Wereldwijde doelstellingen voor elk kind: september 2015 De nieuwe Global Goals of Duurzame Ontwikkelingsdoelen vormen een ambitieus en universeel ‘actieplan voor mens, planeet en welvaart’ dat ons een historische kans biedt om de rechten en het welzijn van elk kind vooruit te helpen. Voor UNICEF verwijst duurzame ontwikkeling per definitie naar een ontwikkeling die door de toekomstige generaties kan worden voortgezet. Het is dan ook van essentieel belang voor de nieuwe internationale agenda dat de juiste beslissingen voor kinderen worden genomen. Equity/gelijkheid – een eerlijke kans voor elk kind om toegang te krijgen tot de instrumenten, diensten en vaardigheden die het nodig heeft om zijn volledige potentieel te verwezenlijken – moet een leidend principe zijn bij de implementatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Ongelijkheid wegwerken betekent dat moet worden geïnvesteerd in de meest achtergestelde kinderen. Indien we nalaten om in deze kinderen te investeren, zullen we er nooit in slagen om duurzame economische, politieke en sociale vooruitgang en stabiliteit tot stand te brengen. Kinderen die door ziekte, gemiste schoolkansen en een verminderd leervermogen achterop hinken, missen de eerlijke start in het leven die hen in staat zou stellen om hun ambities waar te maken en ten volle bij te dragen tot hun samenleving. Daarnaast is er nog het geweld tegen kinderen dat de levens van heel wat kinderen bedreigt en het maatschappelijk weefsel in vele landen schade toebrengt. Niet alleen de kinderen van vandaag betalen hiervoor de prijs, maar ook hun kinderen en hun gemeenschap. Elke ongelijkheid legt de basis voor nieuwe vormen van ongelijkheid in
1
de toekomst. Deze vicieuze cirkel van ongelijkheid kunnen we het best doorbreken door een positieve spiraal op gang te brengen waarin elk kind een eerlijke kans krijgt om te overleven, gezond en beschermd op te groeien, naar school te gaan en ten volle bij te dragen tot zijn/haar toekomst en die van zijn/haar samenleving. Duurzame ontwikkeling kan uitsluitend worden gerealiseerd indien we de kinderen bereiken die het zwaarst te lijden hebben onder conflicten, de klimaatverandering en natuurrampen. Het is van fundamenteel belang om vredesopbouw, humanitaire inspanningen en ontwikkelingswerk op nieuwe en innovatieve manieren te combineren, zodat samenlevingen de cyclus van zich herhalende en aanslepende crisissituaties en klimaatgerelateerde rampen kunnen doorbreken en de basis kunnen leggen voor duurzame ontwikkeling. We kunnen de Duurzame Ontwikkelingsdoelen slechts realiseren indien we ons samen inzetten om de problemen aan te pakken waardoor kinderen nog steeds kwetsbaar achterblijven. Dit betekent ook dat we de onafgewerkte Millenniumdoelstellingen moeten voortzetten. Dit vereist gerichte samenwerkingsverbanden met overheden, ontwikkelingspartners, vooraanstaande bedrijven, academische middens, vernieuwers en de civiele samenleving, maar ook effectieve en eerlijke investeringen in de meest achtergestelde kinderen. Er moeten nationale plannen, budgetten en sociale en economische beleidsstrategieën worden uitgewerkt waarin de meest achtergestelde kinderen centraal staan. Wanneer we in de rechten, de veiligheid en het welzijn van kinderen en jongeren investeren, stellen we hen in staat om voor verandering te zorgen in hun leven en hun gemeenschappen. Door de ideeën en activiteiten van een jonge, goed geïnformeerde en geëngageerde generatie te promoten, helpen we de verantwoordelijken voor de realisatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te motiveren, te inspireren en te sturen, zodat zij het engagement kunnen waarmaken dat zij bij de Verenigde Naties aangaan. De verwezenlijking van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen kan elk kind een eerlijke kans in het leven geven. Wat we beslissen te doen voor kinderen en hoe we hen betrekken bij het opbouwen van de toekomst, zal uiteindelijk bepalend zijn voor onze slaagkansen om een duurzamere wereld met meer vrede en meer welvaart tot stand te brengen. UNICEF heeft zich achter deze visie geschaard. Het bundelt de krachten met anderen om efficiënte oplossingen op grotere schaal toe te passen, werk te maken van innovatie voor nog betere oplossingen en resultaten, vooruitgang te meten en lessen uit het verleden met anderen te delen. Doelstellingen, targets en kinderen Alle doelstellingen van de nieuwe ontwikkelingsagenda dragen bij tot een schitterend plan om van de wereld een betere plaats voor kinderen te maken. Stuk voor stuk hebben ze op één of andere manier betrekking op het leven van kinderen, al worden kinderen niet uitdrukkelijk genoemd in de doelstellingen over partnerschappen, energie,1 infrastructuur en de bescherming van oceanen en andere ecosystemen.
2
Hieronder volgen enkele van de doelstellingen en targets die verband houden met de problemen die centraal staan binnen het werk dat UNICEF in 190 landen verricht. Het gaat daarbij om: Doelstelling 1: Armoede Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Wereldwijd leven ongeveer één miljard mensen in extreme armoede.2 Bijna de helft van hen zijn kinderen.3 Armoede is een wereldwijd probleem, al wonen de meeste kinderen in extreme armoede in Zuid-Azië en Sub-Sahara Afrika.4 Na de Grote Recessie, die in 2008 begon, waren er 2,6 miljoen meer arme kinderen in de rijke landen.5 Wat houdt deze doelstelling in? De uitdrukkelijke vermelding van kinderen en armoede, en de oproep om een einde te maken aan extreme armoede in al zijn vormen, zijn een belangrijke stap vooruit. De doelstelling pakt alle dimensies van armoede aan en toont bijzondere aandacht voor kinderen die onder verscheidene en complexe vormen van ontbering te lijden hebben. De doelstelling erkent ook het belang van weerbaarheid en sociale beschermingssystemen die van fundamenteel belang zijn om een einde te maken aan kinderarmoede. Doelstelling 2: Voeding Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? In 2013 had één op vier kinderen jonger dan 5 een groeiachterstand als gevolg van stunting (extreme ondervoeding).6 De gevolgen van stunting en andere vormen van ondervoeding brengen het leven, de gezondheid, het onderwijs en de toekomst van kinderen in gevaar. Zo is bijna de helft van alle overlijdens bij kinderen jonger dan 5 toe te schrijven aan ondervoeding7 en zouden de uurlonen met minstens 20 procent stijgen indien ondervoeding in de vroegste kinderjaren kon worden vermeden.8 Wat houdt deze doelstelling in? De doelstelling streeft ernaar om iedereen de toegang tot voeding te verzekeren en vermeldt specifiek zuigelingen. Zij omvat ook een target voor de voeding van kinderen en een engagement om de targets voor stunting (chronische ondervoeding) en wasting (acute ondervoeding) tegen 2025 te verwezenlijken. De targets verwijzen ook naar de behoeften van tienermeisjes, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Doelstelling 3: Gezondheid Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Tegen het einde van dit jaar zullen bijna zes miljoen kinderen jonger dan 5 jaar sterven.9 Wanneer kinderen ouder worden, bedreigen andere risico’s hun gezondheid. In 2013 waren jongeren tussen 15 en 24 jaar goed voor zo’n 35 procent van de nieuwe hiv-infecties in de wereld.10 Nietoverdraagbare aandoeningen die verband houden met obesitas, een gebrek aan beweging, hoge bloeddruk vanaf jonge leeftijd, roken, drugsgebruik en mentale stoornissen liggen aan de basis van 70 procent van de vroegtijdige overlijdens bij volwassenen.11 Wat houdt deze doelstelling in? Zij hernieuwt het engagement ten aanzien van de overleving en gezondheid van kinderen, en blijft focussen op ziekten die wereldwijd nog steeds een uitdaging vormen zoals hiv/aids en malaria. Bovendien streven de targets naar
3
een daling van de neonatale sterfte met minstens 12 per 1.000 geboorten en een daling van de mortaliteit bij kinderen jonger dan 5 met minstens 25 per 1.000 levende geboorten tegen 2030. Belangrijk is ook dat de nieuwe targets niet-overdraagbare ziekten als een groeiend wereldwijd gezondheidsprobleem erkennen en het belang onderstrepen van sociale gezondheidsdeterminanten. De targets verwijzen ook naar de noodzaak om de gezondheidszorgsystemen te versterken en sociale vangnetten in te bouwen. Doelstelling 4: Onderwijs Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Ondanks de grote successen die sinds 2000 werden geboekt, is de vooruitgang op het vlak van universeel lager onderwijs tot stilstand gekomen. Heel wat kinderen die naar school gaan, leren bovendien ook helemaal niets.12 Volgens cijfers uit 2013 zijn 124 miljoen kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 15 jaar nooit naar school gegaan of gestopt met school.13 Zo’n 130 miljoen kinderen leerden nooit de basisbeginselen van lezen/schrijven en wiskunde, hoewel ze vier jaar naar school gingen.14 Wat houdt deze doelstelling in? De doelstelling erkent dat leren al op jonge leeftijd moet beginnen en minstens tot het middelbaar onderwijs moet worden voortgezet. Zij erkent ook dat het belangrijk is om de onderwijskwaliteit te verbeteren. De targets plaatsen zorg en onderwijs tijdens de eerste levensjaren op de ontwikkelingsagenda, wat een erkenning inhoudt van de cruciale rol die onderwijs en zorg in de vroege kindertijd spelen om elk kind een eerlijke start in het leven te kunnen geven. Belangrijk is dat de targets oproepen tot toegankelijk onderwijs voor alle kinderen, zowel jongens als meisjes, en ook voor kinderen met een handicap, kinderen van inheemse bevolkingsgroepen of kinderen in een kwetsbare situatie. Doelstelling 5: Gendergelijkheid Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Als we de wereld die we voor ogen hebben tot stand willen brengen, is het van fundamenteel belang dat we de discriminatie tegen vrouwen en meisjes beëindigen en gendergelijkheid realiseren. Meisjes stuiten vooralsnog op heel wat obstakels. In de leeftijdscategorie van 15 tot 19 jaar gaf bijvoorbeeld 1 meisje op vier aan dat ze sinds haar 15e verjaardag het slachtoffer van geweld was geweest.15 In 2012 huwde 17 procent van de vrouwen tussen hun 15e en 19e.16 In 2013 waren meisjes goed voor bijna twee derde van alle nieuwe hiv-infecties bij adolescenten tussen 15 en 19 jaar oud.17 Wat houdt deze doelstelling in? Doelstelling 5 omvat sterke targets voor belangrijke problemen op het vlak van gendergelijkheid die een invloed hebben op kinderen: empowerment, discriminatie, geweld tegen vrouwen en meisjes, kindhuwelijken en vrouwelijke genitale verminking. Zij roept beleidsmakers en wetgevers ook op om meisjes en vrouwen te beschermen en weerbaarder te maken. Jongens en mannen hebben een belangrijke rol te vervullen bij het veranderen van de mentaliteit en het gedrag waar vrouwen en meisjes het slachtoffer van zijn. Doelstelling 6: Water, sanitaire voorzieningen en hygiëne Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? De ontwikkelingsdoelstellingen van de voorbije 15 jaar zijn onvoldoende gebleken om de meest kwetsbare kinderen ter
4
wereld te bereiken. De recentste gegevens vertellen ons het volgende:18 663 miljoen mensen hebben nog altijd geen toegang tot verbeterde drinkwaterbronnen, naar schatting 2,4 miljard mensen gebruiken onverbeterde sanitaire voorzieningen en voor 946 miljoen mensen is ontlasting in open lucht de enige optie. Investeren in de toegang van kinderen tot water, sanitaire voorzieningen en hygiëne biedt hen de mogelijkheid om actief bij te dragen tot een gedragsverandering binnen hun gezinnen en gemeenschappen.19 Wat houdt deze doelstelling in? Zij zet de inspanningen voort die in het kader van de Millenniumdoelstellingen werden geleverd door duidelijk te onderstrepen dat een universele en gelijke toegang tot schoon en veilig water en sanitaire voorzieningen noodzakelijk is. De doelstelling roept ook op om een einde te maken aan ontlasting in open lucht en erkent de gevaren die dit inhoudt, voornamelijk voor meisjes en vrouwen. Doelstelling 8: Economische groei en werkgelegenheid Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Economische groei en werkgelegenheid hebben een rechtstreekse invloed op de financiële stabiliteit van kinderen en gezinnen. Wanneer kinderen opgroeien en op de arbeidsmarkt belanden, moeten ze bovendien een baan kunnen vinden. Dit wordt alsmaar moeilijker in een wereld waarin jonge mensen tussen 15 en 24 jaar oud wereldwijd 36 procent van de werklozen uitmaken.20 In 2012 was naar schatting 11 procent van de kinderen wereldwijd betrokken bij kinderarbeid, van wie bijna de helft gevaarlijk werk deed dat hun gezondheid, veiligheid en morele ontwikkeling in gevaar bracht.21 Wat houdt deze doelstelling in? Zij roept op om arbeidskansen te scheppen voor jongeren en hen fatsoenlijke lonen te betalen. Belangrijk is ook dat de target maatregelen vraagt voor ‘de uitroeiing van de ergste vormen van kinderarbeid, inclusief het rekruteren en inzetten van kindsoldaten’. Daarnaast roept deze doelstelling op om tegen 2025 een einde te maken aan kinderarbeid en een wereldwijde strategie tegen jeugdwerkloosheid te ontwikkelen. Doelstelling 10: Ongelijkheid Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Al te veel kinderen hebben reeds van bij hun geboorte af te rekenen met vormen van ongelijkheid die hen een eerlijke kans ontnemen om te overleven, op te groeien en hun volledige potentieel te realiseren. Zo maken kinderen uit de armste gezinnen bijvoorbeeld twee keer meer kans om vóór hun vijfde verjaardag te overlijden dan kinderen uit de rijkste gezinnen.22 Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen maken ook anderhalve keer meer kans om ondervoed te zijn dan kinderen uit gezinnen die tot de 60 procent met de hoogste inkomens behoren.23 En tot slot lopen de armste kinderen vijf keer meer risico om niet naar school te kunnen dan de rijkste kinderen.24 Wat houdt deze doelstelling in? De doelstelling focust op ongelijkheden met targets die oproepen om de inkomens van de armste 40 procent van de bevolking sneller te laten groeien dan het nationale gemiddelde. Daarnaast zijn er targets met betrekking tot de regulering van de wereldwijde financiële markten, betere mogelijkheden voor ontwikkelingslanden om hun stem te laten horen tijdens besluitvormingsprocedures en handelsakkoorden met ontwikkelingslanden. De realisatie van deze doelstelling vereist een focus op het ontmantelen van discriminerende wetten, beleidsstrategieën en praktijken die ongelijkheden in stand houden op basis van leeftijd, geslacht, rijkdom, etnische afkomst,
5
handicaps of geografische locatie. Om effectieve en duurzame resultaten te boeken, moeten de mensen die van oudsher worden uitgesloten, mee deel uitmaken van de oplossingen. Doelstelling 11: Duurzame steden en gemeenschappen Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Meer dan de helft van de wereldbevolking – inclusief meer dan een miljard kinderen – leefde in 2012 in steden en stedelijke gebieden.25 Dit aantal neemt nog toe.26 Voor heel wat kinderen betekent leven in de stad dat ze makkelijker toegang hebben tot onderwijs, gezondheidszorg en ontspanningsmogelijkheden. Nog al te veel kinderen wordt echter de toegang ontzegd tot elektriciteit, schoon water en gezondheidszorg. Er zijn in stedelijke gebieden grote ongelijkheden en tegen 2020 zal 1,4 miljard mensen in informele nederzettingen en stedelijke sloppenwijken wonen.27 Wat houdt deze doelstelling in? Elk kind heeft het recht op een veilige leefomgeving en essentiële diensten voor zijn gezondheid, mobiliteit en welzijn. De doelstelling roept op om tegen 2030 de toegang tot veilige, betaalbare, toegankelijke en duurzame transportsystemen voor iedereen te garanderen, evenals een betere verkeersveiligheid en meer openbaar vervoer dat tegemoetkomt aan de behoeften van vrouwen, kinderen, mensen met een handicap, ouderen en kwetsbare bevolkingsgroepen. De doelstelling vraagt ook om tegen 2030 werk te maken van de toegang tot groene en publieke ruimten, geïntegreerde beleidsstrategieën en plannen op het vlak van inclusie, efficiënt hulpbronnengebruik, de beperking van/aanpassing aan de klimaatverandering en een grotere weerbaarheid bij rampen. Doelstelling 13: Klimaatverandering Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Doorgaans bestaat 50 tot 60 procent van de bevolking die door rampen wordt getroffen, uit kinderen.28 Driekwart van alle rampen houdt verband met het klimaat.29 De klimaatverandering kan kinderen op vele manieren treffen: gezinnen die hun inkomen verliezen door rampen die met de klimaatverandering samenhangen, zijn bijvoorbeeld vaak minder goed in staat om de kosten van gezondheidszorg of schoolgeld te betalen. Heel wat ingrepen om de klimaatverandering tegen te gaan – zoals efficiëntere en schonere kooktoestellen en het gebruik van meer zonne-energie – kunnen een belangrijke positieve invloed hebben op de gezondheid van kinderen. Wat houdt deze doelstelling in? Zij roept op om de beleidsstrategieën inzake klimaatverandering binnen de nationale strategieën en plannen te integreren. De targets verwijzen ook naar de aangegane verbintenissen binnen het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering (UNFCCC). Deze verplichten de ontwikkelde landen om jaarlijks 100 miljard USD vrij te maken voor de behoeften van de ontwikkelingslanden met betrekking tot het beperken van de klimaatverandering. De doelstelling aangaande klimaatverandering is gekoppeld aan Doelstelling 7 die eist dat werk wordt gemaakt van de universele toegang tot betaalbare, betrouwbare en moderne energiediensten tegen 2030. Voor kinderen is deze doelstelling een belangrijke vooruitgang op het vlak van milieu. Een gebrek aan moderne energiebronnen in het huis waar ze wonen, stelt kinderen thuis bloot aan luchtvervuiling – bijvoorbeeld door roet – die hun gezondheid, veiligheid, onderwijs en welzijn kan schaden.
6
Doelstelling 16: Geweld Waarom is deze doelstelling belangrijk voor kinderen? Geweld tegen kinderen is een wijdverbreid en universeel probleem dat de levens en de toekomst van miljoenen kinderen bedreigt en het sociaal weefsel van gemeenschappen en landen schaadt. De cijfers zijn schokkend: 95.000 kinderen jonger dan 20 werden in 2012 vermoord (bijna één op vijf van alle moorden), ongeveer 1 op 10 meisjes jonger dan 20 werd verkracht of verplicht tot seksuele handelingen, bijna 1 op 3 studenten in de leeftijdscategorie van 13 tot 15 jaar gaf aan in het voorbije jaar betrokken te zijn geweest bij één of meer fysieke gevechten.30 Wat houdt deze doelstelling in? Eén van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen is dat zij geweld en bescherming op de internationale ontwikkelingsagenda hebben geplaatst. De targets voor de doelstelling omvatten de beëindiging van misbruik en uitbuiting van kinderen, kinderhandel en alle vormen van geweld tegen kinderen. Er is ook een target met betrekking tot het aangeven van geboorten: een geboorteaangifte is namelijk van cruciaal belang om het fundamentele recht van alle kinderen op een identiteit te waarborgen.
1
United Nations Children’s Fund, Why Sustainable Energy Matters to children: The critical importance of sustainable energy for children and future generations, UNICEF, New York, 2015. 2 World Bank Group, Global Monitoring Report 2014/2015: Ending Poverty and Sharing Prosperity, World Bank, Washington, D.C., 2015, p. xi. 3 United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children, No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 15. 4 United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children, No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 15. 5 United Nations Children’s Fund,’ A Fair Chance for Every Child, UNICEF Executive Board Special Session on Equity’, Conference Room Paper, UNICEF, New York, June 2015, p. 25. 6 United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children, No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 26. 7 Black, Robert E., et al., ‘Maternal and Child Nutrition: Building momentum for impact’, Lancet, vol. 382, no 9890, 3 August 2013, pp. 372-375. 8 International Food Policy Research Institute, Global Nutrition Report 2014: Actions and Accountability to Accelerate the World’s Progress on Nutrition, International Food Policy Research Institute, Washington, D.C., 2014, p. 8. 9 United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children, No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 26. 10 United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 38.; United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 39. 11 Resnick, Michael D., et al., ‘Seizing the opportunities of adolescent health’, The Lancet, vol. 379, 28 April 2012, pp. 1564-1566. 12 United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization and UNESCO Institute for Statistics, ‘A growing number of children and adolescents are out of school as aid fails to meet the mark’, Policy Paper no. 22, Fact Sheet no. 31, UNESCO and UIS, Montreal, July 2015. 13 United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization and UNESCO Institute for Statistics, ‘A growing number of children and adolescents are out of school as aid fails to meet the mark’, Policy Paper no. 22, Fact Sheet no. 31, UNESCO and UIS, Montreal, July 2015. 14 United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization Institute for Statistics, Education for All Global Monitoring Report: Achievements and Challenges 2000 – 2015, UNESCO, Paris, March 2015, p. 189. 15 United Nations Children’s Fund, Hidden in Plain Sight: A statistical analysis of violence against Children, UNICEF, New York, 2014. 16 United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization, Education for All Global Monitoring Report 2000–2015: Achievements and Challenges, UNESCO, Paris, March 2015, p. 165. 17 United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 39. 18 World Health Organization and United Nations Children’s Fund, 25 Years of Progress on Sanitation and Drinking Water: 2015 update and MDG Assessment, WHO, UNICEF, Geneva and New York, June 2015. 19 United Nations Children’s Fund, ‘Community Approaches to Total Sanitation: Based on case studies from India, Nepal, Sierra Leone, Zambia’, Field Notes series, UNICEF, New York, 2009, p. 23. 20 United Nations Population Fund, The State of World Population 2014: The Power of 1.8 Billion Adolescents, Youth and the Transformation of the Future, UNPFA, New York, P. 34. 21 International Programme on the Elimination of Child Labour, Marking Progress Against Child Labour: Global estimates and trends 2002 – 2012, International Labour Organization, Geneva, 2013, p. vii. 22 United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 26. 23 World Bank Group, Global Monitoring Report 2014/2015: Ending Poverty and Sharing Prosperity, World Bank, Washington, D.C., 2015, p. xi. 24 United Nations Children’s Fund, ‘Beyond Averages: Learning from the MDGs’, Progress for Children No. 11, UNICEF, New York, June 2015, p. 3. 25 United Nations Children’s Fund, The State of the World’s Children 2012: Children in an Urban World, UNICEF, New York, p. iv. 26 United Nations Children’s Fund, The State of the World’s Children 2012: Children in an Urban World, UNICEF, New York, p. 2. 27 United Nations Children’s Fund, The State of the World’s Children 2012: Children in an Urban World, UNICEF, New York, p. 4. 28 United Nations Children’s Fund, UNICEF and Child-Centred Disaster Risk Reduction, UNICEF, New York, p. 3 http://www.unicefinemergencies.com/downloads/eresource/docs/DRR/Child-centred%20DRR.pdf
7
29
United Nations Development Programme, United Nations Children’s Fund, OXFAM, Global Facility for Disaster Reduction and Recovery, Disaster risk reduction makes development sustainable, p. 4. http://www.undp.org/content/dam/undp/library/crisis%20prevention/UNDP_CPR_CTA_20140901.pdf, 30 United Nations Children’s Fund, Hidden in Plain Sight: A statistical analysis of violence against Children, UNICEF, New York, 2014.
8