1.1.ALGEMENE
INFORMATIE
1.1.1. Welkom op onze school! Beste ouders, Wij zijn blij en dankbaar voor het vertrouwen dat u in onze school stelt. Het schoolteam zal zich ten volle inzetten voor de opvoeding en het onderwijs van uw kind. Wij vinden het bijzonder belangrijk dat kinderen graag naar school komen. Wie graag komt, voelt zich goed en krijgt dan ook optimale groeikansen. U mag een christelijk geïnspireerde, eigentijdse opvoeding en degelijk onderwijs verwachten. Wij hopen dan ook van harte goed met u te kunnen samenwerken. Bij vragen en problemen zijn wij steeds bereid om samen te zoeken naar een haalbare oplossing. Aarzel niet, neem contact op en we maken graag tijd om samen rond de tafel te zitten. We hopen dat u uw kind aanmoedigt de doelstellingen van onze school na te streven en de afspraken na te leven. Ook aan onze kinderen willen we heel graag vertellen dat we blij zijn dat we samen met hun ouders zorg mogen dragen voor een boeiende ontwikkeling. Voor kleuters gaat de deur van de grote wereld een beetje meer open. Als je nieuw bent in onze school zal de aanpassing wat tijd vragen. Weet dat we steeds bereid zijn om je te helpen. We wensen jou dan ook een fijne tijd op onze school toe!
1
1.1.2. Wie is wie in onze school? Organisatie van de school
Onze gemengde basisschool heeft vier vestigingsplaatsen: afdeling centrum, Kerkstraat 10, 9250 Waasmunster 052 46 93 90 of 0479 94 52 64 of
[email protected] kleuteronderwijs lager onderwijs tot en met het 6de leerjaar afdeling Ruiter, Oudeheerweg-Ruiter 172, 9250 Waasmunster 0479 94 52 68 of
[email protected] kleuteronderwijs afdeling Heide, Lode Ontropdreef 9, 9250 Waasmunster 0479 94 52 69 of
[email protected] kleuteronderwijs afdeling Sombeke, Smoorstraat 2, 9250 Waasmunster 0479 94 52 70 of
[email protected] kleuteronderwijs
Schoolbestuur VZW Katholieke vrije scholen te Waasmunster Kerkstraat 10, 9250 Waasmunster Samenstelling: - Mevr. De Clercq- De Bock Chris, voorzitter - E.Zr. Agnes Vanhecke, bestuurder - Mr. Bressinck, bestuurder en secretaris Het schoolbestuur is de eigenlijke organisator van het onderwijs in onze school. Zij is verantwoordelijk voor het beleid en de beleidsvorming en schept de noodzakelijke voorwaarden voor een goed verloop van het onderwijs.
2
Scholengemeenschap Sint-Nicolaas basisonderwijs, Collegestraat 31, 9100 Sint-Niklaas coördinerend directeur: Mr. Johan Vercauteren meer info zie: www.sint-nicolaas-sgbao.be
Klassenraad Directie + leerkrachten van de betrokken leerlingengroep + zorgcoördinator Jaarlijks bezorgen wij bij de aanvang van het nieuwe schooljaar een overzicht van de actuele personeelslijst. Deze kunt u bij voorkeur achteraan in dit mapje bewaren.
Schoolraad Deze schoolraad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de personeelsleden, de ouders en de lokale gemeenschap. De schoolraad zal advies geven aan en overleggen met het schoolbestuur over een aantal pedagogische aangelegenheden. In deze schoolraad situeren wij het zwaartepunt van de formele inspraak op school. De participatie van de ouders in het schoolbeleid via deze schoolraad krijgt onze volle steun. We zijn ervan overtuigd dat in de schoolraad de belangen en de voorstellen van al de betrokken actoren aan bod kunnen komen en tegenover elkaar afgewogen kunnen worden. Zo wordt ook voor het schoolbestuur op eenduidige wijze de gesprekspartner vastgelegd. De adressenlijst van onze schoolraad kunt u terugvinden achteraan bij de rubriek adressen.
3
Ouderraad In onze moderne samenleving kan men zich nog nauwelijks een school voorstellen zonder oudervereniging. Ook onze school kent reeds vele jaren een actieve ouderraad. Haar taak bestaat erin een nauwe samenwerking tussen de school en ouders tot stand te brengen. Centraal hierbij staan steeds de belangen van de kinderen zelf. De ouderraad van onze school is tevens een overlegorgaan waar ouders, directie en leerkrachten bespreken op welke wijze de school verder kan worden uitgebouwd en hoe het onderwijs en de opvoeding van de kinderen optimaal kan verlopen. Leden van de ouderraad steken, samen met de andere ouders, een handje toe bij allerlei activiteiten op school. De meesten kennen de ouderraad via de feestelijkheden. De ouderraad probeert echter veel meer te zijn dan een feestcomité. Door aanwezig te zijn op de vergaderingen (ongeveer 5 per schooljaar) tussen de geïnteresseerde ouders, de directie en de afvaardiging van leerkrachten, wordt de werking van de school een heel stuk duidelijker en vooral begrijpelijker. In een overkoepelende ouderraad (OOR) met vertegenwoordigers van de ouderraden van de vier vestigingsplaatsen wordt nagedacht over aandachtspunten voor de ganse school. De vertegenwoordigers van de oudergeleding in de schoolraad zijn lid van het OOR. In een ongedwongen sfeer kunnen er openlijk kritische bedenkingen en vragen geformuleerd worden. Het enthousiasme om onze kinderen de beste kansen mee te geven, uit zich in een voortdurende bekommernis tot samenwerking met de school. Wij waarderen elke inbreng en zijn ervan overtuigd dat een degelijke ouderwerking de schoolwerking ten goede komt.
4
Kinderraad Bij het begin van het schooljaar vinden in de lagere school in alle klassen vanaf het 1ste leerjaar "verkiezingen" plaats om te bepalen wie de klas zal vertegenwoordigen in de kinderraad. Deze kinderraad komt ongeveer maandelijks samen van 13.00 uur tot 13.35 uur. Alle onderwerpen die te maken hebben met onze schoolwerking kunnen op zo'n vergadering aan bod komen. Van de leden van de kinderraad verwachten we wel dat zij de mening van hun klasgenootjes vertolken, en dus niet enkel hun eigen mening. Teruggekomen in de klas wordt er van hen verwacht dat ze een kort verslag uitbrengen. Leerkrachten kunnen ook agendapunten op de kinderraad aanvragen. Op de kinderraad wordt niets echt beslist. Er wordt geprobeerd om voorstellen te formuleren die door de meerderheid van de leerlingen ondersteund worden en deze door te spelen naar de directie en leerkrachten.
Beroepscommissie (bij uitsluiting van een leerling ) Adres interne beroepscommissie basisonderwijs: Diocesaan bureau voor het katholiek onderwijs Beroepscommissie basisonderwijs Marialand 31 9000 Gent Voor klachten rond weigeringen kunt u steeds terecht bij de Commissie inzake Leerlingenrechten, Koning Albert-II laan 15, 1210 Brussel
5
1.1.3. Onze samenwerking met het CLB Onze school wordt begeleid door: Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Waas en Dender, Grote Kaai 7b2, 9160 Lokeren Telefoon 09 348 25 62
Samenwerking De school en het CLB hebben een gezamenlijk beleidscontract opgesteld dat de aandachtspunten voor de leerlingenbegeleiding vastlegt. Dat is met de ouders besproken in de schoolraad. Niet alleen de school, maar ook de leerlingen en ouders kunnen het CLB om hulp vragen. Het CLB werkt gratis en discreet. Het centrum, de school en de ouders dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Als de school aan het CLB vraagt om een leerling te begeleiden, zal het CLB een begeleidingsvoorstel doen. Het CLB zet de begeleiding slechts voort als de ouders van de leerling hiermee instemmen. Vanaf de leeftijd van 12 jaar vermoedt de regelgever dat een kind voldoende competent is om zelfstandig te beslissen of hij/zij wil instemmen met het voorgestelde begeleidingsplan. Ouders zijn verplicht hun medewerking te verlenen aan: de begeleiding van leerlingen die spijbelen. Als de betrokken ouders niet ingaan op de initiatieven van het centrum, meldt het centrum dit aan de door de Vlaamse regering aangeduide instantie. collectieve medische onderzoeken en/of preventieve gezondheidsmaatregelen i.v.m. besmettelijke ziekten. Hebben ouders bezwaren tegen een bepaalde arts van het CLB, dan kan in overleg een andere arts worden aangeduid. In dat geval zijn de kosten ten laste van de ouders.
6
Het centrum maakt zijn werking bekend aan de ouders. Dat gebeurt minstens op het ogenblik dat de leerling voor de eerste keer wordt ingeschreven in de school. Ouders krijgen informatie over de rechten en plichten van ouders, leerlingen, de school en het centrum. De regering kan het centrum verplichten vormen van begeleiding voor deelgroepen van leerlingen, ouders en scholen voor te stellen. Het staat deze leerlingen, ouders en scholen vrij om al dan niet op dit verzekerd aanbod in te gaan. Als een leerling van school verandert, behoudt het centrum zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot de leerling is ingeschreven in een school die door een ander centrum wordt bediend. Als een leerling voor een bepaalde periode niet ingeschreven is in de school, behoudt het centrum zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot het einde van de periode van niet-inschrijving. Het centrum heeft recht op de relevante informatie die over de leerlingen in de school aanwezig is en de school heeft recht op de relevante informatie over de leerlingen in begeleiding. Ze houden allebei bij het doorgeven en het gebruik van deze informatie rekening met de geldende regels inzake het beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
7
Het multidisciplinair dossier van uw kind. Het multidisciplinair dossier van uw kind bevat alle voorhanden zijnde gegevens die over uw kind op het centrum aanwezig zijn, ook vroegere gegevens uit het vroegere MST-CLB-dossier. Als een leerling van school verandert, is het CLB dat de vorige school begeleidt, ervoor verantwoordelijk dat het CLB-dossier de leerling volgt. Er is geen toestemming van de ouders vereist om een multidisciplinair dossier over te dragen. Er bestaat maar één CLB- dossier en dit dossier is in principe een ondeelbaar geheel. Daarom wordt het bij schoolveranderen in één zending overgemaakt. Elk CLB is eraan gehouden de ouders te informeren over het doorgeven van het dossier. Er wordt een wachttijd van 10 dagen gerespecteerd na het informeren van de ouders. Als ouder kunt u afzien van die wachttijd. U kunt binnen die 10 dagen verzet aantekenen tegen het overmaken van de nietverplichte gegevens uit het dossier. U kunt geen verzet aantekenen tegen de overdracht van volgende gegevens: identificatiegegevens, vaccinatiegegevens, gegevens in het kader van de verplichte CLBopdrachten, bijzondere consulten en de medische onderzoeken uitgevoerd als vorm van nazorg na een algemeen, een gericht of een bijzonder consult. Indien u verzet aantekent, verzendt het vorige CLB enkel de verplicht over te dragen gegevens samen met een kopie van het verzet. Het bewaart de gegevens waartegen verzet werd aangetekend tot 10 jaar na het laatste contact.
8
1.1.4. Inschrijven van leerlingen Inschrijving
Een inschrijving kan pas ingaan na instemming met het schoolreglement en het pedagogisch project van de school. Bij de inschrijving dient een officieel document te worden voorgelegd dat de identiteit van het kind bevestigt en de verwantschap aantoont (de SIS-kaart, het trouwboekje, het geboortebewijs, een identiteitsstuk van het kind zoals een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, een reispas, ...). De inschrijving van een leerling geldt voor de duur van de hele schoolloopbaan in de school. Alle kleuters en leerlingen worden op de datum van de inschrijving opgenomen in het inschrijvingsregister. Zij worden slechts eenmaal ingeschreven volgens chronologie. Een kleuter die nog geen 2 jaar en 6 maanden is, kan ingeschreven worden. Maar pas wanneer de kleuter voldoet aan de toelatingsvoorwaarde (2,5 jaar zijn), wordt de kleuter opgenomen in het stamboekregister en kunnen de ouders de verklaring van enige inschrijving invullen en handtekenen. Vanaf de volgende instapdatum wordt de kleuter toegelaten in de school en wordt hij/zij opgenomen in het aanwezigheidsregister van de klas. Kleuters zijn niet leerplichtig. Kleuters vanaf 2,5 tot 3 jaar mogen in het kleuteronderwijs op school aanwezig zijn op de volgende instapdagen: de eerste schooldag na de zomervakantie; de eerste schooldag na de herfstvakantie; de eerste schooldag na de kerstvakantie; de eerste schooldag van februari; de eerste schooldag na de krokusvakantie; de eerste schooldag na de paasvakantie, de eerste schooldag na Hemelvaartsdag. Om toegelaten te worden tot het lager onderwijs moet de leerling 6 jaar zijn vóór 1 januari van het lopende schooljaar. Een leerling die 5 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan reeds in het lager onderwijs ingeschreven worden. Deze afwijking blijft beperkt tot één jaar.
9
Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij/zij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken vóór 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan één van de volgende voorwaarden voldoen: 1. het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode gedurende ten minste 220 halve dagen aanwezig zijn geweest; 2. voldoen aan een proef die de kennis van het Nederlands, nodig om het lager onderwijs aan te vatten, peilt. De Vlaamse Regering legt de inhoud van die taalproef vast. Het CLB waarmee de school de school waar de betrokken leerling zich aanbiedt een beleidscontract heeft, is bevoegd die taalproef af te nemen; 3. beschikken over een bewijs dat hij/zij het voorafgaande schooljaar onderwijs heeft genoten in een Nederlandstalige onderwijsinstelling uit een lidstaat van de Nederlandse taalunie. Met uitzondering van de leeftijdsvereiste is deze regeling niet van toepassing op leerlingen die worden ingeschreven in Franstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten die deel uitmaken van het Nederlandse taalgebied. Een leerling die 5 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan in het lager onderwijs ingeschreven worden, op voorwaarde dat hij/zij tijdens het voorafgaande schooljaar was ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode ten minste 220 halve dagen aanwezig was geweest.
10
Een leerling die 5 jaar wordt voor 1 januari van het lopende schooljaar en die tijdens het voorafgaande schooljaar niet was ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs, kan in het lager onderwijs worden ingeschreven op basis van een taalproef. In september van het jaar waarin uw kind 6 jaar wordt, is het leerplichtig en wettelijk verplicht om les te volgen. Ook wanneer het op die leeftijd nog in het kleuteronderwijs blijft, is het dus net als elk ander leerplichtig kind onderworpen aan de controle op het regelmatig schoolbezoek. Een jaartje langer in de kleuterschool doorbrengen, vervroegd naar de lagere school komen en een achtste jaar in de lagere school verblijven kan enkel na kennisgeving van en toelichting bij het advies van de klassenraad en van het CLB-centrum. In het gewoon onderwijs kan een leerling minimum 5 jaar en maximum 8 jaar in het lager onderwijs doorbrengen, met dien verstande dat een leerling die 15 jaar wordt vóór 1 januari geen lager onderwijs meer kan volgen. Weigeren Het schoolbestuur weigert de inschrijving van de betrokken leerling die het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten in de school. Kinderen kunnen specifieke noden hebben. Van ouders wordt verwacht dat zij dit meedelen aan de school. De school zal onderzoeken of haar draagkracht voldoende groot is om het kind de nodige ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging. Indien de ouders, bij inschrijving, nalaten om mee te delen dat hun kind een attest buitengewoon onderwijs heeft en er de eerste weken na de inschrijving een vermoeden is van specifieke noden, zal de school haar draagkracht alsnog onderzoeken.
11
Bij het onderzoek naar de draagkracht houdt de school, in overleg met de ouders en het CLB, rekening met: De verwachtingen van de ouders ten aanzien van het kind en ten aanzien van de school; De concrete ondersteuningsnoden van de leerling op het vlak van leergebieden, sociaal functioneren, communicatie en mobiliteit; Een inschatting van het regulier aanwezig draagvlak van de school inzake zorg; De beschikbare ondersteunende maatregelen binnen én buiten het onderwijs; Het intensief betrekken van de ouders bij de verschillende fasen van het overleg- en beslissingsproces. Wanneer de opschortende voorwaarden niet vervuld zijn om het kind de nodige specifieke ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging zal de school het kind weigeren. De beslissing tot weigering wordt binnen vier kalenderdagen bij aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs aan de ouders van de leerling bezorgd. Ouders krijgen toelichting bij de beslissing van het schoolbestuur. Onze school moet haar capaciteit vastleggen. De capaciteitsbepaling en het aantal beschikbare zitjes vind je terug in de schoolbrochure, op de website, …. Eens onze capaciteit bereikt is, wordt elke bijkomende leerling geweigerd. Elke geweigerde leerling krijgt een weigeringdocument en wordt als geweigerde leerling in het inschrijvingsregister geschreven. Dit inschrijvingsregister valt weg op de vijfde schooldag van oktober van het schooljaar waarop de inschrijving betrekking heeft. Voor de instappertjes blijft de volgorde van het inschrijvingsregister behouden tot de eerste schooldag van september volgend op het schooljaar waarop de inschrijving betrekking heeft.
12
Heeft je kind een inschrijvingsverslag voor het buitengewoon onderwijs (type 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7) dan zullen wij je kind inschrijven onder de ontbindende voorwaarde van onvoldoende draagkracht. De school onderzoekt, samen met de ouders en het CLB, of ze de nodige ondersteuning kan bieden aan dit kind op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging. Na het onderzoek wordt de beslissing schriftelijk of via elektronische drager binnen 4 kalenderdagen aan de ouders bezorgd. De ouders krijgen toelichting bij de beslissing van het schoolbestuur door de directeur. Bij weigering neemt het Lokaal Overlegplatform of de door de Regering aangeduide personen contact op met de ouders en wordt er gezocht naar een oplossing. Een klachtenprocedure bij de Commissie inzake Leerlingenrechten is ook mogelijk.
Doorlopen van inschrijving Is je kind ingeschreven in onze kleuterschool dan hoeft het zich niet opnieuw in te schrijven bij de overgang naar het eerste leerjaar in de Sint-Franciscusschool. De inschrijvingsperiodes: van 1 september tot 15 september: inschrijvingsperiode voor : broertjes en zusjes van de kinderen die momenteel bij ons school lopen + de kinderen van onze eigen personeelsleden. Vanaf 1 oktober kunnen alle instappers voor volgende schooljaar ingeschreven worden.
13
1.1.5. Omgaan met leerlinggegevens De school houdt rekening met de privacywetgeving. Ouders krijgen de garantie dat alle persoonlijke gegevens enkel door de directie aangewend worden onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ouders hebben het recht deze gegevens op te vragen en zo nodig te laten verbeteren, voor zover ze betrekking hebben op hun kind en zichzelf. Documenten die gegevens opvragen krijgen de vermelding “Deze gegevens worden door de directie van de school strikt aangewend onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.” Ouders hebben het recht om informatie over hun kind op te vragen. Ook kan er in overleg met de school en met respect voor de privacy van het gezin een persoonlijk document opgemaakt worden om de overgang naar een andere school, een ander niveau optimaal te laten verlopen. Dit document kan relevante informatie bevatten over de onderwijsloopbaan van het kind zoals bijvoorbeeld gegevens over onderwijsproblemen, leerstoornissen, belangrijke gegevens van medische aard, schoolrapporten, enz.
14
1.2. ONS
OPVOEDINGSPROJECT
Wij verwachten van alle ouders dat ze loyaal achter de identiteit en het opvoedingsproject van onze school staan en deze mee dragen. Hieronder vindt u een beschrijving van de uitgangspunten van ons opvoedingsproject. U kunt steeds terecht bij de directeur voor verdere informatie.
De uitgangspunten van onze christelijke identiteit. Wij zijn een katholieke school en willen een pedagogisch verantwoord onderwijs en een kwaliteitsvolle opvoeding aanbieden. Onze inspiratie vinden wij in het evangelie en in de katholieke traditie. Wij zijn een dienst van de kerkgemeenschap aan jonge kinderen. Wij gaan ervan uit dat je mens wordt in een verbondenheid met anderen, met de wereld en met jezelf. In deze verbondenheid ervaren we God als dragende kracht en krijgt ook de verbondenheid met het mysterie concreet gestalte. Vanuit onze verbondenheid met God durven we als katholieke basisschool de toekomst hoopvol tegemoet zien en vertrouwen we erop dat onze inspanningen niet op niets uitlopen. Vanuit ons christelijk geïnspireerd mensbeeld geven we voorrang aan waarden als: het unieke van ieder mensenkind, de verantwoordelijkheid van ieder mens voor zijn handelen, verbondenheid en solidariteit met anderen, vertrouwen in het leven (hoop), genieten van en dankbaar zijn voor wat ons gegeven is, openheid, respect en zorg voor mens en natuur, verwondering door het gewone als ongewoon te ervaren, vergeving kunnen geven en ontvangen als herstel van verbondenheid, zorgzame nabijheid en troost voor mensen in moeilijke situaties, … 15
Wij bieden in onze school gevarieerde en zinvolle pastorale activiteiten aan. We nodigen alle leerlingen regelmatig uit op activiteiten die gericht zijn op: de ontmoeting van elkaar in verbondenheid; de verdieping in de Bijbelse Boodschap; de dienstbare en solidaire inzet voor anderen dichtbij en veraf; het vieren van belangrijke gebeurtenissen in het leven op school, in verbondenheid met elkaar en (waar het kan) in verbondenheid met God. In de godsdienstlessen die door alle leerlingen verplicht gevolgd worden komt de christelijke levensbeschouwing uitdrukkelijk ter sprake. De godsdienstlessen ondersteunen de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de kinderen. Ons doel is de kinderen te helpen om competente vertellers te worden van het levensbeschouwelijke in hun eigen levensverhaal. We brengen kinderen thuis in de verhalen uit de eigen traditie, en leren hen de verbinding leggen tussen deze verhalen en de existentiële vragen en grenservaringen uit het eigen leven en uit het leven van andere mensen. Dat veronderstelt communicatie. Het inzicht in de eigen traditie kan verdiept worden door de dialoog met andere levensvisies. Zonder de verankering in een traditie heeft de dialoog echter geen grond onder de voeten. Er bestaat geen levensbeschouwelijke benadering van de werkelijkheid los van een levensbeschouwelijke traditie. In onze school opteren we uitdrukkelijk voor de benadering van de levensbeschouwelijke dimensie vanuit de christelijke godsdienst en de katholieke traditie. Ook de zinvragen die zich aandienen in de andere leergebieden komen daar uitdrukkelijk aan bod.
16
Wij zorgen voor een degelijk en samenhangend inhoudelijk aanbod We staan stil bij wat kinderen moeten leren om op te groeien tot ‘goede ‘ mensen. De uniekheid van elk kind staat voorop. Ons aanbod is gericht op de harmonische ontwikkeling van de totale persoon: hoofd, hart en handen. Doorheen ons aanbod brengen we kinderen in contact met alle componenten van de cultuur: o de wereld van taal en communicatie o de wereld van het muzische o de wereld van cijfers en feiten o de wereld van de techniek o de wereld van het samenleven o de wereld van verleden en heden o de wereld van het goede o de wereld van zingeving In ons aanbod is een logische samenhang te vinden: We werken met leerlijnen waarin het ene logisch volgt uit het andere. We bouwen voort op wat kinderen reeds beheersen. We zorgen er ook voor dat alles wat kinderen leren in de verschillende leergebieden en leerdomeinen zinvol samenhangt. We willen dat wat kinderen leren deel wordt van hun zijn, van hun persoon. Het is niet voldoende dat kinderen beschikken over een aantal weetjes of dat ze een aantal vaardigheden kunnen toepassen als de leerkracht het vraagt. Waar het uiteindelijk op aan komt, is dat kinderen leren met het oog op het leven. Dat ze de dingen die ze leren kunnen plaatsen en gebruiken in hun leven. Dat is leren dat zin heeft en zin geeft.
17
We kiezen voor een doeltreffende stimulerend opvoedingsklimaat
aanpak
en
een
We zoeken naar de beste aanpak om het leren van de kinderen te ondersteunen en te begeleiden. Wij nemen kinderen serieus. Kinderen staan positief tegenover het leven en de wereld. Wij willen aansluiten bij die positieve ingesteldheid. Leren is niet een vullen van vaten met alle mogelijke kennis. Kinderen zijn zelf actief betrokken in het leren. Ze bouwen nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden op en bouwen voort op wat ze reeds kennen en kunnen. Onze opvoeding wordt gedragen door : - Onze gerichtheid op de uniekheid van ieder kind. We stemmen ons aanbod en het leerproces zoveel mogelijk af op de ontwikkeling van ieder kind - De pedagogie van verbondenheid. Leren is een sociaal gebeuren. Leren is samenleren, wederzijdse verrijking. - De pedagogie van de hoop. We hebben een optimistische visie op de ontwikkeling van kinderen. We geloven in de groeikansen van kinderen en dat ze ondanks hun grenzen, hun beperkingen, hun onmogelijkheden , toch kansen hebben en begeleid kunnen worden in hun groei. - De pedagogie van het geduld Onderwijs en opvoeding afstemmen op de mogelijkheden van kinderen vraagt veel geduld opdat de hoop niet zou omslaan in wanhoop, want dan is opvoeding onmogelijk. Van onze leerkrachten verwachten we dat ze: model staan voor goed leren, strategische vragen stellen, aansluiten bij wat de leerlingen reeds beheersen, zinvolle contexten aanbieden, interactieprocessen begeleiden, peilen naar de vorderingen, helpen en coachen. 18
We werken aan de ontplooiing van elk kind, vanuit een brede zorg We streven ernaar elk kind centraal te stellen. Ieder kind is beeld van God. Wij omringen kinderen daarom met brede zorg. We willen kinderen optillen en hen uitzicht geven op een veilige oever van welbevinden. Daarvoor zijn de pedagogie van de hoop en van het geduld essentieel. Onze brede zorg heeft twee dimensies. We hebben aandacht voor de ‘gewone zorgvragen’ van alle kinderen. Ieder kind is anders, uniek en heeft eigen vragen, problemen en mag daarvoor aanspraak maken op de nodige zorg. Wij worden uitgedaagd om het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de noden van de kinderen, bijvoorbeeld door te diagnosticeren en te differentiëren. We verbreden onze zorgen voor kinderen wiens ontwikkeling anders verloopt dan verwacht (sneller of trager). Hier stoten we op ‘bijzondere zorgvragen’. Voor deze bijzondere zorgvragen werken we als school samen met ouders, CLB, scholen voor buitengewoon onderwijs en gespecialiseerde centra …
19
Onze school als gemeenschap en als organisatie We erkennen onze partners in de opvoeding en het onderwijs van kinderen. We respecteren ieders verantwoordelijkheid. We zorgen voor een goede organisatie. Onze school wordt gedragen door het hele team onder de leiding van de directie. We werken samen, overleggen en streven naar een voortdurende kwaliteitsbewaking en -verbetering. We delen onze zorg voor kwaliteitsvol onderwijs met: de ouders als eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van uw kinderen. Daarom streven we naar een goede communicatie en een zo groot mogelijke betrokkenheid van ouders bij de school; het schoolbestuur dat de eindverantwoordelijk draagt voor het beleid van de school; externe begeleiders die ons ondersteunen, vormen en ons helpen bij onze professionalisering. de lokale kerkgemeenschap die verwijst naar de traditie en het geloof van waaruit in de school gewerkt wordt. de lokale gemeenschap waarin we gestalte geven aan onze opvoedings- en onderwijsopdracht.
20
1.3. SCHOOLREGLEMENT (REGELGEVING)
1.3.1. Getuigschrift basisonderwijs
Het schoolbestuur kan, op voordracht en na beslissing van de klassenraad, een getuigschrift basisonderwijs uitreiken aan een regelmatige leerling uit het gewoon lager onderwijs. Een regelmatige leerling is volgens het Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 een leerling die slechts in één school ingeschreven is. In het basisonderwijs, of als leerplichtige in het kleuteronderwijs, moet de leerling daarenboven aanwezig zijn, behoudens gewettigde afwezigheid en deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor hem of zijn leergroep worden georganiseerd. De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate, de doelen die in het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt, om een getuigschrift basisonderwijs te bekomen. De beslissing van de klassenraad is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie in het belang van de leerling. Het is uitzonderlijk dat dergelijke beslissing door de ouders wordt aangevochten. In voorkomend geval wenden de ouders zich binnen de zeven kalenderdagen tot de directeur die de klassenraad binnen drie werkdagen opnieuw bijeenroept. De betwiste beslissing wordt opnieuw overwogen. De ouders worden schriftelijk verwittigd van het resultaat van deze bijeenkomst. Als de betwisting blijft bestaan kunnen de ouders aangetekend beroep instellen bij de voorzitter van het schoolbestuur binnen een termijn van zeven kalenderdagen na ontvangst. Het schoolbestuur beslist of de klassenraad opnieuw wordt samengeroepen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het schoolbestuur. Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een attest afgeleverd door de directie met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde leerjaren lager onderwijs.
21
1.3.2. Onderwijs aan huis
Leerlingen vanaf 5 jaar (d.w.z. leerlingen die vijf jaar of ouder geworden zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar) hebben recht op tijdelijk onderwijs aan huis (kleuter- of lager onderwijs; 4 lestijden per week) indien volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld:
de leerling is meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig wegens ziekte of ongeval (vakantieperiodes meegerekend);
voor chronisch zieke kinderen vervalt de wachttijd van 21 kalenderdagen. Deze kinderen hebben recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis na 9 halve schooldagen afwezigheid (moeten niet in een ononderbroken periode doorlopen). Telkens het kind daarop opnieuw 9 halve schooldagen afwezigheid heeft opgebouwd, heeft het opnieuw recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis;
de ouders hebben een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur van de thuisschool; de aanvraag is vergezeld van een medisch attest waaruit blijkt dat het kind de school niet of minder dan halftijds kan bezoeken en dat het toch onderwijs mag volgen. Voor chronisch zieke leerlingen moet bij de eerste aanvraag tijdens het betrokken schooljaar een medisch attest worden gevoegd, uitgereikt door een geneesheerspecialist, dat het chronisch ziektebeeld bevestigt en waaruit blijkt dat het kind onderwijs mag krijgen. Bij een nieuwe afwezigheid ten gevolge van deze chronische ziekte tijdens hetzelfde schooljaar is geen nieuw medisch attest vereist. Er dient wel een nieuwe aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis ingediend te worden; de afstand tussen de school (vestigingsplaats) en de verblijfplaats van betrokken leerling bedraagt ten hoogste 10 km. Leerlingen die ingeschreven zijn in een school en die leerplichtig zijn, moeten regelmatig aanwezig zijn in de school. Leerlingen die onwettig afwezig zijn, verliezen het statuut van regelmatige leerling. De regelgeving bepaalt in welke situaties leerplichtige kinderen gewettigd afwezig kunnen zijn en welke de verplichtingen van de ouders en de school zijn.
22
1.3.3. Afwezigheden
Op wie is de regelgeving van toepassing? De regelgeving op afwezigheden is van toepassing op leerplichtige kinderen in het gewoon basisonderwijs. De regelgeving is ook van toepassing op leerlingen die, wegens verlengd kleuterschoolbezoek, op zesjarige leeftijd nog in het kleuteronderwijs zitten. Zij zijn op basis van hun leeftijd leerplichtig. Ook leerlingen die reeds op vijfjarige leeftijd zijn overgestapt naar het lager onderwijs vallen onder de reglementering. Niet-leerplichtige leerlingen in het kleuteronderwijs kunnen niet onwettig afwezig zijn, aangezien ze niet onderworpen zijn aan de leerplicht en dus niet steeds op school moeten aanwezig zijn. Het is belangrijk dat kleuters regelmatig naar school komen. Kinderen die activiteiten missen lopen meer risico om te mislukken en raken minder goed geïntegreerd in de klasgroep. We verwachten dat de ouders ook de afwezigheden van hun kleuter onmiddellijk melden omwille van veiligheidsoverwegingen.
23
Welke afwezigheden zijn gewettigd? Ziekte. Is een kind méér dan drie opeenvolgende kalenderdagen ziek dan is steeds een medisch attest vereist. Dat attest kan afkomstig zijn van een geneesheer, een geneesheer-specialist, een psychiater, een tandarts, een orthodontist en de administratieve diensten van een ziekenhuis of een erkend labo. Consultaties ( zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts), moeten zoveel mogelijk buiten de schooluren plaatsvinden. Wanneer een kind een chronische ziekte heeft die leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (bijv. astma, migraine,...) is het goed contact op te nemen met de school en het CLB. Het CLB kan dan een medisch attest opmaken dat de ziekte bevestigt. Wanneer het kind afwezig is voor die aandoening volstaat dan een attest van de ouders. Om luxe-verzuim tegen te gaan is een medisch attest vereist voor een afwezigheid tijdens de week onmiddellijk vóór of onmiddellijk na de herfst-, de Kerst-, de krokus-, de Paas- of de zomervakantie. Een medisch attest wordt als twijfelachtig beschouwd als: - het attest zelf de twijfel van de geneesheer aangeeft wanneer deze schrijft “dixit de patiënt”; - het attest is geantedateerd of begin- en einddatum werden ogenschijnlijk vervalst; - het attest een reden vermeldt die niets met de medische toestand van de leerling te maken heeft zoals bv. de ziekte van één van de ouders, hulp in het huishouden, … De school zal het CLB contacteren telkens ze twijfels heeft over een medisch attest. Voor ziekte tot en met drie opeenvolgende kalenderdagen volstaat een briefje van de ouders. Dergelijk briefje kan slechts vier keer per schooljaar door de ouders zelf geschreven worden. Vanaf de vijfde keer is een medisch attest vereist. De ouders verwittigen de school en bezorgen het attest zo vlug mogelijk. 24
Van rechtswege gewettigde afwezigheden. In volgende situaties kan een kind gewettigd afwezig zijn. De ouders moeten een verklaring (6) of een document met officieel karakter (1 - 5) kunnen voorleggen ter staving van de afwezigheid. Voor deze afwezigheden is geen voorafgaand akkoord van de directeur nodig. De ouders verwittigen de school vooraf van dergelijke afwezigheden. Het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van iemand die onder hetzelfde dak woont als het kind, of van een bloedof aanverwant van het kind; Het bijwonen van een familieraad; De oproeping of dagvaarding voor de rechtbank (bijvoorbeeld wanneer het kind in het kader van een echtscheiding moet verschijnen voor de jeugdrechtbank); Het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg (bijvoorbeeld opname in een onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum); De onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht (bijvoorbeeld door staking van het openbaar vervoer, door overstroming,...) ; Het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van een leerling (anglicaanse, islamitische, joodse, katholieke, orthodoxe, protestants-evangelische godsdienst). Concreet gaat het over: islamitische feesten: het Suikerfeest en het Offerfeest ( telkens 1 dag); joodse feesten: het joods Nieuwjaar ( 2 dagen), de Grote Verzoendag (1 dag), het Loofhuttenfeest (2 dagen), het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine Verzoendag (1 dag), het feest van Esther (1 dag), het Paasfeest (4 dagen), het Wekenfeest (2 dagen); orthodoxe feesten: Kerstfeest (2 dagen), voor de jaren waarin het orthodox Kerstfeest niet samenvalt met het katholiek Kerstfeest, Paasmaandag, Hemelvaart en Pinksteren voor de jaren waarin het orthodox Paasfeest niet samenvalt met het katholieke Paasfeest. 25
De katholieke feestdagen zijn reeds vervat in de wettelijk vastgelegde vakanties. De protestants-evangelische en de anglicaanse godsdienst hebben geen feestdagen die hiervan afwijken. Voor elke afwezigheid bezorgen de ouders zo vlug mogelijk een officieel document aan de school.
26
Afwezigheden waarvoor de toestemming van de directeur nodig is. Deze categorie afwezigheden verleent de school autonomie om in te spelen op specifieke situaties die niet altijd door de regelgeving op te vangen zijn. Indien de directeur akkoord is en mits voorlegging van, naargelang het geval, een officieel document of een verklaring van de ouders, kan de leerling gewettigd afwezig zijn om één van de onderstaande redenen: Het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont als het kind of van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad. Voor de dag van de begrafenis zelf is geen toestemming van de directeur nodig. Het gaat hier over een periode die het kind eventueel nodig heeft om emotioneel evenwicht terug te vinden (rouwperiode). Mits toestemming van de directeur kan zo ook een begrafenis van een bloed- of aanverwant in het buitenland bijgewoond worden; Het actief deelnemen aan een culturele of sportieve manifestatie, indien het kind hiervoor als individu of als lid van een club geselecteerd is. Het bijwonen van trainingen komt niet in aanmerking, wel bijv. de deelname aan een kampioenschap/competitie. Het kind kan maximaal 10 halve schooldagen per schooljaar hiervoor afwezig zijn (hetzij achtereenvolgend, hetzij gespreid over het schooljaar); In echt uitzonderlijke omstandigheden afwezigheden voor persoonlijke redenen. Voor deze afwezigheden moet de directeur op voorhand zijn akkoord verleend hebben. Het gaat om maximaal 4 halve schooldagen per schooljaar (al dan niet gespreid).
27
afwezigheden wegens topsport voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek. Dit kan slechts toegestaan worden voor maximaal 6 lestijden per week, mits het vooraf indienen van een dossier met de volgende elementen: o een gemotiveerde aanvraag van de ouders; o een verklaring van een bij de Vlaamse sportfederatie aangesloten sportfederatie; o een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum van de Vlaamse Gemeenschap; o een akkoord van de directie. Deze vier categorieën van afwezigheden zijn geen automatisme, geen recht dat ouders kunnen opeisen. Enkel de directeur kan autonoom beslissen om deze afwezigheden toe te staan. De directeur mag onder geen beding toestemming geven om vroeger op vakantie te vertrekken of later terug te keren. De leerplicht veronderstelt dat een kind op school is van 1 september tot en met 30 juni.
28
Afwezigheden van kinderen van trekkende bevolking, in zeer uitzonderlijke omstandigheden. De volgende regels zijn van toepassing op de kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners. Ze zijn niet van toepassing op kinderen die behoren tot de trekkende bevolking maar die ter plaatse verblijven (bijvoorbeeld in een woonwagenpark). Die kinderen moeten elke dag op school aanwezig zijn. Ouders behorend tot de categorie trekkende bevolking die hun kind inschrijven in een school, moeten er - net als alle andere ouders - op toezien dat hun kind elke dag op school aanwezig is. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen zich situaties voordoen waarbij het onvermijdelijk is dat het kind tijdelijk met de ouders meereist. Deze situaties moeten op voorhand goed met de school besproken worden. De ouders maken samen met de school duidelijke afspraken over hoe het kind in die periode met behulp van de school verder de onderwijstaken zal vervullen (de school zorgt voor een vorm van onderwijs op afstand) en over hoe de ouders met de school in contact zullen blijven. Deze afspraken moeten in een overeenkomst tussen de ouders en de school neergeschreven worden. Enkel als de ouders hun engagementen naleven is het kind gewettigd afwezig.
29
Problematische afwezigheden. Alle afwezigheden die niet opgesomd en gewettigd kunnen worden zoals hierboven beschreven zijn te beschouwen als problematische afwezigheden. Leerlingen die ongewettigd afwezig zijn (d.w.z. problematische afwezigheden die niet omgezet worden in gewettigde afwezigheden) verliezen hun statuut van regelmatige leerling overeenkomstig van het decreet basisonderwijs. Dit houdt in dat de betrokken leerling in het zesde leerjaar geen getuigschrift basisonderwijs kan krijgen en dat de school de betrokken leerling niet kan meetellen voor de personeelsformatie en de toelagen. De school zal de ouders onmiddellijk contacteren bij elke problematische afwezigheid en deze afwezigheid melden aan het CLB. School en CLB zullen in communicatie met de betrokken ouders een begeleidingsplan opstellen voor de betrokken ouders en hun kinderen. Van zodra het kind meer dan 10 halve schooldagen problematisch afwezig is stelt de school samen met het CLB een begeleidingsdossier op dat ter inzage is voor de verificateurs.
30
1.3.4. Geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse Gemeenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen (reclameen sponsorbeleid)
Geen enkele vorm van reclame en sponsoring wordt toegelaten op school, uitgezonderd op schoolfeesten en opendeurdagen. Hiervoor dient steeds de toestemming gevraagd te worden aan het schoolbestuur en de directie. Dit houdt in dat reclame en sponsoring door derden niet onverenigbaar mogen zijn met de onderwijskundige en pedagogische taken van de school en dat zij de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit en onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang brengen. Als ouders het niet eens zijn met beslissingen van de school over sponsoring, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur: Departement Onderwijs Secretariaat-generaal t.a.v. Willy Van Belleghem Kamer 5B25 Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
31
1.3.5. Ongevallen en de schoolverzekering DE SCHOOLVERZEKERINGEN “Lien valt op de speelplaats en moet naar de dokter” “Klaas springt al te enthousiast over de bok in de gymles en breekt zijn been” “Els heeft tijdens de schooluitstap met de fiets een geparkeerde wagen aangereden en beschadigd” Enkele voorbeelden van schoolongevallen waarmee elke school – en dus ook vele ouders -geconfronteerd worden. Maar waarvoor is de school nu eigenlijk verzekerd? Uitgangspunt van de schoolverzekeringen is het gehele schoolleven. Concreet betekent dit dat elke activiteit georganiseerd door de school ook door de school verzekerd is: de lesactiviteiten, sportactiviteiten, schoolreis, zeeklas, sneeuwklas, de activiteiten die de school organiseert samen met het oudercomité.
Welke waarborgen heeft de school onderschreven?
Burgerlijke Aansprakelijkheid Wanneer de school, zijn leerkrachten, zijn leerlingen, schade berokkent aan derden en zij hiervoor aansprakelijk wordt gesteld dan dient zij deze schade ook te vergoeden (art. 1382-1386 van het Burgerlijk Wetboek). Opgelet: deze waarborg is van toepassing op het schoolleven, maar hier valt de weg van en naar de school niet onder! Het schoolleven geldt enkel wanneer zij onder toezicht van de school staan (of verondersteld worden onder toezicht te staan). Het is van daaruit belangrijk dat ouders er zich van bewust zijn dat zij voor de ongevallen die hun kinderen op weg van en naar de school veroorzaken persoonlijk aansprakelijk kunnen gesteld worden. Het afsluiten van een verzekering B.A. privé-leven is dus geen overbodige luxe!
32
0bjectieve Aansprakelijkheid in geval van brand en ontploffing Dit is een bij wet verplichte verzekering die tussenkomt voor slachtoffers van brand en/of ontploffing, en dit zonder dat de aansprakelijkheid is bewezen. Lichamelijke Ongevallen Op school gebeuren er nog al wat ongevallen waarvoor de school niet aansprakelijk kan gesteld worden. Toch heeft de school ook hiervoor bijkomende waarborgen afgesloten. De medische kosten ten laste van de ouders bovenop de mutualiteitsbijdrage worden vergoed, er zijn waarborgen voor tandprothese, overlijden en blijvende invaliditeit. Hier geldt de verzekering zowel voor schoolactiviteiten als voor de weg van en naar de school
Alle waarborgen zijn van toepassing zonder vrijstelling. En de vrijwilligers?
De leesmoeders, de ouders (grootouders) die meegaan naar het zwembad, de ouderraad, de participatieraad. Zolang zij meewerken aan het schoolleven is hun aansprakelijkheid ook verzekerd via de schoolverzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid. Daarenboven heeft de school een aparte verzekering ongevallen vrijwilligers afgesloten met als waarborgen: - medische kosten na ongeval - tijdelijke en blijvende invaliditeit - overlijden waarborgen vergelijkbaar met de arbeidsongevallenverzekering. De schoolverzekeringen zijn in handen van het Interdiocesaan Centrum, een verzekeringskantoor verbonden met het VSKO gespecialiseerd in het verzekeren van scholen.
Reacties of vragen kunnen desgewenst schriftelijk via de directeur overgemaakt worden. Bijkomende en actuele informatie betreffende schoolverzekeringen, schooluitstappen, kinderzitjes e.d.m. is terug te vinden op onze website: www.interdio.be
33
Uitgestrektheid.
Tijdens het schoolleven genieten de leerlingen van alle waarborgen van het contract, zowel burgerlijke aansprakelijkheid als ongevallen. Op de weg van en naar de school genieten zij alleen van de waarborg ongevallen, zelfs als zij gebruik maken van alle openbare vervoermiddelen, van een fiets, van een motorfiets of van een auto. De school is verzekerd voor vrijwilligers die onbezoldigd met een eigen voertuig kinderen vervoeren in het kader van door de school georganiseerde activiteiten. Indien de bestuurder verantwoordelijk wordt gesteld voor een ongeval dan vergoedt de schoolverzekering ook de stoffelijke schade. De vrijstelling (€ 370) valt ten laste van de bestuurder. In volgende gevallen is echter de vrijstelling van € 620 van toepassing : -indien er geen gekende tegenpartij is; bv. vandalisme, aanrijding van een vaste hindernis,.. -indien de bestuurder jonger is dan 23 jaar; -indien het voertuig jonger is dan twee jaar en geen persoonlijke omnium is onderschreven. De bovenvermelde vrijstellingen zijn echter niet van toepassing op het ogenblik dat de persoonlijke omniumverzekeraar een tussenkomst verleend. Op dat moment wordt de totale vrijstelling die niet door de eigen omniumverzekering wordt vergoed, terugbetaald door de verzekering van de school.
Uitsluitingen. Als voornaamste uitsluitingen vermelden we:
- Van de waarborg burgerlijke aansprakelijkheid zijn uitgesloten de schade veroorzaakt aan derden wanneer de leerlingen zich niet meer in het
schoolleven bevinden bv. op de schoolweg. Deze ongevallen dienen geregeld door de maatschappij waarbij u uw polis B.A. Familiale of B.A. Gezin hebt onderschreven. - Brillen, beugels, contactlenzen en kledij zijn niet in de verzekering begrepen.
34
Aangifte van een ongeval Wat moet u doen indien uw kind het slachtoffer werd van een schoolongeval? -Zo snel mogelijk uw mutualiteit op de hoogte brengen. -Indien het ongeval veroorzaakt werd door een andere persoon, aangifte doen bij uw verzekeraar “B.A.familiale of B.A.gezin”. -De aangifteformulieren voor de schoolverzekering binnen de 48 uren aan de directie bezorgen. De school op de hoogte houden van de verdere evolutie. De aangifteformulieren voor de schoolverzekering bestaan uit: -De ongevalaangifte (1 origineel met kopij): in te vullen door de schooldirectie. -Het geneeskundig getuigschrift: in te vullen door de behandelende geneesheer. -De uitgavenstaat:na herstel, in te vullen door het ziekenfonds. De uitgavenstaat + bewijs ziekenfonds (zo vlug als mogelijk aan de directie bezorgen)
35
Vrijwilligers De school maakt bij de organisatie van verschillende activiteiten gebruik van vrijwilligers. De wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers verplicht o.m. de scholen om de vrijwilligers te informeren over een aantal elementen. Omdat elke ouder een schoolreglement ontvangt en voor akkoord ondertekent, kiest de school ervoor om de informatie betreffende de vrijwilligers hierin op te nemen.
Verplichte verzekering
De school heeft een verzekeringscontract afgesloten tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid, van de organisatie en de vrijwilligers. Het verzekeringscontract werd afgesloten bij Winterthur polisnummer 2400301. De polis ligt ter inzage op het schoolsecretariaat.
Vergoedingen
De activiteit wordt onbezoldigd en onverplicht verricht. De organisatie voorziet in geen enkele vergoeding voor vrijwilligersactiviteiten.
Aansprakelijkheid
De school is aansprakelijk voor de schade die de vrijwilliger aan derden veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk. Ingeval de vrijwilliger bij het verrichten van vrijwilligerswerk de school of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware fout. Voor zijn lichte fout is hij enkel aansprakelijk als die hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
Geheimhoudingsplicht
Het vrijwilligerswerk houdt in dat de vrijwilliger geheimen kan vernemen ten aanzien waarvan hij gehouden is tot de geheimhoudingsplicht.
36
Medicatie In uitzonderlijke gevallen kan een ouder aan de school vragen om medicatie toe te dienen aan een kind. Deze vraag moet bevestigd worden door een schriftelijk attest van de dokter dat de juiste dosering en toedieningswijze bevat. Wanneer een leerling ziek wordt op school, dan zal de school niet op eigen initiatief medicatie toedienen. Wel zullen de ouders of een andere opgegeven contactpersoon verwittigd worden en zal hen gevraagd worden de leerling op te halen. Wanneer dit niet mogelijk is, zal de school een arts om hulp verzoeken.
37
1.3.6.Zittenblijven en vormen van leerlingengroepen De klassenraad beslist, in overleg en in samenwerking met het CLB dat onze school begeleidt, of een leerling kan overgaan naar een volgende leerlingengroep. In samenspraak met het schoolteam is de directie verantwoordelijk voor het samenstellen van de verschillende klasgroepen. Die verdeling gebeurt in het perspectief van het pedagogisch project van de school. De klasseraad kan beslissen om een klasgroep één of meerdere keren te herverdelen. Het is de klassenraad die beslist in welke leerlingengroep een leerling, die in de loop van zijn schoolloopbaan van school verandert, terechtkomt. Leerlingengroepen kunnen heringedeeld worden op basis van een gewijzigde instroom. (Bijvoorbeeld in de kleuterschool na een instapdatum). ADVIES EN BESLUIT DUBBELEN De school hanteert volgende criteria om te komen tot advies dubbelen: de werkhouding de niet-methodegebonden toetsen de methode gebonden toetsen de diagnosetoets wiskunde einde schooljaar waarbij de leerling de minimumdoelstellingen niet bereikt de intensieve extra hulp op school. Dit advies wordt samen met het CLB gesteld en voor het einde van het schooljaar aan de ouders meegedeeld. De school geeft besluit dubbelen wanneer in het verleden “advies dubbelen” is genegeerd en/of de leerling volgde een individueel curriculum. “Besluit dubbelen” betekent concreet dat de leerling op onze school en de scholen binnen de scholengemeenschap niet mag starten in het volgende schooljaar. Als de ouders niet akkoord gaan met “besluit dubbelen”, volgt een gesprek met de zorgcoördinator en de directie. 38
1.3.7. Orde- en tuchtmaatregelen Het orde- en tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in onze opvoedingsgemeenschap te vrijwaren. Wanneer een leerling de goede werking van de school hindert of het lesverloop stoort, kan er een ordemaatregel worden genomen (en/of kunnen er meer bindende gedragsregels worden vastgelegd in een geschreven begeleidingsplan). Mogelijke ordemaatregelen zijn: een verwittiging; strafwerk; een tijdelijke verwijdering uit de les gevolgd door aanmelding bij de directie. … Deze ordemaatregelen kunnen genomen worden door elk personeelslid van de school in samenspraak met de directie. Wanneer het gedrag van de leerling werkelijk een probleem betekent voor het verstrekken van het onderwijs en/of het opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt, kan er een tuchtmaatregel genomen worden. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn: een schorsing houdt in dat de gesanctioneerde leerling gedurende een bepaalde periode de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen. De betrokkene moet echter wel op school aanwezig zijn; een uitsluiting houdt in dat de gesanctioneerde leerling definitief uit de school verwijderd wordt op het moment dat deze leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk één maand, vakantieperiode niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving van de beslissing van de uitsluiting. In afwachting daarvan bevindt betrokken leerling zich in dezelfde toestand als een geschorste leerling en moet dus op de school aanwezig zijn.
39
Bij het nemen van een beslissing tot schorsing van meer dan één dag of een beslissing tot uitsluiting wordt de volgende procedure gevolgd: 1. De directeur wint het advies in van de klassenraad. 2. De leerling wordt, in aanwezigheid van de ouders en eventueel bijgestaan door een raadsman, voorafgaandelijk gehoord over de vastgestelde feiten. Voormelde personen worden hiertoe vijf werkdagen vooraf per brief verwittigd. 3. De ouders hebben inzage in het tuchtdossier van de leerling; 4. De genomen beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd en schriftelijk ter kennis gebracht aan de ouders van de betrokken leerling binnen een termijn van 5 werkdagen. Tegen tuchtmaatregelen is er geen beroep mogelijk, behalve tegen de uitsluiting. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de beslissing tot uitsluiting, kunnen de ouders schriftelijk beroep indienen bij de voorzitter van de beroepscommissie (adres zie hiervoor onder punt 1.3). Het beroep schort de uitvoering van de eerder genomen tuchtbeslissing niet op. De leerling wordt samen met zijn ouders per brief opgeroepen om te verschijnen voor deze beroepscommissie. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van het beroep komt deze beroepscommissie dan samen. De ouders hebben inzage in het dossier. De beroepscommissie brengt de ouders binnen de vijf werkdagen per aangetekende brief op de hoogte van haar gemotiveerde beslissing. Deze beslissing is bindend voor alle partijen. Een personeelslid van de school kan niet optreden als vertrouwenspersoon. Buitenstaanders mogen het tuchtdossier niet inzien, tenzij mits schriftelijke toestemming van de ouders. Ten gevolge van een definitieve uitsluiting het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar kan het schoolbestuur de betrokken leerling weigeren terug in te schrijven.
40
1.3.8. Roken totaal verboden In alle Vlaamse scholen geldt een totaal rookverbod voor leerlingen, leraren en ouders. Het rookverbod geldt van halfzeven 's morgens tot halfzeven 's avonds.
41
1.4. ORGANISATIE
1.4.1. De organisatie van de schooluren 08.35 uur: belsignaal 08.40 uur: eerste deel van de lesvoormiddag 10.20 uur: speeltijd 10.35 uur: tweede deel van de lesvoormiddag 12.15 uur: einde van de lesvoormiddag 12.20 uur: de rijen vertrekken, de kinderen kunnen afgehaald worden 13.40 uur: belsignaal 13.45 uur: begin van de lesnamiddag 15.25 uur: einde van de lessen 15.30 uur: de rijen vertrekken, de kinderen kunnen afgehaald worden
42
1.4.2. De voor- en naschoolse opvang Het gemeentebestuur subsidieert voor alle leerlingen van het kleuteren lager onderwijs in Waasmunster vanaf de eerste schooldag een voor- en naschoolse opvang en middagbewaking op elke vestigingsplaats:
's morgens vanaf 7.00 uur tot 08.15 uur Voor de scholen op Ruiter wordt een gemeenschappelijke voorschoolse opvang georganiseerd in de gemeentelijke lagere school Ruiter. ’s middags gedurende de middagpauze 's avonds vanaf 15 minuten na het einde van de lessen tot 18.00 uur.
Er is geen leerlingenvervoer voorzien om 18.00 uur. De ouders worden vriendelijk verzocht hun kinderen zelf af te halen. Voor de voor- en naschoolse opvang wordt een bijdrage van 1,00 euro per kind per begonnen half uur gevraagd. De aanwezigheden worden door de begeleider aangeduid op een lijst die door de verantwoordelijke ouder of opvoeder ondertekend wordt bij aankomst in de ochtendopvang en/of bij het verlaten van de avondopvang. Bij laattijdige afhaling wordt een ‘boete’ aangerekend van 10,00 euro per begonnen half uur Voor de middagbewaking wordt een bijdrage van 24,00 euro per kind per schooljaar aangerekend. Kinderen die genieten van het WIGW-tarief krijgen een vermindering van 50% op de bijdrages. Om van deze vermindering te kunnen genieten legt u een attest van het ziekenfonds op naam van uw kind met vermelding van de duur van de WIGW erkenning voor op het secretariaat van de school. Ouders waarvan minstens 2 kinderen school lopen in één van de basisscholen op het grondgebied van Waasmunster krijgen een vermindering van 25% voor elk kind op de bijdrage. Deze vermindering geldt niet voor kinderen die reeds van de vermindering op basis van de WIGW erkenning genieten. De afrekening gebeurt via de schoolrekening. Jaarlijks wordt een fiscaal attest afgeleverd.
43
Eigen praktische regeling school : Bij onvoorziene omstandigheden kan u de verantwoordelijke van de opvang steeds telefonisch verwittigen Zij zorgt ervoor dat er dan na 18.00 uur in noodgevallen verdere opvang voorzien is. Het is uiteraard voor beide partijen handiger dat u voor 17.45 uur telefoneert. Centrum : 0497 69 21 69 Ruiter: 0479 94 52 68 Heide: 0479 94 52 69 Sombeke: 0479 94 52 70 Deze maatregel is enkel van toepassing in noodgevallen. Indien wij merken dat er misbruik van wordt gemaakt, zien wij ons genoodzaakt een einde te maken aan deze tegemoetkoming. De school voorziet zelf in naschoolse opvang - Op woensdagnamiddag o Vanaf 12.30 uur tot 16.00 uur in de afdeling centrum o vanaf 12.15 uur tot 12.30 uur op de afdelingen Ruiter, Heide en Sombeke De kinderen mogen hun meegebrachte boterhammen opeten. Kleuters die gebruik maken van de naschoolse opvang vragen aan de juf een pictogram die ze aan de boekentas kunnen hangen als ze in de opvang blijven of melden dit via het heen- en weerschriftje aan de juf..
44
1.4.3 Leerlingenvervoer Het gemeentebestuur organiseert leerlingenvervoer. Om het leerlingenvervoer degelijk te kunnen organiseren is het belangrijk dat de kinderen die zich inschrijven voor het busvervoer regelmatig met de bus meerijden. Dit kan gedurende het ganse schooljaar of gedurende één of meerdere periodes tussen 2 instapdata in (zie antwoordstrook op de informatiebrief ). Daarom is sporadisch busgebruik enkel mogelijk aan een hogere tarief. Kostprijs Kinderen die met de schoolbus willen meerijden hebben hiervoor jetons of een buskaart (abonnement) nodig. Deze jetons en buskaarten moeten vooraf aangekocht worden aan het onthaalloket van het gemeentehuis. Buskaart : Kinderen die dagelijks gebruik maken van de schoolbus kopen best een buskaart. De buskaart geldt telkens voor een periode van schoolvakantie tot schoolvakantie. Bij permanent gebruik kost een rit 0,75 euro. Naast de sowieso lagere prijs per rit worden op de buskaarten nog een aantal verlaagde tarieven toegepast : * Kinderen die genieten van het WIGW-tarief kunnen een buskaart aankopen aan 0,50 euro per rit. Bij de aankoop van de buskaart brengt u een attest van uw ziekenfonds mee. Dit attest moet op naam van het kind staan en duidelijk de duur van de WIGW-erkenning vermelden. * Kinderen uit gezinnen waarvan minstens 3 kinderen school lopen in één van de basisscholen op het grondgebied van Waasmunster kunnen eveneens een buskaart aankopen aan 0,50 euro per rit. De scholen reiken hiervoor attesten uit aan hun leerlingen die aan deze voorwaarde voldoen. Jetons : Kinderen die slechts af en toe gebruik maken van de schoolbus kopen vooraf jetons aan. De jetons kosten een 1,25 euro per stuk (goed voor 1 rit). Praktische afspraken 45
Op de schoolbus wordt busbegeleiding voorzien, zodat er toezicht is vanaf het ogenblik dat de kinderen op de bus stappen totdat zij de bus verlaten. De kinderen die niet worden afgehaald aan de bushalte worden terug meegenomen naar de centrumschool van hun net. De ouders kunnen hun kind dan op school afhalen. Ouders van kinderen die zonder begeleiding van de bushalte naar huis gaan moeten dit uitdrukkelijk bevestigen. De verantwoordelijkheid van de busbegeleiders en de school eindigt op het ogenblik dat het kind aan de halte is afgestapt. Het gemeentebestuur voorziet geen haltes van de schoolbus buiten de gemeente Waasmunster. Dus enkel binnen Waasmunster kunnen kinderen van de gemeentelijke schoolbus gebruik maken. Kinderen die gebruik maken van het leerlingenvervoer dienen niet te betalen voor de opvang tijdens de periode tussen de aankomst met de bus en het begin van de lessen of tussen het einde van de lessen en hun vertrek met de schoolbus. Kinderen gaan naar de voor- en naschoolse opvang in de vestiging waar ze school lopen. Er kan geen gebruik gemaakt worden van het leerlingenvervoer voor verplaatsingen van of naar buitenschoolse kinderopvang in een andere vestiging. Een plaatsje reserveren Wenst u meer informatie in verband met het leerlingenvervoer dan kunt u contact opnemen met Geert De Baere, Vierschaar 1, tel.: 052/46 95 20, e-mail :
[email protected]
46
1.4.4 Begeleide studie voor de leerlingen van de lagere school.
De school organiseert begeleide studie voor de leerlingen van de lagere school op maandag, dinsdag en donderdag. In uitzonderlijke omstandigheden is het geen studie. Dit wordt duidelijk vermeld in de kalender van de schoolkrant. De leerlingen van het eerste leerjaar worden in de periode van 1 september tot aan de herfstvakantie begeleid door de leerkrachten van 1LO. sluiten na de herfstvakantie aan bij de studie van de leerlingen van 2 en 3LO De leerlingen van het tweede en derde leerjaar de studie gaat door in de lokalen van 3LOa en 4LOb De leerlingen van de bovenbouw (4de tot en met 6de leerjaar) de studie gaat door in het groot vergaderlokaal
ALGEMENE AFSPRAKEN De studie start stipt om 15.40 en eindigt steeds om 16.10. Tussen 15.40 en 16.10 kan niemand de studieruimte verlaten. Laatkomers worden ook niet meer toegelaten. De bijdrage wordt betaald met studiebonnen. De bonnen worden aangekocht via de bestelbrief. Eén bon is goed voor één studiemoment. Eén studiebon kost € 1. Wie klaar is met de schriftelijke taak kan studeren, stil lezen of tekenen. De leerlingen verlaten de studieruimte onder begeleiding. Wie na 16.10 uur op school blijft, gaat verplicht naar de naschoolse opvang.
47
1.4.5. Contact met de school Informeel
-Tijdens de klasuren gaan de ouders nooit rechtstreeks naar klaslokalen zonder voorafgaandelijke toestemming van de directie. Enkel wanneer er ernstige dwingende redenen zijn, kan aan de ouders de toestemming worden verleend om tijdens de lesuren een onderhoud te hebben met de leerkracht. -Na een afspraak zijn de leerkrachten altijd bereid tot een gesprek na schooltijd. -Als de directie het nodig acht, kan ze aan de ouders voorstellen het onderhoud op een ander moment te laten plaatsvinden. -De schooldirectie kan altijd aanwezig zijn bij een onderhoud tussen leerkracht en ouders.
Infovergaderingen In het begin van het schooljaar geeft elke klastitularis een infovergadering in de klas. Eind mei of begin juni worden de ouders van de kinderen van de derde kleuterklas uitgenodigd voor een infovergadering i.v.m. de overstap naar het eerste leerjaar.
Formele oudercontacten In de kleuterschool: o 1ste en 2de kl.: in november en mei o 3de kl.: november, maart (selectief) en mei o contact met CLB: op het einde van de derde kleuterklas of op teams. In de lagere school: selectief (indien nodig => uitnodigingen op naam): oktober (1LO => iedereen) en voor de paasvakantie (6LO niet) iedereen (algemene uitnodiging): december en einde schooljaar (6LO na de paasvakantie met CLB)
48
Heen- en weerschriftje in de kleuterschool Elke kleuter krijgt bij de aanvang van het nieuwe schooljaar een heenen weerschriftje dat zowel door ouders als juf kan gebruikt worden om te communiceren. Een kaartje aan de boekentas geeft aan als er iets in het schriftje staat.
Schoolagenda in de lagere school Alle kinderen in de lagere school krijgen een schoolagenda waarin huiswerken, lessen, boodschappen genoteerd staan maar waarin ouders of leerkracht ook persoonlijke boodschappen kunnen noteren. Deze schoolagenda wordt dagelijks gecontroleerd door de klastitularis en moet dagelijks ondertekend worden door een ouder of opvoeder.
Communicatie via e-mail of op papier Ouders die brieven, schoolkrant en andere info via e-mail wensen te krijgen laten dit weten aan de directeur of het secretariaat. Bij eventuele veranderingen in het e-mailadres is het de verantwoordelijkheid van de ouders om de secretariaatsmedewerker of directeur terug te verwittigen.
Schoolkrant met kalender Ons schoolkrantje ‘KLIMOP’ verschijnt maandelijks. Het brengt ons mededelingen voor de komende maand en blikt even terug op belangrijke gebeurtenissen van de voorbije maand. U kan deze informatie ook raadplegen op www.sifrawa.be waar je tevens de eventuele laatste wijzigingen kunt vinden. Hang de kalender op een zichtbare plaats in uw huis! De informatie dient als enige kennisgeving. We zijn graag een open en bereikbare school! Deze schoolkrant wordt maandelijks meegegeven met het oudste kind van elk gezin dat op onze school aanwezig is. Op aanvraag kan een tweede exemplaar bezorgd worden voor de ouders van de kinderen met gescheiden ouders. Beide exemplaren worden met het kind meegegeven. Op aanvraag wordt deze opgestuurd. De verzendingskosten worden dan wel aangerekend via de schoolrekening. 49
1.4.6. Te laat komen
Te laat komen stoort het klasgebeuren. Ouders zien er op toe dat hun kind tijdig op school toekomt. Lagere schoolkinderen die toekomen na 8.40 of 13.45 melden zich aan op het secretariaat. In de schoolagenda wordt genoteerd wanneer het kind aangekomen is.
1.4.7 Afwezigheid bij ziekte Is een kind méér dan drie opeenvolgende kalenderdagen ziek dan is steeds een medisch attest vereist. Dat attest kan afkomstig zijn van een geneesheer, een geneesheer-specialist, een psychiater, een tandarts, een orthodontist en de administratieve diensten van een ziekenhuis of een erkend labo. Consultaties ( zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts), moeten zoveel mogelijk buiten de schooluren plaatsvinden. Wanneer een kind een chronische ziekte heeft die leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (bijv. astma, migraine,...) is het goed contact op te nemen met de school en het CLB. Het CLB kan dan een medisch attest opmaken dat de ziekte bevestigt. Wanneer het kind afwezig is voor die aandoening volstaat dan een attest van de ouders. De school zal het CLB contacteren telkens ze twijfels heeft over een medisch attest. Voor ziekte tot en met drie opeenvolgende schooldagen volstaat een briefje van de ouders. Dergelijk briefje kan slechts vier keer per schooljaar door de ouders zelf geschreven worden. Vanaf de vijfde keer is een medisch attest vereist. De ouders verwittigen de school zo vlug mogelijk en bezorgen ook het attest zo vlug mogelijk.
50
1.4.8. Echtscheiding
Zorg en aandacht voor het kind Scheiden is een emotioneel proces. Voor kinderen die deze ‘verliessituatie’ moeten verwerken, wil de school een luisterend oor, openheid, begrip en wat extra aandacht bieden.
Neutrale houding tegenover de ouders De school is bij een echtscheiding geen betrokken partij. Beide ouders, samenlevend of niet, staan gezamenlijk in voor de opvoeding van hun kinderen, binnen de grenzen die gebeurlijk door een rechter bepaald zijn met betrekking tot het ouderlijk gezag. Wanneer de ouders niet meer samenleven, maakt de school met beide ouders afspraken over de wijze van informatiedoorstroming en de manier waarop beslissingen over het kind worden genomen.
1.4.9. Privacy
De school verwerkt persoonsgegevens van alle ingeschreven leerlingen met behulp van de computer. Dat is nodig om de leerlingenadministratie en de leerlingenbegeleiding efficiënt te organiseren. Om gepast te kunnen optreden bij risicosituaties, verwerkt de school ook gegevens betreffende de gezondheidstoestand van sommige leerlingen, maar dat gebeurt enkel met de schriftelijke toestemming van de leerlingen of hun ouders. De privacywet geeft je het recht te weten welke gegevens de school verwerkt en het recht deze gegevens te laten verbeteren als ze fout zijn of ze te laten verwijderen als ze niet ter zake dienend zijn. De school publiceert geregeld foto’ s van leerlingen op haar website, in de schoolkrant,… Voor de publicatie van gerichte foto’ s vraagt de school bij het begin van het schooljaar een expliciete schriftelijke toestemming, overeenkomstig de privacywet. Voor de publicatie van niet – geposeerde, spontane foto’ s en sfeerbeelden geldt de ondertekening van het schoolreglement als toestemming. Ouders die bezwaar hebben tegen de publicatie, delen dit schriftelijk mee aan de directie.
51
1.4.10. Engagementsverklaring
Ouders hebben hoge verwachtingen van de school voor de opleiding en opvoeding van hun kinderen. Onze school zet zich elke dag in om dit engagement waar te maken, maar in ruil verwachten we wel de volle steun van de ouders. Daarom maken we in onderstaande engagementsverklaring wederzijdse afspraken. Zo weten we duidelijk wat we van elkaar mogen verwachten. Ouders en school zullen op afgesproken momenten de engagementen en het effect ervan evalueren.
Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders. We doen dat omdat we partners zijn in de opvoeding van uw kind. Het is goed dat u zicht hebt op de werking van de school. Daarvoor plannen we een infovergadering start schooljaar, twee oudercontacten in de kleuterschool en twee tot vier oudercontacten in de lagere school. We willen u op geregelde tijden informeren over de evolutie van uw kind. Dat doen we schriftelijk via het heen-en weerschriftje in de kleuterschool, de schoolagenda, het rapport en de toetsen in de lagere school. Als u zich zorgen maakt over uw kind of vragen hebt over de aanpak dan kun u op elke moment zelf een gesprek aanvragen met de leerkracht van uw kind. We verwachten dat u zich als ouders samen met ons engageert om nauw samen te werken rond de opvoeding van uw kind en steeds ingaat op onze uitnodigingen tot oudercontact. Wij verwachten dat u met ons contact opneemt bij vragen of zorgen t.a.v. uw kind. Wij engageren ons om met u in gesprek te gaan over uw zorgen en vragen t.a.v. de evolutie van uw kind.
52
Aanwezig zijn op school en op tijd komen. De aanwezig van uw kind op school heeft gevolgen voor het verkrijgen en behouden van de schooltoelage en voor de toelating tot het eerste leerjaar. Daartoe moeten wij de afwezigheden van uw kind doorgeven aan het departement onderwijs en aan het CLB. Wij verwachten dat uw kind dagelijks en op tijd op school is. Wij verwachten dat u ons vóór 9.00 uur verwittigt bij afwezigheid van uw kind. Het CLB waarmee wij samenwerken staat in voor de begeleiding bij problematische afwezigheden. U kan zich niet onttrekken aan deze begeleiding. U kan steeds bij ons terecht bij problemen. We zullen samen naar de meest geschikte aanpak zoeken.
Individuele leerlingenbegeleiding. Onze school voert een zorgbeleid. Dit houdt ondermeer in dat we gericht de evolutie van uw kind volgen. Dit doen we door het werken met een leerlingvolgsysteem. Sommige kinderen hebben op bepaalde momenten nood aan gerichte individuele begeleiding. Andere kinderen hebben nood aan individuele zorg. We zullen in overleg met u als ouder vastleggen hoe de individuele begeleiding van uw kind zal georganiseerd worden. Daarbij zullen we aangeven wat u van de school kan verwachten en wat wij van u als ouder verwachten. Wij verwachten dat u ingaat op onze vraag tot overleg en de afspraken die we samen maken opvolgt en naleeft.
53
Positief engagement ten aanzien van de onderwijstaal. Onze school is een Nederlandstalige school. Niet alle ouders voeden hun kind op in het Nederlands. Dit kan ertoe leiden dat hun kind het wat moeilijker heeft bij het leren. Wij als school engageren er ons toe alle kinderen zo goed mogelijk te begeleiden bij hun taalontwikkeling. Wij verwachten van de ouders dat ze er alles aan doen om hun kind, ook in de vrije tijd, te stimuleren bij het leren van Nederlands. Dit kan ondermeer door:
Zelf Nederlandse lessen te volgen. Uw kind naschools extra Nederlandse lessen te laten volgen. Te zorgen voor een Nederlandstalige begeleiding van uw kind bij het maken van zijn huistaak, bij het leren van zijn lessen,… Bij elk contact met de school zelf Nederlands te praten of er voor te zorgen dat er een tolk is. Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige jeugdbeweging, sportclub, cultuurclub,… Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige academie (muziek, woord, plastische kunsten,…) Uw kind dagelijks naar Nederlandstalige tv-programma’ s te laten kijken en samen met hem er over te praten. Uw kind dagelijks naar Nederlandstalige radioprogramma’ s te laten luisteren. Uw kind met Nederlandstalige computerspelletjes te laten spelen. Elke avond voor te lezen uit een Nederlandstalig jeugdboek. Geregeld Nederlandstalige boeken uit te lenen in de bibliotheek en er uit voor te lezen of uw kind zelf te laten lezen. Binnen de school en bij elke schoolactiviteit enkel Nederlands te praten met uw kind, met andere kinderen, met het schoolpersoneel en met andere ouders. Uw kind, in zijn vrije tijd, geregeld te laten spelen met zijn Nederlandstalige vriendjes. Uw kind in te schrijven voor Nederlandstalige vakantieactiviteiten.
Uw kind in te schrijven voor Nederlandstalige taalkampen.
54
1.4.11. Bijdrageregeling (ouders)
FINANCIËLE BIJDRAGE Voor scholen van het gesubsidieerd basisonderwijs kan geen direct of indirect inschrijvingsgeld gevraagd worden. Evenmin kunnen er bijdragen gevraagd worden voor materialen die gebruikt worden om de eindtermen te realiseren of de ontwikkelingsdoelen na te streven. Het Vlaams Parlement heeft een lijst vastgelegd met materialen die kosteloos ter beschikking moeten worden gesteld om de eindtermen te realiseren of de ontwikkelingsdoelen na te streven. Lijst met materialen: bewegingsmateriaal, constructiemateriaal, handboeken,
schriften, werkboeken en blaadjes, fotokopieën, software, ICT-materiaal, informatiebronnen, kinderliteratuur, knutselmateriaal, leer- en ontwikkelingsmateriaal, meetmateriaal, multimediamateriaal, muziekinstrument, planningsmateriaal, schrijfgerief, atlas, tekengerief, atlas, globe, kaarten, kompas, passer, een tweetalige alfabetische woordenlijst, een zakrekenmachine.
SCHOOLBENODIGDHEDEN PER LEERLING Materiaal van de leerlingen dat wordt overgedragen naar de volgende klas: pennenzak met daarin een blauwe balpen, vulpen (tot 2 de leerjaar), schrijfpotlood, rood-blauw kleurpotlood (tot 2de leerjaar) en gom. In tweede leerjaar aangevuld met groene pen en meetlat In vijfde leerjaar aangevuld met zwarte pen Is aanwezig in de klas (telkens 25 stuks): onderbouw: geodriehoek, lijmstift, schaar bovenbouw: rode pen, geodriehoek, lijmstift, schaar, passer, markeerstift, rekenmachine.
In het eerste leerjaar krijgen alle lln op het einde van het eerste trimester een Schneiderpen. Deze wordt op school gebruikt. De school zorgt voor de vervanging van de inktpatronen. Deze pen wordt 2 schooljaren verplicht gebruikt.
55
AFSPRAKEN Bij verlies of beschadiging worden ouders/ opvoeders hiervan verwittigd. Ze kunnen dan zelf bepalen of ze dit zelf vervangen of ze dit wensen aan te kopen op school. (Pennenzak € 5, pen/ potlood € 1, gom € 1, Schneiderpen € 4) Het materiaal dat op school beschikbaar is, wordt niet meegegeven naar huis. Basisuitrusting door ouders te voorzien: boekentas, reismap, turnkledij (blauwe korte broek en witte T-shirt en turnpantoffels met een witte zool. Extra kosten, los van de kosteloosheid: betaling opvang, dranken in de klas en eetzaal, maaltijden/ brooddoos. De dubbele maximumfactuur bestaat uit twee elementen: De scherpe maximumfactuur omvat activiteiten of verplichte materialen die niet noodzakelijk zijn voor het behalen van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. We denken bv. aan toneelbezoek, sportactiviteiten, schooluitstappen van één dag. Vanaf 1 september kunnen we u als ouder hiervoor max. € 20 per kleuter en € 60 per leerling lager onderwijs aanrekenen. Per schoolrekening zal 1/5 van dit bedrag verrekend worden. In de lagere school zwemmen onze jongens en meisjes om de twee weken tot en met het vierde leerjaar. In het vijfde en zesde leerjaar zal zwemmen eerder occasioneel ingericht worden zodat we alle financiële ruimte kunnen blijven behouden voor ‘pedagogische leeruitstappen’ . We kiezen er dan ook bewust voor om de zwemlessen te blijven organiseren bovenop de 2 verplichte lestijden bewegingsopvoeding. Dit is een bewuste meerwaarde waarvoor we als school kiezen omdat we ervan overtuigd zijn dat veel beweging heel belangrijk is. De minder scherpe maximumfactuur omvat meerdaagse uitstappen tijdens de schooluren. Het is een bewuste keuze van het team om frequent daguitstappen te organiseren in het kader van de thema’s waarmee gewerkt wordt i.p.v. meerdaagse leeruitstappen. Dit luik van de maximumfactuur is dus niet relevant voor onze school. 56
OVERZICHT VAN DE VERPLICHTE UITGAVEN IN HET KADER VAN DE MAXIMUMFACTUUR (een detailoverzicht wordt bij de start van het schooljaar bezorgd. aanpassingen worden vermeld in de schoolkrant. zwemmen schooluitstappen culturele uitstappen verplichte sportactiviteiten tijdens de lessen bijdrage kosten eerste communie UITSTAPPEN EN ACTIVITEITEN TEN LASTE VAN DE WERKINGSMIDDELEN MET BEPERKTE BIJDRAGE VAN DE OUDERS
Kleuter Twee- en driejarigen
25 => 5 X € 5
Vierjarigen
35 => 5 X € 7
Vijfjarigen
40 => 5 X € 8
Lager Elk leerjaar
70 => 5 X € 14
57
Niet verplichte uitgaven Drankjes in de klas en bij het middagmaal. Warme maaltijden (dessert inbegrepen). Warme maaltijden worden aangeboden als er minstens vijf kinderen per dag een maaltijd bestellen. Als er te weinig kinderen warm eten, worden de ouders minstens 2 weken vooraf schriftelijk verwittigd bij stopzetting. Soep (enkel ’s middags van na de herfstvakantie tot aan de paasvakantie). Warme maaltijden en soep kunnen dagelijks besteld worden bij de klastitularis vóór 9.00 uur. Alle dranken, soep en maaltijden betalen de kinderen met een bonnetje zowel in de klas als 's middags in de refter. De bonnetjes worden enkel per 10 stuks verkocht. Bonnetjes kunnen besteld worden d.m.v. een bestelbrief : op de eerste lesdag van september, de eerste lesdag na de herfstvakantie, na de kerstvakantie, na de krokusvakantie en op de eerste lesdag van de maand mei. Bij het vertrek op school kunnen wij enkel volledige drankenkaarten terugnemen. Losse bonnen of bonnen waarop geschreven is, worden niet teruggenomen. Abonnementen: Averbode (per jaar) o Dopido, Dokadi en Doremi, o Zonnekind, Zonneland, Zonnestraal, o Paasboeken, kerstboeken, vakantieboeken. Allerlei o Opvang, o Nieuwjaarsbrieven, o Vakantievriend, o Klasfoto’s. Sportkledij 3de kl + lager onderwijs: T-shirt van de school: € 12 blauwe turnbroek € 12 Deze lijst werd voorgelegd aan de schoolraad.
58
Betalingswijze Bestelformulier o
o o
o
Vijf keer per schooljaar wordt een bestelformulier meegegeven: op de eerste lesdag van het nieuwe schooljaar, voor de herfstvakantie, voor de kerstvakantie, voor de krokusvakantie, eind april. Dit wordt telkens ingediend op de volgend lesdag bij de klastitularis. Als de bestelbrief niet terug ingediend wordt, betekent dit voor ons dat u geen bestellingen plaatst en akkoord bent met uw tweemaandelijkse bijdrage m.b.t. de maximumfactuur. De formulieren worden door de ouders eigenhandig ingevuld en ondertekend.
Afrekening o o
o
In de eerste helft van de maand wordt de betaling uitgevoerd. Het te veel betaalde wordt afgetrokken van de rekening van de volgende maand. Indien er meer uitgaven waren dan hetgeen aangerekend werd, dan worden deze verrekend met de nieuwe bestelling. Om het administratief werk voor u en ook voor ons te vergemakkelijken, bieden wij u de mogelijkheid om te betalen via domiciliëring of overschrijving.
Wanbetaling o
o
Als de school nog een te goed heeft, worden er enkel nieuwe bestellingen aanvaard mits contante betaling van de achterstallige rekening en van de nieuwe bestelling. Wie de vorige rekening niet betaalde, krijgt geen nieuwe bestelbrief. Er kunnen dus geen bonnen besteld worden. Opvang en maximumfactuur worden wel aangerekend.
BIJDRAGEREGELING Indien u problemen ondervindt met het betalen van de schoolrekening, kunt u contact opnemen met de directie. Het is de bedoeling dat er afspraken worden gemaakt over een aangepaste betalingswijze. Wij verzekeren een discrete behandeling van uw vraag. Indien we vaststellen dat de schoolrekening geheel of gedeeltelijk onbetaald blijft zonder dat er financiële problemen zijn of omdat de gemaakte afspraken niet worden nageleefd, zal de school verdere stappen ondernemen. Ook dan zoeken wij in eerste instantie in overleg naar een oplossing. Indien dit niet mogelijk blijkt, kunnen we overgaan tot het versturen van een aangetekende ingebrekestelling. Vanaf dat moment kunnen we maximaal de wettelijke intrestvoet aanrekenen op het verschuldigde bedrag.
59
1.5 ONDERWIJSAFSPRAKEN
1.5.1. Huiswerk, agenda’s en rapporten 1ste leerjaar taken: taal of wiskunde of schrijven op maandag, dinsdag, donderdag. Contractwerk vanaf februari. lezen: t.e.m. januari: dagelijks inoefenen van de nieuwe letters en nieuwe woorden. vanaf februari: leesles uit de les hardop lezen (ongeveer 10 minuten). 2de leerjaar Taken: taal of wiskunde op maandag, dinsdag en donderdag, of in de vorm van contractwerk. Lezen: op maandag, dinsdag en donderdag wordt van de leerlingen verwacht dat ze een lesje lezen dat ze meekrijgen naar huis. Vanaf het 2e semester kunnen ze ook aangezet worden om een boek te lezen. Lessen: Na de kerstvakantie staat er elke dag (uitz. woensdag) een toets maaltafels op het programma. Het verdient hier vanzelfsprekend aanbeveling deze kort, maar dagelijks, in te oefenen. Voor wero verwachten we dat ze de wero-bundel als voorbereiding voor de proef nalezen. 3de leerjaar Taken: taal of wiskunde op maandag, dinsdag en donderdag, of in de vorm van contractwerk. Lessen: De leerlingen krijgen de opdracht 1 week voor de proef mee en krijgen nooit 2 proeven op dezelfde dag. - taal – wiskunde – godsdienst na een afgewerkt leerstofgeheel. - wero: De leerlingen leren hun les, vertrekkende van een onthoudblad (ong. maandelijks).
60
4de leerjaar taken: taal en/of wiskunde op maandag, dinsdag en donderdag, of in de vorm van contractwerk. Lessen: De leerlingen krijgen de opdracht 1 week voor de proef mee. - taal – wiskunde – godsdienst na een afgewerkt leerstofgeheel. - Wero: De leerlingen leren hun les. Ze vertrekken hierbij van werkblaadjes waarin samen met de leerkracht de te kennen leerstof werd aangeduid. - Spreekbeurten: - korte spreekbeurten (3 à 5 min.). Let op! de nadruk ligt op het spreken met eigen woorden (vertellen). 5e leerjaar Taken: - rekenen in de vorm van contractwerk, woensdag of vrijdag af te geven, aangepast aan de differentiatiegroep. - taal: aanvullende oefeningen spelling 1 à 2 maal per week + afwerken van de leerstof en de oefeningen gestart in de klas. - Frans: mondelinge en schriftelijke oefeningen 1 à 2 maal per week. Lessen: De leerlingen krijgen de opdracht 1 week voor de proef mee (uitgezonderd Frans). - Wiskunde – taal: na een afgewerkt leerstofgeheel. Deze worden thuis en op school voorbereid m.b.v. een toets- of studeerwijzer. - Wero: De leerlingen leren hun les (na een afgewerkt leerstofgeheel). Ze vertrekken hierbij van werkblaadjes waarin de leerlingen begeleid worden de kernleerstof zelf aan te duiden. - Spreekbeurten: - korte spreekbeurten (5 à 7 min.). - De nadruk ligt op het spreken met eigen woorden (vertellen).
61
6e leerjaar Taken: - rekenen in de vorm van contractwerk. - taal en Frans: schriftelijke oefeningen 1 à 2 maal per week. Lessen: De leerlingen krijgen de opdracht 1 week voor de proef mee (uitgezonderd Frans). - Wiskunde – taal: na een afgewerkt leerstofgeheel. Deze worden op school en thuis voorbereid m.b.v. een toets- of studeerwijzer. - Wero: de leerlingen leren hun les (na een afgewerkt leerstofgeheel). Ze vertrekken hierbij van werkblaadjes waarin de leerlingen zelf de kernleerstof aanduiden. - Naar het einde van het schooljaar toe, wordt er af en toe al eens een proefje ‘parate kennis’ gegeven. - Spreekbeurten: - korte spreekbeurten (7 à 10 min.). - De nadruk ligt op het spreken met eigen woorden (vertellen)
62
1.5.2. Lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen De lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen maken integraal deel uit van ons aanbod. Alle kinderen moeten eraan deelnemen.
LICHAMELIJKE OPVOEDING
In de kleuterschool Omdat ‘bewegen’ een belangrijk deel uitmaakt van de dagelijkse activiteiten van uw kleuter, voorzien we minstens 2x per week een extra activiteit onder begeleiding van een juf bewegingsopvoeding in de turnzaal. Onze kleuters nemen tijdens hun periode op de kleuterschool ook deel aan de ‘Kleuterboemeldag’ en ‘Rollebolle’. Deze sportactiviteiten duren respectievelijk een halve of een hele lesdag en worden georganiseerd door het SVS in een sporthal. Turnkledij Deze bestaat vanaf de derde kleuterklas uit witte turnpantoffels, een donkerblauwe broek en een witte sport–T-shirt. De school biedt Tshirts met het logo van de school vrijblijvend aan. De T- shirt kan aangekocht worden aan € 12. Een turnbroek kan op school aangekocht worden aan € 12. De jongere kleuters trekken op de dag dat er bewegingsopvoeding gegeven wordt, liefst gemakkelijke kledij aan. In de lagere school Deelname aan de turnlessen. Vanzelfsprekend nemen alle leerlingen deel aan de turnlessen. Mogen we de ouders beleefd, doch dringend vragen steeds een briefje mee te geven, indien hun kind aan de turnlessen tijdelijk niet kan of mag deelnemen! Dit kan een doktersattestje of een eigenhandig geschreven briefje zijn. Het geeft de turnleraar de zekerheid dat de ouders op de hoogte zijn en er voldoende redenen aanwezig zijn om de turnles passief te volgen. Dank voor uw medewerking! 63
Turnkledij. Deze bestaat uit witte turnpantoffels, een donkerblauwe korte broek en een witte sport-T-shirt. De T-shirt en turnbroek kunnen vrijblijvend aangekocht worden aan € 12/ stuk
ZWEMMEN Kleuterzwemmen Omdat je kleuter zijn lichaam leert kennen Omdat je kleuter veel plezier beleeft met anderen Omdat je kleuter weerbaarder wordt. willen wij graag maandelijks zwemmen met de kleuters van de 2de en 3de kleuterklas. Met veel positieve ervaringen in het achterhoofd, starten we opnieuw met een lessenreeks watergewenning-kleuterzwemmen. -In een eerste fase leert de kleuter zich aan te passen aan het water. Via stappen, springen, bellen blazen, kopje onder... voelt hij/zij zich snel thuis in het zwembad. -Daarna werken we rond drijven, onder de tunnel, schattenjacht, eerste zwembewegingen,... -Watergewenning vormt de basis voor een goed zwemonderricht. -Veiligheid en spelplezier staan centraal. Daarom oefenen de kleuters in kleine niveaugroepjes, begeleid door één of meerdere ouders (en dit met veel enthousiasme en toewijding). Dit is enkel realiseerbaar als er voldoende begeleidende ouders zijn. Wij doen beroep op vrijwilligers voor het begeleiden van onze kleuters in het water. Als er te weinig zwemouders zijn, kan het zwemmen onmogelijk doorgaan. Als er voldoende ouders zijn, voorzien we voor de kleuters die reeds kunnen zwemmen aangepaste zwemactiviteiten. -De activiteiten gaan door in het zwembad Breeven te Bornem, op donderdagvoormiddag.
64
Enkele praktische tips: Trek uw kleuter die dag gemakkelijke kledij aan (liefst getekend). Liefst geen kousenbroeken! In de zwemzak stopt u: een onderbroekje, 2 handdoeken (1 kleine om onder de voetjes te leggen en 1 grote om zich af te drogen) , kam of borstel. Teken alles met naam a.u.b. We nemen geen zwem- of armbandjes, uurwerken, haarspeldjes, kettinkjes mee. We nemen geen koek of drankjes mee. Een badmuts wordt aangeboden door de school en is verplicht. Zwemmen in de lagere school Alle leerlingen van de lagere school, eerste tot en met vierde leerjaar, gaan om de veertien dagen zwemmen. De zwemlessen gaan door in het zwembad Olympos te Dendermonde. -Volgens het besluit van de Vlaamse regering kan enkel één leerjaar het volledige schooljaar genieten van het gratis zwemmen. Onze school heeft voor het vierde leerjaar gekozen. -De gymleraar en de leerkrachten zorgen voor het zwemonderricht. Om alle leerlingen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden, wordt er gewerkt in niveaugroepen, elk met een eigen kleur van badmuts. -De badmuts wordt aangeboden door de school en is verplicht. Deze wordt geruild als men overgaat naar de volgende groep.
65
Niveaugroepen.
Rode groep: Beginners met nog enige watervrees krijgen watergewenning. Kinderen die geen schrik meer hebben, krijgen zwemonderricht. Blauwe groep: kinderen met een brevet van 25 meter verbeteren hun zwemstijl en vergroten de zwemafstand. Zwarte groep: leerlingen kunnen minimum 200 meter zwemmen met een verzorgde zwemstijl, aanleren van verschillende zwemstijlen, lange afstanden zwemmen en initiatie reddingszwemmen.
Minstens twee maal per jaar krijgen de leerlingen de mogelijkheid om brevetten te behalen. Enkele tips.
Teken al het turn- en zwemgerief met naam en klas. Trek op de zwemdagen gemakkelijke kledij aan.
NASCHOOLSE SPORTACTIVITEITEN
Op woensdagnamiddag nemen we met onze school regelmatig deel aan sportactiviteiten, georganiseerd door het S.V.S. (Stichting Vlaamse Schoolsport) De leerlingen kunnen zich hier telkens schriftelijk voor inschrijven met de toestemming van hun ouders. Activiteiten die o.a. aan bod komen zijn: swimmathon, veldloop, badmintoninstuif, dans,…
66
1.5.3. Een- of meerdaagse schooluitstappen (Extramuros activiteiten)
Voor deelname aan een extra-muros activiteit is de schriftelijke toestemming van de ouders vereist. Het streefdoel is dat alle leerlingen deelnemen aan de extra-muros activiteiten. Bij ééndaagse uitstappen geldt de ondertekening van dit schoolreglement als principiële toestemming voor deelname aan die ééndaagse uitstappen. Indien de ouders de toestemming bij een ééndaagse extra-muros activiteit weigeren, dienen zij dat vooraf aan de school te melden. Bij een meerdaagse extra-muros activiteit is een afzonderlijke schriftelijke toestemming van de ouders vereist. Leerlingen die niet deelnemen aan extra-murosactiviteiten dienen op school aanwezig te zijn.
1.5.4. Klasoverschrijdend werken ‘Biebeldag’ in de kleuterschool
Op regelmatige tijdstippen (zie kalender van de schoolkrant) werken we klasoverschrijdend. Kleuters kiezen zelf in welke klas ze willen spelen tijdens het vrij spel. Zo krijgen onze kinderen de kans om met zus, broer of vriendjes uit een andere klas te spelen. Dit is bevorderend voor de sociale omgang en de leefregels!
Activiteiten in de lagere school gezamenlijke belevingsmomenten i.v.m. schoolpastoraal o advent o vasten klasoverschrijdende keuzeactiviteiten o muzonamiddagen (muzische vorming) o uitwerken van wero- thema’s o integratie 3KO – 1LO.
67
1.5.5. ICT
Computergebruik op school In de computerklas van de afdeling centrum beschikken we over 30 multimedia PC's. Via de server van de leerkracht, kunnen de leerlingen de instructies meevolgen op het groot scherm, zodat we hen (aangepast aan het klasniveau) echt kunnen gaan leren werken met een niet meer uit onze maatschappij weg te denken toestel, de PC. Alle klassen maken op een vast uur, minstens eenmaal per week, gebruik van de infrastructuur . In alle tweede en derde kleuterklassen staan ook PC’s in de klas zelf. In de 2de en 3de kleuterklassen op de vier vestigingsplaatsen en de klassen van de lagere school staat er een PC met internetverbinding die geïntegreerd kan gebruikt worden in de klas. In de lagere school kunnen alle klassen beschikken over een digitaal schoolbord. Dit staat ook ter beschikking van de andere klassen.
68
1.5.6. Studiebegeleiding
De eerste schooldag van een kleuter Enkele praktische tips: Praat met je kind over het fenomeen school, over de nieuwe vriendjes, over de juffrouw die vertelt, over het speelgoed, de speelplaats, enz. Vergeet vooral niet te zeggen dat mama en papa niet op school blijven maar wel terugkomen. Dat mama en papa weggaan horen vele peuters pas voor het eerst op dat moment zelf. Als de peuter een ouder broertje of zusje heeft, gebeurt vaak iets gelijkaardigs. Aan de peuter wordt verteld dat hij MET broer of zus naar school mag, maar er wordt niet bijverteld dat hij/zij de dag bij een andere juf doorbrengt. Ook tijdens de speeltijd verdwijnen broer en zus vaak in de massa en zijn ze voor de peuter niet meer te bespeuren. Houd er rekening mee dat peuters zich moeilijk een voorstelling kunnen maken van wat je vertelt. Als ze dat toch doen, kan hun voorstelling erg verschillen van de realiteit. Zorg er ook voor dat wat je over de school vertelt, overeenstemt met de werkelijkheid, want peuters klampen zich soms vast aan een detail. Kom als het even kan met je peuter eens op bezoek in ons peuterklasje, zodat hij of zij de juf en de vriendjes al eens gezien heeft. Geef je kleuter een tasje mee dat het zelf kan openmaken. In dit tasje zit een zakdoekje, een reserve onderbroekje, een koek of een stuk fruit. Af en toe een ongelukje kan nog in de peuterklas, maar we hopen dat de zindelijkheidstraining toch reeds gestart is. Voor de juf is het gemakkelijk als alles wat de kleuter meeheeft (jasje, knuffel, tasje, koek, ...) getekend is.
69
Integratie Derde kleuterklas – 1ste leerjaar Eén van de pijlers van het vernieuwd lager onderwijs is INTEGRATIE. Dit betekent dat ook de stap van de derde kleuterklas naar het eerste leerjaar vlotter zal verlopen. Het schoolteam heeft daarom enkele samenwerkingsmomenten gepland: Gezamenlijke spelletjesnamiddag Gezamenlijke lichtmisviering Bezoek aan het eerste leerjaar Bewegingsles gegeven door de leraar bewegingsopvoeding Computerles in de computerklas Oudercontact en infovergadering.
70
Differentiatie Ons zorgteam Streefdoelen: een zorgbeleid dat gedragen wordt door het hele team, aandacht voor elk kind dat op een bepaald moment om welke reden ook extra zorg nodig heeft. Lokaal zorgbeleid door zorgcoördinator en zorgmedewerkers op drie grote terreinen: op schoolniveau ‘alle’ zorginitiatieven coördineren, zichtbaar aanwezig aanspreekpunt zijn, overleg organiseren intern en extern, brugfunctie tussen school en CLB, communicatie bevorderen intern, met ouders en externen, leerlingenvolgsysteem introduceren en coördineren, flexibele groeperingsvormen en gedifferentieerde leertrajecten uittekenen , wekelijks overleg bijgewoond door zorgcoördinator of directie. op klasniveau leerkrachten daadwerkelijk helpen, zowel preventieve als remediërende interventies, zowel met de groep als met individuele leerlingen, soepele organisatie (invulling uurrooster zorg wordt wekelijks aangepast). op leerlingenniveau werken met leerlingen vanuit specifieke deskundigheid, de zorg via enkele gerichte interventies tijdelijk overnemen van de leerkracht, taakklas: Kinderen kunnen kortstondig of voor een langere periode worden opgenomen in de taakklas.Dit houdt in dat er wekelijks één of meerdere korte momenten individueel wordt gewerkt aan een heel specifiek probleem.Hierover worden de ouders en de klastitularis op de hoogte gehouden door een taakklasmapje.
71
Leerlingvolgsysteem in de kleuterschool Leerlingenvolgsystemen verwerven stilaan maar zeker een plaats in de onderwijspraktijk. Met sleutelwoorden als ‘schooleffectiviteit’, ‘integrale kwaliteitszorg’ en ‘zorgverbreding’ is de bodem gelegd waarop kindvolgsystemen perfect gedijen. Centraal blijft de vraag naar ‘hoe elk van de kinderen het in de klasgroep maakt’. Het antwoord op die vraag wordt gezocht in het peilen naar hun welbevinden en betrokkenheid om van daaruit concreet aan de slag te gaan. Waarom een kindvolgsysteem? Het helpt tijdig te achterhalen welke kinderen (dreigen) uit de boot te vallen. Het werkt ook als gids om kinderen te helpen de draad van hun onwikkeling weer op te nemen.Daarmee is duidelijk dat een kindvolgsysteem een onmisbaar instrument is in het werken aan zorgverbreding. Een goed kindvolgsysteem: Geeft aan wie extra zorg behoeft. (signaleren) Zet een weg uit om klaarder te zien in het probleem. (analyseren) Helpt om tot succesvolle initiatieven te komen en deze te evalueren. (interveniëren) Opbouw van een kindvolgsysteem. Het procesgericht kindvolgsysteem bestaat uit 3 stappen die we in de loop van een schooljaar meerdere keren kunnen doorlopen. De klasscreening gebeurt in de volgende maanden: oktober, maart, o Stap 1: KLASSCREENING = signaleren = achterhalen wie extra ondersteuning nodig heeft o Stap 2: ANALYSE VAN GEGEVENS = analyseren = een scherper beeld krijgen van het kind o Stap 3: WERKPUNTEN EN INTERVENTIES = interveniëren = een traject opzetten van interventies De opbouw loopt verder in de volgende kleuterklas. Zo kan de juf een duidelijk beeld opbouwen van de evolutie van elke kleuter. 72
Leerlingvolgsysteem in de lagere school o o
Dit heeft tot doel alle leerlingen nauwgezet te volgen in hun vorderingen op gebied van lezen, spelling en hoofdrekenen. Op vastgestelde tijdstippen worden genormeerd testen afgenomen. De resultaten worden door de computer vergeleken met het landelijk gemiddelde. Via grafieken, groepsprofielen, ... kunnen we tijdig eventuele tekorten opsporen en signaleren.
Hulpprogramma’s die aansluiten bij het leerlingenvolgsysteem o o
o
Lezen: van oktober tot juni, leesgroepjes 1ste, 2de en 3de lj. gedifferentieerd lezen o.l.v. de zorgploeg Spelling: Van de dictees die in oktober en februari worden afgenomen in alle klassen, wordt een gedetailleerde foutenanalyse gemaakt. De computer gaat op zoek naar de eventuele categorie van fouten die uw kind veel maakt en dit ongeacht de eindscore op het dictee. Dit wordt met de klastitularis besproken. Blijken er inderdaad problemen te zijn dan worden er acties ondernomen in de klas of in een spellingsgroepje. Een controledictee dat duidelijk maakt of verdere individuele behandeling in de taakklas al dan niet noodzakelijk is, sluit deze lessenreeks af. Wiskunde: twee keer per schooljaar worden er genormeerde testen afgenomen. De resultaten worden besproken en noodzakelijke individuele acties worden bepaald.
73
Contract- en hoekenwerk Bij contractwerk heeft elk kind een opdrachtenpakket. Vaak stelt men vast dat de mogelijkheid om zelfstandig over de volgorde en de duur van de opdrachten te beslissen, reeds bijdraagt tot meer betrokkenheid bij de kinderen. Bovendien laat contractwerk een verregaande aanpassing aan individuele noden van de kinderen toe. Als men tenslotte binnen contractwerk keuzemogelijkheden en opdrachten integreert die kinderen aanzetten om alleen of in groepjes actief explorerend aan de slag te gaan, dan haalt men een krachtig instrument in de klas om het beste te halen uit alle kinderen en is de band met de zorgverbreding niet ver weg!
74