www.heelkunde-azdamiaan.be
Welkom Inleiding Het voorkomen van overgewicht en obesitas neemt wereldwijd toe. Ook België ontsnapt niet aan dit fenomeen. Weldra zal zowat één op de twee volwassenen in België te veel wegen. Ook kampen steeds meer kinderen met overgewicht. Ongeveer één miljoen mensen lijdt aan ernstig overgewicht. Zij lopen risico's op hart- en vaatziekten (o.a. hoge bloeddruk en te hoog cholesterol), gewrichtsproblemen, suikerziekte en zelfs bepaalde vormen van kanker. Van de mensen met suikerziekte had theoretisch 64 tot 82 % voorkomen kunnen worden als zij een gezond gewicht hadden. Overgewicht is daarom een serieus gezondheidsprobleem. Zeker voor diegenen die een zogenaamd appelfiguur hebben: bij hen zit het vet voornamelijk rondom de buik. Zij lopen grotere risico's dan mensen met een peerfiguur waarbij het vet voornamelijk op de heupen zit. Hoe dan ook, obesitas is een aandoening die in ieder geval behandeld dient te worden. De Overgewicht- en Obesitaskliniek van AZ Damiaan, de OOK, biedt hulp bij de aanpak van overgewicht en obesitas. Een team van geneesheerspecialisten en paramedici zoekt samen met uw huisarts naar de beste oplossing voor uw probleem. Het behandelen en voorkomen van ziekten als gevolg van uw overgewicht of obesitas is hierbij van het grootste belang.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 1
www.heelkunde-azdamiaan.be
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK Welkom ............................................................................................................................................... 1 Inleiding 1 Algemene informatie ......................................................................................................................... 3 Wat is overgewicht? / Wat is obesitas? 3 Oorzaken van overgewicht en obesitas 3 Heb ik overgewicht? Ben ik obees? 5 OOK: een multidisciplinaire aanpak............................................................................................... 6 Het team 6 Hoe gaan we in de OOK te werk? 7 De screeningsdag 8 Niet-heelkundige behandeling ....................................................................................................... 10 Doelstelling 10 Onze multidisciplinaire aanpak 11 Wat mag u verwachten van de voedingsdeskundige? 12 Wat mag u verwachten van de kinesist? 12 Wat mag u verwachten van de psychologe? 13 Medicatie 13 Heelkundige behandeling ................................................................................................................ 14 Algemene informatie Ingrepen Preoperatieve oppuntstelling Postoperatieve follow-up Voeding na bariatrische heelkunde
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
14 16 23 24 24
Pagina 2
www.heelkunde-azdamiaan.be
Algemene informatie Wat is overgewicht? / Wat is obesitas? Overgewicht betekent dat een persoon meer weegt dan "normaal" voor zijn lengte. Obesitas kan je omschrijven als een vorm van overgewicht die de gezondheid in gevaar kan brengen. Overgewicht en obesitas zijn in de meeste gevallen het gevolg van ongezonde eetgewoonten in combinatie met een sedentaire levensstijl. Als het energieaanbod via het voedsel groter is dan het energieverbruik, wordt het teveel aan energie opgeslagen onder de vorm van vetten in het vetweefsel. Die opslag van energie is onontbeerlijk voor de overleving als het voedsel schaars wordt. Maar als een overaanbod aan energie regel wordt, ontstaat obesitas. Bij obesitas gaat de toegenomen vetopslag gepaard met duidelijk verhoogde gezondheidsrisico's. Die gezondheidsproblemen hebben een ongunstige invloed op de kwaliteit van het leven en de levensverwachting zelf: obese mensen hebben niet alleen een verminderde levenskwaliteit, maar ze leven ook minder lang.
Oorzaken Oorzaken van overgewicht en obesitas Veel factoren spelen een rol bij het ontstaan van gewichtstoename, inclusief genetische, medische, therapeutische en psychologische oorzaken. Het is te eenvoudig om een enkele factor als de oorzaak van het complexe probleem obesitas aan te wijzen. De meest voorkomende oorzaak van obesitas is een onevenwicht tussen inname en verbruik van energie.
Overmatige voeding U neemt meer energie in dan u verbruikt, en dat slaat u dan op in uw lichaam. Snacks en tussendoortjes kunnen u het verzadigingssignaal doen verliezen en een normaal eetpatroon verstoren. U verbruikt regelmatig energierijk voedsel of dranken. Sommige voedingsstoffen zoals suikers en frisdranken zijn energiebommen, zeer geliefd bij actieve sporters. Als toeschouwer staan we misschien ook te knabbelen, maar wij verbruiken het niet.
Tekort aan beweging De hoeveelheid energie die u per dag verbrandt, kunt u tot op zekere hoogte beïnvloeden. Hoe meer u beweegt, hoe meer energie u verbruikt. Meer nog, zelfs uw energieverbruik in OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 3
www.heelkunde-azdamiaan.be
rust verbetert, als u regelmatig sport! Door te sporten immers krijgt u een grotere spiermassa en dit zorgt voor energieverbruik terwijl u rust. Bewegen geeft dus dubbel plezier. U dient dagelijks 30 minuten een matige lichamelijke activiteit te hebben. Fiets naar uw werk, neem wat vaker de trap, …. Hoe meer overgewicht iemand torst, hoe minder hij/zij beweegt!
Alcoholgebruik Alcohol bevordert gewichtstoename omdat het veel energie bevat en het geeft geen gevoel van verzadiging. De aanvoer van energie uit een drankje wordt bepaald door het alcoholgehalte. Hoe hoger het alcoholgehalte, hoe meer energie wordt geleverd. Daarbij komt nog dat alcohol een vertragend effect heeft op de afbraak van het vet uit de voeding en u zo meer vet gaat opslaan. Calorieën uit alcohol zijn “lege” calorieën: zonder voedingswaarde!
Medische en therapeutische oorzaken Een te trage werking van de schildklier, hypothyroïdie, vertraagt de stofwisseling met gewichtstoename als gevolg. Bepaalde medicatie kan een invloed hebben op de stofwisseling. Bepaalde antidepressiva beïnvloeden het gevoel van verzadiging. Bètablokkers (middelen tegen hoge bloeddruk en hartproblemen) kunnen het afbreken van het vet tijdens een dieet tegengaan. Sommige contraceptieve hormoonpreparaten en corticosteroïdentherapie voor diverse ziektebeelden kunnen overgewicht veroorzaken.
Erfelijkheid Recente studies blijken aan te tonen dat genetische factoren in relatie tot de stofwisseling en in relatie tot de eetlustcontrole bepalend kunnen zijn bij het ontwikkelen van overgewicht.
Psychologische factoren Stress, frustratie, een negatief zelfbeeld of psychiatrische aandoeningen kunnen aanleiding geven tot een gestoord eetpatroon met overgewicht tot gevolg. Overgewicht brengt een psychologische belasting met zich mee en kan leiden tot eetbuiaanvallen. Heimelijke nachtelijke eetbuien komen veel voor bij volwassenen met overgewicht. OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 4
www.heelkunde-azdamiaan.be
Heb ik overgewicht? Ben ik obees? De meest gebruikte maat om de graad van overgewicht of obesitas te meten is de BMI of Body Mass Index. Hij wordt berekend door het gewicht in kilogram te delen door het kwadraat van de lengte in meter (kg/m²). Deze waarde is onafhankelijk van de leeftijd of het geslacht.
BMI= BMI= Gewicht in kg/(Lengte in m)² Op basis van de BMI bepaalden nationale en internationale gezondheidsautoriteiten de grenswaarden om personen te klasseren volgens de criteria "normaal gewicht", "overgewicht" of "obesitas". BMI
Gezondheidsrisico
Ondergewicht
< 18.5
Verhoogd
Normaal gewicht
18.5 - 25
-
Overgewicht
25 - 30
Verhoogd
Obesitas (klasse I)
30 - 35
Hoog
Obesitas (klasse II)
35 - 40
Zeer hoog
Morbide obesitas (klasse III)
> 40
Extreem hoog
Morbide obesitas (klasse IV)
> 50
‘Super-obees’
Bereken je BMI: Comorbiditeiten Dit zijn bijkomende aandoeningen die obesitas tot een nog groter gezondheidsrisico maken. • • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • •
Degeneratieve gewrichtsaandoeningen Hypertensie (verhoogde bloeddruk) GE Reflux (terugvloei van voedsel van maag naar slokdarm) Urinaire stress incontinentie (urineverlies bij niezen, lachen, hoesten, … ) Cholelithiasis ( galstenen) Depressie Dyslipidemie: hypertriglyceridemie, laag HDL, hypercholesterolemie Diabetes, hyperinsulinemie Astma Slaap-apnee Hartsdecompensatie
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 5
www.heelkunde-azdamiaan.be
OOK: een multidisciplinaire aanpak De alomtegenwoordige en toenemende obesitas verdient een multidisciplinaire aanpak, waarbij plaats is voor een geïndividualiseerde benadering, waaruit de patiënt in overleg de voor hem beste behandeling kan kiezen, gaande van conservatief tot bariatrische heelkunde. Na de screeningsdag kan beslist worden of u behandeld wordt dmv heelkunde of op een niet-heelkundige manier.
Het team Afhankelijk van de individuele aanpak zal u met de verschillende teamleden in meerdere of mindere mate in contact komen.
De endocrinoloog De evaluatie behelst het bepalen van het overgewicht of de obesitas (o.a. BMI), van de lichaamsvetverdeling (buikomtrek) en van uw algemeen gezondheidsprofiel door het opzoeken van risicofactoren en bijkomende aandoeningen ( comorbiditeiten). Via een bloedname worden mogelijke hormonale oorzaken ( schildklier- of bijnierproblemen ) en metabole afwijkingen (diabetes, hyperlipidemie, verhoogd urinezuur, ... ) opgespoord.
De arts fysische geneeskunde Stuurt uw individueel reconditioneringsprogramma bij.
De bariatrisch chirurg Als u in aanmerking komt voor heelkunde, zal u de nodige informatie worden verschaft om, in overleg met de chirurg, te beslissen welke ingreep voor u de meest geschikte is.
De psychiater Overgewicht leidt soms tot psychische problemen en anderzijds leiden psychische problemen soms tot zwaarlijvigheid. Om deze reden is er een gesprek voorzien.
De voedingsdeskundige voedingsdeskundige Aan de hand van een voedingsanamnese zal de voedingsdeskundige inzicht krijgen in uw voedingsgewoonten. Na evaluatie zal hij voor u een individueel aangepast voedingsschema opstellen.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 6
www.heelkunde-azdamiaan.be
In de opeenvolgende sessies zal de voedingsdeskundige u verder begeleiden om geleidelijk uw gewicht onder controle te krijgen en zo blijvend resultaat te boeken. De uiteindelijke doelstelling van de voedingsinterventie is te komen tot een gezond en evenwichtig voedingspatroon dat ook op lange termijn haalbaar blijft.
De kinesist De patiënten die een bariatrische ingreep ondergaan, zullen in eerste instantie niet aan het kiné-programma deelnemen. Voor de patiënten die niet worden geopereerd stelt de kinesist een individueel reconditioneringsprogramma op, na een grondige intake en het afleggen van een conditietest. Dit programma wordt steeds aangepast aan de evolutie van uw toestand. U traint één uur onder continue begeleiding. De bedoeling is uw fysieke conditie te verbeteren en de vetverbranding te stimuleren. Met het gebruik van een loopband, een fietsergometer, een crosstrainer, een trilplaat, hydrotherapie en grondoefeningen, Het trainingsprogramma loopt over zes maanden, waarbij we per maand een fitheidtest afnemen.
De psycholoog De psycholoog luistert naar uw verwachtingen omtrent dit programma. Aan de hand van een vragenlijst wordt gepolst naar uw algemeen welbevinden.
De verpleegkundig expert De verpleegkundig expert staat ter beschikking om uitleg te verschaffen aan geïnteresseerden en patiënten die een O.O.K. programma volgen of willen volgen. De verpleegkundig expert begeleidt de patiënt doorheen het programma , maakt de nodige afspraken met de leden van het team en zorgt voor de nodige aanpassingen. De verpleegkundig expert is de aanspreekpersoon voor de patiënten i.v.m. het programma.
Hoe gaan we in de OOK te werk? De eerste halve dag is een screeningsdag, waarop bepaald wordt welke aanpak voor u de beste is. Als blijkt dat u het best geholpen wordt door een heelkundige ingreep, volgen op dag 2 een aantal onderzoeken die nodig zijn om de ingreep te plannen. Op het eind van die dag wordt de operatie met de chirurg besproken. OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 7
www.heelkunde-azdamiaan.be
Als na de screeningsdag blijkt dat een niet-chirurgische manier voor u de beste benadering is, of als u geen heelkundige ingreep wenst, dan wordt voor u een multidisciplinair programma opgestart. Zo wordt op een conservatieve manier een afname van het lichaamsgewicht bekomen. Ook als u reeds een bariatrische ingreep onderging, zal na de screeningsdag blijken hoe u best wordt geholpen.
De screeningsdag Een afspraak maken U kunt een afspraak voor screeningsdag maken bij de verpleegkundig expert: • elke werkdag van 9 uur tot 17 uur • op het nummer 059 55 76 15 • of per e-mail aan:
[email protected] De opzet van de screeningsdag is om op zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk informatie in te winnen en te geven. Indien U dit wenst, kan u echter de leden van het team ook raadplegen zonder meteen deel te nemen aan de screeningsdag. U dient dan een raadpleging te boeken bij een van die leden.
Waar en wanneer? Een kamer wordt voorzien op de afdeling Kort verblijf 1 op campus H. Hart, Gouwelozestraat 100 te Oostende. Het screeningsprogramma gaat steeds door op maandagvoormiddag.
Behandelingsstrategie Op basis van de bekomen resultaten van de verschillende onderzoeken en mede aan de hand van onderstaand schema wordt bepaald welk programma voor u aangewezen is. Behandelingsstrategie in functie van BMI en risicofactoren of bijkomende aandoeningen (BASO -consensus): Er bestaat een ruime consensus dat energiebeperking, toename van de fysieke activiteit en gedragstherapie essentieel zijn voor een goede behandeling. Een multidisciplinair behandelingsprogramma combineert deze componenten.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 8
www.heelkunde-azdamiaan.be
BMI
Programma
BMI 25 - 30
dieet, bewegingstherapie en psychologische begeleiding
Therapie
dieet, bewegingstherapie, BMI 27 - 30 met bijkomende psychologische begeleiding risico's en medicatie
BMI 30 - 35
dieet, beweging, psychologische begeleiding en medicatie
BMI 35 - 40
dieet, beweging , psychologische begeleiding en medicatie
BMI 35 – 40 en bijkomende risico's
chirurgie met nazorg
BMI meer dan 40
chirurgie met nazorg
Conservatieve therapie
Heelkundige therapie
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 9
www.heelkunde-azdamiaan.be
NietNiet-heelkundige behandeling Doelstelling De OOK van AZ Damiaan biedt mensen met overgewicht of obesitas, die niet in aanmerking komen voor heelkundige behandeling, een totaalpakket van behandelingen aan. Het is een multidisciplinair overgewichts- en obesitascentrum, waar verschillende zorgverleners tot uw beschikking staan, om gewichtsdaling te bereiken en te behouden. Theoretisch gezien betreft het een zeer eenvoudig probleem. Het lichaam volgt perfect de wetten van de thermodynamica, in die zin dat er geen energie verloren gaat. Een gewichtstoename is dus steeds het resultaat van een onevenwicht in de balans tussen de calorie-inname en het calorieverbruik. Indien men meer calorieën inneemt dan nodig, neemt het lichaamsgewicht toe. Voor de behandeling moet men zich bijgevolg richten naar zowel de calorie-inname als naar het calorieverbruik. Dit impliceert een combinatie van minder innemen en meer verbruiken. Toch is het in de praktijk niet zo eenvoudig door verschillende factoren, die de energiebalans kunnen verstoren. Enerzijds spelen erfelijke factoren een belangrijke rol met betrekking tot vb. het basaal metabolisme, de lichaamssamenstelling en de spiermorfologie. Anderzijds spelen ook omgevingsfactoren een rol, zoals het eetpatroon en de mate waarin men fysiek actief is. Bij het uitstippelen van een optimale therapie moet men trachten rekening te houden met zoveel mogelijk interfererende componenten. Dit betekent dat een therapie multidisciplinair moet worden opgesteld. Een multidisciplinaire obesitastherapie omvat drie onderdelen: • voedingsinterventie • fysieke activiteit • gedragstherapie (gericht op het eetgedrag) waar nodig of wenselijk. De beslissing om te vermageren moet gebeuren in onderling overleg tussen de patiënt en de arts. Betrokkenheid en engagement vanwege de patiënt zijn cruciaal voor een uiteindelijk resultaat. De initiële doelstelling is om met een energiedeficit van 500 tot 1000 kcal per dag een gewichtsverlies te bekomen van 10 % lichaamsgewicht op 5 à 6 maanden tijd. We streven naar een gewichtsverlies van 0.5 tot 1 kg per week.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 10
www.heelkunde-azdamiaan.be
Na 6 maanden wordt over het algemeen een neiging tot stabilisatie van het gewicht vastgesteld. Het kan op dat ogenblik nodig zijn de energetische balans bij te sturen door verdere energiebeperking of verhoging van het energieverbruik. Eens het doel bereikt, dient veel aandacht besteed te worden aan het behoud van het bereikte gewicht. De nazorg moet instaan voor het opvolgen van de gezonde levensstijl en het blijvend gewichtsverlies.
Onze multidisciplinaire aanpak De drie belangrijkste pijlers van een vermageringsbehandeling zijn energiebeperking met voedingsadvies, toename van de fysieke activiteit en gedragsverandering. Medicatie kan hier op advies van de endocrinoloog aan toegevoegd worden bij een BMI meer dan 30 of een BMI tussen 27 en 30, indien er bijkomende risicofactoren bestaan zoals hart- en vaatziekten, hypertensie, type 2 diabetes, hypercholesterolemie of slaapapnee. Veel mensen verkeren in een vicieuze cirkel van opeenvolgende pogingen en ontgoochelingen, het gekende jojo –effect. In de OOK streven we naar een blijvend gewichtsverlies en het aanleren van een gezonde levensstijl door bewustwording van voedingsfouten om zo het voedingsgedrag te veranderen. Na deelname aan het programma leven de patiënten niet meer van dieet naar dieet. Ze leerden een gezonde houding tegenover voeding en beweging, ervaren een blijvend gewichtsverlies en kunnen dit ook volhouden. Bij deze multidisciplinaire aanpak worden sessies gegeven door een diëtist, een psychologe en een kinesitherapeut. Het is een bewezen succesvolle combinatie. Daarbij is de medewerking en de vlotte onderlinge samenwerking van het team van zorgverleners noodzakelijk. Bijkomend voordeel van het programma is de garantie op medische opvolging door de arts, met aanpassing van therapie wanneer nodig.
Een multidisciplinaire behandeling wordt gekenmerkt door: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
zelfregistratie van voedingsinname, eetgedrag en fysieke activiteit. controle van de stimuli die voorafgaan aan het eten. oefenen van technieken om het eetgedrag te beheersen versterking van de gewenste gedragswijzigingen voedingsvoorlichting verhogen van de fysieke activiteit cognitieve herstructurering
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 11
www.heelkunde-azdamiaan.be
Wat mag u verwachten van de voedingsdeskundige? Aan de hand van de voedingsanamnese, die werd afgenomen tijdens de screeningsdag, stelt de voedingsdeskundige een voor u individueel aangepast voedingsschema op. De uiteindelijke doelstelling van de voedingsinterventie is te komen tot een gezond en evenwichtig voedingspatroon dat ook op lange termijn haalbaar blijft. Vanuit dit standpunt verdient het werken met een matig energiebeperkt voedingsschema de voorkeur. De voedingsdeskundige werkt met een positieve lijst van toegelaten producten. U leert zelf op een verantwoorde manier een keuze te maken. U leert de voedingsdriehoek te gebruiken. In de opeenvolgende consulten wordt aandacht besteed aan: • • • • • • • • • • • • •
gezonde voeding: de actieve voedingsdriehoek gewichtscontrole dieettrouw begeleiding gericht op gedragsverandering op lange termijn de voedingsdeskundige is vooral coach, gezondheidsvoorlichter, leefstijladviseur samenwerken met andere paramedici overlopen boodschappenlijstje aandacht etikettering aandacht aan speciale omstandigheden: dieet en etentjes en feesten evalueren van eet- en beweegdagboekje in de keuken: aandacht voor recepten aandacht aan moeilijke momenten wat doet u als het fout gaat
Wat mag u verwachten van de kinesist? Het kinesitherapeutische luik van de behandeling gaat door in het revalidatiecentrum. Daar wordt u onder continue begeleiding geloodst door uw individueel reconditioneringsprogramma, dat steeds aan uw evolutie aangepast wordt. Uw fysieke toestand zal immers vooruitgaan en de inspanningen zullen beter verdragen worden, zodat er steeds een tandje bijgezet wordt. Er wordt gebruik gemaakt van cardiotoestellen zoals de loopband, de fietsergometer en de crosstrainer, toestellen om uw algemene conditie te versterken. Volgens specifieke instellingen en afhankelijk van de door u geleverde inspanningen zal de vetverbranding optimaal gestimuleerd worden. Met de toestellen van het David Back Concept en een aantal trekapparaten worden spierversterkende oefeningen uitgevoerd. Er staat een trilplaat ter beschikking om zowel circulatoire als spierversterkende oefeningen te kunnen uitvoeren, van zodra het voor u mogelijk is. OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 12
www.heelkunde-azdamiaan.be
Eenmaal per week gaat een oefensessie in het zwembad door. Hier worden een aantal oefeningen uitgevoerd in onbelaste houding en met een progressieve weerstand. Om uw conditie te meten en de evolutie in kaart te brengen, wordt éénmaal per maand een fitheidstest uitgevoerd. Over een periode van 6 maanden worden deze waarden samen met uw huidig lichaamsgewicht in een tabel geplaatst en dit kan u in uw persoonlijke mapje bewaren, zodat u ten alle tijden uw evolutie kunt volgen.
Wat mag u verwachten van de psychologe? Overgewicht leidt soms tot psychische problemen en anderzijds leiden psychische problemen soms tot zwaarlijvigheid. Vermageren kan worden ondersteund door motiverende gesprekken en gedragstherapie. De psychologe biedt in samenwerking met de psychiater en in overeenstemming met de werkwijze van de KU Leuven een programma aan aan mensen bij wie een vermageringsoperatie niet hoeft of niet kan. Een keer per maand wordt gevraagd om een RAND-36 vragenlijst in te vullen. Dit geeft ons een idee over uw welzijn en of u zich beter voelt met het volgen van het vermageringsprogramma of na een vermageringsoperatie.
Medicatie De BASO consensus (behandelingsconsensus in België, opgemaakt door de Belgian Association for the Study of Obesity) voorziet in farmacotherapie als ondersteunende behandeling bij BMI meer dan 30 of met BMI tussen 27 en 30 PLUS andere risicofactoren. Medicatie kan enkel gebruikt worden als een onderdeel van een volledig programma dat dieet, fysieke activiteit en gedragsverandering omvat. Het wordt voorgeschreven door uw begeleidend arts en max. 6 maanden tot 1 jaar gecontinueerd.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 13
www.heelkunde-azdamiaan.be
Heelkundige behandeling Algemene informatie Wat? Obesitas wordt multidisciplinair benaderd. Endogene oorzaken worden uitgesloten of behandeld. Comorbiditeiten worden aangepakt. Als een conservatieve benadering faalt of onvoldoende (blijvend) resultaat oplevert, wordt bariatrische heelkunde een waardig alternatief, op voorwaarde dat enkele regels worden gerespecteerd. Bariatrische heelkunde is een HULPMIDDEL bij: • • • • • •
volume-eaters en sweet-eaters, met een BMI van 40, of een BMI van 35 met comorbiditeiten, bij wie conservatieve maatregelen faalden en die bereid zijn blijvend een vorm van dieet te volgen en die fysisch actief zijn (of opnieuw willen worden) en met exogene morbide obesitas.
Indicaties Wie komt in aanmerking voor een heelkundige ingreep ? • • • • • • • • • • • •
Exogene morbide obesitas ( geen hormonale oorzaken ) Leeftijd tussen 16 en 65 jaar ( hogere leeftijd bij secundaire ingrepen ) BMI minstens 40 of BMI minstens 35 mét comorbiditeiten Falen van conservatieve maatregelen (maw diëten helpt niet (meer)) Bereid tot het blijvend volgen van een vorm van dieet (omdat de ingreep oa voor een kleinere maaginhoud zorgt) Bereid tot het verhogen van de fysische activiteit Afwezigheid van contra-indicaties Aanvaardbaar operatief risico Voldoende intelligent Motivatie Realistische verwachtingen Secundaire ingrepen (patiënten die al een bariatrische ingreep ondergingen, maar problemen ondervinden)
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 14
www.heelkunde-azdamiaan.be
Contraontra-indicaties Bij wie is het niet aangewezen om een bariatrische ingreep uit te voeren ? • Als er niet is voldaan aan de indicaties • Medische redenen: de patiënt kan een algemene anesthesie en / of de chirurgische ingreep niet aan • Alcohol- en/of drugsmisbruik • Psychiatrische stoornissen: oa binge eating • Zwangerschap: relatief ( het is aan te raden om het eerste jaar na de ingreep niet zwanger te worden ) • Ernstige ziekte
Algemene heelkundige principes Welk type ingreep ? Er zijn twee grote principes: • Enerzijds is er de restrictie: het volume van de maag wordt verkleind, zodat de porties die kunnen worden ingenomen beperkt zijn en er zodoende minder calorieën worden ingenomen. Er is een vervroegd verzadigingsgevoel. • Anderzijds is er de malabsorptie: de dundarmen worden verplaatst ten opzichte van elkaar, waardoor niet alle voedsel en de eraan verbonden calorieën worden opgenomen. • Deze twee principes kunnen worden gecombineerd.
BARIATRISCHE HEELKUNDE Restrictie
Malabsorptie
VBG : Mason
BPD : Scopinaro
Adj Gastric Banding
Duodenal Switch
Gastric restriction + ( Long ) Roux-en-Y bypass
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 15
www.heelkunde-azdamiaan.be
Ingrepen Vertical Banded Gastroplasty: Gastroplasty: Mason of Mc Lean Dit is een restrictieve ingreep, waarbij een kleine proximale pouch ( of ‘voormaag’ ) wordt gecreëerd d.m.v. verticale stapling ( met chirurgische nietjes ), en een outlet restrictie d.m.v. een band of ring ( het voedsel moet passeren doorheen een vernauwing ). Hierdoor ontstaat een vervroegde verzadiging, die meer uitgesproken is voor vast voedsel, waardoor de ingreep geschikt is voor volume-eaters. De vertering verloopt verder normaal, zodat sweet-eaters geen baat hebben. Op korte termijn is er een excess weight reduction ( EWR ) van 40 tot 60 %, op lange termijn 30 %. Het matige succes op lange termijn is vooral te wijten aan het veranderd eetgedrag: volume-eaters worden sweet-eaters, en aan de frequente re-operaties. Risico’s en nadelen van deze ingreep zijn staple-lijn disruptie, outlet obstructie en erosie, pouch stretching of restricting, band breaking of dislodging, het onaanpasbaar zijn van de outlet, de re-operaties en de onvoldoende ( blijvende ) gewichtsreductie.
Gastric Sleeve of Sleeve Gastrectomy Dit is een restrictieve ingreep. Een sleeve gastrectomy dmv stapling, waarbij een maagtubulus ( of buismaag ) wordt gemaakt, zorgt voor de restrictie. Het afgestaplede (of afgeniete ) deel van de maag (met name de grote curvatuur) wordt verwijderd. Het volume van deze buismaag is groter dan dat van de pouch bij een Vertical Banded Gastroplasty of bij een Gastric Banding. Deze sleeve gastrectomie wordt in principe als eerste stap gebruikt, om dan later gevolgd te worden door een gastric bypass of duodenal switch. Hier zijn de resultaten in termen van gewichtsreductie en behoud ervan afhankelijk van het eetgedrag: enkel volume-eaters komen in aanmerking. De risico’s en nadelen zijn naadlekken, bloeding en de onvoldoende (blijvende) gewichtsreductie. Bij patiënten met zure reflux en/of hiatale hernia (maagbreuk) is de ingreep niet aangewezen.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 16
www.heelkunde-azdamiaan.be
Adjustable Silicone Gastric Banding Dit is een restrictieve ingreep, waarbij een kleine proximale pouch (of ‘voormaag’) wordt gecreëerd, d.m.v. een siliconen band rond de proximale maag. Hierdoor ontstaat een vervroegde verzadiging, die meer uitgesproken is voor vast voedsel, waardoor de ingreep geschikt is voor volume-eaters. De vertering verloopt verder normaal, zodat sweet-eaters geen baat hebben, aangezien zoetigheden nog vrij vlot doorheen de band kunnen passeren. De outlet (de doorgang van de voormaag naar de hoofdmaag) is aanpasbaar. De integriteit van de maag wordt bewaard en de ingreep is in principe omkeerbaar. Voordelen: • De ingreep wordt laparoscopisch uitgevoerd, zodat het ziekenhuisverblijf beperkt blijft tot één dag. • In vergelijking met andere bariatrische ingrepen is dit een eenvoudige ingreep, waardoor er minder kans is op complicaties. • De ingreep is in principe omkeerbaar. Risico’s en nadelen: • Sweet-eaters ( snoepers ) en patiënten die geen volume-eaters zijn, worden met deze ingreep niet of onvoldoende geholpen. • In feite is een gastric banding een hulpmiddel voor de patiënt, die dus na de ingreep zelf nog voor de nodige inspanningen moet zorgen, als hij / zij ook op langere termijn een goed resultaat wil (behouden). • Patiënten met een maagbreuk zijn minder geschikt, tenzij ook deze breuk wordt hersteld. • De kostprijs voor de patiënt (de band wordt beschouwd als een prothese en op deze manier doorgerekend). • Ook het aanpasbaar zijn kan nadelig zijn (patiënten vragen vermindering van de restrictie bij vakanties of feestdagen, wat uiteraard ten stelligste is af te raden). OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 17
www.heelkunde-azdamiaan.be
• Technische problemen: o Maagperforatie of –scheur of erosie, band migratie: hierdoor komt de band in contact met maaginhoud, wat tot infectie leidt, en dikwijls noodzaakt tot verwijderen van de band. o Access port lek of kanteling: deze aanprikpoort kan onder lokale anesthesie worden vervangen of herplaatst. o Infectie van het vreemd materiaal: kan ook via de aanprikpoort ontstaan. o Slokdarmdilatatie: verbreden van de slokdarm ontstaat door een verkeerd gebruik van het bandingsysteem, meestal bij patiënten die zich niet houden aan de voorschriften, met vooral frequent braken als oorzaak van de dilatatie. Door deze slokdarmverbreding werkt de slokdarm niet meer goed en wordt hij zelfs als (nieuwe) maag gebruikt. De patiënt kan dan opnieuw meer eten en vraagt verder vernauwen van de gastric banding. Dit laatste zou leiden tot nog meer uitzetten van de slokdarm, zodat in tegendeel de banding moet worden leeggemaakt, waardoor de slokdarm kan herstellen. Soms echter is de schade aan de slokdarm te groot en kan het bandingsysteem niet meer worden gebruikt. o Pouchdilatatie: uitzetten van het voormaagje ontstaat meestal door een verkeerd gebruik van het bandingsysteem, vooral bij patiënten die zich niet houden aan de voorschriften. Door deze uitzetting van de voormaag werkt het principe van vervroegde verzadiging niet meer goed en wordt de voormaag zelfs als (nieuwe) maag gebruikt. De patiënt kan dan opnieuw meer eten en vraagt verder vernauwen van de gastric banding. Dit laatste zou leiden tot nog meer uitzetten, zodat in tegendeel de banding moet worden leeggemaakt, waardoor de voormaag kan herstellen. Soms echter is de dilatatie te groot en moet het bandingsysteem chirurgisch worden herplaatst. o Slippage: de band slipt naar distaal, waardoor het volume van de voormaag vergroot. Hierdoor kan de patiënt meer eten en treedt een vicieuze cirkel op met verder slippen. Het effect voor de patiënt is vergelijkbaar met dat van pouchdilatatie. In een beginstadium kan eventueel een reductie worden bekomen door het systeem leeg te maken, echter dikwijls is heelkunde nodig. Een chirurgisch perfect uitgevoerde gastric banding kan later falen doordat de patiënt ofwel zijn eetgewoonten verandert ofwel het hele systeem letterlijk overeet, waardoor voornamelijk problemen zoals slippage en dilatatie ontstaan. Gastric banding is een hulpmiddel voor de patiënt, die zelf ook nog een inspanning moet leveren om gewichtsreductie te bekomen en te behouden. Resultaten Op korte termijn is er een excess weight reduction (EWR) van 40 tot 60 %, op lange termijn 30 %. Het matige succes op lange termijn is vooral te wijten aan het veranderd eetgedrag: volume-eaters worden sweet-eaters, en aan de frequente re-operaties.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 18
www.heelkunde-azdamiaan.be
Biliopancreatische derivatie: Scopinaro Deze ingreep is malabsorptief. De driekwart gastrectomie maakt de ingreep ook restrictief, en zorgt voor de initiële gewichtsreductie. Eens het plateau bereikt is, dient de patiënt soms tot 6000 calorieën per dag in te nemen om het gewicht te behouden, gezien het blijvende verlies via de biliopancreatische derivatie: een common limb van 45 tot 50 cm, na de alimentary limb en de biliopancreatic limb. Er wordt ook een cholecystectomie verricht. De resultaten in termen van gewichtsreductie en behoud ervan zijn uitstekend: EWR tot meer dan negentig procent. Risico’s en nadelen hier zijn naadlekken, anemie ( bloedarmoede ), steatorrhee ( vette diarree ), abdominale opzetting en slechtruikende stoelgang, malabsorptie met nutritionele deficiënties ( hypoproteïnemie ( eiwittekort )en tekort aan vetoplosbare vitaminen: A, D, E, K ), dumpingsyndroom en het niet meer toegankelijke duodenum en proximaal jejunum.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 19
www.heelkunde-azdamiaan.be
Gastric Gastric sleeve met duodenal switch Ook dit is een malabsorptieve ingreep. Een sleeve gastrectomie dmv stapling, waarbij een maagtubulus wordt gemaakt, zorgt voor restrictie. Deze sleeve gastrectomie wordt soms als eerste stap gebruikt, om dan later al dan niet gevolgd te worden door de duodenal switch, waarbij de common limb 100 cm lang is, na de alimentary limb en de biliopancreatic limb. Ook hier zijn de resultaten in termen van gewichtsreductie en behoud ervan uitstekend: EWR tot meer dan negentig procent. De risico’s en nadelen zijn vergelijkbaar met de Scopinaro-ingreep, maar zouden minder uitgesproken zijn.
Gastric restriction met RouxRoux-enen-Y bypass of kortweg gastric bypass Dit is de ingreep die restrictie en malabsorptie combineert. Enerzijds is er de restrictie: het volume van de maag wordt verkleind, zodat de porties die kunnen worden ingenomen beperkt zijn en er zodoende minder calorieën worden ingenomen. Er is een vervroegd verzadigingsgevoel. Anderzijds is er de malabsorptie: de dundarmen worden verplaatst ten opzichte van elkaar, waardoor niet alle voedsel en de eraan verbonden calorieën worden opgenomen. De afgestaplede (dmv nietjes) proximale pouch of voormaag zorgt voor de restrictie. Deze pouch wordt verbonden via een dundarmsegment met de rest van de dundarmen. De pouch is volledig gescheiden van de rest van de maag, die niet wordt weggenomen en waar geen voedsel meer inkomt. De malabsorptie wordt geïnduceerd door de bypass. Malnutritie (ondervoeding) wordt voorkomen door een common limb (dit is het gemeenschappelijk stuk dundarm, waar de vertering gebeurt, en dat uitmondt in de dikdarm) die lang genoeg is (bewaarde enterohepatische cyclus en opname van vetten en vitamine B12), dit is minstens 150 cm. De alimentary limb (het deel dat de pouch verbindt met de rest van de dundarmen) moet minstens 90 cm zijn om reflux (terugvloei) te voorkomen. De biliopancreatic limb (het deel dat de sappen van maag, lever (gal) en alvleesklier transporteert, zonder voedsel ) is 60 cm. OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 20
www.heelkunde-azdamiaan.be
In de praktijk wordt een alimentary limb van 1 meter aangelegd, met een biliopancreatic limb van 60 cm, waarbij de rest van de dundarm de common limb vormt. Bij een long limb bypass wordt een common limb van anderhalve meter gecreëerd, met een biliopancreatic limb van 60 cm, waarbij de rest van de dundarm de alimentary limb vormt. Voordelen: • De resultaten op gebied van gewichtsdaling en behoud van het lager gewicht zijn zeer goed. Het grootste en snelste verlies treedt op in de eerste zes maand. Na één tot anderhalf jaar wordt een stabiel plateau bereikt. Een vermindering van het overtollig gewicht met 60 à 70 procent mag worden verwacht. Dikwijls wordt uiteindelijk een normale BMI bereikt. Veel comorbiditeiten verbeteren of worden zelfs normaal. • Zowel volume-eaters als sweet-eaters (snoepers) zijn gebaat met deze ingreep. • Zelden zijn er vitaminetekorten, door de nog voldoende lange common limb. • Ook de stoelgangsconsistentie blijft normaal. De frequentie vermindert. • De ingreep wordt laparoscopisch ( met een kijkoperatie ) uitgevoerd, zodat het ziekenhuisverblijf beperkt blijft tot een viertal dagen. Risico’s en nadelen: • Naadlekken: er is een kleine kans op een lek thv de plaatsen waar de maag en de dundarmen worden doorgenomen en terug aan elkaar gezet. Deze kans wordt groter bij patiënten die al een bariatrische ingreep ondergingen (maw bij de secundaire ingrepen). Owv deze kans op lek wordt daags na de ingreep een radiologische controle uitgevoerd dmv het drinken van een radio-opake vloeistof. Bij afwezigheid van lek kan gestart worden met de voeding. • Bloeding: er is een kleine kans op een bloeding thv de plaatsen waar de maag en de dundarmen worden doorgenomen en terug aan elkaar gezet. Deze kans wordt groter bij patiënten die al een bariatrische ingreep ondergingen (maw bij de secundaire ingrepen). Deze bloedingen stoppen meestal vanzelf. Soms is het nodig een clip te plaatsen door middel van een gastroscopie. Heel uitzonderlijk moet chirurgisch worden heringegrepen. • Ulcera: bij sommige patiënten ontstaat een ontsteking of zelfs een ulcus of zweer op de verbinding tussen maag en dundarm. Hiervoor moet voor korte of langere tijd een behandeling met zuurwerende medicatie worden doorgevoerd. • Dumpingsyndroom: onvoorspelbaar of en in welke mate de patiënt hiervan last zal hebben. Vooral bij het eten van suikers of vetten ontstaat algemeen onwelzijn met misselijkheid, klamheid of zweten, versnelde hartslag, diarree, en / of duizeligheid. Dit fenomeen verdwijnt spontaan. Als de patiënt hier gevoelig aan is, zal er na verloop van weken tot maanden wel een afzwakking van de symptomen optreden. Het kan wel helpen bij het vermijden te snoepen, zodat ook op deze manier gewichtsreductie wordt bekomen. • De uitgesloten maag, duodenum en proximaal jejunum die niet meer toegankelijk zijn. Daarom wordt op voorhand een gastroscopie uitgevoerd. OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 21
www.heelkunde-azdamiaan.be
Secundaire ingrepen Dit zijn de ingrepen die worden uitgevoerd bij patiënten die al een bariatrische ingreep ondergingen. Als restrictieve ingrepen falen om technische redenen, kan bijvoorbeeld een herpositioneren van de gastric banding worden uitgevoerd. Meestal is het echter aangewezen de restrictieve ingreep om te vormen naar een gastric bypass, zeker als er slokdarmdilatatie is of als er ook een factor sweet-eaten is. Indien enigszins mogelijk worden ze laparoscopisch ( met een kijkoperatie ) uitgevoerd. Er is een grotere kans op conversie (dwz dat tijdens de ingreep beslist wordt om toch een laparotomie, dus via open toegangsweg, uit te voeren), meestal door de adhesies of vergroeiingen. Enkele voorbeelden: • Na Masongastroplastie: o Verwijderen van de ring o Verwijderen van de ring en omvormen tot een gastric bypass • Na gastric banding: o Verwijderen van het bandingsysteem o Herpositioneren van het bandingsysteem o Verwijderen van het bandingsysteem en omvormen tot een gastric bypass • Na Scopinaro of biliopancreatische derivatie: o Omvormen naar een gastric bypass • Na gastric sleeve: o Omvormen naar een gastric sleeve met duodenal switch o Omvormen naar een gastric bypass OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 22
www.heelkunde-azdamiaan.be
Laparoscopische ingrepen Indien mogelijk verdient de laparoscopische benadering of kijkoperatie de voorkeur. De voordelen van de laparoscopie zijn o.a. minder postoperatieve pijn, minder wondinfecties, minder littekenbreuken en snellere recuperatie. Hoe zwaarder de patiënt, hoe duidelijker het verschil tussen laparotomie en laparoscopie, ook bij secundaire ingrepen of reïnterventies. Omdat het trauma thv de buikwand zo klein mogelijk zou zijn, en dus het gunstig effect van de laparoscopie zo goed mogelijk zou worden benut, worden zoveel mogelijk 5 mm werkpoorten gebruikt. Voor het inbrengen van de gastric band of een endoscopische stapler is een 12 mm poort noodzakelijk.
Laparoscopische gastric banding
Laparoscopische gastric bypass
Preoperatieve oppuntstelling De beslissing tot bariatrische heelkunde is een belangrijke beslissing. De patiënt en de chirurg mogen niet over één nacht ijs gaan. De patiënt moet voldoende ingelicht zijn en voldoende tijd hebben gehad om over deze belangrijke stap na te denken. Uitleg wordt verschaft over de verschillende types ingrepen en hun indicaties en de inherente risico’s, evenals over het te volgen dieet, zowel onmiddellijk postoperatief als op lange termijn. Als de patiënt aan de criteria voldoet, kan een preoperatieve oppuntstelling gestart worden. Dit gebeurt multidisciplinair: een raadpleging bij de chirurg, de endocrinoloog, de voedingsdeskundige, de psycholoog, de cardioloog, de pneumoloog evenals radiologische onderzoeken. Bij ingrepen waarbij een deel van de tractus uit transit zal worden gesteld, moet preoperatief een gastroscopie en/of RX slokdarm-maag-duodenum gebeuren teneinde afwijkingen aldaar uit te sluiten. In principe zal bij deze ingrepen ook een cholecystectomie worden uitgevoerd. Verder wordt de patiënt aangeraden tijd te nemen voor lichaamsbeweging en deze op te drijven. Als de ingreep laparoscopisch wordt gepland, zal de kans op conversie en de consequenties hiervan worden uitgelegd. OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 23
www.heelkunde-azdamiaan.be
Tromboseprofylaxe wordt gestart op indicatie daags van de ingreep en eventueel verder gezet tot drie weken postoperatief.
Postoperatieve followfollow-up Het postoperatief verloop verschilt naargelang het type ingreep. Aangezien bij een gastric banding de tractus niet wordt geopend (de maagwand blijft intact), kan dezelfde dag nog worden gestart met drinken. Daags na de ingreep kan vloeibare en eventueel gemalen voeding worden ingenomen, en gaat de patiënt in ontslag. Na een viertal weken wordt de band voor het eerst bijgespoten, tenzij er al vanzelf een duidelijk gewichtsverlies is. Het aanprikken van de poort gebeurt meestal onder radiologische controle gevolgd door een perorale controle met contraststof (de patiënt moet een radio-opake vloeistof drinken), teneinde een goede restrictie te bekomen zonder obstructie (het systeem mag niet teveel gevuld worden, want anders kan men zelfs geen water meer innemen, en moet men braken). Over het verloop van weken tot maanden wordt de band verder bijgespoten tot een evenwicht wordt bekomen tussen voldoende vermagering en toch nog voldoende calorie-inname zonder te verglijden naar sweet-eaten. Indien de patiënt het principe van de ingreep begrijpt en respecteert, zullen er geen nutritionele deficiënties zijn. Volumerestricties moeten blijvend worden in acht genomen: de patiënt moet normaal, gevarieerd eten, maar kleinere porties. Het is niet de bedoeling grote volumes vloeibare, gemalen of gemixte voeding te verbruiken. Braken moet worden vermeden. Bij een gastric bypass wordt na 1 dag een radiologische controle met perorale contraststof uitgevoerd, waarna, zo de afwezigheid van een lek wordt bevestigd, gestart kan worden met vloeibare voeding, welke progressief wordt opgedreven over gemalen voeding naar normale voeding. Hoewel de common limb in principe voldoende lang is om nutritionele deficiënties te voorkomen, met men hierop toch bedacht zijn en op geregelde tijdstippen een bloedname verrichten.
Voeding na bariatrische heelkunde heelkunde Algemene aandachtspunten Aangezien de meeste ingrepen enige vorm van restrictie inhouden, is het evident dat de porties die worden ingenomen sterk gereduceerd zijn in vergelijking met voorheen. Het is dan ook van belang dat het eetgedrag wordt aangepast. Bij elke ingreep wordt de voeding langzaam opgebouwd. Er wordt gestart met water en vloeibare voeding, de eerste dagen na de ingreep. Daarna volgt gemalen en gemixte voeding tot een drietal weken na de ingreep. Hierna kan normale voeding opnieuw worden ingenomen.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 24
www.heelkunde-azdamiaan.be
Hoe eten ? • • • • • • • • • • • •
Rechtop zitten Niet rondlopen Heel goed kauwen (gebitsproblemen aanpakken) Traag en rustig eten Tijd nemen om te eten Niet laten afleiden door bv. televisie Kleine hapjes nemen Drinken buiten de maaltijden Traag drinken Kleine slokjes nemen Stoppen bij het eerste volheidsgevoel en / of verzadiging Braken vermijden
Specifiek volgens het type ingreep Na gastric banding De eerste maand is het bandingsysteem nog niet gevuld en dus niet aangespannen. Men kan dan ook nog vrij vlot voedingsmiddelen innemen. Hierna wordt het systeem aangeprikt en wordt de restrictie ingevoerd. In vergelijking met andere bariatrische ingrepen, waar na verloop van enkele weken (na heling van de naden) de inname van voedingsmiddelen vlotter verloopt, zijn er na een gastric banding een aantal voedingsmiddelen die niet meer kunnen worden ingenomen, afhankelijk van de mate waarin het bandingsysteem is aangespannen. Energierijke en vooral vloeibare energierijke voedingsmiddelen moeten vermeden worden, ondanks het feit dat deze meestal vlot passeren, aangezien de ingreep niet is aangewezen voor sweet-eaters maar wel voor volume-eaters.
Een gevarieerde en gezonde voeding: • Drie-maaltijden patroon: ontbijt, middag- en avondmaal • Op regelmatige tijdstippen • Een tussendoortje kan bij: o Te lange periode tussen de hoofdmaaltijden o Te weinig eten tijdens de hoofdmaaltijden o Een hoger energieverbruik door meer lichaamsactiviteit • De voedingsdriehoek gebruiken om een gezonde voeding samen te stellen • Tussen de maaltijden gebruiken van voldoende (minstens anderhalve liter per dag) energiearme dranken zoals water, niet-bruisend mineraal water, koffie of thee zonder suiker, vetarme bouillon, verse, gemixte groentesoep, niet-bruisende lightfrisdranken • Bruisende dranken vermijden, want door de maagband gaat boeren moeilijker OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 25
www.heelkunde-azdamiaan.be
• Vermijden van zoete dranken zoals vruchtensappen (ook ongezoete), frisdranken, chocolademelk, drinkyoghurt, want deze bevatten veel calorieën • Beperken van het gebruik van alcoholische dranken tot een minimum: hoogstens 1 à 2 eenheden per dag • Geen suiker gebruiken ; energievrije zoetstoffen kunnen wel gebruikt worden
Hoe passagestoornissen vermijden (maw hoe pijn, misselijkheid of braken vermijden)? • Algemeen: o Vermijden van voedingsmiddelen rijk aan grove vezels, vliezen, pitten of korrels: deze zorgen voor een moeilijke doorgang o Alle onderdelen van de maaltijd moeten goed gaar zijn • Brood: o Vers brood vormt bolletjes, die niet door de nauwe doorgang kunnen, en kan niet meer gegeten worden o Geroosterd brood, toastjes en beschuiten worden wel goed verdragen • Vlees: o Gebakken, gebraden of gestoofd vlees bevat veel vezels, waardoor moeilijk fijn te kauwen o Zeer fijn gesneden, zacht vlees, zoals kip of kalkoen, of lichtgebakken gehakt kunnen wel o Fijne vleeswaren: wel o Filet américain, gehakt of paté: wel o Sappig bereiden bevordert de passage • Vis: o Uitstekend alternatief voor vlees o Bij voorkeur gepocheerde, gestoomde of gekookte vis, liever dan gebakken vis • Eieren: o Zacht bereiden: roerei, gepocheerd ei, licht gekookt o Hardgekookte eieren pletten • Kaas: o Vooral smeerkaas, witte kaas, gesmolten kaas o Sneetjes verse kaas: goed kauwen • Fruit: o Enkel zacht, rijp fruit, zonder pitten, schil noch vliesjes • Noten, peulvruchten, citrusfruit, meergranenbrood: o Te vermijden want rijk aan grove vezels, pitten of korrels
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 26
www.heelkunde-azdamiaan.be
Na gastric sleeve De eerste weken na de ingreep: vloeibare, gemixte en gepureerde voeding. Deze voeding moet niet noodzakelijk vet- of suikerarm zijn, vooral niet als het gewichtsverlies (te) snel optreedt. Op langere termijn dienen energierijke en/of vloeibare voedingsmiddelen vermeden te worden, aangezien de ingreep niet is aangewezen voor sweet-eaters maar wel voor volume-eaters. Ontbijt: maak een keuze uit beschuiten, geroosterd brood of cornflakes (geweekt). Beleg kan bestaan uit smeerkaas of gelei. Vanillepudding of yoghurt zonder stukjes. Middagmaal: gemixte groentesoep of vastere voeding, zoals aardappelpuree, zacht gekookte en gepureerde groenten (vb. wortelen, bloemkool, broccoli, appelmoes), maar geen vezelrijke of rauwe groenten (geen bonen, erwten, asperges, selder). Als alternatief gelden de bereide maaltijden zonder stukjes in het gamma van de babyvoeding. Vezelrijk vlees (biefstuk, kotelet) is nog te vermijden. Avondmaal: zoals het ontbijt. Tussendoortjes: niet-bruisende dranken. Na de eerste weken mag langzaam worden overgeschakeld naar normale voeding. De porties zullen beperkt blijven. Na gastric bypass De eerste weken na de ingreep: vloeibare, gemixte en gepureerde voeding. Deze voeding moet niet noodzakelijk vet- of suikerarm zijn, vooral niet als het gewichtsverlies (te) snel optreedt. Bij dumpingsyndroom worden best (te veel) suikers vermeden. De volumes zullen in het begin beperkt zijn, omdat de maagpouch en de overgang van de maagpouch naar de dundarm nog aan het helen zijn, waardoor er nog zwelling aanwezig is. Na heling zal het volume van de pouch wat groter zijn en zal vooral de overgang van het voedsel van de pouch naar de dundarm vlotter gebeuren, zodat de porties per maaltijd wat groter kunnen worden. Ontbijt: maak een keuze uit beschuiten, geroosterd brood of cornflakes (geweekt). Beleg kan bestaan uit smeerkaas of gelei. Vanillepudding of yoghurt zonder stukjes. Middagmaal: gemixte groentesoep of vastere voeding, zoals aardappelpuree, zacht gekookte en gepureerde groenten ( vb. wortelen, bloemkool, broccoli, appelmoes ), maar geen vezelrijke of rauwe groenten (geen bonen, erwten, asperges, selder). Als alternatief gelden de bereide maaltijden zonder stukjes in het gamma van de baby-voeding. Vezelrijk vlees (biefstuk, kotelet) is nog te vermijden. Avondmaal: zoals het ontbijt. Tussendoortjes: niet-bruisende dranken. Na de eerste weken mag langzaam worden overgeschakeld naar normale voeding. De porties zullen beperkt blijven.
OOK – OVERGEWICHT- EN OBESITASKLINIEK
Pagina 27