Welkom in de Menorah Startzondag Themadienst:
Voorganger Ouderling v. dienst Lector/Lectrice Organist/pianist
: : : :
De dienende gemeente
Ds. A.H. Boschma dhr. H. Meijer mw. F. Hovius dhr. H. Dorsman
Lied voor de Dienst:
Toen ik naar mijn naaste zocht, waar was jij? Waar was jij? Toen ik naar mijn naaste zocht, waar was jij? Refrein:
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?
Lied voor de Dienst:
Ik was naakt en had geen geld, waar was jij? Waar was jij? Ik was naakt en had geen geld, waar was jij? Refrein:
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?
Lied voor de Dienst:
Ik had niets en zocht een huis, waar was jij? Waar was jij? Ik had niets en zocht een huis, waar was jij? Refrein:
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?
Lied voor de Dienst:
Toen ik dorst en honger had, waar was jij? Waar was jij? Toen ik dorst en honger had, waar was jij? Refrein:
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?
Lied voor de Dienst:
Ik was ziek en vroeg om hulp, waar was jij? Waar was jij? Ik was ziek en vroeg om hulp, waar was jij? Refrein:
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?
Lied voor de Dienst:
Overal waar jij zult zijn, zal ik zijn, zal ik zijn. Overal waar jij zult zijn, zal ik zijn. Refrein:
En ik vraag je niet naar huidskleur, naar geloof of naar je naam. Toen ik naar een naaste zocht, waar was jij?
Welkom in de Menorah Startzondag Themadienst:
Voorganger Ouderling v. dienst Lector/Lectrice Organist/pianist
: : : :
De dienende gemeente
Ds. A.H. Boschma dhr. H. Meijer mw. F. Hovius dhr. H. Dorsman
Maak een vrolijk geluid voor de Heer
Goedemorgen, welkom allemaal!
Intochtslied: Lied 10 (Eva's lied) vers 1, 2 en 3. Door de zanggroep
Vol van verwachting zijn wij gekomen om weer te weten waartoe wij bestaan. Verstillend van binnen, verlangend te horen het levende Woord dat opnieuw wordt geboren waar mensen in aandacht en liefde verstaan.
Intochtslied: Lied 10 (Eva's lied) vers 1, 2 en 3. Door de zanggroep
Tijd vloeit ineen; verleden worden heden, toekomst wordt nu, maar altijd blijft het Woord: herinnerd te worden aan hoe wij bedoeld zijn, herscheppen de wereld waarmee wij vergroeid zijn, die opdracht aan alles wat ademt gaat voort.
Intochtslied: Lied 10 (Eva's lied) vers 1, 2 en 3. ALLEN
Samen gekomen om te gaan vieren uur van gemeenschap, van Woord en van Geest, dat warm en met liefde en licht is doorweven, ons helpt om ons leven gestalte te geven. Verwachtingsvol zijn wij gereed voor dit feest.
Stil Gebed ~
Aanvangswoord ~ Groet
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1a, 2, 3, 4 en 5. Door zanggroep
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1b, 2, 3, 4 en 5. Door zanggroep
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1, 2a, 3, 4 en 5. Door zanggroep
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1, 2b, 3, 4 en 5. Door zanggroep
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1, 2, 3a, 4 en 5. Door Zanggroep
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1, 2, 3b, 4 en 5. Door Zanggroep
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1, 2, 3, 4a en 5. Allen
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1, 2, 3, 4b en 5. Allen
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1, 2, 3, 4 en 5a. Allen
Inleiding op Kyriëgebed: Lied 1003 vers 1, 2, 3, 4 en 5b. Allen
Kyriëgebed
Canon “Laten wij nu samen”uit Sjongend op wei
Laten wij nu samen, laten wij nu samen, zingen, prijzen, loven de Heer. Laten wij dat samen doen: zingen, prijzen, loven de Heer. Zingen, prijzen, loven de Heer. Zingen, prijzen, loven de Heer. Zingen, prijzen, loven de Heer. Zingen, prijzen, loven de Heer.
Gebed bij opening van het Woord Door Zanggroep
De barmhartige samaritaan
Kinderen gaan naar de kindernevendienst
1e schriftlezing Matteüs 25 vers 35-40. 2e schriftlezing Jacobus 2 vers 14-26.
Matteüs 25 vers 35-40
Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 36 ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” 37 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? 35
Matteüs 25 vers 35-40
Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” 40 En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” 39
Wisselzang: Lied 31 Diaconale liederen Vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Zanggroep
Door liefde sterk bewogen, verbolgen om al het kwaad, volharden wij in smeken tot God die onrecht haat: ‘Hoelang nog duurt het lijden, hoelang houdt men zich doof, hoelang breekt eigenliefde de kracht van het geloof?’
Wisselzang: Lied 31 Diaconale liederen Vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Allen
Hoor toch het luide roepen van hen die dag aan dag gebukt gaan onder hebzucht en harteloos gedrag: ‘Waar blijft, o God, uw vrede en uw gerechtigheid? Welk teken krijgt de arme die onder onrecht lijdt?’
Wisselzang: Lied 31 Diaconale liederen Vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Vrouwen
Die aan bezit verslaafd zijn ze roepen goden aan uit angst om te verliezen de grond van hun bestaan: ‘Veroordeel niet de weelde, verwerp niet wat wij doen, vraag niet naar ons geweten of politiek fatsoen!’
Wisselzang: Lied 31 Diaconale liederen Vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Allen
Wat hebben wij te bieden dan blinde angst en strijd aan God, die eens zijn schepping van alle kwaad bevrijdt? ‘Wanneer ontvangt de arme genoegdoening en recht? Hoe lang wordt aan de minsten uw koninkrijk ontzegd?’
Wisselzang: Lied 31 Diaconale liederen Vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Mannen
God vraagt: ‘Wie heeft het lef nog te leven naar mijn woord en als profeet te spreken, door weinigen gehoord? Wie raakt, als gast niet welkom, de grens van het bestaan? Wie durft, haast zonder bijval, die ene weg te gaan?’
Wisselzang: Lied 31 Diaconale liederen Vers 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Allen
In dagelijkse dingen zo thuis, zo ingewijd, vertrouwd met de profeten en in verbondenheid kwam Hij om ons te redden, nam Hij het voor ons op. Zo zette Hij met dwazen ons leven op z'n kop.
Jacobus 2 vers 14-26
Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? 15 Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, 16 en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin? 17 Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood. 14
Jacobus 2 vers 14-26
Maar dan zegt iemand: ‘De een gelooft, de ander doet.’ Laat mij maar eens zien dat je kunt geloven zonder daden; ik zal u door mijn daden tonen dat ik geloof. 19 U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen. 20 Dwaas, wilt u het bewijs dat geloof zonder daden nutteloos is? 21 Werd het onze voorvader Abraham niet als een rechtvaardige daad toegerekend dat hij zijn zoon Isaak op het altaar wilde offeren? 22 U ziet hoe geloof en handelen daar hand in hand gaan, en hoe het geloof vervolmaakt wordt door daden. 18
Jacobus 2 vers 14-26
Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem toegerekend als een rechtvaardige daad.’ Hij wordt zelfs Gods vriend genoemd. 24 U ziet dus dat iemand rechtvaardig wordt verklaard om wat hij doet, en niet alleen om zijn geloof. 25 Werd niet ook Rachab, de hoer, rechtvaardig verklaard om wat ze deed, toen ze de verkenners ontving en langs een andere weg liet vertrekken? 26 Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is ook geloof zonder daden dood. 23
Zingen: Lied 718 vers 3 en 4.
Zingen: Lied 718 vers 3 en 4.
Video
Ubi Caritas. (Zanggroep/gemeente verschillende talen).
Ubi caritas et amor, ubi caritas Deus ibi est. As der freonskip is en leafde, as der freonskip is, dan is God by ús. Ubi caritas et amor, ubi caritas Deus ibi est. Dêr ’t de soarch opbloeit en frede groeit dêr ’t de leafde gloeit dêr is God mei ús.
Preek
Lied 34 (melodie Ps. 134) Diaconale liederen over de 7 werken der barmhartigheid
Allen
De werken van barmhartigheid ze zijn voor eeuwig en altijd de stappen die ons leiden tot het helend koninkrijk van God Mannen
Overal waar gebrek aan brood de mensen plaagt met hongersnood zijn wij Gods handen voor elkaar als hoopvol zegenend gebaar
Lied 34 (melodie Ps. 134) Diaconale liederen over de 7 werken der barmhartigheid
Vrouwen
En geef aan wie van dorst versmacht te drinken wat een mens verwacht dat iemand dan een beker reikt waaruit Gods medelijden blijkt Mannen
Wie zijn gevlucht en wie zich vreemd en angstig voelen en ontheemd biedt hem een veilig onderdak want voor hem heeft de Heer een zwak
Lied 34 (melodie Ps. 134) Diaconale liederen over de 7 werken der barmhartigheid
Vrouwen
Geef aan wie arm zijn, koud en naakt die hun bezit zijn kwijtgeraakt door hen te kleden het gevoel hoe God hun leven heeft bedoeld Allen
Wie ziek zijn en door pijn geplaagd de zin daarvan als grote vraag Wees hen in naam van God nabij sta sprekend, zwijgend aan hun zij
Lied 34 (melodie Ps. 134) Diaconale liederen over de 7 werken der barmhartigheid
Mannen
Laat mensen nooit terzijde staan vanwege fouten ooit begaan Open uw hart, reikt hen uw hand en breng iets ongedachts tot stand Vrouwen
Wanneer het leven is volbracht leg dan met eerbied en ontzag de doden in de aarde neer als Gods beminden, tot Gods eer
Lied 34 (melodie Ps. 134) Diaconale liederen over de 7 werken der barmhartigheid
Allen
Wij stellen tot in deze tijd tekenen van barmhartigheid opdat de wereld blijvend merkt dat God door mensenhanden werkt
Kinderen komen terug uit de kindernevendienst
Wij gedenken
Pieter Sjoerd Westra 54
Dankgebed
Voorbeden Stil gebed “Gebed fan Franciscus” (door de zanggroep).
Voor:
Mw. G. Veldman
Voor:
Dhr. A. vd Wal
1e rondgang:
Missionair werk en kerkgroei (doorgeefcollecte)
2e rondgang:
Pastoraat
Deurcollecte:
Eigen jeugdwerk
De wind steekt op (tekst: Michiel de Zeeuw; melodie: God is getrouw, Gezang 304)
De wind steekt op, de bomen buigen licht. De vogels voelen zich al meer gedragen. Zij leven vrij, in zingend evenwicht, alsof ze weten wat de wind zal vragen. Vertrouwen, dat gevleugeld zinsverband, leeft uit Gods hand.
De wind steekt op (tekst: Michiel de Zeeuw; melodie: God is getrouw, Gezang 304)
De wind steekt op, Gods adem vult het huis. De mensen wagen zich weer aan verhalen van wie hen draagt, van wie er aan het kruis ons toekomst bracht en leerde ademhalen. Geloven is een luisterend bestaan, een samen gaan.
De wind steekt op (tekst: Michiel de Zeeuw; melodie: God is getrouw, Gezang 304)
De wind steekt op, we steken nu van wal. De zeilen vangen kracht voor op het water. Wat ons op zee nog overvallen zal, wij vissen tot de morgen, want hij staat er: die ons met brood en vis heeft opgewacht. Het is volbracht.
Zegen
U bent van harte welkom in de foyer voor een kopje koffie of thee.
Voor meer info zie MenorAgenda of www.pgdrachtenoost.nl
Nog een fijne Zondag toegewenst!