◌
WELKOM op de JAN BIERMASCHOOL! De Jan Biermaschool is een openbare school. Dit betekent dat we open staan voor ieder kind, ongeacht diens achtergrond of afkomst. Open staan voor ieder kind betekent voor ons ook dat wij werken met oprechte aandacht voor ieder kind. Wij proberen te zien wie ieder kind is en moedigen het aan om zichzelf te laten zien. Alle kinderen worden bij ons serieus genomen. Wij luisteren goed naar hen en nemen hun gevoelens en wensen serieus. Ieder kind mag bij ons zichzelf zijn. In alle betekenissen van het woord. De Jan Biermaschool wil ieder kind de kans geven zich optimaal te ontwikkelen. Onderwijs op maat speelt daarbij een belangrijke rol. Dit betekent dat wij kijken wat ieder kind nodig heeft om maximaal tot leren te komen en het maximale te leren. Het ene kind heeft daarvoor extra oefenstof nodig en het andere juist extra uitdagende opdrachten. Onderwijs op maat betekent voor ons ook dat wij niet ieder kind op dezelfde wijze instructie geven. Kinderen leren immers op verschillende manieren. Kinderen ontwikkelen zich volgens ons het best wanneer zij met andere kinderen samenwerken, spelen of sporten. Zij ervaren daardoor waar ze
zelf goed in zijn en wat de ander beter kan. Ze leren van elkaar. En gaan zien dat ze samen meer kunnen dan alleen. De Jan Biermaschool wil kinderen de kans geven zich te ontwikkelen tot zelfstandige burgers. Die zich niet alleen verantwoordelijk voelen voor zichzelf, maar ook voor de mensen om zich heen. Wij willen hen bovendien leren om kritisch en creatief te leven en te denken. Te zeggen wat zij denken en voelen, en te ervaren dat hun mening telt. Dat ieder individu in staat is de wereld om zich heen te beïnvloeden. Wij hopen dat onze kinderen daardoor actief en betrokken in de samenleving gaan staan. Van onze school, ons dorp, onze wereld. Onze school is een open school, met een ontspannen sfeer. Kinderen uit alle groepen spelen met elkaar en ouders stappen gemakkelijk binnen. Ook zij voelen zich op onze school welkom. En weten, evenals hun kinderen, dat zij hier mogen zijn.
1
◌
INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Jan Bierma was van 1911 tot 1946 hoofd van de lagere school in Oldehove en directeur van de openbare ULO, die in hetzelfde gebouw gevestigd was. Hij gaf aan veel mensen avondonderwijs en hield zich bezig met de historie van Oldehove en omgeving. Jan Bierma schreef in dit kader het boek ‘Land en volk van Humsterland’.
2
Ruimte voor ieder kind 3 Het maximale uit ons onderwijs 5 Werken aan een optimale ontwikkeling 10 Een open school voor ouders 13 Wanneer naar school 15 Naar een andere school 17 Werken aan kwaliteit 18 Veiligheid, klachtenregeling en verzekering 19
◌ 1
Ruimte voor ieder kind
Respect voor ieder kind is het belangrijkste uitgangspunt voor de wijze waarop wij werken. Ieder kind mag op onze school zijn wie het is en krijgt de kans zijn of haar eigenheid en eigen aardigheden te ontwikkelen. Wij luisteren naar alle kinderen en nemen hen serieus. Respect betekent wat ons betreft ook dat kinderen niet alleen leren waar ze goed in zijn, maar ook waar ze minder goed in zijn. Onze medewerkers laten de kinderen bovendien zien waar ze zelf minder goed in zijn. Kinderen leren daardoor dat je niet overal goed in kunt zijn, dat ook de zwakkere kanten gerespecteerd mogen worden en dat ieder mens fouten mag maken. Zij leren ook hierdoor dat zij mogen zijn wie zij zijn. En ontwikkelen niet alleen zelfrespect, maar ook zelfvertrouwen.
Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen niet alleen zichzelf, maar ook elkaar gaan respecteren. Wij laten hen het verschil tussen zichzelf en de ander ervaren. Leren hen zien waar de ander goed in is en op welke wijze zij elkaar aanvullen. Samenwerking speelt daarbij een belangrijke rol. Alle klassen kennen het ‘Kind van de week’. Dit betekent dat alle kinderen in de klas minstens één keer per jaar nadenken over de vraag waar dit ene kind goed in is. De positieve eigenschappen of talenten worden opgeschreven en in de klas opgehangen. Het kind dat centraal staat, mag zichzelf bovendien aan de klas presenteren. Kinderen
ontwikkelen ook hierdoor zelfvertrouwen en gaan op een positieve manier naar elkaar kijken. Bij ons op school wordt mede hierdoor weinig gepest. Mocht dit toch een keer gebeuren, dan praten wij er direct met de kinderen over en zoeken samen met hen naar een oplossing. Veiligheid en zelfstandigheid Kinderen moeten zich veilig voelen om te kunnen leren. Veiligheid begint bij het weten dat de ander ziet wie je bent en je accepteert zoals je bent. Veiligheid is ook weten binnen welke grenzen je kunt handelen. Wij geven onze kinderen de vrijheid en het vertrouwen om zelf beslissingen te nemen, maar reiken ze daarbij meteen grenzen aan. Kinderen leren bij ons bovendien om zelfstandig op zoek te gaan naar oplossingen en zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor de verwezenlijking van de eigen wensen. Creativiteit speelt in alle gevallen een belangrijke rol. Wij stellen echter ook duidelijke grenzen aan de ruimte waarbinnen kinderen mogen zoeken naar oplossingen of de verwezenlijking van hun wensen. Onze leerlingen leren daardoor ook dat niet alles in vrijheid mogelijk is. De veiligheid van de begrenzing geeft hen bovendien het zelfvertrouwen dat zij nodig hebben om zelfstandig te kunnen handelen. Verantwoordelijkheid en betrokkenheid Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich betrokken gaan voelen bij de samenleving. Die
3
◌
betrokkenheid begint uiteraard bij de school en bij het ervaren dat je eigen mening telt. Dat wij luisteren als jij een kritische opmerking maakt en daar vervolgens daadwerkelijk iets mee doen. Wij betrekken de kinderen bovendien bij beslissingen die voor henzelf, als individu, of voor de klas als geheel belangrijk zijn. Betrokkenheid hangt nauw samen met verantwoordelijkheid. Wij leren onze kinderen dat zij verantwoordelijk zijn voor het eigen gedrag en de keuzes die zij maken. Vrijheid in gebondenheid is ook hier een belangrijk uitgangspunt. Kinderen leren daarom ook om rekening met elkaar te houden, naar elkaar te luisteren en elkaar te helpen. Zich verantwoordelijk te voelen voor de ander. Wij vinden het belangrijk dat kinderen voelen dat iedereen erbij hoort en mee mag doen. In de klas, de school, de samenleving. In de praktijk van onze school is dit overigens ook sterk het geval: alle kinderen, jong en oud, spelen met elkaar. Kritisch leven en denken Wij willen onze leerlingen opvoeden tot zelfstandige en mondige burgers. Die zich verantwoordelijk weten voor het eigen leven en de keuzes die zij maken en zich verantwoordelijk voelen voor hun medemensen en de samenleving. Volwassenen die op creatieve wijze kunnen denken en in staat zijn creatieve oplossingen te zoeken voor problemen. Mensen die niet alles voor waar aannemen, maar kritisch luisteren en kijken. Nadenken over wat zij ergens van vinden en hun mening kunnen en durven geven. Onze open houding speelt hierbij een rol, evenals het feit dat wij serieus naar onze
4
leerlingen luisteren. Onze school beschikt daarom ook over een leerlingenraad, waarin alle groepen vertegenwoordigd zijn. De leden van de raad komen één keer per drie weken bij elkaar. Ze vertellen wat er in de groepen leeft, brengen namens hun eigen groep onderwerpen ter bespreking in en zoeken samen naar oplossingen. De directeur van onze school is bij alle vergaderingen aanwezig. Wij moedigen de kinderen ten slotte aan om altijd zelf na te denken. De eigen mening, het eigen gevoel of geweten te volgen. Respect begint voor ons bij de ruimte die je de ander hierin geeft.
◌ 2
Het maximale uit ons onderwijs
Wij willen het maximale uit ons onderwijs halen. De onderwijsbehoefte van ieder individueel kind is daarbij het uitgangspunt. Het is onze uitdaging om te zien hoe dit ene kind leert en te weten wat het van ons nodig heeft om het beste uit zichzelf te halen. Onze leerkrachten dagen kinderen uit om te leren en laten hen de leerstof oefenen. Maatwerk staat voorop en de instructie die de leerkracht geeft, speelt daarbij een belangrijke rol. Uitgangspunt is dat ieder kind de instructie krijgt die past bij de wijze waarop hij of zij leert. Goed onderwijs laat kinderen ook leren door te doen. Praktisch aan de slag te gaan, op onderzoek te gaan, nieuwe vaardigheden te ontwikkelen en de interesse te verleggen. Wij willen kinderen het beste van die twee werelden bieden. De onderwijsbehoefte van het kind centraal Onderwijs begint bij ons met instructie. Wij bieden onze instructie op drie niveaus aan en stemmen deze af op de onderwijsbehoefte van ieder kind. Dit betekent dat het ene kind een uitgebreidere instructie krijgt dan het andere voordat het aan de slag gaat. Het betekent ook dat wij de leerstof op verschillende manieren uitleggen. Het ene kind leert immers door iets letterlijk voor zich te zien, terwijl het andere woorden nodig heeft om iets te begrijpen. De vraag hoe dit ene kind leert en tot leren komt, staat steeds centraal. Iedere leerkracht brengt de
onderwijsbehoefte van zijn of haar leerlingen in kaart en sluit het onderwijs daarop aan. Dat geldt niet alleen voor de instructie die het kind krijgt, maar ook voor de materialen waarmee wij hem of haar laten werken. Ook deze zijn afgestemd op de voorkeuren en de leerstijlen van de individuele kinderen. Iedereen heeft talent! Iedereen heeft talent en moet de kans krijgen om dit binnen onze school te ontdekken, in te zetten en te ontwikkelen. Dit betekent ook dat onze kinderen de kans krijgen om al hun talenten te laten zien. Wij zorgen voor de opdrachten en materialen die de talenten van onze leerlingen aan het licht moeten brengen. En wij helpen hen schoolbreed om deze talenten verder te ontwikkelen. Zelfstandig werken en samen werken Wij vinden het belangrijk dat kinderen zelfstandig leren werken en ook zelf de verantwoordelijkheid voor het eigen werk leren nemen. Zelfstandig werken begint bij ons bij de kleuters. Zij krijgen al kleine taken die ze zelfstandig moeten volbrengen. De kleuters geven bovendien op het planbord in de klas aan wanneer ze van plan zijn aan zo’n taak te werken. De taken die de kinderen krijgen, worden in de loop van de schooltijd steeds groter. Vanaf groep 5 kijken de kinderen zelf een gedeelte van het eigen werk na. Alle klassen op onze school beschikken over een kieskast. Hierin liggen verschillende materialen waarmee de kinderen zelfstandig aan de slag kunnen gaan. Ieder kind kiest minimaal één keer per
5
◌
week een opdracht uit deze kast Zelfstandig werken biedt onze leerlingen daarnaast de kans om aan de eigen interesses te werken. Zij geven daarbij zelf aan wat ze willen leren en overleggen met de leerkracht over de wijze waarop ze dit willen doen. Kinderen leren tijdens het zelfstandig werken ook om elkaar om hulp te vragen en te geven. Wij laten hen daarnaast regelmatig samen aan een thema werken. Uitgangspunt is dat kinderen leren om gebruik te maken van elkaars talenten en ideeën. Dat ze ontdekken dat je van elkaar kunt leren en dat je samen meer kunt dan alleen. Taalontwikkeling Taalontwikkeling loopt als een rode draad door alle groepen. Wij dagen de kinderen met name uit om zelf actief met taal bezig te zijn. Dit kan door boeken te lezen, maar bijvoorbeeld ook een verhaal of gedicht te schrijven, of gewoon met taal te ‘spelen’. Onze school beschikt hiertoe over taalhoeken die de kinderen prikkelen om aan de slag te gaan. Bij de kleuters stimuleren we taalontwikkeling ook door elke dag een aantal keren met ze in de kring te zitten, ze voor te lezen, samen een prentenboek te bekijken, rijmpjes en versjes met ze te oefenen of ze zelf een korte voorstelling te laten maken. We laten de kinderen bovendien kennis maken met verschillende letters, ter voorbereiding op het leren lezen. Vanaf groep 4 werken we gestructureerd en volgens een methode aan de uitbreiding van de woordenschat van onze leerlingen. We gebruiken
6
daarnaast de kring om kinderen te leren luisteren naar wat anderen zeggen en daarop goed te antwoorden. Ze leren in de kring bovendien om hun gevoelens onder woorden te brengen en te vertellen wat ze ergens van vinden. De kinderen houden in de hogere groepen jaarlijks minstens één boekbespreking en een spreekbeurt. Kinderen ontwikkelen hun woordenschat niet alleen door te praten en te luisteren, maar ook door te lezen. In groep 3 is taal daarom met name gekoppeld aan het leesonderwijs. De kinderen leren de eerste maanden bijna dagelijks een nieuw woord lezen. Vanuit deze woorden leren ze de letters. Alle kinderen van onze school die het aanvankelijk leesproces hebben doorlopen, lezen op de woensdagochtend op hetzelfde moment en op het eigen niveau. Dit gebeurt in gemengde groepen, die bestaan uit kinderen van verschillende leeftijden. Ieder kind leest bovendien zelfstandig en op het eigen niveau. Om te bepalen in welke niveaugroep de kinderen het beste tot hun recht komen, worden zij twee keer per jaar getest met behulp van de AVI-leestoets. We maken daarnaast soms gebruik van ‘tutorlezen’, waarbij het ene kind het andere helpt. Het lezen is er binnen onze school vooral op gericht om kinderen te laten ervaren hoe leuk dit is. Alle kinderen lezen vier ochtenden per week in de eigen klas een half uur in een goed kinderboek. Deze boeken worden regelmatig besproken, zodat ook andere kinderen enthousiast kunnen worden voor een bepaald boek. We kopen jaarlijks nieuwe boeken en lenen soms iets uit de themacollectie van de openbare bibliotheek.
Lezen gaat uiteraard nauw samen met schrijven. Wij bieden onze kleuters speelse activiteiten aan die voorbereiden op het schrijven in groep 3. Vanaf deze groep volgen de kinderen gestructureerd schrijfonderwijs. Dit moet ertoe leiden dat zij een duidelijk leesbaar, vlot en verzorgd handschrift ontwikkelen. De kinderen maken daarnaast vanaf groep 4 wekelijks opdrachten die erop gericht zijn hen goed te leren spellen. Rekenen Wie goed wil leren rekenen, moet vooral veel oefenen. Kinderen moeten op een bepaald moment automatisch weten wat de uitkomst van een optelsom onder de honderd is. Of hoeveel 7 keer 6 is. Deze kennis is namelijk de basis die ze nodig hebben om ook ingewikkeldere sommen uit te kunnen rekenen. Wij zorgen er voor dat al onze leerlingen die basis stevig ontwikkelen door veel te oefenen en laten ze daarnaast zien wat ze eraan hebben. De kinderen leren bij het rekenen namelijk ook om praktische problemen uit het da-
gelijkse leven op te lossen. Ze leren bijvoorbeeld hoeveel geld ze kwijt zijn wanneer ze boodschappen doen bij een bepaalde supermarkt. En hoeveel geld ze besparen wanneer ze naar een goedkopere gaan. Wij laten de kinderen zoveel mogelijk zelf naar oplossingen zoeken. De manier waarop ze tot die oplossing komen, mag per kind verschillen. Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie begint bij ons op school doordat wij met de kinderen praten over de wereld om ons heen. Die wereld is bij de kleuters uiteraard nog heel klein. Ze vertellen in de kring over iets wat ze hebben meegemaakt. We praten over de seizoenen en over feesten. De kinderen kijken bovendien naar televisieprogramma’s als ‘Koekeloere’ en ‘Huisje, boompje, beestje’ en praten er daarna met elkaar over in de kring. Ze leren door dit alles op een speelse manier hoe de wereld in elkaar zit. Naarmate de kinderen ouder worden, wordt hun wereld groter. Ze gaan zich interesseren voor verschillende soorten dieren, voor het milieu, de geschiedenis van ons land en belangrijke gebeurtenissen in de wereld. Omdat alles met elkaar samenhangt, bieden wij de kinderen geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en techniek zoveel mogelijk gecombineerd aan. Wij stimuleren de kinderen om zelf op zoek te gaan naar informatie. Ze kunnen hiervoor terecht in ons documentatiecentrum en zij mogen uiteraard ook op internet zoeken. Eén keer per jaar werken wij schoolbreed aan een thema. De verschillende groepen gaan hier ieder op hun eigen niveau mee aan de slag. Samenwerking is ook hierbij een belangrijk uitgangspunt.
7
◌
Iedereen heeft talent! Iedereen heeft talent en moet de kans krijgen om dit binnen onze school te ontdekken, in te zetten en te ontwikkelen. Wij doen in dit kader mee aan een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de talenten van kinderen. Doel is een antwoord te vinden op de vraag welke talenten, mogelijkheden en kwaliteiten kinderen in de leeftijd van 3-12 jaar hebben. De universiteit onderzoekt bovendien hoe talenten op verschillende gebieden met elkaar samenhangen en hoe deze talenten verder ontwikkeld kunnen worden. Dit betekent ook dat onze kinderen de kans krijgen om al hun talenten te laten zien. Wij zorgen voor de opdrachten en materialen die de talenten van onze leerlingen aan het licht moeten brengen. En wij helpen hen schoolbreed om deze talenten verder te ontwikkelen. Techniek Techniek heeft een vaste plaats in ons onderwijs omdat het prachtig aansluit bij de nieuwsgierigheid, creativiteit en het oplossend vermogen van kinderen. Techniekonderwijs leert kinderen ontwerpen, onderzoeken en ontdekken. Ze proberen dingen uit, stellen vragen en gaan actief aan de slag. Een positieve houding ten aanzien van wetenschap en techniek helpt kinderen hun vaardigheden en talenten te ontwikkelen. Ook kinderen die later niet voor techniek kiezen, leggen hiermee een basis waar ze hun hele leven profijt van hebben. Kunstzinnige vorming Tekenen, schilderen, knutselen, muziek en drama zijn in de groepen 1 en 2 onderdeel van het totale
8
lesprogramma. Wij dagen de kinderen uit om creatief aan de slag te gaan. Zij werken daarbij over het algemeen tegelijkertijd aan de ontwikkeling van de fijne motoriek of bijvoorbeeld hun woordenschat. Vanaf groep 3 werken de kinderen minstens één keer per week aan tekenen, handvaardigheid of textiele werkvormen. Wij bieden hen daarbij zoveel mogelijk verschillende technieken aan. We bezoeken met alle groepen jaarlijks een voorstelling en doen mee aan de kunstdag of de kunstweek die de kunstcommissie van de openbare scholen in de gemeente Zuidhorn ieder jaar organiseert. De kinderen krijgen ten slotte af en toe een serie lessen waarin drama, muziek of dans centraal staat.
Engels Vanaf groep 5 bieden wij de kinderen wekelijks Engels aan. Ze leren Engels spreken en zijn aan het eind van groep 8 ook in staat om eenvoudige teksten in het Engels te schrijven. De methode waarmee wij werken, maakt gebruik van het digibord. Godsdienstonderwijs Wij bieden onze leerlingen vanaf groep 5 de kans om wekelijks een godsdienstles te volgen. Deze lessen zijn niet verplicht, maar wie zich opgeeft doet wel het hele jaar mee. De lessen worden gegeven door een vakleerkracht en zijn erop gericht kinderen niet alleen kennis te laten maken met het Christendom, maar ook met de andere belangrijke wereldgodsdiensten. De kinderen praten tijdens de lessen over de betekenis van de christelijke feestdagen en van de verhalen uit de Bijbel. Ook de feestdagen en verhalen uit andere wereldreligies worden behandeld. De kinderen praten bovendien met elkaar over wat zij zelf geloven. Bewegingsonderwijs In groep 1, 2 en 3 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. De kinderen spelen buiten op het schoolplein en binnen in het speellokaal. In dit speellokaal werken wij gericht aan hun motorische ontwikkeling. Vanaf groep 4 krijgen alle kinderen twee keer per week gymnastiekles. Deze lessen worden door een vakleerkracht gegeven in sporthal De Kooi. De groepen 7 en 8 doen ieder jaar mee aan een voetbaltoernooi in Leek.
onderwijs. De kinderen kunnen voor een aantal vakken de lesstof op de computer oefenen of hier opdrachten op maken. Kinderen die moeite hebben met bepaalde stof, kunnen dit op de computer nog eens extra oefenen. Andere kinderen gebruiken computerprogramma’s voor verdieping of verrijking. De computer wordt uiteraard ook ingezet om informatie over een bepaald onderwerp te zoeken. Wij gebruiken de volgende methodes: Lezen: Veilig Leren Lezen (groep 3) Estafette Lezen (4 t/m 8) Goed Gelezen (begrijpend lezen, vanaf groep 4) Spelling: Taal Actief (vanaf groep 4) Taal (woordenschat): Taal Actief (vanaf groep 4) Schrijven: Pennenstreken Rekenen: Rekenrijk (nieuwste versie) Engels: Take it easy Wereldoriëntatie: Geobas (vanaf groep 5) Meander (groep 4) Brandaan (vanaf groep 5) Verkeer: Stap Vooruit (groep 4) Op Voeten en Fietsen (groep 5/6) Jeugdverkeerskrant (groep 7/8) Proefexamen (groep 7/8) Studievaardigheden: Blits (groep 5 t/m 8) Wij werken in aanvulling hierop met digitaal lesmateriaal dat op educatieve sites wordt aangeboden. In de groepen 1 en 2 gebruiken we de methode Schatkist voor het voorbereidend rekenen, taal, lezen en voor de sociaal-emotionele ontwikkeling.
De computer in ons onderwijs De computer speelt een belangrijke rol in ons
9
◌
◌ 3
Werken aan
een optimale ontwikkeling
Wij willen ieder kind zien en ons onderwijs aansluiten op dat wat hij of zij nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen. Onze instructie en materialen spelen daarin een belangrijke rol, maar ook een aai over de bol en een gesprek omdat een kind verdrietig is of ‘gewoon’ even behoefte heeft aan aandacht. Wij zien dat het goed gaat met een kind en wij zien het ook wanneer dit niet het geval is. Goed kijken speelt daarbij een belangrijke rol, maar ook het meten van de ontwikkeling van een kind. Kijken en meten Onze leerkrachten kijken heel erg goed naar ieder kind en zijn bij uitstek in staat om te zien of het zich goed ontwikkelt. Al onze leerlingen worden daarnaast met enige regelmaat getoetst. Ook dit maakt de ontwikkeling van een kind zichtbaar. In de groepen 1 en 2 nemen wij de Cito-toetsen ‘Taal voor kleuters’ en ‘Rekenen voor kleuters’ af. Wij leggen bovendien vanaf groep 1 de sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen vast. De kinderen in de groepen 1 en 2 worden daarnaast geobserveerd door de eigen leerkracht. Deze legt haar observaties vast met behulp van het leerlingvolgsysteem van Pravoo. Vanaf groep 3 toetsen we de leerlingen op de gebieden rekenen, spelling, lezen en begrijpend lezen. We gebruiken hiervoor de toetsen die bij de methodes horen en de tus-
10
sentijdse toetsen van Cito. Groep 7 maakt de Entreetoets van Cito, die aangeeft wat de verwachte score is op de eindtoets en laat zien op welke gebieden de leerling nog wat extra zou mogen oefenen. De kinderen van groep 8 maken allemaal de Cito-eindtoets. Handelingsgericht werken Al onze leerkrachten werken handelingsgericht. De basis daarvoor is een groepsplan, waarin beschreven wordt op welke wijze het onderwijs wordt afgestemd op de behoefte van de leerlingen. Het observeren en toetsen van de kinderen, biedt ons de kans om vroegtijdig problemen bij individuele leerlingen te signaleren. Blijkt dat een kind de leerstof niet goed begrijpt, dan zorgt de leerkracht in eerste instantie voor herhaling. De uitkomsten van de toetsen worden in het team besproken. Dit kan ertoe leiden dat het onderwijs voor een individueel kind of een groepje kinderen wordt aangepast. Constateert een leerkracht dat het niet goed gaat met één van zijn of haar leerlingen, dan probeert zij dat in eerste instantie binnen de groep op te lossen. Lukt dit niet, dan wordt de leerling in het team van onze school besproken. Het team slaagt er in veel gevallen in om samen een oplossing te bedenken, maar niet altijd. Is dit laatste het geval, dan schakelen wij de intern begeleider in. Deze kijkt mee in de groep en bepaalt samen met de leerkracht en de ouders wat de volgende stap kan zijn. De intern begeleider ondersteunt de leerkrachten op het gebied van handelingsgericht werken en vormt samen met de directeur ons zorgteam. Samen werken zij aan de verbetering van de kwa-
liteit van onze leerlingenzorg. Externe ondersteuning Soms heeft een kind problemen die te ingewikkeld voor ons zijn. Wij kunnen dan een externe deskundige vragen om te onderzoeken wat de oorzaak van de problemen is. Het advies dat deze geeft, verwerken wij in een ontwikkelingsperspectief. Dit wordt uiteraard ook met de ouders van het betrokken kind besproken. In de meeste gevallen zijn wij zelf in staat om een kind de benodigde hulp te bieden. Soms zijn de problemen zo groot dat wij hulp van buiten de school moeten inschakelen. De conclusie kan bovendien zijn dat wij niet in staat zijn om dit ene kind de vereiste zorg en ondersteuning te bieden. Wij zoeken dan naar een school die hem of haar wel een passende plek kan bieden. Dit kan een andere school van onze organisatie zijn, maar ook een school voor speciaal onderwijs.
Doubleren en versnellen Alle kinderen doorlopen in principe in acht jaar onze school. Haalt een leerling voor meerdere vakken niet de minimale einddoelen voor een schooljaar, dan kunnen wij besluiten hem of haar dit jaar over te laten doen. Het kan daarnaast gebeuren dat een kind een klas overslaat. Wij hebben een protocol waarin de afspraken rond het doubleren en het versnellen staan beschreven. Kinderen met specifieke behoeften Wij willen ieder kind, dat bij ons wordt aangemeld, passend onderwijs geven. Dat betekent niet, dat dit bij alle kinderen ook lukt. Soms heeft een kind zodanig speciale behoeften, dat dit onze grenzen te boven gaat. Het gaat hierbij met name om kinderen die zoveel gespecialiseerde verzorging of behandeling nodig hebben dat ons onderwijs niet voldoende tot zijn recht kan komen. Wij willen daarnaast dat alle kinderen zich bij ons op school veilig voelen en in een rustige omgeving kunnen werken. Dit betekent ook dat wij een grens moeten leggen voor kinderen die met hun gedrag de rust, de veiligheid en het leerproces van andere kinderen in gevaar brengen. Besturen van basisscholen zijn wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat ook kinderen met leer- en gedragsproblemen zoveel mogelijk naar de gewone basisschool kunnen gaan. Om dit te realiseren, moeten basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs met elkaar samenwerken op het gebied van de leerlingenzorg. De scholen voor speciaal onderwijs bieden indien nodig ambulante begeleiding aan
11
◌
kinderen met een rugzakje. Zij kunnen bovendien een deskundig advies geven met betrekking tot de hulp die een kind nodig heeft. Het gebeurt ook dat de uitkomsten van onderzoek laten zien dat een kind beter af is in het speciaal (basis)onderwijs. Een aanvraag hiervoor wordt uitsluitend gedaan in overleg met de ouders. Samenwerking met externe organisaties Om ieder kind de zorg te kunnen geven die hij of zij nodig heeft, werken wij samen met externe en deskundige organisaties. Het gaat hierbij om: • S choolbegeleidingsdienst Cedin • Logopedie • Diverse scholen voor speciaal (basis)onderwijs • GGD (schoolarts, verpleegkundige, sociaal-verpleegkundige) • Centrum voor Jeugd en Gezin Westerkwartier Centrum voor Jeugd en Gezin Op onze school valt uw kind onder de zorg van het Centrum voor Jeugd en Gezin Westerkwartier. In dit centrum werken ook medewerkers van de GGD. Zij onderzoeken in groep 2 het spraakvermogen, het gehoor- en gezichtsvermogen en lengte en gewicht van uw kind. Zit uw kind in deze groep, dan krijgt u bovendien een uitnodiging voor een gesprek met een verpleegkundige of arts over de gezondheid van uw kind. De verpleegkundige van de GGD meet in groep 7 de lengte en het gewicht van uw kind en vraagt u ook om van te voren een vragenlijst over zijn of haar gezondheid in te vullen. U kunt daarbij ook aangeven of u prijsstelt op een gesprek of onderzoek. De verschillende onderzoeken worden uitsluitend
12
gedaan wanneer de ouders hiervoor toestemming geven.
◌ 4
Een open school voor ouders
Zonder betrokken ouders kan onze school niet functioneren. Ouders die signalen doorgeven over het gedrag of opmerkingen van hun kind. Ouders die betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind en ouders die samen met ons in de gaten houden of het goed gaat met hun kind. Maar ook: ouders die helpen bij verschillende activiteiten. Ouders die als vanzelfsprekend bij ons naar binnenlopen en dat gevoel ook op hun kinderen overdragen. Onze school wordt daarmee voor de kinderen een verlengstuk van thuis.
contactavonden, waarvoor ouders kunnen intekenen. Heeft u daarbuiten behoefte aan een gesprek, dan kunt u altijd een afspraak met de leerkracht maken. Deze kan dat overigens andersom ook met u doen. Nieuwsbrief Om u zo goed mogelijk op de hoogte te houden van alle zaken die binnen onze school spelen, sturen wij u regelmatig onze digitale nieuwsbrief. Heel veel informatie vindt u ook op onze website: www.obs-janbierma.nl.
Informatieavonden De verschillende groepsleerkrachten organiseren aan het begin van het schooljaar een informatieavond voor de ouders van hun groep. U krijgt dan informatie over wat uw kind gaat leren en welke specifieke activiteiten voor dit schooljaar op de rol staan. De leerkracht van uw kind vertelt u bovendien welke afspraken hij of zij met de groep heeft gemaakt. Rapportage en overleg Alle kinderen, vanaf groep 2, krijgen twee keer per jaar een rapport: in februari en aan het eind van het schooljaar. Leerlingen van groep 1 krijgen aan het eind van het schooljaar een rapport in de vorm van de Pravoo-kaart. De leerkracht legt hierop haar observaties vast. Alle ouders worden aansluitend uitgenodigd voor een rapportagegesprek. Wij organiseren daarnaast ieder jaar een aantal
13
◌
14
Actieve ouders Ouders die het leuk vinden om actief te zijn binnen onze school, kunnen ons regelmatig helpen. Ze kunnen helpen bij het niveau lezen, bij een schoolreisje of een excursie. Ouders helpen bovendien bij vieringen en de organisatie van een feestje. Actieve ouders kunnen lid worden van de ouderraad. Deze regelt, samen met de leerkrachten, allerlei festiviteiten en activiteiten voor de kinderen. De ouderraad organiseert ieder jaar een ouderavond. Zij legt dan verantwoording af over de wijze waarop zij de ouderbijdragen het afgelopen jaar beheerd heeft. Ouderavonden kennen soms ook een thema en ouders kunnen op zo’n avond ook altijd vragen stellen. Niet alleen aan de ouderraad, maar ook aan de directie van de school.
twee ouders en twee personeelsleden. Leden worden in principe voor drie jaar lid en mogen niet meer dan 6 jaar ononderbroken lid van de raad zijn.
Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad is een wettelijk verplicht beleidsorgaan. Ouders en personeel hebben via deze raad de kans om mee te praten en mee te beslissen over zaken die binnen onze school spelen. Daarbij valt te denken aan benoemingen van vast personeel, de formatie, een belangrijke verbouwing van de school en het schoolplan. De MR stelt bovendien de schoolgids vast en moet erop letten dat zaken die voor de school als geheel belangrijk zijn ook openbaar worden gemaakt en besproken worden. Niet in de laatste plaats mag de MR het initiatief nemen om zaken die de school aangaan met het bestuur van de stichting Westerwijs te bespreken. De MR heeft ook het recht om standpunten kenbaar te maken aan dit bestuur of het een voorstel te doen. De vergaderingen van de MR zijn openbaar en toegankelijk voor alle ouders. De medezeggenschapsraad bestaat uit vier leden:
Bestuur en stichting OBS Jan Bierma valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de stichting Westerwijs. Deze stichting bestuurt alle openbare scholen in de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn. De directie van iedere school is verantwoordelijk voor het onderwijs aan de kinderen en de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Het bestuur en de dagelijkse leiding van de stichting Westerwijs is in handen van een directeur-bestuurder.
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De scholen die onderdeel zijn van de stichting Westerwijs zijn ondergebracht in clusters. Elk van die clusters praat via twee vertegenwoordigers mee in de GMR van de stichting Westerwijs: één vertegenwoordiger van de ouders en één van het personeel. De GMR heeft het recht om het bestuur te adviseren over zaken die voor alle scholen belangrijk zijn. Belangrijke beslissingen kunnen alleen door het bestuur genomen worden na advies of instemming van de GMR.
Meer informatie over Westerwijs is te vinden op de website: www.westerwijs.nl
◌ 5
Wanneer naar school
Kinderen zijn leerplichtig vanaf hun 5e verjaardag, maar mogen vanaf het moment dat ze 4 zijn naar school. Voordat het zover is, mag uw kind maximaal 5 dagdelen komen wennen. We proberen de kinderen de school te laten ervaren als een veilige en vertrouwde plek. Ze raken zo niet alleen goed gewend op school, maar krijgen ook meer zelfvertrouwen. De eerste schooldag van uw kind is in principe de dag waarop hij of zij jarig is, maar in de praktijk meestal een dag later. Schooltijden Groep 1 en 2: Maandag en dinsdag: 8.30 uur tot 12.00 uur/13.30 uur tot 15.30 uur. Woensdag: 8.30 uur tot 12.30 uur. Donderdag, vrijdag: 8.30 uur tot 12.00 uur. Groep 3 en 4: Maandag, dinsdag, donderdag: 8.30 uur tot 12.00 uur/13.30 uur tot 15.30 uur. Woensdag: 8.30 uur tot 12.30 uur. Vrijdag: 8.30 uur tot 12.00 uur. Groep 5 t/m 8: Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag: 8.30 uur tot 12.00 uur/13.30 uur tot 15.30 uur. Woensdag: 8.30 uur tot 12.30 uur. Overblijven en naschoolse opvang Uw kind kan tussen de middag bij ons op school overblijven. Dit wordt geregeld door SKSG, die ook voor professionele begeleiding zorgt. Wilt u
uw zoon of dochter laten overblijven, dan moet u hem of haar aanmelden bij SKSG. Een aanmeldingsformulier kunt u bij ons op school krijgen. De kinderen die overblijven, moeten zelf eten meenemen. Wij verzoeken u te zorgen voor een gezonde lunch en de kinderen geen snoep mee te geven. SKSG verzorgt ook de naschoolse opvang voor onze school. Dit gebeurt op een locatie buiten onze school. Wilt u meer weten over de naschoolse opvang, het overblijven en de kosten ervan? Neemt u dan contact op met SKSG. Adres en telefoonnummer zijn te vinden op hun website: www.sksg.nl en in de kalender die bij deze schoolgids hoort. Schoolverzuim De volgende omstandigheden kunnen een reden zijn voor verzuim: • Ziekte • Familieomstandigheden • Bezoek aan een dokter of tandarts • Afwijkende vakantie In de laatste drie gevallen, moet u bijzonder verlof aanvragen. U moet hiertoe ruim van te voren contact opnemen met de directeur van de school. Meer informatie over uw rechten en plichten is op school te verkrijgen. Is uw zoon of dochter ziek, dan verzoeken wij u dringend om dit voor 8.30 uur aan ons te melden. Doet u dit niet, dan nemen wij contact met u op. Wij doen dit ook wanneer uw zoon of dochter regelmatig ziek is. Wij nodigen u dan uit voor een gesprek waarin wij met u praten over de oorzaak 15
◌
van het verzuim en mogelijke oplossingen. Is uw kind regelmatig ziek of te laat op school, dan melden wij dit bovendien aan de leerplichtambtenaar van onze gemeente. Schorsing of verwijdering Wanneer een leerling zich zodanig misdraagt dat er sprake is van lichamelijk of psychisch letsel bij derden, kan het bestuur van onze school deze leerling schorsen. Het bestuur kan dit ook doen wanneer een leerling zich niet aan de afgesproken regels houdt en daardoor het onderwijsproces van andere kinderen ernstig benadeelt. Deze schorsing biedt de betrokkenen de tijd om een oplossing te zoeken. Dit kan ook betekenen dat het bestuur op zoek gaat naar een andere school voor de leerling en, wanneer dit lukt, de leerling van onze school verwijdert. Een leerling kan pas definitief worden verwijderd, wanneer een andere school hem of haar heeft toegelaten. Of wanneer het bestuur kan aantonen dat het acht weken lang zonder succes naar een andere school heeft gezocht. De procedure rondom schorsing en verwijdering geldt voor alle scholen die onder ons schoolbestuur vallen. U kunt de procedure bij ons op school inzien. De leerkracht is ziek..... Mocht een leerkracht ziek zijn, dan kijken we eerst of we een invaller kunnen regelen. Stichting Westerwijs heeft daartoe een contract gesloten met een extern bureau dat invallers uitzendt. Lukt dit niet, dan kijken we of wij een andere leerkracht van onze school of een stagiaire in de betreffende groep kunnen inzetten. In geval van
16
nood worden de kinderen over de andere groepen verdeeld en na één dag noodopvang naar huis gestuurd. In de praktijk komt dit laatste gelukkig nauwelijks voor.
◌
6 Naar een
andere school
Voor elk van onze leerlingen breekt, vroeger of later, de laatste schooldag op onze school aan. De oorzaak kan een verhuizing zijn, maar ook de overgang van groep 8 naar het voortgezet onderwijs. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe school een goed beeld krijgt van de vorderingen van de betreffende leerling, zorgen wij ervoor dat de nieuwe school het onderwijskundig rapport van hem of haar krijgt. In dit rapport geven wij gedurende de hele schooltijd de vorderingen van de leerling weer. Naar het voortgezet onderwijs Wij vinden het belangrijk dat al onze leerlingen op de juiste plaats binnen het voortgezet onderwijs terechtkomen. Die juiste plaats is niet alleen afhankelijk van de leerprestaties van een leerling, maar wordt ook bepaald door zaken als interesses, motivatie, concentratievermogen en bijvoorbeeld omgaan met huiswerk. Al deze zaken betrekken wij in het adviesgesprek dat wij in de loop van het schooljaar met alle ouders van leerlingen uit groep 8 voeren. Wij betrekken uiteraard ook de uitslag van de eindtoets van Cito bij dit advies. Omdat wij het belangrijk vinden dat onze leerlingen en hun ouders samen met ons tot de juiste schoolkeuze komen, nemen wij ruim de tijd voor dit gesprek.
Onderwijs op De Borgh in Zuidhorn een informatieavond over het voortgezet onderwijs. Verschillende openbare scholen voor voortgezet onderwijs presenteren zich op deze avond. De scholen voor voortgezet onderwijs houden in februari open dagen. Uitstroomgegevens Onze leerlingen stroomden de afgelopen jaren uit naar: 2011/2012 2012/2013 Gymnasium VWO+ 1 1 Havo/vwo 5 Vmbo 5
In januari organiseert de Vereniging Openbaar
17
◌
◌
7 Werken
aan kwaliteit
Onderwijs is altijd in beweging. De samenleving verandert en stelt andere eisen, er komen kinderen op school met nieuwe behoeften. Een school die kwaliteit wil leveren, werkt daarom voortdurend aan verbetering. Wij meten ieder jaar onze eigen kwaliteit en vragen iedere drie jaar de kinderen van groep 8 en de ouders van al onze leerlingen om een enquête in te vullen. Zij kunnen dan aangeven wat zij goed vinden aan onze school, of wij doen wat wij beloven en welke zaken nog beter zouden kunnen. De uitkomsten van onze eigen kwaliteitsmeting en van de enquête onder leerlingen en hun ouders laten zien aan welke zaken we het komende schooljaar moeten gaan werken. We kijken aan het eind van de schooljaar of deze activiteiten ook zijn uitgevoerd en wat ze ons hebben opgeleverd. Om de kwaliteit van onze school verder te ontwikkelen, zetten wij het komende jaar met name in op opbrengstgericht werken. Onze leerkrachten werken aan hun eigen kwaliteit door regelmatig op cursus te gaan of workshops bij te wonen. Wij organiseren bovendien ieder jaar een aantal studiedagen voor het team. Daarbij wordt specifiek gewerkt aan zaken die op dat moment voor onze school van belang zijn. Stichting Westerwijs organiseert overigens ook ieder jaar minstens één studiedag voor de teams van alle scholen. Actuele ontwikkelingen in het onderwijs staan daarbij
18
centraal. De kwaliteit van onze school wordt uiteraard ook bepaald door de methodes en de materialen waarmee wij werken. De methodes die wij gebruiken zijn modern en gericht op zelfstandig werken. Wij zorgen bovendien voor materialen die kinderen uitdagen om te gaan leren en maken gebruik van educatieve sites. Ons onderwijs volgt daarmee de ontwikkelingen in de samenleving. Behalve wijzelf, beoordeelt ook de onderwijsinspectie regelmatig onze school. Onze school is de afgelopen jaren als ‘goed’ beoordeeld. U kunt de resultaten van de inspectiebezoeken vinden op internet (www.onderwijsinspectie.nl)
◌
8 Veiligheid,
klachtenregeling en verzekering
Kinderen moeten zich bij ons op school veilig voelen en ouders moeten hun kind veilig weten. Wij beschikken daartoe over een pestprotocol en hebben beleid ontwikkeld om pesten, in direct contact en digitaal, tegen te gaan. Wij vinden het heel fijn wanneer u direct bij ons komt wanneer u signaleert dat uw kind gepest wordt en wij gaan andersom met u in gesprek wanneer uw kind pest of gepest wordt. Een veilige school is uiteraard ook een school die alles doet om brand en ongelukken te voorkomen. De wijze waarop wij dit doen, hebben wij in ons schoolplan vastgelegd. Wij geven daarbij ook aan hoe wij zo snel mogelijk de juiste zorg organiseren wanneer er toch iets minder prettigs gebeurt. Onze school beschikt over een aantal bedrijfshulpverleners, brandblussers en bijvoorbeeld een EHBO-doos. Wij hebben bovendien een veiligheidsprotocol. Ondanks alle maatregelen, kunnen er op iedere school dingen gebeuren die minder plezierig zijn. Wij hebben daartoe in de eerste plaats een collectieve ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. De ongevallenverzekering zorgt ervoor dat alle betrokkenen bij schoolactiviteiten verzekerd zijn. De verzekering
geeft recht op een (beperkte) uitkering wanneer een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Geneeskundige en tandheelkundige kosten zijn gedeeltelijk meeverzekerd. Voorwaarde is wel dat ze niet onder de verzekering van de betrokkene vallen. Materiële schade, bijvoorbeeld aan een bril of een fiets, valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school als iedereen die voor de school actief is, dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. De school heeft echter pas een vergoedingsplicht als er sprake is van een fout die de school te verwijten is. Wanneer een kind tijdens de gymles een bal tegen de bril van een ander kind gooit, is dit de school niet te verwijten. Dergelijke schade valt dus niet onder de aansprakelijkheidsverzekering van de school. Onrechtmatig gedrag van kinderen valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders. Het is daarom verstandig dat u ook zelf een aansprakelijkheidsverzekering afsluit. Klachtenregeling Onze school beschikt over een klachtenregeling, die aangeeft welke procedure u kunt bewandelen wanneer u een klacht heeft. Het is de bedoeling dat u eerst contact opneemt met de betreffende leerkracht. Komt u er samen niet uit, dan bent u van harte welkom bij de directeur van onze school. Onze school beschikt bovendien over een contactpersoon die u kan vertellen waar u met uw klacht naartoe kunt. Hij of zij kan u bijvoorbeeld verwijzen naar het bestuur of de vertrouwenspersoon waar ouders en medewerkers van de scholen van Westerwijs terecht kunnen met
19
◌
een klacht. Dit kan een klacht zijn die te maken heeft met pesten, maar ook met ongewenste intimiteiten, seksuele intimidatie of discriminatie. Wilt u een formele klacht indienen, dan kunt u terecht bij de landelijke klachtencommissie. De vertrouwenspersoon kan u daarbij helpen, wanneer u dit prettig vindt. De naam en het telefoonnummer van de vertrouwenspersoon vindt u in de kalender die bij deze schoolgids hoort. U vindt hier ook het adres en het telefoonnummer van de landelijke klachtencommissie.
COLOFON Deze schoolgids is geschreven door Zinnenkunst (Marlijn Nijboer), in samenspraak met het team van obs Jan Bierma. Vormgeving: Beeldende Zaken - lid BNO Druk: CSL
20