Startzondag nieuw seizoen
Welkom terug
Wees welkom in een veilige en gastvrije omgeving
Overweging 23 augustus 2015 – Henk Kemper Lector: Jeffrey Leander
“... Brood staat symbool voor het delen van aandacht, liefde, zorg en voedsel. Jezus gaf ons er een opdracht bij: wees als deelbaar brood, oneindige liefde, oneindig veel mogelijkheden. Als we straks brood en wijn delen, dan staat dat voor onze voornemen om open te staan voor elkaar, voor vluchteling en zwerver. Met de nodige consequenties in de dagelijkse werkelijkheid ...”
Eerste lezing: 2 Koningen 4: 42-44 Tweede lezing: Marcus 8: 1-21 Openingsgebed Aan God die al wat is, geschapen heeft en leidt, aan Hem die door ons genoemd mag worden: Vader, dragen wij in eerbied dit samenzijn op. Wij delen brood, wij delen wijn, en wij ontmoeten elkaar in de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen. Lied: “Welkom” Anneke Meiners, Mariëtte Harinck Welkom en inleiding Goedemorgen, hartelijk welkom in deze viering van schrift en tafel. Iedereen die we vaak zien, wees weer welkom. En wie nu en dan komt binnenlopen of er vandaag voor de eerste keer is: voel je welkom in deze gemeenschap van mensen die zoeken naar hoe God de wereld heeft bedoeld. Vandaag is het, zoals we dat in de loop der jaren zijn gaan noemen “startzondag.’ Dat is de eerste zondag na de vakantieperiode, de aftrap van een nieuw jaar waarin we elkaar steeds zullen proberen te bemoedigen, te troosten, er te zijn én elkaar te inspireren om de dingen te doen die er toe doen. pag. 1 © Oecumenische basisgemeente De Duif, Amsterdam – www.deduif.net -
[email protected] Deze tekst is bedoeld voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, zoals voor studiedoeleinden. Elke vorm van herpublicatie van (een deel van) de inhoud van deze tekst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maker is verboden.
Vandaag koos ik voor vertalingen van de Bijbel in Gewone Taal. In mijn gevoel sluit alleen al de term ‘in gewone taal’ goed aan bij de thematiek. Die gaat vandaag over het voorzien in een oer-behoefte, het voorzien in dagelijks brood. Voor velen een dagelijkse uitdaging bij het kiezen van de overdaad in de supermarkt (“wat moeten we vandaag nu weer eten) en voor anderen, van dakloze tot vluchteling, een dagelijkse struggle for life. Het thema is vandaag: “Welkom terug.” Ik hoop dat je genoten hebt van een mooie vakantieperiode. Of je nu op reis was of niet. Een vakantieperiode voelt, ook als je thuis bent toch anders. Weinig ochtend- en avondspits, veel toeristen in de stad, prettig weer en een gevoel van vrijheid. In de Duif komt hiermee vandaag een einde aan de zomerserie met steeds als thema, een variant op: “Geloof jij in…” Er komt een einde aan en toch gaan we ook een beetje verder met de vraag waarin we geloven. Naast “welkom terug” staat er voor op het boekje “wees welkom in een veilige en gastvrije omgeving.” Hopelijk ervaren we de gemeenschap van de Duif als een veilige en gastvrije omgeving. Vandaag stel ik me de vraag of we vanuit die gastvrije en veilige omgeving kunnen en willen nadenken over de opvang van de kwetsbare, de onbekende, de hulpbehoevende. Daarover straks meer. Het is fijn dat het koor er weer is en het is goed om jullie allemaal weer te zien. We gaan bidden en zingen. Zingen over aandacht, zorg en liefde voor elkaar. En over hoe God de wereld heeft bedoeld. Ik wens ons een uur van rust en bezinning toe. Laten we eerst een moment stil worden om ruimte in ons hoofd en hart maken. Lied: Van God is de aarde
H.Oosterhuis/A.Oomen
Naar Psalm 24
Eerste lezing: 2 Koningen 4: 42-44 Elisa geeft honderd profeten te eten Op een dag kwam er iemand uit de stad Baäl-Salisa bij de profeet Elisa op bezoek. Hij bracht twintig broden voor hem mee. De broden waren gebakken met gerst van de nieuwe oogst. De man had ook nog wat vers graan bij zich. Elisa zei tegen zijn knecht: ‘Geef dit brood aan de profeten te eten.’ De knecht vroeg: ‘Is dit genoeg voor honderd mensen?’ ‘Jazeker,’ antwoordde Elisa. ‘Want de Heer zegt: ‘Ze kunnen allemaal van deze broden eten, en ze zullen nog overhouden ook.’’ Toen deelde de knecht het brood uit. Iedereen at ervan, en er bleef nog brood over ook. Precies zoals de Heer gezegd had. Lied: Alles wacht op u vol hoop Tweede lezing: Marcus 8: 1-21 Op een keer waren er weer veel mensen bij Jezus gekomen. Ze hadden geen eten bij zich. Daarom riep Jezus zijn leerlingen en zei: ‘Ik maak me zorgen over deze mensen. Ze zijn nu al drie dagen hier zonder eten. Als ik ze nu laat gaan, zullen ze de reis naar huis niet volhouden. Sommigen moeten een heel eind reizen. De leerlingen antwoordden: ‘Maar hoe komen we aan genoeg eten voor al die mensen? Hier is niets te krijgen.’ Jezus vroeg: ‘Hoeveel eten hebben we bij ons?’ De leerlingen antwoordden: ‘We hebben zeven broden.’
pag. 2 © Oecumenische basisgemeente De Duif, Amsterdam – www.deduif.net -
[email protected] Deze tekst is bedoeld voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, zoals voor studiedoeleinden. Elke vorm van herpublicatie van (een deel van) de inhoud van deze tekst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maker is verboden.
Toen zei Jezus tegen de mensen dat ze op de grond moesten gaan zitten. Hij nam het brood en dankte God voor het voedsel. Daarna brak hij het brood in stukken. Hij gaf het aan de leerlingen, en zij deelden het uit aan de mensen. Ze hadden ook een paar kleine vissen bij zich. Jezus dankte God daarvoor. Daarna deelden de leerlingen ook de vis uit. De mensen konden eten zo veel als ze wilden. Daarna haalden de leerlingen het eten op dat over was. Het waren zeven manden vol. Er waren daar ongeveer vierduizend mensen. Na het eten stuurde Jezus hen naar huis. Daarna stapten Jezus en de leerlingen in de boot. Ze gingen naar het gebied Dalmanuta. Daar kwamen farizeeën naar Jezus toe. Ze begonnen een discussie met hem. Ze zeiden: ‘Bewijs maar eens met een teken dat u door God gestuurd bent!’ Ze wilden laten zien dat Jezus dat niet kon. Jezus zuchtte diep en zei: ‘Waarom willen deze mensen toch een teken zien? Luister goed naar mijn woorden: Mensen zoals jullie krijgen zeker geen teken te zien!’ Toen liet Jezus de farizeeën daar achter, en stapte met de leerlingen weer in de boot. Ze gingen naar de overkant van het meer. De leerlingen waren vergeten om eten mee te nemen. Ze hadden maar één stuk brood bij zich in de boot. Jezus waarschuwde hen. Hij zei: ‘Pas op voor de gevaarlijke invloed van de farizeeën en van Herodes.’ Maar de leerlingen bespraken intussen met elkaar dat ze geen eten hadden. Toen Jezus dat merkte, zei hij: ‘Waarom bespreken jullie met elkaar dat je geen eten hebt? Hebben jullie er dan niets van begrepen? Jullie lijken wel blind! Jullie hebben ogen, maar jullie zien niets. Jullie hebben oren, maar jullie horen niets. Laatst verdeelde ik vijf broden onder vijfduizend mensen. Zeg eens, hoeveel manden hebben jullie toen opgehaald met brood dat over was?’ De leerlingen zeiden: ‘Twaalf manden.’ Jezus zei: ‘En later verdeelde ik zeven broden onder vierduizend mensen. Zeg eens, hoeveel manden vol brood hebben jullie toen opgehaald?’ Ze zeiden: ‘Zeven.’ Toen zei Jezus: ‘Jullie zouden het nu toch moeten begrijpen!’ Overweging Twee verhalen vandaag over het eindeloos kunnen delen van brood; het eindeloos kunnen voorzien in voedsel. Het eerste, oudtestamentische verhaal is niet zo bekend, zo bleek tijdens de voorbereiding van de viering. Het verhaalt over Elisa, de leerling van de grote profeet Elia. Elisa nam, zo te zeggen, de honneurs van Elia over, na diens dood. En ook over hem, Elisa, zijn wonderbaarlijke verhalen opgetekend. Zoals het met zout zuiveren van een verontreinigde bron, het oneindig kunnen uitschenken van olie uit een kruik, het voorspellen dat een oude vrouw een kind zal krijgen, het opwekken van een overleden kind en het genezen van de melaatse legerleider Naäman. Parallel
Het zijn verhalen die een parallel vertonen met verhalen die over Jezus werden opgeschreven. Het plaatst Jezus in de grote lijn van belangrijke profeten. In de perikopen die we vandaag lazen herkennen we ogenblikkelijk de overeenkomsten: een grote massa mensen die moet eten. De overeenkomst is natuurlijk dat uit het niets, veel blijkt te ontstaan. Volgens de wetten der logica is het onmogelijk dat je met enkele broden pag. 3 © Oecumenische basisgemeente De Duif, Amsterdam – www.deduif.net -
[email protected] Deze tekst is bedoeld voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, zoals voor studiedoeleinden. Elke vorm van herpublicatie van (een deel van) de inhoud van deze tekst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maker is verboden.
en wat vis, duizenden mensen kunt voeden. En we moeten dan ook maar niet op zoek gaan naar het precieze hoe. Feit is dat op meerdere plaatsen in de bijbel over hetzelfde ‘wonder’ wordt geschreven. Marcus lijkt er vandaag even een foutje bij te maken als er staat dat er twaalf manden met stukken brood werden opgehaald na de maaltijd. Dat lijkt niet te kloppen met de verhalen er juist boven. Maar in hoofdstuk 6 van Marcus wordt, naast het hier aangehaalde hoofdstuk 8 óók verteld over vijfduizend mensen, vijf broden en twee vissen. Eigenlijk het verhaal dat de meesten van ons het beste kennen. Elisa was wellicht goed af met zijn twintig gerstebroden voor honderd profeten. Jezus voedde volgens de verhalen respectievelijk vierduizend en vijfduizend mensen met vijf en zeven broden. Dat is nog eens uitdelen; de voedselbank zou er jaloers op zijn. Genoeg hebben
Nogmaals, laten we niet op zoek gaan naar het precieze hoe, maar eens stilstaan bij de waarde en de kracht van dat wat beschreven staat. Bij Elisa staat dat de bedienden de maaltijd te schamel vonden: zij protesteren en zeggen dat het beslist niet voldoende zal zijn. Toch was het genoeg. Zou het kunnen zijn dat je genoeg kunt hebben aan dat wat je voorgezet krijgt, áls je niet zo veeleisend bent? Of zou het een metaforisch verhaal zijn waarin brood niet staat voor eetbaar voedsel, maar dat brood in de verhalen staat voor brood dat écht voedt? Te weten de leefregels die Jezus ons voorhield en uitlegde? Dat zou een directe parallel inhouden met bijvoorbeeld de beroemde bergrede van Jezus, waarin hij heel duidelijk maakte dat je er, als je zijn woorden in praktijk wilt brengen, moet zijn voor anderen, onder alle omstandigheden. Dat je geeft van wat je hebt en dat je deelt wat je kunt missen. Niet-veranderen
Het zijn de farizeeën die, zoals altijd kritiek hebben op Jezus’ handelwijze. De farizeeën, de strengste sekte binnen de toenmalige Joodse wereld, eisen een verklaring. Ze willen het bewijs voor het feit dat Jezus zich de zoon van God noemt. De reactie van Jezus zegt genoeg: “waarom verlangen deze mensen een teken,” zegt hij. “Mensen zoals jullie krijgen zeker geen teken te zien.” ‘Mensen zoals jullie’ noemt Jezus hen. Blijkbaar doelt hij op mensen die vasthouden aan oude tradities, aan mensen die niet wensen te veranderen, die anderen ter verantwoording roepen maar intussen zelf niet in actie komen. Maar… om een teken te zien moet je wel willen en kúnnen zien wat er te zien is. Dan moet je misschien je eigen verblindende gelijk eens opzij zetten. Ook Jezus’ leerlingen raken de draad kwijt als ze onderling praten over een tekort aan brood. Het stelt Jezus teleur en hij zegt: “Waarom bespreken jullie dat je geen eten hebt. Jullie lijken wel blind en jullie horen niets.” Hij doelt hiermee op het feit dat ze getuige zijn geweest van het kunnen delen van het beetje voedsel dat er wel is en dat er dan genoeg kan blijken voor alle aanwezigen. Dat is een raar wonder dat niettemin kán, als je het maar ziet en er in wilt geloven. “Jullie zouden het nu toch moeten begrijpen,” zegt hij. Fort Europa
Als je niet dat wat van jou is, uitsluitend voor jezelf houdt, dan blijkt dat er veel te verdelen is. Daar ligt de sleutel van het wonder waarover we vandaag lezen. Als we die gedachte transponeren naar onze huidige werkelijkheid, dan komen we, of we willen of niet, uit bij voedseltekorten, schaarste, daklozen en zij die vluchten voor oorlogsgeweld. De afgelopen weken toonde het nieuws ons dagelijks desperate mensen die vluchten voor oorlog en ellende. De Volkskrant deed dagelijks verslag van dat wat werd pag. 4 © Oecumenische basisgemeente De Duif, Amsterdam – www.deduif.net -
[email protected] Deze tekst is bedoeld voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, zoals voor studiedoeleinden. Elke vorm van herpublicatie van (een deel van) de inhoud van deze tekst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maker is verboden.
genoemd “Fort Europa.” Het schetste beelden van mensen die zoeken naar een beter bestaan. Een bestaan in een deel van de wereld waar wél voedsel is en kansen zijn. Door sommigen worden ze afgedaan als gelukszoekers. Is dat wat het is? Ben je een gelukzoeker als je je land ontvlucht voor een menswaardig bestaan. Ben je een gelukzoeker als je recht van bestaan opeist? Misschien zou Jezus tegen de mensen die spreken van gelukzoekers ook wel zeggen: “Snap je het nóg niet? Je zou het nu toch moeten begrijpen.” Wat is het dat wij moeten begrijpen. Volgens mij is het heel eenvoudig: begrijpen dat de wereld niet van jou alleen is. Dat het goed is voedsel en welvaart te delen. Ik snap ook wel dat niet de halve wereld naar Europa als het beloofde land kan komen. Maar vooralsnog klagen we steen en been over de toenemende stroom van vluchtelingen die de gekste routes verzinnen en de gevaarlijkste reizen ondernemen om ellende te ontvluchten. Vooralsnog wordt gesproken over het sluiten van grenzen. Er wordt gesproken over een verdeling van de lasten over het continent, maar feitelijk proberen landen de last bij de buurlanden te leggen en de eigen grens te sluiten. Het zal allemaal niet helpen, denk ik. Bovendien staat het in schril contrast tot dat wat we zeggen te geloven. Als we geloven in de woorden van de man van Nazareth zullen we moeten denken in mogelijkheden en kansen. Kansen voor iedereen. Dat kan alleen als we geloven in een eerlijke verdeling van voedsel en rijkdom; als we de vreemdeling welkom heten. Als we van onze kant de kans grijpen om voor anderen te mogen zorgen. Niet denken in termen van tekorten en onmogelijkheden, maar denken in vertrouwen en delen. Wij kunnen de vreemdeling helpen te overleven en ze een opstap geven voor een goede toekomst. Delen van aandacht
Vandaag beginnen we weer aan een nieuw seizoen. Hebben we voldoende rust genoten en afstand kunnen nemen van onze dagelijkse beslommeringen? Hebben we tijd gevonden om stil te staan bij de dingen die tellen in het leven? Kunnen we de conclusie trekken dat we er moeten zijn voor elkaar, ook al vraagt dat offers? Brood staat symbool voor het delen van aandacht, liefde, zorg en voedsel. Jezus gaf ons er een opdracht bij: wees als deelbaar brood, oneindige liefde, oneindig veel mogelijkheden. Als we straks brood en wijn delen, dan staat dat voor onze voornemen om open te staan voor elkaar; voor vluchteling en zwerver. Met de nodige consequenties in de dagelijkse werkelijkheid. Griekenland is ver weg, bij Albert Heijn staat een dakloze voor de deur en misschien zit je nu wel naast iemand die zorg, aandacht en liefde nodig heeft. Als je ogen hebt en wél kijkt, als je oren hebt en wél hoort kun je er iets aan doen. Om met Cruijff te spreken: “Je ziet het pas as je het door heb.” Het is aan ieder van ons gegeven oren en ogen te gebruiken. Dus… laten we hopen en er voor zorgen dat Jezus tegen ons zou zeggen: “Ja, jullie hebben het begrepen.” Pianomuziek
pag. 5 © Oecumenische basisgemeente De Duif, Amsterdam – www.deduif.net -
[email protected] Deze tekst is bedoeld voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, zoals voor studiedoeleinden. Elke vorm van herpublicatie van (een deel van) de inhoud van deze tekst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maker is verboden.
Geloofsbelijdenis Ik geloof in God de Oneindige, die schepper is van hemel en aarde, van mens en dier, van bloem en gewas. Ik geloof dat ons gegeven is de verantwoordelijkheid voor het behoud van onze aarde, te delen met elkaar met hart en ziel en al ons verstand. Ik geloof dat in Jezus, God mens is geworden om ons aan zichzelf gelijkvormig te maken. Ik geloof dat in zijn leven, dood en opstanding God naast ons en in ons is gekomen. Ik geloof dat Gods Geest ons inspireert en kracht geeft om af en toe boven onszelf uit te stijgen in goedheid, barmhartigheid, creativiteit en zelfkennis. Ik geloof dat het Rijk van God daar is waar liefde woont, waar vertrouwen wordt bevestigd en waar dromen werkelijkheid worden. Amen. Intenties die werden opgeschreven in het groene boek Lied: Die om mij smeekt
H.Oosterhuis/T.Löwenthal
Tafelgebed V.: Jij die in ons en met ons wilt zijn, jij die hoort en weet en terugdenkt aan toen, toen je begon, toen je bedacht, je verbond, toen je liefde oplaaide, en woorden zocht, de wereld ziet, jouw neergeslagen mensen, zwervende kinderen. A.: Zie ons, hardnekkig verward in dromen, gewend aan leugens, moe en genadeloos. Als jij niet mee gaat, dan sterven wij liever. V.: Herinner je de nacht waarin zelfs jij niet gerust hebt, niet rusten kon, waarin jij de mens gewekt hebt eens en voorgoed. pag. 6 © Oecumenische basisgemeente De Duif, Amsterdam – www.deduif.net -
[email protected] Deze tekst is bedoeld voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, zoals voor studiedoeleinden. Elke vorm van herpublicatie van (een deel van) de inhoud van deze tekst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maker is verboden.
A.: Maak ons tot die mens. Leer ons jouw oproep verstaan. Te zijn als dat brood van toen. Hier, eet maar, drink mij maar, Ik ben er voor jou. Nodiging, breken en delen van brood en wijn Lied: Wie heeft brood genoeg
H.Oosterhuis / A.Oomen
Gedachten rond het thema Onze Vader Onze Vader, die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd; uw koninkrijk kome; uw wil geschiede op aarde, zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. Lied: Lied: De tafel der armen
H.Oosterhuis/A.Oomen
Wegzending Denken in mogelijkheden, tegen dat wat men van je verwacht en het gewone in, daar moet je soms heel impulsief handen en voeten aan geven. Daardoor iets op het eerste gezicht onmogelijks bereikend. Blind Een blinde man stond al een tijdje te wachten bij een drukke weg tot iemand zou aanbieden hem naar de overkant te brengen. Opeens voelde hij dat iemand hem op de schouder tikte. “Neem mij niet kwalijk,” zei de tikker, “ik ben blind, kunt u mij misschien naar de overkant van de weg brengen.” De eerste man, zelf blind dus, aarzelde geen moment, nam de tweede man bij de arm en zo staken ze samen de weg over. Toen iemand later de eerste man vroeg waarom hij dat gedaan had, antwoordde hij: “Wat had ik voor keus? Ik nam hem mee naar de overkant en het was een topervaring.” zegenbede pag. 7 © Oecumenische basisgemeente De Duif, Amsterdam – www.deduif.net -
[email protected] Deze tekst is bedoeld voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, zoals voor studiedoeleinden. Elke vorm van herpublicatie van (een deel van) de inhoud van deze tekst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de maker is verboden.