Welkom
Welkom Voor je ligt de studiegids voor 2012/2013 van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie (ST). Hij is tijdens de zomervakantie samengesteld door de student-assistenten Carmen Edelijn en Kristianne Tempelman in samenwerking met de onderzoeksgroepen, de docenten, BOZ en de medewerkers van de opleiding. We bundelen jaarlijks allerlei informatie en regels in één papieren studiegids. Deze gids bevat alle basisinformatie die nodig is voor de bachelorstudent en bevat verwijzingen naar de betreffende websites. De inhoudsopgave is de beste leidraad voor de onderwerpen. Houd de site van de opleiding en de onderwijsmededelingen op my.utwente.nl ook goed in de gaten. Dit boekje is geen reglement; je kunt dan ook aan de tekst geen rechten ontlenen. De gids is in de eerste plaats bedoeld voor onze studenten, maar ik hoop dat hij ook voor de ST-docenten bruikbaar blijkt. De ervaring leert dat er vooral behoefte is aan twee vormen van informatie: • informatie ten behoeve van keuzes voor de nabije toekomst; bijvoorbeeld: welke derdejaars keuzevakken, of welke afstudeerrichtingen zijn er? • informatie over de procedures en regels; bijvoorbeeld: wat zijn de procedures voor het afstuderen?, de “lofregeling” of de “vijvenregeling”? De procedures en regels staan in principe in de Bachelor Onderwijs- en ExamenRegeling (OER), die in de bijlage is opgenomen. De OER is verdeeld in drie delen: een deel waarin algemene zaken zijn geregeld en gemeenschappelijk is tussen alle opleidingen, het opleidingspecifieke deel waarin het studieprogramma is opgenomen en het deel met de examenregelingen. Voordeel van deze opsplitsing is dat de delen rechtstreeks gekoppeld kunnen worden aan commissies die over die delen gaan: de opleidingscommissie geeft advies t.a.v. het eerste en tweede deel en de examencommissie gaat over de examenregelingen. De OER is dit jaar weer op een aantal punten aangepast (BSA-norm, 1 regeling t.a.v. derde poging, harde-knipregeling enz.). Het eerste studiejaar is vooral een oriëntatiejaar. Tijdens dit jaar moet blijken of dit een geschikte studie is en indien dit niet het geval is, wil de opleiding studenten zo snel mogelijk doorverwijzen. Dit jaar start de UT met een universitair brede BSA. ST heeft hier als pilot al 3 jaar een positieve ervaring mee. Op het moment dat ik dit schrijf staan we vier weken voor het bezoek van de zesjaarlijkse visitatie door een panel van experts. Het is een onderdeel van de procedure tot heracreditatie. Het zelfeveluatierapport dat de basis vormt voor het bezoek ligt ter inzage bij Alembic. Het laat zien wat onze doelstellingen zijn en hoe onze opleiding presteert. Niet slecht overigens, het is natuurlijk belangrijk dat we met vlag en wimpel slagen voor het examen. Ik hoop dat deze studiegids helpt om de geschikte studiekeuzes te maken en ervoor zorgt dat de studie zo “optimaal” mogelijk doorlopen wordt. Ik wens namens de docenten en medewerkers van de opleiding Scheikundige Technologie iedereen een succesvolle en plezierige studietijd. Ben Betlem, Opleidingsdirecteur
1
Helaas was de OER dit jaar niet op tijd klaar om in de studiegids te kunnen worden afgedrukt. Het OER is online te vinden, via de opleidingswebsite www.utwente.nl/st 1
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ................................................................................................................................ 2 DE EERSTE WEKEN ............................................................................................................................. 6 INLOGGEGEVENS ............................................................................................................................ 6 COLLEGES ........................................................................................................................................ 6 BLACKBOARD................................................................................................................................... 6 E-MAIL 6 BOEKEN ............................................................................................................................................ 6 TENTAMENS ..................................................................................................................................... 6 ROUTE’14 .......................................................................................................................................... 7 1 ALGEMENE STUDIE INFORMATIE ............................................................................................... 10 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18 1.19 1.20 1.21 1.22 1.23 1.24 1.25 1.26
OMVANG EN STUDIELAST VAN DE OPLEIDING ............................................................ 10 JAARINDELING .................................................................................................................. 10 DE ROOSTERS .................................................................................................................. 10 BACHELORCURRICULUM ................................................................................................ 10 COLLEGE TIJDEN .............................................................................................................. 12 VAKINHOUD EN VAKINFORMATIE .................................................................................. 12 ONDERWIJSLOCATIES ..................................................................................................... 12 ONDERWIJSMEDEDELINGEN .......................................................................................... 13 BLACKBOARD (BLACKBOARD.UTWENTE.NL) ............................................................... 13 TOEGANG TOT HET INTERNET EN E-MAIL.................................................................... 13 LAPTOP .............................................................................................................................. 13 ONDERWIJSVORMEN ....................................................................................................... 13 STUDIEMETHODE ............................................................................................................. 14 BINDEND STUDIEADVIES................................................................................................. 14 STUDIEMATERIAAL ........................................................................................................... 14 INSCHRIJVEN PRACTICA ................................................................................................. 15 DIPLOMA-UITREIKINGEN ................................................................................................. 15 MINOR ................................................................................................................................ 15 KEUZEVAKKEN .................................................................................................................. 15 DE BACHELOROPDRACHT EN DE PROCEDURE .......................................................... 15 B-EXAMEN.......................................................................................................................... 17 MASTER ............................................................................................................................. 17 ADRESWIJZIGINGEN ........................................................................................................ 20 HERINSCHRIJVEN ............................................................................................................. 20 GEVONDEN OF KWIJTGERAAKTE VOORWERPEN ...................................................... 20 CENTRALE STUDENTENADMINISTRATIE (CSA) ........................................................... 20
2 TENTAMENS EN EXAMENS .......................................................................................................... 22 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12
ALGEMEEN ........................................................................................................................ 22 TOETSING .......................................................................................................................... 22 HET STUDENTENSTATUUT EN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) ..... 22 AFWEZIGHEID WEGENS ZIEKTE .................................................................................... 23 EXAMENS EN TENTAMENS ............................................................................................. 23 AANMELDEN OF TERUGTREKKEN VOOR TENTAMENS (OSIRIS) .............................. 23 UITSLAGEN VAN TENTAMENS ........................................................................................ 24 VRIJSTELLINGEN .............................................................................................................. 24 INZAGE EN NABESPREKING ........................................................................................... 25 ORDE TIJDENS TENTAMEN- EN EXAMENZITTINGEN .................................................. 25 REGELS BIJ OPDRACHTEN EN WERKSTUKKEN .......................................................... 25 EXTRA EN BIJZONDERE TENTAMENGELEGENHEDEN ............................................... 25
3 VEILIGHEID EN GEZONDHEID...................................................................................................... 28 3.1 3.2
VEILIGHEID ........................................................................................................................ 28 GEZONDHEID .................................................................................................................... 28
2
Inhoudsopgave 4 STUDIEFACILITEITEN ................................................................................................................... 30 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
COMPUTERFACILITEITEN................................................................................................ 30 LOCKERS ........................................................................................................................... 30 COLLEGEKAART EN CHIPKNIP ....................................................................................... 30 KOPIËREN EN PRINTEN ................................................................................................... 30 BOEKEN EN DICTATEN .................................................................................................... 30 CENTRALE BIBLIOTHEEK ................................................................................................ 30 KANTINE/EDU-CAFÉ ......................................................................................................... 31 NOTEBOOK SERVICECENTER ........................................................................................ 31
5 REGELINGEN VANUIT DE UNIVERSITEIT ................................................................................... 34 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9
STUDIEFINANCIERING, TEMPOBEURS EN PRESTATIEBEURS .................................. 34 TOPSPORTERS ................................................................................................................. 34 STUDEREN MET EEN HANDICAP .................................................................................... 34 OVERSTAPPEN NAAR EEN ANDERE STUDIE ............................................................... 34 INDIVIDUELE AANPASSINGEN T.B.V. STUDENTACTIVISME ....................................... 34 COMMISSIE VERLENING AFSTUDEERSTEUN............................................................... 35 LANGSTUDEERDERS REGELING ................................................................................... 35 HARDE KNIP ...................................................................................................................... 36 OVERIGE FINANCIËLE REGELINGEN ............................................................................. 36
6 BEGELEIDING ................................................................................................................................ 38 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
HET MENTORAAT ............................................................................................................. 38 DE STUDIEADVISEUR....................................................................................................... 38 STUDIEADVIES .................................................................................................................. 38 BEGELEIDING VANUIT DE UNIVERSITEIT...................................................................... 38 BUREAU STUDENTENDECANEN .................................................................................... 39 BUREAU STUDENTEN PSYCHOLOGEN ......................................................................... 39 BASTILLE-INFOPLEIN (INFOTHEEK) ............................................................................... 39
7 FACULTEIT EN OPLEIDING .......................................................................................................... 42 7.1 7.2 7.3 7.4
DE FACULTEIT ................................................................................................................... 42 COMMISSIES VAN/VOOR DE OPLEIDINGEN ................................................................. 42 INVLOED VAN STUDENTEN OP ONDERWIJS ................................................................ 42 ONDERWIJSKWALITEITCOMMISSIE (OKC-ST) .............................................................. 43
8 ORGANISATIE BINNEN DE OPLEIDING ...................................................................................... 46 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10
OPLEIDINGSDIRECTEUR ................................................................................................. 46 OPLEIDINGSCOÖRDINATOR ........................................................................................... 46 STUDIEADVISEUR ............................................................................................................. 46 COÖRDINATOR INTERNATIONALISERING .................................................................... 46 STAGECOÖRDINATOR ..................................................................................................... 46 SECRETARIAAT ................................................................................................................. 47 STUDENTEN EN ONDERWIJS ADMINISTRATIE (S&OA-TNW)...................................... 47 WETENSCHAPPELIJKE STAF .......................................................................................... 47 STUDIEVERENIGING C.T.S.G. ALEMBIC ........................................................................ 47 STUDENT-ASSISTENTSCHAPPEN .................................................................................. 48
9 VAKBESCHRIJVING ...................................................................................................................... 50 9.1 9.2 9.3
VAKBESCHRIJVING B1 ..................................................................................................... 50 VAKBESCHRIJVING B2 ..................................................................................................... 63 VAKBESCHRIJVING B3 ..................................................................................................... 76
10 INSTITUTEN & ONDERZOEKSGROEPEN .................................................................................... 84 10.1 10.2 10.2.1 10.2.2
INSTITUTEN ....................................................................................................................... 84 ONDERZOEKSGROEPEN ................................................................................................. 85 BIOMOLECULAR NANO TECHNOLOGY .......................................................................... 86 CATALYTIC PROCESSES AND MATERIALS ................................................................... 87
3
Inhoudsopgave LIQUID PHASE HETEROGENEOUS CATALYSIS ............................................................................. 87 SELECTIVE OXIDATION ..................................................................................................................... 87 10.2.3 INORGANIC MATERIALS SCIENCE ................................................................................. 89 10.2.4 MATERIALS SCIENCE AND TECHNOLOGY OF POLYMERS......................................... 90 10.2.5 MEMBRANE TECHNOLOGY GROUP ............................................................................... 91 10.2.6 MOLECULAR NANOFABRICATION .................................................................................. 93 10.2.7 PHOTO-CATALYTIC SYNTHESIS ..................................................................................... 94 10.2.8 POLYMER CHEMISTRY AND BIOMATERIALS ................................................................ 95 10.2.9 SUSTAINABLE PROCESS TECHNOLOGY (FORMER TCCB) ....................................... 97 10.2.10SOFT MATTER FLUIDICS & INTERFACES ...................................................................... 98 10.2.11BIOS LAB-ON-A-CHIP GROUP ......................................................................................... 99 BIJLAGE 1: PLATTEGROND UNIVERSITEIT ...................................................................................... 2 BIJLAGE 2: LIJST DOCENTEN/MEDEWERKERS EN ADRESSEN ................................................... 3 BIJLAGE 3: BEOORDELINGSFORMULIER BACHELOROPDRACHT............................................... 4 BIJLAGE 4: CONTACTPERSONEN BACHELOROPDRACHT ........................................................... 6 BIJLAGE 5: GOEDKEURING AFSTUDEERCOMMISSIE B-OPDRACHT EN VAKKENPAKKET ...... 7 BIJLAGE 6: ORGANOGRAM FACULTEIT TNW ................................................................................ 13 BIJLAGE 7: AFKORTINGENLIJST ..................................................................................................... 14 BIJLAGE 8: INTERNETADRESSEN ................................................................................................... 15 DE
BIJLAGE 9: FORMULIER 3
TENTAMENPOGING .......................................................................... 16
BIJLAGE 10 : DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING ................................................................ 17
4
De eerste weken
De eerste weken 5
De eerste weken
De eerste weken Om je te helpen bij de start van je studie hebben wij een kort overzicht gemaakt van de belangrijkste dingen waar je zoal tegenaan kunt lopen. Uitgebreidere informatie is natuurlijk te vinden in deze studiegids.
Inloggegevens Nadat je bent ingeschreven bij de Universiteit Twente heb je inloggegevens van je studentenaccount gekregen. Voor bijna alles op de universiteit heb je deze gegevens nodig. Zorg er dus voor dat je je inlognaam (is je studentnummer) en je wachtwoord uit je hoofd leert.
Colleges Waarschijnlijk heb je het rooster voor de komende weken al ontvangen. Zo niet: kijk dan op http://www.utwente.nl/so/student/onderwijs/roosters/. Daar staan ook de locaties van de colleges op. Een plattegrond van de Universiteit Twente is opgenomen in bijlage 1 van deze gids en kun je ook vinden op: http://www.utwente.nl/dienstverlening/route/. De collegetijden staan bovenaan op het rooster en zijn ook opgenomen in deze gids.
Blackboard De eerste collegedag begint met het volgen van colleges van verschillende vakken. Deze vakken hebben allemaal een aparte website, een Blackboard-pagina genoemd (blackboard.utwente.nl). Waarschijnlijk hoor je de docenten dit in het eerste college al wel noemen. Om op deze websites te kunnen kijken, is het noodzakelijk dat je je inschrijft voor die vakken. Dit doe je door naar het kopje courses te gaan. Hieronder kun je onder course catalog op faculteit zoeken. Als je hier eerst voor TNW kiest en daarna voor bachelor scheikundige technologie kun je de naam van het vak opzoeken en op enroll klikken. Op de Blackboard-pagina van de vakken vind je allerlei informatie over het vak, zoals de opdrachten, de behandelde stof van het college, de e-mailadressen van de docent en deelnemende studenten van het vak. Houd deze sites regelmatig in de gaten, roosterwijzigingen e.d. worden vaak ook via deze website doorgegeven. Voor meer informatie kun je ook kijken in hoofdstuk 1.9 van deze studiegids.
E-mail Je zult merken dat veel communicatie tussen studenten onderling maar ook tussen studenten en docenten per email verloopt. Om deze te controleren kan gebruik gemaakt worden van webmail (xs.utwente.nl) of natuurlijk een mailprogramma. De handleidingen voor het instellen van deze programma’s zijn te vinden op de site van de SNT (www.snt.utwente.nl). Probeer iedere dag je e-mail te controleren, omdat docenten ook wel eens roosterwijzigingen per e-mail versturen. Denk er om dat medewerkers van de UT alleen je @student.utwente.nl e-mailadres gebruiken en dus niet een hotmail, gmail, etc. adres.
Boeken Studievereniging C.T.S.G. Alembic zorgt ervoor dat er voor alle eerstejaars een boekenpakket klaar ligt in de eerste collegeweek. Voor het vervolg van het jaar krijg je voor elk volgend kwartiel een e-mail van C.T.S.G. Alembic om boeken te bestellen via https://os.snt.utwente.nl/student/. Deze kun je op bepaalde tijden bij Alembic ophalen en betalen.
Tentamens Om een tentamen te maken van een bepaald vak, moet je jezelf apart inschrijven. Let op: Het is dus niet zo dat je ook automatisch staat ingeschreven voor het tentamen als je je via Blackboard hebt ingeschreven voor dat vak. Dit moet je apart doen op de website: osiris.utwente.nl. Let ook op dat je verscheidene keren kijkt per kwartiel wanneer je kunt inschrijven voor een tentamen. Vanaf dit jaar zullen de inschrijfperiodes afhangen van de datum van een tentamen. Je kan je dan vanaf 40 tot 14 dagen voor het tentamen inschrijven. Je krijgt dus geen herinnering dat je je moet inschrijven. Het is belangrijk om jezelf in te schrijven, omdat je anders geen recht hebt om aan het tentamen deel te nemen. Op de gegeven website, Osiris, vind je ook de locatie en het tijdstip van de tentamens.
6
De eerste weken
Als je toch besluit om niet meer deel te nemen aan het tentamen zorg dan dat je je op tijd uitschrijft voor dit tentamen, anders ben je een poging kwijt. Dit kan nog tot 14 dagen voor de start van de tentamens via osiris. Daarna kun je je niet meer zelf uitschrijven dit moet dan gebeuren via studentservices. Dit kan tot 24 uur voor het tentamen door een mail te sturen naar Student Services (
[email protected]) onder vermelding van je studentnummer, de cursuscode, cursusnaam, datum en tijdstip van het tentamen. Telefonische aanvragen worden niet in behandeling genomen.. Let op dat de 24 uur geldt voor werkdagen dus voor een tentamen op maandag moet je op vrijdag mailen. Er is namelijk een maximum van 2 pogingen per tentamen. Mocht je meer pogingen willen doen, dan moet je hiervoor eerst toestemming vragen van de examencommissie. Het formulier hiervoor is te downloaden op www.utwente.nl/st onder formulieren. Het formulier is ook opgenomen in bijlage 9 van deze gids. De uitslagen van je tentamens kun je opvragen via Osiris (osiris.utwente.nl). Hier kun je inloggen met je studentnummer en wachtwoord en kun je verschillende overzichten van tentamenresultaten opvragen. Soms zetten docenten de cijfers ook op de Blackboard-pagina van het vak.
RoUTe’14 In 2008 heeft de UT een nieuwe strategie ingezet: High Tech, Human Touch, met blijvende aandacht voor ons ondernemende karakter en prachtige campus. Met deze strategie willen we ons profiel verder versterken. We willen een compleet en hoogwaardig onderwijsaanbod realiseren, zowel op undergraduate als graduate niveau, met specialisatie in de masterfase op basis van sterkten in ons onderzoek. In verschillende documenten is de uitwerking van de strategie op deelgebieden vastgelegd, zoals de onderwijsvisie en de nota sturing onderzoek. De ontwikkelingen in onze omgeving dwingen ons echter om sneller en gerichter focus aan te brengen in onze strategie. Ons marktaandeel blijft achter binnen alle doelgroepen en uit het regeerakkoord blijkt dat de universiteiten en dus ook de UT de komende jaren fors teruggaan in financiële middelen. Er wordt momenteel hard gewerkt aan het opzetten van het nieuwe onderwijsmodel (NOM). Hierin worden de onderwijsvormen geintegreerd en afgeloten als één blok van 15 EC. Dit nieuwe model moet per september 2013 ingaan. Met de aangescherpte strategie RoUTe’14+ anticiperen en reageren we op externe ontwikkelingen en zetten we versneld in op de vernieuwing van ons onderwijs en onderzoekslandschap. Daarnaast zijn op www.utwente.nl/onderwijsvernieuwingen de actuele ontwikkelingen te vinden rondom grote strategische projecten binnen de UT, zoals de vernieuwingen in het onderwijs en onderzoek.
7
1
Algemene studie informatie
Algemene Studie Informatie
9
1
Algemene studie informatie
1 Algemene studie informatie 1.1
Omvang en studielast van de opleiding
De bacheloropleiding is een voltijdse opleiding van 3 jaar: B1, B2 en B3. De studielast per jaar bedraagt 60 European Credit points (EC). Eén EC staat voor een studiebelasting van 28 uur, waardoor de studielast per jaar 60 * 28 uur = 1680 uur bedraagt. Een academisch jaar bestaat uit 2 semesters, waarbij een semester weer bestaat uit 2 kwartielen. Een kwartiel beslaat in principe 10 weken (exclusief eventuele roostervrije weken): 8 collegeweken en 2 tentamenweken. Bij studielast is inbegrepen: het volgen van colleges, werkcolleges, projectwerk, opdrachten, zelfstudie, tentamen doen, maken van verslagen etc. Uiteraard zal de werkelijk benodigde tijd van student tot student verschillen.
1.2
Jaarindeling
Het studiejaar is verdeeld in vier kwartielen van tien weken. Het totale studiejaar komt daarmee uit op 40 weken van 42 uur. Sommige vakken lopen over een heel semester, maar de meesten duren een kwartiel lang. Verderop in deze gids vind je een overzicht van de bachelorvakken, zoals die in het huidige studiejaar worden gegeven.
1.3
De roosters
Om te weten waar je wanneer onderwijs hebt, kun je de kwartielroosters raadplegen. Hier staan ook de tentamens in aangegeven. Deze roosters zijn te vinden via het studentenportal van de UT (my.utwente.nl). Op het web staat altijd de meest recente versie. De roosters worden per semester gepubliceerd. Dat betekent dat de roosters voor de laatste twee kwartielen aan het begin van het studiejaar nog niet te zien zullen zijn. Op de kwartielroosters staat per jaar (B1, B2 en B3), per kwartiel aangegeven op welke dagen en tijdstippen je een vak kunt volgen. Hier staat dan ook in welke gebouwen en zalen vakken gegeven worden. Voor werkcolleges worden soms groepsindelingen gemaakt. Deze verdeling is vaak op de Blackboard pagina van het vak te vinden. Colleges worden op verschillende plaatsen op de campus gegeven. De meeste colleges van de eerste twee ST jaren vinden plaats in de Horsttoren. De locaties van de gebouwen op de campus kun je vinden op de plattegrond van de campus, opgenomen in bijlage 1 van deze studiegids. Alle collegezalen staan aangegeven in het rooster. Practica zijn vaak in daarvoor ingerichte locaties in de diverse gebouwen. Op de kwartielroosters staat vermeld wanneer de tentamens en de herkansingen zijn gepland en wanneer de sluitingsdata voor de inschrijving van de tentamens zijn.
1.4
Bachelorcurriculum
In de onderstaande overzichten staat per jaar weergegeven welke vakken er wanneer worden gegeven. Ook de vakcodes, de studielast en de docent staan er bij vermeld. Raadpleeg altijd de website van ST, www.utwente.nl/st voor de meest actuele versie. De informatie voor alle vakken is in Osiris opgenomen. Deze informatie staat ook in deze studiegids.
10
1
Algemene studie informatie
P-fase
B2-fase
11
1
Algemene studie informatie
B3-fase
In de B3-fase zijn er onderdelen die individueel in te delen zijn. De keuzemogelijkheden voor deze vakken staan beschreven in hoofdstuk 1: • Minor (H 1.18) • Keuzevak (H 1.19) • Bacheloropdracht (H 1.20)
1.5
College tijden
Hieronder vind je de uren waarop de colleges doorgaans plaatsvinden: 1: 18.45 -19.30 16: 13.45 - 14.30 11: 18.45 - 19.30 2: 19.45 - 10.30 17: 14.45 - 15.30 12: 19.45 - 20.30 3: 10.45 - 11.30 18: 15.45 - 16.30 13: 20.45 - 21.30 19: 16.45 - 17.30 14: 21.45 - 22.30 4: 11.45 - 12.30 5: 12.45 - 13.30 (Lunch) 10: 17.45 - 18.30 (Diner) De practica uren zijn in de ochtend 8.45 - 12.30 en in de middag 13.15 - 17.00.
1.6
Vakinhoud en vakinformatie
Als je meer wilt weten over de inhoud, de leerdoelen, de werkvormen, de docent en de literatuur van een vak kun je het vak opzoeken in de onderwijscatalogus in Osiris (osiris.utwente.nl). Een vak kan opgezocht worden aan de hand van de vakcode of de vaknaam. Ook de tentamendata van het vak en de benodigde boeken staan vaak genoemd in Osiris. In hoofdstuk 9 van deze studiegids is ook alle informatie van de bachelorvakken opgenomen.
1.7
Onderwijslocaties
De thuisbasis van de opleiding ST is in het gebouw de Horst. Veel onderwijsactiviteiten van de eerste twee bachelorjaren vinden plaats in de Horst. Onderwijs aan hogerejaars vindt verspreid over de campus plaats. De docenten hebben hun kantoren ook op verschillende locaties op het universiteitsterrein. Om aan projecten te werken, zijn er projectruimten beschikbaar. Deze projectruimtes zijn voor ST studenten op vloer 5, 7 en 9 van de Horsttoren beschikbaar. Het Horstgebouw is op maandag t/m donderdag geopend van 8.00 tot 21.00 uur en op vrijdag van 8.00 tot 18.00 uur, ook tijdens de meeste vakanties. Als je buiten deze tijden in het gebouw wilt werken kan dat ook. Je moet in dat geval een toegangspasje hebben. Het aanvraagformulier hiervoor is beschikbaar bij de receptie van de Horst. De locatie van je tentamen kun je vinden op Osiris door te kijken bij de informatie over het tentamen waar je voor ingeschreven bent. Ook zijn de tentamenlocaties te vinden op my.utwente.nl onder UT toetsrooster.
12
1
Algemene studie informatie
Afkortingen van de namen van de gebouwen zijn: Capitool CA Vrijhof VR Carre CR Waaier WA Citadel CI Zilverling ZI Cubicus CU Horstring HR Horsttoren HT Sportcentrum SC Noordhorst NH Horstkelder ZC Meander ME Oosthorst OH Ravelijn RA Westhorst WH Spiegel SP Zuidhorst ZH
1.8
Onderwijsmededelingen
Belangrijke algemene mededelingen over de studie (de zogenaamde onderwijsmededelingen) worden op drie manieren verspreid: via OSIRIS, de webpagina van ST en het studentportal. De mededelingen op OSIRIS of het studentportal zijn het meest up-to-date. Maak er een gewoonte van om regelmatig deze mededelingen na te lopen. Eventuele roosterwijzigingen worden ook via de onderwijsmededelingen bekend gemaakt. Het studentportal is te vinden via http://my.utwente.nl. Daarnaast is er een nieuwsbrief van de studentenadministratie. Daarin worden algemene mededelingen gedaan over inschrijven van tentamens en dergelijke. Lees deze nieuwsbrief daarom goed door als die in je utwente-mailbox verschijnt.
1.9
Blackboard (blackboard.utwente.nl)
Als je informatie wilt hebben over de vakken op zich, kun je dit vinden op Blackboard en Osiris. Voor Blackboard moet je jezelf wel eerst inschrijven voor dat vak. Alle vakken hebben een eigen Blackboard-pagina. Blackboard is de digitale leeromgeving van de Universiteit Twente. Op een Blackboard-pagina kun je terecht voor alle informatie over het betreffende vak: nieuws, algemene vakinformatie, vakrooster, e-mailadressen, etc. Als je een vak gaat volgen meld je je via Blackboard aan door je voor dat vak in te schrijven. Hoe dit in z’n werk gaat kun je vinden onder ‘de eerste weken’ in deze gids op pagina 6. Als eerstejaars heb je tijdens de kick-In een cursus voor het gebruik van Blackboard gehad. Hierin is uitgelegd hoe je je voor vakken kunt aanmelden en hoe het gebruik van Blackboard verder in zijn werk gaat.
1.10 Toegang tot het Internet en e-mail Zodra je ingeschreven bent aan de Universiteit Twente, krijg je een eigen account, in de vorm van een studentennummer en een bijbehorend wachtwoord. Dit is voor UT internetapplicaties en een UT emailadres. Verdere informatie hierover is je aan het begin van je eerste studiejaar toegestuurd. Mocht je nog vragen hebben, dan kun je terecht bij de ICT Servicedesk horstring W122. Niet alleen alle studenten hebben een e-mailadres op de UT, maar dit geldt ook voor docenten. Docenten zijn niet altijd aanwezig en e-mail is dan de ideale mogelijkheid om snel contact met de docent op te nemen. Schroom daarom niet om vragen per e-mail te stellen. E-mail adressen van docenten vind je in bijlage 2 van deze gids, in de telefoongids van de UT http://webapps.utwente.nl/telefoongids/nl/telgidsservlet of via my.utwente.nl.
1.11 Laptop Voor de opleiding van Scheikundige Technologie wordt gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving, algemene office software en specifieke software. Dat betekent dat je een notebook nodig hebt die voor deze leeromgeving geschikt is. Via het Notebook Service Centre (NSC) kun je een door de UT geselecteerd notebook aanschaffen. Ook voor problemen met je notebook en de gebruikte software kun je direct terecht bij het NSC (www.nsc.utwente.nl). De informatie over de laptops, die via NSC kunnen worden aangeschaft, krijg je thuisgestuurd. Dit gaat over de verschillende soorten notebooks die te koop zijn en ook over de betaling van deze notebook.
1.12 Onderwijsvormen Het onderwijs wordt in verschillende vormen gegeven: hoorcolleges, werkcolleges, projecten en practica, al dan niet computerondersteund. Als meest traditionele onderwijsvorm in het hoger onderwijs kennen we hoorcolleges. De stof wordt gepresenteerd aan alle studenten die dat vak willen volgen. Hoorcolleges zijn doorgaans niet verplicht, maar wel uiterst relevant voor een goede opname en verwerking van de leerstof. Neem ze dus gewoon op in je eigen tijdsplanning en zorg dat je aanwezig bent. 13
1
Algemene studie informatie
Een onderwijsvorm waarbij je actiever studeert zijn werkcolleges. Groepen van 15 tot 30 studenten werken, onder begeleiding van een docent, aan toepassingen van de collegestof, bijvoorbeeld in de vorm van opgaven. Ook kunnen individuele problemen worden behandeld. Aanwezigheid bij werkcolleges is vaak niet verplicht, maar eveneens sterk aan te bevelen: de ervaring leert dat je door actief meedoen het vak beter leert beheersen (en dus een grotere kans van slagen hebt). Sommige vakken worden gegeven in de vorm van projecten (cases). Daar voer je met een groep van vier tot acht personen een grotere opdracht uit: zelf een taakverdeling en een tijdsplanning maken, zelf uitmaken wat je aan informatie en kennis nodig hebt en waar je dat zou kunnen vinden. Een project wordt vaak afgesloten met een officiële presentatie van de resultaten voor medestudenten, begeleiders en belangstellenden van je opleiding. Projectgroepen krijgen soms een eigen werkruimte toegewezen. Soms wordt deze met andere groepen gedeeld. Als ST student heb je ook geregeld practica. De bedoeling van een practicum is dat je uit jezelf aan de slag gaat en dingen uitzoekt. Er is wel een begeleider aanwezig, maar deze helpt je alleen als je echt niet verder komt. Bereid je goed voor, ga zelf aan de slag en toon initiatief. Wat je ook moet onthouden is dat alle practica en de bijbehorende voorbereiding verplicht zijn!
1.13 Studiemethode Tijdens je studie ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen tijdsindeling. Je moet zelf achterhalen wat je moet doen en uitrekenen hoeveel tijd je daarvoor nodig zult hebben. Er zijn een aantal verplichte activiteiten en opdrachten met vastgestelde inleverdata. Die kunnen veel tijd opslokken, zodat de rest sluitpost wordt. Het is verleidelijk de "onverplichte" zelfstudie, bijvoorbeeld het bestuderen van literatuur, voor je uit te schuiven tot de tentamenperiode begint, met als gevolg dat in een kwartiel één of meer vakken in de knel komen. Let op: het is onmogelijk om de studielast van een heel kwartiel in de laatste week te doen. In het eerste college geven verschillende docenten vaak expliciet aan hoe je de studie voor hun vak het beste aan kunt pakken en hoe je je goed op het tentamen kunt voorbereiden. Door te zorgen dat je aanwezig bent, maak je het jezelf dus een stuk eenvoudiger. Wanneer je twijfels hebt over je manier van studeren, praat dan eens met collega-studenten, je student-mentor, je docent-mentor, of de studieadviseur. Kijk ook eens op de internetpagina “Vragenlijst Studiemethoden” (http://vsm.cs.utwente.nl). Om je te helpen je eigen studiemethode te bepalen is er ook de begeleide zelfstudie. Hierbij kun je onder begeleiding van ouderejaars studenten aan de slag met bijvoorbeeld de voorbereiding van een werkcollege. De ouderejaars kunnen je hierbij op weg helpen en tips geven over hoe je deze opdrachten aanpakt.
1.14 Bindend Studieadvies De UT is een universiteit die gebruik maakt van een zogenaamd bindend studieadvies (BSA). Bij aanvang van de studie vindt de opleiding het belangrijk dat iedereen zo snel mogelijk op de juiste plek belandt. De ervaring leert dat studenten die minder dan driekwart van het eerste jaar halen, dus minder dan 45 van de 60 studiepunten, weinig kans hebben de studie succesvol af te ronden. Wij hebben er daarom voor gekozen die studenten een negatief advies te geven. Dit advies is bindend, wat betekent dat je de studie niet mag voortzetten. Natuurlijk wordt rekening gehouden met bijzondere omstandigheden. Omdat wij veel waarde hechten aan een goede studieloopbaan, krijg je aan het begin van de studie een mentor toegewezen, die regelmatig met jou meekijkt, wensen en mogelijkheden bespreekt. In hoofdstuk 6 staat meer over studiebegeleiding en het BSA.
1.15 Studiemateriaal De vakken worden ondersteund met verschillende studiematerialen. Dictaten (syllabi of readers) kun je verkrijgen bij de dictatenverkoop in de Union Shop in gebouw “de Bastille”. De Union Shop is elke werkdag geopend van 10:00 uur tot 17:00 uur. Soms worden de dictaten ook verkocht bij vakgroepen of bij de docent zelf. Boeken kun je bestellen via de studievereniging Alembic (https://os.snt.utwente.nl/student) of bij een boekhandel. Naast dictaten en boeken maken docenten meestal ook gebruik van hand-outs van hun presentaties. Deze worden ook vaak op Blackboard gezet.
14
1
Algemene studie informatie
1.16 Inschrijven practica Tijdens de bachelor van Scheikundige Technologie zal je nog verschillende soorten practica doen. Voor de meeste practica moet je jezelf inschrijven om aan dit practicum deel te kunnen nemen. Dit kan op http://www.utwente.nl/tnw/onderwijs. Daar ga je naar “inschrijfsysteem practica TNW”. Log je zelf in en schrijf je dan in voor het juiste practicum. Let op! Inschrijven voor deze practica kan vaak al een paar weken voordat het kwartiel begint.
1.17 Diploma-uitreikingen Bij de opleiding vindt op twee momenten een officiële diploma-uitreiking plaats: na de afronding van het de propedeuse en de bachelor. De uitreiking van het propedeuse- en bachelordiploma gebeurt op van te voren vastgestelde momenten. De propedeuse-uitreiking vindt één keer per jaar plaats, in oktober. Dit jaar is dit op 5 oktober. De propedeuse uitreiking is UT breed en wordt voor de hele UT op het zelfde moment gehouden. De bacheloruitreiking vindt twee keer per jaar plaats. De eerste is op 29 november 2012 en de tweede keer is op 28 maart 2013. De bacheloruitreiking is facultair: alle studenten van de faculteit TNW ontvangen op dat moment het bachelordiploma. Als je na je studie doorstroomt naar de master, dan ontvang je aan het eind van die studie ook een diploma. Voor het bachelorexamen wordt je automatisch geslaagd verklaard als je alle onderdelen hebt afgerond. Mocht je (nog) niet geslaagd verklaard willen worden kan je hiertoe een verzoek doen bij de examencommissie. Vergaderdata kun je vinden in de jaarcirkel ST en op de website van ST (http://www.utwente.nl/st/). De diploma-uitreikingen zijn feestelijke aangelegenheden waarbij familie en vrienden natuurlijk welkom zijn.
1.18 Minor Major-minor is een onderwijsfilosofie van de Universiteit Twente. De gedachte is dat je tegen het einde van je bacheloropleiding, in het derde jaar, een gedeelte van je tijd besteedt aan een ander (bij voorkeur een geheel ander) onderwerp dan in je hoofdrichting. In april is altijd een minormarkt, waar alle minors zichzelf presenteren. Meer informatie over minors en hoe je je hiervoor in kunt schrijven en andere dingen vind je op www.utwente.nl/majorminor.
1.19 Keuzevakken In het 3e kwartiel in de B3-fase is ruimte voor een keuzevak. Dit keuzevak dient een omvang te hebben van 5 EC (140 uur). Vanuit de opleiding wordt aangeraden om het oriëntatievak voor de M&M(voorheen CTM-) of PT-master te volgen. Dit zijn de volgende twee vakken: • Process Equipment Design (PT-track) • Chemie en Technologie van Anorganische Materialen (M&Mtrack) Een ander keuzevak dan de eerder aangegeven vakken moet worden goedgekeurd door de examencommissie.
1.20 De bacheloropdracht en de procedure De bacheloropdracht valt voor de meeste studenten in het 4e kwartiel van het derde jaar, maar je kunt deze opdracht ook in het tweede kwartiel doen. Het is de ‘proeve van bekwaamheid’ van je bacheloropleiding: daarna kun je met een bachelordiploma ‘de maatschappij in’, of ga je verder met een masteropleiding. De bacheloropdracht omvat 10 weken, wat gelijk staat aan 15 EC, en kan op verschillende manieren worden ingevuld. De gebruikelijke wijze voor studenten, die na het bachelordiploma met een aansluitende masterstudie doorgaan, is dat tijdens de bacheloropdracht kennis wordt gemaakt met wetenschappelijk onderzoek. De opdracht begint dan met een beperkt literatuuronderzoek van ca. 2 weken waarna onder begeleiding van een begeleider experimenteel onderzoek wordt verricht dat wordt afgesloten met een schriftelijk verslag en een presentatie. Bij het onderzoek, het verslag en de presentatie worden eisen gesteld aan de wetenschappelijke kwaliteit van het werk, de creativiteit, de snelheid van werken en 15
1
Algemene studie informatie
aan de mondelinge en schriftelijke vaardigheden van de student. Misschien kun je de bacheloropdracht kiezen in het licht van jouw toekomst na het behalen van het bachelordiploma, door je bacheloropdracht te doen bij een vakgroep waar je misschien ook je masteropdracht gaat doen. Een duidelijke omschrijving van de bacheloropdracht is te lezen in hoofdstuk 9.3. Hierin staat het doel van de bacheloropdracht en wat het precies inhoudt. Daarnaast is een beoordelingsformulier voor de bacheloropdracht in bijlage 3 opgenomen. In artikel 13 van de Regels van de Examencommissie (bijlage 10.3), die achter in de studiegids staat, vind je de procedure bij de keuze van het bachelorpakket en bij het afstuderen. Wanneer kun je beginnen met een bacheloropdracht? Je kunt pas beginnen met het examenonderdeel bacheloropdracht als je het P-examen hebt behaald en voor de examenonderdelen van het B-examen na de propedeuse (B2 en B3) tenminste 90 EC hebt behaald met inachtneming van eventueel behaalde vijven welke voldoen aan de criteria voor het reglementair slagen voor het B-examen. Zie artikel 10 van ‘regels van de examencommissie’ (bijlage 10.3). De examencommissie kan op jouw verzoek ontheffing van de genoemde voorwaarden verlenen indien strikte toepassing van het daar bepaalde een niet te rechtvaardigen vertraging in de studievoortgang met zich mee zou brengen. Alvorens de examencommissie over een dergelijk verzoek beslist hoort zij de betrokken docent(en) resp. jouw bachelorcommissie en/of jouw mentor. Onderdeel van de bacheloropdracht is een literatuuronderzoek. Je moet als voorbereiding hierop een afspraak maken met mw. J.G.M. Becht om dit voor te bespreken. Hierna krijg je toestemming om te mogen starten met het literatuuronderzoek. Na een tweede afspraak (ca. 1 week later) met mw. J.G.M. Becht om de gevolgde procedure te bespreken krijg je toestemming om met de rest van de bacheloropdracht te mogen beginnen. Dit echter alleen als deze tweede afspraak naar tevredenheid is verlopen. Plan de afspraak met mw. J.G.M. Becht dus tijdig! Hoe kom je aan een bacheloropdracht? In hoofdstuk 10 van de studiegids staat een beschrijving van elke vakgroep en daar kun je er eentje uitzoeken die jou het meeste aanspreekt. Vervolgens kun je contact opnemen met de contactpersoon voor bacheloropdrachten van een vakgroep (Zie bijlage 4). Deze kan je meer informatie geven over mogelijke opdrachten. Mogelijk kun je ook via de websites van de verschillende vakgroepen zien welke bacheloropdrachten beschikbaar zijn. Hoe weet ik bij welke vakgroep ik mijn bacheloropdracht wil doen? Het verstandigst is om je bacheloropdracht te doen bij de vakgroep die jou het meest aanspreekt. Voor dit heb je informatie van de vakgroepen nodig. Aan deze informatie kun je op verschillende manieren komen: • Aan de vakgroepvoorlichting van Alembic deelnemen. Deze vindt plaats in het begin van het studiejaar. Bij deze voorlichting krijg je een idee wat elke vakgroep doet en heb je de gelegenheid om met de medewerkers van de vakgroepen te praten. • De informatie uit hoofdstuk 10 uit deze studiegids doorlezen. Hierin staat een korte uitleg over alle ST vakgroepen. Wanneer moet je een bachelorcommissie hebben samengesteld? Begin op tijd: • zoek uit bij welke vakgroep je een bacheloropdracht wilt doen • ga praten met de contactpersoon voor bacheloropdrachten uit die vakgroep (zie bijlage 4) • de contactpersoon uit de vakgroep zoekt in overleg met jou een begeleider binnen de vakgroep • je formuleert samen met die begeleider een voorstel voor een bacheloropdracht • de begeleider zorgt voor het samenstellen van een bachelorcommissie; dit moet binnen 4 weken nadat je daarom hebt gevraagd • de bachelorcommissie moet in overleg met jou een definitieve omschrijving van de bacheloropdracht opstellen • minstens één maand voordat je daadwerkelijk met de bacheloropdracht wilt beginnen, moet je een verzoek tot goedkeuring van de bacheloropdracht en de bachelorcommissie indienen bij de examencommissie. 16
1
Algemene studie informatie
Je begrijpt dat er wel enige tijd zit tussen de eerste en tweede stap en het moment dat je echt aan de slag kunt! N.B. Voor het aanvragen van goedkeuring aan de B-commissie en goedkeuring van het vakkenpakket is een formulier + bijlagen beschikbaar. Dit is verkrijgbaar S&OA-TNW. Het is ook te downloaden vanaf: http://www.tnw.utwente.nl/organisatie/organisatie/SenO/onderwijszaken/formulieren/scheikundige_tec hnologie/bachelor_opleiding/. Het formulier voor de aanvraag van de B-examencommissie en de goedkeuring van het vakkenpakket is ook in bijlage 5 opgenomen. Vergoeding van kosten Kosten die deelnemende studenten voor de uitvoering van de opdracht maken, worden niet door de faculteit vergoed. De faculteit gaat er ook vanuit dat alle studenten adequaat verzekerd zijn. Voor de reisverzekering heeft de Universiteit een collectieve verzekering afgesloten. Bij de bacheloropdracht hoort ook een verslag. Een digitale versie van het bachelorverslag moet ingeleverd worden bij S&OA-TNW. Nog meer vragen? Als je nog meer vragen hebt, ga dan langs bij S&OA-TNW of bij de opleidingsdirecteur, dr. ir. Ben H. L. Betlem of de studieadviseur Marijke Stehouwer.
1.21 B-examen Als je al je programmaonderdelen van de bachelorfase hebt afgerond wordt je geslaagd verklaard door de examencommissie. Mocht je nog niet geslaagd verklaard willen worden kun je dat aangeven bij de examencommissie. De datum die op je bachelordiploma staat, is de datum waarop je je laatste programmaonderdelen van je bachelor hebt afgerond.
1.22 Master Na de bachelor gaan de meeste studenten van Scheikundige Technologie een master volgen. Vanaf collegejaar 2012-2013 moet je al je bachelor vakken gehaald hebben voordat je aan je master vakken mag beginnen. Elk jaar wordt er door de opleiding een mastervoorlichtingslunch georganiseerd. Op welke dag dit dit jaar valt is nog niet bekend. Hierbij zijn de trackcoördinatoren en de opleidingsdirecteur aanwezig. Daarnaast kun je ook altijd contact opnemen met de studieadviseur Marijke Stehouwer. Voor de master zijn vele mogelijkheden, maar de meest voor de hand liggende is een master volgen op de Universiteit Twente. Op de bachelor Scheikundige Technologie sluit de master Chemical Engineering (ChE) goed aan. De master Chemical Engineering heeft twee tracks: • Process Technology (PT) Contactpersoon Dr. ir. A.G.J. van der Ham (
[email protected]) • Molecules and Materials (M&M) Contactpersoon dr. ir. R.G.H. Lammertink (
[email protected]) Naast de master Chemical Engineering kun je aan de UT ook de masters volgen van: • Science Education & Communication (SEC) • Nanotechnology (NT) • Sustainable Energy Technology (SET) • Philosophy of Science and Technology in Society (PSTS) Het is mogelijk dat je voor de master Nanotechnology en Sustainable Energy Technology extra vakken moet volgen. Dit moet je even navragen bij de trackcoördinatoren van die master. Wie dit zijn is te vinden op www.graduate.utwente.nl. Op deze site is ook meer informatie te vinden over deze masters. Naast de reguliere masters zijn er ook andere opleidingsprogramma’s voor studenten. Zoals de Twente Graduate School. Deze biedt een groeiend aantal leerzame onderzoeksprogramma’s aan gebaseerd op belangrijke onderzoeksprojecten van de onderzoeksinstituten van Universiteit Twente zoals Nanotechnologie, Duurzame Energie of Technology Assessment. De programma’s worden 17
1
Algemene studie informatie
begeleid door onderzoekers die behoren tot de wereldtop in hun vakgebied. Ook wordt de vooruitgang van de graduate studenten nauw gevolgd en begeleid. Voor meer informatie kun je kijken in de masterstudiegids van Chemical Engineering of op de website http://www.utwente.nl/tgs/. Er is ook het Erasmus Mundus programma. Deze opleiding Chemical Engineering is in 2011 gestart met een prestigieus Joint Master Course: Erasmus Mundus Master in Membrane Engineering (EM3E). Dit programma biedt een voortgezette opleiding aan op het gebied van Membrane Science and Engineering op het snijvlak van materiaalkunde en procestechnologie en gericht op specifieke toepassings-gebieden (bijv. water of energie). EM3E wordt aangeboden door een consortium van 6 universiteiten uit 5 verschillende landen. Voor meer informatie kun je kijken in de mastergids van Chemical Engineering of op de website http://www.em3e.eu. De master Water Technology is een Joint Degree tussen de Universiteit Twente, Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen UR. In deze master focus je je op het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe technologieën op het gebied van water. Momenteel is de meeste informatie te vinden op http://www.dutchwatersector.com/web/wetsus-academy.
Het programma van de tracks Process Technology en Molecules & Materials Het programma van de masters Process Technology en Molecules & Materials bestaat uit het volgende: • 4 verplichte vakken met een omvang van 20 EC voor de track PT, 5 verplichte vakken met een omvang van 25 EC voor de track M&M. • Een ontwerpopdracht (PT-track) of practicumproject (M&M) met een omvang van 10 EC. • 5 of 4 vrij te kiezen vakken waarvan 15 EC in overleg met de voorzitter van de afstudeercommissie. • Stage van 20 EC. • Afstudeeropdracht van 45 EC. De masteropdracht die binnen de gekozen track valt bij een van de onderzoeksgroepen van de Universiteit Twente. Deze masteropdracht behelst ook een geschreven scriptie en een mondelinge presentatie en verdediging. Deze dienen allemaal in het Engels te zijn.
Process Technology Deze specialisatie is gericht op het ontwerpen van processen die in technologisch, economisch, ecologisch en sociaal opzicht optimaal functioneren. Je leert kennis integreren vanuit vele gebieden: transportverschijnselen, het ontwerp van chemische reactoren, scheidingstechnologie, fabrieksontwerp, procesontwikkeling, procesbeheersing, economische en sociale wetenschappen. We gaan dieper in op onderwerpen als nieuwe (multifase) reactoren, reactieve scheidingsprocessen, membranen voor selectieve (gas)scheiding en submicronfiltratieprocessen. Maar ook zijn we bezig met katalyse ter ontwikkeling van nieuwe katalysatoren voor innovatieve processen en thermochemische biomassaconversieprocessen voor de opwekking van duurzame energie. Aan de PT-track werken 5 onderzoeksgroepen van de Universiteit Twente mee: Catalytic Processes and Materials, Mesoscale Chemical Systems, Membrane Technology, Photo Catalytic Fuel Synthesis en Sustainable Process Technology.
Molecules and Materials
In de specialisatie Moleculen en Materialen staat het vervaardigen, toepassen en analyseren van nieuwe materialen met hightech eigenschappen centraal. Daartoe behoren materiaalchemie van polymeren met gedefinieerde moleculaire en mesoscopische structuren, anorganische en organometalische verbindingen en de constructie en analyse van polymeeroppervlakken en polymeergrensvlakken. Het onderzoek naar organische materialen (polymeren) vindt vaak plaats op nanometerschaal en richt zich op de beheersbare fabricage van complexe polymere architecturen en hun toepassing. De polymeren worden onderzocht ten behoeve van tissue engineering en gerichte medicijn- of genentoediening. Op het gebied van anorganische materialen worden metaalkeramische samenstellingen met speciale elektrische eigenschappen onderzocht (thin-filmtechnologie). Toepassingen worden bijvoorbeeld gevonden in de nano-elektronica en spintronics, optische systemen, brandstof- en zonnecellen, de fluïdica en biologische nanosensoren. Ander onderzoek op het terrein van de anorganische materialen betreft de beheerste aanmaak van (nano)deeltjes voor katalysedoeleinden en voor poreuze membranen die worden gebruikt bij gasscheiding.
18
1
Algemene studie informatie
Aan de M&M-track werken 8 onderzoeksgroepen van de Universiteit Twente mee: Biomolecular Nano Technology, Catalytic Processes and Materials, Inorganic Materials Science, Materials Science & Technology of Polymers, Membrane Technology, Inorganic Membranes, Mesoscale Chemical Systems, Polymer Chemistry & Biomaterials, Soft matter Fluidics and Interfaces, Molecular Nanofabrication.
Science Education & Communication
Deze academische masteropleiding combineert natuurwetenschappen en techniek met educatie en communicatie. Wetenschappelijke en technische kennis leer je toegankelijk maken voor verschillende doelgroepen. Dit begint al op school waar docenten hun leerlingen vertrouwd maken met bètavakken en techniek. Daarbij gaat het niet alleen om kennis en vaardigheden, maar ook om het overbrengen van enthousiasme en motivatie voor wetenschap en techniek. Binnen deze masteropleiding bestaat de mogelijkheid om je eerstegraads lesbevoegdheid te halen voor natuurkunde, scheikunde, wiskunde en informatica. Maar ook buiten de school bestaat een sterke behoefte aan educatieve informatie die gebaseerd is op wetenschappelijke en technische ontwikkelingen. Denk maar aan musea, science centra, media, gezondheidsvoorlichting en in natuur- en milieu educatiecentra. Uit zowel democratisch als economisch oogpunt is het van groot belang dat het publiek wordt betrokken bij deze wetenschappelijke en technische ontwikkelingen. Het publiek krijgt hierdoor de mogelijkheid als kritisch burger te participeren in de maatschappij. Inzicht in de onderliggende communicatieprocessen is hierbij essentieel. De masteropleiding kent twee tracks waarbinnen je je kunt specialiseren: • Track Science Education (Eerstegraads Lerarenopleiding) • Track Science Communication Toelating Voor de twee masterspecialisaties gelden verschillende toelatingseisen: • Specialisatie Science Education Je toelaatbaarheid tot de Science Education specialisatie is afhankelijk van je bèta- of techniek bachelordiploma en het type lesbevoegdheid dat je wilt behalen (in wiskunde, natuurkunde, scheikunde of informatica). • Specialisatie Science Communication Je bent toelaatbaar tot de masterspecialisatie Science Communication met je bèta- of techniek bachelordiploma. Opzet masterprogramma De masteropleiding Science Education and Communication duurt twee jaar en wordt voltijds aangeboden. Het basisprogramma van 10 EC is verplicht voor studenten van beide specialisaties en bestaat uit de vakken: • Onderwijskunde 1 • Wetenschapscommunicatie Tweede masteropleiding? Met een al afgeronde, relevante masteropleiding bestaat de mogelijkheid om maximaal een jaar vrijstelling te krijgen van het tweejarige masterprogramma SEC. Bij deze tweede masteropleiding geldt dat het normale wettelijke collegegeld wordt geheven en niet het instellingscollegegeld. Ook wordt de langstudeerteller op nul gezet.
Contact en meer informatie Voor vragen over deze masteropleiding kun je kijken op master.utwente.nl/sec of contact opnemen met de studieadviseur mevr. G. ten Bruggencate (
[email protected]).
19
1
Algemene studie informatie
1.23 Adreswijzigingen De ervaring heeft geleerd dat studenten nogal eens van woonruimte en/of telefoonnummer wisselen tijdens hun studie. Daarbij wordt vaak vergeten om de nieuwe gegevens aan bepaalde instanties door te geven. Daardoor kun je belangrijke informatie mislopen. Als je dus mocht verhuizen, geef je adreswijziging dan zo snel mogelijk door aan de Centrale Studentenadministratie (CSA), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de studievereniging en aan andere verenigingen waar je lid van bent. CSA geeft deze informatie door aan S&OA-TNW van de eigen opleiding. Belangrijke post kan dan meteen na je verhuizing op je nieuwe adres worden bezorgd. Voor de universiteit kun je alleen adreswijzigingen doorgeven via internet, op www.utwente.studielink.nl.
1.24 Herinschrijven Met de nieuwe regelingen vanuit de overheid is het belangrijk dat je je op tijd herinschrijft. Herinschrijven kan via studielink, www.utwente.studielink.nl, en moet gebeuren voor 1 september. Let er ook goed op de dat de betaling van je collegegeld op tijd gebeurt. In de meeste gevallen kun je je ongewijzigd herinschrijven voor welke gevallen dat wel en niet kan is te vinden op de website van de UT, http://www.utwente.nl/so/studentservices/inschrijven/.
1.25 Gevonden of kwijtgeraakte voorwerpen Als in de practicum- of computerruimten bij TNW iets blijft liggen (jassen, tassen, etc.) kun je dat bij de receptie van het betreffende gebouw inleveren of ophalen (als iemand anders zo vriendelijk is geweest het in te leveren). Laat geen spullen onbeheerd achter! Let op, regelmatig wordt er ook op de UT wat gestolen.
1.26 Centrale Studentenadministratie (CSA) Deze dienst regelt de inschrijving van alle UT-studenten. Alle wijzigingen in de gegevens die je bij je inschrijving hebt opgegeven moet je hier melden. Bij verhuizing moet je dus ook hier een adreswijziging doorgeven. Bij CSA kun je terecht voor allerlei zaken die met je inschrijving te maken hebben, zoals: overstappen naar een andere opleiding of inschrijven voor een tweede studie, (tijdelijk) stoppen met je studie en eventuele teruggave van collegegeld, regelingen betreffende inschrijving als extraneus, geldigheid van (buitenlandse) diploma's en vragen met betrekking tot je collegekaart. De Student Services balie (voor CSA vragen) zit op de eerste verdieping van de Vrijhof, vlakbij de universiteitsbibliotheek. Voor specifieke vragen betreffende de studiefinanciering kun je terecht bij het servicekantoor van DUO aan de Ripperdastraat 13 in Enschede (alleen op afspraak) of bij het bureau Studentendecanen (via de rode balie in de Bastille). We verwijzen je voor informatie en formulieren door naar de volgende website: http://www.utwente.nl/studentenbalie/student_services
20
2
Tentamens & Examens
Tentamens & Examens
21
2
Tentamens & Examens
2 Tentamens en examens 2.1
Algemeen
De regelingen rond tentamens en examens doen, slagen en zakken, et cetera, zijn vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling (OER) die deel uitmaakt van het opleidings specifieke deel van het Studentenstatuut (Stst). Het Stst is te verkrijgen of in te zien bij S&OA-TNW en op de internetpagina van de UT (http://www.utwente.nl/st/onderwijs/Regelingen%20%28OER%2C%20BSA%2C%20studentenstatuut %20e.d.%29/). Hieronder geven we een zo concreet mogelijke ‘vertaling’ van die delen uit de regeling die direct relevant zijn voor studenten. Bij twijfel kun je het best de officiële tekst raadplegen (zie de hierboven aangegeven website). Dit boekje is alleen bedoeld als hulpmiddel, je kunt er formeel geen rechten aan ontlenen. De OER van ST bestaat uit drie onderdelen: • Een algemeen deel, dat geldt voor alle Bachelor opleidingen bij TNW • Een opleidings specifiek deel, waarin zaken die de opleiding en de OLC-ST aangaan opgenomen zijn • Een examencommissie deel De bacheloropleiding kent twee (wettelijke) examens: het propedeutische examen (P-examen) en het bachelorexamen. Er is een examencommissie, bestaande uit leden van de wetenschappelijke staf van de universiteit, die formeel voor elk van beide examens de einduitslag voor elke individuele student vaststelt. Examens bestaan uit een aantal onderdelen: tentamens, projecten en ook practica of andere opdrachten. Aan het eind van ieder kwartiel of semester kun je tentamens afleggen. De beoordelingen van alle verplichte onderdelen worden verzameld (je tentamencijfers) en voorgelegd aan de examencommissie. Heb je een tentamen gehaald dan is dat vak als examenonderdeel afgerond. Let op: deelcijfers van vakken hebben maar een beperkte ‘houdbaarheid’, informeer hierover bij de docent. Alleen de resultaten van geheel afgeronde vakken blijven staan totdat je Bachelordiploma behaald is.
2.2
Toetsing
Niet alleen zijn er verschillende onderwijsvormen: er zijn ook verschillende manieren van beoordelen. De meest gangbare zijn de tentamens, die aan het eind van het kwartiel worden afgenomen. Sommige tentamens zijn gedeeltelijk in multiple-choice vorm, aangevuld met open vragen. Het is goed te weten hoe er getoetst wordt; in principe zal de docent daarover inlichtingen geven. Daarnaast heeft de studievereniging nuttige informatie, waaronder oude tentamenopgaven waarmee je jezelf kunt toetsen. Kijk hiervoor op de website van Alembic: www.alembic.utwente.nl. Daarnaast heeft Alembic ook een tentamenbundel samengesteld voor het eerste en tweede studie jaar met daarin oude tentamenopgaven met antwoorden. In plaats van tentamens, kun je ook beoordeeld worden op basis van opdrachten, werkstukken, bijdrage in groepswerk en mondelinge presentaties. Voor elk vak is in Osiris en op Blackboard aangegeven op welke punten je beoordeeld wordt en welke vorm van toetsen hierbij hoort. De leerdoelen van de vakken zijn ook opgenomen in de vakbeschrijvingen in hoofdstuk 9 vand eze studiegids.
2.3
Het studentenstatuut en de Onderwijs- en Examenregeling (OER)
De rechten en plichten van de student staan in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Elke opleiding heeft een eigen OER en is onderdeel van het algemene studentenstatuut van de UT. Het statuut (dus inclusief OER) ligt ter inzage bij Studenten en Onderwijs Administratie TNW (S&OATNW). De online versie van de OER is te vinden op de opleidingssite: http://www.utwente.nl/st. Het is aan te raden om het studentenstatuut en OER eens door te lezen. Dingen die in de OER voorkomen en die handig zijn om te weten zijn (een paar voorbeelden): • De 5-en regeling voor zowel de P-fase als de B2- en B3-fase. • Maximum aantal tentamenpogingen • Lofregeling
22
2
2.4
Tentamens & Examens
Afwezigheid wegens ziekte
Kun je wegens ziekte of overmacht niet aanwezig zijn bij practica, colleges met presentieverplichting of een tentamen, dan kan dat consequenties hebben. Neem daarom zo snel mogelijk contact op met de desbetreffende docent of begeleider. Wanneer je een tentamen hebt gemist door overmacht en je daardoor ernstig benadeeld wordt, kan de examencommissie, na ingewonnen advies van de studieadviseur, je bij uitzondering toestaan het tentamen alsnog op een ander tijdstip af te laten leggen. (Een speciale behandeling is overigens geen automatisch recht, want dikwijls zal het mogelijk zijn om gewoon op de volgende tentamenzitting weer mee te doen.) Als je langere tijd ziek bent of door andere persoonlijke omstandigheden studievertraging oploopt of dreigt op te lopen, neem dan contact op met de studentendecaan. Die kan in bepaalde gevallen regelen dat één en ander geen nadelige gevolgen hoeft te hebben voor de studiefinanciering. In bepaalde gevallen kunnen ziekte, bijzondere (familie)omstandigheden - of in ruimere zin 'overmachtsituaties' - aanleiding zijn om de student financieel te compenseren (afstudeersteun, prestatie/ tempobeurscompensatie). Voor zulke zaken dien je - bij voorkeur na ingewonnen advies van de studieadviseur - contact op te nemen met het Bureau Studentendecanen.
2.5
Examens en tentamens
Voor elk vak kun je direct na het kwartiel (of semester) waarin het gegeven wordt tentamen doen. Voor alle vakken zijn er twee tentamenmogelijkheden per jaar: in de tentamenperiode direct volgend op het onderwijs en een hertentamen in het volgende kwartiel of in de tentamenweken van augustus voorafgaand aan het nieuwe academische jaar (voor tentamens uit het vierde kwartiel). Vraag de docent van een vak wanneer dit jaar tentamenmomenten zijn. Voor alle tentamens die je wilt afleggen geldt een aanmeldingsplicht. Dit is van belang voor de verdeling van de beschikbare zalen over de af te nemen tentamens. Dit wordt centraal voor alle UT opleidingen geregeld. Je meldt je aan via de UT webapplicatie Osiris (osiris.utwente.nl). De zalen waar de tentamens plaatsvinden worden kort na de inschrijvingssluiting op het studentenportal bekend gemaakt. Als een tentamen niet in de tentamenweek valt kun je je niet via Osiris aanmelden maar zal je je via blackboard moeten aanmelden voor de tentamens. Hiervoor moet je je eerst aanmelden voor de organisatie ‘Inschrijven niet-Osiris tentamens’. Hierover krijg je geen e-mail en de inschrijfdata zal je zelf in de gaten moeten houden. Over het algemeen kunnen projecten en practica maar één keer per jaar worden gevolgd en afgerond. Zorg dus dat je van deze gelegenheid gebruik maakt!
2.6
Aanmelden of terugtrekken voor tentamens (Osiris)
Aanmelden voor tentamens gaat via het internet. Ga naar de webpagina: osiris.utwente.nl en schrijf je in. Om je te kunnen in- of uitschrijven heb je je studentnummer en bijbehorende wachtwoord nodig. Uitschrijven doe je door uiterlijk 1 werkdag voor het tentamen een mail te sturen naar studentservices (
[email protected]) met een cc naar
[email protected] en de studieadviseur, vermeld in de mail duidelijk je naam, studentnummer en het tentamen (vakcode en tentamendatum) waarvoor je je wilt uitschrijven. De uiterste datum voor aanmelding is 14 dagen voor het tentamen. Je krijgt hier geen herinnering van dus let er zelf goed op. Als je je voor een tentamen hebt ingeschreven, maar je wilt toch niet deelnemen, schrijf je dan weer uit. Let op, terugtrekken kan tot 1 werkdag voor de tentamenzitting! Pas op: deelnemen aan het tentamen mag alleen als je jezelf hebt aangemeld. Als je niet bent aangemeld heb je geen recht om het tentamen te maken. Bovendien is de docent niet verplicht je tentamen na te kijken en wordt het cijfer niet ingevoerd in Osiris. Het is dus erg belangrijk om je op tijd voor de tentamens op te geven! Het maximaal aantal tentamenpogingen per vak is 2. Daarna moet men aan de examencommissie toestemming vragen voor een volgende poging. Inschrijven betekent dat men aan het tentamen deelneemt (met alle gevolgen) tenzij men zich op tijd uitschrijft. Vergeet men zich op tijd uit te schrijven dan wordt deze poging geregistreerd. Bij uitschrijving voor een tentamen s.v.p. ook een email aan S&OA-ST (Nienke Oesterholt,
[email protected]) om dit uitschrijven ook aan ons te melden. Hiermee voorkomen we discussie of het systeem het uitschrijven nu wel of niet goed registreert. Vanaf nu wordt dan bij discussie hierover gekeken of er wel een email verstuurd is aan S&OA. Is dat niet het geval dan zal de poging geboekt worden!
23
2
Tentamens & Examens
Als je voor een vak twee keer tentamen hebt gedaan (of je in ieder geval ingeschreven hebt gestaan voor het tentamen) en je hebt nog geen voldoende resultaat behaald, zal je een volgende poging moeten aanvragen. Het formulier dat je hiervoor in moet vullen kun je vinden in bijlage 9 en via de webpagina van ST (http://www.utwente.nl/tnw/organisatie/organisatie/SenO/onderwijszaken/formulieren/scheikundige_te chnologie/bachelor_opleiding/). In het kort loopt de procedure als volgt: je maakt een afspraak met de docent van het vak om het tentamen in te zien (of je gaat naar de centrale inzage, indien de docent die organiseert) en je neemt het formulier mee, om het bovenste gedeelte (en de handtekening van de docent) te kunnen invullen. Na de inzage vul je ook de semesterplanning op het formulier in. Met het formulier ga je naar de studieadviseur, die je planning met je zal bespreken. Als de studieadviseur akkoord gaat met je planning zal zij haar handtekening zetten en kun je het formulier inleveren bij de secretaris van de examencommissie ST. Als het formulier volledig is ingevuld, wordt je naam van de zwarte lijst gehaald voor het vak, en kun je dus deelnemen aan het tentamen. Belangrijk: je moet deze procedure afronden voor de sluiting van de inschrijvingsdatum van het tentamen waar je aan mee wilt doen. Als je te laat bent, of de procedure helemaal niet hebt doorlopen, mag je niet deelnemen aan het tentamen. Indien je toch deelneemt wordt je werk niet nagekeken.
2.7
Uitslagen van tentamens
De bekendmaking van de resultaten van schriftelijke tentamens vindt plaats via Osiris. Soms plaatst de docent direct na het nakijken een resultatenlijst in de Blackboard pagina van het vak. Op de webpagina osiris.utwente.nl kun je een overzicht van al je eigen tentamencijfers opvragen. Ook hiervoor heb je je studentnummer en bijbehorend wachtwoord nodig. De procedure voor het verwerken van de tentamencijfers is als volgt: • S&OA levert aan de docent voor een tentamen een deelnemerslijst aan, de zogenaamde Osiris “toetslijst”; • De docent vermeldt hierop handmatig de behaalde cijfers en tekent de lijst voor akkoord; • S&OA archiveert de geaccordeerde lijst; • S&OA voert de cijfers in, in Osiris; • Conform de OER kan de student via Osiris de uitslag van het behaalde resultaat inzien; • Indien de student vermoedt dat zijn cijfer verkeerd is ingevoerd, kan hij of zij contact opnemen met S&OA, die het cijfer kan verifiëren a.d.h.v. de geaccordeerde lijst; • De student kan op zijn verzoek bij Student Services een gewaarmerkt overzicht verkrijgen; • Bij het diploma wordt een gewaarmerkt diplomasupplement uitgereikt, waar de cijferlijst onderdeel van uit maakt. De door de docent ondertekende lijst geldt als het “bewijsstuk” zoals genoemd in de WHW art. 7.11 lid 1, waarop de student terug kan vallen. Aan de cijferoverzichten van Osiris kunnen de studenten ook rechten ontlenen. Bij mondelinge tentamens en individuele opdrachten (stages, bacheloropdracht enz.) schrijft de docent een tentamenbriefje uit voor de student. Een afschrift daarvan gaat naar S&OA, die voor de verdere verwerking zorgt zoals hierboven staat aangegeven.
2.8
Vrijstellingen
Mogelijk heb je voordat je met de ST opleiding begon een start gemaakt bij een andere hoger onderwijs opleiding of deze helemaal afgerond. Als je voor bepaalde tentamens al een voldoende hebt gehaald bij die andere opleiding, dan kun je voor die vakken vrijstellingen aanvragen. Als je op basis van je vooropleiding recht meent te hebben op meerdere vrijstellingen, dan wordt je vooropleiding integraal beoordeeld door de studieadviseur. De daaruit voortvloeiende vrijstellingen worden vastgesteld door de examencommissie. Het is verstandig een en ander tijdig te bespreken met de studieadviseur en vervolgens schriftelijk aan te vragen bij de examencommissie. Incidentele vrijstellingen voor een enkel vak moet je zelf schriftelijk aanvragen bij de examencommissie. Vrijstellingen worden als regel in de cijferlijsten vermeld met een ‘V’, tenzij het gaat om identieke vakcodes die in een andere opleiding door hetzelfde cluster / dezelfde docent zijn toegeleverd. In het laatste geval kan het cijfer worden ‘meegenomen’.
24
2
2.9
Tentamens & Examens
Inzage en nabespreking
Als je hebt deelgenomen aan een schriftelijke tentamenzitting kun je op verzoek inzage krijgen in jouw beoordeelde werk samen met de gehanteerde beoordelingscriteria. Let op, dit kan tot 5 weken na de bekendmaking van de uitslag! Wel moet binnen twee weken een verzoek tot nabespreken van de student bij de docent binnen zijn. Op verzoek van de student vindt er bij die gelegenheid een nabespreking plaats met de docent die het werk heeft gecorrigeerd. De student wordt in de gelegenheid gesteld om, indien hij/zij dit wenst, een kopie te ontvangen van de opgaven en het beoordeelde werk, dit wel tegen de kostprijs. Soms organiseert de docent een algemene nabespreking. We raden je aan om van je recht tot inzage of nabespreking gebruik te maken als je een onvoldoende hebt gehaald terwijl je wel voldoende tijd hebt geïnvesteerd in het vak. Voor de derde tentamen poging is het zelfs verplicht om je laatst gemaakte tentamen na te bespreken. Op die manier krijg je een beter idee van de gestelde eisen en van je ontbrekende kennis.
2.10 Orde tijdens tentamen- en examenzittingen Bij iedere zitting is tenminste één surveillant aanwezig. Deze kan informatie geven over onduidelijkheden in de opgaven. Je moet je kunnen legitimeren met je collegekaart als de surveillant dat vraagt en ook zijn of haar aanwijzingen opvolgen. Het is storend voor de studenten die met het tentamen bezig zijn als laatkomers nog binnen komen. Kom dus op tijd. Laatkomers worden tot een half uur na aanvang van het tentamen nog toegelaten, daarna niet meer. Uiteraard is informatie-uitwisseling over het tentamen niet toegestaan. Daarom mag ook niemand tijdens het eerste half uur van het tentamen de zaal verlaten. Je levert je werk bij de surveillant in. Als je later bent begonnen, heb je geen recht om door te werken na het geplande eindtijdstip. Op elk vel ingeleverd papier moet je naam en studentnummer gezet worden en voor je vertrekt ook nog een handtekening op de presentielijst, indien deze aanwezig is. Een waarschuwing ten aanzien van fraude is een onaangenaam onderwerp, maar fraude komt wel eens voor (plagiaat, spieken, SMS etc.). In geval van fraude wordt het tentamen ontoetsbaar verklaard. De examencommissie kan bovendien verdere maatregelen nemen; zo kan zij bijvoorbeeld een student die heeft gefraudeerd uitsluiten van deelname aan tentamens in het betreffende vak, voor maximaal één jaar. Bij geconstateerde herhaling kan zelfs uitsluiting van de opleiding volgen.
2.11 Regels bij opdrachten en werkstukken De laatste jaren worden steeds meer vakken in projectvorm gegeven of afgerond met een opdracht of werkstuk. Dat is op zich een goede zaak, omdat je als student op die manier kunt laten zien dat je écht wat met de stof kunt. Deze vorm van werken blijkt helaas ook een keerzijde te hebben. In toenemende mate komt het voor dat studenten delen van andermans werk overnemen en dat als eigen werk presenteren. Dat is natuurlijk net zo min de bedoeling als op een tentamen het antwoord van de buurman overschrijven. Docenten kunnen plagiaat detectie software inzetten op ingeleverd werk. Bij constatering van plagiaat kunnen vergelijkbare maatregelen worden getroffen als bij tentamenfraude.
2.12 Extra en bijzondere tentamengelegenheden
Voor vakken waarvoor schriftelijke tentamens zijn ingeroosterd, worden in de regel geen individuele tentamengelegenheden (mondeling of schriftelijk) geboden. In zeer uitzonderlijke gevallen kan van deze regel worden afgeweken. Dat kan alleen na overleg met de studieadviseur en de examencommissie. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan de individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Studenten met dyslexie of een andere functiebeperking hebben op grond waarvan extra faciliteiten nodig zijn kunnen zich melden bij S&OA-TNW. Als deze student bijvoorbeeld een medische dyslexieverklaring kan tonen, en de studieadviseur op de hoogte is, kan bijvoorbeeld bij de tentamens extra tijd geregeld worden en tevens een aparte ruimte. Indien men hiervan gebruik wenst te maken moet men dit bij elke inschrijving voor een tentamen melden voor de sluiting van de tentameninschrijving door een mail te sturen naar
[email protected]. In deze mail moet je je naam, het tentamen en de faciliteiten melden die je nodig hebt. Vergeet je niet eerst gewoon in te schrijven via Osiris.
25
3
Veiligheid & Gezondheid
Veiligheid & Gezondheid
27
3
Veiligheid & Gezondheid
3 Veiligheid en gezondheid Het volgen van een opleiding bij de faculteit TNW brengt nauwelijks risico’s met zich mee op het gebied van gezondheid en veiligheid. Toch is het goed even stil te staan bij gezondheid en veiligheid tijdens je opleiding.
3.1
Veiligheid
Een ongeluk zit soms in een klein hoekje, ook op de Universiteit. Daarom is het belangrijk te weten wat je precies moet doen in geval van een calamiteit. Gezien het belang ervan worden een paar punten ook op deze plaats nog eens benadrukt: • Bel bij een calamiteit altijd eerst (053 489) 2222, het centrale alarmnummer van de Universiteit. • Bekijk regelmatig en kritisch de “wat-te-doen-bij-calamiteiten-bordjes” in het gebouw. • (Her)ken de vluchtroutes en weet waar de (nood)uitgangen zich bevinden. Over veiligheidsaspecten rond de diverse practica krijg je informatie als je daar begint. Elk practicum kent zijn eigen regels ten aanzien van bescherming van jezelf, je medestudenten en anderen, apparatuur en gebouw. Denk aan veilig werken met lasers, chemicaliën en elektriciteit. Verder is er aan het begin van het eerste jaar een verplichte cursus veiligheid met een afsluitende toets.
3.2
Gezondheid
Het belangrijkste gezondheidsrisico schuilt in het beeldschermwerk dat je tijdens je opleiding verricht. Hierbij is sprake van repeterende bewegingen in een statische houding, waardoor KANS (klachten aan armen, nek en schouders; voorheen bekend onder de naam RSI, repetitive strain injury) kan ontstaan. KANS is een verzamelnaam voor klachten aan armen, nek en schouders, maar ook klachten aan bovenrug, vingers, handen en polsen vallen hieronder. Deze klachten komen bij studenten steeds vaker voor. Om deze klachten te voorkomen hoef je de computer natuurlijk niet meteen uit je leven te verbannen, maar het is goed om meer te weten over KANS en wat je eraan kunt doen om dit te voorkomen. Op de site van de dienst Personeel, Arbeid en Organisatie van de Universiteit Twente (http://www.utwente.nl/hr/info_voor/medewerkers/arbo/VGM/Gezondheid/rsi_beeldschermwerk) en op de site van de RSI vereniging (http://www.rsi-vereniging.nl ) staat veel interessante informatie. Verder heeft de UT twee verschillende programma’s die op je laptop geïnstalleerd kunnen worden die je kunnen helpen met het voorkomen en eventueel genezen van KANS. Deze programma’s zijn gratis te downloaden op www.nsc.utwente.nl. Deze programma’s zijn: • Workrave (voor micropauzes, langere rustperioden, dagelijkse limiet en oefeningen tussendoor) • Twitch (voor micropauzes)
28
4
Studiefaciliteiten
Studiefaciliteiten
29
4
Studiefaciliteiten
4 Studiefaciliteiten 4.1
Computerfaciliteiten
Tijdens je studie en je latere beroepspraktijk zal je heel vaak gebruik maken van computers. Een eigen laptop met internetaansluiting is daarom onmisbaar en de opleiding gaat er van uit dat je er een in je bezit hebt. Hierop kan via de universiteit Open Office worden geïnstalleerd, of men moet zelf Microsoft Office aanschaffen (voordelig voor studenten via surfspot.nl). Hiermee kun je tekstverwerken, presentaties, spreadsheets of databases maken. Daarnaast is speciale software die in het onderwijs nodig is geïnstalleerd. Centrale rol in alles wat met de laptop te maken heeft vervult het Notebook Service Centrum in de Horstring W122 (zie paragraaf 4.8). De eerste en tweedejaars studenten kunnen met hun notebooks altijd terecht in de jaarzalen, deze zijn daarvoor gereserveerd.
4.2
Lockers
Studenten kunnen gebruik maken van een locker, een soort bagagekluisje. In de Horst zijn vele lockers beschikbaar. Sleutelregistratie en borg (30 euro) verloopt via de financiële administratie van de faculteit CTW (Horst N260).
4.3
Collegekaart en chipknip
Bij aanvang van je studie dien je te beschikken over een chipknip (die hoogstwaarschijnlijk op je bankpas aanwezig is) en een collegekaart. De chipknip heb je nodig voor kopiëren, printen, de koffieautomaten of als je iets wilt kopen in de kantine. Dit laatste kun ook met contant geld, maar dan is het duurder. Je chipknip kun je opwaarderen op diverse plaatsen op de campus. De collegekaart heb je nodig om je te legitimeren bij tentamens en in de universiteitsbibliotheek. De kaart doet tevens dienst als lenerspas voor alle bibliotheken op de campus. Ook wordt er als je er voor kiest te gaan sporten op de UT op je collegekaart je X-tracard bijgeschreven. Bij verlies van je collegekaart, kijk je eerst of iemand je kaart bij de kantine, de receptie of bij S&OA-TNW heeft ingeleverd. Mocht de kaart daar niet zijn, kun je met de Centrale Studentenadministratie (CSA) contact opnemen om een nieuwe te krijgen.
4.4
Kopiëren en printen
In alle onderwijsgebouwen staan print- en kopieerapparaten, waarvan je als student gebruik kunt maken. Met je chipknip kun je afrekenen. De Union Shop (in gebouw de Bastille) en XEROX in Carré bieden uitgebreide kopieer- en inbindfaciliteiten. Het kopiëren van grote hoeveelheden is ook mogelijk bij de verschillende copyshops in Enschede en Hengelo.
4.5
Boeken en dictaten
De studievereniging Alembic bemiddelt in de aankoop van boeken voor studiedoeleinden. Zie de informatie van C.T.S.G. Alembic. Je kunt natuurlijk ook bij de reguliere boekhandel, zoals boekhandel Broekhuis, zelf boeken bestellen. Dictaten koop je bij de Union Shop in de Bastille, deze is geopend van 10:00 uur tot 17:00 uur. Behalve de dictaten (syllabi, readers) voor alle faculteiten kun je daar ook bijvoorbeeld mappen, schrijfblokken, labjournalen en dergelijke kopen. De Union Shop heeft ook een reproductieafdeling voor studenten. Voor openingstijden, raadpleeg de internetpagina (www.unionshop.nl).
4.6
Centrale Bibliotheek
Boeken en tijdschriften van en over meerdere vakgebieden staan in de Centrale Bibliotheek van de UT die gevestigd is in gebouw Vrijhof. Verder zijn daar studiefaciliteiten in de vorm van studeerplaatsen in leeszalen, studiecellen, groepstudiekamers en werkplekken voorzien van een computer. De catalogus van de Universiteitsbibliotheek, dus van alle faculteitsbibliotheken en de Centrale Bibliotheek, is te raadplegen via het internet www.utwente.nl/ub. Daar zijn onder meer ook de catalogi van de andere universiteitsbibliotheken in Nederland te raadplegen. Om van uitleen- en studiefaciliteiten gebruik te kunnen maken moet je beschikken over een collegekaart. De collegekaart is geldig als lenerspas voor alle bibliotheken op de campus. Nadere informatie over het lenen of bestellen van publicaties kun je inwinnen bij de balie van deze bibliotheken. De UT werkt aan de toegankelijkheid van wetenschappelijke tijdschriften. Steeds meer kunnen deze via internet geraadpleegd worden.
30
4
4.7
Studiefaciliteiten
Kantine/Edu-café
De kantine bevindt zich in het centrum van het Horstgebouw. Je dient je natuurlijk te houden aan de huishoudelijke regels, zoals het tijdig terugbrengen van serviesgoed. De kantine maakt deel uit van het Edu-café en is buiten de lunchtijd bedoeld voor zelfstudie en groepsoverleg. De kantinebalie is open van 9:00- 15.00 uur. In de vakanties kan hiervan worden afgeweken. Bestellingen bij de kantine (koffie, lunch e.d.) kunnen een dag van tevoren worden aangevraagd bij het reserveringbureau (telnr. 1010). Verder zijn er natuurlijk in de meeste andere UT-gebouwen ook kantines voor studenten en medewerkers van de UT. In de Waaier is de Mensa gevestigd die ook avondmaaltijden aanbied en open is van 10:0019:30 op maandag t/m donderdag en van 10:0018:00 op vrijdag.
4.8
Notebook Servicecenter
Voor actuele informatie over laptopaanbiedingen, adresgegevens, handleidingen voor printer en scanner installatie, zie: http://www.utwente.nl/icts/nsc/ Het notebook Servicecenter is gevestigd in Horstring W122. De openingstijden zijn: Maandag t/m vrijdag van: 08.30 – 12.30 uur en van 13.00 - 17.00 uur Het NSC is bereikbaar via telefoonnummer 5577.
31
5
Regelingen vanuit de universiteit
Regelingen vanuit de universiteit
33
5
Regelingen vanuit de universiteit
5 Regelingen vanuit de universiteit 5.1
Studiefinanciering, tempobeurs en prestatiebeurs
De regelingen rond studiefinanciering zijn nogal ingewikkeld en zijn de laatste jaren voortdurend gewijzigd. Als je wilt weten hoe het in jouw (specifieke) geval precies in elkaar zit, raadpleeg dan de informatie van de rode balie of neem contact op met de studentenbegeleiding (
[email protected]) of met DUO. Ga wat dit betreft niet zo maar af op verhalen van medestudenten of ouderejaars, want regelingen kunnen per generatie anders zijn! Ook HBOafgestudeerden doen er goed aan zich goed te informeren!
5.2
Topsporters
Het gelijktijdig studeren op academisch niveau en het bedrijven van topsport stelt studenten voor problemen. Het is in de praktijk niet mogelijk om een van beide activiteiten uit te stellen tot later: zowel de studie als de sport eisen van de deelnemer resultaten op korte termijn. De UT heeft hier oog voor, wat aanleiding is tot het formuleren van een topsportbeleid en een topsportregeling. Voor meer informatie kun je kijken op de website: http://www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/rostop.
5.3
Studeren met een handicap
Wanneer je een handicap hebt, en je wilt een opleiding volgen, dan zal dat niet altijd gemakkelijk zijn. De UT zet zich in om studeren met een handicap zoveel mogelijk te faciliteren. Op onderstaande websites kun je meer informatie vinden over de verschillende mogelijkheden die er zijn om te studeren met een handicap. • http://www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/studievertraging/handicap/ • http://www.handicap-studie.nl/?sid=95
5.4
Overstappen naar een andere studie
Het is mogelijk dat je er na een paar weken achter komt dat je de studie Scheikundige Technologie niet leuk vindt en dat je wilt stoppen. Dit is natuurlijk goed mogelijk, maar geef dit wel op tijd aan. Op deze manier kun je nog overstappen naar een andere studie, zonder veel studievertraging op te lopen. Als je in deze situatie terecht komt, neem dan contact op met je mentor of met de studieadviseur, Marijke Stehouwer.
5.5
Individuele aanpassingen t.b.v. studentactivisme
Als je vanwege nevenactiviteiten studievertraging dreigt op te lopen, kun je in aanmerking komen voor individuele aanpassingen in het onderwijs, wanneer aan een aantal voorwaarden is voldaan: • De activiteit is in het belang van de universiteit en/of van vormende waarde voor de student. Hieronder vallen in ieder geval bijv. bestuurs- en organisatiewerk bij een vereniging op de campus en organisatie van activiteiten die inhoudelijk met de studie te maken hebben. Je hebt een studieplan ingediend bij de studieadviseur. Uit dit studieplan moet blijken dat de activiteit of functie studievertraging tot gevolg heeft en in hoeverre aanpassingen dit zoveel mogelijk kunnen opvangen. • Dit studieplan dien je uiterlijk twee kwartielen voordat de studievertraging verwacht wordt in te dienen bij de studieadviseur. Het is raadzaam tijdig bij de studieadviseur langs te gaan als je studievertraging denkt op te lopen. Bij aanpassingen valt bijvoorbeeld te denken aan: • Vervangende opdrachten of aanvullende opdrachten • Vrijstellen van aanwezigheidsplicht • Verschuiven tentamendata / extra tentamenmogelijkheden / mondelinge tentamens Of je wel of niet in aanmerking komt voor individuele aanpassingen op grond van bovenstaande voorwaarden is in principe ter beoordeling aan de opleiding. Indien je het niet eens bent met de beslissing, kun je de bemiddeling van de studentendecaan inroepen. De aanpassingen aan het onderwijsprogramma moeten wel voldoen aan de volgende randvoorwaarden: • Het eindniveau van vakken blijft gehandhaafd • De studielast van vakken blijft onverminderd • Er is geen sprake van een bovenmatige extra inspanning van docenten 34
5
5.6
Regelingen vanuit de universiteit
Commissie Verlening Afstudeersteun
De Commissie Verlening Afstudeersteun is gevestigd in de Bastille, Rode balie op de 1e etage. Zij is door het College van Bestuur gemandateerd om aanvragen voor financiële ondersteuning af te handelen. De aanvraagformulieren kun je verkrijgen bij de Rode Balie in de Bastille of downloaden via www.utwente.nl/studentenbalie. Voor de tekst van de regelingen is op die website het Studentenstatuut te raadplegen. Het betreft de regelingen: • Afstudeersteun: bij vertraging op grond van ziekte, bijzondere familieomstandigheden of omstandigheden en voor bestuursfuncties in de periode waarin je studiefinanciering in de vorm van een basisbeurs ontvangt. • Topsport: studiebegeleiding op maat en/of financiële ondersteuning voor topsporters op nationaal en wereld/olympisch niveau. • Aanvullende studiefinanciering overstappers (RASO). • Afstudeersteun voor internationale studenten (RAVIS): bij vertraging op grond van ziekte of overlijden van de partner of familie in de 1e graad en voor bestuursfuncties voor Bachelor- of Masterstudenten met een niet-Nederlandse nationaliteit.
5.7
Langstudeerders regeling
Langstuderen wordt duurder Loop jij met je studie uit? Lees dan dit stuk. Het huidige kabinet heeft vergevorderde plannen ten aanzien van het “langstuderen”. Het is de bedoeling dat studenten die langer dan een jaar uitlopen met hun studie meer collegegeld gaan betalen. Wat kun je op basis van het huidige wetsvoorstel verwachten als je uitloopt met je studie? Inhoud nieuwe maatregel Na de nominale studieduur van je studiefase heb je nog een jaar extra de tijd om je opleiding af te ronden voor het normale collegegeldtarief. Dit geldt zowel voor de bachoropleiding als voor de masteropleiding. Als je studeert met een functiebeperking of (chronisch) ziekte en recht hebt op een jaar verlenging van de prestatiebeurs, dan heb je recht op nog een jaar extra uitloop (dus de nominale studieduur plus een uitloop van maximaal 2 jaar). Dit extra jaar studiefinanciering kun je maar 1 keer aanvragen, of wel in de bachelorfase of wel in de masterfase. Het extra jaar uitloop geldt dan ook maar één maal, of wel in de bachelorfase, ofwel in de masterfase, afhankelijk van wanneer je de aanvraag doet. Verhoogd collegegeld Voor elk jaar dat je daar weer boven op studeert betaal je een extra “langstudeerderstarief" van € 3.063- bovenop je collegegeld. Het type inschrijving (voltijd, deeltijd of duaal) maakt daarbij niets uit! Je kunt als student dit hogere collegegeldbedrag lenen via de studiefinanciering (via het collegegeldkrediet). Betaal je al het hogere instellingstarief dan geldt er geen extra langstudeerderstarief. Dat betekent… Word je in je bachelorfase langstudeerder dan betaal je het “verhoogde collegegeld”. Rond je je bachelor af en schrijf je je daarna in voor je 1e masteropleiding dan geldt weer het wettelijke ‘lagere’ collegegeld. Zie verder tabel: In een schema ziet het er dan als volgt uit: nominale 1 uitloop nominale 1 uitloop verhoogd verhoogd studieduur jaar (wettelijk studieduur jaar wettelijk wettelijk bachelor master collegegeld) (wettelijk collegegeld collegegeld (4 HBO en (tussen de 1 collegegeld) 3 WO jaren; en 4 jaren) wettelijk collegegeld) Ben je langstudeerder en schrijf je je lopende het studiejaar uit, kun je vragen om restitutie van het “verhoogde” collegegeld!
35
5
Regelingen vanuit de universiteit
Uitzondering Volg je een 2e studie op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg? En valt je 1e studie buiten dat gebied? Dan begin je als student weer met een schone lei. Dan geldt dus weer de studieduur + een jaar uitloop voor het wettelijke collegegeld (de verbruikte jaren van je 1e studie worden niet meegeteld). Vragen over jouw situatie? Mocht je nog vragen hebben over je eigen specifieke situatie dan kun je contact opnemen met de studieadviseur of de studentendecanen.
5.8
Harde knip
Vanaf 2012 mag je niet meer aan je master beginnen als je nog bachelor vakken open hebt staan. Deze regeling heet de harde knip en moet op alle universiteiten doorgevoerd worden. Meer informatie hierover is te vinden op http://www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/hardeknip/.
5.9
Overige financiële regelingen
Naast de hierboven genoemde financiële regelingen zijn er nog meer waar jij als student in bepaalde gevallen aanspraak op kunt maken. Een beschrijving van alle financiële regelingen kun je vinden in het centrale UT-deel van het Studentenstatuut. Mocht je willen beschikken over een geprinte versie van het statuut dan is dat op verzoek verkrijgbaar bij de Rode Balie in de Bastille. Voor vragen over financiële regelingen kun je terecht bij het bureau Studentendecanen.
36
6
Begeleiding
Begeleiding 37
6
Begeleiding
6 Begeleiding 6.1
Het mentoraat
De eerstejaars studenten krijgen een mentor toegewezen. Dit is een docent van de opleiding. Met de mentor kun je praten over je studiemethodiek, studieplan, examenplan, behaalde studieresultaten en kun je eventueel je persoonlijke omstandigheden bespreken. Je mentor kan je wijzen op mogelijke studiealternatieven en op speciale diensten waar je gebruik van kunt maken. De mentor zal initiatief nemen voor enkele gesprekken per jaar. Vanzelfsprekend kun je zelf ook een afspraak maken, als je daar behoefte aan hebt. Je mentor zal zonder jouw toestemming geen persoonlijke gegevens doorgeven aan anderen, ook niet aan familie. Wel kan de mentor worden geraadpleegd door de examencommissie, bijvoorbeeld bij het uitbrengen van het verplichte studieadvies. De mentor zal hierbij echter niet over persoonlijke zaken praten als jij dat niet wilt. Het mentoraat is alleen zinvol als beide partijen hun steentje bijdragen. Als je het niet kunt vinden met je mentor, kun je contact opnemen met de studieadviseur. In principe blijf je gedurende je gehele bachelorstudie bij één mentor. Er zijn ook enkele ouderejaars studenten als studentmentor aangesteld. Ook hier hoor je bij aanvang van het studiejaar wie dat voor jou is. Met deze ouderejaars student kun je ook studentenzaken bespreken die niet direct opleiding gerelateerd zijn. We denken dat deze begeleiding vooral het eerste halve jaar van je studentenleven van belang kan zijn.
6.2
De studieadviseur
De studieadviseur kan advies geven over alle zaken die met de opleiding en met studeren in het algemeen te maken hebben. Ze kan je zo nodig helpen bij het evalueren van je studiemethoden, het opstellen van een studieplan als je, al dan niet door overmacht, vertraagd bent geraakt en het switchen tussen of combineren van studies. Ze overlegt regelmatig met de mentoren en met de opleidingsdirecteur. De studieadviseur gaat net als de mentoren vertrouwelijk met informatie van/over studenten om waardoor zaken die met een student worden overlegd niet zonder zijn of haar toestemming worden besproken met anderen. De studieadviseur van Scheikundige Technologie is Marijke Stehouwer (
[email protected]).
6.3
Studieadvies
Natuurlijk heb jij jezelf tijdens het kiezen van een opleiding goed georiënteerd. Toch kun je niet helemaal voorzien hoe goed de gekozen opleiding je bevalt en hoe moeilijk het voor je zal zijn. Je denkt daar zelf over na en je kunt daar met je mentor over praten. Ook vanuit de opleiding wordt gekeken naar je studievoortgang. Rond de jaarwisseling ontvang je een pre-advies en tegen het eind van het eerste studiejaar krijg je advies ten aanzien van het voortzetten van je studie ST (de opleiding is daartoe ook wettelijk verplicht). De mentoren zijn betrokken bij het opstellen van de adviesbrieven. Persoonlijke omstandigheden die bekend zijn, kunnen zo meegenomen worden bij het opstellen van het advies. Het advies aan het einde van het eerste jaar is een bindend advies, ook wel het bindend studie advies (BSA) genoemd. Dit bindende studieadvies houdt in dat je in het eerste jaar 45 van de 60 EC’s moet halen om de studie ST te mogen voortzetten. In de praktijk zal dit BSA maar voor een kleine groep negatief uitvallen, toch is het belangrijk dat je goed van de regels en richtlijnen rond het BSA op de hoogte bent, en vooral dat je mogelijke studievertraging direct meldt bij je mentor en bij de studieadviseur! Het BSA is een onderwerp tijdens de gesprekken met je mentor (die je ook meer informatie kan geven), daarnaast is informatie te vinden op http://www.utwente.nl/st onder regelingen.
6.4
Begeleiding vanuit de universiteit
Wij beschrijven in de volgende paragrafen alleen de twee voornaamste begeleidingen op studiegebied (Bureau Studentendecanen, Bureau Studenten Psychologen) zodat je weet wat er zoal is. Zie voor meer informatie www.utwente.nl/studentenbalie/.
38
6
6.5
Begeleiding
Bureau Studentendecanen
Het Bureau Studentendecanen zit in de Bastille, Rode balie op de 1e etage. Hier kun je terecht voor adviezen en informatie over zaken op het gebied van: • Studiefinanciering en prestatiebeurs; • Overstappen van universiteit naar HBO en vice versa; • Verlenging van studiefinanciering op grond van een handicap of functiestoornis; • Financiële regelingen van de UT zoals: afstudeersteun, RAVIS, etc.; • Inschrijvingsmogelijkheden anders dan als student; • Bezwaar- en beroepsprocedures (DUO, College van Beroep Hoger Onderwijs); • Persoonlijke problemen en/of vertrouwenskwesties; • Verandering van studierichting/studiekeuze. De decanen houden een spreekuur waarvoor je een afspraak kunt maken. Via de website; http://www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/begeleiding/studentendecaan/ kun je hierover meer informatie krijgen.
6.6
Bureau Studenten Psychologen
Het Bureau Studenten Psychologen (BSP) is gevestigd in de Bastille, Rode balie op de 1e etage. Bij de studentenpsychologen kunnen alle studenten terecht die behoefte hebben aan een gesprek, bijvoorbeeld met betrekking tot hun studie of studiekeuze, of omdat zij een persoonlijk probleem ervaren, bijvoorbeeld een probleem in hun relatie met ouders, vrienden, vriendinnen of medestudenten. Voor aanmelding is geen verwijzing naar het bureau nodig: men kan zelf een afspraak maken. Naast individuele gesprekken organiseert BSP ook groepsactiviteiten: Zelfmanagementtraining, doorlopend zelfmanagementgroep en afstudeergroep, ‘contacten, durven, doen’. Daarnaast zijn er studiekeuzespreekuren. Deze zijn op dinsdag van 13:00 tot 15:00 uur. Alle gesprekken die je hebt bij het BSP zijn vertrouwelijk. De diensten worden kosteloos aangeboden. Voor verdere informatie, zie: http://www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/begeleiding/studentenpsycholoog/.
6.7
Bastille-infoplein (infotheek)
De infotheek is een documentatiecentrum binnen de Universiteit Twente waar je zelfstandig informatie kunt opzoeken en de infotheek is open van maandag t/m vrijdag van 8:30 tot 17:00. Er is uitgebreide documentatie over: Studiemogelijkheden aan universiteiten en HBO-instellingen in Nederland · Postacademisch/PostHBO/Masteropleidingen · · Keuzevakken aan de UT en andere universiteiten Studiemogelijkheden in het buitenland · Stagemogelijkheden in en buiten Nederland en de financiering daarvan (Elseviers Fondsendisk) · · Studeren met een functiebeperking Studiefinanciering (IB-Groep) en andere financiële regelingen · De infotheek biedt tevens een mogelijkheid je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Er is informatie over bedrijven en instellingen en over solliciteren. Je kunt gebruik maken van de cd-rom Qompas Carrièrestart. Verder tref je in de infotheek allerlei brochures en foldermateriaal over cursussen op gebied van studiebegeleiding, studieondersteuning, culturele activiteiten en sportactiviteiten aan de UT. Er zijn enkele computers beschikbaar waarop je programma’s kunt bekijken en sites kunt raadplegen die je kunnen helpen bij het maken van (studie)loopbaankeuzes. Op dinsdagmiddag van 13:00 tot 15:00 uur is er een studiekeuzespreekuur. Voor vragen en het maken van afspraken kun je terecht bij de balie van Studentenbegeleiding (Bastille, kamer 207), telefoon 053 4892035.
39
7
Faculteit en Opleiding
Faculteit en Opleiding
41
7
Faculteit en Opleiding
7 Faculteit en Opleiding 7.1
De faculteit
Alle opleidingen op de Universiteit Twente zijn ondergebracht bij faculteiten. De Bacheloropleiding Scheikundige Technologie is samen met de Bacheloropleidingen Advanced Technology, Biomedische Technologie, Technische Geneeskunde en Technische Natuurkunde ondergebracht bij de Faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW). Daarnaast werken aan de opleiding Scheikundige Technologie ook docenten mee van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). Een organogram van de faculteit TNW is te vinden in bijlage 6.
7.2
Commissies van/voor de opleidingen
Er zijn diverse commissies binnen de faculteit van belang voor de opleiding, zoals de Opleidingscommissie, de Examencommissie en de Faculteitsraad. De Opleidingscommissie ST (OLC-ST) is een bij de wet (Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW)) vastgelegd orgaan. De OLC-ST is een adviesorgaan voor de opleidingsdirecteur en de decaan en moet over alle onderwijszaken gehoord worden. Het gaat hier onder meer om onderwijsprogramma's, roosters en vakevaluaties. Zowel studenten als docenten van verschillende vakgroepen maken deel uit van de OLC-ST. Als adviesorgaan functioneert de OLC-ST vooral als discussieplatform voor de toekomst van het ST-onderwijs. Het belangrijke hierbij is dat studenten zelf dus direct invloed kunnen uitoefenen. Op dit moment zijn de leden van de OLC-ST: • • • • • • •
Dr. W. Verboom (voorzitter) Dr. K. Seshan Dr. ir. J.E. ten Elshof Prof. dr.ir. R.G.H. Lammertink M.A. Sikkink F.T. de Groot 2 vacaturen studentleden nog in te vullen
Daarnaast is er ook de Examencommissie. Deze commissie bestaat uit stafleden en heeft een zelfstandige bevoegdheid. De commissie stelt vast of je geslaagd bent voor je Bachelor- of Masterexamen en beoordeelt afwijkingen in je vakkenpakket en afstudeeropdracht. Op dit moment bestaat deze commissie uit: • • • • • • • •
Prof. dr. ir. L. Lefferts(voorzitter) Dr. L. Winnubst (secretaris) Prof. dr. Ir. J. Huskens (vice voorzitter) Dr. H.J.M. Bouwmeester Dr. W. Verboom Dr. ir. W. Brilman M.A. Stehouwer, MA (adviseur) Dr. ir. B.H.L. Betlem (adviseur)
De Faculteitsraad TNW bestaat uit gekozen medewerkers en studenten en adviseert de decaan over alle zaken (financieel, personeel, onderwijs en onderzoek) die het reilen en zeilen van de faculteit betreffen. De FR heeft bij sommige onderwerpen instemmingsrecht (zoals bij reorganisaties en een deel van de inhoud van het studentenstatuut en de onderwijs- en examenregeling), bij andere onderwerpen adviesrecht. Meer informatie hierover vind je op http://www.utwente.nl/tnw/fr/.
7.3
Invloed van studenten op onderwijs
Als je commentaar of suggesties hebt over het onderwijs of andere studiegerelateerde zaken, dan kun je dat altijd kwijt bij diverse personen (docenten, mentoren, studieadviseur, opleidingscoördinator, opleidingsdirecteur). Daarnaast kent ST een meer structureel evaluatiesysteem met o.a. panelgesprekken en vakevaluaties. We vragen je dringend hier aan mee te werken. Jullie inbreng is onmisbaar bij het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de opleiding.
42
7
7.4
Faculteit en Opleiding
Onderwijskwaliteitcommissie (OKC-ST)
We willen graag weten wat studenten vinden van de inhoud van de vakken, de wijze waarop deze vakken gegeven worden en de plaats ervan in het curriculum. Dat is belangrijk om te kunnen werken aan verbeteringen. Belangrijk onderdeel van het evaluatiesysteem van ST is de Onderwijskwalitietcommissie van ST, de OKC-ST. In deze commissie zitten zowel studenten als docenten. De OKC-ST is verantwoordelijk voor de vak- en kwartielevaluatie in de bachelorfase. Elk kwartiel worden vakken geëvalueerd, deels m.b.v. een online vragenlijst. De OKC-ST bepaalt welke vakken. Daarnaast houden 2 studentleden uit de OKC-ST ná elk kwartiel een evaluatiegesprek met een vast panel van studenten, waar deels vakken de revue passeren maar ook het kwartiel als geheel onder de loep wordt genomen. Het verslag van deze evaluatiegesprekken wordt ter commentaar voorgelegd aan de betrokken docenten. Sinds vorig studiejaar gebeurt dat in de vorm van een ‘docentpanelgesprek’: 4 vertegenwoordigers van het vaste panel bespreken de mening van de studenten volgens het panel en eventueel de online vragenlijst onder voorzitterschap van een staflid, onze studieadviseur of de OKC-voorzitter. Op basis van vakevaluaties, panelgesprek, commentaren van docenten en de ‘cijfers’ (slaagpercentages) maakt de OKC-ST per kwartiel een evaluatierapport, voorzien van aandachtspunten en geeft daarin aan bij wie de verantwoordelijkheid ligt om het aan te pakken en of er al toezeggingen zijn gedaan. De OKC-ST vergelijkt in de rapporten ook met de aandachtspunten en de afgesproken maatregelen uit voorafgaande jaren. Zodra een rapport klaar is wordt het beschikbaar gesteld voor studenten (op de Blackboard organization ‘Kwaliteitszorg en evaluatie ST’), aangeboden aan de opleidingsdirecteur en opleidingscoördinator en naar de opleidingscommissie (OLC-ST) gestuurd. De OLC-ST bespreekt de rapporten incl. aandachtspunten en adviseert daarover aan de opleidingsdirecteur. Op dit moment bestaat de OKC-ST uit de volgende leden: • • • • • • • • • • • •
Henk van den Hengel (coördinator kwaliteitzorg TNW, voorzitter) Marijke Stehouwer (studieadviseur) Martin van der Hoef (docent) Arie van Houselt (docent) Pascal Jonkheijm (docent) Rick Driessen (student) Thije Harbers (student) Ruben Menke (student) Kristianne Tempelman (student) Lydwien Mathijssen (student) Iris Smal (student) 1 vacuture voor studentlid
Werk allemaal mee! Help mee door enquêtes over vakken serieus in te vullen. Zorg dat je reageert op verzoeken om mee te doen aan een vast panel van 1e, 2e of 3e jaars. Per panel zijn ca.10 studenten nodig. Eén keer per kwartiel - tijdens een gratis lunch - kun je vertellen hoe het afgelopen kwartiel ging. Er zijn ook andere manieren om je mening te laten horen: individueel of als groep een docent aanspreken, praten met je mentor, de studieadviseur, de opleidingscoördinator, de opleidingsdirecteur of contact opnemen met een van de leden van de OKC-ST.
43
8
Organisatie binnen de opleiding
Organisatie binnen de opleiding
45
8
Organisatie binnen de opleiding
8 Organisatie binnen de opleiding 8.1
Opleidingsdirecteur
De opleidingsdirecteur is Ben Betlem. Hij is belast met de beleidsvoorbereiding en -uitvoering op het gebied van onderwijs. Tevens is hij belast met de dagelijkse leiding van de opleiding. De opleidingsdirecteur is het bestuur van de opleiding en speelt een belangrijke rol bij het tot stand komen, evalueren en eventueel aanpassen van het onderwijs. Naam: E-mail: Telefoon: Kamer:
8.2
dr. ir. B.H.L Betlem
[email protected] 053 489 3043 Horsttoren 607
Opleidingscoördinator
De onderwijscoördinator coördineert de uitvoering, aansluiting en beoordeling van het onderwijs. Hij houdt zich bezig met de verroostering van de vakken. Naam: E-mail: Telefoon: Kamer:
8.3
ing H.A. Akse
[email protected] 053 489 2886 Horsttoren 615
Studieadviseur
De studieadviseur is Marijke Stehouwer. Zij kan je de weg wijzen bij problemen met de opleiding en studeren in het algemeen. Je kunt ook met haar praten over je ervaringen met de studie, klachten, over studieplanning, over onderwijs- en examenregelingen, over rechtspositionele zaken en over eventuele nuttige suggesties op studiegebied. Zij evalueert samen met studenten en docenten de vakken en overlegt over de eventuele aanpassingen. Ze is tevens vertrouwenspersoon voor studenten. Voor problemen of vragen kun je dus terecht bij de studieadviseur, maar ook bij je mentor. Naam: E-mail: Telefoon: Kamer:
8.4
M.A. Stehouwer, MA
[email protected] 053-489 2678/b.g.g. 2082 Horsttoren 707
Coördinator Internationalisering
De coördinator internationalisering kan je helpen als je in het buitenland wilt studeren. De coördinator internationalisering van de faculteit TNW is Rik Akse en secretariaat van de internationalisering wordt verzorgd door Annemiek Vos-Baveld. Naam: E-mail: Telefoon: Kamer:
8.5
ing H.A. Akse
[email protected] 053 489 2886 Horsttoren 615
Naam: E-mail: Telefoon: Kamer:
A.M.B. Vos-Baveld
[email protected] 053 489 3932 Horsttoren 605
Stagecoördinator
De stagecoördinator TNW, Betty Folkers, kan je helpen met het vinden van een stageopdracht in zowel binnen als buitenland vooral voor masterstudenten. Naam: E-mail: Telefoon: Kamer:
ing. A. Folkers
[email protected] 053-489 2772 Horsttoren 609
46
8
8.6
Organisatie binnen de opleiding
Secretariaat
Het secretariaat van de opleiding wordt ingevuld door Bartie Bruggink-de Braal en zij zal vaak jouw eerste contactpunt zijn. Zij is aanwezig van maandag t/m woensdag van 8.30 – 17.00 uur. Naam: E-mail: Telefoon: Kamer:
8.7
Mevr. B.A. Bruggink-de Braal
[email protected] 053 489 2082 Horsttoren 605
Studenten en Onderwijs Administratie (S&OA-TNW)
S&OA-TNW was voorheen bekend als BOZ-TNW. De meeste (informatie-) formulieren zijn beschikbaar via internet. Nienke Oesterholt is de medewerkster van S&OA voor Scheikundige Technologie. S&OA is een onderdeel van de dienst student en onderwijs, zie www.utwente.nl/diensten/so. Naam: E-mail: Telefoon: Kamer:
8.8
Mevr. N. Oesterholt
[email protected] 053 489 2925 Horstring Z 204
Wetenschappelijke staf
Het onderwijs wordt verzorgd door de wetenschappelijke staf. De wetenschappelijke staf bestaat hoofdzakelijk uit hoogleraren (HGL), universitaire hoofddocenten (UHD), universitaire docenten (UD), medewerkers onderzoek (MOZ), medewerkers onderwijs (MOW) en assistenten in opleiding (AIO’s). De docenten doen naast onderwijs ook onderzoek op de UT. Het onderzoek op de faculteit TNW is onderverdeeld in een tweetal instituten: • MIRA (http://www.utwente.nl/mira/) • MESA+ (http://www.mesaplus.utwente.nl/)
8.9
Studievereniging C.T.S.G. Alembic
C.T.S.G. Alembic is de studievereniging voor de studie Scheikundige Technologie. De studievereniging is de oudste van de Universiteit Twente en heeft circa 220 leden. Alembic behartigt de studiebelangen van alle studenten Scheikundige Technologie door actief mee te denken over het onderwijsbeleid en door actie te ondernemen wanneer studenten klachten hebben over het onderwijs. Dit is niet het enige waar Alembic zich voor inzet; Alembic helpt de ST-studenten ook met studie ondersteunende diensten, zoals het onderhouden van een tentamenen samenvattingenbank en het goedkoop verkopen van studieboeken. Afgelopen jaar heeft Alembic zelfs alle tentamens gebundeld in een tentamenbundel! Verder worden er door het jaar heen tal van leuke activiteiten georganiseerd door de verschillende commissies van Alembic, die allemaal bestaan uit leden van de vereniging. Dit zijn leerzame activiteiten zoals excursies, lezingen, symposia en studiereizen, waarbij je alvast kunt proeven aan het werk dat je later kunt gaan doen. Daarnaast zijn er natuurlijk veel ontspannende activiteiten, zoals borrels, feesten en gala’s; de ideale gelegenheid om je medestudenten goed te leren kennen. Naast deze activiteiten doet Alembic nog veel meer! Zo komt zes keer per jaar het verenigingsperiodiek “The Cat” uit. Om alles hier op te sommen voert te ver. Je leert Alembic door de jaren heen vanzelf kennen. Alle studenten en medewerkers Scheikundige Technologie van de Universiteit Twente kunnen lid worden van Alembic voor € 7,00 per jaar. Heb je vragen, kom dan gerust langs in de Alembickamer (Horsttoren vloer 5, kamer 511, tussen 9.00u en 17.00u), bel: 053-4892866, e-mail naar
[email protected] of kijk eens op www.alembic.utwente.nl voor meer informatie.
47
8
Organisatie binnen de opleiding
8.10 Student-assistentschappen Regelmatig worden studenten gezocht voor tijdelijk betaalde parttime werkzaamheden op het gebied van onderwijs en onderzoek, bijvoorbeeld een halve of hele dag per week gedurende een of meer maanden. Indien je geïnteresseerd bent in het vervullen van een student-assistentschap, kun je dat aangeven bij de studievereniging Alembic. Bij sommige vakken ondersteunen studenten een docent. Heb je een vak met een goed cijfer afgerond, dan kom je misschien ook in aanmerking voor een studentenassistentschap volgend jaar. Neem dan contact met betreffende docent op. Studentassistentschappen staan in principe alleen open voor studenten die hun propedeusediploma behaald hebben. Voor de OKC-ST en het voorlichtingsteam is een regeling getroffen om ook propedeusestudenten te betrekken. Betaling en organisatie is op de UT geregeld bij de dienst Personeel, Arbeid & Organisatie (PA&O). Het administratieve systeem heet UT-Flex. Je vindt hier meer over op de webpagina van PA&O: http://www.utwente.nl/pao/info_over/utflex/.
48
8
Organisatie binnen de opleiding
Vakbeschrijving 49
9
vakbeschrijving
9 Vakbeschrijving
Alle informatie die in deze vakbeschrijvingen staat is ook digitaal beschikbaar op Osiris (http://www.utwente.nl/so/osiris/). De informatie die hier is weergegeven is deels overgenomen van vorig jaar, echter de vakcodes, studielast en periode zijn wel correct weergegeven voor de vakken in het eerste semester hier. Bekijk altijd ook de informatie in de vakcatalogus in Osiris, die informatie is het meest up-to-date!
9.1
Vakbeschrijving B1 Calculus 1 cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
201000176 Calculus 1 Dr. M. A. Bochev
Q 1A 5 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving Een gedegen kennis van de wiskunde en er vlot mee om kunnen gaan is noodzakelijk bij het begrijpen en toepassen van de stof die in de vakken van de eigen opleiding aan de orde komt. De wiskunde van het VWO is hiervoor een eerste aanzet, maar dit is nog lang niet voldoende. Calculus I is aan het begin van het curriculum geplaatst om deze wiskundige basis uit te breiden. In het vak zal uitvoerig worden ingegaan op begrippen als continuïteit en differentieerbaarheid, die keurig gedefinieerd worden door gebruik te maken van limieten. Deze limieten zijn van belang. Veel problemen (ook uit de praktijk) zijn namelijk zo lastig dat er niet meteen een analytische oplossing voorhanden is en er een vereenvoudiging van het probleem gemaakt moet worden. Deze vereenvoudigingen bevatten veelal begrippen die gedefinieerd zijn als limieten. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan analytische oplosmethoden zoals integralen en bepaalde differentiaalvergelijkingen, en zal er kennis gemaakt worden met complexe getallen. En omdat bij het bestuderen van fysische en technische vragen vaak functies voorkomen die van meerdere variabelen afhangen (denk aan plaats (x,y) en tijd (t)) zal er ook een korte inleiding gegeven worden over functies van twee variabelen. Vakinhoud Begrippen die aan bod komen zijn: elementaire functies, differentiëren, extrema, limiet, continuïteit, e afgeleide, Riemansom, systematisch integreren, Taylor-ontwikkeling, complexe getallen, 2 orde differentiaalvergelijkingen (met vaste constanten) en functies van twee variabelen. Het eigen maken van deze begrippen, de bijbehorende methoden en het daadwerkelijk toepassen ervan zal geoefend worden met behulp van talrijke opgaven (en uitgewerkte voorbeelden) en door middel van een het werken met Matlab. Naast de colleges zijn er voor de opleidingen TN, ST en EL ook twee verplichte practica waarin in groepen van vier personen gewerkt wordt aan cases die gerelateerd zijn aan de betreffende opleiding. Dit vak kan afgerond worden door twee toetsen of door een tentamen. Het cijfer wordt pas geregistreerd als men voor de cases een voldoende heeft gehaald. Leerdoelen de definities van basiseigenschappen van functies van één variabele te formuleren (zoals continuïteit, differentieerbaarheid en integreerbaarheid) op een zorgvuldige manier limieten te berekenen, ook in verband met het aantonen van de continuïteit en/of differentieerbaarheid van een functie. de afgeleide van een functie te berekenen, alsmede de extrema en de buigpunten. differentieerbare functies te benaderen met Taylor-polynomen, alsmede de fout hierbij af te schatten. integralen te berekenen, alsmede toepassen van de substitutieregel, de regel voor partiële integratie en de techniek van breuksplitsen bij rationale functies. Idem dito voor oneigenlijke integralen eenvoudige berekeningen uit te voeren met complexe getallen differentiaalvergelijkingen te herkennen (ook in praktische situaties) en de oplossing te berekenen van tweedeorde lineaire differentiaalvergelijkingen met constante coëfficiënten. de begrippen limiet, continuïteit, differentieerbaarheid - en integreerbaarheid bij functies van twee variabelen te definiëren; de definitie van partiële afgeleide van een functie van meerdere variabelen te geven alsmede deze te berekenen;
50
9
vakbeschrijving
Energie en Entropie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191403011 Energie en Entropie Dr. ir.H.J.M. ter Brake
Q 1A 5 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving In de praktijk van alledag hebben we vaak te maken met systemen die uit extreem veel deeltjes bestaan. Om een keteltje water aan de kook te krijgen moet je toch al snel zo'n 1025 watermoleculen zover weten te brengen. Om het gedrag van zo'n veel-deeltjes systeem te beschrijven, kan onmogelijk elk deeltje afzonderlijk beschouwd worden (microscopisch). Vandaar de macroscopische benadering: eigenschappen worden beschouwd van het systeem als geheel, bijvoorbeeld warmtegeleidingsvermogen of warmtecapaciteit. Vaak hangen deze eigenschappen en het gedrag helemaal niet af van de microscopische details van zo'n systeem. Een gas zal bijvoorbeeld altijd expanderen om een groter volume te vullen terwijl het omgekeerde niet spontaan plaats zal vinden. Dit soort gedrag en de principes die daaraan ten grondslag liggen, worden beschreven door de thermodynamica. Belangrijk zijn de eerste en tweede hoofdwet van de thermodynamica. De eerste heeft vooral te maken met energie ('wet van behoud van energie') en de tweede met entropie ('wet van maximale entropie').
51
9
vakbeschrijving
Experimenteren I cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191399111 Q 1A&B Experimenteren 1 5 EC Ir. P.P. Veugelers Ir. B.M. Tel Ir. J. van der Meulen Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Een voldoende beoordeling van de toets Veiligheid is een voorwaarde voor het afronden van dit vak.
Vakbeschrijving In de (technische) natuurwetenschappen neemt het experiment een belangrijke plaats in. Daarom wordt er in de opleiding al vanaf het begin ruimschoots aandacht aan besteed. Het practicum Experimenteren 1 geeft een eerste inleiding in het doen van natuurwetenschappelijk onderzoek. Hiertoe behoren het opzetten van een onderzoek, de uitvoering, de verwerking van meetresultaten en foutenanalyse. Binnen de opleiding en dus ook bij het practicum is het aanleren van een systematische werkwijze een doel op zich. Bij het practicum wordt een systematische aanpak aangeleerd door middel van het gestructureerd bijhouden van een journaal. Er wordt expliciet aandacht besteed aan twee belangrijke aspecten van het werken op een chemisch of natuurkundig laboratorium: veiligheid en chemisch afval. Vakinhoud Het practicum is een eerste inleiding in het doen van natuurwetenschappelijk onderzoek. Er wordt kennis gemaakt met zaken als het formuleren van hypothesen, het vertalen van een probleem in meetbare variabelen, het zorgvuldig plannen van een experiment e.d. Bij de praktische uitvoering van de onderzoeken wordt een aantal technische werkwijzen en experimentele vaardigheden geleerd zoals het gebruik van meetapparatuur, het omgaan met apparatuurdocumentatie en andere technische hulpmiddelen. Bij veel opdrachten wordt gebruik gemaakt van de computer voor de besturing van de opstelling en/of het verzamelen van meetgegevens. Door middel van het gestructureerd bijhouden van een journaal wordt een systematische onderzoeksaanpak aangeleerd. Het practicum bestaat uit 8 opdrachten van 2 dagdelen. Er zijn opdrachten met een natuurkundig karakter en opdrachten met een scheikundig karakter. Afhankelijk van de opdracht wordt individueel gewerkt of in tweetallen. Parallel aan het practicum wordt in werkcolleges Foutenleer/Matlab aandacht besteed aan foutenanalyse en het verwerken van meetresultaten m.b.v. het programma Matlab. De werkcolleges worden afgesloten met opdrachten en een toets. Bij aanvang van het practicum wordt aandacht besteed aan veiligheid en chemisch afval. De kennis hiervan wordt getoetst door middel van enkele opdrachten en een toets. Leerdoelen Een eenvoudig natuurwetenschappelijk probleem kunnen analyseren en vertalen naar onderzoeksvragen en een foutenanalyse kunnen opstellen Een natuurwetenschappelijk onderzoek systematisch kunnen opzetten en uitvoeren en vastleggen in een (voor)gestructureerd journaal. Experimentele vaardigheden hebben zoals het gebruik van meetapparatuur, het omgaan met apparatuurdocumentatie, het gebruik van een computer voor de besturing van de opstelling of het verzamelen van meetgegevens. Veilig en milieubewust kunnen werken. De meetresultaten bij een natuurwetenschappelijk experiment kunnen verwerken en interpreteren, en daar conclusies uit kunnen trekken. Bij een natuurwetenschappelijk experiment een foutenanalyse en foutenverwerking kunnen maken. Meetresultaten kunnen verwerken m.b.v. Matlab. De veiligheids- en milieurisico’s kennen van het werken op een chemisch of natuurkundig laboratorium en weten hoe er mee om te gaan.
52
9
vakbeschrijving
Orientatie Technische Natuurwetenschappen cursuscode: cursusnaam: e
Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191335051 Orientatie Technische Natuurwetenschappen K. Broersen
Q 1A&B 5 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving Wie of wat is de faculteit TNW? Wie werken er? Wat doen onderzoekers? Hoe ziet een wetenschappelijk onderzoek er uit? In het vak OTNW maak je kennis met de actuele natuurwetenschappen zoals die op de UT en binnen de faculteit TNW worden bestudeerd. Je gaat daarbij op bezoek bij een groep onderzoekers en aldoende krijg je meer inzicht in vraagstukken als: • Wat wil de onderzoeker bereiken? • Hoe ziet een onderzoeksvraagstuk er uit? • Welke experimenten voeren ze uit? (en kan ik daar als eerstejaars al in meedoen?) Eveneens maak je kennis met het begrip ‘algemene academische vaardigheden’. In het VWO heb je ervaring opgedaan met presenteren, samenwerken en schrijven. In dit vak bouwen we daarop verder en besteden aandacht aan: • Informatie verwerven (informatie kritisch beoordelen op relevantie e.d., refereren) • Presenteren (onderzoeksthema met de complicaties uitleggen aan medestudenten) • Verslag schrijven (wetenschappelijk verslag) • Samenwerken in een project (projectmanagement, Teamwork in groep van 4-5 medestudenten) • Timemanagement (omgaan met deadlines) Vakinhoud Je werkt in een groep van 4 -5 studenten aan een actueel onderwerp bij een onderzoeksgroep, waarbij je wordt ondersteund door een promovendus en een wetenschappelijk medewerker. Je verdiept je in het onderzoek waarbij, indien mogelijk, ook het experimenteren aan bod komt. Daarnaast verdiep je je in de organisatie, methodieken en internationale positionering van de onderzoeksgroep. Je sluit het vak af met een verslag en een mondelinge presentatie. - deel 1: kennis maken met onderzoek doen (en evt zelf iets doen) ofwel met de gangbare onderzoeksmethodologie (probleem+ achtergrondinfo, meetprocedure, resultaten, conclusie, referentielijst). Om dit te kunnen doen heb je je vaardigheden nodig. - deel 2: kennismaken met een vakgroep, structuur, werkwijze, financiering, netwerk. Ook hier heb je de vaardigheden nodig. - deel 3: gebruik van vaardigheden: schrijven, presenteren, samenwerken, timemanagement, informatieverwerving. kritische houding.
Leerdoelen Benoemen wat de algemene onderzoeksmethodologie is en deze toepassen bij de analyse van een onderzoeksprobleem (beginnend niveau) Na afloop kun je (adhv een bestaande groep) uitleggen wat de structuur, werkwijze, internationale positie, financiering van een vakgroep is. Kan op beginnend niveau over een wetenschappelijk onderzoek communiceren, zowel mondeling als schriftelijk Kan op beginnend niveau informatie verwerven over een onderzoeksthema gebruik makende van algemene bronnen Kan op beginnend niveau kritische vragen stellen over wetenschappelijk onderzoek Kan op beginnend niveau in groepsverband een project organiseren (met name taakverdeling, effectief vergaderen) Kan omgaan met deadlines (timemanagement)
53
9
vakbeschrijving
Structuur en Reactiviteit cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191300041 Q 1B Structuur en Reactiviteit 5 EC Dr. P. Jonkheijm (Organische Chemie) Dr. A.J.A. Winnubst (Anorganische Chemie) Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden. De student wordt door het maken van deeltoetsen in de gelegenheid gesteld extra punten voor het eindcijfer te verzamelen. Het aantal punten dat voor het tentamen behaald kan worden is 200. S&R is met voldoende resultaat afgerond indien aan beide onderstaande punten wordt voldaan: • Het totaal aantal behaalde punten moet minimaal 110 zijn Voor elk individueel onderdeel (Organisch/Anorganisch) moet minimaal 50 punten worden gehaald.
Vakbeschrijving Inzicht in de structuur van atomen en moleculen en in reactiemechanismen vormt de basis om moleculaire omzettingen te begrijpen en te voorspellen. Deze structuren en reactiemechanismen van atomen en moleculen spelen een cruciale rol in onder andere de chemische, farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie. In dit vak maken we daarbij een onderscheid tussen organische en anorganische verbindingen. De cursus Structuur en Reactiviteit vormt de basis voor de vervolgcursus Organische Chemie en Anorganische Chemie in het tweede jaar. De cursus is een combinatie van hoor- en werkcolleges. Vakinhoud Organisch Deel • Structuur van organische moleculen - Elektronische Structuur - Ruimtelijke Structuur • Electrofiele additie reacties - Reactiemechanisme - Thermodynamica en kinetiek - Carbocation stabiliteit • Stereochemie • Resonantiestructuren • Zuur-base reacties • Electrofiele aromatische substitutiereacties • Ionische reacties • C-C koppelingsreacties Vakinhoud Anorganisch Deel • Opbouw van het periodiek systeem - kwantumgetallen, - elektronen configuraties van atomen en ionen - periodieke trends in eigenschappen van atomen (zoals ionisatie energie, elektronegativiteit, atoom- en ionstralen) • Beschrijving van covalente bindingen tussen atomen - weergeven van de ruimtelijke structuur van chemische verbindingen (volgens het VSEPR model) - chemische bindingen van 2-atomige moleculen beschrijven mbv LCAO-MO model (Lineaire Combinatie van Atomaire Orbitalen voor de vorming van Moleculaire Orbitalen) • Verbindingen met overgangsmetalen - specifieke eigenschappen die verbindingen vertonen, welke een overgangsmetaal bevatten, waarbij elektronen in d-orbitalen een belangrijke rol spelen bij het verklaren van chemische binding, ruimtelijke structuur en enkele eigenschappen, zoals magnetische 54
9
•
vakbeschrijving
eigenschappenVaste stoffen inzicht in kristallijne (ruimtelijke) structuren en daarmee theoretische dichtheden en roosterparameters, alsmede de roosterenergie berekenen. reactiviteit van vaste stoffen
Leerdoelen Organisch Deel De elektronische en ruimtelijke structuur van moleculen beschrijven. De basisprincipes en steroechemische relaties van de electrofiele additie reacties toepassen op eenvoudige moleculen. Opschrijven van resonantiestructuren en op basis daarvan reactiviteit in en stabiliteit van moleculen aanwijzen. Basisprincipes van ionische reacties beschrijven en toepassen op eenvoudige moleculen. De reactiviteit van ongesubstitueerde en gesubstitueerde benzenen beschrijven en toepassen. Basisprincipes van C/C koppelingsreacties beschrijven en toepassen op eenvoudige moleculen Leerdoelen Anorganisch Deel Kunnen uitleggen van de opbouw van het periodiek systeem mbv een kwalitatief model van de quantum mechanica, èn daarmee tevens de elektronische eigenschappen van atomen en ionen kunnen verklaren Weergeven van chemische structuur van moleculen, gebruik makend van het Lewis model èn het schetsen van de ruimtelijke structuur m.b.v. VSEPR model Beschrijven van covalente bindingen van 2-atomige moleculen, waarbij energie van de elektronen en de verdeling van de elektronen over het molecuul worden weergegeven Mbv inzicht in elektronische structuren van verbindingen met overgangsmetalen (d-groep elementen) de ruimtelijke structuur, chemische bindingen en enkele eigenschappen (m.n. magnetische) kunnen verklaren. Vaste stoffen: Toepassen en berekenen van bolstapeling in kristalroosters en bepalen van dichtheid Berekenen van kristalrooster-enthalpiën en daarmee verklaren van reactiviteit van verbindingen.
55
9
vakbeschrijving
Lineaire Algebra cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
201000181 Lineaire Algebra H.F.M. Aarts
Q 1B 5 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden. Voorwaarde voor het bekend maken van het eindcijfer: twee casussen met een voldoende afronden.
Vakbeschrijving Lineaire algebra gaat ruwweg gesproken over het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen. Het is een basisvak voor veel richtingen binnen de (toegepaste) wiskunde en is een directe ondersteuning voor vakken uit de natuur- en scheikunde. Zo worden de eenheden kracht en snelheid uitgedrukt in vectoren; ze hebben een grootte en richting. Ook kunnen veel situaties uit de praktijk gemodelleerd worden als een lineair stelsel. Dat zie je bijvoorbeeld bij het bepalen van de hoeveelheden chemische stoffen die bij een chemische reactie benodigd zijn om deze in evenwicht te brengen. In de natuurkunde heeft de lineaire algebra vele toepassingen in de kwantummechanica en de algemene mechanica. De opzet is het ontwikkelen van de theorie achter het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen, ook differentie- en differentiaalvergelijkingen. Aan bod komen lineaire afbeeldingen en matrixrekening, maar ook begrippen die structuur geven aan vectorruimten: basis en dimensie. We ontwikkelen de theorie van eigenvectoren en lossen daarmee dynamische systemen op. Vakinhoud Er wordt begonnen met het schematisch opzetten van een stelsel lineaire vergelijkingen d.m.v. een matrix (een getallenschema). Aan de hand van deze matrix kan het een en ander gezegd worden over de oplossing van het stelsel vergelijkingen (zonder die oplossing uit te rekenen), bijvoorbeeld of er nul, één, of meerdere oplossingen zijn. Een aantal begrippen dat bij het analyseren van lineaire stelsels een rol speelt zijn: (on)afhankelijke vectoren, basis, dimensie, rang, determinant, eigenwaarden, differentie- en differentiaalvergelijkingen.
Leerdoelen de oplossingsverzameling van een stelsel lineaire vergelijkingen te bepalen door de bijbehorende matrixvergelijking Ax = b op te lossen (d.m.v. de Gauss-Jordan veegprocedure); na te gaan of een stelsel vectoren lineair afhankelijk is; de representatiematrix van een lineaire afbeelding te bepalen en na te gaan of deze afbeelding injectief of surjectief is; te kunnen rekenen met matrices en vectoren (optellen, (scalaire) vermenigvuldiging, inverse bepalen); de verschillende karakteriseringen van inverteerbaarheid van een matrix te formuleren en toe te passen; een basis voor en de dimensie van een lineaire deelruimte (bijv. de nulruimte van een matrix) te bepalen; de determinant van een vierkante matrix te berekenen en eigenschappen van determinanten toe te passen; eigenwaarden en eigenvectoren van een vierkante matrix te bepalen en na te gaan of een dergelijke matrix diagonaliseerbaar is; Een lineair stelsel van differentiaal- en differentievergelijkingen op te stellen en op te lossen en het bijbehorende faseplaatje tekenen
56
9
vakbeschrijving
Inleiding Materiaalkunde cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
1300080 Inleiding Materiaalkunde J.E. ten Elshof
Q 2A 5 EC
Toets (60%), groepsscriptie (20%), posterpresentatie (20%). Voorwaarde voor voldoende eindcijfer: cijfer toets minimaal 5.5.
Vakbeschrijving Met materialen hebben we ieder moment van de dag te maken. En vaak staan we niet stil bij het belang van materialen, behalve als het mis gaat. Aan veel materialen is een lange geschiedenis van ontwikkeling verbonden, maar sommige materialen zijn zeer recent op de markt gebracht. En bij de ontwikkeling van heel veel materialen is de invloed van chemici essentieel geweest, denk bijvoorbeeld aan de polymeren. In deze cursus passeren de belangrijkste materiaalgroepen de revue: metalen, polymeren en anorganische materialen zoals keramiek en glas. Maar we kunnen materialen ook verdelen in structurele en functionele materialen. Vooral deze laatste categorie heeft de afgelopen decennia een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. Daarom wordt er ook aandacht geschonken aan geleidende materialen zoals halfgeleiders en geleidende polymeren. Vakinhoud Het vak bestaat uit colleges, waarin theorie en vraagstukken worden behandeld. Hierin komen de volgende onderwerpen achtereenvolgens aan de orde: bindingen tussen atomen; structuren van metalen, polymeren en keramische materialen; defecten in materialen; mechanische eigenschappen; elektrische eigenschappen. Het theoretische gedeelte wordt afgesloten met een toets. Daarnaast wordt in groepjes onder begeleiding van een tutor gewerkt aan een scriptie over een modern onderwerp in de materiaalkunde. Ieder jaar wordt weer een nieuw overkoepelend thema gepresenteerd, waarbinnen diverse scriptieopdrachten worden geformuleerd. Het project wordt afgesloten met posterpresentaties, waarbij steeds twee groepsleden door een deskundige jury worden ondervraagd (geeft de persoonlijke beoordeling).
Leerdoelen Kennis van de (kristal)structuren van metallische, polymere en keramische materialen en de onderliggende ordenende principes op verschillende lengteschalen, en het kunnen uitvoeren van eenvoudige geometrische berekeningen (celvolume, ribbe, atoomstraal, pakkingsdichtheid, oppervlakteconcentraties, etc.) op basis van een gegeven structuur Herkennen van puntfouten, lijndefecten, korrelgrenzen en volumedefecten, en de kwalitatieve invloed ervan op een gegeven mechanische of functionele eigenschap van een materiaal kunnen omschrijven Het universele trek-rek diagram en de belangrijke punten daarin kunnen beschrijven, en het kunnen afleiden van de mechanische eigenschappen (E-modulus, ductiliteit, sterkte, taaiheid, etc.) uit een diagram van een gegeven materiaal De bandenstructuren van metalen, isolatoren en halfgeleiders (intrinsiek, p- en n-doped) kunnen beschrijven, en het kunnen afleiden van de grootte van band gaps en de relatieve positie van dopant niveaus uit gegevens over de geleidbaarheid versus temperatuur. Het in groepsverband maken van een literatuurscriptie over een gegeven onderwerp. Het maken van een A0 groepsposter over een gegeven onderwerp, en het kunnen presenteren en uitleggen van de inhoud van de poster aan een jury, op basis van hun vragen.
57
9
vakbeschrijving
Calculus 2 cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191510230 Calculus 2 G. Zwier
Q 2A 5 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden. Het cijfer wordt alleen dan geregistreerd als de cases voldoende zijn afgerond.
Vakbeschrijving Calculus II is het directe vervolg op het vak Calculus I en breidt de wiskundige basis, die nodig is in de rest van de studie, uit. In het vak Calculus II wordt de wiskunde behandeld die men nodig zal hebben in natuurkundig gerichte vakken, zoals procestechnologie, fysische transportverschijnselen, thermodynamica, elektriciteitsleer en materiaalkunde, en ook in meer ekonomisch of bedrijfskundig gerichte vakken. De theorie uit Calculus I van functies van één variabele wordt uitgebreid naar in de eerste plaats (scalaire) functies van meer variabelen. Meestal zijn dat functies van drie ruimtecoördinaten (zoals de concentratie of temperatuur als functie van de plaats in een reactorvat), en soms functies van 'veel' variabelen, zoals de opbrengst als functie van diverse inputvariabelen. In de tweede plaats bekijken we zogenaamde vectorvelden, dat zijn functies van drie ruimte-coördinaten, waarvan de functiewaarden zelf weer vectoren zijn, bijvoorbeeld een snelheidsveld om een stroming te beschrijven, of een krachtveld. Daarnaast zullen de begrippen limiet, continuïteit en differentieerbaarheid opnieuw gedefinieerd worden voor functies van twee en drie variabelen. De integraalrekening wordt uitgebreid naar functies van meerdere variabelen. Deze meervoudige integralen zijn van toepassing in veel technische vakgebieden en worden ook veel toegepast in de statistiek. Een voorbeeld komt uit de vloeistofstroming waarin meervoudige integralen nodig zijn voor het bepalen van het volume dat per seconde door een gekromd oppervlak stroomt (de flux). Wanneer transformaties naar pool- en bolcoördinaten toegepast worden kunnen met meervoudige integralen gemakkelijk volumes en traagheidsmomenten bepaald worden. Het (moeilijke) hoogtepunt vormen hier de zogenaamde integraalstellingen van Stokes, Gauss en Green en generalisaties van de hoofdstelling van de integraalrekening voor meer dimensies. Daarnaast zal er enige aandacht worden besteed aan reeksen, dat zijn oneindige rijen getallen die bij elkaar opgeteld worden. De centrale vraag hierbij is: convergeert zo’n reeks naar een bepaalde uitkomst of wordt de uitkomst oneindig groot? We concentreren ons in dit vak voornamelijk op Taylorreeksen die kunnen worden gebruikt om functies te benaderen op het interval waarop de reeks convergeert. Vakinhoud Scalarvelden: partiële afgeleide, kettingregel, richtingsafgeleide, lineaire benadering, niveauverzamelingen, extrema, twee- en drievoudige integralen. Krommen en oppervlakken in de driedimensionale ruimte: parametrisering, raaklijnen en raakvlakken, normaalvectoren, booglengte en oppervlakte. Vectorvelden: lijnintegralen en flux-integralen, gradiëntvelden, rotatie, divergentie en de integraalstellingen van Green, Stokes en Gauss. Reeksen: rijen, reeksen, convergentie en divergentie, convergentiecriteria en machtreeksen. Gedurende het verloop van het vak is er een aantal verplichte practica. Hierin zal gewerkt worden met het computerprogramma MATLAB. Er wordt in groepen van vier of vijf personen gewerkt aan cases die gerelateerd zijn aan de praktijk van de chemisch technoloog. Leerdoelen Lineaire benaderingen te maken van (eventueel impliciet gegeven) scalaire functies van twee of drie variabelen de richtingsafgeleide en gradiëntvector te berekenen, alsmede eigenschappen van de gradiëntvector toe te passen extrema van functies van twee of drie variabelen te bepalen twee- en drievoudige integralen van scalaire functies over algemene gebieden te berekenen; lijn- en flux-integralen op te stellen alsmede deze te berekenen de begrippen (absolute/voorwaardelijke) convergentie en divergentie bij reeksen te formuleren; de som van een meetkundige reeks te bepalen (alsmede kleine variaties hierop); de machtreeksrepresentatie (inclusief convergentie-interval) van een functie te bepalen. 58
9
vakbeschrijving
Experimenteren II cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191399121 Q 2A Experimenteren II 5 EC Ir. P.P. Veugelers Ir. B.M. Tel Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Een voldoende beoordeling van de toets Veiligheid is een voorwaarde voor het afronden van dit vak.
Vakbeschrijving Het practicum Experimenteren II geeft een inleiding in het doen van natuurwetenschappelijk onderzoek en bouwt daarbij voort op Experimenteren I. De basisvaardigheden journaliseren, foutenanalyse en foutenverwerking (eventueel met Matlab) worden bekend verondersteld, waardoor de nadruk meer op het experiment zelf kan komen te liggen. De experimenten worden uitgebreider en complexer en er wordt meer aandacht gegeven aan de samenhang tussen de verschillende onderdelen ervan. Een belangrijke toevoeging is dat aandacht wordt besteed aan het leren schrijven van onderzoeksverslagen. De kennis op het gebied van veilig werken op een chemisch of natuurkundig laboratorium wordt verder uitgebreid. Vakinhoud De bij Experimenteren I geïntroduceerde begrippen en vaardigheden krijgen meer inhoud en betekenis: variabele, hypothese, oriënterend experiment, het analyseren van een probleem, het vertalen van een probleem in meetbare grootheden, het opstellen van een meetprogramma. Het repertoire aan technische werkwijzen en experimentele vaardigheden wordt verder uitgebreid. Op basis van het op het practicum bijgehouden laboratoriumjournaal worden twee onderzoeksverslagen gemaakt. In de eerste week is er een toets veiligheid. Het practicum bestaat uit 5 opdrachten van 3 dagdelen. Er zijn opdrachten met een natuurkundig karakter en opdrachten met een scheikundig karakter. Afhankelijk van de opdracht wordt individueel gewerkt of in tweetallen. Leerdoelen Een beperkt complex natuurwetenschappelijk probleem kunnen analyseren en vertalen naar onderzoeksvragen en daarbij een foutenanalyse kunnen opstellen Een natuurwetenschappelijk onderzoek systematisch kunnen opzetten en uitvoeren en kunnen vastleggen in een journaal (zodat de samenhang tussen de onderdelen duidelijk is). Experimentele vaardigheden hebben zoals het gebruik van meetapparatuur, kiezen van geschikte meetmethoden, het omgaan met apparatuurdocumentatie, het gebruik van een computer voor de besturing van de opstelling of het verzamelen van meetgegevens. Veilig en milieubewust kunnen werken. De meetresultaten bij een natuurwetenschappelijk experiment kunnen verwerken en interpreteren, en daar conclusies uit kunnen trekken. Een onderzoeksverslag kunnen maken van een natuurwetenschappelijk experiment. De veiligheidsrisico’s kennen van het werken op een chemisch of natuurkundig laboratorium en weten hoe je er mee om moet gaan.
59
9
vakbeschrijving
Procestechnologie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191375141 Q 2B Procestechnologie 5 EC Prof. Dr. Guido Mul Ing. Robert Meijer Er worden twee toetsen afgenomen, waarvoor geldt dat het gemiddelde een voldoende is, en voor elk tenminste een 5 moet zijn behaald om voor het vak te slagen.
Vakbeschrijving Wat is procestechnologie? Procestechnologie omvat de technologieën die je nodig hebt om een chemische omzetting veilig, (energetisch) efficiënt, en economisch rendabel uit te kunnen voeren. Hoewel men bij procestechnologie vaak aan grote installaties denkt, zijn de principes ook op bijvoorbeeld microschaal toepasbaar. Dit vak bereidt de student voor om relatief eenvoudige massa en energiebalansen uit te kunnen rekenen, die essentieel zijn voor optimalisatie van een processchema. Tevens dient de student kwalitatief een processchema kritisch te kunnen analyseren, eenheidsoperaties te kunnen aanwijzen, en te kunnen uitleggen waarom deze operaties in het proces worden toegepast. Waarom Procestechnologie? Het vak procestechnologie biedt een basis die essentieel is voor elementair inzicht in proces-, en produkt ontwerp. Het vak vormt tevens een inleiding voor Fysische Transportverschijnselen, Kinetiek en Katalyse, en Projecten Chemische Technologie. Vakinhoud Hoofdaspecten van het vak omvatten het opstellen, invullen, doorrekenen, en evalueren (inschatten of de uitkomsten realistisch zijn) van vergelijkingen voor een massa-, en/of energiebalans. Verder komt aan de orde hoe uit de massabalans, ontwerpvergelijkingen voor drie typen reactoren opgesteld kunnen worden, te weten batch, CSTR en Plug flow. Behandeld worden 0-de, 1-ste, en 2-de orde reactievergelijkingen. Het vak wordt gedoceerd aan de hand van hoor-, en werkcolleges. Tijdens de hoorcolleges wordt zoveel mogelijk ingegaan op het belang van bepaalde processchemas en berekeningen. Ook wordt een aantal voorbeelden gegeven, om duidelijk te maken hoe een balans kan worden opgezet en uitgerekend. Tijdens de werkcolleges gaan de studenten zelf aan de slag om er achter te komen of ze de stof hebben begrepen, door verschillende opdrachten te maken. Leerdoelen Het uit je hoofd leren van grootheden die worden toegepast om stromen (massa, energie) en condities (P, T) in procesoperatie weer te geven, en deze in elkaar kunnen omrekenen. Massabalans over niet reactief proces kunnen opstellen, met zekere mate van complexiteit (max. 10 operaties). Zo’n probleem kunnen aan pakken, en oplossen op basis van gegeven waardes. In het bijzonder zijn scheidingsstappen zoals extractie en destillatie belangrijk. Massa- en molbalans over proces kunnen opstellen waarin een reactie wordt uitgevoerd. Begrijpen waarom recycle en purge worden toegepast in veel processen. Reactoren – Batch, CSTR, en Plug Flow kunnen tekenen, en vanuit de molbalans de ontwerpvergelijking kunnen opstellen voor een 0-de, 1-ste en 2-de orde reactievergelijking voor elk van deze reactoren. Met behulp van deze vergelijkingen uitrekenen hoe groot een bepaald reactorvolume moet zijn om tot een gewenste omzetting van reactanten te komen. Verschillende vormen van energie kunnen benoemen die in procesoperatie van belang zijn. Energiegrootheden kunnen opzoeken, in het bijzonder stoom-tabellen kunnen aflezen. De relatieve importantie van energievormen in processchema’s kunnen uitleggen. Uit tabellen soortelijke warmte, en vormingsenthalpie kunnen aflezen en aan de hand daarvan energiën ten opzichte van een referentietoestand kunnen uitrekenen. Energiebalans, in combinatie met massabalans, over reactief proces kunnen opstellen, met zekere mate van complexiteit (10 operaties). Zo’n probleem kunnen doorrekenen op basis van gegeven waardes. Kunnen benoemen wat bijdraagt aan de kosten voor een chemisch proces, en kunnen uitleggen waar economische voordelen van schaalvergroting vandaan komen. Aan de hand van eenvoudige formules de kosten van apparatuur kunnen uitrekenen.
60
9
vakbeschrijving
Project Duurzame Energie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191315140 Q 2B Project Duurzame Energie 5 EC B. Schuur, G. van Rossum, S.R.A. Kersten, P.P. Veugelers Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving In Europees verband wordt gestreefd naar een bevordering van het gebruik van duurzame brandstoffen in het vervoer. Zo heeft het Europese Parlement al in 2003 een richtlijn uitgevaardigd waarbij als streefcijfer wordt genomen dat in 2010 5,75 % van het brandstofverbruik in het vervoer door biobrandstoffen moet worden gedekt. Deze richtlijn is recent bijgesteld naar 4% biobrandstoffen. Nederland heeft deze richtlijn overgenomen in het Besluit biobrandstoffen wegverkeer 2007. Een mogelijk perspectief op langere termijn wordt geschetst in het Groenboek: Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening van de Europese Commissie. Hierin wordt als doel gesteld om in de sector van het wegvervoer conventionele brandstoffen tegen 2020 voor 20 % te vervangen door biobrandstoffen. Hoe deze doelstellingen worden gerealiseerd, wordt overgelaten aan de lidstaten. In dit vak zal een analyse gemaakt worden van een biobrandstof-biomassavoeding-technologie keten en hoe deze 20 % van de conventionele brandstoffen in Nederland in 2020 kan vervangen. Vakinhoud Het vak loopt parallel aan Proces Technologie en daar opgedane kennis leer je hier toe te passen. Je zal een viertal biobrandstof-biomassavoeding-technologie ketens evalueren aan de hand van duurzaamheidscriteria. Je zal één keten kiezen en deze vervolgens geheel uitwerken waarbij je ook het conversie proces gaat doorrekenen. Op labschaal zal je een biobrandstof of tussenproduct gaan maken. Werkvormen: hoorcolleges en projectgroep.
Leerdoelen Duurzaamheidcriteria opzoeken en verschillende energie (biomassa)routes daaraan evalueren Informatie verzamelen (literatuur en Internet) en deze kritisch evalueren: het maken van een geannoteerde literatuurlijst Opstellen van een energie en massabalans van een proces en deze iteratief doorrekenen Aannames maken en werken met onzekerheden en onvolledige informatie Opstellen van een energie en massabalans van een proces en deze iteratief doorrekenen Werken in een groep met behulp van gestructureerde vergaderingen Het maken van een conversie route evaluatierapport Produceren van een nader te bepalen biobrandstof (of tussenproduct) op labschaal Houden van een groepspresentatie
61
9
vakbeschrijving
Dynamisch Modelleren en Simulatie cursuscode: cursusnaam: e
Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191365141 Q 2B Dynamisch Modelleren en 5 EC Simulatie Dr. H.K. Hemmes Dr. C. Sun Dr. ir. G. Meinsma Dr. ir. B.H.L. Betlem 3 toetsen (samen 40%) + eindopdracht (60%) Geselecteerde opgaven moeten afgetekend zijn.
Vakbeschrijving In het vak worden de eerste beginselen van modelvorming van dynamische systemen behandeld. Het gaat daarbij om het vertalen van een voldoende realistische weergave van een (deel)systeem naar een model dat een mathematische beschrijving in de vorm van een stelsel van differentiaalvergelijkingen mogelijk maakt. Dit wordt worden gedaan aan de hand van een breed scala van voorbeelden uit de natuurkunde en de chemie, i.e. uit verschillende disciplines zoals mechanica, elektrische netwerken, vloeistof- en warmtetransport en chemisch processen (menging en reactie). De modellen worden gebaseerd op basisprincipes als behoudswetten en continuïteitsrelaties. De mathematische beschrijving van de gemodelleerde systemen maakt het mogelijk om een analyse van de dynamische respons te maken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van mathematische technieken voor het oplossen van lineaire differentiaalvergelijkingen en matrix rekening. Het dynamisch gedrag van systemen wordt verder geanalyseerd met behulp van simulaties met behulp van het simulatiepakket Simulink dat een onderdeel is van Matlab. De simulaties maken het mogelijk om het model te toetsen aan de dynamische respons van het werkelijke systeem. Vakinhoud Het vak bestaat uit hoorcollege en practicum. Het doel van het hoorcollege is om een aantal kernonderdelen van het vak toe te lichten. Tijdens het verplichte practicum wordt geoefend in het opstellen van modellen, de mathematische analyse en de simulatie van de dynamische respons. Het vak wordt afgesloten met een eindopdracht, waarin een analyse en modelvorming van een systeem wordt gedaan. Met behulp van simulaties wordt het model expliciet getoetst aan zelf te verzamelen experimentele gegevens.
Leerdoelen De eigenschappen van (gewone) differentiaalvergelijkingen te begrijpen, de vergelijkingen op te lossen en de oplossingen te analyseren in termen van stabiliteit. Een stelsel van differentiaalvergelijkingen om te zetten naar een toestandsmodel. Een beschrijving op te stellen van thermisch en elektrische systemen in termen van een stelsel differentiaalvergelijkingen (en/of toestandsmodel) Een beschrijving op te stellen van transport systemen en chemische systemen in termen van een stelsel differentiaalvergelijkingen (en/of toestandsmodel), gebruik makend van basisprincipes zoals behoudswetten en continuïteitsvergelijkingen. Gedistribueerde systemen te benaderen met een verzameling gekoppelde “gelumpte” systemen. Het mathematische model te implementeren en simuleren (in Simulink) De simulatieresultaten te analyseren om de juistheid van het model te toetsen. De simulatieresultaten te evalueren om dynamisch eigenschappen van het systeem af te leiden.
62
9
9.2
vakbeschrijving
Vakbeschrijving B2 Anorganische chemie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191330012 Q 1A Anorganische chemie 3 EC dr. H.J.M. Bouwmeester dr. A.J.A. Winnubst Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving: Volgens de klassieke definitie is de anorganische chemie dat deel van de chemie dat zich bezig-houdt met de eigenschappen en de reacties van verbindingen en elementen die in de “dode” natuur voorkomen en/of daarvan afgeleid zijn. De Franse naam, die misschien algemener is, is “chimie minérale”, waaruit blijkt dat de mineralen ook een belangrijke rol spelen. Tegenwoordig is het beter om te denken aan dat deel van de chemie dat alle elementen behalve koolstof behandelt. Dit vak is het vervolg op het anorganische deel van Structuur en Reactiviteit. Vakinhoud: De kernbegrippen structuur en binding uit Structuur en Reactiviteit worden nu uitgebreid met energie en reacties. Er komen verschillende reacties aan bod. Een inleiding in moleculaire symmetrie wordt gegeven. Er wordt verder ingegaan op de ionogene en covalente bindingstheorieën. Aandacht wordt besteed aan coördinatie verbindingen van overgangsmetalen. Een inleiding wordt gegeven in de vaste stofchemie (defecten en transport van defecten in de vaste stof).
Leerdoelen: Het verkrijgen van inzicht in de ruimtelijke structuur en symmetrie van moleculen. Het kunnen identificeren van moleculaire puntgroepen en het kunnen omgaan met symmetrie operaties en symmetrie elementen. Het begrijpen van karaktertabellen. Het beschrijven van covalente bindingen van meeratomige moleculen Verklaren en beschrijven van verbindingen met overgangsmetalen (d-groep elementen). Inzien van s en p donor/acceptor gedrag van liganden en toepassen van deze kennis voor het verklaren van bepaalde eigenschappen, zoals sterkte van de chemische binding Uigaande van het ionogene bindingsmodel en gebruik makend van Born-Haber enthalpie diagrammen trends in stabiltiteit van verschillende verbindingen kunnen verklaren. De zure of basische eigenschappen van verbindingen inzien en verklaren. Het verklaren van mechanismes van anorganische reacties, waarbij gebruik gemaakt dient te worden van kennis van elektronische structuren van de verbindingen Het toepassen van de Kröger-Vinck notatie voor de beschrijving van defecten in de vaste stof. Het analyseren van reactie evenwichten in de vaste stof.
63
9
vakbeschrijving
Evenwichten I cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191340151 Evenwichten I Dr. ir. D.C. Nijmeijer
Q 1A 5 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakinformatie: Fase-evenwichten en chemische reacties spelen een cruciale rol in onder andere de chemische, farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie. De evenwichtsthermodynamica vormt een gereedschapskist van vergelijkingen die het mogelijk maakt om de veranderingen van de toestand van een stof als gevolg van bijvoorbeeld een faseovergang, het mengen van stoffen of een chemische reactie te beschrijven en te kwantificeren. Tevens kan met behulp van deze evenwichtsthermodynamica bepaald worden of een proces spontaan dan wel niet-spontaan zal verlopen en wat de uiteindelijke samenstelling, temperatuur en druk van het evenwichtsmengsel zal zijn. De evenwichtsthermodynamica vormt dus het startpunt voor het ontwerp van vrijwel elk industrieel product of proces. Vakinhoud Achtereenvolgens zullen tijdens de cursus de volgende onderwerpen behandeld worden: 1. Gibbs energie en chemische potentiaal 2. Fase-overgangen 3. Het mengen van stoffen (gassen en vloeistoffen) 4. Dampspanning 5. Colligatieve eigenschappen (kookpuntsverhoging/vriespuntsverlaging/osmotische druk) 6. Chemische evenwichtsreacties De cursus Evenwichten I borduurt voort op de cursus Energie & Entropie en vormt de basis voor de vervolgcursus Evenwichten II. De cursus is een combinatie van hoor- en werkcolleges. De student wordt door het maken van huiswerkopgaven in de gelegenheid gesteld extra punten voor het eindcijfer te verzamelen. Een gastspreker uit de industrie zal enkele colleges verzorgen waarbij nadrukkelijk de relatie tussen theorie en praktijk aan bod zal komen. Daarnaast maakt een bezoek aan de laboratoria van membraantechnologie deel uit van de cursus. Hierbij zal met name de relatie tussen onderzoek en de in de cursus geleerde aspecten worden belicht. Leerdoel Het belang van de thermodynamica omschrijven en een aantal toepassingen van de thermodynamica op het gebied van fysische processen en chemische reacties opnoemen. De basisprincipes, vergelijkingen en relaties van de evenwichtsthermodynamica toepassen op eenvoudige fysische processen (faseovergangen) en chemische reacties Op basis van gegevens over een referentietoestand met behulp van de thermodynamische en mathematische vergelijkingen en relaties de condities (druk, temperatuur, samenstelling) in een andere dan de referentietoestand berekenen. Op basis van de thermodynamische berekeningen aan fysische processen en chemische reacties voorspellen of deze processen thermodynamisch gezien al dan niet spontaan zullen verlopen en berekenen wat de samenstelling, druk en temperatuur van het evenwichtsmengsel zullen zijn.
64
9
vakbeschrijving
Fysica van Atomen en Moleculen cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
091340201 Fysica van Atomen en Moleculen Dr.ir. M.A. van der Hoef
Q 1A 4 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving: Het vak Fysica van Atomen en Moleculen (FAM) is een verdiepingsvak. De meeste studenten zullen al vertrouwd zijn met de basisprincipes van atoom en molecuulbouw (o.a.door het vak Structuur en Reactiviteit). In het vak FAM wordt de oorsprong van deze principes verklaard vanuit de fysica. In de eerste helft van de 20e eeuw groeide het besef dat aan chemie en fysica dezelfde principes ten grondslag liggen. In 1916 probeerde Lewis de chemische binding te verklaren m.b.v. fysische begrippen. Steeds meer brak het besef door dat de elektronen voor de chemische binding verantwoordelijk zijn. Daarom is het nodig dat chemici iets weten van het gedrag van elektronen. Om het gedrag van elektronen in atomen en moleculen te beschrijven blijkt de klassieke mechanica ontoereikend. We hebben een nieuwe mechanica, de quantummechanica, nodig. Vakinhoud: Er wordt begonnen met de postulaten van de quantummechanica. Deze zijn vrij abstract, en om enig gevoel te krijgen wat de betekenis ervan is, worden twee eenvoudige voorbeelden behandeld: het deeltje in een doos, en de harmonische oscillator. Vanaf daar is het een kleine stap naar de beschrijving van het waterstofatoom, wat alleen een wat grotere wiskundige vaardigheid vereist. De zaak wordt gecompliceerder als er meerdere deeltjes (lees: electronen) in het spel zijn. Het blijkt dat er dan nog een extra postulaat nodig is, betreffende de ononderscheidbaarheid van electronen. Hierna volgt de beschrijving van atomen en chemische binding in moleculen. Alhoewel we de exacte vergelijkingen die zulke systemen beschrijven zonder probleem kunnen opstellen, zijn de oplossingen alleen nog maar via benaderingen te bepalen. Desalniettemin blijkt dat we toch een goed, kwalitatief inzicht in de aard van chemische bindingen kunnen krijgen. De contacturen van de cursus bestaat voor 50% uit hoorcolleges, en 50% uit werkcolleges.
Leerdoelen: Het kunnen beschrijven en toepassen van de postulaten van de quantummechanica (belang van toestandsfuncties en operatoren), en de relatie met het voorspellen van de uitkomst van metingen. Het kun- nen relateren van uitkomsten aan Heisenberg’s onzekerheidsrelatie Het kunnen bepalen van de genormeerde eigenfuncties van de Hamiltoniaan voor eenvoudige systemen (deeltje in doos, harmonische oscilator) in 1-D, 2-D en 3-D, en hiermee de verwachtingswaarden voor plaats, impuls, impulsmoment en energie kunnen uitrekenen Het kunnen rekenen met de s, p en d functies van het waterstof atoom (o.a. normeren, verwachtingswaarden uitrekenen, gemiddelde afstand van electron tot kern bepalen). Het kunnen uitleggen van begrippen als anti-symmetrie, pauli-verbod, regel van hunt, en het kunnen toepassen van deze begrippen m.b.t. met de opbouw van het periodiek systeem. Het kunnen uitleggen en toepassen van de MO-LCAO methode, variatierekening, seculiere vergelijkingen, sigma en pi orbitalen. Van hieruit een kwalitatieve beschrijving kunnen geven van binding in eenvoudige moleculen Met behulp van de Huckeltheorie een kwantitative beschrijving kunnen geven van (gedelocaliseerde) pi-bindingen in (cyclische) koolwaterstoffen.
65
9
vakbeschrijving
Toegepaste Molecuulspectroscopie cursuscode: cursusnaam: e
Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191360250 Q 1A Toegepaste 3 EC Molecuulspectroscopie Prof. Dr. J.G.E. Gardeniers Dr. M.S.T. Koay Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden. Eindcijfer is gebaseerd op toets (80%) en verslag/presentatie (20%)
Vakbeschrijving: Het vak "Toegepaste Molecuul Spectroscopie" geeft een overzicht van en een introductie tot de moderne spectroscopische technieken die gebruikt worden in de kwantitatieve en kwalitatieve analyse van moleculen. Het doel van dit vak is kennis te laten maken met de meest belangrijke principes van structuurophelderingmethoden en toepassing daarvan. Voorbereiding op practicum Analytische Chemie. Vakinhoud: Dit vak bestaat uit twee onderdelen: een theoriedeel en een project. • In het theorieblok (TMS) worden hoorcolleges en werkcolleges gegeven. Focus ligt op de structuuropheldering van (bio)(an)organische verbindingen middels technieken als massaspectrometrie (MS, infrarood (IR), kernspin resonantie (NMR) en absorptie- en fluorescentie (UV-Vis) spectroscopie. • In het Project Toegepaste Molecuul Spectroscopie wordt de rol van de spectroscopische technieken in het kader van een bredere vraagstelling aangepakt. Een groep van 4 à 6 studenten moet aan de hand van literatuuronderzoek de meest geschikte spectroscopische methode(n) zoeken om de vraagstelling te behandelen, en dit in een schriftelijke rapportage en een mondelinge groepspresentatie voor medestudenten presenteren.
Leerdoelen: Focus in dit vak ligt op de structuuropheldering van (bio)(an)organische verbindingen middels technieken als massa spectrometrie (MS) infrarood (IR), kernspin resonantie (NMR) en absorptie- en fluorescentie (UV-Vis) spectroscopie. Na afloop van het vak kunnen studenten: -
de basisprincipes van de 4 behandelde spectroscopische/ spectrometrische technieken benoemen
-
spectrale eigenschappen voorspellen aan de hand van een molecuulstructuur aan de hand van spectra van een of meerdere technieken een molecuulstructuurvoorstel geven schriftelijk en mondeling (in de vorm van een groepspresentatie en groepsverslag) toelichten wat ze in het project Project Toegepaste Molecuul Spectroscopie hebben gedaan, te weten • literatuuronderzoek • spectroscopische methode in historisch perspectief plaatsen en illustreren aan de hand van enkele voorbeelden, en toekomstmogelijkheden schetsen.
66
9
vakbeschrijving
Evenwichten II cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191350010 Q 1B Evenwichten II 3 EC prof. dr. J.G.E. Gardeniers dr. H.J.M. Bouwmeester Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden. Voor beide onderwerpen een afzonderlijke toets, die beide voor 50% meetellen. Per toets minimaal 40% van maximum aantal punten halen.
Vakbeschrijving: Fasenevenwichten en elektrochemische reacties spelen een cruciale rol in onder andere de chemische, farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie alsmede in het materialenonderzoek en de fabricage van (vaste) materialen. Dit vak is een vervolg op het vak Evenwichten en bereidt voor op het vak Scheidingstechnieken. Vakinhoud: Als vervolg op het vak Evenwichten worden in dit college twee onderwerpen direct toepasbaar in procestechnologie en materiaalkunde, behandeld: -
Fasendiagrammen: niet-ideale mengsels; thermodynamische achtergrond van de fasenleer en toepassing op binaire systemen; ternaire fasendiagrammen Elektrochemie; theorie van sterke elektrolytoplossingen; Debye-Huckel theorie; redoxreacties en en redoxpotentialen; Nernstvergelijking; Butler-Volmer vergelijking; elektrochemische dubbellagen, elektrolyse, corrosie en brandstofcellen.
Leerdoelen: Onderdeel Fasendiagrammen: Bij een gegeven scheidingsprobleem een oplossingsmethode opzetten, benodigde data uit de gegevens aflezen, berekeningen uitvoeren en de plausibiliteit van het antwoord evalueren, hetgeen op te splitsen is in: Een binair en ternair fasendiagram aflezen, toepassen, schetsen, interpreteren en de fasen benoemen. Fasenregel en hefboomregel kunnen uitleggen en toepassen. Thermodynamische basis van fasendiagrammen uitleggen Het begrip ‘activiteit’ uitleggen en berekenen De begrippen eutektikum en peritektikum uitleggen en aanduiden in een fasendiagram Benodigde thermodynamische data uit tabellen en fasendiagrammen selecteren en interpreteren Onderdeel Elektrochemie: Algemene doelstelling is voldoende inzicht en ervaring te verkrijgen teneinde hiermee kinetische en thermodynamische berekeningen te kunnen uitvoeren op basis bekende gegevens van experimenten uitgevoerd m.b.v. een elektrochemische cel. Het kunnen berekenen van de activiteit van ionen in een elektrolytoplossing De thermodynamische basis van een elektrochemische cel kunnen uitleggen, alsmede die van kinetische processen en verschijnselen die optreden aan het oppervlak van elektroden. Het kunnen bereken van oplosbaarheidsprodukten, evenwichtsconstanten en andere thermodynamische grootheden uit gegevens van de standaardredox- en celpotentialen. Het kunnen berekenen van de stroomdoorgang van een elektrochemische cel en het vaststellen of al dan niet bepaalde elektrochemische reacties optreden, bijv., tijdens elektrolyse.
67
9
vakbeschrijving
Organische Chemie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191320013 Q 1B Organische Chemie 4 EC Prof. dr. Jeroen Cornelissen Ir. Rik Rurup Drs. Martijn Verwegen Drs. Jan Scharp Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving: Het doel van dit vak is je een breed en toepasbaar inzicht te geven in de reactiviteit van organische verbindingen aan de hand van diverse functionele groepen. e Deze cursus is een vervolg op het onderdeel Organische Chemie van het 1 jaars college Structuur en Reactiviteit (130004). De leerstof is noodzakelijke voorkennis voor diverse vakken op het gebied van de organische materiaalkunde, met name het Practicum Synthese (139901) en het college Industrieel toegepaste chemie (132003). Aanwezigheidsverplichting: Men moet dit college gevolgd hebben alvorens men aan het Practicum Synthese (139901) in het 2e semester kan deelnemen. Het vak Organische Chemie wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen van 3,5 uur. Het tentamen zal bestaan uit 12 opgaven die overeenkomen met de 12 behandelde hoofdstukken uit Bruice. Bij de beoordeling telt elke opgaaf even zwaar (10 punten). Tentamencijfer = score/11 met een maximum van 10. Minstens de helft van de tentamenvragen zal worden gekozen uit de Problems die in Bruice zijn opgenomen. Vakinhoud: 1. Reacties van alkynen. 2. Gedelokaliseerde electronen. 3. Substitutiereacties van alkylhalogeniden. 4. Eliminatiereacties van alkylhalogeniden. 5. Reacties van alcoholen, aminen, ethers en epoxiden. Organometaalverbindingen. 6. Aromaticiteit. Reacties van benzeen 7. Reacties van gesubstitueerde benzenen. 8. Carbonylverbindingen I. Nucleofiele acylsubstitutie. 9. Carbonylverbindingen II. Reacties van aldehyden en ketonen. 10. Carbonylverbindingen III. Reacties van de koolstof. 11. Oxidatie-reductie reacties. 12. Aminen, Heterocyclische verbindingen. Ongeveer 30 % van bovenstaande leerstof is al behandeld bij het college Structuur en Reactiviteit. Deze stof zal nu worden herhaald en uitgebreid. Werkvormen: hoorcollege en werkcollege. Gezien het beperkte aantal college uren is het niet mogelijk om alle leerstof integraal en in detail tijdens het college te bespreken. Er wordt ten sterkste aangeraden om de opgaven van tevoren thuis te proberen zodat gerezen problemen op het werkcollege aan de orde kunnen worden gesteld. Leerdoelen: reacties van alkynen beschrijven (1) de begrippen aromaticiteit en delokalisatie toepassen op de reactiviteit van organische verbindingen (2 en 6) substitutiereacties en eliminatiereacties van alkylhalogeniden beschrijven (3 en 4) reacties van alcoholen, aminen, ethers, epoxiden en organometaalverbindingen beschrijven. (5) reacties van gesubstitueerde benzenen beschrijven (7) beschrijven hoe eenvoudige carbonylverbindingen reageren (nucleofiele acylsubstitutie; reacties van aldehyden en ketonen; reacties van de koolstof) (8, 9 en 10) beschrijven hoe van oxidatie-reductie reacties (11) beschrijven van zuurbasegedrag van de aminen en de reactiviteit van heterocylcische verbindingen. (12) 68
9
vakbeschrijving
Analytische Chemie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191360021 Analytische Chemie prof. dr. J.G.E. Gardeniers
Q 1B 2 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving: Het practicum "Analytische Chemie" geeft een overzicht van, en introductie tot, de moderne instrumentele technieken die gebruikt worden in de kwantitatieve en kwalitatieve analyse van moleculen, zoals infra-rood (IR) spectroscopie, kernspin resonantie (NMR) en absorptie/fluorescentie (UV-Vis) spectroscopie. Verder worden algemene (bio)analytische scheidings-technieken als gas- en vloeistofchromatografie behandeld. Het vak bouwt voort op Toegepaste molecuulspectroscopie en Structuuranalyse. Het vak is verplichte voorkennis voor Synthese practicum. Vakinhoud: Gedurende het practicum worden (bio)analytische scheidingsmethoden en spectroscopische technieken in de praktijk bekeken. Er zijn een aantal verplichte en een aantal keuzeproeven die gedaan moeten worden (in totaal 5) en die afgerond worden met een verslag. Organisatie Elke student doet 5 middagen practicum van 13.00 tot ca. 17.00 uur, in een team van 3 of 4 andere studenten. Iedere student schrijft een eigen verslag. Er geldt aanwezigheidsplicht voor de practica. Toetsing - 1/3 van het cijfer wordt bepaald door de werkwijze op het praktikum. Hierin worden de voorbereiding (kennis van de achtergrond en planning van het praktische werk) en de uitvoering (het tempo, de netheid en de effectiviteit waarmee wordt gewerkt, de uitwerking van de analyseresultaten) expliciet meegenomen. - 1/3 van het cijfer wordt bepaald door de wijze van bijhouden van het labjournaal. Iedere student (dus niet per groep!) dient een eigen labjournaal bij te houden tijdens het praktikum, de journaals worden aan het einde van het praktikum beoordeeld. - 1/6 van het cijfer wordt bepaald door een verslag van een verplichte proef. - 1/6 van het cijfer wordt bepaald door een verslag van een proef naar keuze. Dit verslag dient een foutendiscussie te bevatten. Verslaggeving dient te gebeuren volgens de Algemene Praktikum Handleiding.
Leerdoelen Beheersing van basisvaardigheden ten behoeve van het voorbereiden van een analyse (o.a. verdunningsreeks maken, pipetteren en afwegen) Maken en toepassen van een calibratielijn voor een kwantitatieve analyse De basisprincipes van 5 van de hiernavolgende analytische technieken kunnen uitleggen en toepassen (keuze volgens voorschrift op Blackboard): HPLC, microplate reader, UV-Vis, IR, NMR, GCMS Op basis van verkregen spectroscopische data een onbekende stof of een mengsel van stoffen identificeren Een labjournaal op correcte wijze bijhouden (volgens handleiding) Een verslag schrijven van een uitgevoerde proef (volgens handleiding)
69
9
vakbeschrijving
Numerieke Algoritmen en Modelleren cursuscode: cursusnaam: e
Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191540280 Numerieke Algoritmen en Modelleren Dr. ir. G. Zwier
Q 1B en 2A 5 EC
Drie digitale toetsen, met totaalscore 100 ptn. Tijdens een toets mogen eigen uitwerkingen van opgaven uit het dictaat gebruikt worden, en ook de gegeven samenvattingen van de stof of van specifieke onderwerpen. Een toets is afgerond als minstens 40% van de maximale toetscore is behaald. Voorwaarde voor voldoende eindcijfer: de drie toetsen zijn afgerond, met als totaalscore minstens 55 ptn. Bij een herkansing blijven de scores van de afgeronde toetsen geldig, maar kunnen eventueel wel verbeterd worden.
Vakbeschrijving: Een probleem uit de praktijk heeft vaak een vorm waarbij niet met analytische methoden een oplossing te vinden is, bijvoorbeeld bij evenwichtsvergelijkingen of fysische transportverschijnselen. Dit hoeft echter niet te betekenen dat er überhaupt geen oplossing is; een softwarepakket biedt dan uitkomst. Met behulp van numerieke technieken kan dan toch vaak (een benadering van) een oplossing gevonden worden, meestal in de vorm van een verzameling punten. Het vak vormt een introductie in het pakket Matlab, programmeren, numerieke algoritmen en wiskundig modelleren. Het zal duidelijk zijn dat deze onderwerpen nauw met elkaar samenhangen. Vakinhoud: Het vak bestaat in feite uit 3 delen: • in deel 1 ligt de nadruk op het zelfstandig gebruik van Matlab en van haar help-faciliteiten (variabelen, script m files, vectoren, matrices, anonymous functions, plotjes, grafieken, formule manipulatie, data analyse), • In deel 2 komen de basistools van het programmeren erbij (functions, function m files, recurrente relaties, if-else statements, for- en while loop), is er aandacht voor numerieke algoritmen in het algemeen (aspecten van iteratieve processen, fouten, extrapolatie techniek) en ook voor standaard algoritmen (het berekenen van een integraal, het oplossen van nietlineaire vergelijkingen, het bepalen van extrema), • Deel 3 is gericht op het numeriek oplossen van differentiaalvergelijkingen: randwaardeproblemen (eindige differentiemethode, collocatiemethode) en beginwaardeproblemen (Euler en Runge Kutta methoden, stabiliteit, stijve dv). Het vak bestaat uit colstructies waarin de samenvattingen van de stof of specifieke onderwerpen aan de hand van voorbeelden en (deels) uitgewerkte programma’s wordt behandeld. Daarnaast is er tijd om zelf met de opgaven uit het dictaat aan de slag te gaan. Leerdoelen: Voldoende kennis van en ervaring met het pakket Matlab om het zelfstandig toe te passen. Een computerprogramma construeren om een (algemeen en eenvoudig) probleem op te lossen, dan wel om een situatie te simuleren. Het numeriek oplossen van een integraal, van één of meerdere niet-lineaire vergelijkingen, van een rand- of beginwaardeprobleem, of het numeriek bepalen van extrema, door het gebruik van een standaard routine of een zelf geprogrammeerd algoritme. Het beoordelen van een verkregen numerieke oplossing aan de hand van een eenvoudige foutenanalyse.
70
9
vakbeschrijving
Industrieel Toegepaste Chemie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
201100113 Industrieel toegepaste chemie dr. W. Verboom
Q 2A 3 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden. Het tentamen is uitsluitend schriftelijk. Meestal kan meer dan 100 punten gescoord worden. Voor het eindcijfer wordt het aantal punten gedeeld door 10. Bij meer dan 80% aanwezigheid van de hoor/werkcolleges en het gastcollege (verplichte aanwezigheid) kunnen 10 punten verdiend worden.
Vakbeschrijving Het vak Industrieel Toegepaste Chemie beoogt een integraal beeld te geven van de zware (bulk)chemische industrie vanuit een chemisch oogpunt. Daarbij wordt voortgebouwd op een aantal andere vakken in de opleiding tot chemisch technoloog. In het bijzonder zijn dit de vakken Structuur en Reactiviteit, Organische Chemie en Kinetiek en Katalyse. In deze vakken wordt de basis gelegd voor de chemische kennis van de chemisch ingenieur, waarbij uiteraard vooral de basisprincipes aan de orde komen. De chemische industrie maakt gebruik van deze principes voor de omzetting van grondstof tot (eind)product, maar dan wel binnen de beperkingen van de economische haalbaarheid, milieuaspecten en beschikbare grondstoffen. Economische aspecten worden onder andere bepaald door de thermodynamica (ligging van het evenwicht en reactiewarmte) en de kinetiek (of het evenwicht wel wordt bereikt en productiecapaciteit). Vakinhoud De hoofddoelstelling van dit college is het aangeven van de relatie tussen de beschikbare grondstoffen, de chemie van de gekozen processen en de gewenste producten. In deze samenhang komen o.a. aan de orde: - aardolie, aardgas en steenkool en de bereiding van de primaire petrochemicaliën; - bereiding van tussen- en eindproducten door (ep)oxidatie, ammoxidatie, (oxy)chlorering en door reactie met koolmonoxide (carbonylering), met koolmonoxide/waterstof (hydroformylering) resp. met water (hydratatie). Het vak bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges (oefenen tentamenopgaven) en een verplicht gastcollege.
Leerdoelen Inzicht in de chemie van het thermisch en katalytisch kraken van aardolie en de chemische omzetting van de gevormde producten. Begrip van de achterliggende chemie van de toepassing van aardgas als grondstof voor essentiële chemische producten. Het nut van steenkool, via droge destillatie of vergassing, als chemische grondstof of als toepassing in het Mobil-proces. De diverse processen dienen chemisch verklaard te kunnen worden. Chemisch begrip van homolytische en heterolytische oxidatiereacties in de bulkchemie. Inzicht in de chemie van de toepassing van koolmonoxide als belangrijk reagens in de bulkchemie, bijv. voor hydroformylering, de Reppe reactie, enz. Chemisch inzicht in de bereiding en toepassing van industrieel belangrijke alcoholen. Het chemisch kunnen verklaren wat er gebeurt bij industriële chemische processen.
71
9
vakbeschrijving
Fysische Transportverschijnselen cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191370201 Fysische Transportverschijnselen dr.ir. D.W.F. Brilman
Q 2A&B 6 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving Binnen het vak Fysische Transport Verschijnselen wordt op systematische wijze aandacht geschonken aan de kwantitatieve beschrijving van transportverschijnselen die in de fysische en chemische technologie optreden. Dit vak bouwt voort op basiskennis (stromingsleer) die binnen het vak IFTV (137009) is verzameld en spitst zich toe op warmtetransport en stoftransport. Vakinhoud In eerste instantie zal de aandacht zich richten op de behandeling van warmtetransport, waarna op basis van analogie stoftransport behandeld zal worden. Er zal aandacht geschonken worden aan de beschrijving van: stationair en instationair moleculair transport van warmte en stof, convectief transport van warmte en stof, warmte-transport tengevolge van straling, gekoppeld transport van warmte en stof en tenslotte stofwisselaars. Het vak FTV bestaat enerzijds uit hoor- en werkcolleges waar de theorie over de transportverschijnselen wordt uitgelegd en geoefend en anderzijds uit een practicum, waar de theoretisch afgeleide vergelijkingen en verbanden vergeleken zullen worden met experimentele observaties. Het practicum bestaat uit 2 proeven op het gebied van warmte- en transportoverdracht. Het practicum wordt afgerond met een verslag en een posterpresentatie. De uiteindelijke beoordeling van het vak is een middeling van - gemiddelde onafgeronde cijfer voor de practica (1/3) (dit cijfer is een gemiddelde van de posterpresentatie (1/3) en practicumverslagen (2/3)). - (onafgerond) cijfer voor het schriftelijk tentamen (2/3), waarbij het cijfer voor het tentamen twee keer zo zwaar telt. Voor zowel het gemiddelde practicum cijfer als voor het tentamen cijfer dient men tenminste een 5.0 behaald te hebben. Mocht men voor het practicum een gemiddeld cijfer lager dan 5.0 behaald hebben, dan dient men het gehele practicum over te doen. Leerdoelen het warmte- en stoftransport in open systemen waarin tegelijkertijd moleculair transport, gedwongen en vrije convectie en (voor warmtetransport) straling een rol kunnen hebben, kwantitatief beschrijven. Gekoppelde warmte- en stofoverdracht kwantitatief beschrijven. Energieen massatransport in uitwisselingsapparaten
kwantitatief
beschrijven.
Integrale en differentiële, stationaire en instationaire (component) massa- en (thermische) energiebalansen voor open systemen opstellen. differentiële energie- en component-massabalansen uitwerken om relaties af te leiden waarmee temperatuurverdelingen en concentratieprofielen in verschillende systemen beschreven kunnen worden. en hierbij tevens de verschillende differentiële en integrale balansen combineren, en de juiste Nusselten Sherwoodrelaties weten te gebruiken. bovenstaande kennis kunnen toepassen bij het uitvoeren van 2 proeven op het gebied van warmte- en stof overdracht.
72
9
vakbeschrijving
Practicum Synthese, Analyse en Karakterisering cursuscode: cursusnaam: e
Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191399013 Practicum Synthese, Analyse en Karakterisering W. Verboom
Q 2A&B 6 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving Het vak bouwt voort op de theorie vakken ‘Structuur en Reactiviteit’, ‘Anorganische Chemie’ en ‘Organische Chemie’. In dit practicum wordt de kennis in de praktijk gebracht. Dit practicum is bedoeld om de student(e) kennis te laten maken met en ervaring op te laten doen in een aantal verschillende (an)organische syntheses en enkele veelvuldig toegepaste spectroscopische methoden om de bereide verbindingen te analyseren/karakteriseren. Daarnaast komen typische aspecten van natuurwetenschappelijk onderzoek aan de orde, zoals het vertalen van een probleem in meetbare variabelen, het zorgvuldig plannen van een experiment, verwerken van experimentele gegevens, verslaggeving, e.d. Vakinhoud Het practicum bestaat uit een vijftal opdrachten (4 organische verbindingen en 1 anorganisch preparaat), een zelf te kiezen project, en een eindopdracht. Elke opdracht omvat de synthese van een verbinding, een analyse en/of een karakterisering van het verkregen product. Aan het begin van het practicum begint elke student(e) met zijn/haar programma waarin de vijf te synthetiseren, te analyseren en te karakteriseren verbindingen staan vermeld. De rangschikking van de verbindingen in elk programma bepaalt de uitvoering. Daardoor wordt echter de mogelijkheid om met meer opdrachten gelijktijdig bezig te zijn, niet uitgesloten. De voorschriften en een beknopte theoretische achtergrond van de synthese zijn op Blackboard beschikbaar. Voorts vermeldt het programma m.b.v. welke technieken het verkregen product in ieder geval geanalyseerd en/of gekarakteriseerd moet worden. Afhankelijk van het resultaat kan in overleg met de syntheseassistent gekozen worden voor andere (aanvullende) analyse technieken. Soms wordt gevraagd zelf een experiment te ontwerpen om een bepaald probleem tot klaarheid te brengen of zelf een voorstel te doen voor de oplossing van een analytisch probleem. In alle gevallen dient, alvorens met de praktische uitvoering wordt begonnen, eerst ruggespraak gevoerd te worden met de betreffende Synthese Assistent. Met nadruk wordt er op gewezen, dat de evaluatie van het praktische werk met name in de verslaggeving voldoende aandacht dient te krijgen. Ongeveer halverwege het practicum kan men kiezen voor een project (eventueel in groepsverband) en wordt de eindopdracht uitgereikt. De bedoeling hiervan is, dat elke student(e) aantoont in hoeverre hij/zij mede m.b.v. de opgedane kennis en vaardigheid in staat is zelfstandig een opdracht met synthetische en analytische aspecten uit te voeren. De eerste practicum dag begint met inleidingen over veilig en milieubewust werken op het practicum. Vervolgens is er een brandveiligheidsinstructie en een instructie in algemene laboratoriumtechniek op de practicumzaal. De voorbereidingen voor het praktische werk omvat het opzoeken, bestuderen (begrijpen) en uitwerken van het voorschrift, het invullen van de informatiekaart gevaarlijke stoffen en het aanvragen van chemicaliën (en glaswerk). Leerdoelen: Zowel theoretische als praktische voorbereiding (inclusief veiligheids aspecten) van een uit te voeren experiment volgens een bekend voorschrift, waarbij een belangrijk element de planning van de verschillende onderdelen is. Het zelfstandig kunnen uitvoeren van een (an)organische synthese, met inbegrip van de praktisch vaardigheden als een opstelling bouwen, filtreren, (vacuum)destilleren, extraheren, enz Analyseren/karakteriseren van een gesynthetiseerde verbinding of anorganisch complex (volgens gegeven methoden) Zowel theoretische als praktische voorbereiding (inclusief veiligheids aspecten) van een uit te voeren experiment waarbij het voorschrift zelf gezocht moet worden. Ook de methode(n) van analyseren/karakteriseren moet(en) zelf uitgezocht worden. Het kunnen verwerken van de gevonden resultaten in de vorm van een rapport en voor een tweetal experimenten, waaronder de eindproef, in een verslag. 73
9
vakbeschrijving
Project Chemische Technologie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191375022 Project Chemische Technologie A.G.J. van der Ham
Q 2A&B 7 EC
Verslag (70%), mondeling (20%), groepspresentatie (10%)
Vakbeschrijving De procesindustrie is voor Nederland een belangrijke industriële bedrijfstak die zich bezighoudt met het veredelen van (natuurlijke) grondstoffen door een doelgerichte aaneenschakeling van mechanische, chemische, fysische en/of biologische bewerkingen (een proces). Dit alles onder de voorwaarden van veilig voor mens en milieu en economisch haalbaar. De procestechnologie is de wetenschap achter het technisch realiseren van deze processen op industriële schaal. Hiervoor moet men inzicht hebben in de wetenschappelijke basisprincipes zoals de wet van behoud van massa en energie, thermodynamica voor de beschrijving van gas-vloeistof evenwichten en reactie evenwichten etc. Project CT integreert dus de kennis opgedaan bij een groot aantal bachelorvakken zoals procestechnologie, evenwichten, organische chemie, fysische transport verschijnselen, kinetiek en katalyse. Daarnaast wordt deze kennis ook uitgebreid met (gast)colleges op het gebied van ontwerpen, veiligheid etc. en een vervolgstap in de informatieverwerving. De opgedane kennis wordt toegepast op een bestaand industrieel proces in de vorm van een project waarin alle aspecten (zie hieronder) aan de orde komen zodat men een zo goed mogelijk beeld krijgt van dit proces. Daarna volgt een bezoek om dit beeld aan het werkelijke proces te toetsen. Vakinhoud e Het vak loopt over de kwartiel 3 en 4. In het 3 kwartiel (2 EC) worden de colleges aangeboden, kan men zich al inlezen in het onderwerp en moet men komen tot een verslagindeling, planning en werkverdeling. Startpunt is het product dat wordt gemaakt vanuit een gegeven grondstof met een e gekozen proces. Aan het eind van kw 3 is het 1 tussenverlag gepland waarin de achtergrondinformatie van het proces en een eerste aanzet voor de chemie, kinetiek en procesbeschrijving staan. De colleges behandelen onderwerpen als massa en energiebalansen, schatten van data, ontwerpen van een reactor, ontwerpen van een destillatiekolom, procesveiligheid en proceseconomie. Tevens wordt verder ingegaan op het systematisch verwerven van informatie en het vastleggen in Endnote. In kwartiel 4 wordt de opgedane kennis toegepast en geïntegreerd voor het project. Het resultaat wordt gepresenteerd in de vorm van een eindrapport en een presentatie. Het geheel wordt afgerond met een individueel mondeling. Als groep lever je de volgende producten op: stappenplan voor het gebruik van literatuurbronnen, tussenverslag 1, tussenverslag 2 (go/no go), eindrapportage, presentatie voor de medestudenten en/of bedrijf Leerdoelen Systematisch informatie verwerven (op basis van een stappenplan) en deze kritisch evalueren tbv proces. De literatuurreferenties in Endnote. Voorkennis en theorie toepassen en integreren bij het beschrijven van een chemische proces met aandacht voor historische achtergrond, toepassing, chemie, thermodynamica, kinetiek en de beschrijving van het processchema. Het afschatten van ontbrekende fysische en chemische data. Opstellen van massa en energiebalansen voor het betreffende, vereenvoudigde, proces in Excel met meenemen van recycles (iteraties). Ontwerpen van een reactor en een scheidingsapparaat (bij voorkeur een destillatiekolom). Hierbij wordt gebruik gemaakt van Matlab en Excel. Opstellen van een eenvoudige economische analyse met een investeringsschatting (CAPEX) en operationele kosten (OPEX) ter afschatting van de kost-plus-prijs. Het benoemen en zo mogelijk kwantificeren van veiligheids- en milieuaspecten van het proces. Schriftelijk bovenstaande informatie over het proces en de ontwerpen beschrijven en verantwoorden Mondeling bovenstaande informatie over het proces en de ontwerpen beschrijven en verantwoorden Houden van een presentatie voor medestudenten en voor bedrijf.
74
9
vakbeschrijving
Reactiekinetiek en katalyse cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
201100114 Q 2B Kinetiek en Katalyse 5 EC Dr. B.L. Mojet, Dr. A. van Houselt Prof. dr. ir. L. Lefferts Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving: Kinetiek & Katalyse is een inleiding in het bestuderen van (de snelheid van) chemische reacties, al dan niet gekatalyseerd. Meer dan 85 % van de materialen en produkten die we in ons dagelijks leven tegenkomen heeft gedurende het productieproces te maken gehad met een katalysator. Katalysatoren versnellen of sturen chemische reacties, zonder daarbij zelf verbruikt te worden. Daarom beginnen we het vak met in detail te kijken naar welke factoren de snelheid van een chemische reactie beïnvloeden. Vervolgens bestuderen we een gekatalyseerde reactie en zullen zien dat daarbij de reactiekinetiek behoorlijk beïnvloed kan worden. Ook zullen adsorptie, stoftransport en microscopische of spectroscopische bestudering van de katalysatoren behandeld worden. Vakinhoud: Het vak kent de volgende elementen: 1. Kinetiek 2. Adsorptie 3. Heterogene Katalyse 4. Transport en katalyse 5. Bereiding van katalysatoren 6. Karakterisatie van katalysatoren Het vak bevat een case-study, waarbij de studenten wordt gevraagd om de kennis die bestudeerd en opgedaan is toe te passen om een (escalerende) situatie uit het bedrijfsleven. Ook zal uitgebreid worden ingegaan op de mogelijkheid om via efficiëntere en betere katalysatoren bij te dragen aan verduurzaming.
Leerdoelen: Eenvoudige kinetische modellen doorrekenen om de kinetiek concentratieverloop, halfwaardetijden) van een reactie te beschrijven.
(bijv.
reactiesnelheid,
Het Langmuir en BET adsorptiemodel beschrijven en hiermee het specifiek oppervlak van een katalysator uitrekenen. De Langmuir-Hinshelwood, Eley-Rideal en Mars-van Krevelen modellen beschrijven en het effect van deze modellen op de reactiekinetiek doorrekenen. De volgende begrippen beschrijven en het eventuele effect op de reactiekinetiek uitrekenen: moleculaire en Knudsen diffusie, interne en externe massatransportlimiteringen, Thiele modulus. Kan zowel de technische als de financiële aspecten beschrijven die een rol spelen bij het produceren van katalysatoren. Beargumenteren wat de sterke en zwakke punten zijn van onderstaande technieken om katalysatoren te onderzoeken: • Fysisorptie / chemiesorptie • Elektronen microscopie (TEM, SEM, EDX, STM) • Röntgendiffractie (XRD) • Röntgen absorptie spectroscopie (XAS) • Foto-electron spectroscopie (XPS) • Vibratiespectroscopie (IR) • Temperatuur geprogrammeerde technieken (TPD, TPR, TPO) 75
9
9.3
vakbeschrijving
Vakbeschrijving B3 Scheidingsmethoden cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191385061 Scheidingsmethoden dr.ir. N.E. Benes
Q 1A 5 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving Dit vak richt zich op het beschrijven en ontwerpen van de belangrijkste industrieel toegepaste scheidingsprocessen. Hoofddoel is het zich eigen maken van de basisprincipes en ontwerpberekeningen die essentieel zijn voor het bepalen van de technische feasibility voor specifieke toepassingen. Derhalve wordt binnen het vak veel aandacht gegeven aan het oefenen en zelfstandig uitvoeren van deze ontwerpberekeningen. Daarnaast worden de belangrijkste toepassingsgebieden en apparaat-uitvoeringsvormen geïllustreerd Het vak bouwt voort op de kennis die is opgedaan in: Evenwichten II, Fysische chemie, Inleiding fysische transportverschijnselen, Fysische transportverschijnselen Vakinhoud De volgende onderwerpen komen aan bod: • Rol van scheidingprocessen in de industrie • Evenwicht gebaseerde processen; destillatie, absorptie, strippen, extractie • Snelheid gebaseerde processen; adsorptie, ionenwisseling, drogen, kristallisatie • Mechanische scheidingstechnieken: vloeistof/vloeistof, vast/vloeistof, gas/vloeistof en gas/vast scheidingen, membraanscheidingen • Globale dimensionering van scheidings-apparaten • Selectie van scheidingsmethoden • Voorbeelden en oefeningen Schriftelijk tent. bestaande uit 3 onderdelen: voor deel 1 en deel 2 kunnen tussentijdse schriftelijke toetsen worden afgelegd. Theorie en practicum worden gemiddeld op basis van EC,s, (3,5/1,5). Voor Theorie en practica moet minimaal een 5 worden behaald. Leerdoelen Theorie Principes van evenwichtsscheidingen en niet evenwichtsscheidingen omschrijven en een aantal betreffende fysische scheidingsprocessen opnoemen. De basisprincipes van evenwichtsscheidingen toepassen, zowel grafisch als numeriek, op eenvoudige binaire en ternaire systemen. Principe van snelheidsgebaseerde scheidingsprocessen uitleggen en bijbehorende vergelijkingen toepassen op eenvoudige systemen. Beginsels van mechanische scheidingen uitleggen en berekeningen uitvoeren aan eenvoudige systemen Leerdoelen Practicum Onderzoeksvraag stellen, bijbehorend meetplan opzetten en uitvoeren Bedienen van een meetopstelling om relevante meetdata te verkrijgen Experimentele data kritisch evalueren en interpreteren Communiceren werkzaamheden en bevindingen aan derden
76
9
vakbeschrijving
Voortgezette Materiaalkunde cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191355400 Q 1B Voortgezette Materiaalkunde 5 EC dr.ir. G. Koster dr.ir. J.E. ten Elshof Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving Deze cursus is een vervolg op Inleiding Materiaalkunde. Het vak draagt bij aan je kennis en inzicht in mechanische en functionele eigenschappen van verschillende materiaalklassen; en begrip van de relaties tussen microstructuur en eigenschappen van materialen. Het vak bereidt voor op de vak Chemie, Technologie van Organische Materialen en het vak Chemie, technologie van Anorganische Materialen. Vakinhoud Deze cursus bestaat uit een aantal colleges over structuur en functionele eigenschappen van verschillende materialen (polymeer, keramiek, metaal). In de colleges worden zowel theorie als vraagstukken behandeld. Het theoretische gedeelte wordt afgesloten met een tentamen. Daarnaast wordt in groepjes van 2 studenten gewerkt aan een wiki-pagina over een technologisch relevant materiaal. Dit onderdeel van de cursus wordt afgesloten met groepspresentaties. De beoordeling is gebaseerd op beide onderdelen, waarbij de toets minimaal met een 5.5 moet zijn gehonoreerd. De verdeling van de punten is: toets (60%), wiki-pagina + presentatie (40%).
Leerdoelen Kunnen uitvoeren van eenvoudige berekeningen aan diffusie-processen in vaste en kristallijne materialen Kunnen lezen van binaire fasendiagrammen van metalen en oxiden, en verschillen in microstructuur van legeringen verklaren op basis van thermodynamica en kinetiek van fasenovergangen Het kunnen toepassen van Weibull statistiek om kans op breuk in materialen te bepalen, en materialen onderling te vergelijken Kan aan de hand van eenvoudige structuren kwalitatief een uitspraak doen over de eigenschappen van materialen bijv. elektrische geleidbaarheid, magnetische eigenschappen. Kan op basis van eenvoudige modellen kwantitatief bepalen wat de waarde van een karakteristieke parameter zal zijn, bijv. de verzadigingsmagnetizatie, de polarizeerbaarheid Kan op basis van een globale beschrijving van kenmerken van een materiaal bepalen tot welke klasse een materiaal behoort qua eigenschappen bijv. ferroelektricitisch vs. piezoelektrisch Voor het betreffende technologisch materiaal kan de student: 1 een beschrijving geven van alle primaire mechanische en functionele (magnetische, elektrische, optische, etc.) eigenschappen. 2. een verklaring geven van deze eigenschappen vanuit de structuur; daarbij rekening houdend met het feit dat verschillende eigenschappen worden bepaald door verschillende fenomenen die op verschillende lengteschalen werkzaam zijn 3. Waar mogelijk: een relatie leggen tussen microstructuur en achterliggende syntheseroute om daarmee eigenschap te kunnen verklaren.
77
9
vakbeschrijving
Duurzame Procestechnologie cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191315131 Duurzame Procestechnologie dr.ir. D.W.F. Brilman
Q 2A 5 EC
Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving Dit vak levert een belangrijke bijdrage aan je inzicht in huidige trends in de duurzame procesvoering, met name op het gebied van energie en materiaalgebruik. In de casus ga je de opgedane kennis toepassen op een praktijkprobleem (bv het vergelijken van twee productieroutes, grondstofvervanging of gebruik van de eindige fosforvoorraad in de wereld). Dit vak is een vervolg op de vakken Energie en Entropie, Procestechnologie en het project Duurzame Energie. Vakinhoud Na een introductie over Duurzame Energie en duurzaam produceren, ligt de nadruk op het leren kennen van - en werken met methodes die momenteel gebruikt worden om de duurzaamheid van processen en producten te karakteriseren en dit waar mogelijk te kwantificeren. Voorbeelden hiervan zijn de Exergie Analyse en de Levenscyclus Analyse (LCA). Het (kunnen) opstellen van de juiste massa- en energiebalansen en het toepassen van thermodynamische concepten zijn daarbij van groot belang, met name voor de exergie analyse. Deze elementen zullen uitgebreid aan bod komen, zowel aan de hand van voorbeelden als via oefenopgaven. Daarnaast zal het duurzaam gebruik van grondstoffen en energie worden geïllustreerd bij (gast)colleges over bijvoorbeeld biomassa-toepassingen en CO2 management. Het eerste gedeelte van het vak wordt afgesloten met een individuele kennistoets. Het tweede gedeelte van het vak betreft een Case Study over een hedendaags probleem op het gebied van duurzame procesvoering. De casestudy wordt in groepen van 3 à 4 personen uitgevoerd en afgesloten met een groepsrapport en een presentatie voor alle deelnemers. Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van het groepsrapport (60%) en de individuele toets (40%). Voor beide onderdelen moet minimaal een 5 worden gehaald. Leerdoelen Kennis maken met duurzaamheidsprincipes, indicatoren, globale trends herkennen werken met methodes die momenteel gebruikt worden om de duurzaamheid van processen en producten te karakteriseren en waar mogelijk te kwantificeren. Voorbeelden hiervan zijn de Exergie Analyse en de Levenscyclus Analyse (LCA). de juiste massa- en energiebalansen opstellen. thermodynamische concepten opstellen en toepassen, met name voor de exergie analyse. bovenstaande kennis toepassen op een case-study duurzaamheidsindicatoren en randvoorwaarden.
en
daarbij
rekening
houden
met
78
9
vakbeschrijving
Chemie en Technologie van Organische Materialen cursuscode: cursusnaam: e
Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
191355390 Q 2A Chemie en Technologie van 5 EC Organische Materialen Dr. M.A. Hempenius, Prof. Dr. D.W. Grijpma Beoordeling en cesuur zijn van tevoren vastgelegd. Indien analyse van testresultaten daartoe aanleiding geeft, kan hiervan afgeweken worden.
Vakbeschrijving Polymere materialen met een zeer breed spectrum aan eigenschappen zijn in de afgelopen 100 jaar beschikbaar gekomen en spelen nu een erg belangrijke rol in ons dagelijks leven. Redenen waarom polymeren zo succesvol op diverse terreinen kunnen worden toegepast is dat hun eigenschappen sterk worden beïnvloed door bijvoorbeeld de keuze van hun bouwstenen (monomeer of meerdere soorten monomeer), de polymerisatiemethode, de aanwezigheid van verbindingen tussen polymeerketens (crosslinks), en dat polymeren relatief makkelijk in een gewenste vorm kunnen worden gebracht. Hierdoor kunnen materialen worden verkregen met specifieke eigenschappen zoals hardheid, flexibiliteit, sterkte, optische transparantie, oplosmiddel- of hoge temperatuurbestendigheid, bioafbreekbaarheid enz. Toepassingen liggen op het gebied van engineering plastics waar sterkte belangrijk is, zoals kevlar in kabels en kogelvrije vesten, functionele materialen zoals light-emitting polymers voor beeldschermen, polymeren voor de vervaardiging van medische implantaten, bioafbreekbare polymeren voor gecontroleerde medicijnafgifte, stimuli-responsive polymeren als kunstmatige spier, en lichtgevoelige polymeren in de fotolithografie voor de fabricage van integrated circuits. Polymeeronderzoek leidt tot de ontwikkeling van nieuwe materialen en daardoor tot nieuwe toepassingsgebieden. Vakinhoud Het CTOM vak bestaat uit twee delen: Een polymeerchemisch en een polymeerfysisch deel. In het Polymeerchemische deel worden basiseigenschappen van polymeren, polymeersynthese technieken, polymerisatiemechanismen en polymerisatiekinetiek besproken. In het Polymeerfysische deel worden eigenschappen in oplossing, mechanische eigenschappen, viscoelasticiteit, amorfe en semi-kristallijne polymeren, ketendimensies en structuur-eigenschapsrelaties van polymeren besproken. Het doel van het vak is om studenten inzicht te geven in polymeersynthese, polymerisatieprocessen en –kinetiek, polymeerkarakterisering, polymeereigenschappen in de smelt en in oplossing, en in het algemeen inzicht te verschaffen in structuur-eigenschapsrelaties van polymeren. Hoorcolleges en werkcolleges worden gegeven. Bij het chemische deel kunnen punten worden verdiend met het maken en inleveren van huiswerkopgaven. Gewerkt wordt op basis van het boek J.M.G. Cowie, Polymers: Chemistry & Physics of Modern Materials, 3rd edition, CRC Press, en Handouts. Tentamen. Het chemische en het fysische deel van het vak worden apart getentamineerd. Chemisch deel: 10% van het cijfer kan worden verdiend met huiswerkopgaven. Eindcijfer: het gemiddelde van het chemische en het fysische deel. Leerdoelen Karakteristieken van polymeren. Het kunnen beschrijven van het macromoleculair karakter van deze moleculen en de vorming van entanglement netwerken. Fysische en chemische netwerken kunnen onderscheiden. Verschillen in fysische eigenschappen van thermoplasten en thermoharders kunnen verklaren. Weten hoe polymeren verwerkt kunnen worden en toepassingen vinden als engineering pastics en biomaterialen. Polymeriseerbaarheid van monomeren. Inzien dat de functionaliteit van de monomeren en de thermodynamica van polymerisatiereacties de polymeriseerbaarheid van monomeren bepaalt. Stap-groei polymerisaties. De chemie van belangrijke stap-groei polymerisaties bij de bereiding van polyesters, polyamides en polyurethanen beheersen. De kinetiek van stap-groei polymerisaties kunnen beschrijven en toepassen. Het verband tussen monomeer conversie en polymerisatiegraad en molecuulgewichtsverdeling kunnen afleiden. Inzien op welke wijze de stoichiometrie het moleculairgewicht beïnvloedt. Inzien op welke wijze vertakte polymeren en netwerken door stap-groei polymerisaties verkregen kunnen worden.
79
9
vakbeschrijving
Additie polymerisaties. Mechanismen van radicaal-, kationische- en anionische polymerisaties kennen. De rol van substituenten in de polymeriseerbaarheid van alkenen en aanverwante monomeren begrijpen. Kunnen afleiden op welke wijze de temperatuur de reactiesnelheden en de kinetische ketenlengte beïnvloedt. Weten hoe ketenoverdracht het molecuulgewicht beïnvloedt. Levende anionische polymerisaties kunnen beschrijven. Copolymerisaties en stereochemie. Inzien op welke wijze resonantie stabiliteit, polariteit en sterische effecten de reactiviteit van monomeren kan bepalen. Inzien en af kunnen leiden hoe deze verschillen in reactiviteit tot copolymeren met verschillen in microstructuur leiden. Inzicht hebben in de stereochemie van polymeren, onderscheid kunnen maken tussen de conformatie en configuratie van polymeerketens. Begrijpen hoe heterogene Ziegler-Natta polymerisaties kunnen leiden tot stereoregulaire polymeren. Polymeren in oplossing. Flory-Huggins theorie: begrip van de thermodynamica van polymeren in oplossing. Berekenen van de vrije energie van menging. Polymeer-oplosmiddel interacties begrijpen en kwantificeren dmv Chi parameter en oplosbaarheidsparameter. Ketendimensies, end-to-end distance. Viscositeit in oplossing, Flory-Fox en Mark Houwink vergelijking. De glas- en semikristallijne toestand van polymeren: Relaxatieprocessen in de glastoestand begrijpen. Begrip van thermodynamica van smelten en kristallisatie, differential scanning calorimetry en thermische geschiedenis van polymeren. Smeltpuntverlaging door oplosmiddel. Mechanische eigenschappen van polymeren. Mechanische modellen voor viscoelasticiteit. Reptatie model, tijd-temperatuur superpositie principe, WLF vergelijking, dynamisch mechanische metingen. Viscositeit in de smelt, molmassa en temperatuurafhankelijkheid van viscositeit. Polymeer netwerken: Eigenschappen van elastomeren, thermodynamische aspecten van rubberelasticiteit, entropy spring vs energy spring, interactie van polymeernetwerken met oplosmiddel. Structuur-eigenschapsrelaties: Inzicht krijgen in verband tussen polymeer ketenstructuur en eigenschappen zoals smelt- en glasovergangstemperatuur.
80
9
vakbeschrijving
Bacheloropdracht cursuscode: cursusnaam: e Docenten (1 docent is examinator/coördinator): Wijze cesuurbepaling
139925 Q 2B Bacheloropdracht 15 EC De begeleiding en boordeling ligt bij de BSc-assignment committee bestaande uit minimaal drie personen. Zie richtlijnen bacheloropdracht in studiegids. Er is geen cesuur. Het vak mag alleen met een voldoende worden afgesloten
Vakbeschrijving De bacheloropdracht is een individuele opdracht die het sluitstuk vormt van de bacheloropleiding. Het biedt studenten de gelegenheid te laten zien wat ze op het eind van de bacheloropleiding in hun mars hebben. Het niveau van de opdracht past bij de eindtermen van de bacheloropleiding en de tot dan toe gevolgde vakken. Het belangrijkste doel is om onder begeleiding te leren een onderzoek uit te voeren op basis van een gedefiniëerde onderzoeksvraag volgens een geschikte onderzoeksmethodologie. Het is de eerste keer in de opleiding dat een student individueel een groter (maar begrensd) onderzoek verricht en daarover schriftelijk en mondeling rapporteert. Naast het inhoudelijke deel is het belangrijk dat de student blijk geeft van doelgericht en planmatig werken en een kritische houding blijkt te hebben ontwikkeld. Het eindcijfer wordt daarom voor 50% bepaald door inhoudelijke componenten en voor 50% door algemene academische vaardigheden zoals communicatie, samenwerking en werkhouding. De opdracht beslaat een periode van 10 weken full-time (8 uur per dag) en wordt uitgevoerd bij één van de chemisch-technologische groepen onder begeleiding van een dagelijkse begeleider en onder de verantwoordelijkheid van een bacheloropdrachtcommissie. De commissie bepaalt het eindcijfer. Vakinhoud De opdracht begint met een literatuurstudie van circa 3 EC (2 weken). Vervolgens stelt de student a.d.h.v. de onderzoeksvraagstelling een onderzoeksplan op inclusief een planning, waarna onder begeleiding wetenschappelijk op een doelgerichte wijze onderzoek wordt verricht. De onderzoeksvraagstelling heeft een beperkte omvang en complexiteit en maakt meestal deel uit van een groter wetenschappelijk onderzoek van de betreffende onderzoeksgroep. Tussentijds levert de student een voortgangsrapportage en een bijgestelde planning. De opdracht wordt afgesloten met een schriftelijk en mondeling verslag.
Leerdoelen Wetenschappelijke informatie t.b.v. onderzoek te verwerven, te selecteren en te verwerken waarbij de student adequaat gebruik maakt van de begrippen en theorieën uit het vakgebied die aansluiten bij de laatste ontwikkelingen. De gebruikte referenties volgens wetenschappelijk format in Endnote op te slaan en weer te geven. Chemisch Technologisch onderzoek te verrichten op bachelorniveau. Hij/zij beschikt over de kennis en de vaardigheden om op een systematische wijze wetenschappelijk onderzoek te verrichten, bestaande uit: probleemanalyse, formulering onderzoeksdoel, theoretische en experimentele aanpak, uitvoering en resultaatanalyse. Hij/zij maakt beargumenteerde keuzes in de uitvoering van het onderzoek.. Een onderzoek doelmatig in te richten en te plannen van probleemanalyse tot en met terugkoppeling. Een zekere mate van zelfstandigheid te tonen bij de voorbereiding en uitvoering van een onderzoek en een wetenschappelijk kritische werkhouding aan te nemen. Professioneel te functioneren: duidelijk te communiceren met de begeleider, samen te werken in de onderzoeksgroep en te communiceren met anderen van binnen en buiten de gemeenschap van de Chemische Technologie. Adequaat schriftelijk over onderzoek te rapporteren (verslag inhoudelijk gestructureerd in duidelijke en correcte taal) Adequaat mondeling het onderzoek te presenteren en erover te discussiëren ten overstaan van medestudenten en vakgenoten. (presentatie: inhoudelijk gestructureerd, heldere uitleg, ondersteund door tools) In de oordeelsvorming omtrent de resultaten aandacht te schenken aan de sociaal-maatschappelijke context, de eventuele veiligheids- en milieu-implicaties en de wetenschappelijke en ethische aspecten. 81
9
vakbeschrijving
82
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
Institutes & Research groups 83
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10 Instituten & Onderzoeksgroepen Het onderzoek op de Universiteit Twente is ondergebracht bij breed georiënteerde instituten. Tijdens de opleiding Chemical Engineering wordt je in contact gebracht met een aantal onderzoeksgroepen van twee instituten: MESA+ - Institute for Nanotechnology en MIRA - Institute for Biomedical Technology and Technical Medicine. Hieronder vind je een korte beschrijving van de instituten en in de volgende paragrafen zal de informatie over de verschillende onderzoeksgroepen staan.
10.1 Instituten MIRA
MIRA is een instituut van de Universiteit Twente waar alle onderzoeksactiviteiten in de (bio)medische richting worden samengebracht. Projecten van MIRA dragen bij aan de verbetering van de levenskwaliteit van de mens door het herstellen van lichaamsprestaties. Waar nodig in het geval van ziekte, ongelukken of leeftijdsgerelateerde achteruitgang van het menselijk functioneren. Aan het multidisciplinaire onderzoek van MIRA werken elf verschillende onderzoekgroepen van de Universiteit Twente mee. De onderzoeksgroepen en MIRA combineren hiertoe hun technische expertise met de deskundigheid en de dagelijkse ervaringen uit de (bio)medische praktijk. Afhankelijk van het probleem, richt het onderzoek van MIRA zich op diverse kwesties vanaf tijdige diagnose tot medische ingreep, behandeling, zorg en meer op herstel gerichte activiteiten. Door de lange historie van biomedisch onderzoek aan de Universiteit Twente, is MIRA een wereldwijd erkend en toonaangevend instituut in het multidisciplinaire veld van de wetenschap waar technische concepten en methodes worden toegepast om medische en biologische problemen op te lossen. http://www.utwente.nl/mira/
MESA+
MESA+ is een van de grootste nanotechnologische onderzoeksinstituten ter wereld en levert daarmee concurrerend en succesvol onderzoek van hoge kwaliteit. Het handhaaft een unieke structuur waarbij verschillende wetenschappelijke disciplines worden verenigd met vruchtbare internationale samenwerkingsverbanden om in de wetenschap en het onderwijs te excelleren. MESA+ heeft een ideale omgeving gecreëerd voor start-ups in de micro- en nanoindustrie om te ontstaan en verder te groeien. MESA+, het instituut voor nanotechnologie, is een onderdeel van de Universiteit Twente en werkt nauw samen met diverse onderzoeksgroepen van de universiteit. Bij het instituut werken 475 werknemers, waarvan 275 PhD studenten en postdocs. Met de faciliteiten van het nieuwe Nanolab 2 heeft het instituut zo’n 1250 m aan clean room ruimte met state-of-the-art apparatuur. MESA+ heeft een integrale omzet van 45 miljoen euro per jaar, waarvan 60% is verworven uit externe bronnen. De structuur van MESA+ ondersteunt en faciliteert de onderzoekers en stimuleert samenwerking op een actieve wijze. MESA+ combineert de disciplines van natuurkunde, elektrotechniek, chemie en wiskunde. Internationaal interessant onderzoek wordt uitgevoerd met deze multidisciplinaire aanpak. Het instituut versterkt zijn internationale academische en industriële netwerk door middel van productieve programma’s. MESA+ is een geode voedingsbodem gebleken voor meer dan 35 hightech spin-offs. Speciaal voor start-ups is een gericht programma opgezet voor samenwerking met kleine en middelgrote bedrijven. De start-ups en MESA+ werken intensief samen om kennis uit te wisselen en over te dragen. http://www.utwente.nl/mesaplus
84
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2 Onderzoeksgroepen Hieronder is een overzicht gegeven van alle onderzoeksgroepen, onder welk instituut de groep valt en welke specialisatie (Process Technology (PT) and Molecules & Materials (M&M)) hieraan gerelateerd is.
Onderzoeksgroep 1. Biomolecular Nano Technology 2. Catalytic Process and Materials 2.1 Mesoscale Chemical Systems 3. Inorganic Materials Science 4. Materials Science and Technology of Polymers 5. Membrane Technology Group 5.1 Membrane Science and Technology 5.2 Inorganic Membranes 5.3 Membrane Process Technology 6. Molecular Nanofabrication 7. Photo-catalytic Fuel Synthesis 8. Polymer Chemistry and Biomaterials 8.1 Biomedical Chemistry 8.2 Biomaterials Science and Technology 9. Sustainable Process Technology 10. Soft Matter Fluidics & Interfaces 11. BIOS Lab on a chip
BNT CPM MCS IMS MTP MTG MST IM MPT MnF PCS PBM BMC BST SPT SFI BIOS
Instituut MI ME RA SA+ X X X X X X X X X X X X X X * X X
Specialisatie M&M PT X X X X X X X X X X
X X X X X X X
X X X X X X
* De onderzoeksgroep Sustainable Precess Technology is onderdeel van ‘the green energy initiative’, dat een samenwerking is van de instituten MESA+, CTIT en IGS.
85
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.1
Biomolecular Nano Technology
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/bnt/ Prof.dr. J.J.L.M. Cornelissen Izabel Can-Katalanc / Nicole Haitjema
[email protected] +31 53 489 2980 Carre 4.223
The BNT group (founded early 2009) aims at understanding some of the basic principles driving the formation of nano-sized objects and nano-structured materials that Nature has created in the course of evolution. The goal is to use biological principles as a guidance towards the design of selfassembled, multifunctional and responsive materials in which biomolecules or bio-inspired architectures are used as building blocks. Therefore we apply (macro)-molecular and supramolecular chemistry in combination with molecular biology approaches. For example, we employ protein building blocks to form nanometer-sized reactors and use the highly symmetric properties of these protein cages as scaffolds for functional materials. Techniques used in our laboratory range from synthetic chemistry and protein engineering to physical characterization using state-of-the-art facilities in the MESA+ constellation. Our group pursues a broad range of research interests. Potential BSc or MSc projects can involve themes such as: Protein isolation, derivatization and assembly (Bio)-catalysis in nanometer confinement Hierarchical self-assembly of nanoparticles and other functional nano-objects Synthesis of novel molecular dopants for adaptive materials Scientific Staff Technical Staff
3 3
Post-docs PhD-students
1 8
86
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.2
Catalytic Processes and Materials
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/cpm Prof. dr. ir. L. Lefferts, Prof.dr. Seshan, dr. Mojet, dr. van Houselt Maaike de Jong
[email protected] +31 53 489 3033 Meander 358
CPM applies fundamental knowledge on molecular diffusion and reactions in/on heterogeneous catalysts for exploration of new catalytic materials, catalytic devices and processes of relevance for industry and society. The drive towards processes is reflected in CPM’s connection to process technology, while preparation and design of micro and nano-structured catalytic materials and devices, is reflected in the participation in MESA+.
Renewable feedstocks The application of bio-related materials, like organic waste, crops like rape-seed oil and bio-oil produced via flash-pyrolysis of biomass is a promising route towards new, green fuels and chemicals. In the conversion of biomass to a liquid bio-oil, the main challenges for applications relate to the energy density of the bio-oil, its acidity and its stability. Use of a catalyst during pyrolysis overcomes these problems. In addition, the conversion of bio-oil and related feedstocks requires new catalysts and processes, many of them in the liquid phase. This is a rather new area of significant societal relevance and CPM has been in the forefront of developments.
Liquid phase heterogeneous catalysis The application of solid catalysts in liquid phase reactions 100 µ m a becomes increasingly important because of the easy separation of catalyst and products. Concentration management is very important in liquid phase heterogeneous catalytic reactions, because mass transfer in liquids is slow which affects the catalyst’s activity and selectivity. We develop new combinations of catalyst-reactor systems that limit or prevent transport problems. Carbon fibres (CNF) attached to structured catalyst supports, such as monoliths and metal foams, are a promising alternative for application of heterogeneous catalysis in liquid phase. The fibres create a “hairy” layer on the macrostructure thus increasing porosity and surface area. Further, carbon fibres are mechanically strong and chemically inert against acid and alkaline liquids, and can be easily used as support for catalytic active phases such as SEM micrograph of CNFs-Ni foam palladium or platinum. Further, also the analysis of the catalyst surface in the liquid phase needs attention, and we have developed a dedicated type of infrared spectroscopy to follow the formation of intermediates and reactions on the catalyst surface during reaction. Currently we are extending this activity toward high pressure and high temperature applications for biomass applications. In addition, a transient reactor for pulse and step-change experiments in liquid phase was developed, allowing detection of multiple components during operation.
Selective oxidation Partial oxidation reactions are a typical example of the need for high-precision catalysis, because usually oxidations have low yields caused by consecutive conversion to undesired side-products. CPM focuses on unconventional methods to achieve selectivity. Soft oxidants like CO2 and H2O are studied in a number of projects, and in future also in the liquid phase.
Scientific Staff Technical Staff
3.5 4
Post-docs PhD-students
4 14
87
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.2.1
Mesoscale Chemical Systems
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/mcs Prof. dr. J.G.E. Gardeniers Jacqueline Emmerich
[email protected] +31 53 489 2099 Meander 152
Chemistry in confinement In physics and chemistry the mesoscopic scale is the length scale at which one can reasonably discuss material properties or phenomena without having to discuss individual atom behaviour. Applied research at this scale is covered by the fields of microreaction technology, microfluidics and nanotechnology. The research approach of MCS, a member of the MESA+ Institute for Nanotechnology, is to exploit downscaling to enhance conversion and selectivity of chemical reactions and product purification, and to improve chemical analysis on very small sample volumes. MCS develops micro devices with volumes of 1 nanoliter to 1 milliliter of a liquid solution or a gas, or of liquid-liquid and liquid-gas combinations.
Left: Typical microreactor chip with parallel reaction loops; right: micro-plasma reactor for the study of radical interactions with catalytic surfaces (in collaboration with CPM) An important research goal is to exploit alternative activation mechanisms for chemical process control and process intensification. This deals with the study of microfluidic systems with inner dimensions in the range 5 to 500 µm, containing materials fabricated by nanotechnology (e.g. nanofibers) and integrated features by which controlled stimuli (electrical fields, ultrasound) can be applied in order to activate and control chemical reactions. Applications of this research can be found in miniaturized reaction screening of catalysts and process conditions to create more efficient and more selective, and therewith more sustainable and "greener" process routes for production, and in the development and understanding of new concepts for chemical process intensification and distributed small-scale chemical production. In the analytical chemistry field research is performed on small-scale chromatography methods and integrated spectroscopic techniques. Liquid chromatography "on a chip" has clear advantages over conventional LC, because the extreme ordering and symmetry that can be obtained in an artificial column packing leads to very fast and efficient separations. Even higher performance is obtained when structures of sub-micron dimensions are used, e.g. using "nanoimprinting" methods. But separations at this small scale require special (integrated) injection and detection concepts, e.g. verylow-dead-volume interfaces with mass spectrometry. Related to this is the development of microfluidic NMR (Nuclear Magnetic Resonance), where at the moment we are able to achieve the same sensitivity and spectral resolution as in state-of-the-art conventional high-resolution NMR, but for a 1000 times smaller sample volume, i.e. in 600 nanoliter. This is very relevant for medical and biological studies where only tiny amounts of body fluids are available, but also for pharmaceutical industry in the early stages of drug development, or in organic chemistry to study reaction mechanisms and kinetics. Scientific Staff Technical Staff
2 1
Post-docs PhD-students
5 10
88
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.3
Inorganic Materials Science
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/ims/ Prof. dr. ing. A.J.H.M. Rijnders / prof. dr. ing. D.H.A. Blank Marion Bollaan
[email protected] +31 53 489 2860 Carré 3241
The research in the group is focused on establishing a fundamental understanding of the relationship between composition, structure and solid-state physical and chemical properties of inorganic materials, especially oxides. Insights into these relationships enable us to design new materials with improved and yet unknown properties that are of interest for fundamental studies as well as for industrial applications. With the possibility to design and construct artificial materials on demand, new opportunities become available for novel device concepts. The research of the group is strongly + embedded in the research orientation on nano-materials and fabrication of MESA , and cooperates + with several research groups in MESA . Growth of advanced functional materials by chemical and physical techniques are a core expertise of the group. Oxide nanoparticles, functional nanowires and 2-dimensional nanosheets are made by chemical and electrochemical synthesis routes, and deposited into thin films and micro/nanopatterns using soft lithographic approaches. Thin film growth studies by pulsed laser deposition are a major activity within the group. Especially complex materials, in particular oxides, are being investigated. These belong to different functional material; classes, like ferroelectrics, ferromagnetics and multiferroics, piezo’s, high-K dielectrics, transparent conducting oxides, porous oxides non-linear optical materials, ion conductors, and superconducting and related materials. Research field is in particular focussed on materials with modified properties by doping or by artificial layered structures and superstructures. The IMS group works at the international forefront of materials science research on complex metal oxides and hybrids, and provides an environment where young researchers and students are stimulated to excel in this field. Applications are found in, e.g., nano-electronics and spintronics, optical systems, fuel and solar cells, fluidics, bio-nano sensors. Scientific Staff Technical Staff
5 4
Post-docs PhD-students
6 18
Above: Micropatterned ZnO nanowires on silicon. Zinc oxide nanowires are grown selectively on a square array of micropatterned hydrophilic areas on an otherwise hydrophobic substrate.
89
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.4
Materials Science and Technology of Polymers
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://mtp.tnw.utwente.nl/ prof. dr. G.J. Vancso Geneviève Rietveld / Hanke van der Veer
[email protected] +31 53 489 2974 Carré 4241
The (MTP) group studies a range of topics, which revolve around macromolecular nanotechnology and materials chemistry of nanostructured (macro)molecular materials. MTP’s mission is to discover and establish new approaches, devise and construct tools, and synthesize materials platforms that enable studies of macromolecular structure, behavior and function from the nanometer length scale, bottom up, ultimately in a direct one-to-one control of the molecular objects. This knowledge is utilized to obtain advanced functional macromolecular materials and devices with enhanced or novel properties and functions in targeted applications. MTP’s current research is dominated by “upstream” generic projects from the nanometer range, across the length scales, aiming at controlled macromolecular synthesis, in combination with nanoscale manipulation and fabrication of complex polymeric architectures (bottom up and top down), their utilization in stimulus responsive architectures, and in devices such as molecular motors, sensors, and actuators. Nanostructured polymers and thin polymer films obtained by MTP are also used in biomedical engineering. Our work brings techniques like Atomic Force Microscopy (AFM) and single molecule photonics to understand, fabricate, characterize and study functional polymer platforms and supramolecular polymeric materials. Structure-property (morphology) studies of high-value added, nanostructured polymeric materials complement our work encompassing some direct application-oriented projects, which aim at nanocomposites, polymer surfaces and interfaces, coatings, and (molecular) adhesives and nanostructured foams (spin-off Aerotech BV). This “downstream” research component helps us to keep in touch with industries, it has significant relevance for valorization of the results of our generic research projects, it is crucial for educating future engineers, and it helps our students and graduates to find industrial employment upon graduation. Spin-offs, patents and direct industrial contacts facilitate utilization. Specific tools and techniques, which are necessary to perform our work, are also under development in the group with a strong focus on scanning probe techniques such as Atomic Force Microscopy (AFM), in combination with optical near field techniques, and single optical emitters. In recent years we further strengthened our activities in macromolecular bio-nanotechnology, including research on sensing platforms, surface engineering for controlled cell and protein adsorption (antibiofouling), vesicles, polymer-cell interactions, and polymersomes (as nanoreactors). The MTP group is embedded in the MESA+ Institute for Nanotechnology and enjoys collaborations with numerous leading international groups and institutes.
Scientific Staff Technical Staff
3 1
Post-docs PhD-students
0 10
90
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.5
Membrane Technology Group
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/mtg Dr. Kitty Nijmeijer Greet Kamminga
[email protected] +31 53 489 2950 Meander 326
The Membrane Technology Group (MTG) focuses on the multi-disciplinary topic of membrane science and technology for the separation of molecular mixtures. We aim at designing membrane morphology and structure on a molecular level to control mass transport phenomena in macroscopic applications. We consider our expertise as a multidisciplinary knowledge chain ranging from molecule to process. We distinguish three application clusters, i.e. Energy, Water and Life Sciences.
Energy The research on Energy is dedicated to the molecular design and synthesis of polymer membranes for energy applications. Examples are CO2 capture, olefin/paraffin separation, biorefinery applications, fuel cells and the generation of electricity from the mixing of sea and river water (Salinity Gradient Energy or ‘Blue Energy’). Relevant materials science oriented aspects are control of structure-properties relationships, separation of multi-component mixtures (binary, ternary systems, effect of impurities), interaction of the feed components with the membrane (e.g. plasticization) and performance evaluation. Important process technological research aspects are e.g. improvement of hydrodynamics, membrane and spacer design, separation of complex mixtures, concentration polarization and fouling. Water Within the application area Water, research addresses the development of membranes and the application of membrane technology for water treatment. In particular it investigates the relation between membrane properties, hydrodynamic conditions and fouling behavior. Research topics include mPIV, microfluidic filtration, fouling control, membrane bioreactors and biofouling.
Life Sciences Within the application cluster Life Sciences, we focus on the design of porous systems to separate complex multicomponent mixtures in pharmaceutical, food, beverage and diagnostics applications. Important subjects are tuning the material properties and structure (e.g. pore morphology and porosity), the development of functional materials (e.g. affinity separations of biomolecules) and the creation of new and/or improved processes (e.g. faster processes, higher yields, less fouling, etc.). Other aspects related to process design and industrial implementation, such as scale-up of novel membrane fabrication methods are investigated. Scientific Staff Technical Staff
6 3
Post-docs PhD-students
2 13 91
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.5.1
Inorganic Membranes
Internet site: Chair: Secretariat: e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/im prof. dr. ir. Arian Nijmeijer Susanne van Rijn
[email protected] +31 53 489 2983 Meander 347
Activities of the group Inorganic Membranes revolve around energy-efficient molecular separation using inorganic membranes under extreme conditions. The latter include high temperature, elevated pressure, and chemically demanding environments. The group combines materials science on a nanometer length scale with process technology on a macroscopic scale. Materials science topics include, amongst others: • Development of new, sol-gel derived, nano-porous ceramic membranes. • Grafting of organic functional groups onto the pore walls of meso-porous ceramics. • (Ultra-thin) hybrid organic-inorganic membranes. • Dense ionic and mixed ionic-electronic conducting membranes. • Inorganic porous scaffolds. Process technology topics include, amongst others: • Fundamentals of transport phenomena in inorganic membranes. • In-situ characterization of ultrathin membrane films, e.g., by ellipsometry. • Membrane process design. • Design and evaluation of membrane reactors and solid oxide fuel cells (SOFC).
Scientific Staff Technical Staff
5 2
Post-docs PhD-students
2 12
In-house fabricated inorganic porous hollow fibre membranes with sub-millimeter dimensions. Also shown is a commercially available Hyflux ® fibre.
92
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.6
Molecular Nanofabrication
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/mnf/ Prof.dr.ir. J. Huskens Izabel Can-Katalanc / Nicole Haitjema
[email protected] +31 53 489 2980 Carre 4.223
The research in the MnF group is focused at fundamental and applied studies of assemblies and patterning. The group investigates the possibilities to build molecularly defined, organic and hybrid assemblies in two or three dimensions via non-covalent interactions between the constituents. Key aspects are: multivalency, materials assembly, protein assembly, surface patterning, chemistry in microfluidic channels, macrocyclic ligands for heavy metal ions, and combinations thereof. Applications lie in areas such as: sensing, materials, (nano)electronics, biomolecule arrays and assays, and tissue engineering. Potential BSc or MSc projects can involve themes such as: - host-guest recognition at interfaces - protein assembly at interfaces - patterning of self-assembled monolayers - chemical improvements of soft and imprint lithography - chemistry in microfluidic systems - ligand synthesis and testing for heavy metal ion complexation Scientific Staff Technical Staff
5 3
4 PhD-students
6 21
93
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.7
Photo-catalytic Synthesis
Photocatalysis is based on the use of light activated catalysts in chemical conversion. Practical application is limited because of problems in light management, such as mismatch in catalyst sensitivity and solar spectrum, the limited ability of photo-excited states to induce electron transfer reactions, and lack of efficient light exposure of catalysts in reactors. We aim at understanding the role of both the physical and chemical properties of innovative materials in establishing photocatalytic transformations, targeting improved catalyst design. We also study the effect of process conditions and reactor geometry on performance, to establish operation of devices with high efficiency. The focus of the research program is on: 1. The conversion of solar energy into chemical energy, i.e. to drive thermodynamically uphill reactions such as the synthesis of hydrocarbons by reaction of CO2 with H2O 2. The high selectivities that can be obtained in alkane oxidation over photon excited catalysts 3. Photocatalytic purification of waste streams (air and water) Several new PhD students have recently started exciting projects in these application areas, funded by among others NanoNextNL, the NRSCC (Netherlands Research School Combination Catalysis), and the TBSC (Towards Bio Solar Cells) program of FOM. An example of an exciting project is the investigation of the role of metal nanoparticles in improving photocatalytic activity of TiO2. Advanced synthesis of the metal nanoparticles allows us to systematically study the effect of size and (alloy) composition, while we also investigate the effect process parameters during testing, like the light source (wavelength), effect of water (vapor), and reactant concentrations. Propane oxidation is currently used as test reaction, but one of the future goals is to react water and CO2 into hydrocarbons. The first results are promising. Improvements in conversion have been confirmed and changes in product composition by variation in metal composition have been observed.
94
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.8
Polymer Chemistry and Biomaterials
10.2.8.1
Biomedical Chemistry
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/bmc Prof. dr. J.F.J. Engbersen Karin Hendriks
[email protected] +31 53 489 2968 Zuidhorst 246
Short description of research activities: The research within the Department of Biomedical Chemistry is focused on the development of smart (=bioresponsive) multifunctionalized biodegradable materials for controlled drug and gene delivery (targeting therapeutics), and other biomedical applications like in tissue engineering, vaccination and wound dressing. Targeted delivery of pharmaceuticals to an intended site of action in the body is one of the most important issues for the next generation of therapeutics. In our research tailor-made biodegradable and non-toxic polymers with desirable functional groups and properties are developed for the preparation of multifunctional nanoparticulate drug and gene delivery systems and other bioresponsive materials. The structural and physicochemical properties of the developed polymeric materials are closely correlated to their biological properties and targeting capabilities. Polymeric nanoparticles with surface-attached groups that specifically interact with certain receptors/cell types can function as carriers for targeted drug or gene delivery. In gene therapy, DNA or RNA is delivered to target cells in which it induces or suppresses the production of specific proteins that are intimately related with the disease. An ideal polymeric gene delivery system should be capable to act as a synthetic virus, displaying high specificity for the target cells, protecting the polynucleotide from undesired interactions and degradation, and enhancing cell binding and intracellular delivery into the cytoplasm and (for DNA) into the nucleus. These investigations form the basis for the development of efficient systems for treatment of (genetic) diseases like cancer, cystic fibrosis, diabetes, etc., and materials for e.g. chronic wound healing, vaccination and tissue regeneration. Possible BSc and MSc projects involve: • Design, synthesis and characterization of multi-functionalized poly(amido amine)s for targeted delivery of small interfering RNAs. • Ultrathin functional multilayers for controlled release of bioactive compounds for tissue engineering. • Development of multilayered nanocapsules for controlled drug delivery applications. • Development of targeting polymeric nanoparticles for MRI-PET imaging. • Development of biodegradable polymeric nanocarriers for controlled delivery of therapeutic peptides and proteins. • PEGylated cationic carriers for cancer targeting gene therapy. • Bioresponsive hydrogels for controlled delivery of growth factors for tissue regeneration. Example of a rationally designed multifunctional polymer, p(ABOL/2AMPBA), as is developed in the BMC group for targeting delivery of a therapeutic gene into the cells. The polymer in the upper left border is positively charged due to the presence of protonated nitrogen atoms in the chain (green) and forms self-assembled nanoparticles with (negatively charged) DNA or RNA. These nanoparticles have the right dimensions and surface charge to be taken up by the cells The butanol groups (blue) and the phenylboronic acid groups (pink) have additional functions. They can associate together to give the nanoparticle more stability. Moreover the butanol groups promote the delivery of the therapeutic gene inside the plasm a of the cell. The boronic acid groups help in binding of therapeutic payload (particularly siRNA) and can bind sugar molecules as are present on the cells. Furthermore the polymer chain contains disulfide groups (yellow). These groups are stable outside the cells but once the polymeric nanoparticle is taken up by the cells, the disulfide bond is cleaved. This results in break down of the polymer and release of the therapeutic nucleotides inside the cells.
95
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.8.2
Biomaterials Science and Technology
Internet site: Chair: Secretariat: e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/bst prof. dr. Dirk W. Grijpma Karin G. Hendriks
[email protected] +31 53 489 2968 Zuidhorst 246
The group conducts research on (resorbable) polymeric materials and structures for use in medical devices and in delivery of relevant biologically active compounds, (bio)artificial organs, cell-material interactions and tissue engineering. From our work on flexible resorbable materials, already one spinoff company has been created. Current research topics include: • Preparation of resorbable polymers for medical applications by ring opening polymerization and radical photo-polymerization • Composite resorbable materials for fracture reconstruction in maxillofacial surgery. • Development of designed advanced microstructures by stereolithography • Engineering musculoskeletal and cardiovascular tissues in bioreactors using designed anisotropic scaffold architectures prepared from biologically active materials • Membranes for artificial and (bio)artificial kidney devices and tissue eengineering scaffolds • Membranes for bioseparations and membrane chromatography. Bachelor- and Master research assignments can be performed within these areas. Depending on the background and interest of the student, multidisciplinary projects with other research groups within the MIRA and MESA+ institutes can be defined. Scientific Staff Technical Staff
3 2
Post-docs PhD-students
4 9
Computer designed tissue engineering scaffold built by stereolithography using a degradable polymeric resin (A). MicroCT analysis shows that the built structure precisely matches the design (B). SEM images show the layer-by- layer nature of the building process (C). The scaffolds show excellent cell adhesion and proliferation (D).
96
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.9
Sustainable Process Technology (former TCCB)
Internet site: Chair: Secretariat e-mail: Phone: Room:
http://www.utwente.nl/tnw/tccb/ Prof.dr. S.R.A. Kersten Yvonne Bruggert – ter Huurne
[email protected] (+31 53 489- ) 2879 Meander 217
The research in the chair of TCCB is mainly focused on: nd rd - New conversion processes for lignocellulosic biomass (2 and 3 generation biomass) and other renewable feed stock into energy, fuels and chemicals. This includes primary conversion technologies (dry- and wet gasification and liquefaction) as well as the processing/upgrading of these primary products (biomass-gas or biomass-oil) into commercial end products, for which one can think of electricity, transportation (bio-)fuels, hydrogen (for fuel cells), methane (SNG), methanol, and other chemicals. - CO2 capture and storage. Focus on the fundamentals of new CO2 absorption systems (e.g. for flue gas applications) as well as on temporary CO2 storage. Where possible, we will work on the integrating aspects of CO2 capture and re-use in relation to biomass conversion (like in algae production processes). - Biofuels production from Algae. Algae can be considered as a suitable candidate for biological CO2 fixation via photosynthesis and a liquid fuel producer. - Minerals (phosphate,..) recovery from organic waste streams. - Affinity separation of (valuable) compounds from complex mixtures - Supercritical desalination of salt water streams. The aim of this process is to produce potable water and a dry salt stream. Examples of projects are: (a) fast pyrolysis to produce bio-oil from dry biomass, (b) catalytic reforming of pyrolysis oil towards hydrogen and syngas, (c), supercritical gasification of wet biomass streams, (d) production of biodiesel by deoxygenation and cracking of biomass, (e) New CO2 capture processes, (f) sustainable energy production using algae (closed nutrient loops and CO2 management), (g) phosphate recovery from ashes, (h) desalination of RO-brines, (i) separation of enantiomers to gain enantiopure Active Pharmaceutical Ingredients (API) and (j) separations using magnetic ionic liquids.
97
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.10
Soft Matter Fluidics & Interfaces
Internet site: http://www.utwente.nl/tnw/sfi Chair: prof. dr. ir. R.G.H. Lammertink Secretariat Lidy Harryvan e-mail:
[email protected] Phone: +31 53 489 4798 Room: Meander 226 Research within the Soft matter, Fluidics and Interfaces group is directed at interfacial phenomena and processes that are relevant for mass and heat transport. We wish to study and exploit fundamental principles where fluid flow encounters structures on a sub-millimeter length scale. Advanced microreactors The fabrication and operation of dedicated microreactors, amendable to scaling are investigated. Multiphase reactor systems that incorporate membrane functionality to stabilize interfaces and perform separations are developed. Soft interfaces Liquid-liquid and gas-liquid interfaces are crucial in many chemical processes. Interfacial phenomena, including wetting behavior, interfacial tension (gradients), interfacial curvature, are studied to gain understanding in related transport processes near these interfaces. Micro- and nanofluidics This topic addresses liquid flow in confined geometries. Its relation to mass and energy transport are studied in both experimental and numerical ways. Special attention is given to boundary layer and concentration polarization phenomena. Meander reactor This project aims to demonstrate the idea of achieving high reaction selectivity by combining repetitive mixing, conversion and separation functionalities inside the micro-reactor. Such an approach requires careful integration of contacting, mixing, reaction, and separation within a microfluidic format. Microreactors with work-up functionality The aim of this project is to investigate on-chip integration of a liquid-liquid extraction step in-line with a chemical reaction. The approach will be to generate a well-defined emulsion in order to enhance mass transfer of reactants and/or products between two immiscible liquid phases. These liquid phases need to be separated further downstream. Microfluidic solvent exchange The goal of this research is to fabricate porous ceramic microreactors via simple replication processes. The new multiphase contacting in these microreactors is studied for relevant catalytic gas-liquid systems. Watercleaning microreactors The ultimate goal of the project is realization of a microreactor applied for water purification employing photocatalytic reaction technique (oxidation) and hydrogenation of nitride (reduction). The combination of these steps is believed to remove all contaminants form drinking water. Hybrid materials for selective adsorption Hybrid membranes that consist of an organic skeleton surrounded by an inorganic compound (e.g. silica) offer the opportunity to unite the best of both research fields. Such a hybrid membrane promises to be mechanically flexible due to its polymeric skeleton, while exhibiting separation properties of an (functionalized) inorganic membrane. Omniphobic surfaces The general goal of this project is to explore fabrication routes towards surfaces that repel liquids other than water. The surfaces combine chemically and geometrically heterogeneous substrates, fabricated via facile methods.
98
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
10.2.11
BIOS Lab-on-a-Chip group
The BIOS Lab-on-a-Chip Group, which is a member of the MESA+ Institute for Nanotechnology, develops miniaturized analytical systems, or so-called Lab-on-a-Chip (LOC) systems, for (bio)medical and environmental applications. For such purposes, LOC systems present a number of advantages such as small sample size, high level of integration, portability, disposability, lower analysis cost, and the enhancement they provide in terms of analysis scheme (e.g., fast analysis and higher sensitivity). Research conducted in the BIOS, Lab-on-a-Chip Group is highly interdisciplinary, and combines micro- and nanoengineering, physics, electrical/electrochemical measurements, applied biology, analytical chemistry, and surface chemistry. The research in the BIOS group is specifically organized along 5 lines, led each by a staff member: Electrochemical sensors, led by Dr. Wouter Olthuis Micro- and nanofluidics, led by Prof. Jan Eijkel Nanosensing, led by Dr. Edwin T. Carlen Cells-on-chip (& BIO-MEMS), led by Dr. Séverine Le Gac Emerging research topics, led by Prof. Albert van den Berg (Chair holder). Examples of research currently performed in the BIOS group
Detection of single DNA probes using SECM (scanning electrochemical microscopy) and a DNA microarray surface.
Streaming current maximization by gas bubble introduction in a microdevice.
Microfluidic platform for studying cell membranes models: (a) device including two independent fluidic reservoirs; (b) µm-size aperture where membranes (c) are formed.
Overview of nanostructures (nanowires, nanogrooves and nanopyramides) developed for biomolecule sensing using electrical principles (nanowires) and SERS spectroscopy (nanopyramides & nanogrooves), towards single molecule detection.
Confocal image of a blood-retinal barrier on chip. Bovine retinal endothelial cells are stained for VE-Cadherin (red) & rat astrocytes are stained for GFAP (green).
For more information, look at http://www.utwente.nl/ewi/bios/
99
10 Instituten & Onderzoeksgroepen
100
11 Bijlagen
Bijlagen
1
11 Bijlagen
Bijlage 1: Plattegrond Universiteit http://www.utwente.nl/download/plattegrond.pdf
2
11 Bijlagen
Bijlage 2: Lijst Docenten/Medewerkers en Adressen Naam ing. A.H. Akse dr. ir. N.E. Benes prof.dr.ir. H. van den Berg dr. ir. B. H. L. Betlem prof.dr.ing. D.H.A. Blank M.A. Bochev dr. B.A. Boukamp dr. H.J.M. Bouwmeester Prof. dr. Ir.H.J.M. ter Brake dr. ir. D.W.F. Brilman B.A. Bruggink-De Braal Prof.dr. J.J.L.M. Cornelissen dr. R.M.J. van Damme dr. ir. J.E. ten Elshof prof. Dr. J.F.J. Engbersen prof. J. Feijen Ing. A. Folkers Prof.dr. R. Gani prof. Dr. J.G.E. Gardeniers Prof. dr. D.W. Grijpma dr.ir. A.G.J. van der Ham dr. S. Harkema dr. M.A. Hempenius drs. H.J. van den Hengel dr.ir. M.A. van der Hoef dr. A. Van Houselt prof.dr.ir. J. Huskens dr. P. Jonkheijm Prof. dr. S.R.A. Kersten Dr. M.S.T. Koay dr. ir. G.Koster prof.dr.ir. R.G.H. Lammertink prof.dr.ir. L. Lefferts ir. J van der Meulen dr. Ir. G. Meinsma prof.dr. G. Mul prof.dr.ir. A. Nijmeijer dr. Ir. D.C. Nijmeijer mw. N.H. Oesterholt Prof. dr.ing. A.J.H.M. Rijnders dr. Ir. G. Van Rossum Prof. dr. K. Seshan mw. M.A. Stehouwer Ir. B.M. Tel prof. dr. G.J. Vancso dr. W. Verboom dr. J.W.J. Verschuur ir. P.P. Veugelers dr. J.B. Timmer dr. A.J.A. Winnubst mw. E. Wisselo Dr. Ir. B. Schuur dr. H.J. Zwart dr. ir. G. Zwier
Adres HORSTTOREN 615 MEANDER 328 MEANDER 223 HORSTTOREN 607 NANOLAB 2001 CITADEL H332 CARRE 3213 MEANDER 349 CARRE 2047 MEANDER 222 HORSTTOREN 605 CARRE 4225 CITADEL H322 CARRE 3249 ZUIDHORST 242 ZUIDHORST 252 HORSTTOREN 609 MEANDER 223 MEANDER 149 ZUINHORT 235 MEANDER 218 CARRE 2053 CARRE 4239 HORSTTOREN 611 MEANDER 359 CARRE 4221 CARRE 4229 MEANDER 216 CARRE 4213 CARRE 3247 MEANDER 314 MEANDER 357 CARRE 4009 CITADEL H228 MEANDER 225 MEANDER 346 MEANDER 325 HORSTRING Z 204 CARRE 3243 MEANDER 219 MEANDER 361 HORSTTOREN 707 CARRE 4631 CARRE 4243 CARRE 4219 CARRE 4005 CARRE 4009 CITADEL H134 MEANDER 348 HORSTRING Z 204 MEANDER 221 CITADEL H235 CITADEL H334
Tel 2886 4288 4482 3043 2714 3396 2989 2202 4349 6969 2082 4380 3417 2695 2926 2976 2772 4482 4356 2966 5430 2580 2975 2958 2999 2995 2987 4430 5232 4710 2063 2858 3145 3451 3890 2262 4185 2925 2618 3902 3254 2678 3132 2967 2977 6136 2960 3419 2994 3000 2891 3464 3411
Email
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
3
11 Bijlagen
Bijlage 3: Beoordelingsformulier Bacheloropdracht EĂĂŵƐƚƵĚĞŶƚ
dŝƚĞůŽƉĚƌĂĐŚƚ
ZĞƐĞĂƌĐŚŐƌŽĞƉ
^ƚƵĚĞŶƚŶƵŵŵĞƌ
ŝŶĚĐŝũĨĞƌ
ĂƚƵŵǀĂŶƉƌĞƐĞŶƚĂƚŝĞ ŽŵŵĞŶƚĂĂƌĞŶ&ĞĞĚͲďĂĐŬ
ĞŽŽƌĚĞůŝŶŐƐĂƐƉĞĐƚĞŶ
ŽŵƉůŝŵĞŶƚĞŶ;ƐƚĞƌŬĞƉƵŶƚĞŶͿ ^ƵŐŐĞƐƚŝĞƐǀŽŽƌǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐ;njǁĂŬŬĞƉƵŶƚĞŶͿ
>ŝƚĞƌĂƚƵƵƌƐƚƵĚŝĞ /ŶĨŽƌŵĂƚŝĞƐƉĞĐŝĂůŝƐƚ
ŽŵƉůŝŵĞŶƚĞŶ;ƐƚĞƌŬĞƉƵŶƚĞŶͿ ^ƵŐŐĞƐƚŝĞƐǀŽŽƌǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐ;njǁĂŬŬĞƉƵŶƚĞŶͿ ŽŵƉůŝŵĞŶƚĞŶ;ƐƚĞƌŬĞƉƵŶƚĞŶͿ KŶĚĞƌnjŽĞŬƐͲ ŬǁĂůŝƚĞŝƚĞŶ ĂŐĞůŝũŬƐĞ ďĞŐĞůĞŝĚĞƌ Θ ^ƵŐŐĞƐƚŝĞƐǀŽŽƌǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐ;njǁĂŬŬĞƉƵŶƚĞŶͿ ǀĞƌĂŶƚǁŽŽƌĚĞůŝũŬĚŽĐĞŶƚ KŶĚĞƌnjŽĞŬƐͲ ƉƌŽĐĞƐ ĞŽŽƌĚĞůŝŶŐƐĐŽŵŵŝƐƐŝĞ
ŽŵƉůŝŵĞŶƚĞŶ;ƐƚĞƌŬĞƉƵŶƚĞŶͿ ^ƵŐŐĞƐƚŝĞƐǀŽŽƌǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐ;njǁĂŬŬĞƉƵŶƚĞŶͿ
ZĂƉƉŽƌƚͲ ŽŶƚǁĞƌƉΘůĂLJͲŽƵƚ ĞŽŽƌĚĞůŝŶŐƐĐŽŵŵŝƐƐŝĞ
WƌĞƐĞŶƚĂƚŝĞΘ ĚŝƐĐƵƐƐŝĞ ĞŽŽƌĚĞůŝŶŐƐĐŽŵŵŝƐƐŝĞ
ŽŵƉůŝŵĞŶƚĞŶ;ƐƚĞƌŬĞƉƵŶƚĞŶͿ ^ƵŐŐĞƐƚŝĞƐǀŽŽƌǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐ;njǁĂŬŬĞƉƵŶƚĞŶͿ ĞŽŽƌĚĞůŝŶŐƐĐŽŵŵŝƐƐŝĞ
EĂĂŵ sŽŽƌnjŝƚƚĞƌ ĂŐĞůŝũŬƐ ďĞŐĞůĞŝĚĞƌ sĞƌĂŶƚǁŽŽƌĚĞůŝũŬ ĚŽĐĞŶƚ >ŝĚĂŶĚĞƌĞ ǀĂŬŐƌŽĞƉ
,ĂŶĚƚĞŬĞŶŝŶŐ
4
11 Bijlagen
,ĂŶĚůĞŝĚŝŶŐĨŽƌŵƵůŝĞƌ -
ĂůůĞĞŶŚĞƚǀŽŽƌďůĂĚďĞŚŽĞĨƚƚĞǁŽƌĚĞŶŝŶŐĞǀƵůĚ͕ ůĂĂƚǀŽŽƌĂĨĚĞƚĞŬƐƚďŽdžĞŶŝŶǀƵůůĞŶŵĞƚĚĞďĞƚƌĞĨĨĞŶĚĞŶĂĂŵ͕ƐƚƵĚĞŶƚŶƵŵŵĞƌ͕ƚŝƚĞů͕ŐƌŽĞƉ͕ ǀƵůǀŽŽƌŝĞĚĞƌďĞŽŽƌĚĞůŝŶŐƐĂƐƉĞĐƚŚĞƚďĞůĂŶŐƌŝũŬƐƚĞƐƚĞƌŬĞƉƵŶƚĞŶnjǁĂŬŬĞƉƵŶƚŝŶ;ŵŽŐĞŶŽŽŬŵĞĞƌ njŝũŶͿ͖ŚĞƚĨŽƌŵƵůŝĞƌĚŝĞŶƚĂůƐǀĞƌĂŶƚǁŽŽƌĚŝŶŐǀĂŶŚĞƚĞŝŶĚĐŝũĨĞƌnjŽǁĞůĂůƐĨĞĞĚͲďĂĐŬŶĂĂƌĚĞƐƚƵĚĞŶƚ͕ ŐĞďƌƵŝŬŚĞƚĐŽŵŵĞŶƚĂĂƌŽŵĞĞŶĞŝŶĚĐŝũĨĞƌƚĞĨŽƌŵƵůĞƌĞŶ͕ ůĂĂƚŚĞƚĨŽƌŵƵůŝĞƌƚĞŬĞŶĞŶĚŽŽƌĂůůĞĐŽŵŵŝƐƐŝĞůĞĚĞŶ͕ ŵĂĂŬĞĞŶŬŽƉŝĞǀŽŽƌĚĞƐƚƵĚĞŶƚĞŶŚĞƚĂƌĐŚŝĞĨǀĂŶĚĞŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐŐƌŽĞƉ͕ĞŶ ůĞǀĞƌŚĞƚŽƌŝŐŝŶĞĞůŝŶďŝũKͲ^dͬ,͘
ŽĞůƐƚĞůůŝŶŐĞŶ ĞŶ ŐĞĚĞƚĂŝůůĞĞƌĚĞ ůŝũƐƚ ǀĂŶ ůĞĞƌĚŽĞůĞŶ ŝƐ ŐĞĚĞĨŝŶŝĞĞƌĚ ŝŶ ĚĞ KZ͘ ĂŶĚĂĐŚƚ ǁŽƌĚƚ ŐĞǀƌĂĂŐĚ ǀŽŽƌ͗ ĚĞ ĨŽƌŵƵůĞƌŝŶŐǀĂŶŚĞƚŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐƉƌŽďůĞĞŵ͕ĚĞŝŶĨŽƌŵĂƚŝĞǀĞƌǁĞƌǀŝŶŐ͕ŚĞƚŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐƉůĂŶ;ŵĞƚŚŽĚĞĞŶƐĞůĞĐƚŝĞ ǀĂŶĞdžƉĞƌŝŵĞŶƚĞŶͿ͕ŚĞƚǀĞƌĞŝƐƚĞĞŶǀĞƌŬƌĞŐĞŶŶŝǀĞĂƵǀĂŶĚĞƚĂŝů͕ŶĂƵǁŬĞƵƌŝŐŚĞŝĚĞŶďĞƚƌŽƵǁďĂĂƌŚĞŝĚǀĂŶĚĞ ƌĞƐƵůƚĂƚĞŶ͘ ĞŽŽƌĚĞůŝŶŐƐĂƐƉĞĐƚĞŶ >ŝƚĞƌĂƚƵƵƌƐƚƵĚŝĞ • /ŶĨŽƌŵĂƚŝĞǀĞƌǁĞƌǀŝŶŐƚ͘Ă͘ǀ͘ŚĞƚƐƉĞĐŝĨŝĞŬĞŽŶĚĞƌǁĞƌƉ • ^ƚƌƵĐƚƵƌĞƌŝŶŐ͕ĂŶĂůLJƐĞĞŶǀĞƌǁĞƌŬŝŶŐǀĂŶĚĞŝŶĨŽƌŵĂƚŝĞ KŶĚĞƌnjŽĞŬƐƉƌŽĐĞƐ • WƌŽďůĞĞŵĨŽƌŵƵůĞƌŝŶŐŐĞƉůĂĂƚƐƚŝŶĚĞĐŽŶƚĞdžƚ • KŶĚĞƌnjŽĞŬƐƉůĂŶ;ŵĞƚŚŽĚŽůŽŐŝĞ͕ĞdžƉĞƌŝŵĞŶƚĞůĞŽƉnjĞƚĞŶ ƉůĂŶŶŝŶŐͿ • ZĞƐƵůƚĂƚĞŶ;ŐĞǁĞŶƐƚĚĞƚĂŝůĞŶĂďƐƚƌĂĐƚŝĞŶŝǀĞĂƵ͕ ŶĂƵǁŬĞƵƌŝŐŚĞŝĚͿ • ŶĂůLJƐĞǀĂŶĚĞƌĞƐƵůƚĂƚĞŶĞŶĚŝƐĐƵƐƐŝĞ • ŽŶĐůƵƐŝĞĞŶĂĂŶďĞǀĞůŝŶŐĞŶ • ƌƵŝŬďĂĂƌŚĞŝĚǀĂŶĚĞƌĞƐƵůƚĂƚĞŶ;ď͘ǀ͘ƌĞůĞǀĂŶƚǀŽŽƌ ƉƵďůŝĐĂƚŝĞͿ • ĂŶĚĂĐŚƚǀŽŽƌĚĞĐŽŶƚĞdžƚ KŶĚĞƌnjŽĞŬƐŬǁĂůŝƚĞŝƚĞŶ • sĂĂƌĚŝŐŚĞĚĞŶ͗ ƚŚĞŽƌĞƚŝƐĐŚ͕ĞdžƉĞƌŝŵĞŶƚĞĞů͕ŽƌŐĂŶŝƐĂƚŽƌŝƐĐŚ • tĞƚĞŶƐĐŚĂƉƉĞůŝũŬĞďĞŶĂĚĞƌŝŶŐ͗ ƐLJƐƚĞŵĂƚŝƐĐŚĞǁĞƌŬǁŝũnjĞ͕ůŽŐŝƐĐŚƌĞĚĞŶĞƌĞŶ͕ŵŽĚĞůŐĞďƌƵŝŬ • tĞƚĞŶƐĐŚĂƉƉĞůŝũŬĞĂƚƚŝƚƵĚĞ͗ ĐƌĞĂƚŝĞĨ͕ŶŝĞƵǁƐŐŝĞƌŝŐ͕ŐĞŵŽƚŝǀĞĞƌĚ͕ĐŽŶƐƚƌƵĐƚŝĞĨ͕ ;njĞůĨͲͿŬƌŝƚŝƐĐŚ • ^ĂŵĞŶǁĞƌŬŝŶŐ͗ŝŶƚĞƌĂĐƚŝĞŵĞƚďĞŐĞůĞŝĚĞƌƐĞŶĐŽůůĞŐĂ͛Ɛ • WƌŽũĞĐƚĂĂŶƉĂŬ͗ƉůĂŶŶŝŶŐĞŶƚŝŵĞŵĂŶĂŐĞŵĞŶƚ ZĂƉƉŽƌƚŽŶƚǁĞƌƉĞŶůĂLJͲŽƵƚ • 'ĞƐĐŚŝŬƚĂďƐƚƌĂĐƚ • 'ĞƐĐŚŝŬƚĞƐƚƌƵĐƚƵƵƌĞŶƐĂŵĞŶŚĂŶŐ • 'ĞƐĐŚŝŬƚĞǀŽƌŵŐĞǀŝŶŐ • sĞƌnjŽƌŐĚƚĂĂůŐĞďƌƵŝŬ • <ǁĂůŝƚĞŝƚĞŶŐĞďƌƵŝŬǀĂŶĨŝŐƵƌĞŶĞŶƚĂďĞůůĞŶ • 'ĞďƌƵŝŬǀĂŶƌĞĨĞƌĞŶƚŝĞƐĞŶĐŝƚĂƚŝĞƐ • 'ĞƐĐŚŝŬƚĞůĞŶŐƚĞ WƌĞƐĞŶƚĂƚŝĞĞŶĚŝƐĐƵƐƐŝĞ • ƵŝĚĞůŝũŬĞƉƌŽďůĞĞŵƐƚĞůůŝŶŐ͕ŵĞƚŚŽĚĞ͕ƌĞƐƵůƚĂƚĞŶ͕ĚŝƐĐƵƐƐŝĞ ĞŶĐŽŶĐůƵƐŝĞƐ • WƌĞƐĞŶƚĂƚŝĞƐƚŝũůĞŶŐĞďƌƵŝŬǀĂŶĂƵĚŝŽǀŝƐƵĞůĞŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐ • ZĞůĂƚŝĞƚŽƚƉƵďůŝĞŬ • ŝƐĐƵƐƐŝĞŵĞƚƉƵďůŝĞŬĞŶƌĞƐƉŽŶƐŽƉĚĞǀƌĂŐĞŶ
>ĞĞƌĚŽĞůĞŶ ĞƐƚƵĚĞŶƚŬĂŶnjĞůĨƐƚĂŶĚŝŐŽƉĞĞŶƐLJƐƚĞŵĂƚŝƐĐŚĞ ǁŝũnjĞ ;ďǀ njŽĞŬŵͿ ĚĞ ďĞŶŽĚŝŐĚĞ ŝŶĨŽƌŵĂƚŝĞ ǀĞƌǁĞƌǀĞŶ Ğ ŽƉĚƌĂĐŚƚ ĚŝĞŶƚ Žŵ ĚĞ ƐƚƵĚĞŶƚ ͞ƚĞ ůĞƌĞŶ ŽŶĚĞƌnjŽĞŬĞŶ͘͟ ŝƚ ŐĞďĞƵƌƚ ŽŶĚĞƌ ďĞŐĞůĞŝĚŝŶŐ ĂĂŶ ĚĞ ŚĂŶĚ ǀĂŶ ĞĞŶ ŐĞƐĐŚŝŬƚĞ ƐLJƐƚĞŵĂƚŝƐĐŚĞ ŵĞƚŚŽĚŽůŽŐŝĞ ĚŝĞ ǁŽƌĚƚ ƚŽĞŐĞƉĂƐƚ ŽƉ ĞĞŶ ŶŝĞƚ ĂůƚĞŝŶŐĞǁŝŬŬĞůĚƉƌŽďůĞĞŵ͘,ĞƚŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐƉůĂŶ ǁŽƌĚƚ ŽƉŐĞƐƚĞůĚ ŝŶ ƐĂŵĞŶǁĞƌŬŝŶŐ ŵĞƚ ĚĞ ďĞŐĞůĞŝĚĞƌ͘ Ğ ƐƚƵĚĞŶƚ ŐĞďƌƵŝŬƚ ŵŽĚĞůůĞŶ ǀŽŽƌ ŽŶĚĞƌnjŽĞŬ ĞŶŬĂŶĞĞŶďĞƌĞĚĞŶĞĞƌĚŽŽƌĚĞĞůǀŽƌŵĞŶ͕ŽŽŬďŝũ ŝŶĐŽŵƉůĞƚĞ ĚĂƚĂ ĞŶ ŝƐ njŝĐŚ ďĞǁƵƐƚ ǀĂŶ ŚĞƚ ŶŝǀĞĂƵǀĂŶĂďƐƚƌĂĐƚŝĞ͘ Ğ ǁĞƚĞŶƐĐŚĂƉƉĞůŝũŬĞ ďĞŶĂĚĞƌŝŶŐ ĞŶ ĂƚƚŝƚƵĚĞ njŝũŶŽƉďĂĐŚĞůŽƌŶŝǀĞĂƵ͘ ĞƐƚƵĚĞŶƚĚŝĞŶƚnjĞůĨƐƚĂŶĚŝŐ;ŽƉĞŝŐĞŶŝŶŝƚŝĂƚŝĞĨͿ njŝũŶ ǁĞƌŬnjĂĂŵŚĞĚĞŶ ƚĞ ƉůĂŶŶĞŶ ĞŶ ƚĞ ŽƌŐĂŶŝƐĞƌĞŶ͘ Ğ ƐƚƵĚĞŶƚ ŝƐ njŝĐŚ ďĞǁƵƐƚ ;ŵĂĂƚƐĐŚĂƉƉĞůŝũŬĞͿĐŽŶƚĞdžƚ͘
ǀĂŶ
ĚĞ
,ĞƚƌĂƉƉŽƌƚŽŵǀĂƚƚĞǀĞŶƐ͗ ͲůŝƚĞƌĂƚƵƵƌƐƚƵĚŝĞ͕ ͲŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐƉůĂŶ͕ ͲĂďƐƚƌĂĐƚĞŶ ͲĞǀĂůƵĂƚŝĞǀĂŶŚĞƚŐĞǀŽůŐĚĞŽŶĚĞƌnjŽĞŬƐƉƌŽĐĞƐ͘ ŽĞůŐƌŽĞƉ͗ŵĞĚĞƐƚƵĚĞŶƚĞŶĞŶŽŶĚĞƌnjŽĞŬĞƌƐ ,Ğƚ ƌĂƉƉŽƌƚ ŵĂŐ ŵĂdžŝŵĂĂů Ϯϱ ƉĂŐŝŶĂ͛Ɛ ŽŵǀĂƚƚĞŶĞdžĐůƵƐŝĞĨďŝũůĂŐĞŶ͘
Ğ ƉƌĞƐĞŶƚĂƚŝĞ ŵŽĞƚ ĂĨŐĞƐƚĞŵĚ njŝũŶ ŽƉ ĚĞ ŵĞĚĞƐƚƵĚĞŶƚĞŶ͘
5
11 Bijlagen
Bijlage 4: Contactpersonen Bacheloropdracht Vakgroep IMS CPM MTG BST BMC MTP MnF PCS MCS SPT IM BNT SFI
Contactpersoon Dr. ir. J.E. ten Elshof Prof.dr.ir. L. Lefferts Dr. Ir. D.C. Nijmeijer Dr. D.W. Grijpma Prof. dr. Engbersen Prof. dr. G.J. Vancso Prof. dr. ir.J. Huskens Prof. dr. G. Mul Prof. dr. J.G.E. Gardeniers Prof. dr. S.R.A. Kersten dr. A.J.A. Winnubst Prof.dr. J.J.L.M.Cornelissen Prof.dr.ir. R.G.H. Lammertink
Kamer CR 3249 ME 357 ME 325 ZH 235 ZH 242 CR 4243 CR 4221 ME 225 ME 149 ME 216 ME 348 CR 4225 ME 314
telefoon 2695 2858 4185 2966 2926 2967 2995 3890 4356 4430 2994 4380 2063
e-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
6
11 Bijlagen
Bijlage 5: Goedkeuring afstudeercommissie B-opdracht en vakkenpakket
(dit formulier is ook te downloaden via http://www.utwente.nl/tnw/organisatie/organisatie/SenO/onderwijszaken/formulieren/scheikundige_tec hnologie/bachelor_opleiding/) Update: 26 juni 2011
Studenten en Onderwijs Administratie TNW Opleiding Bachelor Scheikundige Technologie Aan:
Bachelor Examencommissie ST, p/a Studenten en Onderwijs Administratie TNW/BOZ
Van:
(naam student)
Studentnummer: Werkeenheid/leerstoel: Betreft:
Goedkeuring Bachelorcommissie, B-opdracht en vakkenpakket; Overeenkomst voor de Bacheloropdracht Hierbij verzoek ik u, conform artikel 13 en 14 van de ‘regels van de Examencommissie’, uw goedkeuring te hechten aan de hierna vermelde samenstelling van de Bachelorcommissie, de omschrijving van de B-opdracht en de samenstelling van het vakkenpakket.
Planning • • •
Startdatum opdracht: …………………….. 2 Bij de start van de B-opdracht voldoe ik wel/niet aan de voorwaarden daarvoor. Mede in aanmerking genomen de nog af te leggen vakken streef ik naar het behalen van mijn Bachelor diploma in (maand, jaar) ……………………
Bachelorcommissie Examencommissie’.
conform
artikel
13
en
14
van
de
‘regels
van
de
Voorzitter: Afstudeerdocent: Mentor: Staflid andere UT leerstoel: Overige leden:
________________________________ (handtekening student)
2
4
_____________________________ (handtekening voorzitter Bachelorcommissie voor 3 akkoord )
De student kan pas beginnen met het examenonderdeel Bacheloropdracht indien hij geslaagd is voor het P-examen en hij voor de verplichte en beperkte keuze-onderdelen van het B-examen (is B2 en B3) tenminste 90 EC heeft behaald met inachtneming van eventueel behaalde vijven welke voldoen aan de criteria voor reglementair slagen voor het B-examen (zie artikel 10.4 van de ‘regels examencommissie’). In artikel 9 (van de ‘regels van de examencommissie’) is vastgelegd onder welke voorwaarden de examencommissie de student ontheffing kan verlenen van de regel in de eerste zin van dit lid. Indien niet akkoord of specifiek advies: bijlage toevoegen (ondertekend door de student en de voorzitter van de bachelorcommissie).
7
11 Bijlagen
N.B. Om op de geplande datum te kunnen beginnen met de B-opdracht moet dit verzoek inclusief alle bijlagen uiterlijk 1 maand voor de geplande begindatum van de B-opdracht worden ingediend bij Bureau Onderwijszaken (HR Z204). Die maand is nodig voor de administratieve afhandeling. Het is echter beter om dit verzoek eerder dan 1 maand van tevoren in te dienen! Bijlagen: 1. Omschrijving van de B-opdracht. 2. Samenstelling van het vakkenpakket (B2- en B3-pakket). 3. Overeenkomst voor de Bacheloropdracht.
8
11 Bijlagen
Appendix 1:
Omschrijving van de B-opdracht
behorende bij het verzoek om goedkeuring van de Bachelorcommissie, de omschrijving van de Bopdracht en de samenstelling van het vakkenpakket van ......................................... (conform artikel 13 lid 5 van de ‘regels van de Examencommissie’)
9
11 Bijlagen
Appendix 2:
Vakkenpakket (excl. B-opdracht) Generatie 2010+
Voor de programma’s voor 2007 zie het document op de website http://www.utwente.nl/tnw/organisatie/organisatie/SenO/onderwijszaken/formulieren/scheikundige_tec hnologie/bachelor_opleiding/ behorende bij het verzoek om goedkeuring van de Bachelorcommissie, de omschrijving van de Bopdracht en de samenstelling van het vakkenpakket van ......................................... B2 – verplichte vakken vakcode vaknaam
191340151 191340201 191360021 191360250 191330012 191320013 191350010 191540280 191399013 191370091 201100114 191370201 191375022 201100113
Afgerond op
Evenwichten Fysica van Atomen en moleculen Analytische Chemie Toegepaste molecuulspectroscopie Anorganische Chemie Organische Chemie Evenwichten 2 Numerieke Algoritmen en Modellen Practicum synthese Inleiding Fysische Transportverschijnselen Katalyse en Reactiekinetiek Fysische Transportverschijnselen Project Chemische Technologie Industrieel Toegepaste Chemie
EC
cijfer
indien niet afgerond, streefdatum afronding
5,0 4,0 2,0 3.0 3,0 4,0 3,0 5.0 6,0 4,0 5,0 6,0 7,0 3,0
B3 – Minor (20 EC)
B3 - verplichte vakken 191385061 Scheidingsmethoden 191315131 Duurzame (Proces) Technologie 191355400 Voortgezette Materiaalkunde 191355390 Chemie en Technologie van Organische Materialen B3 – keuzevakken (5 EC)
5.0 5.0 5.0 5.0
4
4
Je moet je na afronding van je Bachelor nog aanmelden voor het Bachelorexamen. Dat doe je met het formulier ‘Aanmelding Bachelor Examen’ (verkrijgbaar bij BOZ of per mail op te vragen). Op dat formulier kun je desgewenst aangeven welke vakken naar de Master moeten worden doorgeschoven. Zodra je dan ook ingeschreven staat voor de Master (dat doet CSA zodra BOZ je aanmeldt voor het Bachelorexamen) kan BOZ de vakken doorschuiven als het een Master is binnen TNW. Als het een andere Master is, zorgt BOZ ervoor dat je cijferbriefjes worden doorgestuurd aan het voor die Master verantwoordelijke BOZ.
10
11 Bijlagen
Appendix 3
Overeenkomst B-opdracht
Student:
..............................
Studentnummer:
..............................
Werkeenheid:
..............................
1.
Nog af te leggen tentamens en andere studieverplichtingen voor het Bachelor-examen Totaal: ............ EC (vermelden van vakken met vakcode en aantal EC en geplande tentamendatum of datum van afronding van een vak)
2.
Nevenactiviteiten leidend tot afwijkingen van voltijdse besteding (als iemand minder dan 42 uur per week kan werken aan de B-opdracht door vakken die in dezelfde periode gedaan moeten worden, bijbaantjes, nevenactiviteiten buiten de studie e.d.)
3.
Geplande onderbrekingen (perioden van geplande vakanties en andere onderbrekingen)
4.
Planning B-opdracht (rekening houdend met de punten 1. t/m 3.) (De opdracht heeft een omvang van 10 voltijds weken van 42 uur per week overeenkomend met 15 EC; de omvang van het deel literatuuronderzoek bedraagt 2 voltijds weken overeenkomend met 3 EC)
Totaal: ......weken
Wanneer is de eerste afspraak met de H. Becht (informatiespecialist) gepland? ....................................
Onderdeel Start literatuuronderzoek voor B-opdracht
Week
Default
5
Formulier “Start Bacheloropdracht” inleveren
…
T
Afronding Literatuurverslag
…
T+2
…
T+3
Na goedkeuring door begeleider, inleveren Onderzoeksplan bij BOZ Goedkeuring Start vervolg B-opdracht
6
Bespreking tussenrapportage met mentor/commissie
…
T+6
Bespreking resultaatanalyse en opzet verslag met mentor/commissie
…
T+8
Verslag inleveren
…
T+10
Colloquium houden
…
T+11
Vervolg volgende bladzijde
5
Na melding van de eerste bespreking met de informatiespecialist wordt door BOZ de goedkeuring voor de start van het literatuuronderzoek gegeven. Na inleveren van het Onderzoeksplan bij BOZ en na goedkeuring van de informatiespecialist aan BOZ t.a.v. specialistisch zoeken, volgt de goedkeuring voor de start van het vervolg van de B-opdracht. De toestemming om aan de B-opdracht te beginnen, gaat dus in twee stappen. 6
11
11 Bijlagen •
De werkeenheid/leerstoel garandeert een adequate begeleiding. Bij de start van de B-opdracht zal nog een plaatsvervangend mentor worden aangewezen (dit kan ook de coördinator Bopdrachten zijn).
•
De mentor zal er op toezien dat voor vakken genoemd onder 1. voldoende tijd wordt ingeruimd om deze vakken succesvol af te ronden.
•
De student zal wijzigingen in bovenstaande punten 2. en 3. z.s.m. melden aan de mentor. De student zal andere omstandigheden die leiden tot vertraging van de B-opdracht (bv. ziekte, vastlopen van de opdracht) z.s.m. melden aan de mentor.
•
De mentor (of bij diens afwezigheid de plaatsvervangend mentor) zal afwijkingen groter dan 2 weken van de bij 1. vermelde planning melden aan BOZ ST, onder opgaaf van redenen.
•
De student heeft recht op minimaal een tweewekelijkse bespreking van de voortgang met de mentor.
Voor akkoord getekend, Enschede, …… - …… - 20……
___________________ (student)
___________________ (mentor)
____________________ (voorzitter BSc-opdrachtcommissie)
Eén exemplaar van deze overeenkomst wordt uiterlijk 1 maand voor de geplande begindatum van de B-opdracht ingeleverd bij BOZ. Eén exemplaar wordt de student behouden en één exemplaar wordt behouden door de werkeenheid waarbij de student de B-opdracht uitvoert.
12
11 Bijlagen
Bijlage 6: Organogram faculteit TNW
Dean
Research Institutes
Prof. dr. ir. G. van der Steenhoven
Mesa+ MIRA
Bureau of the Faculty
Faculty Counsel Adviescommissies
Kamer van hoogleraren TNW Kamer van hoogleraren TN Kamer van hoogleraren ST
Research Groups TNW
Educational Directors AT Dr.ir. J. Flokstra BMT Drs. H. A. T. Miedema ST Dr. B.H.L. Betlem TG Drs. H. A. T. Miedema TN Dr. N.J.C. Letteboer
Managing Director M.M. van Aken
- Bureau Faculty Dean (BFD) - Personnel & Organization Dept. - AMH (working conditions, environment & housing) - Financial Department - Communication Department - Purchase Department - ICT Service - TCO Technical Support
- Educational Coördination - Study Advice - Bureau of Educational Affairs - Study information - Science information
13
11 Bijlagen
Bijlage 7: Afkortingenlijst AT BBT BK BMT BNT BSK CiT ChE CPM CSA CvB CTW EC EDMM EE EWI FR GW GZW IMS INF IO MnF MCS M&M MTS MTP S&OA NT OER OKC-ST OLS PBM PCS PPD PSY PT SET SFI SMCT ST Stst TAST TBK TCCB CW TEL TG TN TNW TOST TW UB UT VIST WB WT
Advanced Technology (opleiding) Faculteit Bedrijf, Bestuur en Technologie Bedrijfskunde (opleiding) Biomedische Technologie (opleiding) Biomolecular Nano Technology (vakgroep) Bestuurskunde (opleiding) Civiele Techniek (opleiding) Chemical Engineering (Master) Catalytic Processes and Materials (vakgroep) Centrale Studentenadministratie College van Bestuur Faculteit Construerende Technische Wetenschappen European Creditspoints (studiepunten) Educational Design, Management & Media (opleiding) Electrical Engineering (opleiding) Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Faculteitsraad Faculteit Gedragswetenschappen Gezondheidswetenschappen (opleiding) Inorganic Materials Science (vakgroep) Informatica (opleiding) Industrieel Ontwerpen (opleiding) Molecular Nanofabrication (vakgroep) Mesoscale Chemical Systems (vakgroep) Molecules & Materials (masteropleiding) voorheen CTM Membrane Science and Technology (vakgroep) Materials Science and Technology of Polymers (vakgroep) Studenten en Onderwijs Administratie Master Nanotechnology (masteropleiding) Onderwijs- en Examenregeling OnderwijsKwaliteitCommissie Scheikundige Technologie Opleidingscommissie Scheikundge Techologie Polymer Chemistry and Biomaterials (vakgroep) Photo Catalytic Fuel Synthesis (vakgroep) Process Plant Design (vakgroep) Psychologie (opleiding) Process Technology (masteropleiding) Sustainable Energy Technology (masteropeiding) Soft matter, Fluidics and Interfaces (vakgroep) Supramolecular Chemistry and Technology (vakgroep) Scheikundige Technologie (opleiding) Studentenstatuut Tentamen Aanmeld Systeem Twente Technische Bedrijfskunde (opleiding) Thermo- Chemical Conversion of Biomass (vakgroep) Communicatie Wetenschappen (opleiding) Telematica (opleiding) Technische Geneeskunde (opleiding) Technische Natuurkunde (opleiding) Faculteit Technische Natuurwetenschappen Tentamen Opvraag Systeem Twente Technische Wiskunde (opleiding) Universiteitbibliotheek Universiteit Twente Vak Informatie Systeem Twente Werktuigbouwkunde (opleiding) Water Technology (masteropleiding)
14
11 Bijlagen
Bijlage 8: Internetadressen Onderwerp Startpagina Universiteit Twente Scheikundige Technologie Studenten email Blackboard Osiris Studenten en Onderwijs Administratie Telefoongids UT Studievereniging Almebic Faculteit TNW Centrale Studentenadministratie Student Union Sport op de universiteit Bibliotheek Startpagina voor alle webapplicaties Startpagina Dienst Uitvoering Onderwijs Startpagina rode balie studentenbegeleiding
Internetadres www.utwente.nl www.utwente.nl/st xs.utwente.nl blackboard.utwente.nl osiris.utwente.nl www.utwente.nl/tnw/organisatie/organisatie/SenO/ webapps.utwente.nl/telefoongids/nl/telgidsservlet www.alembic.utwente.nl www.utwente.nl/onderwijs/tnw www.utwente.nl/so/studentservices/ www.studentunion.utwente.nl www.sport.utwente.nl www.utwente.nl/ub my.utwente.nl www.duo.nl www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding
15
11 Bijlagen
Bijlage 9: formulier 3de tentamenpoging FORMULIER TOESTEMMING 3e OF HOGERE TENTAMENPOGING Scheikundige Technologie Ondergetekende,
...........................................................................................
Docent(e) van het vak
...........................................................................................
vakcode
...........................................................................................
verklaart dat student(e)
...........................................................................................
studentnummer
...........................................................................................
het tentamen d.d.
...........................................................................................
naar tevredenheid heeft nabesproken op ………………………................................... De volgende verbeterpunten zijn hierbij vastgesteld: …………………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………….….. Benodigde acties en globale tijdbesteding in EC’s: …………………………………………………………………………………….…………….. Semesterplanning (waarin is aangegeven wanneer herkansing is ingepland): Kwartiel ……...
Kwartiel ……....
Vak met vakcode
EC
Vak met vakcode
Handtekening Docent :
Handtekening studieadviseur ST
Datum:
Datum:
EC
van Handtekening Secretaris examencommissie:
Datum:
Dit document is vereist om toestemming te krijgen van de Examencommissie voor het afleggen e van een 3 (of hoger) examen van bovengenoemd vak. Na ondertekening dient dit bij S&OA/BOZ ST (HR Z204) te worden ingeleverd ter attentie van de secretaris van de Examencommissie.
16
11 Bijlagen
Bijlage 10 : De Onderwijs- en Examenregeling Op het moment van drukken van de studiegids is de nieuwe OER nog niet beschikbaar. De OER is te vinden op de ST site: www.utwente.nl/st onder regelingen. Hier zijn vanaf 1 september de volgende documenten beschikbaar; - Het algemene TNW deel van de OER - Het opleidingsspecifieke ST deel van de OER - De regels van de examencommissie Er zal ook een uitdraai van de OER ter inzage bij studievereniging Alembic liggen, vraag hiervoor het bestuur.
17