Utrecht T (030) 271 43 30 F (030) 271 02 65 M 06 21 81 57 88 E
[email protected] I www.toverspreuk.com
Voor een aantal AIOS is deze maand een nieuw opleidingsjaar begonnen. Weer een jaar van balanceren tussen werk, opleiding en privé. De Arbeidsinspectie gaat onderzoek doen naar werktijden en werkdruk onder AIOS en ANIOS. Houdt u rekening met een vragenlijst per e-mail en misschien wel een controle op uw afdeling. Over opleidingszaken leert u alles tijdens het congres Teach the AIOS op 26 september 2007. En heeft u tijd over en interesse in een bestuurlijke functie, dan kunt u uw hart ophalen. Een aantal LVAG-bestuursleden zal binnenkort de specialistentitel mogen gaan dragen, en zij moeten natuurlijk worden opgevolgd. Daarnaast zijn er vacatures te over bij de Permanent Working Group of European Junior Doctors. En, last but not least: ook de redactie van AIOS kan creatieve, enthousiaste versterking gebruiken! Hobby’s zijn goede manieren om bij te tanken. En ze leveren in sommige gevallen ook nog prachtige boeken en kleurrijke schilderijen op. Auteur en bijzonder hoogleraar psychologie Douwe Draaisma en schilder en cardioloog Menno Baars vertellen over hun passies. Bijtanken is een goede manier om de ergernissen van alledag kwijt te raken. Ergernissen over de ICT in de gezondheidszorg bijvoorbeeld, zoals te lezen is in de column. Bijtanken is daarom een nieuwe rubriek in AIOS. Heeft u een vermeldenswaardige hobby of een bijzondere manier om stoom af te blazen, laat het ons weten! Uiteraard komen ook nog een Meester en een Leerling aan het woord over hun vakgebied. Deze keer is dat maag-, darm- en leverziekten. De GeneesHeer is Edward Jenner. Een naam die niet direct associaties oproept misschien, maar hij heeft wel een cruciale ontdekking gedaan. U leest het verderop in deze editie van AIOS. Kortom, genoeg leesvoer om te kunnen balanceren… Erna Beers
Inhoud Wat doet de LVAG nou eigenlijk Rapportage uit de PWG Bijtanken … met Menno Baars Werk- en rusttijden en werkdrukproblematiek van AIOS en ANIOS De Meester en de Leerling “Ontregelde geesten” – een interview met de mens achter het boek Geneesheer: Johannes Esser Column: Digidokter Goed werk, goed netwerk
pag 2 4 6 9 10 12 16 19 20
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
1
VERENIGINGSNIEUWS
Na het afgelopen nummer van AIOS werd het voor het bestuur ook komkommertijd en zochten wij zonniger oorden op. Maar inmiddels is onze vakantie voorbij en zijn we weer op volle sterkte actief. Na het vorige nummer bereikten ons veel reacties in de trant van ‘Wat doet de LVAG nou eigenlijk?’ We zullen in dit verenigingsnieuws daar op ingaan, wat voor de frequente lezer misschien wel enige herhaling zal betekenen. Voordat we ingaan op de LVAG zelf eerst nog aandacht voor het Opleidingsfonds.
Wat doet de LVAG nou eigenlijk? Met de komst van het Opleidingsfonds lijkt een nieuw probleem te ontstaan omtrent de detachering. Per 1 januari 2008 komt er in principe een einde aan de mogelijkheid voor kortdurende detacheringen vanuit de ene kliniek (bijvoorbeeld een UMC) naar een andere kliniek (bijvoorbeeld algemeen ziekenhuis). Tot recent was het mogelijk om voor stages tot zes maanden gedetacheerd te worden: de AIOS bleef in dienst van de detacherende werkgever. En dus geen problemen met verlies van opgebouwde rechten (parttime werk, ouderschapsverlof), pensioenbreuk, wisseling van zorgverzekering, spaarloonregelingen, en verandering van kinderopvangvergoeding en –plaatsing. En vooral ook geen administratieve lasten om e.e.a. te regelen. Bij langere stages was uitdiensttreding en elders indiensttreding al gebruikelijk, met overigens dezelfde problemen, maar - en dat zeggen we voorzichtig - meer acceptabel dan voor zes maanden. Het LVAG-bestuur vindt het onverteerbaar dat AIOS voor korte stages de bovengenoemde problemen en negatieve gevolgen tegen zullen komen. Het bestuur zal hierover
2
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
met betrokken partijen in contact treden om hier een oplossing voor te zoeken. In de tussentijd verzoeken wij u bij problemen met detachering contact op te nemen met de LVAG/het bestuur. Tot slot zou de LVAG graag willen dat AIOS die problemen ondervinden met de (on)mogelijkheid tot parttime werk, zich wenden tot het bestuur met name voor inventarisatiedoeleinden en natuurlijk advies onzerzijds in deze.
De LVAG De Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in Opleiding (LVAG, voorheen: Landelijke Vereniging van Assistent-Geneeskundigen) bestaat meer dan 45 jaar en behartigt de belangen van artsen in opleiding tot medisch specialist (AIOS) bij alle specialismen-overschrijdende zaken. De LVAG is de onafhankelijke federatieve vereniging van alle 27 junior- (of AIOS-)verenigingen van de wetenschappelijke (medisch specialisten) verenigingen. De individuele leden van de juniorverenigingen vormen daarmee de achterban van de LVAG. Daarnaast zet de LVAG zich daar waar nodig ook in voor
artsen niet in opleiding tot specialist (ANIOS/AGNIO). Structuur De LVAG staat onder leiding van een dagelijks bestuur, maar de (vertegenwoordigers van de) juniorverenigingen bepalen uiteindelijk het LVAG-beleid. Het dagelijks bestuur vergadert tweemaandelijks met de afgevaardigden van de juniorverenigingen. Bij deze vergaderingen worden ook de actieve AIOS-verenigingen van de UMC’s vertegenwoordigd door toehoorders. Het dagelijks bestuur vergadert maandelijks. In mei vindt de jaarlijkse openbare vergadering plaats voor alle leden van de juniorverenigingen. Waar houdt de LVAG zich zoal mee bezig? Arbeidsomstandigheden, honorering en werktijden Sinds haar oprichting zet de LVAG zich in voor een goed salaris van AIOS en gelijke beloning tussen AIOS in de UMC’s en in de algemene ziekenhuizen. Ook maakt de LVAG zich sterk voor de mogelijkheden van het volgen van de opleiding tot medisch specialist in deeltijd. Voorts zijn de arbeidstijden van AIOS en vooral de veelvuldige over-
VERENIGINGSNIEUWS
Oproep Het bestuur is dringend op zoek naar nieuwe bestuursleden. Enthousiast? Stuur je e-mail naar Thalia Hummel, secretaris:
[email protected]
treding van de Arbeidstijdenwet ons al jaren een doorn in het oog. Hierin treedt de LVAG dan ook, samen met onder meer LAD en Jonge Orde, kritisch op. Opleiding: modernisering en Opleidingsfonds Core business van de LVAG is de opleiding tot medisch specialist en alles wat daarmee samenhangt. In dit kader vaardigt de LVAG al sinds jaar en dag vertegenwoordigers af naar het Centraal College Medische Specialismen (CCMS) en de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC). Hierdoor is de LVAG van meet af aan betrokken geweest bij het opstellen van het huidige Kaderbesluit, waarin de regelgeving omtrent medische-specialistische vervolgopleidingen is vastgelegd. De betrokkenheid van de LVAG heeft onder meer geresulteerd in de mogelijkheid tot het in deeltijd volgen van de opleiding tot medisch specialist. Bij het huidige project ten behoeve van de modernisering van de medisch-specialistische vervolgopleidingen is de LVAG ook nauw betrokken met een vertegenwoordiger in de werkgroep modernisering van het CCMS en in de BBOV (Begeleidingsgroep Beschrijving Opleidingsplannen Vervolgopleidingen). Door vertegenwoordiging in de MSRC is de LVAG in staat tot het kritisch volgen van de kwaliteitsvisitaties van de verschillende opleidingen. Bovendien is de LVAG namens de AIOS partij in de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren van onze opleidingen. De LVAG stond mede aan de basis van de Modelinstructie AIOS, een belangrijk document waarin onder meer regelgeving omtrent de begeleiding en supervisie van AIOS nader is uitgewerkt. Via haar contacten houdt de LVAG de ontwikkeling omtrent het Opleidingsfonds
kritisch tegen het licht en trekt ze waar nodig aan de bel. Afgelopen jaren zijn mede door de LVAG diverse symposia en congressen georganiseerd die zich richtten op de opleiding van AIOS in de breedste zin van het woord. Zo is in 2007 een dag georganiseerd onder de titel “AIOS maken de balans op” geheel in het teken van arbeidsomstandigheden en welzijn naar aanleiding van de “bevlogenheidsenquête”. Daarnaast werd op initiatief van de LVAG een symposium gehouden, samen met CBOG en KNMG, over de gemoderniseerde opleidingen: “Teach the AIOS”. Ook worden LVAG-bestuursleden regelmatig gevraagd voor bijdragen op andere congressen, bijvoorbeeld KNMG-symposia over opleidingsmodernisering of het “Rode Hoedsymposium”. Tot slot draagt de LVAG bij aan de organisatie van de inmiddels bekende ‘AIOS-dagen’ waarin aspecten omtrent de toekomst als medisch specialist aan de orde komen. Dit gebeurt in samenwerking met Orde en Jonge Orde. Contacten en samenwerking De LVAG kan niet alleen opereren en heeft daarom contact met diverse partijen. Van oudsher staat de LVAG op goede voet met de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD). Er wordt regelmatig samen naar buiten getreden, bijvoorbeeld inzake CAOonderhandelingen. Daarnaast draagt de LVAG een AIOS voor als lid van het centraal bestuur van de LAD. Ook neemt een LVAG-vertegenwoordiger op voorspraak van de LAD zitting in het Capaciteitsorgaan, verantwoordelijk voor de landelijke capaciteitsramingen. De LVAG onderhoudt ook laagdrempelig en goed contact met de Jonge Orde en de Orde van Medische Specialisten. De LVAG heeft zitting in
de Kamers Dienstverband en Academisch Specialisten, de Raad Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit (WOK) en het Petrus Campus Instituut, wetenschappelijk instituut van de Orde. LVAG in Europa Ook op Europees niveau is de LVAG actief. Samen met de LAD is een LVAG-vertegenwoordiger aanwezig bij de vergaderingen van de Europese AIOS-vereniging PWG (Permanent Working Group of European Junior Doctors). Dit waarborgt voor de LVAG een bron van informatie over Europees beleid zoals arbeidstijden en opleidingseisen. Voor media is de LVAG hét aanspreekpunt als het gaat om de medisch-specialistische vervolgopleidingen en de AIOS. Zo verschenen artikelen met medewerking van of over LVAG-bestuursleden in kranten als NRC, Volkskrant en Trouw, maar ook op radio en televisie. Regelmatig spreken bestuursleden van de LVAG met ambtenaren van de ministeries van VWS en Sociale Zaken om de positie van AIOS te belichten. Ook het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) ziet de LVAG als volwaardig gesprekspartner. Wat doet de LVAG niet? Er is weinig dat de LVAG niet doet, maar gezien het ontbreken van individuele leden is de LVAG geen vakbond en dus geen partij aan de CAO-tafels. De LVAG spreekt vanzelfsprekend wel veelvuldig met CAO-partijen, zoals de LAD. Daarnaast is de LVAG niet in staat tot individuele (juridische) dienstverlening. Dit moet niemand er van weerhouden om ons bij (individuele) vragen te benaderen. Thalia Hummel, secretaris LVAG Bram Jacobs, voorzitter LVAG
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
3
VERENIGINGSNIEUWS
De voorjaarsvergadering van de Permanent Working Group of European Junior Doctors, afgekort PWG, is in mei van dit jaar gehouden in het Franse Nice. Zoals gebruikelijk werd de plenaire vergadering voorafgegaan door werkgroepbijeenkomsten en de executive meeting. Tijdens de werkgroepbijeenkomsten worden moties en voorstellen voorbereid die tijdens de plenaire vergadering worden aangeboden en waarover besluiten worden genomen.
Rapportage uit de PWG De PWG heeft op dit moment 23 leden (niet alleen EU-landen, maar ook landen uit de grotere Europese Economische Ruimte (EEA)): Oostenrijk, Bulgarije Tsjechië, Kroatië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Malta, Nederland, Noorwegen, Portugal, Spanje, Slovenië, Zweden, Zwitserland en Groot-Brittannië. De Nederlandse delegatie bestaat uit mr. Alex van Bolderen, directeur LAD en Miraude Adriaensen, lid dagelijks bestuur LVAG en lid centraal bestuur LAD. Vervolgopleiding tot medisch specialist in Frankrijk De Franse vertegenwoordiger gaf een korte uiteenzetting over de inrichting van de vervolgopleiding tot medisch specialist in Frankrijk. Evenals in Spanje en Portugal is de toegang tot de vervolgopleiding nog steeds een soort competitie, waaraan bijvoorbeeld in Frankrijk 70.000 artsen meedoen voor ongeveer 30.000 opleidingsplaatsen. De gemiddelde duur van de medisch-specialistenopleiding is momenteel vier jaar, maar gaat naar vijf jaar; de huisartsopleiding gaat naar drie jaar. Na de specialisatie moet men na twee jaar werken kiezen tussen een private of
4
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
publieke carrière. De toekomstige mogelijkheden hangen in Frankrijk vooral af van de demografische ontwikkelingen. Er worden ook veel artsen opgeleid uit andere landen; het grootste deel uit Afrikaanse landen die van oudsher banden hebben met Frankrijk, maar ook steeds meer uit andere Europese landen. Na de (vervolg-) opleiding blijven deze artsen bijna nooit in Frankrijk werken. Vervolgopleiding tot medisch specialist in Groot-Brittannië Door de politieke omstandigheden in Groot-Brittannië is het niet zeker of er binnenkort formeel nog wel een opleidingssysteem bestaat. De reden van de strijd is dat de overheid nog meer invloed wil hebben op de opleidingen en niet meer alleen op het NHS. Grote demonstraties zijn het gevolg geweest. De Europese Arbeidstijdenrichtlijn Het afgelopen halfjaar is geen politieke vooruitgang geboekt bij de herziening van de European Working Time Directive (EWTD). Op 21 maart 2007 vond een hoorzitting plaats van de Europese Commissie en in juni zal de consultatieronde van de Europese Commissie worden voltooid. Het lijkt niet goed mogelijk om voortgang te boeken in dit dossier en het is de vraag of het zal
lukken de EU-directive aan te passen op een wijze die de EU-landen acceptabel vinden. Het draait allemaal om de definitie van werken, naar aanleiding van de uitspraken van het Europese Hof van Justitie in onder meer de Jaegerzaak. Tot heden is elk voorstel en elk compromis afgewezen. De Europese Commissie heeft de discussie nu geplaatst in het licht van de toekomstige ontwikkeling van de regelgeving ten behoeve van werknemers. In dit kader heeft de PWG samen met de European Medical Student Association (EMSA) een uitgebreid standpunt geformuleerd. Tijdens de vergadering van de Standing Committee of European Doctors (CPME) in maart is het gelukt om dit standpunt om te werken tot en aanvaard te krijgen als officieel CPME-document. Dit document is naar de Europese Commissie gestuurd. De Europese dienstenrichtlijn Na veel protesten, zowel nationaal als internationaal, is gezondheidszorg niet opgenomen in de Europese dienstenrichtlijn (the Health Services Directive). Het CPME en andere internationale organisaties, waaronder de PWG, achten het onderbrengen van de gezondheids-
VERENIGINGSNIEUWS
zorg in deze richtlijn ongewenst vanwege het bijzondere karakter van de gezondheidszorg. Sinds het uitsluiten van de gezondheidszorg van deze richtlijn houdt de Europese Commissie een consultatieronde met de vraag op welke manier de gezondheidszorg op Europees niveau moet worden ingebed. Euro-commissaris Kyprianou heeft zich tot doel gesteld de gezondheidszorgsystemen in de verschillende Europese landen te harmoniseren onder de erkenning dat de verantwoordelijkheid voor de gezondheidszorg bij de te onderscheiden landen ligt. De Europese Commissie wacht momenteel op inbreng van de verschillende landen. Ook het Europees Parlement moet zich nog uitspreken. De PWG zal streven naar samenwerking met het CPME, omdat het onderwerp alle artsen aangaat. Leidinggeven en opleiding De PWG onderschrijft de noodzaak om in de opleiding tot medisch specialist aandacht te besteden aan leidinggeven. De Deense delegatie gaf een presentatie van het door hen gebruikte model. Aandacht wordt besteed aan de onderdelen: management, administratie en communicatie, zowel ten aanzien van de medewerkers in de organisatie, als ten aanzien van patiënten. Doctors who are actually paying for their training De Engelse delegatie heeft uitgebreid onderzoek gedaan in GrootBrittannië naar de kosten die de junior doctor zelf betaalt tijdens de opleiding. De resultaten zijn verontrustend. Het gaat dan om kosten als registratie voor de opleiding, certificatiegelden, examengelden, reiskosten, verzekeringen, registratie bij vakbonden enz. In totaal, mede afhankelijk van het specialis-
me, komt dat per tien jaar opleiding (in Groot-Brittannië zit een flinke tijdspanne tussen het afronden van de basisopleiding en afronding van de opleiding tot medisch specialist) uit op tussen € 16.000,- tot zelfs € 24.000,-. De PWG heeft om die reden een motie aangenomen waarin uitdrukkelijk staat dat de kosten van de opleiding niet voor rekening mogen komen van de junior doctor.
Interesse? Stuur een e-mail naar:
[email protected]
Miraude Adriaensen
UEMS De UEMS (European Union of Medical Specialists), de Europese koepelorganisatie van landelijke medischspecialistenverenigingen, is onderverdeeld in medisch-specialistische secties en European Boards. In iedere UEMS-sectie en European Board is statutair plaats voor een stemgerechtigd lid dat de belangen van de junior doctors (i.c. AIOS) behartigt. Dit lid wordt afgevaardigd door de PWG. Het belang van een PWG-afgevaardigde in al de 37 UEMSsecties wordt benadrukt! Gezocht Een afgevaardigde en een vice-afgevaardigde per specialisme voor de volgende specialismen: Thoraxchirurgie, dermato-venereologie, gastroenterologie, nefrologie, neurofysiologie, nucleaire geneeskunde, bedrijfsgeneeskunde, oogheelkunde, plastische chirurgie, vaatchirurgie. Een vice-afgevaardigde per specialisme voor vrijwel àlle specialismen.
S i b b i n g & Wa t e l e r : financieel adviseurs
&
S I B B I N G W AT E L E R C . S . ‘n hele zorg minder®
• Praktijkvestigingen • Financieringen • Financiële planning • Contracten • Hypotheken • Verzekeringen • Pensioenen
Storkstraat 33 • 3905 KX Veenendaal Postbus 915 • 3900 AX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 Fax: (0318) 543 843 E-mail:
[email protected] Internet: www.sibbing.nl
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
5
BIJTANKEN
… met Menno Baars
Menno Baars is een internationaal succesvolle, moderne Nederlandse schilder én hij is cardioloog. Als opleideling werd hij al eens geïnterviewd door dit blad. Tijd voor een update.
Tijdens de laatste redactievergadering bladerden we door oude nummers van Arts Assistent, zoals dit blad tot dit jaar heette. In een nummer uit 1993 - een interview met Menno Baars. Arts-assistent cardiologie in opleiding, die vertelde over zijn hobby: schilderen. De naam kwam mij bekend voor. Na even zoeken vond ik hem terug in het kerstnummer van Medisch Contact van afgelopen jaar. Hierin vertelde hij over zijn twee fulltime banen: cardioloog en schilder. Het leek mij interessant om te horen hoe zijn hobby in die dertien jaar tot een tweede fulltime baan geworden is.
“Op de piketkamer had ik een schildersezeltje.” Het begin Menno begint meteen te vertellen: “We waren net verhuisd naar een nieuw huis in Delft. Ik was bezig met mijn interne stage. Het nieuwe huis had veel witte wanden en het leek ons leuk om daar iets kleurrijks op te hangen. Ik ging kijken naar posters en reproducties, maar die vond ik eigenlijk te duur. Bovendien dacht ik dat ik dat zelf ook wel kon. Tijdens een week vakantie ging ik naar de Hema en kocht papier en verf. Daarmee ben ik zelf aan de slag gegaan. Dat voelde heel goed, binnen een week had ik tien schilderijen gemaakt. Een buurman die kwam kijken naar het huis vond het ook mooi. Hij bleek iemand met een grand café te kennen, waar ze opgehangen mochten worden. Tja, dan moet je een prijs gaan verzinnen - niet te weinig, maar ook niet te veel. Meteen de eerste dag werden drie schilderijen verkocht. Na een week waren ze alle tien weg. Eigenlijk liep het meteen heel goed en dat is zo gebleven.”
6
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
foto: Maxim Gelkopf München Achteraf gezien, herinnert hij zich, haalde hij op de middelbare school al negens en tienen voor tekenen. Na de tweede klas liet hij dat vak vallen, omdat het
niet stoer was. Uiteindelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan.
“Meteen de eerste dag werden drie schilderijen verkocht.” Schilder Op internet wordt het werk van Baars vaak vergeleken met het werk van de CoBrA-schilders, of post-CoBrA genoemd. Hij kan deze vergelijking wel begrijpen. Hij is zeker geïnspireerd door het werk van de schilders uit deze beweging. “Ik zie vooral overeenkomsten in kleurexpressies en ongeremdheid tussen CoBrA-schilders en mijn werk. Toch is er een aantal grote verschillen. De CoBrA-schilders schilderden dieren en ik schilder, zeker de laatste tien jaar, alleen nog mensen. Omdat mensen een ziel hebben, vind ik dat interessanter. Bovendien was deze beweging na de Tweede Wereldoorlog als afzetbeweging ontstaan. Als schreeuw naar vrijheid. Voor mij geldt het nu meer als een schreeuw om los te komen van patronen. Verder ben ik geen broodschilder, ik hoef er niet van te leven. Dat maakt mijn werk denk ik ook anders. Ik schilder puur omdat ik het leuk vind.” Naast de CoBrA noemt hij de Art Brut en Colorfield Painting als belangrijke inspiratiebronnen. Als autodidact heeft hij zichzelf alles geleerd over verf en andere materialen. Baars merkt dat hij gegroeid is als schilder. Technisch is hij beter geworden. Hij ziet steeds beter oplossingen voor problemen in zijn werken. Ook de onderwerpen zijn veranderd. In het begin schilderde hij dieren, maar al snel schilderde hij alleen
Cardioloog (in opleiding) Vanaf het begin werden zijn schilderijen goed verkocht en verdiende hij dus veel meer geld dan de andere assistenten. Hierdoor kon hij steeds duurdere doeken en andere materialen kopen. Sommige opleiders begrepen het niet goed. Een arts-assistent hoort elk vrij moment in de boeken te zitten om te studeren en niet te schilderen. “Tijdens de nachtdiensten in het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein had ik op de piketkamer een schildersezeltje en materialen staan. Andere assistenten keken televisie als het rustig was op de EHBO. Ik ging met handschoenen aan staan schilderen. Als er dan een patiënt kwam, deed ik gauw de handschoenen uit en ging ik erheen. Nu nog maak ik de beste werken tijdens de diensten. Hoewel het nu achterwachtdiensten zijn, ben ik dan vaak de hele nacht op om te schilderen. Ik heb hectiek nodig om te kunnen schilderen. Vooral het conflict tussen de hectiek van het vak en het geneuzel van managementzaken levert veel inspiratie. Begin dit jaar
“Een arts-assistent hoort in de boeken te zitten en niet te schilderen.” maar mensen. Het laatste jaar wordt de omgeving steeds belangrijker. “De mens wordt steeds kleiner dan zijn omgeving. Hij staat nu bijvoorbeeld in een hoekje afgebeeld.”
Winterland
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
7
was ik een maand ziek thuis. Van tevoren leek het me heerlijk om dan te gaan schilderen. Uiteindelijk heb ik niets gemaakt. Ik had helemaal geen inspiratie.”
Oproep Hoe tank jij bij? Stuur een e-mail naar:
[email protected]
Hart voor elkaar In 2006 verscheen ‘Hart voor elkaar’. In dit boek staan vijftig schilderijen van Menno Baars en twintig gedichten van dichter des vaderlands Driek van Wissen. De totstandkoming van deze samenwerking ligt in een café in Groningen.
“Nu nog maak ik de beste werken tijdens de diensten.” “Ik was voor de herhalingscursus echografie voor cardiologen in Groningen. ’s Avonds gingen we met een groep naar een café. Op een gegeven moment zat ik met een wat oudere man aan de bar. We raakten aan de praat, een paar biertjes erbij. Hij bleek Driek van Wissen te heten. Ik vroeg hem wat hij deed. “Dichter” was het antwoord. “Leuk” zei ik. Desgevraagd stelde ik mij voor als schilder. Al pratend kwamen we op het idee om een schilderij met een gedicht erop te maken. Uitgeverij TerraLannoo was al bezig een boek over mij te maken. Ik vertelde hen toen over dit plan. Zij stelden voor om schilderijen en gedichten naast elkaar in een boek te plaatsen en zo is ‘Hart voor elkaar’ ontstaan.” Toekomst Sinds 2005 staat Baars geregistreerd als professioneel kunstenaar, sinds 1998 is hij cardioloog. Het patiëntencontact en het vertrouwen dat mensen je schenken, hebben hem altijd aangesproken in de cardiologie.
“Als ik ooit zal moeten kiezen, dan kies ik voor het schilderschap.” “Helaas wordt het vak steeds minder persoonlijk, gaat het steeds meer om omzet en geld. Er zijn veel vergaderingen en steeds minder tijd voor patiëntencontact. Als schilder ben je helemaal vrij.” Dit najaar zal hij een week vrij moeten nemen in het ziekenhuis om de kop van een vliegtuig te kunnen beschilderen. Ook gaat hij live schilderen op het ‘Peter Stuyvesant Ball’ in New York. “Zolang het kan, wil ik beide blijven doen, maar als ik ooit zal moeten kiezen, dan kies ik voor het schilderschap.” Nanda Glimmerveen
8
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
Expecting to fly Bronnen: www.mennobaars.nl www.mennobaars.com Willem van Leeuwen. Schilderen met het hart. Arts Assistent 1993;4:20 Robert Crommentuyn. Passies. Medisch Contact 2006;51-2:2158-9
VERENIGINGSNIEUWS
De LVAG nam in 2005 initiatief tot het uitvoeren van een onderzoek naar de arbeidsomstandigheden en het welzijn van de Nederlandse artsen in opleiding tot medisch specialist. De resultaten van dit project ´Balanceren tussen opleiding, werk en privé: een onderzoek naar bevlogenheid´, kregen in het afgelopen jaar de nodige aandacht van de media (onder meer Zembla en Medisch Contact).
Werk- en rusttijden en werkdrukproblematiek van AIOS en ANIOS Mede naar aanleiding van deze resultaten heeft minister Klink van VWS in april jl. meegedeeld dat de Arbeidsinspectie nog dit jaar een onderzoek zal instellen naar de werktijden en werkdruk van AIOS en ANIOS. Controles De Arbeidsinspectie gaat bij een aantal ziekenhuizen en maatschappen controles uitvoeren naar de arbeids- en rusttijden van AIOS en ANIOS. Naast dit onderzoek vindt eveneens een werkdrukonderzoek plaats. Dit onderzoek wil men geanonimiseerd laten plaatsvinden via het invullen van een digitale vragenlijst, waarbij – indien mogelijk – gebruik wordt gemaakt van de e-mailadressen van de betrokken AIOS en ANIOS. Met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is afgesproken dat gekoppeld aan het werkdrukonderzoek ook een aantal vragen worden meegenomen die betrekking hebben op de borging van de kwaliteit van de zorg in de functie-uitoefening van AIOS en ANIOS. Dit zal – eveneens anoniem en vertrouwelijk – gebeuren via het meesturen van een aanvullende vragenlijst aan
dezelfde respondenten die deelnemen aan het (digitale) werkdrukonderzoek. De uitkomsten van dit IGZ-vooronderzoek zullen worden gebruikt om te bepalen of een breder onderzoek naar de positie van AIOS en ANIOS in relatie tot de kwaliteit van zorg noodzakelijk is. Mocht dat zo zijn, dan zal de IGZ dit onderzoek in 2008 uitvoeren. Ronne Mairuhu vice-voorzitter LVAG
Abonnementen AIOS is het tijdschrift van de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in opleiding (LVAG). Het wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aios in Nederland. Als u AIOS niet ontvangt , neem dan contact op per email
[email protected]. Abonnementen: Nederland € 18,15 incl. btw. Overig buitenland € 25. Losse nummers € 5,67 incl. btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres. Oplage: 4.900 ISSN: 0928-611X. © 2007 LVAG. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van LVAG c.q. AIOS. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
9
De meester & De leerling PERSONALIA Prof. dr. Daniël Willem Hommes, geboren op 20 juni 1963 in Hilversum Getrouwd, twee dochters, één zoon
Marjolijn Duijvestein, geboren op 10 februari 1982 in Tegucigalpa (Honduras) Samenwonend, ongehuwd en geen kinderen
WERKADRES LUMC, afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten, sinds 2006
LUMC, afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten, sinds maart 2007
STUDIE 1983-1985 geneeskunde te Gent 1985-1990 geneeskunde te Amsterdam OPLEIDING 1990-1995 promotie-onderzoek 1995-2000 interne geneeskunde te Amsterdam 2000-2002 specialisatie maag-, darm- en leverziekten te Amsterdam PROEFSCHRIFT 1995 Immune modulation in experimental colitis and inflammatory bowel disease
BEWONDERT Jim Morrison vanwege zijn goede, authentieke muziek.
ERGERT ZICH AAN Teveel ego.
2000-2007 geneeskunde te Leiden
Nog niet
Mijn proefschrift gaat over de behandeling van de ziekte van Crohn met behulp van mesenchymale stamcellen. Bekend is dat deze cellen in verscheidene weefsels van het lichaam aanwezig zijn. Wij gaan ze isoleren uit vetweefsel en beenmerg om vervolgens de veiligheid en werkzaamheid van deze cellen in zowel muizen als patiënten te onderzoeken. Mensen die vernieuwende ideeën hebben of aan bestaande concepten een andere invulling weten te geven. Traagheid en inefficiëntie.
KLEINE GENOEGENS Met mijn kinderen in de golven van de zee plonzen.
De eerste zonnestralen in het voorjaar, versgebakken appeltaart, een mooi liedje.
GAAT IN TWEEDE LEVEN Onverminderd verder met waar ik gebleven was in dit leven.
Als ik goed genoeg zou zijn zou ik een sportcarrière willen beginnen, en dan het liefst in een teamverband.
MEEST ONTSPANNENDE Racefietsen. ACTIVITEIT
Op een zaterdagochtend met een cappuccino en een krant binnen handbereik.
ONHEBBELIJKHEDEN Dominant en ongeduldig. BESTE EIGENSCHAP Inspireren. 10
AIOS 2 - 18e jaargang juni 2007
Perfectionisme. Dingen goed kunnen regelen.
& Wat maakt het vak maag-, darm- en leverziekten boeiend? Hommes: In het vakgebied maag-, darm- en leverziekten staan we aan de vooravond van een veranderend zorgproces. De translationele geneeskunde waarbij de integratie van zorg in de research plaatsvindt, zorgt ervoor dat de academische zorg aan de ene kant meer op maat gesneden wordt, en aan de andere kant continu wordt gevoed vanuit de wetenschap. Daarnaast maakt voor mij het basale onderzoek in de inflammatoire darmziekten en mucosale immunologie het vak erg boeiend. Duijvestein: Voor mij is het een boeiend vak, omdat het een combinatie van denken en doen is. Enerzijds de interne geneeskunde en anderzijds het technische aspect zoals het verrichten van scopieën. Het evenwicht tussen acute en niet-acute zorg, de raakvlakken en het nauw samenwerken met andere specialismen spreken mij aan. Daarnaast is het vak momenteel volop in ontwikkeling, wat het voor mij extra interessant maakt. Wat is over tien jaar de belangrijkste ontwikkeling in de maag-, darm- en leverziekten? Hommes: Ik zie dat bij inflammatoire darmziekten het focus verlegd gaat worden naar een toenemende controle van de chronische ontsteking, waarbij de meerderheid van dit soort patiënten voor lange tijd in remissie blijft. Bij verschillende soorten van kanker is men na vijf jaar genezen verklaard. Je zou je kunnen voorstellen dat we dit soort definities ook voor patiënten met inflammatoire darmziekten kunnen gaan opstellen. Hierbij gaan we meer naar preventieve geneeskunde, vooral op het gebied van leverziekten, inflammatoire darmziekten en bijvoorbeeld coeliakie. Duijvestein: In de komende tijd verwacht ik dat meer patiënten met Crohnse colitis medicamenteus behandeld kunnen worden, waardoor een (tijdelijk) stoma als oplossing afneemt. Hierdoor wordt de behandeling van Crohn efficiënter. Daarnaast nemen de diagnostische en behandelingsmogelijkheden via endoscopie toe. Onderzoek, onderwijs of patiëntenzorg? Hommes: Als ik ze een cijfer mag geven, geef ik onderzoek een negen en onderwijs en patiëntenzorg beide een acht. Waarom ik onderzoek iets hoger scoor, is omdat ik dat direct kan sturen. Bij onderwijs en zorg hebben we te maken met een grote groep belanghebbenden, zodat je niet altijd je eigen koers kan varen.
Duijvestein: Dé trias waarom ik geneeskunde graag in een UMC wil uitoefenen. In het najaar ga ik werkgroepen geven, dus over onderwijs kan ik nog moeilijk een mening vormen. Verder vind ik wel de combinatie van patiëntencontact en onderzoek erg belangrijk, aangezien ik me klinisch kan afvragen hoe bepaalde problemen in basaal onderzoek onderzocht c.q. opgelost zouden kunnen worden. Hoe omschrijft u uw assistententijd? Hommes: Deze tijd was een gekkenhuis, maar eigenlijk ook een zorgeloze en prettige tijd waar ik veel goede herinneringen aan over heb gehouden. Duijvestein: Na mijn studie ben ik meteen begonnen met mijn promotieonderzoek, dus deze vraag is lastig te beantwoorden. Hoe omschrijft u de ander? Hommes: Ik zie haar als een talent vanwege haar ‘wetenschapshonger’, nieuwsgierigheid en organisatievermogen. Hier in het LUMC hebben we een nieuw team van arts-onderzoekers van verschillend pluimage gevormd, maar allemaal hebben ze dezelfde drive. Zij is een uitstekende aanvulling in dit team. Duijvestein: Een heel enthousiast, hardwerkende en slimme professor. Hij weet mensen te inspireren en kan ze erg enthousiast maken voor nieuwe ideeën. Hoe ziet de ideale Leerling resp. Meester eruit? Hommes: Dit vind ik een lastige vraag. Ik vind mijzelf geen meester, aangezien ik mezelf nog steeds als leerling van mijn leermeesters zie. Dat is waarschijnlijk een blijvend gegeven. In mijn huidige rol word ik gezien als leermeester en probeer ik met grote bescheidenheid richting te geven en te inspireren. Wat met name belangrijk is voor een leerling, is om veel vragen te stellen en je blijven verwonderen om de experimenten en de uitkomsten daarvan. De nieuwsgierigheid moet altijd aanwezig blijven. Nothing is fixed in stone. Duijvestein: De ideale promovendus moet nieuwsgierig zijn, hard kunnen en willen werken en open staan voor nieuwe ideeën en technieken. De meester moet uiteraard ervaring hebben, mag zeer kritisch zijn, moet feedback geven en hiervoor de tijd nemen. Daarnaast is hij eigenlijk alleen aanwezig om bij te sturen, en niet zo zeer om alles voor te kauwen. Robert Minnee
AIOS 2 - 18e jaargang juni 2007
11
“Ontregelde geesten” een interview met de mens achter We kennen ze allemaal wel, de Parkinson-patiënt, de alcoholist die een Korsakov ontwikkelt, het jongetje met Asperger en die vloekende man met Gilles de la Tourette. De wetenschappers die hun naam gaven aan deze ziektebeelden zijn we vergeten, slechts de eponiemen zijn over. Douwe Draaisma brengt daar nu verandering in. Hij laat in zijn boek Ontregelde geesten de mens achter het ziektebeeld herrijzen in beeldende verhalen.
Draaisma is net weer begonnen met de voorbereidingen voor het academische jaar als ik hem spreek. Als bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de psychologie te Groningen buigt hij zich enigszins bezorgd over het onderrichten van maar liefst 650 eerstejaarsstudenten psychologie. Zijn vrije tijd vult hij met het schrijven van boeken. “Het probleem is dat ik geen hobby’s heb”, verklaart hij gekscherend. “Ik vind schrijven het aller-leukste wat ik kan verzinnen.”
“De patiënt als patiënt is niet meer terug te vinden in medische artikelen.” Zijn proefschrift bewerkte hij tot een versie voor het algemene publiek, getiteld De Metaforenmachine – een geschiedenis van het geheugen (1998). In 2001 kwam de bestseller uit met de aansprekende titel Waarom de tijd sneller gaat als je ouder wordt. In vier maanden tijd gingen twintigduizend exemplaren over de toonbank. Draaisma won er meerdere prijzen mee. Beide boeken zijn in tien talen verschenen. Psychiatrie en neurologie De inhoudsopgave van zijn jongste boek Ontregelde geesten laat een indrukwekkende rij namen zien. Achtereenvolgens komen de mannen aan bod achter het syndroom van Bonnet, de Gage-matrijs, het gebied van Broca, de Jackson-epilepsie, het Lombroso-hoofd, het syndroom van Korsakov, het syndroom van Gilles de la Tourette, de ziekte van Alzheimer, de gebieden van Brodmann, het syndroom van Clérambault, het syndroom van Capgras en het syndroom van Asperger. Waarom beschrijft Draaisma juist deze mensen? “Er bestaan in de neurologie en psychiatrie meer dan vijftig eponiemen. Dus ik heb een selectie gemaakt. Allereerst wilde ik de meest bekenden er in hebben: Alzheimer, Korsakov, Asperger, Parkinson en Gilles de la Tourette. Ik wilde ook laten zien dat veel van die eponimische verschijnselen een enorme zwerftocht kunnen maken door
12
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
het landschap van neurologie en psychiatrie.” Een voorbeeld hiervan is het syndroom van Gilles de la Tourette. Toen deze arts het syndroom beschreef, werd het beschouwd als een neurologische stoornis. Later kreeg het een psychologische invulling, omdat de patiënt werd beschouwd als iemand die zich niet kan beheersen. Door de ontwikkeling van haloperidol als therapeuticum kreeg het syndroom vervolgens een somatische invulling. Enzovoort. Schilderachtig Andere eponiemen beschrijft Draaisma vanwege het haast schilderachtige verhaal. Het syndroom van Clérambault is daar een goed voorbeeld van. Het hoofdstuk begint al goed: “Zo zou een film kunnen beginnen”, schrijft Draaisma. “Parijs, 4 december 1920. Een vrouw van even in de vijftig stapt geagiteerd uit een rijtuig van de metro en spreekt twee gendarmes aan. Ze zegt dat ze wordt achtervolgd, dat andere reizigers haar hebben bespot en eist bescherming. De gendarmes hebben geen idee wat er aan de hand is. De vrouw windt zich op, gefrustreerd door de weigering om in te grijpen. Uiteindelijk is ze zo boos dat ze een paar oorvijgen uitdeelt. Ze wordt aangehouden.” Ze komt in de psychiatrische crisisopvang terecht, waar de psychiater De Clérambault haar kort ondervraagt. Patiënte denkt dat de koning van Engeland verliefd op haar is en dat onbekenden het op haar geld hebben
het boek voorzien. Een aantal weken later wordt Léa-Anna gepresenteerd tijdens de zitting van de Société Clinique de Médecine Mentale. De Clérambault noemt het toestandsbeeld erotomanie. Pas veel later krijgt het syndroom de naam van zijn ontdekker. De Clérambault was zelf een bijzondere man, blijkt uit de beschrijving van Draaisma. “Hij was een toegewijd schilder, verzamelde kunst en gewaden, ontving zijn vrienden – hij is altijd vrijgezel gebleven – graag in kaftan en schonk thee getrokken van de mint die hij zelf kweekte.” In de crisisopvang op het Île de la Cité in Parijs zag De Clérambault dertig jaar lang zo’n tweetot drieduizend mensen per jaar (!) aan zich voorbijtrekken. Over al die mensen besliste hij of ze in de psychiatrie of in het gevang thuishoorden. Door de politie waren ze van straat gehaald.
“De Clérambault zag twee- tot drieduizend patiënten per jaar.” “Er waren absintdrinkers bij en ethersnuivers, morfinisten en opiumschuivers, mensen die een zelfmoordpoging hadden gedaan of een epileptische aanval hadden gehad, brandstichters, exhibitionisten, fetisjisten, aanranders, op drift geraakte zwakbegaafden en verdwaalde demente ouderen.” De woordkeus van Draaisma draagt hierin duidelijk bij in de sfeer. Verjaarde opvattingen In de verschillende verhalen valt op, dat de artsen uit hun observaties conclusies trokken die pasten binnen de heersende opvattingen. De moeders van de kinderen met het syndroom van Asperger kregen er goed van langs. De oorzaak van de autistische stoornis van hun kinderen was volgens psychologen gelegen in moeders emotionele afstandelijkheid en gebrek aan beschikbaarheid. Deze beschuldigende vinger werd uitgestoken in een tijd dat de vrouw zich ging begeven buiten het terrein van het gezin, en zich dus niet meer alleen maar aan het huishouden wijdde. Draaisma laat met zijn verhalen ook de verschillende culturen zien in de Duitse, de Franse en de Engelse neurologie en psychiatrie. Zo hechtten de Fransen veel waarde aan casus, die ze op regelmatige basis presenteerden in de diverse Sociétés. Bijwonen van deze vergaderingen was verplicht, vakanties kenden de artsen niet en afwezigheid werd beboet. De gerenommeerde artsen hadden met elkaar zelfs invloed op de politiek.
Haantje de voorste Maar Draaisma brengt nog meer opvallende bevindingen aan het licht, die hem zelf ook verbaasden. “Ik dacht van tevoren dat een eponimist misschien niet de eerste was die het ziektebeeld beschreef, dat er een voorganger was, maar dat dit bij al die eponimisten het geval was, dat vond ik wel een beetje bar.” Het blijkt dat gerenommeerd zijn, samen met het – soms hardvochtig – naar je toe trekken van de aandacht ingrediënten zijn voor het ‘vergaren’ van een eponiem. Broca geeft daar een aardig staaltje van weg. In 1861 vond hij bij de autopsie van een patiënt die zijn spraak verloren had een groot gat aan de linkerzijde van de frontaalkwab, ter grootte van een kippenei. Hij leidde daar – ten onrechte – uit af dat de spraak in de frontaalkwab gelegen was. Ondanks dat de geconstateerde erosie uitsluitend links lag, concludeerde Broca dat de spraak symmetrisch gerepresenteerd moest zijn, geheel volgens de opvattingen van die tijd. Alle volgende patiënten met linkszijdige afwijkingen, hadden slechts bij toeval niet rechts afwijkingen. In zuidelijk Frankrijk ondertussen hadden twee andere artsen, vader en zoon Dax, tientallen patiënten met spraakverlies verzameld: zonder uitzondering zat de beschadiging links. Zij waren echter zo onhandig hun bevindingen niet te publiceren. Tegen de tijd dat zoon Dax de ontdekking claimde, kon Broca terecht zeggen dat hem niets bekend was van een eerdere ontdekking. Hij eiste het recht van de eerste ontdekker op, loog dat hij van meet af aan had aangegeven dat de spraak asymmetrisch gerepresenteerd werd en antedateerde zijn eerste publicatie voor het gemak met twee jaar. Eponiemen voor de AIOS van nu? De romantici onder ons zullen zich afvragen of eponiemen voor hen ook nog zijn weggelegd. Draaisma denkt van wel. “Er worden nog steeds eponiemen uitgedeeld, maar dan in de laboratoria. Genetische afwijkingen die worden ontdekt, een virus dat geïsoleerd wordt. Het soort eponiemen zoals door het beschrijven van ziektebeelden die er al die tijd al waren, dat zit er niet meer zo in.” Buiten het feit dat heel veel klinische beelden al ontdekt zijn, werken de artsen van deze tijd in teams.
“Er worden nog steeds eponiemen uitgedeeld.”
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
13
Evidence Based Medicine De Evidence Based Medicine is de gouden standaard op dit moment. “De epidemiologie heeft ontzettend veel kennis gebracht. Dat zou je ook niet moeten opgeven.
“Moeders van kinderen met Asperger waren emotioneel afstandelijk.” De manier waarop Asperger en Alzheimer onderzoek deden, past ook niet meer in de huidige tijd. Aan de andere kant gaat het patiëntenperspectief wel een beetje verloren. Dat wordt nu eigenlijk aan patiënten zelf overgelaten of aan hun woordvoerders. Of ze duiken op in romans, zoals bij Bernlef. De patiënt als patiënt is niet meer terug te vinden in medische artikelen, is mijn indruk.” Zijn artsen dan minder goede observatoren geworden? “’t Is mijn vak niet, hoor,” geeft Draaisma toe, “maar als een cultuur ontstaat waarbij meer afhangt van metingen (bloedbepalingen, beeldvormende technieken e.d.), dan hoef je andere vaardigheden ook niet te ontwikkelen. Waar Charcot in zijn tijd zo vreselijk goed in was, dat observatievermogen, praten met de patiënt, de patiënt laten lopen, kijken, ondervragen, daar zou hij nu geen poot mee aan de grond krijgen.” foto: Sake Elzinga De artsen uit de negentiende eeuw werkten solistisch en publiceerden alleen. Nu kun je bijna niet publiceren zonder co-auteurs. Daardoor is de kans dus kleiner dat een enkel individu vernoemd zal worden.” Immense verschillen Het publiceren in teamverband is niet het enige verschil tussen toen en nu. “Het verschil is immens. Een arts die nu publiceert, is meestal een onderzoeker, die zich moet houden aan het stramien waarnaar je een medische publicatie schrijft. Heel veel ligt vast. Zoals Korsakov dat deed, beginnen met patiënten, vanuit een beleving de zaak opbouwen en dan uiteindelijk een theorie hebben over wat deze mensen mankeert, dat is een radicaal andere werkwijze. Dat vereist ook heel andere vaardigheden dan in onze tijd. De verschillende artikelen van Korsakov hebben alle een andere indeling, hij schrijft over andere mensen, de opbouw is anders. De literaire vrijheid was veel groter. De huidige arts moet het vooral hebben van zijn onderzoekresultaten.”
14
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
Beeldende geschiedenis In Ontregelde geesten komen de patiënten prominent aan bod. Het bijzondere verhaal van Phineas Gage, een van de weinige patiënten die werd geëerd met een eponiem, is daar een goed voorbeeld van. Elke arts kent het verhaal wel, van de spoorwegarbeider die met grote kracht een spoorstaaf door zijn hersenen geboord kreeg. Hij overleefde het drama, maar zijn persoonlijkheid veranderde radicaal. Draaisma legt de verschillende versies van het verhaal naast elkaar en maakt er een complete en uitermate beeldende geschiedenis van. Dat lukt hem in elk hoofdstuk. De mensen achter de namen blijven hangen. En dat is precies wat Draaisma wilde. Met vlag en wimpel geslaagd dus! Erna Beers
Een gezonde financiële toekomst
Als medicus komt u op verschillende momenten in uw carrière in aanraking met de financieel-juridische kanten van uw beroep. Raadgevers Medische Beroepen geeft al ruim 35 jaar persoonlijk advies op maat aan beoefenaars van (para)medische beroepen. Wij begeleiden u bij uw financiële planning, verzekeringen, financieringen, hypotheken en pensioenen.
Dorpsstraat 118 3732 HL De Bilt
Ook zorgeloos uw beroep uitoefenen?
Telefoon 030 220 41 14
Neem voor meer informatie contact op met adviseurs W. van der Meer,
Telefax 030 220 27 95
J. van den Biggelaar, R. Meijer, N. ter Kuile of C.M.J.M. Hoek of kijk op
E-mail
[email protected] www.raadgevers.nl
www.raadgevers.nl lid NVA-sectie medische beroepen Erkend Hypotheekadviseur
GENEESHEER
Edward Jenner Edward Jenner was een Engelse medicus, de ontdekker van het pokkenvaccin en, volgens sommigen, de vader van de immunologie. Naast de geneeskunde had hij nóg een groot aantal interesses. Ondanks zijn grote ontdekkingen bleef hij bescheiden en wilde hij zelfs een belangrijk onderzoek niet publiceren om een goede vriend niet ongerust te maken.
Edward Jenner wordt in 1749 geboren als achtste van negen kinderen, in het kleine Engelse dorp Berkeley. Zijn vader is dominee. De kleine Jenner is pas vijf jaar oud als binnen enkele weken beide ouders overlijden. Een oudere broer zorgt daarna voor hem. Op 13-jarige leeftijd gaat Jenner in de leer bij de lokale chirurg, die hij te paard vergezelt wanneer deze zijn visites doet in naastliggende dorpen. Acht jaar later reist Jenner naar London om daar anatomie en medicijnen te gaan studeren in het St George’s Hospital. In dit ziekenhuis wordt hij de pupil van de Schotse chirurg John Hunter. Hij woont bij zijn leermeester in huis. John Hunter staat bekend als een humeurige, dominante en lelijke man. Nochtans verafgoodt Jenner hem en uiteindelijk worden de twee vrienden.
“Dat koeienpokken de pokken konden voorkomen werd afgedaan als een boerenverhaal.” Plattelandsdokter Jenner krijgt, ondanks de band met zijn leermeester, heimwee naar het platteland. In 1773 vertrekt hij uit London en begint een praktijk in Gloucestershire. Jenner werkt als huisarts en chirurg. Hij krijgt met allerlei soorten van problemen te maken. Vergeleken bij wat een arts en een chirurg tegenwoordig doen, was zijn spectrum van behandelingsmogelijkheden klein. Aderlatingen waren aan de orde van de dag, net als het amputeren van zwaar ontstoken ledematen. Een enkele chirurgische ingreep (verwijderen van de appendix of van nierstenen) was mogelijk. Verdoving werd hierbij overigens nog niet gebruikt, dat zou pas na 1800 gaan gebeuren. Naast zijn werk als arts heeft Jenner genoeg vrije tijd over voor andere activiteiten. Hij speelt fluit en viool, ontwikkelt een grote interesse in vogels, scheikunde en andere wetenschappelijke onderwerpen. Hij heeft een groot talent voor het schrijven van kleine gedichten, die hij zijn hele leven heeft geschreven. Ondanks dat Jenner op het platteland woont, blijft hij goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in politiek en weten-
16
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
schap. Ten tijde van de slavenhandel schrijft en componeert hij muziek voor een aantal antislavernij-liedjes. Onderzoeker Jenner is een actieve onderzoeker met brede interesses. Hij bestudeert een groot aantal verschillende onderwerpen, variërend van de groei van vogelveren tot de winterslaap van egels. Het is Jenner die ontdekt heeft dat koekoekvogels eieren leggen in nesten van andere soorten. Jenner stuurt deze bevinding door naar Hunter, die ervoor zorgt dat het gepubliceerd wordt. Gedurende deze tijd doet Jenner zijn eerste medische ontdekking. Angina pectoris wordt in 1772 als een ziektebeeld erkend. Het is wel duidelijk dat het tot de dood kan leiden, maar het mechanisme hierachter is onbekend. Jenner beschrijft hoe hij een autopsie verricht op een patiënt die overleden is aan angina pectoris. Hij beschrijft hoe hij het hart doorsnijdt bij de basis en iets hards tegenkomt. In eerste instantie denkt hij dat er kalk van het plafond is gevallen op het hart. Wanneer hij verder gaat met de autopsie ziet hij dit verkalkte beeld in alle coronairen. Hij concludeert dat door deze verkalking er geen bloed meer kan stromen, wat de fatale angina pectoris veroorzaakt. Deze ontdekking maakt Jenner somber. Zijn goede vriend Hunter lijdt namelijk aan angina pectoris, en hij realiseert zich dat deze ziekte hem fataal gaat worden. Daarom besluit Jenner zijn bevinding niet te publiceren; hij wil zijn vriend niet ongerust maken. Daarnaast heeft hij nog andere interesses. Hij verzamelt bijvoorbeeld fossielen vlakbij huis bij de rivier de Severn. In 1819 vindt hij daar de fossiele overblijfselen van een Plesiosaurus, een tot dan toe onbekend zeemonster. Maar de belangrijkste bijdrage aan de wetenschap die Jenner heeft gedaan ligt op het vlak van de vaccinatie. De pokken De pokken braken regelmatig uit op het Engelse platteland. In Gloucestershire was het een van de belangrijkste veroorzakers van de dood. Pokken worden veroor-
zaakt door het variolavirus. Besmetting vindt plaats via de luchtwegen. Via het bloed infecteert het virus de interne organen. De ziekte heeft een incubatietijd van twaalf dagen. Daarna krijgt de patiënt hoge koorts. Het virus verspreidt zich naar de huid, waar het blaasjes veroorzaakt, die tot een grootte van zes centimeter kunnen groeien. Wanneer deze blaasjes openspringen, blijft er een litteken over. De patiënt kan overlijden aan de ziekte door sepsis, door secundaire infecties of door interne bloedingen. Is iemand besmet, dan bestaat er geen effectieve behandelingsmethode meer. In de achttiende eeuw waren pokken een van de meest gevreesde ziektes. De ziekte doodde tien procent van de bevolking. In de steden, waar verspreiding nog eenvoudiger ging, liep dit zelfs op tot twintig procent.
“In grote steden overleed 20% van de bevolking aan pokken.” De eerste vorm van inenting tegen de pokken is de inoculatie met variola ofwel de variolatie, een methode geïmporteerd uit Turkije. Hierbij wordt een minder virulente vorm van pokken op de huid aangebracht. Hierdoor vermindert de kans op het ernstigste ziektebeeld, maar desondanks kan het de dodelijke vorm veroorzaken. Jenner is zelf ook als jongetje nog ‘gevarioleerd’. De voorbereiding op de variolatie was uithongeren, purgeren en aderlaten. Daarna volgde de variolatie zelf. Ten slotte moest hij met een aantal jongens in een stal opgesloten blijven tot de ziekte bij allen uitgewoed was. Die traumatische ervaring zou hem altijd bijblijven. In zijn jeugd al, werkend als stagiaire, gelooft Jenner dat koeienpokken mogelijk de pokken kunnen voorkomen. Hij ziet regelmatig melkmeisjes die de koeienpokken krijgen, maar nooit de pokken. Dertig jaar lang heeft hij niks met dit idee gedaan. Hij besprak het vaak met vrienden, maar deze wilden er liever niks van weten. Het werd afgedaan als een boerenverhaal. In mei 1796 besluit Jenner een experiment te doen. Hij neemt monsters van een melkmeisje, Sarah Nelmes, die verse pokkenlaesies heeft op haar vingers, en infecteert er op 14 mei een achtjarige jongen, James Phipps, mee. De jongen krijgt lichte koorts en kleine laesies, maar die verdwijnen snel. Op 1 juli infecteert hij de jongen opnieuw, maar nu met het gewone pokkenvirus. De jongen krijgt geen symptomen. De uitgevoerde handeling werd ‘inoculatie met vaccinia’ gedoopt, later wordt dit vaccinatie. Jenner probeert dit nog bij vele andere patiënten uit en in 1798 publiceert hij zijn onderzoek in een boek: An Inquiry into the Causes and Effects of the Variolae Vaccinae; a Disease Discovered in some of the Western Counties of England, Particularly Gloucestershire, and Known by the Name of The Cow Pox.
De nieuwe mogelijkheden worden lang niet door iedereen met beide handen aangegrepen, zoals de artsen die de variolaties voor veel geld uitvoeren. Ook heeft niet iedereen de beschikking over veilige koepokkenvirusstammen. Soms blijken deze zelfs besmet met ‘gewone’ pokken. Ideeën over hygiëne zijn op dat moment nog niet te vergelijken met de huidige. De tegenstand gaat zelfs zo ver dat er spotprenten verschijnen van mensen die door de vaccinatie koeienkoppen kregen. Ook vanuit godsdienstige hoek wordt heftig gereageerd, omdat het inenten met de lage schepselen ontoelaatbaar is. Desondanks wordt uiteindelijk in 1840 de variolatie verboden en in 1853 de vaccinatie verplicht. Na zijn publicatie besteedt Jenner jarenlang een groot deel van zijn tijd aan het geven van informatie en aan het beschikbaar stellen van koepokkenvaccins. Om hem te steunen in zijn werk kent de Britse regering hem in1802 tienduizend pond toe en in 1807 nog eens twintigduizend.
“Wanneer hij een autopsie doet bij een hart denkt hij in eerste instantie dat het kalk in de coronairen van het plafond is gevallen.” Wat betreft eerbewijzen blijft het hier niet bij. Verschillende universiteiten geven hem eretitels, hij krijgt geschenken van allerlei groten der aarde en standbeelden zijn overal in de wereld opgericht. Door de dood van zijn vrouw wordt Jenner depressief en stort zich op zijn oude passies: de tuin, zijn huis en zijn verzameling fossielen. In januari 1823 overlijdt Jenner aan een hartaanval, op 73-jarige leeftijd. Hij is begraven in het familiegraf in Berkeley Church, naast zijn ouders, zijn zoon en zijn vrouw. Stephanie Knippenberg Literatuur: Paul Strathorn, “A brief history of medicine, from Hippocrates to gene therapy” www.wikipedia.nl www.jennermuseum.com
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
17
Cursus ‘De financiële jungle voor de star tende medisch specialist’
Uw bestaan als assistent zit er bijna op. Gaat u daarna als jonge klare werken in het vrije beroep? Kiest u voor een baan in loondienst in een algemeen of academisch ziekenhuis? De keuze is aan u. Om u bij deze belangrijke keuze te helpen, verzorgt Sibbing & Wateler c.s. op 6 oktober 2007 en 12 april 2008 in Burgers’ Zoo te Arnhem de cursus ‘De financiële jungle voor de startende medisch specialist’. Hierin komen onder meer de volgende financiële en juridische aspecten aan de orde: • Werken als medisch specialist (loondienst, vrije praktijk, waarnemen en maatschapsovereenkomst) • Praktijkovername en praktijkfinancieringen (goodwillberekening, soorten leningen en hypotheken) • Fiscaliteiten (belastingaangifte en jaarrekening) • Persoonlijke financiële planning (begrotingen) en assurantiën Eerstvolgende cursusdata: 6 oktober 2007 12 april 2008
Kom met uw gezin naar Burgers’ Zoo! Uw gezin is deze dag van harte welkom voor een bezoek aan Burgers Zoo. Na de cursus volgt om 13.00 uur een gezamenlijke jungle picknick, waarna u tot sluitingstijd (19.00 uur) kunt genieten van de flora en fauna van Burgers’ Zoo. Vraag direct het inschrijfformulier aan Een inschrijfformulier kunt u telefonisch aanvragen (0318 - 544 044) of per e-mail (
[email protected]). Na inschrijving ontvangt u het programma, het uitgebreide cursusmateriaal en een routebeschrijving.
&
S I B B I N G W AT E L E R C . S . ‘n hele zorg minder® Storkstraat 33 • 3905 KX Veenendaal Postbus 915 • 3900 AX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 • Fax: (0318) 543 843 E-mail:
[email protected] • Internet: www.sibbing.nl
COLUMN
Digidokter Jocea Michels is bezig met haar opleiding tot reumatoloog. In deze column houdt ze ons op de hoogte van het wel en wee tijdens haar werk als AIOS.
Ik wilde er niet aan beginnen. Om hoge bloeddruk, stoom uit oren en rode wazen te voorkomen leek het me beter van niet. Maar de laatste tijd word ik er zo vaak mee geconfronteerd dat ik misschien toch mijn hart maar moet luchten, voordat het zich pussige abcessen in mijn ziel gaat vormen. De ICT in de gezondheidszorg. Dat ene zinnetje moet nu bij de gemiddelde lezer die dagelijks in het ziekenhuis rondloopt de bloeddruk al enigszins doen stijgen. Of toch minstens een klein zweetplekje onder de oksel veroorzaken. Of zouden er ziekenhuizen bestaan waar het allemaal op rolletjes loopt? Af en toe zweven er wel zuchtjes door de lucht die zachtjes fluisteren over EPD’s die goed verlopen, die beloftes doen van perfect functionerende, volledig digitale medicatiesystemen, zelfs over stemherkenning…. Maar het gefluister verstomt in het drama van alledag. Hoe kunnen wij het toch verkopen dat we anno 2007, waarin we mobiel relaties onderhouden, vreemdgaan via sms of msn en de deur niet meer uit hoeven omdat de meest exotische dingen (inclusief medicijnen) te koop zijn op internet, nog steeds met pen en papier het ziekenhuis draaiende houden? Om te ontdekken wat er de afgelopen dagen met een patiënt gebeurd is, worstel ik mij diep in de nacht door diverse onleesbare handschriften waar een kleuter een onvoldoende voor zou krijgen. Hoe kan het toch dat medicatie-opdrachten nog steeds worden verwerkt op roze doordrukvelletjes, met alle gevolgen van dien? Dat patiënten op SEH of poli hun verfrommelde medicijn-
lijstje weer eens zijn vergeten waardoor de dokter volstrekt niet weet welke pillen opgehoogd of juist gestopt moeten worden? Dat we de meest hypermoderne robotoperaties en PET-CT-MRI’s kunnen aanvragen in spijkerschrift. Oh, en dan heb ik het er nog niet eens over dat verschillende specialisten in dit ziekenhuis verschillende computersystemen gebruiken. Hoeveel overbodige FTE’s kost het nu eigenlijk om een door een radiologie-typiste uitgewerkt verslag in te mompelen op een dicteerapparaat om vervolgens door een interne-typiste opnieuw te laten uittypen in de ontslagbrief. Over efficiëntie in de gezondheidszorg gesproken. Hoe komt dat nou toch? Zijn wij als dokter dan zo digibeet? Zijn wij zo ongeïnteresseerd in de vooruitgang, in de voordelen van een volledig digitaal systeem dat we het eenvoudig maar links laten liggen? Ideaal toch, zo’n pop-up om de vergeetachtige dokter er aan te herinneren dat deze diabetespatiënt al drie jaar niet bij de oogarts is geweest. Waarom is er niet één systeem in Nederland voor alle ziekenhuizen? Ja, dat komt, zegt men dan, maar dat is moeilijk met privacy enzo. Onzin! Ik bank al jaren digitaal. Minister Klink, word mijn held en sla met de vuist op tafel. Maak een EPD-wet, waarin de ontwikkeling van een landelijk EPD binnen afzienbare tijd is geregeld en waarin alle instanties in de gezondheidszorg wettelijk worden verplicht mee te werken aan het EPD. Alleen dan kan de huidige impasse worden doorbroken. Jocea Michels
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
19
Iedereen die een opleiding voor een erkend specialisme volgt of heeft gevolgd en ook als arts vermeld staat in het BIG-register, wordt ingeschreven in het specialistenregister. Registreren en herregistreren is een belangrijke taak van de registratiecommissies van de KNMG waarmee een kwaliteitsgarantie wordt afgegeven. Ingeschreven in het register betekent immers dat je voldoet aan de kwaliteitseisen die gelden voor het betreffende specialisme.
Goed werk, goed netwerk Al 75 jaar lang. Genoeg reden voor een feestje. Dat wordt gevierd tijdens het KNMG jaarcongres op donderdag 11 oktober a.s. waar het thema opleiden en kwaliteit centraal staat. Met verschillende presentaties en workshops over hoe dokters goed opgeleid worden en blijven. Interessant voor opleiders, AIOS èn co-assistenten. Hoe wordt een arts goed opgeleid? Geen eenvoudige vraag om te beantwoorden. Toch zijn er binnen de specialistische vervolgopleidingen ontwikkelingen en veranderingen die richting geven aan beantwoording van deze vraag. Rapporten als de Arts van Straks en De zorg voor morgen gaven het al aan. Maatschappelijke veranderingen vragen om een andere specialist en daarmee dus een andere manier van opleiden. Eind 2004 is daarom het initiatief genomen om in samenwerking met de wetenschappelijke verenigingen de medisch-specialistische vervolgopleidingen te moderniseren. Het Project Vernieuwing Huisartsopleiding ging al in 2003 van start. En ook de opleidingen tot verpleeghuisarts, sociaal-geneeskundige en arts voor verstandelijk gehandicapten worden of zijn vernieuwd. Competentiegericht, nieuwe vormen van toetsing, werken met een portfolio en expliciete aandacht voor feedback. Een kleine greep uit de veranderingen die ingevoerd worden. De
20
AIOS 3 - 18e jaargang september 2007
opleiding geneeskunde volgt op de voet met herziening van haar raamplan; geïnspireerd door dezelfde ontwikkelingen. De vernieuwde AIOS Vernieuwde opleiding met andere verwachtingen ten aanzien van AIOS en co-assistenten. De opleiding professionaliseert, de AIOS en de co moeten daar in mee. Wat ziet u nu al terug van al deze initiatieven? Hoe tevreden bent u over de opleiding? Wat zou u graag anders zien. En in hoeverre sluit de vervolgopleiding aan op wat u in de basisopleiding geleerd hebt. De workshops over modernisering van de specialistenopleiding bieden volop gelegenheid om met elkaar hierover in gesprek te gaan. Maar er is meer. Een congres over opgeleid worden en blijven. Opleiden eindigt immers niet na het behalen van de artsenbul of na registratie in het specialistenregister. Een leven lang leren - daar gaat het tegenwoordig om. De workshop nascholing en accreditatie gaat in
op de waarde van nascholing binnen het kwaliteitsbeleid. Werken buiten de grenzen van de EU? Mogelijkheden en risico’s bij de erkenning van artsen en specialisten komen aan de orde in de workshop de (im)migratie van artsen. Of ga in gesprek met artsen, zorgverzekeraars en consumenten over de kwaliteit van de beroepsuitoefening van artsen en met andere beroepsgroepen over de consequenties van taakherschikking voor het toekomstig functioneren van artsen. Geïnteresseerd? Student, co-assistent of arts en net aan het werk? Laat u zien en horen op het congres dat gaat over uw toekomst! En zie dit als gelegenheid om uw netwerk te vergroten! Geïnteresseerd in het KNMG Congres ‘Opleiden voor kwaliteit. Hoe dokters goed opgeleid worden en blijven’ op 11 oktober a.s. in Domus Medica te Utrecht? Op www.knmgcongres.nl staat meer info: het complete programma en de inschrijving.
***oproep***oproep***oproep***oproep***oproep***oproep***
De redactie van AIOS, het kwartaalblad van de LVAG, is op zoek naar
Redacteuren (v/m)
Wij zoeken:
Enthousiaste, creatieve medisch specialisten in opleiding, anios en (bijna) afgestudeerde co-assistenten, die vier keer per jaar een bijdrage willen leveren aan ons blad. Je kunt dit als vaste redacteur doen of op freelance basis. Je bent aanwezig op de redactievergaderingen, die elk kwartaal plaatsvinden in Utrecht. Je vindt het leuk om artikelen te schrijven over alles wat met geneeskunde te maken heeft: opleidingsbeleid, achtergronden, interviews. Wij bieden:
Een uitstekende kans je (verder) te bekwamen in de schrijf- en interviewkunst. De mogelijkheid om collega’s te ontmoeten in een informele sfeer, met wie je één doel alvast deelt: het schrijven van een aantrekkelijk kwartaalblad, dat iedere arts in opleiding wil lezen. Je mag al je creatieve en innovatieve ideeën de vrije loop laten om AIOS te vullen met waardevolle en motiverende artikelen. Enthousiast bij het lezen van deze advertentie?
Mail dan voor 8 oktober 2007 naar onderstaand adres en wij nemen contact met je op:
[email protected]
***oproep***oproep***oproep***oproep***oproep***oproep***
UW DROOMHUIS GEZIEN . . .
Het kopen van een woning of een praktijkpand is een ingrijpende beslissing. Daar kunt u best een beetje hulp bij gebruiken. Het liefst natuurlijk van een betrouwbare partner. Iemand die uw persoonlijke en zakelijke situatie goed kan overzien. Naast een gedegen hypotheekadvies, profiteert u bij VVAA tevens van een aantal aanvullende diensten. Bijvoorbeeld onze notaris en taxatieservice met
een aantrekkelijk combinatievoordeel. En de VVAA huizenzoekservice waarmee u efficiënt de belangrijkste Nederlandse huizensites doorzoekt. Wilt u meer weten over de VVAA dienstverlening op woongebied? Kijk dan eens op www.vvaa.nl of bel direct uw praktijkadviseur (030) 247 48 00 voor een degelijk hypotheekadvies.
HYPOTHEKEN Postbus 8153, 3503 RD Utrecht, telefoon (030) 247 47 89, www.vvaa.nl