Welkom toespraak voor Rabbijn David Soetendorp door de Voorzitter van Masorti Almere-Weesp dhr.Nicky Cohen op 20-02-2009
Bersjoet ha Rav, mevrouw Soetendorp, dames en heren, Het is voor mij en ons allemaal een speciale avond, het is immers niet dagelijks dat men een rabbijn welkom heet in zijn nieuwe kille. En in ons geval dan ook nog een zeer speciale rabbijn voor Nederland, het was immers uw vader Jacob Soetendorp zichrono libracha die het liberale Jodendom in Nederland introduceerde. Rabbijn, David Soetendorp dit deel zal u zeer bekend voorkomen, u bent geboren in Amsterdam in Juli 1945, vlak na het eind van de Tweede Oorlog en leefde hier drie jaar, waarna u emigreerde naar Israël. Op de leeftijd van 8 jaar keerde u terug naar Nederland. Tot op dit punt hebben u en ik veel gemeen. In 1965 ging u in Engeland studeren aan de Universiteit van Leo Baeck. U trouwde met Ruth in 1971, en ontving de Rabbinale Semicha in 1972. Hierna was u jaren verbonden aan de liberale gemeente in Bourmouth. David en Ruth hebben twee volwassen kinderen Naomi & Joel . Sinds enige jaren bent u rabbijn bij de Masorti organisatie. Hiernaast bent u ook psychotherapeut en specialiseerde u zich op onder andere de tweede generatie problematiek. In mijn beleving bent u bij ons op de juiste plek terecht gekomen. Onze kehilla bestaat uit g’d zij dank nog eerste generatie overlevenden en uit zoals u en ik de tweede en inmiddels derde generatie na de vreselijke shoa. En nu is het aan u en ons om het Masorti Jodendom in Nederland, dat wat mijn vader Bernhard Cohen opgestart heeft, verder uit te breiden. Want wij geloven in een traditioneel, vroom en vrij Jodendom hetgeen waar Joods Nederland behoefte aan heeft.
6
Nu is de tijd aangebroken om onze doorbraak te maken, om al diegene die zich tot op heden nergens thuis voelden of inmiddels niet meer thuis voelen bij hun kerkgenootschap een warm joods thuis te geven. Samen met u zullen we ernaar streven om Masorti net zo groot te maken als in de Verenigde Staten, Zuid Amerika, Israel, en uw thuishaven Engeland. Beste Rabbijn Soetendorp ik hoop dat u in lengte van jaren deel zal uitmaken van onze kehilla. Ik wil bij deze even van de gelegenheid gebruik maken om de sponsoren die het financieel mogelijk hebben gemaakt om de komst van rabbijn Soetendorp te verwezenlijken en alle vrijwilligers en mijn bestuur van harte te bedanken voor alle inzet en hoop dat ook zij dit tot in lengte van jaren zullen mogen doen. En tot slot wil ik Sandra bedanken voor het vele werk wat zij in de afgelopen maanden heeft gedaan om dit weekend tot een succes te maken. Ik hoop dat we samen een fijn kennismakingsweekend zullen hebben en wens u allen van harte Shabbat Shalom, Gut Sjabbes
Verwelkoming van bijzondere gasten op Shabbath 21 februari 2009-02-22 door Alex Waterman.
Toen wij in het jaar 2000, nu 9 jaar geleden, de stichting Joodse Gemeenschap Flevoland e.o. oprichtten konden wij niet bevroeden waar wij vandaag zouden staan. Dat is natuurlijk vooral omdat we niet in het bezit waren van een glazen bol, maar omdat we op dat moment een gezelligheidsvereniging waren begonnen. Eigenlijk pas op het moment dat er vraag kwam naar het ontwikkelen van religieuze activiteiten zijn wij gestart met Masorti. Dat was nu bijna 5 jaar geleden.
7
En ik ben enorm trots wat wij met z’n allen in nog geen 5 jaar hebben bereikt. Natuurlijk hebben wij de afgelopen jaren ook wel tegenslagen gehad. Maar 2 passen vooruit en 1 achteruit hebben ons gebracht waar we nu staan. In die kleine 5 jaar hebben we ons in het bestuur best wel eens vertwijfeld afgevraagd of het allemaal zou gaan lukken maar gelukkig hebben we niet opgegeven. Begonnen met onze sjoeldiensten in de buurthuizen van Almere, en nu onze vaste plek hier in deze mooie sjoel in Weesp. Het feit dat we echt bijna iedere Sjabbat minjan hebben zegt genoeg. En dit weekend hebben we dan weer een mijlpaal bereikt. De installatie van Rabbijn David Soetendorp. Namens het Bestuur wilde ik graag van deze gelegenheid gebruik maken om u allen te bedanken voor uw aanwezigheid vandaag. Een speciaal woord van dank gaat uit naar een paar speciale gasten die zich vandaag in ons midden bevinden. De heer Ben Zion Soetendorp. De afgevaardigden van de samenwerkende parochies Muiden, Weesp en Muiderberg en de kersverse wethouder van cultuur van Weesp mevrouw Tineke Booy. Wij kennen een gezegde dat zegt: “Zo in Sjoel zo opgeroepen” dat gezegde is zeker op u van toepassing. Ik zal uitleggen wat we daarmee bedoelen. Vorige week woensdag geïnstalleerd als nieuwe wethouder en donderdag al toegezegd dat u hier vandaag aanwezig zou zijn. Voor ons wil dat dus zeggen: zo in Sjoel zo opgeroepen. Namens het bestuur wens ik u vanaf deze plaats veel succes in de uitoefening van uw functie. Maar……U zult het mij niet kwalijk nemen als ik toch even het woord tot u richt. Een aantal jaren geleden in een gesprek met de toenmalige Burgemeester mevrouw Hofkamp hebben wij aangegeven graag in aanmerking te willen komen voor een stuk grond dat kan dienen als begraafplaats in Weesp. Dat is namelijk het ontbrekende stukje voor het bereiken van onze volgende mijlpaal. Er volgde een officiële
8
aanvraag bij het gemeente bestuur en nog een aantal gesprekken met o.a. de huidige Burgemeester, de heer Horseling en de toenmalige wethouder de heer Fleming. We zijn nu bijna 4 jaar na het indienen van de aanvraag en nu weten we wat het betekent als iemand zegt dat ambtelijke molens langzaam draaien. Toch zijn er positieve geluiden. In het laatste bericht dat wij medio januari hebben ontvangen van de heer Aleman zegt hij toe met de nieuwe verantwoordelijke wethouder de zaak te bespreken en, wat belangrijker is, hij zegt tevens dat het er naar uitziet dat er in beginsel grond beschikbaar kan zijn voor onze gemeente. Mogen wij u langs deze weg vragen om onze zaak te bezien, te bespreken en te bekijken, wellicht samen met uw collega wethouders, of er nu snel een besluit kan worden genomen. Dat zou namelijk onze droom weer een stap dichterbij brengen. Ik wens iedereen Sjabat Sjalom. Alex Waterman Vandaag hebben we gelezen Besjalach “En hij had laten gaan.” Deze parasja is een indringende beschrijving van een reeks beproevingen, waarin ons volk kennis maakte met wat het is om voor zichzelf te zorgen in een vijandige omgeving. In pakhembeet drie maanden kregen de kersverse woestijnreizigers een zware training in overleven. Deze parasja beschrijft vier uiterst benarde situaties die gepaard gaan met wanhoop, klachten, protesten, bijna‐rebellie, maar worden afgesloten met wonderlijke ontsnappingen: eerst hebben we de doortocht door
9
de Rode zee en daarmee de ontsnapping aan de Egyptenaren, daarna wordt bitter water zoet, wat later ligt manna ligt voor het oprapen en vervolgens springt water uit de rots en lest onhoudbare dorst. Aan het slot van de parasja winnen de ongeoefende mannen hun eerste strijd van de krijgers van de verraderlijke vijand Amalek. Het zijn eigenlijk die 4 wonderen die in relatief korte tijd de toekomst van ons volk bepaalde. Het leuke in dit geval is het verhaaltje dat ik heb gelezen bij het maken van deze derasja. Het gaat over de doortocht door de Rode zee. Een moeder vroeg eens aan haar zoontje wat hij op joodse les nu geleerd had. Het jongetje zei: Mam, de meester vertelde hoe Mosjé door G’d achter de vijandelijke linies was neergelaten op een reddingsmissie om Zijn volk uit Egypte te leiden. Toen hij bij de Rode Zee kwam liet hij zijn ingenieurs een pontonbrug bouwen en de mensen liepen er veilig overheen. Toen nam hij met zijn mobieltje contact op met het hoofdkwartier en vroeg om versterking. Die organiseerde een luchtaanval van de Israëlische luchtmacht om de brug weer te laten verdwijnen en zo werden de Israëlieten gered. ‘Maar jongen, is dat wat de meester jou echt heeft geleerd?’ vroeg zijn moeder. ‘Eigenlijk niet, mam, maar als ik je zou zeggen hoe de meester het vertelde, zou je het nooit geloven’ Je kan wonderen geloven als wonderen of je kan proberen om ieder wonder wetenschappelijk te verklaren. Ik opteer voor het eerste. Er is meer tussen hemel en aarde dan dat wij, mensen in het hier en nu, kunnen bevatten. Of zoals Martin Buber schrijft in zijn boek over Mosjé: Een wonder is eenvoudig datgene, wat gebeurt en waarbij de mens bereid is het als wonder te ervaren. Het buitengewone karakter van het gebeuren zal deze bestempeling tot wonder begunstigen, maar het is niet het kenmerkende van het gebeuren; ook het allergewoonste kan, in het licht van een moment van genade, als wonder verschijnen. En zo natuurlijk ook voor de andere genoemde wonderen in Besjalach. Mosjé die met het volk de woestij door trekt. Eindelijk vinden ze water, wat denk je? Niet te
10
drinken. Bitter. Wat doet het volk? Klagen. Klagen bij Mosjé . Een volk van, op dat moment, 3 miljoen mensen wordt er gezegd. 3 miljoen klagende mensen. 3 miljoen klagende joodse mensen. Mosjé ging in gebed en G’d wees hem op een stuk hout dat hij in het water gooide. En het water werd zoet. Zoet en drinkbaar. In overdrachtelijk zin zou je kunnen zeggen dat er altijd wel redding nabij is. Niet bij de pakken neerzitten en niets doen maar altijd proberen om op wat voor manier dan ook een oplossing te bedenken voor het probleem dat je hebt. Dat geldt voor iedereen en voor altijd. Uiteindelijk zal je het zelf moeten doen, want niemand anders doet het voor je. Als je dat nou weet te combineren met het positief inzien van het leven dan denk ik dat we al een heel eind op weg zijn naar een wereld van meer verdraagzaamheid, een wereld van meer positivisme en een wereld van meer daadkracht. Zie het glas altijd half vol. Onderzoek heeft opgeleverd dat positieve mensen veel minder snel in de stress schieten en veel minder aan depressies onderhevig zijn. En daarom ben ik blij dat wij Joden een heel optimistisch volk zijn. Daarom is het te verklaren waarom wij na tegenslagen zo snel weer op de been zijn en naar de toekomst kijken. Het is onze reddingsboei. In het verleden, in het nu en in de toekomst. Heel veel tradities zijn terug te voeren op dit simpele maar zo belangrijke principe. Dat is ook bijvoorbeeld de reden waarom bij de Joden de doden zo snel worden begraven. Hoe sneller dat proces wordt afgehandeld des te sneller kunnen de nabestaanden zich gaan bezighouden met de rouwverwerking. Hoe sneller dat is afgerond hoe sneller men de blik weer gericht kan houden op de toekomst. Daarna worden de doden Jaarlijks, op hun joodse sterfdag, herdacht. Dat heet Yahrzeit. Vandaag hebben we Yahrzeit voor de vader van Liesan Cohen en voor Henk Gunzeln. 'Moge zij in de herinnering van de levenden blijven voortleven”. Tot besluit wilde ik Eddy de Vries van harte feliciteren met zijn verjaardag. Sjabat Sjalom, Alex Waterman 7 februari 2009 / 13 Sjewat 5769
11