Welzijn op waarde
Voorstel geïntegreerd welzijnswerk in het licht van de decentralisaties
Samenvatting Oktober 2013
Inleiding Als welzijnsorganisaties Aanzet, MEE Noordoost Brabant, RIGOM en Vivaan hebben we in december 2012 middels het ‘Visiedocument Welzijn in Oss’ de opdracht gekregen van de gemeente Oss om Welzijn Nieuwe Stijl in Oss in te vullen. Deze visie is in februari 2013 door de andere gemeenten in Noordoost Brabant overgenomen en omgezet in een regiovisie. Hierin staan solidariteit, zelfredzaamheid en participatie voorop. Burgers benutten op eigen kracht of met hun netwerk de eigen mogelijkheden en die van de directe omgeving en worden waar nodig ondersteund. De gemeenten willen dat ‘sociaal burgerschap ontstaat en langdurig in stand blijft’. Hoofdlijnen van de opdracht zijn: signaleren, preventie, vraag verhelderen, oplossen (regie ligt bij burger) en regie/ coördinatie. Het welzijnswerk moet voldoen aan 14 deelopdrachten. Het voorstel moet innovatief zijn, aansluiten bij Welzijn Nieuwe Stijl en integratie van het welzijnswerk inhouden. We hebben de handen ineengeslagen en ons gezamenlijk een beeld gevormd van de benodigde innovatie van het huidige systeem en onze wijze van (samen)werken met elkaar en andere partners in de regio. We willen een beweging in gang zetten van ‘onnodig’ gebruik van voorzieningen naar eigen kracht, burgerkracht en informele (welzijns-)zorg met een efficiënt gebruik van (ook onze) collectieve middelen. Vorm volgt hierbij inhoud, ook onze eigen vorm. Wij hanteren met elkaar een nieuwe definitie van welzijn: Hierin zijn maatschappelijk werk, onafhankelijke cliëntenondersteuning voor mensen met een beperking, jongerenwerk, ouderenwerk en opbouwwerk geïntegreerd tot een breed palet aan maatschappelijke ondersteuning en hulp van en met de 0e lijn, tot dicht tegen de 2e lijn. Welzijn richt zich op burgers van alle leeftijden en op alle levensgebieden.
Ambitie Visie We streven een samenleving na waar kwaliteit van leven zich vertaalt in zelf- en samenredzaamheid, participatie en inclusiviteit. Een civil society waarin burgers en organisaties zich continu inspannen om (tijdelijk) kwetsbare mensen te helpen hun balans te hervinden en om volwaardig in de samenleving te kunnen participeren. Hierin is het vertrekpunt dat de burger eigen verantwoordelijkheid draagt en initiatief neemt om vragen te stellen en op te lossen. Hij vindt steun in zijn directe omgeving. De omgeving is een bron van kennis, relaties, beschikbare capaciteit en daarmee een bron van kracht. Niet alles is echter tijdig zelf op te lossen. Het aantal risicofactoren dat mensen op verschillende levensdomeinen hebben, bepalen de aard en mate van kwetsbaarheid en intensiteit van benodigde ondersteuning. Zodoende zijn sommige burgers geholpen met alleen een duwtje in de rug, terwijl anderen het niet redden zonder herhaaldelijke interventies of permanente ondersteuning. 1
Levensdomeinen zijn onder meer leren en werk, wonen, gezondheid, veiligheid, opgroeien en vrije tijd. Wanneer er op individueel en collectief niveau sprake is van stabiliteit en weerbaarheid in stuurkracht, balans op de levensdomeinen en een geschikte omgeving, dan zijn burgers en maatschappij zelfsturend (naar: Dr. Piet Houben en Dr. Arnold Cornelis). Waar nodig stuurt welzijn op het hervinden van de balans. De relaties tussen de verschillende levensdomeinen en het individueel- en omgevingsperspectief benadrukken de noodzaak tot integraal kijken en werken. Dit vraagt een brede expertise. We bundelen daarom als organisaties voor welzijn onze expertise en vormen zo een sterke 0e en 1e lijn. Daarnaast vragen specifieke groepen en vraagstukken specifieke expertise. Specialisme vanuit de 1e en 2e lijn blijft daarom ook nodig.
Maatschappelijke opgave Onze maatschappelijke opgave weerspiegelt zich in de individuele en collectieve vraagstukken waarmee wij ons verbonden voelen. Op individueel niveau zijn wij er voor burgers in een kwetsbare positie met vragen op het vlak van regie, zelfredzaamheid en participatie. De vragen zijn zeer divers en komen voort uit heel verschillende beperkingen, problemen of omstandigheden. Op collectief niveau zijn wij er voor kwetsbare buurten of wijken waar problemen spelen of dreigen. Deze hebben vaak een directe relatie met veel voorkomende kwetsbaarheid op individueel niveau en omgevingsfactoren die deze kwetsbaarheid beïnvloeden. We delen een ambitie die gericht is op het inrichten en faciliteren van een civil society, door mensen en mogelijkheden te verbinden. Een maatschappij waarin kwetsbaarheid verbonden wordt aan kracht, individualiteit aan collectiviteit, en waarin burgers hun vraagstukken zoveel mogelijk samen oplossen en daarmee hun participatie vergroten.
Verbinden De kern van welzijnswerk bestaat voor ons uit het continu en met verstand van zaken (helpen) leggen van verbindingen. Hierbij staan eigen mogelijkheden en regie voorop, waardoor een ongekende variëteit aan originele oplossingen ontstaat. Bij individuele ondersteuning faciliteren we de burger zo om samen met zijn netwerk de benodigde informele en waar nodig formele ondersteuning te ontwikkelen, te vinden en te organiseren. Op collectief niveau bevorderen we zo een sociale en betrokken woonomgeving en helpen we bouwen aan een goede sociale infrastructuur, voortkomend uit concrete vraagstukken in die omgeving.
2
De kunst en kunde is om vanuit een integrale benadering zoveel mogelijk oplossingsmogelijkheden uit verschillende levensdomeinen en -omgevingen bij elkaar te brengen, door diversiteit en echte ontmoeting te faciliteren en creativiteit te stimuleren. Welzijn is dus niet alleen van kwetsbaarheid, maar juist ook van kracht. Het activeren en faciliteren van burgers om, als individu of via hun bedrijven, organisaties of verenigingen, hun kracht in te zetten voor de samenleving en een waardevolle rol te vervullen, is een wezenlijke opgave voor welzijn. Door dit zo veel mogelijk dichtbij huis te doen, ontstaan persoonlijke, betekenisvolle verbanden die de sociale cohesie duurzaam versterken.
Concept voor geïntegreerd welzijnswerk Positie in sociaal domein De onafhankelijkheid van welzijn staat voorop: de klant en zijn vraag staat centraal en het resultaat telt, niet het aanbod, de omzet of een organisatiebelang. Welzijn fungeert als professioneel, onafhankelijk verbinder en schakelpunt op de 0e, 1e en 2e lijn en is in haar doorverwijzing niet gebonden of gelieerd aan specifieke (zorg-) aanbieders. Door de brede expertise die is samengebracht in dit concept vervult welzijn de rol van “frontliner” voor het hele sociaal domein. Om de professionele nabijheid conform de doelen en principes te realiseren, zijn sociaal werkers nodig die lokaal verbonden zijn met een eigen werkgebied (wijk, kern). In of nabij die omgeving is waar nodig aanvullend specifieke expertise beschikbaar vanuit de welzijnsinstellingen. Om de kracht in de leefomgeving in verbinding te brengen met kwetsbaarheid, is aansluiting op “krachtbronnen” van belang. Zoals eerder gesteld heeft welzijn een rol in het activeren en faciliteren van deze kracht. We hanteren de volgende uitgangspunten gebaseerd op de bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. Deze uitgangspunten geven richting aan het integrale concept en vormen in de dagelijkse praktijk een “afwegingskader” voor ons professioneel handelen: 1. We gaan uit van eigen regie en werken vraag- en dialooggestuurd 2. Zo licht en normaal als mogelijk 3. Zo dichtbij als mogelijk/de vraag reist, niet de klant
Kerntaken Vanuit onze ambitie en conceptuele uitgangspunten hebben we onze kerntaken benoemd. Deze vullen de rol van verbinder verder in. We hebben een rol op het gebied van signalering, preventie, vraagverheldering, oplossing en regievoering/ coördinatie. Uitvoering van deze kerntaken levert resultaat op individueel niveau (voor burger en netwerk) en op collectief 3
niveau (voor buurt, vereniging, zelforganisaties etc. op wijk- of dorpsniveau). Bij signalering draait het om het vroegtijdig signaleren van kwetsbaarheid en/of kwetsbare wijken en buurten. Dit kan zowel direct als indirect met de burger worden opgepakt, zodat doorontwikkeling van kwetsbaarheid wordt uitgesteld of voorkomen. In die gevallen waar sprake is van disbalans, maar een burger zelf niet om ondersteuning durft of wil vragen, wordt outreachend gewerkt. Het resultaat van vroegtijdige interventie is het beperken en/of voorkomen van inzet van zwaardere zorg en ondersteuning. Resultaat individueel niveau Burger en omgeving herkennen signalen op (dreigende) disbalans. Er is een sociale infrastructuur waar zij de weg weten te vinden.
Resultaat collectief niveau Gemeenschap herkent gemeenschappelijk probleem (individueel of grootschaliger) en bespreekt dat met elkaar. Er is een sociale infrastructuur waar men de weg weet te vinden.
Bij preventie is de versterking van draagkracht en maatschappelijke participatie om zelf- en samenredzaamheid voor de toekomst te ontwikkelen van belang. Ook het versterken en waar nodig ontwikkelen van een sociale infrastructuur, die zowel de informele ondersteuningsbehoefte als participatiebehoefte kan opvangen, past hierbij. Resultaat individueel niveau Er is sprake van zelfredzaamheid van de burger. Burger en zijn omgeving weet informatie en mogelijkheden om mee te doen te vinden. De burger heeft grip op eigen kwetsbaarheid. Burgers kennen hun directe omgeving en durven een beroep te doen op anderen. De burger is zich bewust van risico’s en weet hoe deze te beperken of te vermijden.
Resultaat collectief niveau Burgers (buurtbewoners en vrijwilligers) nemen actief verantwoordelijkheid voor zichzelf en elkaar, wijzen elkaar op informatie en mogelijkheden. Burgers durven elkaar aan te spreken. Er is een basis voor het gemeenschappelijk aanpakken van gemeenschappelijke problemen.
Vraagverheldering is gericht op snel duidelijkheid krijgen over de situatie van en met de burger vanuit een integrale blik op relevante factoren en perspectieven. Door het sociaal netwerk hier direct bij te betrekken, verandert vaak al de definitie van de vraag en wordt ook draagkracht en draaglast van mantelzorgers zichtbaar. Resultaat individueel niveau Burger en omgeving hebben inzicht in eigen situatie en best passende oplossingsrichtingen, zowel in de formele als de informele zorg.
Resultaat collectief niveau Gemeenschap heeft met elkaar de situatie in beeld gebracht en een plan voor de aanpak. Dit is gericht op versterking van samenhang, samenleving, de gemeenschap en sociale cohesie.
Bij de oplossing van hulpvragen gaan we uit van een oplossing die het meest effectief is in relatie tot de Wmo-verantwoordelijkheidstrap. De regie ligt waar mogelijk bij de burger zelf. Als dit niet lukt, werkt welzijn samen met burger en netwerk aan een duurzame oplossing. Het streven is hulpvragen zoveel mogelijk in en met de eigen omgeving, gebruikmakend van preventieve/ algemene voorzieningen, op te vangen en in te vullen. De burger bepaalt samen met de professional in welke mate dit verantwoord is. Het uiteindelijke antwoord kan bestaan uit een combinatie van formele en informele hulp. Welzijn vervult daarin een belangrijke rol in het tijdig op- en afschalen van hulpverlening. Waar nodig worden hulp- en krachtbronnen en participatie-mogelijkheden in de directe leefomgeving gemobiliseerd, gefaciliteerd, onderhouden en/ of geïnitieerd. Resultaat individueel niveau Burger stuurt zelf, heeft eigen regie en is baas over eigen oplossing. Burgers weten hierbij benodigde ondersteuning te verwerven (soms opgelegd door de maatschappij) op vlak van opbouw/versterking van het netwerk. Situatie is genormaliseerd en gestabiliseerd.
Resultaat collectief niveau Vraagstukken in de gemeenschap worden door de betrokkenen opgepakt en leiden tot initiatieven. Men weet hierbij benodigde ondersteuning te verwerven. Kracht in de omgeving is de basis voor de oplossing (sociaal kapitaal mobiliseren).
4
Regievoering/coördinatie heeft tot doel de hulpverlening te organiseren. Waar mogelijk wordt regie terug in handen gegeven aan de burger. Via een afgestemde aanpak en uitvoering wordt, in aansluiting op en afstemming met de individuele burger en zijn leefomgeving, de balans in het leven van individuele burgers hersteld en behouden. Welzijn krijgt hierin waar nodig een formele rol als regisseur met mandaat om te bewaken dat er gewerkt wordt volgens één gezin, één plan. Resultaat individueel niveau Waar professionele hulp nodig is ervaart de burger afgestemde hulpverlening die hem maximaal in staat stelt (weer) eigen regie te kunnen nemen.
Resultaat collectief niveau De gemeenschap ervaart afgestemde ondersteuning of hulpverlening bij veelvoorkomende en complexe maatschappelijke vraagstukken.
Benodigde expertise sociaal werkers Om alle kerntaken uit te voeren is brede expertise in welzijn nodig. Onze sociaal werkers hebben een generalistische blik en aanpak, daarnaast beschikken de professionals over eigen expertise. Allen werken doorlopend in de lijn van individuele hulp- en dienstverlening, collectieve ondersteuning en samenlevingsopbouw. Terugkerende thema’s daarin zijn zelfredzaamheid, participatie en sociale samenhang. Daarnaast zijn ook specifieke kennis, vaardigheden, ervaring en competenties noodzakelijk. Zo kunnen we een brede frontlinie in het sociale domein vormen, aansluitend op de brede diversiteit aan vragen, oplossingen en resultaten in een wijk of buurt. Vooraf is moeilijk te benoemen welke expertise aanwezig moet zijn. De diversiteit, benodigd voor het hele werkveld, zal nooit bij één sociaal werker te vinden zijn. Om de aanwezige expertise zo goed mogelijk te kunnen benutten, zullen sociaal werkers met generieke en specifieke deskundigheid en vaardigheid intensief in teamverband moeten samenwerken Borging van benodigde expertise in een wijk of buurt gebeurt door de inzet van zogenaamde Tprofielen. Dit biedt ons de mogelijkheid gericht en gestructureerd te sturen op kwaliteit en kwantiteit van benodigde competenties.
Vormgeving concept Sociaal wijkteam We brengen de brede expertise samen, door met de sociaal werkers uit de welzijnsorganisaties de kern van een Sociaal wijkteam te vormen. Ingebed in en afgestemd op de omgeving waarin zij werkzaam zijn. De indeling van de werkgebieden en samenstelling (omvang formatie en expertise) zijn afgestemd op het wijkprofiel en worden regelmatig geëvalueerd. De sociaal werkers in de frontlinie zijn het cement tussen het sociaal netwerk van de burger, de informele netwerken in een wijk en de professionele, formele netwerken (diverse ketens). Ze werken vanuit een gemeenschappelijke visie en methodiek voor vraagverheldering en ondersteuning, als eerder omschreven. Naast de sociaal werkers uit de welzijnsorganisaties bestaat het Sociaal wijkteam uit instellingen voor zorg en andere (ook niet professionele) organisaties die gebiedsgericht werken.
5
Doel is dat zorg en ondersteuning aan een burger worden georganiseerd volgens het principe van één gezin, één plan, één regisseur. De regie en coördinatie van ondersteuning ligt bij voorkeur bij de klant of zijn netwerk. Als zij dit zelf niet kunnen, neemt een sociaal werker het initiatief om samen met hen tot één plan te komen. De professionele ondersteuning aan burgers is zoveel mogelijk van tijdelijke aard en gericht op het versterken van eigen kracht van individuele burgers en hun sociale netwerk. Dankzij het team weten burgers aan wie zij een (ondersteunings-)vraag kunnen stellen of bij wie zij een signaal kunnen melden. Andersom kennen de werkers van de betrokken instellingen elkaar, waardoor zij elkaar gemakkelijk weten te vinden voor overleg, afstemming en het oppakken van signalen. De sociaal werkers van de welzijnsorganisaties voeren samen alle kerntaken voor welzijn uit, signalering, preventie, vraagverheldering, oplossing (zowel op individueel als collectief niveau) en (tijdelijke) regievoering/coördinatie. Dit ten behoeve van het versterken van individuele competenties, om zo de zelfredzaamheid van de burger te vergroten en participatiemogelijkheden uit te breiden. Waar mogelijk zetten zij in op collectiveren en maken zij gebruik van de aanwezige buurt- en wijkcomponenten en de participatie van burgers. De sociaal werkers zorgen voor verbinding met alle cliëntgerichte overleggen in het werkgebied en gebruiken deze als “vindplaatsen”. Doelstelling is om deze casusgerichte overleggen zoveel mogelijk te integreren in de Sociale wijkteams. Participatienetwerk Om de aansluiting op zogenaamde “krachtbronnen” te versterken, is een duidelijke activerende rol voor welzijn weggelegd. In een lokaal samenwerkingsverband zetten burgers, maatschappelijke en andere organisaties zich in om participatie en dus inclusie te bevorderen. Via het participatienetwerk wordt actief sociaal burgerschap in de vorm van vrijwillige inzet ondersteund en gestimuleerd. Burgers die door omstandigheden en/of beperkingen (tijdelijk) extra moeite hebben om te participeren, ontwikkelen in het participatienetwerk persoonlijke competenties. Hierbij kan men gebruikmaken van de deskundigheid, aanwezig in het participatienetwerk. Waar mogelijk worden collectieve oplossingen gezocht voor individuele participatieproblemen. Indien nodig kunnen burgers daarbij (tijdelijk) ondersteuning krijgen van professionals uit het welzijnsteam. Resultaten Met deze krachtige integrale invulling van geïntegreerd welzijnswerk treden naar verwachting de volgende effecten op, in lijn met onze opdracht van de gemeenten in de regio. Maatschappelijke ondersteuning wordt gemeenschappelijker. Welzijn wordt toegankelijker, lokaler en meer van de mensen zelf. Maatschappelijke ondersteuning wordt professioneler en effectiever. Door expertise aan de voorkant te bundelen en te integreren in de lokale infrastructuur, kunnen meer vragen in de eigen omgeving en met het eigen netwerk worden opgepakt en opgelost. Doordat gemakkelijker kan worden op- en afgeschaald, kan een besparing op zorgkosten worden gerealiseerd. Burgers en professionals moeten als dat nodig is, kunnen terugvallen op de brede expertise binnen welzijn. Het is een risico dat belangrijke expertise verdwijnt als deze te veel versnipperd raakt. De benodigde expertise is daarom expliciet gemaakt en enerzijds ingebakken in de bredere expertise van het welzijnsteam, en anderzijds geborgd door middel van de relatie van de sociaal werkers met de faciliterende moederorganisaties. 6
Maatschappelijke ondersteuning wordt efficiënter. Onder meer doordat dubbelingen in de aansturing, vertegenwoordiging en uitvoering van welzijnstaken verminderen. Lokaal welzijnswerk wordt geïntegreerd. Door de expertise van de welzijnsorganisaties te bundelen, kan welzijn beter aansluiten op de lokale situatie en de vragen, initiatieven en mogelijkheden. Welzijn op waarde Burgers doen naar vermogen mee, bijvoorbeeld in sociale netwerken of als vrijwilliger en dragen zo bij aan een inclusieve samenleving. Mantelzorgers zijn in staat hun rol duurzaam te vervullen. Vrijwilligers werken enthousiast en betrokken mee aan een inclusieve samenleving. Welzijn draagt ertoe bij dat de maatschappij burgerinitiatief kent en werkt vanuit solidariteit. Het sociaal kapitaal wordt maximaal benut en sociale cohesie vergroot. Naast het oplossen van maatschappelijke problemen, draagt welzijn bij aan de beheersing van collectieve uitgaven van gemeenten. We zetten in op het ontwikkelen van nieuwe (informele) oplossingen en het voorkomen van kwetsbaarheid en/of beroep op individuele voorzieningen (Wmo) en geïndiceerde zorg. Door samenwerking met corporaties, bedrijven en verenigingen als onze maatschappelijk partners, worden participatie(-mogelijkheden) verbeterd. Verbinding tussen specialistische zorg (wanneer nodig) en informele steunstructuren is vanzelfsprekend gemaakt. Welzijn vormt als open netwerk een sterke schakel met al haar ketenpartners in zorg, onderwijs, wonen en werken. Waarmaken In de komende periode moeten onze gezamenlijke ambitie en het concept in de praktijk tot leven komen en zich in het gebruik verder ontwikkelen en verrijken. Dit geldt zowel voor de samenwerking tussen de betrokken medewerkers van de verschillende welzijnsorganisaties, als de samenwerking met de belangrijkste stakeholders. Parallel aan de inzet van twee pilots en doorontwikkeling van bestaand aanbod, worden ondersteunende processen en organisaties aangepast op realisatie van het concept. Met als insteek ‘samenwerkend leren’ gaan we deze uitdaging vol overtuiging aan. Meer informatie of contact Heeft u naar aanleiding van deze publicatie nog vragen of heeft u behoefte aan meer informatie? Neemt u dan contact met ons op. Thérèse Greidanus Marina Hesen Eric Dirkx Kitty de Laat
Aanzet MEE Noordoost Brabant RIGOM Vivaan
www.aanzet.nu www.MEEdemeentgroep.nl www.rigom.nl www.vivaan.nl
T 0412 62 38 80 T 0413 33 47 33 T 0412 65 32 32 T 0412 64 79 75
7