Welkom in de Menorah
Voorganger
: ds. A.H. Boschma
Lector Organist
: mw. N. van Gelderen : dhr. H. Dorsman
Ouderling v. dienst
: dhr. C. de Haan
Naam van de zondag : 1e zondag na Trinitatis (Drie-eenheid)
Gezang 212: 1A, 2, 4, 5
Gezang 212: 1B, 2, 4, 5
Gezang 212: 1, 2, 4, 5
Hij, die het leven / aan ons heeft gegeven, ons deze nacht omgaf met goede zorgen, roept ons nu vrolijk naar een nieuwe morgen. Zing Halleluja! Bron van het goede, / die ons zo behoedde, blijf elke nacht en dag, zo lang wij leven, ons met uw liefdevolle trouw omgeven. Zing Halleluja!
Gezang 212: 1, 2, 4, 5
Blijf ons geleiden, / ga aan onze zijde! Al zal de hitte van de dag ons steken, wij zijn voor altijd van uw liefde zeker. Zing Halleluja
Welkom in de Menorah
Voorganger
: ds. A.H. Boschma
Lector Organist
: mw. N. van Gelderen : dhr. H. Dorsman
Ouderling v. dienst
: dhr. C. de Haan
Naam van de zondag : 1e zondag na Trinitatis (Drie-eenheid)
Intochtslied: Ps 84: 1, 6
Hoe lieflijk, hoe goed is mij, HEER, het huis waar Gij uw naam en eer hebt laten wonen bij de mensen. Hoe brand ik van verlangen om te komen in uw heiligdom. Wat zou mijn hart nog liever wensen dan dat het juichend U ontmoet die leven zijt en leven doet.
Intochtslied: Ps 84: 1, 6
Want God onze Heer die ons mild bestraalt als zon, beschermt als schild, zal in genade ons verhogen. Zijn hand onthoudt het goede niet aan wie oprecht Hem hulde biedt en eerlijk wandelt voor zijn ogen HEER, die het al in handen houdt, welzalig die op U vertrouwt.
Stil gebed, aanvangswoord en groet
Gebed om ontferming
(Tussen de gebeden zingen wij het aangegeven Kyrië)
Gezang 212: 1A, 2, 4, 5
Gezang 212: 1B, 2, 4, 5
Gezang 212: 1, 2, 4, 5
Hij, die het leven / aan ons heeft gegeven, ons deze nacht omgaf met goede zorgen, roept ons nu vrolijk naar een nieuwe morgen. Zing Halleluja! Bron van het goede, / die ons zo behoedde, blijf elke nacht en dag, zo lang wij leven, ons met uw liefdevolle trouw omgeven. Zing Halleluja!
Gezang 212: 1, 2, 4, 5
Blijf ons geleiden, / ga aan onze zijde! Al zal de hitte van de dag ons steken, wij zijn voor altijd van uw liefde zeker. Zing Halleluja
Kinderen gaan naar de nevendienst
Rondom het Woord
Jeremia 20: 7-13
Matteüs 10: 16-33
Jeremia 20: 7-13 ‘HEER, u hebt mij verleid, en ik ben bezweken, u was te sterk voor mij en hebt mij in uw greep gekregen. Dag in dag uit lachen ze om mij, iedereen bespot mij. 8 Telkens als ik spreek, moet ik schreeuwen: “Ik word mishandeld, onderdrukt!” Want de woorden van de HEER brengen mij dag in dag uit schande en vernedering. 9 Als ik denk: Ik wil hem niet meer noemen, niet meer spreken in zijn naam, dan laait er in mijn hart een vuur op, 7
Jeremia 20: 7-13 dan brandt het in mijn gebeente. Ik doe moeite om het in bedwang te houden, maar ik kan het niet. 10 Want de mensen bauwen mij na: “Overal paniek! Overal paniek! Roep het, dan vertellen wij het verder.” Al mijn vrienden zijn uit op mijn val: “Misschien laat hij zich verleiden, dan krijgen wij hem in onze greep, dan wreken wij ons op hem.” 11 Maar de HEER staat mij terzijde als een machtig krijgsman.
Jeremia 20: 7-13 Daarom komen mijn belagers ten val, ze krijgen mij niet in hun greep. Ze zullen diep worden beschaamd, ze zullen hun doel niet bereiken. Ze worden overladen met eeuwige schande, nooit zal die worden vergeten. 12 HEER van de hemelse machten, die alles rechtvaardig onderzoekt, die hart en nieren doorgrondt, laat mij zien dat u zich op hen wreekt. U leg ik mijn zaak voor. 13 Zing voor de HEER, loof de HEER, want hij heeft het leven van de arme uit de handen van boosdoeners gered.
Lied 995: 1A, 2
Lied 995: 1B, 2
Lied 995: 1, 2 O Vader, trek het leed U aan van allen die met ons bestaan. Gij hebt gezegd: geef gíj hun brood, doe ons hun broeders zijn in nood, opdat zij weten, wie Gij zijt: de God van hun gerechtigheid.
Matteüs 10: 16-33. Bedenk wel, ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif. 17 Pas op voor de mensen, want ze zullen je voor het gerecht brengen en je geselen in hun synagogen. 18 Jullie zullen omwille van mij worden voorgeleid aan gouverneurs en koningen, en een getuigenis moeten afleggen ten overstaan van hen en de heidenen. 19 Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen, zal je op dat moment worden ingegeven. 16
Matteüs 10: 16-33. Jullie zijn het immers niet zelf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt. 21 De ene broer zal de andere uitleveren om hem te laten doden, en vaders zullen hetzelfde doen met hun kinderen, en kinderen zullen zich tegen hun ouders keren en hen laten terechtstellen. 22 Jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn naam; maar wie standhoudt tot het einde zal worden gered. 23 Wanneer ze jullie vervolgen in de ene stad, vlucht dan naar de volgende. Ik verzeker jullie: voor je in elke stad van Israël bent geweest, zal de Mensenzoon gekomen zijn. 20
Matteüs 10: 16-33. Een leerling staat niet boven zijn leermeester en een slaaf niet boven zijn heer. 25 Een leerling moet er genoegen mee nemen te worden als zijn leermeester, en de slaaf als zijn heer. Als ze de heer des huizes al Beëlzebul genoemd hebben, waarvoor zullen ze dan zijn huisgenoten wel niet uitmaken? 26 Wees dus niet bang voor hen. Want niets is verborgen dat niet onthuld zal worden en niets is geheim dat niet bekend zal worden. 27 Wat ik jullie in het duister zeg, spreek dat uit in het volle licht, en wat jullie in het oor gefluisterd wordt, schreeuw dat van de daken. 24
Matteüs 10: 16-33. Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna. 29 Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. 30 Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. 31 Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. 32 Iedereen die mij zal erkennen bij de mensen, zal ook ik erkennen bij mijn Vader in de hemel. 33 Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal ook ik verloochenen bij mijn Vader in de hemel. 28
Lied 362: 1A, 2, 3
Lied 362: 1B, 2, 3
Lied 362: 1, 2, 3 Hij die ons in zijn dienstwerk heeft gewild, die het gewaagd heeft onze hand te vragen, die ons uit angst en doem heeft weggetild en ons tot hier op handen heeft gedragen. Hij die verlangen wekt, verlangen stilt. Vrees niet, Hij gaat met ons, een weg van dagen.
Lied 362: 1, 2, 3 Van U is deze wereld, deze tijd. Gij hebt uw stem tot op vandaag doen klinken. Uw naam is hartstocht voor gerechtigheid, uw woord de bron waaruit wij willen drinken. Gij die tot hiertoe onze toekomst zijt – dat wij niet in vertwijfeling verzinken.
Overdenking
Lied 912: 1, 2, 5, 6
Lied 912: 1, 2, 5, 6 Neem mijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet op de wegen van uw wet.
Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij U geheiligd zij. Maak mijn hart tot uwe troon, dat uw Heilge Geest er woon'.
Lied 912: 1, 2, 5, 6 Neem ook mijne liefde, Heer, 'k leg voor U haar schatten neer. Neem mijzelf en voor altijd ben ik aan U toegewijd.
Kinderen komen terug van de nevendienst
Dankgebed Voorgebeden Stil gebed Onze Vader
Voor : Mevrouw J. Steenhuis Voor : Familie Dijkstra
1e rondgang: Zending en werelddiaconaat 2e rondgang : Pastoraat Deurcollecte : Eigen Jeugdwerk
Slotlied 871: 1, 2, 3, 4
Slotlied 871: 1, 2, 3, 4
Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal, en uit de kindermond ontspringt de lofzang die zijn naam omringt. Zijn rijk is volle zaligheid, wie was gevangen wordt bevrijd, wie moe was komt tot rust voorgoed, wie arm was leeft in overvloed.
Slotlied 871: 1, 2, 3, 4
Laat loven al wat adem heeft de koning die ons alles geeft. O aarde om dit nieuw begin stem met het lied der englen in.
Zending en Zegen
U bent van harte welkom in de foyer voor een kopje koffie of thee.
Voor info zie MenorAgenda of www.pgdrachtenoost.nl