Veiligheid in de residentiële jeugdzorg Congres: Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 10 mei 2011
Welkom & Kennismaking Marjan de Lange Marijke Lammers
Programma • Korte vraag • Veiligheid in de residentiële jeugdzorg (generiek) - Risico-indicatoren (Inspectie jeugdzorg) - Kwaliteitscriteria residentiële jeugdzorg • Veiligheid in de residentiële jeugdzorg (specifiek) - Veiligheidsbarometer - Veiligheidsinstrumenten • Discussie
Korte vraag Geef aan op een schaal van 1 tot 10 waar je (organisatie) staat in het waarborgen van de veiligheid van de jongeren. 1 = wij zijn niet specifiek gericht op het waarborgen van veiligheid; 10 = wij zijn voortdurend gericht op het waarborgen van de veiligheid
Welk cijfer geef je jezelf of je organisatie? Wat zit er al in het cijfer? Wat doen jullie al?
Veiligheid generiek Hoe bewaak je in de residentiële jeugdzorg de veilige (normale) ontwikkeling van jeugdigen? Twee instrumenten ter bevordering van veilige ontwikkeling - risico-indicatoren - kwaliteitscriteria
Risico-indicatoren
(bron: www.inspectiejeugdzorg.nl)
Doel: Informatie over (on)veiligheid van jeugdigen tijdens verblijf in residentiële jeugdzorg is sturend voor toezicht van Inspectie jeugdzorg 3 uitgangspunten: •Personeel ondersteunt de jongere in ontwikkeling •Groep is een veilige plek voor de jongere •Instelling biedt zorg die de jongere nodig heeft
Voorbeelden risico-indicatoren Stabiliteit •Personeelsverloop •Ziekteverzuim •Aantal verschillende gezichten per maand •Aantal uur ped. mw. per week per groep •Aantal uitplaatsingen niet conform plan •Aantal geweldsincidenten
Voorbeelden risico-indicatoren (2) Kwaliteit •Ambulante thuisbegeleiding •Aandacht voor inbreng jongeren •Veiligheid ‘s nachts •Structurele risico-inschatting •Aantal uur BC per ped. mw. per week •Kwaliteit opleidingsprogramma
Vraag Wat doen organisaties zelf met deze gegevens? Wat zouden ze nog meer kunnen doen?
Kwaliteitscriteria residentiële jeugdzorg Doel: Verbeteren van de kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg Gebaseerd op: •Wat-werkt-kennis residentiële jeugdzorg •Kwaliteitsstandaarden Q4C •Risico-indicatoren residentiële jeugdzorg
Voorbeelden kwaliteitscriteria: ‘zo normaal mogelijk leven’ Jeugdige Ik kan vrienden en familie uitnodigen op de leefgroep. Ze kunnen iets komen drinken of mee eten. Pedagogisch medewerker Als er kinderen op de groep zijn, zijn we in de huiskamer en niet op kantoor. Organisatie Kinderen en pm-ers kopen eten en andere benodigdheden samen. Ze worden niet centraal door de organisatie gekocht.
‘Positief stimuleren normale ontwikkeling’ Jeugdige Ik hoor vaker wat ik goed doe, dan wat ik niet goed doe of nog kan leren. Pedagogisch medewerker Pm-ers bekrachtigen regelnaleving en zijn minder bezig met het bestraffen van regelovertreding. Organisatie Organisatie ondersteunt pedagogisch medewerkers in goed timemanagement, zodat zij voldoende tijd voor kinderen hebben.
‘Veilige omgeving’ Jeugdige Pedagogisch medewerkers hebben het door als ik me bang voel. Pedagogisch medewerker De sfeer en veiligheid in de groep (groepsdynamiek en machtsverhoudingen) en van individuele jeugdigen is een terugkerend thema in teamoverleg. Organisatie Er worden trainingen gegeven in beïnvloeden groepsdynamiek, de-escalatie en agressieregulatie-technieken.
Kwaliteitstoolkit Vragenlijsten en draaiboeken om kwaliteit te bespreken met jongeren en pedagogisch medewerkers, gericht op gezamenlijk groepsactieplan ter verbetering van kwaliteit. Uitgangspunten: •Aansluiten bij wensen jongeren en pedagogisch medewerkers •Versterken wat goed gaat, verbeteren wat moet
En de jongeren zelf? Kunnen we ff praten? LAAK 2007: • Activerend onderzoek onder jeugdigen: ‘ben ik veilig waar ik zit?’ • Doel: versterken invloed jeugdigen én hun (groeps) opvoeders rond veiligheid: onder elkaar, in de groep en met de groepsleiding. • Gewenste resultaten: – (on)veiligheid is een normaal onderwerp van gesprek in de groep – jeugdigen en groepsleiding geven elk 5 succes- en 5 verbeterpunten aan, – veiligheidsonderzoek structureel onderdeel van het kwaliteitsbeleid.
Veiligheidsbarometer • Behoefte aan concreet instrument gericht op subjectief ervaren sociale veiligheid. • Vragenlijsten:10 – 12 jaar en 12+ • Procesbeschrijving en handreiking afname veiligheidsbarometer. • Aanvullend op bestaande instrumenten (risicoindicatoren en kwaliteitscriteria).
Veiligheid en seksualiteit?
Er wordt pas echt over seksualiteit gesproken als er iets uit de hand is gelopen…
Het onderwerp seksualiteit maakt onderdeel uit van de dagelijkse opvoedingpraktijk
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Speciale aandacht nodig?
Medio jaren negentig Seksueel misbruik komt voor Grootste angst directies misbruik door hulpverleners Roep om beleid liefst pasklare protocollen juridisch ingedekt zijn inspectie tevreden
Intimiteit? Dát product verkoop ik niet meer • niet meer met jongere alleen op kamer • geen arm meer om kind heen • niet op het bed van een kind dat naar heeft gedroomd • een kind niet in bad durven doen • Hooguit mijn zakdoek….
• en seksualiteit in taboesfeer…
Grenzen, maar ook de aandacht voor • dichtbij komen en professionele afstand bewaren • behoefte aan nabijheid kinderen/jongeren • ontwikkelingstaken jongeren rond relaties en seksualtiteit • experimenteerruimte bieden en begrenzen waar nodig • kwetsbare kinderen / jongeren • enz.
Zorgen voor samenhangend beleid 1 Bejegeningsbeleid De positieve norm
2 Seksualiteit als levensdomein
3 Preventiebeleid 4 Vertrouwenspersoon 5 Reactiebeleid Signaleren en melden van normoverschrijding
6 Afstemmen andere beleidsterreinen Klachtenregeling Middelen maatregelen Arbo Gedragsproblematiek
Voordelen • Seksualiteitsbeleid niet langer los van het algemene (kwaliteits)beleid en pedagogisch klimaat.
• Aandacht voor intimiteit en seksuele ontwikkeling maken deel uit van de algemene pedagogische begeleiding. • Focus ligt op het positieve ipv het negatieve • Meer garanties aandacht het hanteren van grenzen in de alledaagse omgang.
Instrument 1 model samenhangend bejegeningsbeleid checklists implementatie Instrument 2 opsporen en beïnvloeden risicofactoren Instrument 3 aanpak vermoedens en meldingen seksueel gog en misbruik
Vlaggensysteem Een hulpmiddel 6 criteria • • • • •
Wederzijdse toestemming Vrijwilligheid Gelijkwaardigheid Leeftijds- en ontwikkelingsadequaatheid Context adequaatheid/passend bij de situatie • Zelfrespect
Discussie 1. Welk cijfer had je jezelf of je organisatie gegeven aan het begin van de workshop. 2. Wat van hetgeen gepresenteerd is zou je (organisatie) kunnen gebruiken om een stap hoger op de schaal te komen? 3. Wat maakt dat je hiervoor kiest?
Meer informatie: Marijke Lammers
[email protected] [email protected]
Marjan de Lange
[email protected] 030 2306612