Werk en veiligheidsfiches

Werk– en veiligheidsfiches

Naam: __________________ Klas: 1A_

Nr: ___

2

Techniek 1:

Aftekenen van loodrechte lijnen

Benodigdheden  Het werkstuk  Een winkelhaak  Een scherp potlood

Werkwijze  Duid de plaats aan waar je een loodrechte lijn wil tekenen.

 Plaats de winkelhaak op de juiste plaats tegen het werkstuk.  Het werkstuk en het blok van de winkelhaak moeten goed tegen elkaar gedrukt worden.  Teken met een scherp potlood één duidelijke lijn langs de winkelhaak, loodrecht op het werkstuk.

Techniek: werk – en veiligheidsfiches

3

Techniek 2:

opschuren van houten onderdelen

Benodigdheden  Het werkstuk  Schuurpapier (hoe hoger het getal hoe fijner)

Werkwijze  Leg het schuurpapier op de tafel en beweeg het onderdeel over het schuurpapier.  Beweeg steeds in de richting van de nerven anders maak je krassen.

Grof schuurpapier kan schaafwonden veroorzaken! Bij verwonding verwittig je de leerkracht!


4

Techniek 3:

Loodrecht zagen

Benodigdheden  Het werkstuk  Rugzaag  Verstekbak

Werkwijze  Leg je werkstuk goed vast in de verstekbak.

 Plaats het zaagblad op de zaagsnede. Je duim begeleidt de zaag. Je haalt de zaag tweemaal schuin omhoog over het inzetpunt. Zo ontstaat een kleine inkeping waardoor de zaag op haar plaats blijft.  Zaag rustig verder op de afschrijflijn. Let op de verticale loodrechte lijn op het werkstuk.  Op het einde verminder je de zaagdruk zodat er niet te veel splinters uitbreken. Techniek: werk – en veiligheidsfiches

5

Een rugzaag heeft scherpe tanden!! Bij verwonding verwittig je de leerkracht!


6

Techniek 4:

het vastnagelen of spijkeren van houten onderdelen

Benodigdheden  Het werkstuk  Bankhamer  nagels

Werkwijze  Kies de juiste nagel voor het juiste werk. (de nagel moet ongeveer 3 maal de lengte hebben van het te bevestigen onderdeel)

 Neem de hamer bij het einde van de steel.  Hou de nagel tussen duim en wijsvinger vast.

 Klop de nagel een klein stukje in het te bevestigen onderdeel. Let erop dat ze goed vast zit.  Laat de nagel los en klop daarna harder, totdat de nagel op de juiste diepte is ingeklopt.


7

Sla nooit in het rond met je hamer! Zorg dat je vingers niet boven de vastgehouden nagel uitsteken. Verwittig de leerkracht bij verwonding!

Wat doe je als je nagel scheef geklopt is?  Als je nagel niet erg scheef staat:klop lichtjes tegen de zijkant van de nagel tot die loodrecht op je werkstuk staat.  Gebruik de nijptang als je nagel moet verwijderd worden.  Klem de bek van de nijptang net onder de kop van je nagel vast.  Plaats een stukje afvalhout onder de nijptang om je werkstuk te beschermen.  Gebruik de nijptang als hefboom.


8

Techniek 5:

Boren in hout met een kolomboormachine

Benodigdheden     

Het werkstuk Kolomboormachine machinespanschroef een set boren veiligheidsbril

Werkwijze Werkstuk aftekenen  Bepaal met de meetlat waar het boorgaatje moet komen.  Zet een kruisje  Prik met een els of een priem een gaatje op de juiste plaats.

Boor inspannen (plaatsen)  Kies de juiste boordiameter


9

 Steek de schacht van de boor in de boorkop  Draai de spankop aan door de bovenste ring te blokkeren en de onderste aan te draaien.

Werkstuk inspannen  Gebruik steeds een machinespanschroef om het werkstuk vast te zetten.  Zorg dat het werkstuk mooi horizontaal wordt ingespannen  Indien de machinespanschroef voorzien is van kleine tandjes kan je best beschermplaatjes gebruiken.

Boren

 Draag tijdens het boren steeds je veiligheidsbril.


10

 Wanneer je diep moet boren laat je de boor regelmatig terug naar boven komen om de spanen te verwijderen.

Boor enkel onder toezicht van de leerkracht!

Draag steeds je veiligheidsbril! Wissel nooit van boor zonder toestemming van je leerkracht! Zet je werkstuk steeds vast!

Druk de noodstopschakelaar in wanneer er zich een probleem voordoet! Lange haren samenbinden! Draag geen armbanden … Bij verwonding verwittig je de leerkracht!


11

Techniek 6:

Lijmen van houten onderdelen

Benodigdheden  Het werkstuk  Houtlijm  keukenpapier

Werkwijze  Breng niet teveel lijm aan op de onderdelen  Veeg overtollige lijm op je werkstuk zorgvuldig weg met keukenpapier

Zorg dat de lijm niet in je ogen komt door bijvoorbeeld in je ogen te wrijven.

Verwittig de leerkracht bij verwonding!


12

Techniek 7:

ontmantelen van geïsoleerde koperdraad

Benodigdheden  Geïsoleerde koperdraad  Ontmanteltang

Werkwijze  Eventueel regelen van de

ontmanteltang.  Plaats een stuk koperdraad tussen de twee snijvlakken en draai de regelschroef aan. Draai de extra moer op de regelvijs ook vast.  Plaats de geïsoleerde koperdraad tussen de bekken van de ontmanteltang (± 5 mm). Druk de snijvlakken stevig op elkaar en ontspan. (1)  Draai de ontmanteltang 90 ° en druk de snijvlakken opnieuw stevig op elkaar. (2)


13

 Verminder de druk op de ontmanteltang en trek de isolatie van de elektriciteitsdraad.

 Een perfect ontmantelde elektriciteitsdraad

Pas bij het hanteren van de ontmanteltang op voor verwonding aan de vingers.



14

Techniek 8:

solderen

Benodigdheden  Soldeerbout  Soldeertin  Soldeervet

Werkwijze  Breng een beetje soldeervet aan op de te solderen geleiders.  Plaats de te verbinden geleiders tegen elkaar.  Verwarm de twee geleiders met de punt van de soldeerbout.  Breng het soldeertin aan op het warme koper. Het soldeertin smelt en vloeit mooi over de ganse verbinding.


15

Pas bij het hanteren van de soldeerbout op voor brandwonden aan de vingers. BIJ BRANDWONDEN!! Hou je vingers minstens 15’ onder koud stromend water! Verwittig de leerkracht bij verwonding!


16

Techniek 9:

vastschroeven van plaatschroeven

Benodigdheden  plaatschroeven  Schroevendraaier

Werkwijze  De meeste schroeven hebben in de kop een gleuf of een kruis.

 Kies de juiste soort schroevendraaier. Anders draai je de schroef kapot of beschadig je het hout.


17

 Maak een gaatje in het hout. Doe dat met een priem of een boor. Zo kun je gemakkelijker schroeven.

 Bij sommige schroeven moet je het hout eerst verzinken. Gebruik hiervoor een verzinkboor.

Pas bij het hanteren van de schroevendraaiers op voor verwonding aan de vingers.



18

Techniek 10:

verzinken van materiaal

Benodigdheden     

Verzinkboor Kolomboormachine Het werkstuk Veiligheidsbril Machinespanschroef

Neem techniekfiches 5 (boren in hout met een kolomboormachine) grondig door alvorens van start te gaan!!!

Werkwijze  Boor een gat in het materiaal. Gebruik een boor met dezelfde dikte als de schacht van de schroef

 Zet een verzinkboor in de boorkop. Boor het gat zover uit dat de schroefkop er


19

precies in past.

 Schroef het materiaal vast. Gebruik de juiste schroevendraaier. Boor enkel onder toezicht van de leerkracht! Draag steeds je veiligheidsbril!

Wissel nooit van boor zonder toestemming van je leerkracht! Zet je werkstuk steeds vast!


20

Druk de noodstopschakelaar in wanneer er zich een probleem voordoet! Lange haren samenbinden! Draag geen armbanden … Bij verwonding verwittig je de leerkracht!


21

Techniek 11:

aanbrengen van een krimpkous

Benodigdheden    

Krimpkous Warmtebron vb.aansteker Meetlat Schaar

Werkwijze  Knip een stuk krimpkous op maat en schuif die over de te isoleren, te beschermen of te bundelen draden of contacten.

Deze stap doe je enkel onder toezicht van de leerkracht!!  Wanneer het materiaal nu kortstondig wordt verhit, krimpt het strak om de te verpakken onderdelen. Zo beschermt het de contacten en de elektronica tegen kortsluiting en bewegingsslijtage.


22

Pas bij het hanteren van de aansteker op voor brandwonden aan de vingers. BIJ BRANDWONDEN!! Hou je vingers minstens 15’ onder koud stromend water! Verwittig de leerkracht bij verwonding!


23

Techniek 12:

vernissen van houten onderdelen

Benodigdheden  Verfborstel  Vernis op waterbasis  Het werkstuk

Werkwijze Voorbereiden van het hout  Het hout licht opschuren met schuurpapier in de richting van de houtnerven (100 – 150)  Het hout voldoende afstoffen. Aanbrengen van de eerste vernislaag  Breng het product aan in de richting van de houtnerf en strijk de vernis goed uit  Breng een watergedragen product rijkelijk aan, dus niet te dun, maar ook niet te dik om geen aflopers te veroorzaken.  Scherpe randen mee instrijken en mogelijke aflopers onmiddellijk wegnemen.


24

Opschuren na de eerste vernislaag Waarom?  Als je hout vernist, komen de houtvezeltjes recht na het aanbrengen van de eerste laag  Dit kunnen we heel gemakkelijk oplossen door kort het hout opnieuw op te schuren met schuurpapier.  Ook onregelmatigheden en mogelijke aflopers dienen al schurend te worden verwijderd vooraleer een bijkomende laag aan te brengen.  Na het schuren altijd zorgvuldig ontstoffen.

Waarom kiezen voor vernis op waterbasis? De vernis is quasi reukloos, droog na 30 minuten en je kan je borstels met water uitspoelen. De korte droogtijd maakt het mogelijk om je trap in 3 lagen op 1 dag af te werken.

Onderhouden van de verfborstels  Spoel de borstels na gebruik steeds goed uit met warm water.  Laat de borstels drogen


Werk en veiligheidsfiches

Recommend Documents