STUDENTENBROCHURE SPOEDGEVALLENDIENST
200202075SPOEDGEVALLEN
WELKOM OP DE SPOEDGEVALLENDIENST. De komende dagen of weken zal je stage lopen op de dient spoedgevallen. Samen met het ganse spoedgevallenteam heten wij u van harte welkom. 1. VOORSTELLING VAN DE DIENST 1.1 Inleiding 1.1.1 Dringende medische hulpverlening Het doel van de dienst spoedgevallen (S.G.) is patiënten met acute levensbedreigende aandoeningen zowel op de dienst S.G. als buiten het ziekenhuis (“prehospital care”) onmiddellijk de eerste zorgen toe te dienen. Daarenboven worden alle patiënten die zich op de afdeling aanbieden, al dan niet op verwijzing van een (huis)arts, opgevangen, onderzocht en behandeld. Zij kunnen zowel ambulant behandeld worden als worden opgenomen op een afdeling in het ziekenhuis. 1.1.2 Ondersteunende taken -
-
Een observatie eenheid van 10 bedden, bestemd voor een 24-uur opname en nachthospitalisatie is voorzien. Hulp bij reanimaties op de hospitalisatieafdelingen + poliklinieken. De afdeling heeft een bijkomende taak te vervullen in de ziekenhuisstructuur : het begeleid transport van de patiënten tussen de verschillende kliniekgebouwen. Standby-opdrachten : Extra MUG-equipes worden ingezet bij officiële opdrachten van de staatsveiligheid, risico-inhoudende gebeurtenissen of manifestaties en bij rampsituaties.
1.1.3 Opleiding -
Begeleiding van praktische stages voor dr. stagiairs, ambulanciers en verpleegkundigen in het kader van hun beroepstitel. ABC-BLS voor het personeel van het ziekenhuis en Universiteit Gent. ABC- en EHBO-opleiding en voor huisartsen, risicohoudende bedrijven, hulpverlenende diensten.
1.2 Grondplan : in bijlage 1.3 Organisatorisch - Diensthoofd : Prof. Dr. W. Buylaert, internist-farmacoloog en urgentie-arts. - Adj. Diensthoofd : Prof. Dr. P. Calle, internist-cardioloog en urgentie-arts. - Stafleden: Prof. Dr. K. Monsieurs en Prof. Dr. P. De Paepe. - Artsen van wacht : assistenten in opleiding. - Artsen-stagiairs. - Hoofdverpleegkundige : Dhr. Ph. Fortain. - Adjunct-hoofdverpleegkundigen : Mevr. N. Mouton, Dhr. J. Van Brantegem, Dhr. M. Jonckers en Mevr. A. Van Der Gucht. 2. INFORMATIE OVER DE WERKING OP DE SPOEDGEVALLENDIENST 2.1 Specifieke aandachtspunten Op uw eerste stagedag werkt u van 8.00 u. tot 17. 00 u. Bij de aankomst op de dienst kan u zich aanmelden aan het onthaal van de spoedgevallen. Het onthaalpersoneel zal u doorverwijzen tot bij één van de leidinggevenden. Op de eerste dag wordt ook de lijst waarop uw stageplanning staat, opgemaakt.
Studentenbrochure Spoedgevallendienst 2007
1
Werken op een spoedgevallendienst betekent dagelijks je prioriteiten kunnen bepalen in functie van de graad van urgentie waarmee patiënten zich aanmelden, de drukte op de dienst en de beschikbaarheid van het personeel. De spoedgevallendienst is een specialistische dienst binnen het ziekenhuis waar de werkdruk over het algemeen hoog is. Van de student wordt dus een flexibele ingesteldheid verwacht alsook een groot aanpassingsvermogen. Dit zal in de eerste dagen niet zo eenvoudig zijn, maar weet dat het spoedgevallenteam en uw mentoren er zijn om u op te vangen en te begeleiden doorheen uw stage. 2.2 De mentor Om alles vlot te laten verlopen en u zo goed mogelijk te kunnen begeleiden tijdens uw stage, hebben we hiervoor enkele afspraken gemaakt op de dienst. U wordt aan een vaste (hoofd)mentor toegewezen die uw leerproces zal volgen. Dit is een verpleegkundige van de spoedgevallendienst. Hij/zij zal uw tussentijdse evaluaties met u bespreken, uw doelstellingen opvolgen en uw eindevaluatie opmaken. Er wordt daarom getracht u zo veel mogelijk door uw vaste mentor te laten begeleiden. De dagen dat uw vaste mentor niet op dienst aanwezig is wordt u aan een andere verpleegkundige toegewezen. Dit zullen in de mate van het mogelijke zo veel mogelijk dezelfde personen zijn, zodoende dat ook zij uw leerproces kunnen opvolgen en rapporteren aan de hoofdmentor. 2.3 Taakverdeling verpleegkundigen Taakverdeling verpleegkundigen. De verpleegkundigen werken in 3 shiften : - Vroegdienst: van 07:00 tot 15:00 uur; - Laatdienst: van 14:00 tot 22:00 uur; - Nachtdienst: van 22:00 tot 07:00 uur. Binnen deze shiften zijn er verschillende functies die moeten ingevuld worden. Deze verschillende functies zijn: -
Observatie eenheid Intern begeleid vervoer 100 en MUG Opnamezaal Omloop
Elke functie heeft zijn specifieke aandachtspunten en competentievereisten. Het is de bedoeling dat dit terug te vinden is in een aantal doelstellingen. De dagelijkse taaktoewijzing gebeurt door middel van een taakverdelingslijst die door een leidinggevende wordt opgesteld. Deze lijst is te vinden in onze opnamezaal. 2.4 Het patiëntendossier Het medisch – en verpleegkundig dossier omvat alle gegevens van de patiënt tijdens zijn/haar verblijf op de spoedgevallendienst. Het is heel belangrijk, ook als student, deze dossiers goed in te vullen omdat hierdoor ook de kwaliteit van de zorgverlening kan opgevolgd worden en de patiëntenoverdracht efficiënter zal verlopen.
Studentenbrochure Spoedgevallendienst 2007
2
Minimaal in te vullen VPK-gegevens : • Naam verpleegkundige / student aan wie de patiënt is toegewezen. • Korte anamnese. • Aankruisen aangevraagde onderzoeken / uitgevoerde opdrachten. • Parameters. • Infuusbeleid en medicatie: aftekenen na toediening. • Te contacteren: naam en telefoonnummer familie. • Opname of ontslag. • Shift – verslagje. 2.5 OCS Dit is het computersysteem dat in het UZ gebruikt wordt om de administratiegegevens van de patiënt te noteren. Alle patiënten die op spoed worden ingeschreven komen automatisch in dit systeem terecht. U hebt als student geen toegang tot dit systeem, aangezien daar een interne vorming moet voor gevolgd worden en u hiervoor over een passwoord moet beschikken. 3
HET PROCES VAN EEN OPNAME OP DE SPOEDGEVALLENDIENST
3.1 Aanmelding op de spoedgevallendienst. Er zijn verschillende manieren waarop de patiënt zich kan melden op de spoedgevallendienst : -
Op eigen initiatief. Verwijzing door (huis)arts. Via de dringende geneeskundige thuisverpleging (DGH) door middel van 100 ZW al dan niet onder begeleiding van de MUG. Via secundaire transfers uit perifere ziekenhuizen. Via repatriëring. Via helivluchten. Via poliklinieken. Via interne MUG interventie.
Belangrijk hierbij is dat de patiënt onmiddellijk gezien wordt door de verpleegkundige met opnamefunctie. Deze zal door middel van een “quick look” de gezondheidstoestand en urgentiegraad van de patiënt inschatten ( triage ). Hij / zij let hierbij op : - Uitzicht van de patiënt. - Vitale parameters. - Bewustzijn. - Klachtenpatroon. - Verwijsbrief. - ….. In functie van de klachten, de urgentiegraad en de beschikbare plaatsen (en personeel) op spoed, zal de patiënt een plaats en een verpleegkundige (student) toegewezen worden. Deze zal dan instaan voor de verdere opvang en verzorging van de patiënt gedurende zijn verblijf op de spoedgevallendienst. 3.2 Patiëntenopvang 3.2.1 Inschrijvingen Alle patiënten worden ingeschreven door het onthaalpersoneel. Zij bevinden zich aan de balie in de inkom/wachtzaal van de spoedgevallendienst. Nadat de patiënt is ingeschreven
Studentenbrochure Spoedgevallendienst 2007
3
zal de niet – acute patiënt plaatsnemen in de wachtkamer of indien mogelijk worden doorverwezen naar de opnamezaal. De acute patiënt gaat rechtstreeks naar een onderzoekskamer en wordt dan later ingeschreven. Intussen worden de nodige identificatieklevers en papieren aan de opnameverpleegkundige gegeven. De opnameverpleegkundige zorgt er voor dat de patiënt wordt toegewezen aan een verpleegkundige. 3.2.2 Toewijzing aan een verpleegkundige Elke patiënt zal aan een verpleegkundige toegewezen worden. Na verloop van tijd kunnen ook patiënten met een eenvoudige pathologie aan studenten toegewezen worden. Het is de bedoeling dat de VPK autonoom een zorgenplan opmaakt en dit uitvoert. Hierbij draagt hij /zij zorg voor de snelheid, kwaliteit van zorg, prioriteiten, communicatie met de familie van de patiënt, de verpleegkundige met opnamefunctie, artsen en andere zorgverleners. Ook de voorbereiding op transfer of ontslag wordt door de toegewezen VPK uitgevoerd. Tenslotte worden ook alle handelingen in het dossier genoteerd samen met de verslaggeving. 4
VERWACHTINGEN NAAR DE STUDENT TOE
-
-
Goede achtergrondkennis die tijdens de werking op de dienst aan de praktijk getoetst kan worden. Vlotte en precieze prestaties, met oog voor details, waarbij op een planmatige en doordachte manier gewerkt wordt. Zelfstandig werken met veel zin voor initiatief. Verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van eigen handelingen. Inzicht in de aanpak van het hele spoedgebeuren; dit wil zeggen op basis van verschillende observaties en met behulp van de achtergrondkennis, een onderscheid kunnen maken tussen de dringende en minder dringende spoedgevallen. Tactvolle en vlotte omgang met patiënten en met het hele spoedteam. Goede kennis van de verpleegkundige technieken die voorkomen op de spoedgevallen. Het tonen van interesse en motivatie door vragen te stellen over de nog niet gekende technieken en pathologie. Goede rapportage, zowel schriftelijk op het verpleegdossier als mondeling naar het team en de artsen. Openstaan voor feedback. Aandacht geven aan het beroepsgeheim. Rustige blijven, ook in acute situaties.
5
TENSLOTTE
-
-
Wij hopen dat jullie na het doornemen van de introductiebrochure een duidelijker beeld hebben van de werking op de spoedgevallendienst. Indien er toch vragen zijn of momenten waarop jullie graag iets zouden bespreken, kunnen jullie altijd terecht bij de hoofdverpleegkundige, zijn adjuncten, uw mentor en alle verpleegkundigen werkzaam op de dienst spoedgevallen. Wij wensen jullie een aangename, fijne en leerrijke stage. Het spoedgevallenteam. Bijlagen: - Opleidingsplan van de verschillende functies. - Grondplan.
Studentenbrochure Spoedgevallendienst 2007
4
Opleidingsplan – Intern begeleid vervoer
Omschrijving van de functie. Deze functie wordt 7 dagen op 7 en enkel in de vroege en late dienst uitgevoerd. Naast de functie begeleid vervoer door de dienst spoedgevallen is er ook nog een dienst voor niet begeleid patiëntenvervoer. Deze dienst werkt onder de hiërarchische structuur van de directie verpleging en werkt onafhankelijk van onze dienst. De hoofdactiviteit van het intern begeleid vervoer is het vervoeren van patiënten onder verpleegkundige en / of medische begeleiding tussen verschillende diensten van het ziekenhuis ( met uitzondering van de pediatrische diensten ). Patiënten met een vaak complexe problematiek moeten op een veilige, comfortabele, snelle en deskundige manier vervoerd worden. Hierbij dient de verpleegkundige aandacht te hebben voor de toestand van de patiënt. De evolutie in de gezondheidstoestand tijdens het transport dient nauwkeurig gevolgd te worden. Deze functie wordt steeds uitgevoerd samen met een ambulancier – autogeleider. Via een oproepsysteem ( Dect nr. 9999 ) worden de opdrachten aangevraagd door de verwijzende afdeling. In functie van de werkdruk en de prioriteit van de aanvraag wordt deze opdracht zo snel mogelijk uitgevoerd. Dit gebeurt steeds in overleg met de ambulancier – autogeleider. Het intern begeleid vervoer gebeurt met een speciaal voor deze opdracht uitgerust voertuig, tenzij dat het een vervoer betreft binnen hetzelfde gebouw. Een verpleegkundige of arts van de verwijzende afdeling kan in het kader van de bewakingsplicht oordelen of de patiënt al dan niet onder begeleiding moet vervoerd worden. Afhalen van patiënten van de helihaven is eveneens één van de opdrachten van het intern begeleid vervoer. Deze opdracht zal steeds door een leidinggevende van de spoedgevallendienst worden gegeven.
Opleidingsplan intern begeleid vervoer 2007
1
Opleidingsplan – MUG
Omschrijving van de functie. De MUG functie is één van de twee extra-murale functies op de spoedgevallendienst. De MUG of Mobiele Urgentie Groep is een snelle interventiewagen die door het hulpcentrum 100 wordt uitgestuurd voor dringende medische interventies. De ploeg die deze interventie uitvoert, bestaat uit een chauffeur ambulancier , een verpleegkundige en een arts ( urgentie arts in opleiding – GSO internist of GSO anesthesist ). De MUG-functie wordt 24u / 24u en 7 dagen op 7 gewaarborgd. Gezien de invulling van de MUG diensten per regio wettelijk bepaald is per aantal inwoners, is er in Gent een tweede MUG actief, nl. de MUG St. Lucas – Jan Palfijn. De MUG-verpleegkundige heeft een belangrijke opdracht in de extra murale hulpverlening. De opdracht begint reeds van bij de hulpoproep en eindigt pas na dat alle zorgen aan de patiënt zijn toegediend, de patiënt al dan niet in het ziekenhuis is binnengebracht en alle materiaal in gereedheid is gebracht voor een volgende interventie. Wanneer er geen MUG uitrukken zijn, zal de MUG-verpleegkundige de activiteiten ondersteunen op de spoedgevallendienst. De hoofdactiviteit is, zoals gezegd, de snelle extra-murale hulpverlening. Hieronder wordt een breed gamma van taken verstaan. Van stand-by opdracht tot reanimatie, bevrijding van slachtoffers van verkeersongevallen, drenkelingen, hulpverlening aan kinderen, verzorgen van patiënten met ernstige brandwonden, patiënten met ernstige interne problematiek, enz. Hierbij zal de aard van de hulpverlening variëren van interventie tot interventie. Een cruciale factor zal de toestand van de patiënt of het (de) slachtoffer(s) zijn. Belangrijk hierbij ook is zich te realiseren dat men niet meer werkt binnen de veilige muren van het ziekenhuis, maar vaak in onveilige weersomstandigheden zoals duisternis, sneeuw, regen, ijzel. Ook bij branden, gasontwikkelingen, in autowrakken en op onveilige plaatsen zoals op autosnelwegen, in privé woningen, fabrieken moet hulp geboden worden. Men kan ook geconfronteerd worden met meerdere slachtoffers, agressieve patiënten , agressieve huisdieren, maar ook met een aantal situaties waarbij het gevaar niet zo van zelfsprekend is zoals koolstofmonoxide. Het is dus van het allergrootste belang dat de eigen veiligheid en deze van het team in het algemeen ten allen tijde moet bewaakt worden. Ook het handelen in bijzijn van familie of omstaanders, het kunnen omgaan met hulpverleners van andere korpsen, huisartsen, politie, brandweer, pers, enz. maakt deze opdracht er niet makkelijker op.
Opleidingsplan MUG 2007
2
Opleidingsplan – 100 ziekenwagen
Omschrijving van de functie. De 100 - ziekenwagenfunctie is één van de twee extra-murale functies op de spoedgevallendienst. De ploeg die deze interventie uitvoert, bestaat uit twee personen die over een geldige 100-badge beschikken. Op onze spoedgevallendienst zijn dit een chauffeurambulancier en een verpleegkundige, overdag van 7 u. – 22 u. ’s Nachts en in andere diensten ( zoals brandweer ) kunnen dit twee ambulanciers zijn. De 100 ziekenwagenfunctie wordt 24u / 24u en 7 dagen op 7 gewaarborgd. Gezien de invulling van de 100 diensten per regio wettelijk bepaald is per aantal inwoners, zijn er in Gent verschillende 100 ziekenwagens actief. Deze zijn geografisch zo verspreid over het grondgebied dat er op elke plaats een gelijkaardige dienstverlening kan verstrekt worden. De hoofdactiviteit is, zoals gezegd, de extra-murale hulpverlening. Hieronder wordt een breed gamma van taken verstaan. De opdrachten zijn meestal niet zo complex zoals bij een MUG interventie maar vragen toch behoorlijk wat kennis en vaardigheden op verschillende domeinen. De opdrachten variëren van handelingen zoals het spalken van luxaties en fracturen tot meer complexe handelingen zoals reanimatie, hulp aan slachtoffers van verkeersongevallen, drenkelingen, hulpverlening aan kinderen, verzorgen van patiënten met ernstige brandwonden, patiënten met ernstige interne problematiek, enz. Hierbij zal de aard van de hulpverlening variëren van interventie tot interventie. Een cruciale factor is - zoals bij een MUG interventie - de toestand van de patiënt of het (de) slachtoffer(s). Belangrijk hierbij is dat er geen arts aanwezig is in de ziekenwagen en dat in sommige gevallen het noodzakelijk zal zijn om de hulp van een MUG in te roepen omdat de toestand van de patiënt dit vereist. De verpleegkundige met 100-functie heeft hier een verantwoordelijke functie. Daarnaast zijn er staand orders ontwikkeld die (in geval dat er geen MUG-bijstand kan voorzien worden), de 100-VPK moet helpen accuraat en gewettigd op te treden in kritieke situaties. Het begeleiden van secundaire transfers behoort ook tot de taken van de verpleegkundige met 100-functie. Deze transfers gebeuren samen met de dagdienst chauffeur of een (externe) ambulancier en eventueel een begeleidende arts. Hiervoor wordt één van de secundaire transferwagens gebruikt. Secundaire transfers zijn (niet) dringende ziekenvervoeren van een perifeer ziekenhuis naar het UZ Gent. Dit wil niet zeggen dat deze geen dringend karakter kunnen hebben ( afhankelijk van de ziektetoestand van de patiënt ). Dit zijn vaak complexe opdrachten en vereisen terug een specifieke opleiding.
Opleidingsplan – 100 ziekenwagen 2007
3
Opleidingsplan – Observatie eenheid
Omschrijving van de functie. De observatie-eenheid bestaat uit 10 bedposities waar patiënten worden opgenomen die maximum 24u. kunnen gehospitaliseerd worden. Tijdens deze 24u. wordt de patiënt geobserveerd en verzorgd ( al dan niet gemonitord ) en zullen de artsen ( verdere ) onderzoeken uitvoeren ( klinisch, labo, andere ) teneinde een juiste diagnose te stellen en een verder verloop van de patiënt zijn / haar behandeling toe te laten. De functie in de observatie eenheid wordt 24u / 24u en 7 dagen op 7 gewaarborgd. De hoofdactiviteit is de patiëntenzorg. De totaalzorg aan patiënten die, zij het voor observatie, zij het in afwachting van een transfer naar de verpleegafdeling, in de observatie eenheid worden opgenomen. Toedienen van hygiënische zorgen, verzorgen van wonden, monitoren van fysische en vitale parameters, uitwerken van medische opdrachten, invullen van het verpleegkundig dossier, afspraken maken met de artsen-consulenten, afspreken van diagnostische onderzoeken, toedienen van medicatie, zijn een aantal van de dagelijkse opdrachten. Ook de psycho-sociale begeleiding van de patiënt en zijn familie is een belangrijke opdracht. Zorg voor de opvang en verdere verzorging na ontslag zijn aspecten waar dagelijks aandacht moet aan besteed worden. Gezien er niet steeds patiënten in de observatie eenheid liggen zal de verpleegkundige op de ogenblikken dat er geen patiënten opgenomen zijn ook ondersteuning moeten bieden in de opnamezaal. Deze patiënten kunnen tijdelijk getransfereerd worden van de opnamezaal naar de observatie eenheid voor verdere monitoring. De functie in de observatie eenheid is een functie die het meest de activiteit met een midcare - hospitalisatie afdeling benadert. Wij verwachten dan ook dat de patiënt centraal staat in het behandelings- en verzorgingsproces en dat er een kwalitatief hoogstaande hulpverlening geboden wordt. Aandacht voor de basiszorgen, medicatietoediening, vitale en fysische parameters, voeding, mobiliteit, uitscheiding, wondverzorging zijn belangrijke competenties. Daarnaast zijn zelfstandigheid, communicatie in een multi-disciplinair team, flexibiliteit belangrijke bijkomende vaardigheden die moeten gekend zijn of aangeleerd worden.
Opleidingsplan observatie eenheid 2007
4
Opleidingsplan – Omloopfunctie.
Omschrijving van de functie. Deze functie is enkel voorzien in de late dienst en in de nachtdienst ( 7 dagen op 7 ). De omloopverpleegkundige heeft voornamelijk een ondersteunende functie uit te voeren naar de collega verpleegkundigen en de artsen. Dit wil zeggen dat de inzetbaarheid van de omloopverpleegkundige meerdere malen per shift zal kunnen wisselen en dit telkens in functie van de werkdruk. De hoofdactiviteit is uiteraard ondersteuning bieden in de patiëntenzorg. Het doel van deze functie is u vertrouwd laten worden met de grote variatie van het werk op de spoedgevallendienst gedurende één shift en in het bijzonder met de wisselende werkdruk die op willekeurige ogenblikken van de dag kan optreden. Hierdoor zullen voornamelijk uw zelfstandig functioneren, flexibiliteit, communicatievaardigheden, stressbestendigheid en werktempo getraind worden. Naast het algemeen ondersteunend karakter van deze functie bent u als omloopverpleegkundige ook specifiek verantwoordelijk voor de patiëntenzorg en ondersteuning van de artsen in de wondhechtingszaal, het gynaecologisch onderzoekslokaal / badkamer en het onderzoekslokaal voor NKO, oogheelkunde en pediatrie.
Opleidingsplan Omloopfunctie 2007
5
Opleidingsplan omloopfunctie 2007
6