Welkom bij LOGO! Beste klant, Wij danken u voor de aankoop van LOGO! en feliciteren u met uw beslissing. Met LOGO! hebt u een logische module gekocht die voldoet aan de hoge kwaliteitseisen van ISO 9001. LOGO! is universeel bruikbaar. Door zijn grote functionaliteit en toch zeer gemakkelijke bediening garandeert LOGO! voor nagenoeg elke toepassing een groot rendement.
Doel van het handboek Dit LOGO!-handboek informeert u over de inbouw, het aanmaken van het schakelprogramma en de toepassing van LOGO!-0BA4-toestellen en LOGO!-uitbreidingsmodules alsmede de compatibiliteit tegenover de voorloperversies 0BA0-0BA3 (0BAx zijn de vier laatste tekens van het bestelnummer, die de ene apparatuurserie van de andere onderscheidt).
Plaatsing in het informatielandschap Behalve in het handboek bij LOGO! vindt u de bedradingsinformaties ook in de productinfo bij LOGO!, die bij ieder toestel gevoegd is. Nadere informatie over de programmering van de LOGO! via de PC vindt u in de online–hulp bij LOGO!Soft Comfort. LOGO!Soft Comfort is de programmeringssoftware voor PC’s. Ze loopt onder Windows, Linux, en Mac OS X en helpt u om LOGO! te leren kennen, schakelprogramma’s onafhankelijk van LOGO! te schrijven, te testen, uit te printen en te archiveren.
Wegwijzer Wij hebben dit handboek in 9 hoofdstukken onderverdeeld: Kennismaken met LOGO! LOGO! monteren en bedraden LOGO! programmeren De functies van LOGO! LOGO! parametreren LOGO! Programma–module (Card) LOGO!–software LOGO!–toepassingen Aanhangsels
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
i
Welkom bij LOGO! Geldigheidsgebied van het handboek Het handboek is geldig voor de toestellen van de toestelserie 0BA4.
Veranderingen ten opzichte van de voorloperversie van het handboek
LOGO! 24o opgenomen. Digitale module LOGO! DM 8 24R opgenomen. Analoge module LOGO! AM 2 PT100 opgenomen. Beschrijving van de veranderingen en nieuwe kenmerken van de toestelserie 0BA4.
Hoofdveranderingen ten opzichte van de voorloper–toestellen (0BA0 t/m 0BA3)
Hogere performance: snellere bewerkingstijd. Nieuw programma-module (Card) met meer opslagcapaciteit, knowhow-bescherming per parameter kiesbaar.
Display met achtergrondverlichting en 4 x 12 tekens. Nieuwe kenmerken van de actuele toestellen (0BA4)
Er staan u 130 blokken voor de instelling van het schakelpro
ii
gramma ter beschikking. U kunt remanentie ook voor tijd–functies kiezen. U kunt cursortoetsen van LOGO! als ingangen gebruiken. U kunt de speciale functies “Schuifregister”, “Analoge versterker”, “Analoge waardenbewaking” en “Analoge differentiedrempelwaardeschakelaar” gebruiken. U kunt ingangen afzonderlijk negeren. Zes basisfuncties zijn op 4 ingangen uitgebreid. U kunt u schakelprogramma vanuit de PC on line testen. De parameterinstelling kan voor bepaalde functies ook door analoge waarden en tellers gebeuren. Teller: u kunt ook snelle ingangen (I5, I6) gebruiken
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Welkom bij LOGO! Ondersteuning Via onze internet–site over het thema LOGO!: http://www.siemens.com/logo krijgt u snel en op eenvoudige wijze antwoord op uw vragen. Onze Technische Support bereikt u onder: Telefoon: +49 (0)180 5050-222 Fax: +49 (0)180 5050-223 E-Mail:
[email protected]
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
iii
Welkom bij LOGO! Veiligheidstechnische aanwijzingen Dit handboek bevat aanwijzingen die u zowel voor uw eigen veiligheid als ter vermijding van materiële schade in acht moet nemen. Deze aanwijzingen worden voorafgegaan door een gevarendriehoek en worden naargelang de risicograad als volgt aangeduid:
! ! !
Gevaar betekent dat zich dodelijke ongevallen, zwaar lichamelijk letsel of ernstige materiële schade zullen voordoen, indien de nodige voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.
Waarschuwing betekent dat zich dodelijke ongevallen, zwaar lichamelijk letsel of ernstige materiële schade kunnen voordoen, indien de nodige voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.
Let op betekent dat zich licht lichamelijk letsel of materiële schade kunnen voordoen, indien de nodige voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.
Let op betekent dat zich een materiële schade kan voordoen, indien de nodige voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.
OPGELET bevat belangrijke informatie over het product, het gebruik van het product of van het desbetreffende gedeelte van de documentatie, waaraan bijzondere aandacht moet worden besteed.
iv
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Welkom bij LOGO!
!
Vakkundig personeel Het apparaat mag alleen in bedrijf worden gesteld en worden gebruikt door vakkundig personeel. Onder vakkundig personeel zoals bedoeld in de technische veiligheidsaanwijzingen van dit handboek dient te worden verstaan, alle personen die bevoegd zijn om apparaten, systemen en stroomkringen overeenkomstig de veiligheidstechnische normen in werking te stellen, te aarden en te kenmerken.
Doelgericht gebruik Neem het volgende in acht:
!
Waarschuwing Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor de in de catalogus en in de technische beschrijving voorziene toepassingen en uitsluitend in combinatie met door Siemens aanbevolen of toegelaten apparaten en componenten van andere merken. De probleemloze en veilige werking van het product veronderstelt een aangepast transport, een correcte opslag, opstelling en montage alsook een zorgvuldige bediening en onderhoud.
Handelsmerken LOGO! is een handelsmerk van SIEMENS AG. De overige benamingen in dit document kunnen handelsmerken zijn, waarvan het gebruik door derden de rechten van de eigenaars kunnen benadelen.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
v
Welkom bij LOGO! Copyright Siemens AG 1996 bis 2003 All rights reserved Het doorgeven of verveelvoudigen van deze documentatie, alsook het gebruik of de bekendmaking van de inhoud ervan zijn niet toegelaten zonder uitdrukkelijke toestemming. Elke overtreding leidt automatisch tot de betaling van schadevergoeding. Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder bij octrooiverlening of inschrijving als gebruiksmodel.
Aansprakelijkheidsbeperking Wij zijn de overeenstemming tussen inhoud van de gedrukte tekst en de beschreven harden software nagegaan. Afwijkingen kunnen echter niet worden uitgesloten, zodat wij de volledige overeenstemming niet kunnen garanderen. De gegevens in deze gedrukte tekst worden regelmatig gecontroleerd en de vereiste correcties worden in de volgende uitgaven opgenomen. Alle suggesties tot verbetering zijn welkom.
vi
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Inhoudsopgave 1
Kennismaken met LOGO! . . . . . . . . .
1
2
LOGO! monteren en bedraden . . . .
11
2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4
Opbouw van de modulaire LOGO! . . . . . . . . . . . . . . Maximale uitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opbouw met verschillende spanningsklassen . . . . . LOGO! monteren/demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoedrailmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wandmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LOGO! bedraden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stroomvoorziening aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ingangen van LOGO! aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . Uitgangen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LOGO! inschakelen/Terugkeer van de stroom . . .
13 13 14 15 16 20 22 22 24 31 33
3
LOGO! programmeren . . . . . . . . . . . .
37
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.6.5 3.6.6 3.6.7 3.6.8
Klemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blokken en bloknummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Van het schakelschema naar LOGO! . . . . . . . . . . . . De 4 gulden regels voor het werken met LOGO! . Overzicht van de menu’s van LOGO! . . . . . . . . . . . . Schakelprogramma invoeren en starten . . . . . . . . . Naar de bedrijfsmodus Programmeren gaan . . . . . . Het eerste schakelprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schakelprogramma invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Programmanaam toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Paswoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LOGO! in RUN schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het tweede schakelprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . Een blok wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
39 42 45 48 50 51 51 53 54 60 61 66 68 74
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
vii
Inhoudsopgave 3.6.9 Meerdere met elkaar verbonden blokken wissen . . 3.6.10 Programmeerfouten corrigeren . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.11 Schakelprogramma wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.12 Zomer-/wintertijdomstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6.13 Synchronisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.7 Geheugencapaciteit en grootte van een schakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
75 76 77 78 85 86
LOGO! functies . . . . . . . . . . . . . . . . . .
91
4.1 Constanten en klemmen - Co . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2 Lijst basisfuncties - BF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.1 EN (AND) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.2 EN (AND) met flankanalyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.3 NEN (NAND) (EN niet) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.4 NEN (NAND) met flankanalyse . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.5 OF (OR) (OF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.6 NOF (NOR) (OF niet) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.7 XOF (XOR) (exclusief OF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2.8 NIET (NOT) (negatie, inverter) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3 Basiskennis speciale functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.1 Benaming van de ingangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.2 Tijdsgedrag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.3 Bufferen van de klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.4 Remanentie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.5 Beveiligingswijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3.6 Gain en offsetberekening bij analoge waarden . . . . 4.4 Lijst speciale functies - SF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.1 Vertraagde inschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.2 Vertraagde uitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.3 Vertraagde in-/uitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.4 Accumulerende vertraagde inschakeling . . . . . . . . . 4.4.5 Sleepcontact - impulsuitvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.6 Wisrelais met flankoverbrugging . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.7 Asynchrone impulsgever . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.8 Toevalsgenerator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.9 Trappenlichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.10 Comfortschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.11 Weekschakelklok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4.12 Jaarschakelklok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
92 96 98 98 99 100 101 102 102 103 104 105 106 107 108 108 108 112 116 120 122 124 126 128 131 133 135 138 141 146
viii
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Inhoudsopgave 4.4.13 4.4.14 4.4.15 4.4.16 4.4.17 4.4.18 4.4.19 4.4.20 4.4.21 4.4.22 4.4.23 4.4.24 4.4.25
Op- en aftellende teller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedrijfsurenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Drempelwaardeschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Drempelwaardeschakelaar analoog . . . . . . . . . . . . . Analoge differentie-drempelwaardeschakelaar . . . . Analoge comparator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Analoge waardebewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Analoge versterker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Houdrelais . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Relais met vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Meldteksten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Softkey . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schuifregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
149 153 158 161 164 168 173 177 179 181 184 191 195
LOGO! parametreren . . . . . . . . . . . . .
199
5.1 Overgaan naar de modus Parametreren . . . . . . . . . 5.1.1 Parameter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.2 Selecteren van de parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.1.3 Wijzigen van de parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2 Kloktijd en datum instellen (LOGO! ... C) . . . . . . . .
200 202 203 204 207
5
6
LOGO! Programmamodule . . . . . . . .
209
6.1 6.2
211
6.3 6.4
Veiligheidsfunctie (CopyProtect) . . . . . . . . . . . . . . . Programmamodule (Card) verwijderen en aanbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LOGO! op de module kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . Kopiëren van de programmamodule naar LOGO!
214 216 218
7
LOGO!-Software . . . . . . . . . . . . . . . . .
221
7.1
LOGO! aan een PC koppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
224
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
ix
Inhoudsopgave
8
Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
227
8.1 Trappenhuis- of gangverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1.1 Eisen die aan een trappenhuisverlichting worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 8.1.3 Verlichtingsinstallatie met LOGO! . . . . . . . . . . . . . . . 8.1.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden . . . . 8.2 Automatische deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.1 Eisen die aan een automatische deur worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.3 Deursturing met LOGO! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden . . . . 8.2.5 Uitgebreide oplossing met LOGO! 230RC . . . . . . . . 8.3 Ventilatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.1 Eisen die aan een ventilatiesysteem worden gesteld 8.3.2 Voordelen bij het gebruik van LOGO! . . . . . . . . . . . . 8.4 Fabriekspoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.1 Eisen aan de poortsturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.3 De uitgebreide LOGO!-oplossing . . . . . . . . . . . . . . . . 8.5 Centraal sturen en controleren van meerdere fabriekspoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.5.1 Eisen aan de poortsturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6 Lichtbanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.1 Eisen die aan de verlichtingsinstallatie worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 8.6.3 Lichtbaansturing met LOGO! 230RC . . . . . . . . . . . . 8.7 Pomp voor gebruikswater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.7.1 Eisen die aan de besturing van een pomp voor gebruikswater worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . 8.7.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 8.7.3 Pomp voor gebruikswater met LOGO! 230RC . . . . 8.7.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden . . . . 8.8 Verdere toepassingsmogelijkheden . . . . . . . . . . . .
229
x
229 229 230 232 233 233 234 235 237 237 240 240 243 245 245 246 248 249 250 253 253 254 255 257 258 258 259 260 261
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Inhoudsopgave
Aanhangsels A
Technische gegevens . . . . . . . . . . . .
265
Algemene technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens: LOGO! 230... en LOGO! DM8 230R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A.3 Technische gegevens: LOGO! 24... en LOGO! DM8 24 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A.4 Technische gegevens: LOGO! 24RC... en LOGO! DM8 24R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A.5 Technische gegevens: LOGO! 12/24... en LOGO! DM8 12/24R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A.6 Schakelvermogen en levensduur van de relais-uitgangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A.7 Technische gegevens: LOGO! AM 2 . . . . . . . . . . . . A.8 Technische gegevens: LOGO! AM 2 PT100 . . . . . . A.9 Technische gegevens: LOGO!Power 12 V . . . . . . . A.10 Technische gegevens: LOGO! Power 24 V . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A.11 Technische gegevens: LOGO! Contact 24/230 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
265
A.1 A.2
267 270 274 277 280 281 282 284 286 288
B
Cyclusduur bepalen . . . . . . . . . . . . . .
289
C
LOGO! zonder display . . . . . . . . . . . .
291
D
LOGO! menustructuur . . . . . . . . . . . .
295
E
Bestelnummers . . . . . . . . . . . . . . . . . .
297
F
Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
299
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
299
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
xi
Inhoudsopgave
xii
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
1 Kennismaken met LOGO! Dat is LOGO! LOGO! is de universele logische module van Siemens. LOGO! omvat de besturing de bedienings- en display-eenheid met achtergrondverlichting Stroomvoorziening Interface voor uitbreidingsmodules de interface voor programmamodule (Card) en PC-kabel Kant en klare, in de praktijk gebruikelijke basisfuncties b.v. voor vertraagd inschakelen, stroomstootrelais en softwareschakelaar tijdschakelklok digitale en analoge merktekens alsook in- en uitgangen naargelang het type van apparaat. Dat kan LOGO! Met LOGO! lost u de taken op in de huis- en installatietechniek (b.v. trappenhuisverlichting, buitenverlichting, zonwering, rolluiken, etalageverlichting e.v.a.m.), in de schakelkastbouw en in de werktuig- en apparatuurbouw (b.v. poortbesturingen, ventilatiesystemen, bedrijfswaterpompen, e.v.a.m.). Bovendien kan LOGO! voor speciale besturingen van serres of broeikassen, voor de signaalvoorverwerking voor besturingen en door de aansluiting van een communicatiemodule (b.v. ASi) voor een decentrale on site-besturing van machines en processen worden toegepast. Voor serietoepassingen in de compacte machine- en apparatuurbouw, in de schakelkastbouw en in de installatiesector komen speciale varianten voor zonder bedienings- en weergave-eenheid.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
1
Kennismaken met LOGO! Welke apparatuurtypen bestaan er tegenwoordig? LOGO! Basic is verkrijgbaar voor twee spanningsklassen: Klasse 1 24V d.w.z. 12 V DC, 24 V DC, 24 V AC Klasse 2 > 24V d.w.z. 115...240 V AC/DC en dit als: Variant met display: 8 ingangen en 4 uitgangen. Variant zonder display: (”LOGO! Pure”): 8 ingangen en 4 uitgangen. Iedere variant is in 4 TE geïntegreerd, heeft een uitbreidingsinterface en stelt u 33 kant en kalre basis- en speciale functies voor het aanmaken van programma’s ter beschikking. Welke uitbreidingsmodules zijn er tegenwoordig? De LOGO! digitale module is er voor 12 V DC, 24 V AC/ DC en 115...240 V AC/DC met 4 ingangen en 4 uitgangen. De LOGO! analoge module is er voor 12 V DC en 24 V DC met 2 analoge ingangen resp. met 2 Pt100-ingangen. De LOGO! communcatiemodule (CM) zoals bijv. communicatiemodule AS-Interface, dat in een eigen documentatie wordt beschreven. Digitale en analoge modules zijn in 2 TE geïntegreerd en hebben elk twee uitbreidingsinterfaces, zodat er aan elke nog een module kan zijn aangesloten. Welke apparatuurtypen zijn er niet meer? Alle Varianten met 6 ingangen. Long - variant met 12 ingangen en 8 uitgangen. Bus - variant met 12 ingangen en 8 uitgangen. Deze apparatuurtypen worden door de modulariteit van de LOGO! vervangen. U hebt de keuze De verschillende Basic-varianten en uitbreidingsmodules maken u een zeer flexibele en exacte aanpassing aan uw specifieke taakstelling mogelijk.
2
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Kennismaken met LOGO! LOGO! biedt u oplossingen aan van de kleine huisinstallatie via kleinere automatiseringstaken tot aan uitgebreide taakstellingen met integratie van bussysteem toe (b.v. functiemodule ASi). Wenk Iedere LOGO! Basic kan alleen met uitbreidingsmodules van dezelfde spanningsklasse worden uitgebreid. Door een mechanische codering (stiften in de behuizing) wordt verhinderd dat er apparaten met verschillende spanningsklasse op elkaar kunnen worden aangesloten. Uitzondering: De linker interface van een analoge module resp. communicatiemodule heeft een gescheiden potentiaal . Daardoor kunnen deze uitbreidingsmodules op apparaten van verschillende spanningsklasse worden aangesloten. Zie ook hoofdstuk 2.1 ’Opbouw van de modulaire LOGO!’. Elke LOGO! Basic stelt, onafhankelijk van het aantal aangesloten modules, de volgende aansluitingen voor het aanmaken van het schakelprogramma ter beschikking: Digitale ingangen I1 tot I24 Analoge ingangen AI1 tot AI8 Digitale uitgangen Q1 tot Q16 Analoge uitgangen AQ1 en AQ2 Digitaal merkteken M1 tot M24, M8: aanloopmerkteken Analoge merktekens AM1 tot AM6 Schuifregisterbits S1 tot S8 4 cursortoetsen 16 niet geschakelde uitgangen X1 tot X16.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
3
Kennismaken met LOGO! Zo is LOGO! opgebouwd 2
10
LOGO! Basic (b.v.: 230 RC)
1
8 I1 I2 I3 I4
I5 I6 I7 I8
4
L1 N
4
90
35
6 5
1
Q1
2
1
Q2
2
1
2 Q3
1
2 Q4
3 72
55
2 9
8
10
1 8 4
L1 N I1 I2 I3 I4
11
(b.v.: DM8 230R)
7
1
Q1
2 1
1 Q3 2
90
RUN/STOP
35
LOGO! Uitbreidingsmodule
9
2 Q2 1 Q42
3 53
36
1
Stroomvoorziening
2
Ingangen
3
Uitgangen
4
Moduleschacht met afdekking
4
5
Bedieningsveld (niet bij RCo)
8
Uitbreidingsinterface
6
LCD-display (niet bij RCo)
9
Mechanische codering - stiften
7
Weergave van de toestand RUN/STOP
10
Mechanische codering - bussen
11
Schuif
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Kennismaken met LOGO!
LOGO! Basic (z.B.: 12/24 RC)
2
10
1
8 4
L+ M I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8
4
90
35
6 5
1
Q1
2
1
Q2
2
1
2 Q3
1
2 Q4
3 72
55
2 9
8
10
1 8 4
L+ M I1 I2 I3 I4
(b.v.: DM8 12/24R)
11
7
1
Q1
2 1
1 Q3 2
90
RUN/STOP
35
LOGO! uitbreidingsmodule
9
2 Q2 1 Q42
3 53
36
1
Stroomvoorziening
2
Ingangen
3
Uitgangen
4
Moduleschacht met afdekking
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
5
Bedieningsveld (niet bij RCo)
8
Uitbreidingsinterface
6
LCD-display (niet bij RCo)
9
Mechanische codering - stiften
7
Weergave van de toestand RUN/STOP
10
Mechanische codering - bussen
11
Schuif
5
Kennismaken met LOGO! LOGO! AM2 9
10
1
9
8
L+ M
4
L+ M
8
11
90
RUN/STOP
35
7 12 PE INPUT 2x(0..10V/0..20mA)
I1 M1 U1 I2 M2 U2
2 53
36
1
Stroomvoorziening
2
Ingangen
7
Weergave van de toestand RUN/STOP Uitbreidingsinterface
8
9
Mechanische codering - stiften
10
Mechanische codering - bussen
11
12
PE-klem voor het aansluiten van aarde en leidingscherm van de analoge meetlijn.
Schuif
LOGO! AM 2 PT100 10
9
1
9
8
L+ M
4
L+ M
8
11
90
RUN/STOP
1
35
7 12 PE
M1+ IC1 M1- M2+ IC2 M2-
2 53
36 1
Spanningsvoorziening
2
Ingangen
7
Weergave van de toestand RUN/STOP Uitbreidingsinterface
8
6
9
Mechanische codering – stiften
10
Mechanische codering – bussen
11
12
PE-klem voor het aansluiten van aarde en leidingscherm van de analoge meetlijn.
Schuif
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Kennismaken met LOGO! Zo herkent u LOGO! De identificatie van LOGO! geeft informatie over diverse eigenschappen: 12: 12 V - versie 24: 24 V - versie 230: 115...240 V - versie R: Relaisuitgangen (zonder R: Transistoruitgangen) C: geïntegreerde Weekschakelklok o: Variant zonder display (”LOGO! Pure”) DM: Digitale module AM: Analoge module CM: Communicatiemodule (bijv. AS-interface) Symbolen Variant met display beschikt over 8 ingangen en 4 uitgangen Variant zonder display beschikt over 8 ingangen en 4 uitgangen Digitale module beschikt over 4 digitale ingangen en 4 digitale uitgangen Analoge module beschikt over 2 analoge ingangen
-+
Communicatiemodule (CM) met 4 virtuele ingangen en 4 virtuele uitgangen (bijv. AS-interface)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
7
Kennismaken met LOGO! Varianten LOGO! bestaat in de volgende varianten: Symbool
Omschrijving
Voorziening
Ingangen
Uitgangen
LOGO! 12/24RC
12/24 V DC
8 Digitaal (1)
4 relais je 10A
LOGO! 24
24 V DC
8 Digitaal (1)
4 transistor 24V / 0,3A
LOGO! 24RC (3)
24 V AC / 24 V DC
8 Digitaal
4 relais je 10A
LOGO! 230RC (2)
115...240 V AC/DC
8 Digitaal
4 relais je 10A
LOGO! 12/24RCo
12/24 V DC
8 Digital
4 relais je 10A
(1)
Kenmerken
keine Uhr
geen weergave geen toetsenbord
LOGO! 24o
24 V DC
8 Digitaal (1)
4transistor 24V / 0,3A
geen weergave geen toetsenbord geen klok
LOGO! 24RCo
(3)
24 V AC / 24 V DC
8 Digitaal
4 relais je 10A
geen weergave geen toetsenbord
LOGO! 230RCo (2)
115...240 V AC/DC
8 Digitaal
4 relais je 10A
geen weergave geen toetsenbord
(1): Daarvan zijn alternatief te gebruiken: 2 analoge ingangen (0 ... 10V) en 2 snelle ingangen. (2): 230V-varianten: ingangen in twee groepen van 4. Binnen de groep slechts één gelijke fase, tussen de groepen verschillende fasen mogelijk. (3): Digitale ingangen kunnen naar keuze P-schakelend of N-schakelend worden bediend.
8
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Kennismaken met LOGO! Uitbreidingsmodules Op LOGO! kunnen de volgende uitbreidingsmodules worden aangesloten: Symbool
Omschrijving
Voorziening
Ingangen
Uitgangen
LOGO! DM 8 12/24R
12/24 V DC
4 Digitaal
4 relais je 5A
LOGO! DM 8 24
24 V DC
4 Digitaal
4 transistor 24V / 0,3A
LOGO! DM 8 24R (3)
24 V AC/DC
4 Digitaal
4 relais je 5A
LOGO! DM 8 230R
115...240 V AC/DC
4 Digitaal (1)
4 relais je 5A
LOGO! AM 2
12/24 V DC
2 Analoog 0 ... 10V of 0 ... 20mA (2)
geen
LOGO! AM 2 PT100
12/24 V DC
2 Pt100 –50 °C tot +200 °C
geen
(1): Geen verschillende fasen binnen de ingangen toegestaan. (2): 0 ... 10V, 0 ... 20 mA kunnen naar keuze worden aangesloten. (3): Digitale ingangen kunnen naar keuze P-schakelend of N-schakelend worden bediend.
Certificering en vergunning LOGO! is gecertificeerd volgens cULus en FM. cULus Haz. Loc. Underwriters Laboratories Inc. (UL) volgens – UL 508 (Industrial Control Equipment) – CSA C22.2 No. 142 (Process Control Equipment) – UL 1604 (Hazardous Location) – CSA–213 (Hazardous Location) APPROVED for use in Class I, Division 2, Group A, B,C, D Tx Class I, Zone 2, Group IIC Tx FM-goedkeuring Factory Mutual Research (FM) volgens Approval Standard Class Number 3611, 3600, 3810 APPROVED for use in Class I, Division 2, Group A, B, C, D Tx Class I, Zone 2, Group IIC Tx LOGO!-Handboek A5E00228752-01
9
Kennismaken met LOGO! Wenk De actueel geldige goedkeuringen vindt u op het typeplaatje van de betreffende module.
!
Waarschuwing Er kan lichamelijk letsel en materiële schade optreden. Als u in een explosieve omgeving bij lopend bedrijf steekverbindingen ontkoppelt, dreigt gevaar voor lichamelijk letsel en materiële schade. Schakel in een explosieve omgeving LOGO! en de bijbehorende componenten altijd stroomloos voordat u steekverbindingen gaat ontkoppelen. LOGO! is voorzien van het CE-teken, voldoet aan de normen VDE 0631 en IEC 61131-2 en is ontstoord volgens EN 55011, grenswaardeklasse B.
Scheepsbouwgoedkeuring is aangevraagd. ABS - American Bureau of Shipping BV - Bureau Veritas DNV - Det Norske Veritas GL - Germanischer Lloyd LRS - Lloyds Register of Shipping Class NK (Nippon Kaiji Kyokai) LOGO! kan daardoor zowel in de industriële sector als in en rond het huis worden toegepast. Aanduiding voor Australië Onze producten met het nevenstaande teken voldoen aan de eisen van de norm AS/NZS 2064:1997 (Class A) Recycling en verwijdering LOGO! is op grond van de uitrusting zonder schadelijke stoffen recyclebaar. Voor een milieuvriendelijke recycling en de verwijdering van uw oud toestel wendt u zich a.u.b. tot een gecertificeerd verwijderingsbedrijf voor elektronisch metaalafval.
10
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
2 LOGO! monteren en bedraden Algemene richtljinen De volgende richtlijnen dient u bij de montage en bedrading van uw LOGO! in acht nemen: Zorg dat u bij de bedrading van LOGO! alle geldende en bindende normen toepast. Neem bij de installatie en de werking van de toestellen de nationale en plaatselijke voorschriften die hier van toepassing zijn in acht. Informeer u bij de plaatselijke overheid over de normen een voorschriften die in uw speciaal geval op te volgen zijn. Gebruik voor de betreffende stroomsterkte leidingen met de juiste doorsnede. U kunt LOGO! van leidingen voorzien met een doorsnede tussen 1,5 mm2 en 2,5 mm2, zie hoofdstuk 2.3. Trek de aansluitklemmen niet te vast aan. Maximaal koppel: 0,5 Nm, zie paragraaf 2.3. Houd de leidingen altijd zo kort mogelijk. Moeten de leidingen toch langer zijn, gebruik dan een afgeschermde leiding. Leidingen dient per paar aan te leggen: een neutrale of nulgeleider tezamen met een fasegeleider of een signaallijn. Scheidt u: – Wisselstroombedrading – Hoogspannings-gelijkstroomstroombedrading met snelle schakelsequenties – Laagspannings-signaalbedrading. Vergewis er u van dat de leidingen de vereiste snoerontlasting hebben. Voorzie leidingen die door de bliksem kunnen worden getroffen van een geschikte overspanningsbeveiliging.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
11
LOGO! monteren en bedraden
Sluit een externe stroomvoorziening niet parallel tot een DC-uitgang op een uitgangsbelasting aan. Daardoor kan aan de uitgang stroom terugvloeien, voor zover u de opbouw niet hebt voorzien van een diode of van een soortgelijke blokkering. Wenk LOGO! mag alleen worden gemonteerd en bedraad door een deskundig vakman die op de hoogte is van de algemeen geldende technische regels en van de voorschriften en normen die van toepassing zijn en die deze ook in acht neemt.
12
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden
2.1 Opbouw van de modulaire LOGO! 2.1.1 Maximale uitbreiding Maximale opbouw van een LOGO! met analoge ingangen (LOGO! 12/24RC/RCo en LOGO! 24/24o) LOGO! Basic, 4 digitale modulen en 3 analoge modulen I1......I6, I7, I8
I9...I12
I13...I16 I17...I20 I21...I24
AI1, AI2
AI3, AI4 AI5, AI6 AI7, AI8
LOGO! Basic
LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! DM 8 DM 8 DM 8 DM 8 AM 2 AM 2 AM 2
Q1...Q4
Q5...Q8 Q9...Q12
Q13... Q16
Maximale uitbreiding van een LOGO! zonder analoge ingangen (LOGO! 24RC/RCo en LOGO! 230RC/RCo) LOGO! Basic, 4 digitale modulen en 4 analoge modulen I1 . . . . . . . . . . . I8
I9...I12
I13...I16 I17...I20 I21...I24
LOGO! Basic
LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! AM 2 DM 8 DM 8 DM 8 DM 8 AM 2 AM 2 AM 2
AI1, AI2 AI , AI4
Q1...Q4
Q5...Q8 Q9...Q12
AI5, AI6 AI7, AI8
Q13... Q16
Snelle/Optimale communicatie Indien u een optimale en snelle communicatie tussen LOGO! Basic en de verschillende modules willen veilig stellen, is de samenstelling “eerst digitale modules, dan analoge modules” aan te bevelen (voorbeelden boven).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
13
LOGO! monteren en bedraden
2.1.2 Opbouw met verschillende spanningsklassen Omdat de linker interface van een analoge module (AM2, 12/24 V DC) van de rechter potentiaalgescheiden is, bestaat de mogelijkheid deze op alle LOGO! Basic-varianten aan te sluiten. De uitbreidingsmodules, die rechts van de analoge module aangesloten zijn, zijn daardoor van de LOGO! Basic potentiaalgescheiden. Het is dus mogelijk om rechts van een analoge module een uitbreidingsmodule aan te sluiten die niet dezelfde spanningsklasse heeft als LOGO! Basic. Voorbeeld:
LOGO! 230...
LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! DM8 AM2 DM8 24 AM2 DM8 AM2 DM8 24 230R 12/24R
De analoge module heeft een potentiaalscheiding
14
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden
2.2 LOGO! monteren/demonteren Afmetingen LOGO! heeft de afmetigen voor installatieapparaten overeenkomstig de norm DIN 43880. LOGO! kan op een 35 mm brede Hoedrail conform DIN EN 50022 worden geklikt of aan de wand worden gemonteerd. Breedte van LOGO!: LOGO! Basic is 72 mm breed, dat komt overeen met 4 delingeenheden. LOGO! uitbreidingsmodules zijn 36 mm breed, dat komt overeen met 2 delingeenheden. Wenk De montage en demontage tonen wij u aan de hand van de grafiek van een LOGO! 230RC en van een digitale module. De getoonde maatregelen gelden op dezelfde manier ook voor alle overige LOGO! Basic-varianten en uitbreidingsmodules.
!
Waarschuwing Het “uittrekken” en “insteken” van de uitbreidingsmodules mag alleen in spanningloze toestand plaatsvinden.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
15
LOGO! monteren en bedraden
2.2.1 Hoedrailmontage Monteren Zo monteert u een LOGO! Basic en een digitale module op een hoedrail: LOGO! Basic: 1. Plaats LOGO! Basic op het hoedrailen 2. Draai LOGO! Basic op het hoedrail. De montageschuif aan de achterkant moet vastklikken
6
1 3
5
2
4
LOGO! Digitale module: 3. Neem aan de rechterkant van de LOGO! Basic/LOGO! uitbreidingsmodule de afdekking van de Verbindingsstekkers weg 4. Plaats de digitale module rechts von LOGO! Basic op de hoedrail 5. Schuif de digitale module naar links tot aan LOGO! Basic 16
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden 6. Met een schroevendraaier drukt u op de geïntegreerde Schuif en schuif deze naar links. In de eindpositie vergrendelt de schuif in LOGO! Basic in.
Voor de montage extra uitbreidingsmodules herhaalt u de stappen 3 t/m 6. Wenk De uitbreidingsinterface van de laatste uitbreidingsmodule moet gedekt blijven.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
17
LOGO! monteren en bedraden Demonteren LOGO! moet als volgt worden gedemonteerd: ....... voor het geval dat er slechts een LOGO! Basic gemonteerd is: Deel A 1. Steek een schroevendraaier in het op het beeld getoonde oog aan het onderste uiteinde van de montageschuif en beweeg deze omlaag 2. Draai LOGO! Basic van de hoedrail af.
1 2
2
4 1
18
3 A
B
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden ....... voor het geval dat er ten minste één uitbreidingsmodule op LOGO! Basic aangesloten is:
deel B 1. met een schroevendraaier drukt u de geïntegreerde Schuif en schuift u deze naar rechts 2. Schuif de uitbreidingsmodule naar rechts en 3. Steek een schroevendraaier in het oog aan de onderkant van de montageschuif en beweeg deze omlaag 4. Draai de uitbreidingsmodule van de hoedrail af. Voor iedere andere uitbreidingsmodule herhaalt u de stappen 1 t/m 4. Wenk Voor het geval dat er meerdere uitbreidingsmodules aangesloten zijn, begint u bij de demontage bij voorkeur met de laatste module aan de rechterkant. Er dient op te worden gelet dat de schuif van de te monteren/demonteren module en de navolgende module geen contact heeft.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
19
LOGO! monteren en bedraden
2.2.2 Wandmontage Voor een wandmontage worden de montageschuiven aan de achterkant van de toestellen naar buiten geschoven. Via de beide montageschuiven kunt u dan LOGO! met twee schroeven 4mm (aandraaimoment 0,8 tot 1,2 Nm) aan de wand monteren.
Montageschuif
20
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden Boorschema voor wandmontage Voordat u LOGO! aan de wand monteert, dient u deze boringen volgens het aangegeven schema te realiseren.
35,5 +/– 0,2
98 +/– 0,3
53,5 +/– 0,2
1
2
2
2
n x 35 +/– 0,2
Alle afmetingen in mm Boring voor schroef 4 mm aandraaimoment van 0,8 tot 1,2 Nm 1 LOGO! Basic 2 LOGO! uitbreidingsmodule
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
21
LOGO! monteren en bedraden
2.3 LOGO! bedraden Om LOGO! te bedraden hebt u een schroevendraaier met een bladbreedte van 3 mm nodig. Voor de klemmen zijn geen afsluitmoffen vereist. U kunt leidingen tot de volgende dikte gebruiken: 1 x 2,5 mm2 2 x 1,5 mm2 voor elke 2e klemmenkamer Aansluitdraaimomenten: 0,4...0,5 Nm of 3...4 LBin Wenk Na het inbouwen moeten de klemmen worden afgedekt. Om LOGO! voldoende tegen ontoelaatbare aanraking van onder spanning staande delen te beschermen, dienen de nationale normen te worden nageleefd.
2.3.1 Stroomvoorziening aansluiten LOGO! 230-varianten zijn voor netspanningen met de nominale waarde 115 V AC/DC en 240 V AC/DC geschikt. LOGO! 24-varianten en 12-varianten zijn voor 24 V DC, 24 V AC resp. 12 V DC voedingsspanning geschikt. Let hiervoor op de aansluitinstructies in de bij uw toestel gevoegde productinformatie alsmede de technische gegevens in de appendix A resp. van de spanningtoleranties, netfrequenties en stroomopname. Wenk Een onderbreken van de stroomtoevoer kan tot gevolg hebben dat bijv. bij speciale functies met flankoverbrugging een bijkomende flank wordt veroorzaakt. De gegevens van de laatste ononderbroken cyclus worden in LOGO! opgeslagen.
22
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden Aansluiten LOGO! wordt als volgt op het net aangesloten: LOGO! ..... met DC- voeding L+ M
LOGO! ..... met AC-voeding L1 N
L+
M
I1
I2
I3
I4
I5
Beveiliging met smeltveiligheid indien gewenst (aanbevolen) voor: 12/24 RC...: 0,8 A 24: 2,0A
L1
N
I1
I2
I3
I4
Bij spanningpieken, varistor (MOV) met min. 20% meer arbeidsspanning dan de nominale spanning toepassen.
Wenk LOGO! is een randgeaard schakelapparaat. Een Veiligheidsaarddraadaansluiting is niet noodzakelijk.
Veiligheidsschakeling bij wisselspanning Bij spanningpieken op de voedingslijn kunt u een metaaloxide-varistor (MOV) toepassen. let erop dat de arbeidsspanning van de varistor ten minste 20% hoger is dan de nominale spanning (b.v. S10K275)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
23
LOGO! monteren en bedraden
2.3.2 Ingangen van LOGO! aansluiten Voorafgaande vereisten Aan de ingangen moeten sensoren worden aangesloten. Sensoren kunnen zijn: Knoppen, schakelaars, lichtbarrières, enz. Sensoreigenschappen voor LOGO! LOGO! 12/24 RC/RCo LOGO! DM8 12/24 R I1 ... I6
I7, I8
LOGO! 24/24o LOGO! DM8 24 I1 ... I6
I7, I8
Schakelstand 0
< 5 V DC
< 5 V DC
< 5 V DC
< 5 V DC
Ingangsstroom
< 1,0 mA
< 0,05 mA
< 1,0 mA
< 0,05 mA
Schakelstand 1
>8 V DC
>8 V DC
>8 V DC
>8 V DC
Ingangsstroom
> 1,5 mA
> 0,1 mA
> 1,5 mA
> 0,1 mA
LOGO! 24 RC/RCo (AC) LOGO! DM8 24 R (AC)
LOGO! 24 RC/RCo (DC) LOGO! DM8 24 R (DC)
LOGO! 230 RC/RCo (AC) LOGO! DM8 230 R (AC)
LOGO! 230 RC/RCo (DC) LOGO! DM8 230 R (DC)
Schakelstand 0
< 5 V AC
< 5 V DC
< 40 V AC
< 30 V DC
Ingangsstroom
< 1,0 mA
< 1,0 mA
< 0,03 mA
< 0,03 mA
Schakelstand 1
> 12 V AC
> 12 V DC
> 79 V AC
> 79 V DC
Ingangsstroom
> 2,5 mA
> 2,5 mA
> 0,08 mA
> 0,08 mA
24
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden
Wenk De digitale ingangen van de LOGO! 230 RC/RCo zijn in twee groepen verdeeld, die elk over 4 ingangen beschikken. Binnen een groep moet op alle ingangen de zelfde fase worden gebruikt. Verschillende fasen zijn alleen tussen de groepen mogelijk. Voorbeeld: I1 t/m I4 aan fase L1, I5 t/m I8 aan fase L2. Bij een LOGO! DM8 230R mogen binnen de ingangen geen verschillende fasen worden aangesloten.
Sensoraansluitingen Aansluiten van gloeilampen, 2-draad-naderingsschakelaars (Bero) aan LOGO! 230RC/230RCo of LOGO! DM8 230R (AC) L1 N Bestelbenaming voor C: C L1
N
Siemens schakelapparaten & systemen SB1420-3D
X-Condensator 2,5 kV,
Als u 2 draad–naderingsschakelaars wilt inzetten, dan moet u op de ruststroom van de naderingsschakelaars letten. Bij bepaalde 2 draad–naderingsschakelaars is de ruststroom zo hoog dat deze door LOGO! als “1”-signaal wordt herkend. Vergelijk daarom de ruststroom van de naderingsschakelaars met de technische gegevens van de ingangen in de appendix A.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
25
LOGO! monteren en bedraden Beperkingen – Schakeltoestandswissel 0 1 / 1 0 Bij de overgang van schakelstand 0 naar 1 moet schakelstand 1 en bij de overgang van 1 naar 0 moet schakelstand 0 minstens voor de duur van een programmacyclus contact hebben, alvorens LOGO! de nieuwe schakelstand herkent. De cyclusduur van de programma-afwerking hangt af van de omvang van het schakelprogramma. In de appendix B vindt u de beschrijving van een klein testprogramma, waardoor u de actuele cyclustijd kunt bepalen. Bijzonderheden van LOGO! 12/24 RC/RCo en LOGO! 24/24o Snelle ingangen: I5 en I6 Deze varianten hebben ook ingangen voor snelle telprocessen (voor–/achterwaartsteller, drempelwaardeschakelaar). Voor deze snelle ingangen gelden de bovengenoemde beperkingen niet. Wenk Zoals bij de voorloper–toestellen (0BA0 tot 0BA3) zijn I5 en I6 de snelle ingangen, d.w.z. dat de transfer van een in deze varianten geschreven schakelprogramma naar de nieuwe 0BA4-toestellen geen veranderingen vereist. In tegenstelling hiermee dienen schakelprogramma’s, die in een LOGO!...L-variant (snelle ingangen I11/I12) geschreven werden, te worden veranderd. Uitbreidingsmodules hebben geen snelle ingangen.
Analoge ingangen: I7 en I8 Bij de varianten LOGO! 12/24RC/RCo en LOGO! 24/24o kunnen de ingangen I7 en I8 zowel als normale digitale ingangen, alsook als analoge ingangen worden gebruikt. Hierbij wordt afhankelijk van het gebruik in het LOGO!-schakelprogramma beslist hoe de ingang wordt gebruikt.
26
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden Onder I7 / I8 kunt u de ingang digitaal gebruiken, terwijl u met de benamingen AI1 en AI2 de ingang analoog kunt gebruiken. Zie ook hoofdstuk 4.1. Wenk Voor andere analoge ingangen staat u de uitbreidingsmodule LOGO! AM2, voor Pt100-ingangen de uitbreidingsmodule LOGO! AM 2 PT100 ter beschikking. Gebruik bij analoge signalen altijd gedraaide en geschermde leidingen en voer deze zo kort kogelijk uit.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
27
LOGO! monteren en bedraden Sensoraansluitingen Zo moeten de sensoren aan LOGO! worden aangesloten: LOGO! 12/24 .... De ingangen van deze toestellen zijn potentiaalgebonden en hebben daarom hetzelfde referentiepotentiaal (massa) nodig als de spanningsvoorziening.
L+ M
L+ M
I1 I2
I3 I4
I5
I8
Bij LOGO! 12/24RC/RCo en LOGO! 24 kunt u analoge signalen tussen voedingsspanning en massa opnemen.
LOGO! 230 .... L3 L2 L1 N
L1 N
!
28
I1
I2
I3
I4
I5
I6
De ingangen van deze toestellen zijn in 2 groepen van elk 4 ingangen samengevat. Verschillende fasen zijn alleen tussen, niet binnen de blokken mogelijk.
Waarschuwing Op grond van bestaande veiligheidsvoorschriften (VDE 0110, ... en IEC 61131-2, ... alsmede UL en CSA) is het niet toegestaan om verschillende fasen op een ingangsgroep (I1-I4 of I5-I8) van een AC-variante resp. op de ingangen van een digitale module aan te sluiten.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden LOGO! AM2 L+ M
PE
L+ M
L+ M
3 RUN/STOP
PE-klem voor aansluiting van aarde en leidingsscherm van de analoge meetlijn.
1
Aarde
2
Leidingsscherm
3
Hoedrail
1 PE
M
L+
I1 M1 U1 I2 M2 U2
2 Stroom
0...20mA
Meetstroom
M
Stroommeting
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Spanningsmeting
29
LOGO! monteren en bedraden LOGO! AM 2 PT100 U kunt een weerstandsthermometer Pt100 naar keuze in 2of 3 geleider-aansluittechniek aan de module aansluiten. Als u de aansluitmodus 2 geleidertechniek kiest, dan moet u aan de module een kortsluitbrug tussen de klemmen M1+ en IC1 resp. M2+ en IC2 plaatsen. Bij deze aansluitmodus gebeurt geen correctie van de door de ohmse weerstand van de meetlijn veroorzaakte fout. 1 W geleidingsweerstand komt overeen met +2,5Ă°C meetfout. De aansluitmodus 3 geleidertechniek onderdrukt de invloed van de leidinglengte (ohmse weerstand) op het meetresultaat. 2 geleidertechniek L+ M
L+ M
3 geleidertechniek L+ M
L+ M
RUN/STOP
RUN/STOP
PE
PE
M1+ IC1 M1- M2+ IC2 M2-
Pt100
M1+ IC1 M1- M2+ IC2 M2-
Pt100
Wenk Als u de LOGO!-uitbreidingsmodule AM 2 PT100 aan een niet geaarde (potentiaalvrije) stroomvoorziening gebruikt, kan eventueel de aangegeven temperatuurwaarde sterk schommelen. Verbind in dat geval de negatieve uitgang / aarduitgang van de stroomvoorziening met de leidingscherm van de meetlijnen van de weerstandthermometer.
30
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden
2.3.3 Uitgangen aansluiten LOGO! ...R... De uitgangen van LOGO! ...R... zijn relais. De contacten van de rellais zijn van de spanningsvoorziening en van de ingangen potentiaalgescheiden. Voorafgaande vereisten voor relaisuitgangen Aan de uitgangen kunnen verschillende belastingen worden aangesloten zoals bijv. lampen, TL-buizen, motoren, schakelaars enz. Voor de vereiste eigenschappen van de aan LOGO! ...R... aangesloten belasting zie appendix A. Aansluiten Dan sluit u de last op LOGO! ...R... aan: DM8...R 1 Q5 2 1
Q1
2
1
Q2
1
Q6
2
2
Beveiliging met een veiligheidsschakelaar van maximaal 16 A, karakteristiek B16, bijv.: vermogensbeveiligingsschakelaar 5SX2 116-6 (indien gewenst)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
31
LOGO! monteren en bedraden LOGO! met transistoruitgangen Bij LOGO!-varianten met transistoruitgangen ontbreekt in de typeaanduiding de letter R. Daaraan kunt u ze herkennen. De uitgangen zijn tegen kortsluiting en overbelasting beveiligd. Een gescheiden voeding van de belastingsspanning is niet noodzakelijk, aangezien LOGO! de stroomvoorziening van de belasting overneemt. Voorafgaande vereisten voor transistoruitgangen De aan LOGO! aangesloten belasting moet de volgende eigenschappen hebben: De maximale schakelstroom bedraagt per uitgang 0,3 ampère. Aansluiten De belasting dient als volgt aan de LOGO! met transistoruitgangen te worden aangesloten: DM 8 24
Q5 M Q1 M
Q6 M
Q2 M
Last: 24 V DC, 0,3 A max.
32
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden
2.4 LOGO! inschakelen/Terugkeer van de stroom LOGO! heeft geen aan-/uitschakelaar. Hoe LOGO! bij het inschakelen reageert, hangt ervan af
of er een schakelprogramma in LOGO! is opgeslagen, of een programmamodule (Card) is aangebracht, of er sprake van een LOGO!-variant zonder display (LOGO!...o) is,
in welke toestand LOGO! zich voor de NET-UIT bevond en De reactie van LOGO! voor de mogelijke situaties is op de volgende pagina beschreven:
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
33
LOGO! monteren en bedraden Voor Net-Uit
No Program Press ESC
Na Net-Aan
of
No Program Press ESC
(leeg) geen programma opgeslagen (met programma)
o 09:00 003-01-27 I:
of
0.. 123456789 1..0123456789 2..01234 Q:
(leeg)
B3: Par = 0300 Cnt = 0028
(met programma)
B1 &
Q1
opgeslagen programma
of
0.. 123456789 1..0123456789 2..01234
Mo 09:00 2002-01-31 I: 0.. 123456789 1..0123456789 2..01234
met een door LOGO! opgeslagen programma
...... met een door de programmamodule (Card) in LOGO! gekopieerd programma
......
>Program.. Card.. Clock.. Start
met een door LOGO opgeslagen programma!
>Program.. Card.. Clock.. Start
met een door de programmamodule (Card) in LOGO! gekopieerd programma
(leeg)
(met programma)
34
Mo 09:00 2002-01-31 I:
LOGO! im RUN
0.. 12345678 9 1..0123456
LOGO! in RUN
>Program.. Card.. Clock.. Start
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden U kunt echter ook de 4 eenvoudige regels voor het aanlopen van LOGO! Basic onthouden: 1. Indien er geen programma in LOGO! of op de ingestoken programmamodule aanwezig ismeldt LOGO! (met Display): ’No Program Press ESC’. 2. Wanneer de programmamodule een programma bevat, dan wordt dit automatisch in LOGO! gekopieerd. Een schakelprogramma, dat zich in LOGO! bevindt, wordt overschreven. 3. Als er in LOGO! of op de programma-module (Card) een schakelprogramma aanwezig is, dan gaat LOGO! naar de bedrijfstoestand, die deze voor de NET-UIT had. Heeft de variant geen display (LOGO! ...RCo), dan wordt automatisch overgegaan van STOP naar RUN (LED wisselt van rood naar groen). 4. Indien u bij ten minste een functie remanentie ingeschakeld resp. een functie met permanent ingeschakelde remanentie hebt toegepast, blijvend e actuele waarden ervan bij een NET-UIT behouden. Wenk Wanneer u een programma invoert en er zich tijdens het invoeren een stroomonderbreking voordoet, is het programma in LOGO! na het herstel van de stroomtoevoer gewist. Daarom moet u het oorspronkelijke programma op een programmamodule (Card) of op een computer (LOGO!Soft Comfort) opslaan alvorens wijzigingen aan te brengen.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
35
LOGO! monteren en bedraden LOGO! Basic-bedrijfstoestanden LOGO! Basic/Pure kent 2 bedrijfstoestanden: STOP en RUN STOP (push button for STOP)
Displayweergave:
RUN
Displayweergave: Venster
’No Program’ (niet bij LOGO!...o)
LOGO! in de modus Programmeren schakelen (niet bij LOGO!...o)
om de in- resp. uitgangen en meldingen (na START in het hoofdmenu) (niet bij LOGO!...o)
LOGO! in de modus Para-
LED is rood
metreren schakelen (niet bij LOGO!...o)
(alleen LOGO!...o)
LED is groen (alleen LOGO!...o)
Bewerking door LOGO!:
Bewerking door LOGO!:
Ingangen worden niet inge- LOGO! leest de toestand lezen
van de ingangen in
Programma wordt niet afgewerkt
Relaiscontacten zijn altijd open resp. de transistoruitgangen zijn uitgeschakeld
LOGO! berekent met het programma de toestand van de uitgangen
LOGO! schakelt de relais-/ transistoruitgangen in of uit
LOGO! uitbreidingsmodules-bedrijfstoestanden LOGO! uitbreidingsmodules kennen 3 bedriifstoestanden: LED brandt groen, rood of oranje. LED brandt
36
Groen (RUN)
Rood (STOP)
Oranje
De uitbreidingsmodule communiceert met het linker toestel
De uitbreidingsmodule communiceert niet met het linker toestel
Initialiseringsfase van de uitbreidingsmodule
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
3 LOGO! programmeren De eerste stappen met LOGO! Als programmeren duiden wij het aanmaken van een schakelprogramma aan. Een LOGO!-schakelprogramma is eigenlijk niets anders dan een iets anders weergegeven stroomschakelschema! Wij hebben de voorstelling ervan aangepast op het display van LOGO! In dit hoofdstuk laten wij u zien hoe u met LOGO! uw toepassingen in LOGO!–schakelprogramma’s kunt omzetten. Wij verwijzen hier wederom naar LOGO!Soft Comfort, de programmeringssoftware voor LOGO!, waarmee u schakelprogramma’s eenvoudig en comfortabel kunt aanmaken, testen en simuleren, wijzigen, opslaan en afdrukken. In dit handboek wordt enkel het aanmaken van het schakelprogramma aan de LOGO! zelf beschreven, omdat de programmeringssoftware LOGO!Soft Comfort met een uitvoerige Online-hulp is uitgerust. Zie ook hoofdstuk 7. Wenk De LOGO!-varianten zonder display LOGO! 24o, LOGO! 12/24RCo, LOGO! 24RCo en LOGO! 230RCo,, vertonen geen bedienings- en weergave-eenheid. Zij zijn voornamelijke bestemd om in kleine machines en apparaten te worden ingebouwd voor serieproductie. LOGO!...o-Varianten worden niet aan het apparaat geprogrammeerd. Het schakelprogramma wordt door LOGO!Soft Comfort of door programmamodules (Cards) van andere LOGO!-0BA4-toestellen naar het apparat gekopieerd. Programmamodules (Cards) kunnen niet met een LOGO!-variant zonder display worden beschreven. Zie hoofdstuk 6, 7 en appendix C.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
37
LOGO! programmeren In het eerste deel van dit hoofdstuk leert u aan de hand van een klein voorbeeld hoe u met LOGO! moet werken. Eerst en vooral worden u de twee basisbegrippen klem en blok voorgesteld en wordt verklaard wat deze eigenlijk betekenen. In een tweede stap zullen wij gemeenschappelijk uit een eenvoudige conventionele schakeling een schakelprogramma ontwikkelen dat u ... tenslotte rechtstreeks in LOGO! kunt invoeren. Nadat u enkele bladzijden van het handboek hebt gelezen kan uw eerste schakelprogramma in LOGO! dat draait opgeslagen zijn. Met de geschikte hardware (schakelaars...) kunt u dan reeds de eerste tests uitvoeren.
38
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren
3.1 Klemmen LOGO! heeft ingangen en uitgangen Voorbeeld van een samenstelling van meerdere modules: Ingangen
L+ M I1 I2 I3 I4 I5 I6 AI1 AI2
L+ M I9 I10 I11I12
L+ M
RUN/STOP
L+ M
L+ M I13I14I15 I16
RUN/STOP
RUN/STOP
PE 1
1
Q1
2
1
Q2
2
1
2 Q3
1
2 Q4
1
2 Q5
2 Q7
Uitgangen
1 1
2 Q6 2 Q8
INPUT 2x (..10V/..20mA)
A!3 M3U3AI4M4 U4 1
1
Q9
2
1
2 Q11
2 Q10
1
2 Q12
Analoge ingangen
De ingangen hebben wij met de letter I en een cijfer aangeduid. Als u LOGO! van de voorkant bekijkt, ziet u de klemmen voor de ingangen bovenaan. Alleen bij de analoge modulen LOGO! AM2 en AM 2 PT100 bevinden de ingangen zich onderaan. De uitgangen hebben wij met een Q en een cijfer aangeduid. De klemmen van de uitgangen ziet u op de afbeelding onderaan.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
39
LOGO! programmeren
Wenk LOGO! zal de in- en uitgangen van de afzonderlijke modules onafhankelijk van hun type herkennen en zal deze kunnen lezen resp. schakelen. De in- en uitgangen worden in dezelfde volgorde weergegeven als de modules in elkaar gestoken zijn. Bij het aanmaken van het schakelprogramma zijn de volgende in-, uitgangen en merktekens beschikbaar: I1 tot I24, AI1 tot AI8, Q1 tot Q16, AQ1 en AQ2, M1 tot M24 en AM1 tot AM6. Bovendien kunt u de schuifregisterbits S1 tot S8, 4 cursortoetsen C , C , C en C en 16 niet bedrade uitgangen X1 tot X16 gebruiken. Meer details vindt u in hoofdstuk 4.1. Bij LOGO! 12/24... en LOGO! 24/24o geldt voor I7 en I8 het volgende: wordt Ix in het schakelprogramma gebruikt, dan is het op de klem geschakelde signaal als digitaal geïnterpreteerd; als AIx wordt gebruikt, is het signaal als analoog geïnterpreteerd. De ingang AIx kan alleen de klem zijn die daadwerkelijk analoog kan werken.
Klemmen van LOGO! Achter het woord klem verbergen zich alle aansluitingen en standen die in LOGO! worden gebruikt. De in- en uitgangen kunnen in de stand ’0’ of de stand ’1’ staan. Toestand ’0’ betekent dat er op de ingang geen spanning aanwezig is. Toestand ’1’ betekent dat er spanning aanwezig is. Maar dat is voor u vast niet nieuw. De klemmen hi, lo en x hebben wij geïntroduceerd om u het aanmaken van het schakelprogramma te vergemakkelijken: ’hi’ (high) heeft de vast toegewezen toestand ’1’, ’lo’ (low) heeft de vast toegewezen toestand ’0’. U moet niet alle aansluitingen van een blok gebruiken. Voor niet gebruikte aansluitingen neemt het schakelprogramma automatisch de toestand aan, die het functioneren van het betreffende blok garandeert. Als u wilt, kunt u niet gebruikte aansluitingen met de klem ’x’ bijzonder kenmerken. 40
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren LOGO! kent de volgende klemmen: LOGO! Basic / Pure
DM
AM
Klemmen Ingangen
LOGO! 230RC/RCo, LOGO! 24RC/RCo
Twee groepen: I9 ... I24 I1... I4 en I5 ... I8
Uitgangen
Q1...Q4
lo
Signaal met niveau ’0’ (Uit)
hi
Signaal met niveau ’1’ (Aan)
x
Een bestaande aansluiting wordt niet gebruikt
Q5 ... Q16
AI1...AI8
geen
DM: Digitale module. AM: Analoge module.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
41
LOGO! programmeren
3.2 Blokken en bloknummers In dit hoofdstuk laten wij u zien, hoe u met de elementen van LOGO! uitgebreide schakelingen kunt samenstellen en hoe de blokken onderling en met de in- en uitgangen worden verbonden. In hoofdstuk 3.3 stellen wij u voor hoe u een conventionele schakeling in een LOGO!-schakelprogramma kunt omzetten. Blokken Een blok in LOGO! is een functie die ingangsinformatie in uitgangsinformatie omzet. Vroeger moesten de afzonderlijke elementen in de schakelkast of de aansluitkast van draden worden voorzien. Bij het aanmaken van het schakelprogramma verbindt u klemmen met blokken. Daartoe kiest u uit het menu Co gewoon de gewenste aansluiting. Het menu Co hebben wij naar het Engelse begrip connector (klem) genoemd. Logische bewerkingen De eenvoudigste blokken zijn logische bewerkingen: EN (AND) OF (OR) ... I1 I2 x x
1 Q
Hier zijn de ingangen I1 en I2 aan het OF-blok (OR-blok) aangesloten. De twee laatste ingangen van het blok worden niet gebruikt en worden daarom met een ’x’ aangeduid.
De speciale functies hebben aanzienlijk meer mogelijkheden te bieden: Stroomstootrelais Voor–/achterwaartsteller Vertraagde inschakeling Softwareschakelaar .... In hoofdstuk4 vindt u een volledige lijst van de functies in LOGO!
42
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Weergave van een blok op het display van LOGO! Op de afbeelding ziet u een typische displayweergave van LOGO!. Er kan dus altijd maar één blok worden afgebeeld. Daarom hebben wij bloknummers ingevoerd, die u moeten helpen om het verband tussen de schakelingen te zien. Weergave van het display van LOGO! Hier is nog een blok aangesloten
Ingang
B1
1
x B2 I3 x
Bloknummer wordt door LOGO toegekend
Q1
Niet benodigde aansluiting
Uitgang
Blok
Toekennen van een bloknummer Telkens wanneer u een blok in een schakelprogramma invoegt, kent LOGO! aan dit blok een bloknummer toe. w Met dat bloknummer maakt LOGO! de verbinding tussen de blokken duidelijk. De bloknummers dienen dus in eerste instantie als oriëntering in het schakelprogramma. Bloknummer
B2 x I1 I2 I3
1 B1
Met deze blokken bestaat een verbinding
B3 x I4 I5 I6
1 B1
B1 x B2 B3 x
1 Q1
B1 Q1
Zich verplaatsen in het schakelprogramma met de toets
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
43
LOGO! programmeren Op de overzichtsafbeelding ziet u drie displays van LOGO! weergegeven, die samen het schakelprogramma uitmaken. LOGO! verbindt, door u goed zichtbaar, de blokken door middel van bloknummers met elkaar. Voordelen van de bloknummers U kunt vrijwel elk blok via zijn bloknummer aan een ingang van het actuele blok hangen. Op die manier kunt u voorlopige resultaten uit logische verbindingen of andere bewerkingen meermaals gebruiken. Dat bespaart invoerwerk en opslagcapaciteit en maakt uw schakeling bovendien overzichtelijker. In dit geval moet u weten welke naam LOGO! aan de blokken heeft gegeven. Wenk Om efficiënt te werken, raden wij u aan een overzichtsplan van het schakelprogramma op te stellen. Op die manier vergemakkelijkt u de aanmaak van het schakelprogramma. Op dat plan kunt u dan de door LOGO! toegekende bloknummers invullen. Indien u voor de programmering van de LOGO! de software LOGO!Soft Comfort gebruikt, kunt u direct een functieschema van uw schakelprogramma aanmaken. In LOGO!Soft Comfort kunt u bovendien voor tot 64 blokken bloknamen met 8 cijfers toekennen, die in de bedrijfsmodi Parametreren en Programmeren aan de LOGO! worden aangeduid (zie hoofdstuk 3.4).
44
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren
3.3 Van het schakelschema naar LOGO! Weergave van een schakeling in het schakelschema U kent ongetwijfeld reeds de weergave van een schakeling in het schakelschema. Hier op de afbeelding ziet u hiervan een voorbeeld:
S1
S2
Via de schakelaars (S1 OF S2) EN S3 wordt de verbruiker E1 in- en uitgeschakeld. (OF=OR; EN=AND)
K1
Het relais K1 wordt aangehaald als S1 of S2 en bovendien S3 gesloten zijn.
S3 K1
E1
Uitvoering van de schakeling met LOGO! In LOGO! bouwt u een schakeling op door blokken en klemmen met elkaar te verbinden: L1
Bedrading van de ingangen S1 ... S3
Programma in LOGO!
I1 I2 x
N
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
1
I3
& Q1
x
Bedrading van de uitgangen
45
LOGO! programmeren
Wenk Ofschoon u bij de logische verbindingen (basisfuncties, zie hoofdstuk 4.2) vier ingangen ter beschikking staan, worden om reden van de overzichtelijkheid in de meeste van de volgende afbeeldingen enkel drie ingangen weergegeven. U parametreert en programmeert de vierde ingang zoals de andere drie ingangen. Voor de omzetting van een schakeling in LOGO! begint u aan de uitgang van de schakeling. De uitgang is de belasting of het relais dat moet schakelen. De schakeling moet in blokken worden omgezet. Daartoe doorloopt u de schakeling van de uitgang naar de ingang: Stap 1: Aan de uitgang Q1 hangt een serieschakeling van het maakcontact S3 met nog een schakelingsmodule. De serieschakeling komt overeen met een EN-blok (ANDblok): &
I3
Q1 x Stap 2: S1 en S2 zijn in serie geschakeld. De parallelschakeling komt overeen met een OF-blok (OR-blok): I1 I2 x
1
I3
& Q1
x
Niet gebruikte ingangen Voor niet gebruikte aansluitingen neemt het schakelprogramma automatisch de toestand aan, die het functioneren van het betreffende blok garandeert. Als u wilt kunt u niet gebruikte aansluitingen met de klem ’x’ bijzonder aanduiden.
46
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren In ons voorbeeld worden enkel 2 ingangen van het OF-blok (OR-blok) en 2 ingangen van het EN–blok (AND-blok) gebruikt; de derde (en vierde ) ingang werd met de klem ’x’ als ’niet gebruikt’ aangeduid. Sluit nu nog de in- en uitgangen aan LOGO! aan. Bedrading De schakelaars S1 tot S3 moeten aan de schroefklemmen van LOGO! worden aangesloten: S1 zit aan de klem I1 van LOGO! S2 zit aan de klem I2 van LOGO! S3 zit aan de klem I3 van LOGO! De uitgang van het AND-blok stuurt het relais aan de uitgang Q1. Aan het uitgang Q1 is verbruiker E1 aangesloten. Voorbeeld van een bedrading In het volgende beeld laten wij u bedrading zien aan de hand van een 230 V AC-variant van LOGO!. L1 N S1 S2 S3 L1
1
L1
N
Q1
I1
I2
I3
Bedrading van de ingangen
I4
2
Bedrading van een uitgang
N
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
47
LOGO! programmeren
3.4 De 4 gulden regels voor het werken met LOGO! Regel 1 Bedrijfsmodus-wissel. U maakt het schakelprogramma in de bedrijfsmodus Programmeren aan. Na een Net-in en “No Program Press ESC” op een display komt u in bedrijfsmodus Programmeren doordat u de toets ESC indrukken. De wijziging van de tijds– en parameterwaarden in een reeds aanwezig schakelprogramma kan in de bedrijfsmodi Parametreren en Programmeren plaatsvinden. Tijdens het Parametreren is LOGO! in de RUN-mode, d.w.z. het schakelprogramma wordt verder afgewerkt (zie hoofdstuk 5). Voor het Programmeren moet u het afwerken van het schakelprogramma met het commando “Stop” beëindigen. U komt in de RUN-mode terecht doordat u het menuitem ’Start’ in het hoofdmenu uitvoert. In de RUN-mode keert u terug naar de bedrijfsmodus Parametreren doordat u op de toets ESC drukt. Als u zich in de Bedrijfsmodus Parametreren bevindt en u wilt terug naar de Bedrijfsmodus Programmeren, dan voert u het commando “Stop” in het menu Parametreren uit en u antwoordt “Yes” op “Stop Prg” doordat u de cursor op “Yes” zet en en met de toets OK bevestigt. Nadere details over de bedrijfsmodi krijgt u in de appendix D. Wenk Voor vroegere toestelversies tot 0BA2 geldt: In de bedrijfsmodus Programmeren komt u terecht doordat u de drie toetsen , en OK gelijktijdig bediend. In de bedrijfsmodus Parametreren komt u terecht doordat u de twee toetsen ESC en OK gelijktijdig bediend.
48
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Regel 2 Uitgangen en ingangen U moet een schakeling steeds van de uitgang naar de ingang invoeren. U kunt een uitgang met verschillende ingangen verbinden, maar een ingang niet met meerdere uitgangen. U kunt binnen een programmaverbindingsweg geen uitgang verbinden met een voorafgaande ingang. Daartussen moet u voor dergelijke interne terugkoppelingen (recursie) merktekens of uitgangen schakelen. Regel 3 Cursor en cursorbeweging Bij het invoeren van een schakeling geldt het volgende: Is de cursor als een onderliggend streepje weergegeven, dan kunt u de cursor verplaatsen: – met de toetsen , , of kunt u de cursor in de schakeling verplaatsen – met OK kunt u overgaan naar ”Klem/Blok selecteren” – met ESC kunt u het invoeren van de schakeling verlaten Als de cursor als gevuld blokje is weergegeven, dan moet u een klem/blok selecteren – met de toetsen of kunt u een klem/een blok selecteren – met OK wordt de keuze bevestigd – met ESC gaat u een stap terug Regel 4 Planning
Voor het aanmaken van een schakelprogramma dient u deze eerst volledig op papier te plannen of u programmeert LOGO! direct met LOGO!Soft Comfort. LOGO! kan alleen volledige en correcte schakelprogramma’s opslaan.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
49
LOGO! programmeren
3.5 Overzicht van de menu’s van LOGO! Bedrijfsmodus Programmeren Hoofdmenu
>Program.. Card.. Clock.. Start
Programmeermenu
OK
>Edit.. Clear Prg Password
ESC
OK Transfermenu ESC
= LOGO!
Card Card CopyProtect
>
OK ESC
Klokmenu
>Set Clock S/W Time Sync
Bedrijfsmodus Parametreren Parametreermenu
>Stop Set Param Set Clock Prg Name Nadere details over de menu’s krijt u in de appendix D.
50
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren
3.6 Schakelprogramma invoeren en starten U hebt een schakeling ontworpen en u zou die nu in LOGO! willen invoeren. Hoe dat functioneert, laten wij u aan de hand van een kort voorbeeld zien.
3.6.1 Naar de bedrijfsmodus Programmeren gaan U hebt LOGO! op het net aangesloten en de stroom ingeschakeld. Op het display krijgt u het volgende te zien:
No Program Press ESC Schakel LOGO! over naar de bedrijfsmodus Programmeren doordat u de toets ESC indrukt. Daarna gaat u naar het hoofdmenu van LOGO!:
>Program.. Card.. Clock.. Start
Het hoofdmenu van LOGO!
Op de eerste plaats in de eerste regel ziet u het teken ”>”. Met de toetsen en kunt u ”>” op en neer bewegen. Verplaats ”>” naar ”Program..” en druk op de OK-toets. Vervolgens gaat LOGO! over naar het programmeermenu.
>Edit Prg Prg Name Clear Prg Password
Het programmeermenu van LOGO!
Ook hier kunt u het teken ”>” met de toetsen en verplaatsen. Zet de ”>” op ”Edit..” (voor bewerken, d.w.z. invoeren) en druk op de toets OK.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
51
LOGO! programmeren
>Edit Prg Edit Name Memory?
Het bewerkingsmenu van LOGO!
Zet de ”>” op ”Edit Prg” (voor schakelprogramma bewerken) en druk op de toets OK. LOGO! toont u nu de eerste uitgang: De eerste uitgang van LOGO!
Q1 U bent nu in de programmeermodus. Met de toetsen en kunt u de andere uitgangen selecteren. Vanaf nu begint u met het invoeren van uw schakelprogramma. Wenk Omdat er in ons geval nog geen schakelprogramma met paswoord in LOGO! werd opgeslagen, gaat u rechtstreeks naar het bewerken van het schakelprogramma. Als er reeds een d.m.v. van een paswoord beveiligd schakelprogramma opgeslagen is, zou u na het “Edit Prg“ en bevestiging met OK naar uw paswoord worden gevraagd. Bewerken mag u dan alleen na het invoeren van het juiste paswoord (zie hoofdstuk 3.6.5.).
52
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren
3.6.2 Het eerste schakelprogramma Laat ons nu even de volgende parallelschakeling van twee schakelaars bekijken. Schakelschema In het schakelschema ziet de schakeling er als volgt uit: S1
S2
Schakelaar S1 of schakelaar S2 schakelen de verbruiker in. Voor LOGO! is de parallelle schakeling van de schakelaars een ’Of’, omdat schakelaar S1 of S2 de uitgang inschakelen.
K1
K1 E1
Vertaald in het LOGO!-schakelprogramma betekent dat: het relais K1 (in LOGO! via de uitgang Q1) wordt door een OR-blok bestuurd. Schakelprogramma Aan de ingang van het OF-blok (OR-blok) hangen I1 en I2, waarbij S1 aan I1 en S2 aan I2 zijn aangesloten. Het schakelprogramma in LOGO! ziet er dus als volgt uit: I1 I2
1 Q1
x
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
53
LOGO! programmeren Bedrading De bijbehorende bedrading: L1 S1 N
S2 L1
1
Q1
N
2
I1
I2 I1
1
I3
Q2
2
I4
I5
1
Q3
2
I6
I7
1
I8
Q4
2
L
N
De schakelaar S1 werkt op ingang I1 en de schakelaar S2 op de ingang I2. De gebruiker is op relais Q1 aangesloten.
3.6.3 Schakelprogramma invoeren Laten wij nu het schakelprogramma invoeren (en wel van de uitgang naar de ingang). Om te beginnen toont LOGO! de uitgang: De eerste uitgang van LOGO!
Q1
54
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Onder de Q van Q1 ziet u een onderliggend streepje. Wij noemen dat onderliggend streepje cursor der Cursor (aanwijzer). De cursor geeft in het schakelprogramma de positie aan waar u zich op dat ogenblik bevindt. De cursor kunt u met de toetsen , , en verplaatsen. Druk nu op de toets . De cursor verplaatst zich naar links. De cursor geeft aan waar u zich in het schakelprogramma bevindt.
-
Q1
Op deze plaatst voert u nu het eerste blok (het OF-blok) in. Ga naar de invoermodus door op de OK-toets te drukken. De cursor is als volledig blok weergegeven: U kunt een klem of een blok uitkiezen
Co
Q1
De cursor heeft nu niet langer de vorm van een onderliggend streepje, maar knippert als gevuld blokje. Tegelijkertijd biedt LOGO! u de eerste keuzemogelijkheden aan. Kies BF (Basisfuncties) doordat u op de toets drukt totdat BF verschijnt en u drukt op de toets OK. LOGO! laat u nu het eerste blok uit de lijst met basisfuncties zien:
B01 & Q1
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Het eerste blok uit de lijst met de basisfuncties is EN (AND). De cursor als gevuld blokje geeft aan dat u een blok moet selecteren.
55
LOGO! programmeren Druk nu op de toets of het display verschijnt:
B01 1
, tot het OF-blok (OR-blok) op
De cursor staat nog steeds in het blok en heeft de vorm van een gevuld blokje.
Q1 Druk nu op de OK-toets om uw selectie af te sluiten. Dat ziet u op het display
Zo ziet uw totaal programma eruit
B01 -
1
B01 bloknummer
Q1
1 Q1
Hiermee hebt u het eerste blok ingevoerd. Aan elk blok dat u invoert, wordt een nummer toegekend, het bloknummer. Nu moet u alleen nog de ingangen van het blok van een schakeling voorzien. Dat gaat als volgt: Druk op de OK-toets: Dat ziet u op het display
B01 Co 1
Q1
Kies de lijst Co uit: Toets OK indrukken Dat ziet u op het display
B01 x
1
Q1
56
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Het eerste element in de lijst Co is het teken voor ”ingang niet gebruikt”, in ’x’. Selecteer met de toetsen of de ingang I1. Wenk Met de toets begint u aan het begin van de Co-lijst: I1, I2 .... tot lo, dan weer ’x’. Met de toets begint u aan het einde van de Co-lijst: lo, hi, Q ..... tot I1, dan weer ’x’.
B01 I1 1
Q1
Druk op de OK-toets: I1 is met de ingang van het Of-blok verbonden. De cursor springt naar de volgende ingang van het OF-blok (OR-blok). Dat ziet u op het display
B01 I1 -
Zo ziet uw totaal programma in LOGO! eruit B01
1
Q1
I1
1 Q1
Nu verbindt u de ingang I2 met de ingang van het Of–blok. Hoe dat gaat weet u al: 1. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets 2. Co-lijst selecteren: toetsen of 3. Co-lijst overnemen: OK-toets 4. I2 selecteren: toetsen of 5. I2 overnemen: OK-toets
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
57
LOGO! programmeren Zo is I2 met de ingang van het OF-blok (OR-blok) verbonden: Dat ziet u op het display
Zo ziet uw totaal programma in LOGO! eruit
B01 I1 I2
1
Q1
B01 I1
1 Q1
I2
De twee laatste ingangen van het Of–blok hebben wij in dit schakelprogramma niet nodig. U kunt een ingang, die u niet gebruikt, met een ’x’ aanduiden. Voer nu (2-maal) de ’x’ in: 1. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets 2. Co-lijst selecteren: toetsen of 3. Co-lijst overnemen: OK-toets 4. x selecteren: toetsen of 5. x overnemen: OK-toets Zo zijn alle ingangen van het blok van een schakeling voorzien. Voor LOGO! is het programma volledig. LOGO! springt nu terug naar uitgang Q1. Dat ziet u op het display Zo ziet uw totaal programma eruit B01
B01
58
Q1
I1 I2 x
1 Q1
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren
Wenk U kunt ingangen van basis– en speciale functies afzonderlijk negeren, d.w.z. bevindt zich aan de bepaalde ingang een “1”, gebruikt het schakelprogramma een “0”; bij een “0” wordt een “1” gebruikt. Om een ingang te negeren verplaatst u de cursor op de gewenste ingang, bijv.:
B1 I1 I2 I3 x
1 Q1
Druk op de toets OK. Met de toets of kunt u nu de negatie van de ingang plaatsen: Druk daarna op de toets ESC.
B1 I1 I2 I3 x
1 Q1
Zo ziet u schakelprogramma uit B1 I1 I2 I3 x
1 Q1
Als u uw eerste schakelprogramma nog eens wilt bekijken, kunt u met de toetsen of de cursor doorheen het schakelprogramma verplaatsen. Wij verlaten nu echter de schakelprogramma–aanmaak. Dat gaat als volgt: 1. Terug naar het programmeermenu: ESC-toets
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
59
LOGO! programmeren
Wenk LOGO! heeft nu uw schakelprogramma tegen stroomuitval beveiligd opgeslagen. Het schakelprogramma is zo lang in LOGO! opgeslagen totdat u het d.m.v. een commando weer wist.
3.6.4 Programmanaam toewijzen U kunt aan uw schakelprogramma een naam toewijzen. Deze bestaat uit kleine en hoofdletters, nummers en speciale karakters en kan maximaal 16 tekens lang zijn. In het programmeermenu: 1. “>” naar ’Edit..’ bewegen:toetsen of 2. ’Edit’ overnemen: toets OK 3. “>” naar ’Edit Naam’ bewegen: toetsen of 4. ’Edit Naam’ overnemen: toets OK Met de toetsen en kunt u het alfabet van A(a) t/m Z(z), cijfers en speciale karakters en dit ook achterstevoren listen. U kunt dan naar believen letters, cijfers of karakters uitkiezen. Voor een spatie gewoon met de toets de cursor naar de volgende positie bewegen. Het is het eerste teken uit de lijst. Voorbeelden: toets 1 maal drukken bewerkstelligt een “A” toets 4 maal drukken bewerkstelligt een “{” enz. De volgende tekenset is beschikbaar: B
C
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
p
Q
R
S
T
U
V
W X
Y
Z
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
z
p
q
r
s
t
u
v
w
x
y
z
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
!
”
#
$
%
&
’
(
)
*
+
,
-
.
/
:
;
<
=
>
?
@ [
\
]
^
_
‘
{
|
}
~
60
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren
Als we aannemen dat u uw schakelprogramma ABC” wilt noemen: 5. “A” uitkiezen: toets 6. Naar de volgende letter: toets 7. “B” uitkiezen: toets 8. Naar de volgende letter: toets 9. “C” uitkiezen: toets 10.Bevestig de gehele naam: OK-toets Nu heet u schakelprograama “ABC” en u bevindt zich weer in het programmeermenu. Voor de Wijziging van de programmanaam gaat u net zo te werk als bij het toewijzen van een programmanaam. Wenk De programmanaam kan alleen in de programmeermodus worden gewijzigd. Men kan de programmanaam in het programmeer- en in de parametreermodus lezen.
3.6.5 Paswoord Met een paswoord wordt een schakelprogramma tegen het bewerken door onbevoegden beschermd. Paswoord toewijzen Een paswoord kan tot maximaal 10 tekens lang zijn en bestaat uitsluitend uit hoofdletters (A tot Z). Op het apparaat kan men alleen in het menu “Paswoord” een paswoord toewijzen, wijzigen of deactiveren. In het programmeermenu: 1. ’>’ naar ’Paswoord’ bewegen: toetsen of 2. ’Paswoord’ overnemen: OK-toets
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
61
LOGO! programmeren Met de toetsen of kunt u het alfabet van A naar Z resp. van Z naar A listen en willekeurig letters selecteren. Omdat LOGO! u voor het invoeren van het paswoord alleen de hoofdletters ter beschikking stelt kunt u de letters “aan het einde“ van het alfabet sneller bereiken doordat u de toets gebruikt: toets een keer drukken bewerkstelligt een “Z” toets twee keer drukken bewerkstelligt “Y” enz. Wijzen wij aan ons eerste schakelprogramma het paswoord “AA” toe. Het display geeft nu het volgende aan:
Old: NoPassword New: Dezelfde methode ls bij het invoeren van de programmanaam. Onder “New” (Nieuw) voert u het volgende in: 3. “A” uitkiezen: toets 4. naar de volgende letter: toets 5. “A” uitkiezen: toets Het display geeft nu aan:
Old: NoPassword New: 6. Bevestig het gehele paswoord: OK-toets Hierdoor is u schakelprogramma d.m.v. het paswoord “AA” beveiligd en u bevindt zich weer in het programmeermenu.
62
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren
Wenk Als het invoeren van het nieuwe paswoord wordt onderbroken met ESC, keert LOGO! terug naar het programmeermenu zonder het paswoord te hebben opgeslagen. Het invoeren van het paswoord kan ook met LOGO!Soft Comfort plaatsvinden. Een met een paswoord beveiligd schakelprogramma kunt u allen in LOGO!Soft Comfort uploaden of op het toestel editeren, indien u het juiste paswoord invoert. Als u een schakelprogramma voor een beveiligde programmamodule (Card) wilt aanmaken en deze later wilt wijzigen, moet u bij het aanmaken van het schakelprogramma een paswoord toewijzen (zie hoofdstuk 6.1).
Paswoord wijzigen Om het paswoord te wijzigen, moet u het actuele paswoord kennen. In het programmeermenu: 1. ’>’ op ’Paswoord’ zetten: toetsen of 2. ’Paswoord’ overnemen: OK-toets Onder “Old” (Oud) voert u uw oude paswoord in (in ons gevalAA’), doordat u de stappen 3 t/m 6 zoals hierboven herhaalt. Het display geeft dan aan:
Old: AA New: Nu is het mogelijk om onder “New” een nieuw paswoord in te voeren, b.v. “ZZ”: 3. “Z” uitkiezen: toets 4. Naar de volgende letter: toets 5. “Z” uitkiezen: toets LOGO!-Handboek A5E00228752-01
63
LOGO! programmeren Het display geeft dan aan:
Old: AA New: ZZ 6. Bevestig het nieuwe paswoord: OK-toets Uw nieuwe paswoord is nu “ZZ” en u bevindt zich weer in het programmeermenu. Paswoord deactiveren Stel u wilt om een bepaalde reden het paswoord deactiveren. U wilt bijvoorbeeld een andere operator het bewerken van uw schakelprogramma toestaan. Net als bij de wijziging moet u uw actuele paswoord kennen (in ons voorbeeld “ZZ”). In het programmeermenu: 1. ’>’ op ’Paswoord’ zetten: toetsen of 2. ’Paswoord’ overnemen: OK-toets Onder “Old” voert u uw actuele paswoord in doordat u de stappen 3 t/m 5 zoals hieboven herhaalt en met OK bevestigt. Het display geeft aan:
Old: ZZ New:
64
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Deactiveer nu het paswoord doordat u niets invoert: 3. het “lege” paswoord bevestigen: OK-toets Het paswoord “bestaat niet meer” en u bevindt zich weer in het programmeermenu. Wenk Met deze deactivering wordt de paswoordopvraag uitgeschakeld en het bewerken zonder paswoord wordt mogelijk. Laat op het moment de paswoordopvraag gedeactiveerd om in de andere oefeningen/voorbeelden sneller vooruit te komen.
Paswoord: Foutieve ingave ! Bij het invoeren van een fout paswoord dat door de toets OK werd bevestigd, komt LOGO! niet in het bewerken terecht maar keert weer terug naar het programmeermenu. Dit wordt zo lang herhaald totdat u het juiste paswoord hebt ingevoerd.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
65
LOGO! programmeren
3.6.6 LOGO! in RUN schakelen LOGO! schakelt u in het hoofdmenu in RUN. 1. Terug naar het hoofdmenu: ESC-toets 2. ’>’ op ’Start’ zetten: toetsen of 3. ’Start’ overnemen: OK-toets LOGO! start het schakelprogramma en geeft het volgende display weer: Display van LOGO! in RUN
Mo 09:00 2003-01-27
Datum en momentele kloktijd (alleen voor varianten met klok). Deze melding knippert zolang datum en kloktijd niet ingesteld zijn.
Toets
I: 0.. 123456789 1..0123456789 2..01234
Ingangen I1 tot I9 Ingangen I10 tot I19 Ingangen I20 tot I24
Toets
Q:
Uitgangen Q1 tot Q9
0.. 123456789 1..0123456
Uitgangen Q10 tot Q16
Toets
M: 0.. 123456789 1..0123456789 2..01234
Merktekens M1 tot M9 Merktekens M10 tot M19 Merktekens M20 tot M24
Toets
ESC+Key 4 cursortoetsen voor manueel ingrijpen in het schakelprogramma (ESC + gewenste toets)
66
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Wat betekent: ”LOGO! is in de RUN”? In RUN werkt LOGO! zich door het schakelprogramma. Hiervoor leest LOGO! eerst de toestanden van de ingangen, bepaalt met het door u aangegeven schakelprogramma de toestanden van de uitgangen en schakelt de uitgangen in of uit. De stand van een ingang of uitgang wordt door LOGO! als volgt weergegeven: In-/uitgang staat in stand ’1’: invers In-/uitgang staat in stand ’0’: niet invers
I: 0.. 123456789 1..0123456789 2..01234
Q: 0.. 123456789 1..0123456
In dit voorbeeld zijn alleen I1, I15, Q8 en Q12 “high“.
Toestandweergave op het display L1 Laten we dat eens bekijken aan de hand van ons voorbeeld:
S1
=1
I1
S2 I2
I: 0.. 123456789 1..0123456789 2..01234
Als de schakelaar S1 gesloten is, dan is er spanning aan de ingang I1 en staat de ingang I1 in stand ’1’. LOGO! berekent met het schakelprogramma de toestand voor de uitgangen.
Q: 0.. 123456789 1..0123456
Q1
De uitgang Q1 staat hier in stand ’1’. Als Q1 in de stand ’1’ staat, activeert LOGO! het relais Q1 en de verbruiker aan Q1 krijgt spanning.
N
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
67
LOGO! programmeren
3.6.7 Het tweede schakelprogramma U hebt tot dusver de eerste schakeling ( daarbij ook een programmanaam en een paswoord indien gewenst) met succes ingevoerd.In deze paragraaf wordt u verteld hoe u bestaande schakelprogramma’s kunt wijzigen en speciale functies kunt gebruiken. Met het tweede schakelprogramma laten wij u zien: hoe u een blok in een bestaand schakelprogramma kunt invoeren. hoe u een blok voor een speciale functie moet selecteren. hoe u parameters moet invoeren. Wijzigen van schakelingen Voor het tweede schakelprogramma wijzigen wij het eerste schakelprogramma lichtjes. Bekijken wij eerst even het schakelschema voor het tweede schakelprogramma: L1 S1
K1
S2
E1
K1
Het eerste deel van de schakeling kent u al. De beide schakelaars S1 en S2 schakelen een relais. Dat relais moet de verbruiker E1 inschakelen. Het relais moet de verbruiker met een vertraging van 12 minuten uitschakelen.
N
In LOGO! ziet het schakelprogramma hiervoor er als volgt uit: I1 I2 x
1
Dat is het bijkomende nieuwe blok x Par
Q1
U herkent het OF-blok (OR-blok) en het uitgangsrelais Q1 uit het eerste programma. Nieuw is alleen de vertraagde uitschakeling.
68
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Bewerken van het schakelprogramma Schakel LOGO! in de modus Programmeren. Wij herhalen nog even hoe dat gaat: 1. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren (In de RUN:toets ESC, U komt in het parametreermenu Kies het commando ’Stop’ : Toets OK, ’>’ op ’Yes’ zetten en dan weer de toets OK). Zie pagina 48 2. Kies in het hoofdmenu ”Programma..” 3. Kies in het programmeermenu “Edit..”, toets OK, en dan ”Edit Prg”, toets OK. (Voer, indien nodig, het paswoord in en bevestig met OK.) Nu kunt u het bestaande schakelprogramma wijzigen. Invoegen van een extra blok in een schakelprogramma Plaats de cursor onder de B van B1 (B1 is het bloknummer van de OR): Cursor bewegen: Toets indrukken
B01
Q1
Op deze plaats voegen wij nu het nieuwe blok in. Druk op de OK-toets: LOGO! laat u de BN-lijst zien.
BN
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Q1
69
LOGO! programmeren Kies de lijst SF uit (Toets): In de SF-lijst vindt u de blokken voor speciale functies
SF
Q1
Druk op de OK-toets. Het blok van de eerste speciale functie verschijnt:
Trg Par
Q1
Bij het selecteren van een blok voor een speciale of basisfunctie toont LOGO! het blok van die functie. De cursor staat in het blok en heeft de vorm van een gevuld blokje. Met de toetsen of kiest u het gewneste blok uit.
Selecteer het gewenste blok (voor de vertraagde uitschakeling, zie volgende afbeelding) en druk op OK: Voor het ’OK’ staat hier Trg
B1 R Par
B2
Het ingevoegde blok krijgt het bloknummerB2. De cursor staat op de bovenste ingang van het ingevoegde blok.
Q1
Het tot dus ver aan Q1 aangesloten blok B1 wordt automatisch aan de bovenste ingang van het ingevoegde blok aangesloten. Het is echter alleen mogelijk een digitale ingang met een digitale uitgang resp. een analoge ingang met een analoge uitgang te verbinden. Anders gaat het ’oude’ blok verloren. Het blok voor de vertraagde uitschakeling heeft 3 ingangen. De bovenste ingang is de Trigger-ingang (Trg). Via deze ingang start u de vertraagde uitschakeling. In ons voorbeeld wordt de vertraagde uitschakeling van het OFblok (OR-blok) B01 gestart. Via de Reset-ingang zet u de tijd en de uitgang terug. Via de parameter T van de parameter–ingang Par stelt u de vertragingstijd in voor de uitschakeling.
70
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren In ons voorbeeld gebruiken wij de Reset-ingang van de vertraagde uitschakeling niet en duiden hem met de klem ’x’ aan.
B2 B1 x Par
Het display moet er nu zo uitzien
Q1
Parametreren van een blok Geef nu de tijd T in voor de vertraging van de uitschakeling: 1. Als de cursor nog niet onder de Par staat, verplaats hem dan tot onder de Par: toetsen of 2. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets Bij parameters toont LOGO! het parametervenster:
T: De parameter van het blok B2 is een tijd.
B2 +R T =00:00s
Waarde van de tijd
“+” betekent: de parameter wordt in de bedrijfsmodus Parametreren weergegeven en kan daar worden gewijzigd. . “R” betekent: de remanentie is voor dit blok ingeschakeld.
Eenheid van de tijd (tijdbasis)
Zo wijzigt u de tijdwaarde: Met de toetsen en kunt u de cursor heen en weer verplaatsen. Met de toetsen en kunt u de waarde op de positie zelf veranderen. Druk op de OK-toets nadat u de tijdwaarde hebt ingevoerd.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
71
LOGO! programmeren Instellen van de tijd Stel de tijd T = 12:00 minuten in: 1. Verplaats cursor naar de eerste positie: toetsen 2. Kies het cijfer ’1’: toetsen 3. Verplaats de cursor naar de tweede positie: toetsen 4. Kies het cijfer ’2’: toetsen 5. Verplaats de cursor naar de eenheid : toetsen 6. Kies de eenheid m voor minuten: toetsen
of of of of of of
Weergeven/verbergen vanparameters - Beveiligingswijze Indien u wenst dat de parameter in de parametermodus (niet) wordt getoond en (niet) wordt gewijzigd : 1. Verplaats de cursor naar de beveiligingswijze toetsen of 2. Kies de beveiligingswijze ’-’: toetsen of Op het display moet nu het volgende verschijnen:
B2 T=12:00m
+R of
B2 T=12:00m
–R
Beveiligingswijze+: Waarde van de tijd T moet in de bedrijfsmodus Parametreren worden gewijzigd
Beveiligingswijze–: Waarde van de tijd T wordt in de bedrijfsmodus Parametreren niet aangeduid
3. Sluit de ingave af:
OK-toets
Inschakelen/Uitschakelen van remanentie Indien u wenst, dat bijv. bij een netuitval de actuele gegevens (niet) blijven behouden: 1. Verplaats de cursor op de remanentiemodus: toetsen of 2. Selecteer de remanentiemodus:toetsen of
72
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Op het display kunt u nu zien:
B2 T=12:00m
–R
Remanentiemodus R: De actuele gegevens blijven behouden
3. Sluit de ingave af:
B2 T=12:00m
of
–/
Remanentiemodus /: De actuele gegevens blijven niet behouden
OK–toets
Wenk Beveiligingswijze zie ook hoofdstuk 4.3.5. Remanentie zie ook hoofdstuk 4.3.4. De beveiligingswijze en remanentie kunt u alleen in de bedrijfsmodus Programmeren wijzigen, d.w.z. niet in de bedrijfsmodus Parametreren. In dit handboek worden de beveiligingswijze (”+” of “–”) en de remanentie (”R” of “/”) alleen in de displays weergegeven, waarin deze instellingen ook kunnen worden gewijzigd.
Controle van het schakelprogramma Dit programmagedeelte voor Q1 is nu volledig. LOGO! laat u de uitgang Q1 zien. U kunt dat schakelprogramma nog eens op het display bekijken. Met de toetsen kunt u zich doorheen het programma verplaatsen. Met of van blok tot blok en met en naar de verschillende ingangen aan een blok.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
73
LOGO! programmeren De programmeermodus verlaten Hoe u de programma-aanmaak moet verlaten, weet u reeds uit het eerste schakelprogramma. Ter herinnering: 1. Terug naar het programmeermenu: ESC-toets 2. Terug naar het hoofdmenu: ESC-toets 3. ’>’ verplaatsen naar ’Start’: toetsen of 4. ’Start’ overnemen: OK-toets LOGO! staat nu weer in RUN:
Mo 09:30 2003-01-27
U kunt met de toetsen of bladeren en de toestand van de in– en uitgangen observeren.
3.6.8 Een blok wissen Stel u wilt uit het ingevoerde schakelprogramma het blok B02 wissen en B01 direct met Q1 verbinden. B1 B2 I1 I2 x
x Par
Q1
Daartoe moet u als volgt te werk gaan: 1. Schakel LOGO! over naar de bedrijfsmodus Programmeren (zie ter herinnering pagina 48). 2. Kies ’Edit’: toetsen of 3. Neem ’Edit Prg’ over: toets OK 4. Kies ’Edit Prg’: toetsen of 5. Neem ’Edit Prg’ over: toets OK (Voer, indien nodig, het paswoord in en bevestig het met OK).
74
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren 6. Plaats de cursor aan de ingang van Q1, d.w.z. onder B2. Gebruik daarvoor de toets :
B02
Q1
7. Druk op de OK-toets 8. Nu plaatst u in plaats van het blok B2 het blok B1 direct aan de uitgang Q1. Ga als volgt te werk: – Lijst BN uitkiezen: toetsen of – Lijst BN overnemen: OK-toets – ’B1’ uitkiezen: toetsen of – ’B1’ overnemen: OK-toets Resultaat: Het blok B2 is gewist, omdat het in de gehele schakeling niet meer wordt gebruikt. In plaats van het blok B2 hangt B1 nu direct aan de uitgang.
3.6.9 Meerdere met elkaar verbonden blokken wissen Stel u wilt uit het volgende schakelprogramma (komt overeen met het schakelprogramma in het hoofdstuk 3.6.7) het blok B1 en B2 wissen. B1 B2 I1 I2 x
x Par
Q1
Daartoe moet u als volgt te werk gaan: 1. Schakel LOGO! naar de bedrijfsmodus Programmeren (Zie ter herinnering pagina 48). 2. Kies ’Edit’: toetsen of
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
75
LOGO! programmeren 3. Neem ’Edit’ over: toets OK 4. Kies ’Edit Prg’: toetsen of 5. Neem ’Edit Prg’: over Toets OK (Voer, indien nodig, het paswoord in en bevestig het met OK) 6. Plaats de cursor aan de ingang van Q1, d.w.z. onder B2. Gebruik daarvoor de toets :
B2
Q1
7. Druk op de OK-toets 8. Nu plaatst u in plaats van het blok B2 de connector x aan de uitgang Q1. Ga als volgt te werk: – Co-lijst selecteren: toetsen of – Co-lijst overnemen: OK-toets – ’x’ selecteren: toetsen of – ’x’ overnemen: OK-toets Resultaat: Het blok B2 is gewist omdat het in de gehele schakeling niet meer wordt gebruikt. Samen met het blok B2 zijn alle blokken gewist die met B2 verbonden waren (in ons voorbeeld ook het blok B1).
3.6.10 Programmeerfouten corrigeren Programmeerfouten corrigeren is met LOGO! heel eenvoudig: Zolang de invoer nog niet is afgesloten, kunt u met ESC een stap terugzetten. Als u alle ingangen reeds hebt ingevoerd, dan voert u de foute ingang gewoon opnieuw in: 1. De cursor verplaatsen naar het punt waar iets verkeerds is ingevoerd 2. naar de Invoermodus wisselen: OK-toets 3. De juiste schakeling voor de ingang invoeren. 76
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Als u een blok door een ander blok wilt vervangen, kan dat alleen als het nieuwe blok precies evenveel ingangen heeft als het oude blok. U kunt echter wel het oude blok wissen en een nieuw blok invoegen. Het nieuw ingevoegde blok kunt u vrij kiezen.
3.6.11 Schakelprogramma wissen U kunt een schakelprogramma als volgt wissen: 1. Schakel LOGO! over naar de bedrijfsmodus Programmeren
>Program.. Card.. Clock.. Start
LOGO! geeft het hoofdmenu weer
2. In het hoofdmenu beweegt u de ’>’ met de toesten naar ”Program..” en druk op de OK-toets.
>Edit.. Clear Prg Password
of
LOGO! wisselt in het programmeermenu
3. Beweeg de ’>’ naar ’Clear Prg’: toetsen of 4. ’Clear Prg’ overnemen: OK-toets
Clear Prg >No Yes Als u het schakelprogramma niet wilt wissen, laat dan ’>’ op ’No’ staan en druk op de OK-toets.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
77
LOGO! programmeren Als u er zeker van bent dat u het in LOGO! opgeslagen schakelprogramma wilt wissen, dan 5. Verplaats de ’>’ naar ’Yes’: toetsen of 6. Druk op OK. Het programma wordt gewist.
Password? ZZ
Om te voorkomen dat u uw schakelprogramma per vergissing wist, wordt uw paswoord afgevraagd (als u een paswoord hebt ingevoerd).
7. Voer uw paswoord in. 8. Druk op OK. Het schakelprogramma wordt gewist. Wenk Als u uw paswoord bent vergeten, moet u 4–maal een verkeerd paswoord invoeren, om het schakelprogramma te wissen.
3.6.12 Zomer-/wintertijdomstelling De automatische Zommer-/Wintertijdomstelling kunt u in de bedrijfsmodus Programmeren onder het menu-item “Clock” activeren resp deactiveren. 1. Schakel LOGO! naar de bedrijfsmodus Programmeren 2. U bevindt zich nu in het hoofdmenu en wilt het menuitem ’Clock’ selecteren: toetsen of 3. ’Clock’ overnemen: OK-toets 4. ’>’ naar ’S/W Time’ verplaatsen: toetsen of 5. ’S/W Time’ overnemen: OK-toets
78
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren LOGO! geeft het volgende display weer:
>On Off S/W Time Off De actuele instelling van de automatische zomer-/wintertijdomstelling wordt in de onderste regel weergegeven. In afleveringstoestand is deze instelling altijd uitgeschakeld (’Off’: gedeactiveerd). Zomer-/Wintertijdomstelling activeren U wilt nu deze omstelling activeren en zijn parameters instellen resp. definiëren: 1. ’>’ naar ’On’ verplaatsen: toetsen of 2. ’On’ bevestigen: OK-toets Het display geeft aan:
>EU
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
79
LOGO! programmeren 3. Gewenste omstelling kiezen: toetsen of Verklaring van displayindicatie: ’EU’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd in Europa. ’UK’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd in groot-Brittannië. ’US’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd in de Verenigde Staten. ’AUS’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd in Australië ’AUS–TAS’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd in Australië/Tasmanië ’NZ’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd in Nieuw–Zeeland . . : hier kan men maand, dag en tijdsverschil willekeurig instellen.
80
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren De voorgeprogrammeerde omstellingen voor EU, UK en US vindt u in de volgende tabel: Tijdsverschil ∆
Begin van de zomertijfd
Einde van de zomertijd
EU
Laatste zondag in maart: 02:00-->03:00
Laatste zondag in okto- 60 min ber: 03:00-->02:00
UK
Laatste zondag in maart: 01:00-->02:00
Laatste zondag in okto- 60 min ber: 02:00-->01:00
US
Eerste zondag in april:02:00-->03:00
Laatste zondag in okto- 60 min ber: 02:00-->01:00
AUS
Laatste zondag in okto- Laatste zondag in ber: 02:00-->03:00 maart: 03:00-->02:00
60 min
AUS– TAS
Eerste zondag in oktober: 02:00-->03:00
Laatste zondag in maart: 03:00-->02:00
60 min
NZ
Eerste zondag in oktober: 02:00-->03:00
Derde zondag in maart: 60 min 03:00-->02:00
..
Maand en dag vrij instellen: 02:00--> 02:00 + tijdsverschil
Maand en dag vrij instellen: 03:00--> 03:00 + tijdsverschil
wordt door u bepaald (op de minuut precies)
Wenk Het tijdsverschil ∆ kan tussen 0 en 180 minuten worden vastgelegd. Stel u wilt de Europese Zomer-/Wintertijdomstelling inschakelen: 3. ’>’ naar ’EU’ verplaatsen: toetsen of 4. ’EU’ bevestigen: OK-toets LOGO! geeft het volgende display weer:
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
81
LOGO! programmeren
>On Off S/W Time On→EU LOGO! geeft dan aan dat de Europese zomer-/wintertijdomstelling ingeschakeld is.
82
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Eigen parameters instellen Wanneer alle parameters/omstellingen niet overeenkomen met die van uw land, dan kunt u deze willekeurig onder met menu-item ’. .’ definiëren. Ga als volgt te werk: 1. ’On’ nogmaals bevestigen: OK–toets 2. ’>’ op ’. .’ zetten: toetsen of 3. Menu-item ’. .’ overnemen: OK-toets Het display geeft aan: Cursor / Volledig blok
MM–DD + : 0 01–01 – : 01–01 D =000min
Maand (MM) en dag (DD) Begin van de zomertijd Einde van de zomertijd gewenst tijdsverschil in min
Stel u wilt de volgende parameters invoeren: Begin van de zomertijd 31 maart, einde van de zomertijd 1 november en een tijdsverschil van 120 minuten (twee uur). Zo kunt u uw data invoeren: Met de toetsen en Verplaats de cursor/volledig blok heen en weer. Met de toetsen en Verander de waarde op de cursorpositie.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
83
LOGO! programmeren Het display geeft aan:
MM–DD + : 0 03–31 – : 11–01 D =120min
31 maart 1 november Tijdsverschil van 120 min
Wanneer u alle waarden hebt ingevoerd, drukt u op de toets OK. Hiermee hebt u uw persoonlijkezomer-/wintertijdomstelling ingevoerd. LOGO! geeft dan aan:
>On Off S/W Time On→.. LOGO! geeft aan dat de zomer-/wintertijdomstelling ingeschakeld is en dat de parameters vrij ingesteld ( ’..’ ) zijn. Wenk Om de zomer-/wintertijdomstelling te te deactiveren, hoeft u alleen onder dit menu de vermelding Off’ met de toets OK te bevestigen.
84
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren
3.6.13 Synchronisatie De synchronisatie tussen LOGO! en de aangesloten uitbreidingsmodules kunt u in de bedrijfsmodus Programmeren in het klokmenu (menupunt “Clock”) activeren resp. deactiveren. 1. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren. 2. U bevindt zich nu in het hoofdmenu en wilt het menupunt ’Clock’ kiezen: toetsen of 3. ’Clock’ overnemen: toets OK 4. ’>’ op ’Sync’ zetten: toetsen of 5. ’Sync’ overnemen: toets OK LOGO! toont het volgende display:
>On Off Sync: Off De actuele instelling van de automatische synchronisatie wordt in de onderste regel getoond. In de afleveringstoestand is deze instelling uitgeschakeld (’Off’: gedeactiveerd). Synchronisatie activeren U wilt de synchronisatie activeren: 1. ’>’ op ’On’ zetten: toetsen of 2. ’On’ bevestigen: toets OK LOGO! toont het volgende display:
>On Off Sync: On Als de synchronisatie ingeschakeld is zendt LOGO! de tijd eenmaal dagelijks, bij elke overgang in de RUN-modus en bij elke tijdwijziging (als ’Set Clock’ wordt uitgevoerd of bij zomer–/wintertijdomstelling) aan de uitbreidingsmodules. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
85
LOGO! programmeren
3.7 Geheugencapaciteit en grootte van een schakeling De grootte van een schakelprogramma (schakelprogramma in LOGO!, schakelschema) is door de geheugenruimte (geheugenbezetting van de blokken) beperkt. Geheugenbereiken Programmageheugen: U kunt in LOGO! maar een beperkt aantal blokken voor uw schakelprogramma gebruiken. De tweede beperking wordt bepaald door het maximaal beschikbare aantal bytes die een schakelprogramma kan bevatten. Het belegde aantal bytes kan door optellen van de bytes van de gebruikte functies worden berekend. Remanentie-geheugen (Rem): Gedeelte waarin LOGO! remanent te houden actuele waarden opslaat, b.v. de telwaarde van een bedrijfsurenteller. Bij blokken waar u naar wens gebruik kunt maken van de remanentiefunctie wordt dit geheugenbereik slechts bezet als remanentie is ingesteld. Beschikbare systeemelementen in LOGO! In LOGO! kan een schakelprogramma maximaal de volgende systeemelementen beslaan: Bytes
Blokken
Rem
2000
130
60
LOGO! controleert het geheugenbeslag en biedt in de functielijsten alleen die functies aan waarvoor werkelijk nog voldoende opslagruimte beschikbaar is.
86
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Geheugenbeslag In de tabel ziet u een overzicht van de benodigde opslagcapaciteit van de basis– en speciale functies: Functie
Programmageheugen
Remgeheugen*
AND (EN)
12
–
AND met flankanalyse
12
–
NAND (EN niet)
12
–
NAND met flankanalyse
12
–
OR (OF)
12
–
NOR (OF niet)
12
–
XOR (exclusief OF)
8
–
NOT (Negatie)
4
–
Vertraagde inschakeling
8
3
Vertraagde uitschakeling
12
3
Vertraagde in– / uitschakeling
12
3
Vertraagde inschakeling met accumulatie
12
3
Sleepcontactrelais (impulsuitvoer)
8
3
Sleepcontact met flankoverbrugging
16
4
Asynchrone impulsgever
12
3
Toevalsgenerator
12
–
Trappenlichtschakelaar
12
3
Comfortschakelaar
16
3
Weekschakelklok
20
–
Jaarschakelklok
8
–
24
5
Basisfuncties
Speciale functies Tijden
Teller Voor–/achterwaartsteller LOGO!-Handboek A5E00228752-01
87
LOGO! programmeren Functie
Programmageheugen
Remgeheugen*
Bedrijfsurenteller
24
9
Drempelwaardeschakelaar
16
–
Analoge drempelwaardeschakelaar
16
–
Analoge differentie-drempelwaardeschakelaar
16
–
Analoge comparator
24
–
Analoge waardebewaking
20
–
Analoge versterker
12
–
Houdrelais
8
1
Stroomstootrelais
12
1
Meldteksten
8
–
Softwareschakelaar
8
2
Schuifregister
12
1
Analoog
Andere
*: Bytes in Rem-geheugen, als remanentie ingeschakeld is.
Geheugenbereiken innemen Wanneer u bij het invoeren van een schakelprogramma geen blok meer kunt invoeren, dan is het geheugenbereik volledig vol. LOGO! biedt u alleen die blokken aan die nog in LOGO! passen. Als uit een bepaalde lijst geen blok meer in LOGO! past, dan kunt u die lijst niet meer selecteren. Als een geheugenbereik volledig in beslag is genomen, moet u uw schakeling optimaliseren of een tweede LOGO! toevoegen. Bepalen van de geheugenbehoefte Bij het bepalen van de geheugenbehoefte van een schakeling moet er steeds rekening worden gehouden met alle afzonderlijke bereiken van het geheugen.
88
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! programmeren Voorbeeld: Bytes Rem
20
Bytes Rem
–
12
B3
–
B2 B1
No 1 No 2 No 3
x
Q1
x I2
B4 I1 Par B6
B5 I3 I4 x
Par
Q2
Het voorbeeld–schakelprogramma omvat: Blok-nr.
Functie
Geheugenbereik Bytes
Blokken
Rem
B1
OF
12
1
–
B2
EN
12
1
–
B3
Weekschakelklok
20
1
–
B4
Vertraagde inschakeling*
8
1
3
B5
Trappenlichtschakelaar
12
1
0
B6
EN
12
1
–
door het schakelprogramma ingeno-
76
6
3
Geheugengrensen in LOGO!
2000
130
60
in LOGO! nog beschikbaar
1924
124
57
men geheugen
*: Parametreert met remanentie.
Het schakelprogramma past dus in LOGO!.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
89
LOGO! programmeren Indicatie van de vrije geheugenruimte LOGO! geeft aan, hoeveel geheugenruimte u nog ter beschikking staat. Daartoe gaat u als volgt te werk: 1. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren (ter herinnering zie pagina 48). 2. Kies ’Edit’: toetsen of 3. Neem ’Edit’ over: toets OK 4. Kies ’Memory?’: toetsen of 5. Neem ’Memory?’ over: toets OK Het display toont nu:
Free Memory: Byte =1924 Block= 124 Rem = 57
90
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
4 LOGO! functies Indeling LOGO! stelt u in de programmeermodus verschillende elementen ter beschikking. Om te voorkomen dat u hierbij het overzicht verliest, hebben wij de elementen in ’lijsten’ opgedeeld. Deze lijsten zijn: Co: Lijst met klemmen (Connector) (zie hoofdstuk 4.1) BF: Lijst met basisfuncties AND, OR, ... (zie hoofdstuk 4.2) SF: Lijst met speciale functies (zie hoofdstuk 4.4) BN: Lijst met reeds in de schakeling voltooide en verder te gebruiken blokken Inhoud van de lijsten In alle lijsten zijn de elementen vermeld die in LOGO! ter beschikking staan. Normaal gesproken zijn dat alle klemmen, alle basisfuncties en alle speciale functies die LOGO! kent. Daarnaast zijn dat alle blokken die u tot aan de desbetreffende oproep van de lijstBN reeds in LOGO! hebt aangelegd. Als niet meer alles wordt getoond LOGO! geeft niet meer alle elementen weer, indien: geen ander blok meer mag worden ingevoegd In dat geval is er ofwel geen opslagcapaciteit meer beschikbaar of is het maximum aantal blokken bereikt (56). een speciaal blok meer geheugenruimte zou verbruiken, dan er in LOGO! nog vrij is. Zie hoofdstuk 3.7.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
91
LOGO! functies
4.1 Constanten en klemmen - Co Constanten en klemmen (Engels Connectors = Co) duiden ingangen, uitgangen, merktekens en vaste spanningsniveaus aan (constanten). Ingangen: 1) Digitale ingangen Digitale ingangen worden met een I gemarkeerd. De nummers van de digitale ingangen (I1, I2, ...) komen overeen met de nummers van de ingangsklemmen aan de LOGO! Basic en aan de aangesloten digitale modules in de montagevolgorde. Zie het volgende beeld. 2) Analoge ingangen De LOGO!-varianten LOGO! 24, LOGO! 24o, LOGO! 12/24RC en LOGO! 12/24RCo hebben de ingangen I7 en I8, die naargelang de programmering ook als AI1 en AI2 gebruikt kunnen worden. Worden de ingangen als I7 en I8 gebruikt, wordt het aanwezige signaal als digitale waarde geïnterpreteerd. Bij gebruik van AI1 en AI2 worden de signalen als analoge waarde geïnterpreteerd. Als er een analoge module wordt aangesloten, dan vindt de nummering van de ingangen plaats overeenkomstig die van de reeds bestaande analoge ingangen. Bij speciale functies die aan de ingangszijde alleen zinvol met analoge ingangen kunnen worden verbonden, worden in de programmeermodus bij slectie van het ingangssignaal alleen de analoge ingangen AI1 t/m AI8, analoge merktekens AM1...AM6, het bloknummer van een functie met analoge uitgang of de analoge uitgangen AQ1 en AQ2 ter keuze aangeboden. Uitgangen 1) Digitale uitgangen Digitale uitgangen worden met een Q aangeduid. De nummers van de uitgangen (Q1, Q2, ...Q16) komen overeen met de nummers van de uitgangsklemmen aan de LOGO! Basic en aan de aangesloten uitbreidingsmodules in de montagevolgorde. Zie het volgende beeld.
92
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Verder bestaat de mogelijkheid, 16 niet bedrade uitgangen te gebruiken. Deze uitgangen worden met een x aangeduid en kunnen in een schakelprogramma niet meer worden gebruikt (in tegenstelling tot bijv. de merktekens). In de lijst verschijnen alle geprogrammeerde niet bedrade uitgangen alsmede een nog niet geprogrammeerde niet bedrade uitgang. Het gebruik van een niet bedrade uitgang is bijv. bij de speciale functie “Meldteksten” (zie hoofdstuk 4.4.23 ) zinvol, als in samenhang van het schakelprogramma alleen de meldtekst van belang is. 2) Analoge uitgangen Analoge uitgangen worden met AQ aangeduid. Er staan u twee analoge uitgangen, AQ1 en AQ2, ter beschikking. Op een analoge uitgang kunt u enkel een analoge waarde schakelen, dus een functie met een analoge uitgang of een analoog merkteken AM. Ingangen L+ M I1 I2 I3 I4 I5 I6 AI1 AI2
L+ M I9 I10 I11I12
L+ M
RUN/STOP
L+ M
L+ M I13I14I15 I16
RUN/STOP
RUN/STOP
PE 1
1
Q1
2
1
Q2
2
1
2 Q3
1
2 Q4
1
Q5
2 Q7
Uitgangen
2
1 1
2 Q6 2 Q8
1 INPUT 2x (..10V/..20mA)
A!3 M3U3AI4M4 U4 1
Q9
2
2 Q11
1
2 Q10
1
2 Q12
Analoge ingangen
Merktekens Merktekens worden met een M resp. AM aangeduid. Merktekens zijn virtuele uitgangen die aan hun uitgang dezelfde waarde hebben als aan hun ingang. Er staan u in LOGO! 24 digitale merktekens M1 ... M24 en 6 analoge merktekens AM1 ... AM6 ter beschikking.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
93
LOGO! functies Aanloopmerkteken Merkteken M8 is in de eerste cyclus van het applicatieprogramma gezet en kan dientengevolge in uw schakelprogramma als aanloopmerkteken worden gebruikt. Nadat de eerste cyclus van de programma-afwerking is doorlopen wordt het automatisch teruggezet. In alle verdere cycli kan merkteken M8 voor wat het zetten, wissen en evalueren betreft worden gebruikt zoals de andere merktekens. Wenk Aan de uitgang van het merkteken is altijd het signaal van de vorige programmacyclus te vinden. Binnen een programmacyclus wordt de waarde niet veranderd.
Schuifregisterbits U kunt de schuifregisterbits S1 tot S8 gebruiken. De schuifregisterbits S1 tot S8 kunnen in een schakelprogramma alleen worden gelezen. De inhoud van de schuifregisterbits kan alleen met de speciale functie “Schuifregister” worden gewijzigd (zie hoofdstuk 4.4.25). Toetsingangen U kunt 4 cursortoetsen C , C , C en C gebruiken (”C” voor “Cursor”). De cursortoetsen worden in een schakelprogramma zoals de andere ingangen geprogrammeerd. De cursortoetsen kunt u in een daarvoor voorzien display in RUN (zie hoofdstuk 3.6.6) en in een geactiveerde meldtekst activeren. (ESC + gewenste toets). Het gebruik van cursortoetsen maakt het mogelijk schakelaars en ingangen te besparen en manueel in het schakelprogramma in te grijpen.
94
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Niveaus Spanningsniveaus worden met hi en lo aangeduid. Als aan een blok constant de toestand “1” = hi of de toestand “0” = lo gegeven moet zijn, wordt de ingang voorzien van de schakeling met het vaste niveau of de constante waarde hi of lo. Open klemmen Wordt een aansluiting van een blok niet gebruikt, kunt u deze aansluiting met een x aanduiden.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
95
LOGO! functies
4.2 Lijst basisfuncties - BF Basisfuncties zijn eenvoudige basisverbindingselementen van de Boole-algebra. U kunt ingangen van basisfuncties afzonderlijk negeren, d.w.z. bevindt zich aan de bepaalde ingang een “1”, dan gebruikt het schakelprogramma een “0”; bij een “0” wordt een “1” gebruikt. Zie voorbeeld voor de programmering in hoofdstuk 3.6.3. Bij het invoeren van een schakeling vindt u de blokken voor basisfuncties in de BF-lijst. LOGO! heeft de volgende basisfuncties: Weergave in het schakelschema Serieschakeling maakcontacten
Weergave in LOGO!
Benaming van de basisfunctie AND (EN) (zie pagina 98)
AND met flankanalyse (zie pagina 98)
NAND (EN niet) (zie pagina 99)
Parallelschakeling verbreekcontacten NAND met flankanalyse (zie pagina 100)
96
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Weergave in het schakelschema
Weergave in LOGO!
Benaming van de basisfunctie OR (OF) (zie pagina 101)
Parallelschakeling maakcontact Serieschakeling verbreekcontact
NOR (OF niet) (zie pagina 102)
XOF (XOR) (exclusief OF) Dubbel omschakelcontact
Verbreekcontact
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
(zie pagina 102)
NIET (NOT) (Negatie, inverter) (zie pagina 103)
97
LOGO! functies
4.2.1 EN (AND) Symbool in LOGO!:
Serieschakeling van meerdere maakcontacten in het schakelschema:
De uitgang van EN (AND) staat alleen dan in stand 1, als alle ingangen in stand 1 staan, of met andere woorden, gesloten zijn. Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt voor de ingang: x = 1. Logische tabel voor EN (AND) 1
2
3
4
Q
0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1
0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1
0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
4.2.2 EN (AND) met flankanalyse Symbool in LOGO!:
98
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies De uitgang van EN (AND) met flankanalyse gaat pas in de stand 1 staan, als alle ingangen de stand 1 hebben en in de vorige cyclus minstens één ingang de stand 0 had. Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt voor de ingang: x = 1. Timingdiagram voor EN (AND) met flankanalyse 1 2 3 4 Q Cyclus
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
4.2.3 NEN (NAND) (EN niet) Parallelschakeling van meerdere verbreekcontacten in het schakelschema:
Symbool in LOGO!:
De uitgang van NEN (NAND) staat alleen dan in stand 0, alsalle ingangen in stand 1 staan, of met andere woorden, gesloten zijn. Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt voor de ingang: x = 1. Logische tabel voor NEN (NAND) 1
2
3
4
Q
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 1 1
0 0 1 1 0 0
0 1 0 1 0 1
1 1 1 1 1 1
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
99
LOGO! functies 1
2
3
4
Q
0 0 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 0 0 0 0 1 1 1 1
1 1 0 0 1 1 0 0 1 1
0 1 0 1 0 1 0 1 0 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 0
4.2.4 NEN (NAND) met flankanalyse Symbool in LOGO!:
De uitgang van NEN (NAND) met flankanalyse gaat pas in de stand 1 staan, als minstens één ingang de stand 0 heeft en in de vorige cyclus alle ingangen de stand 1 hadden. Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt voor de ingang: x = 1. Timingdiagram voor EN (NAND) met flankanalyse 1 2 3 4 Q Cyclus
100
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.2.5 OF (OR) (OF) Parallelschakeling van meerdere maakcontacten in het schakelschema:
Symbool in LOGO!:
De uitgang van OF (OR) staat alleen dan in stand 1, alsminstens één ingang in stand 1 staat, of met andere woorden, gesloten is. Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt voor de ingang: x = 0. Logische tabel voor OF (OR) 1
2
3
4
Q
0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1
0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1
0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1
0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
101
LOGO! functies
4.2.6 NOF (NOR) (OF niet) Symbool in LOGO!:
Serieschakeling van meerdere verbreekcontacten in het schakelschema:
De uitgang van NOF (NOR) gaat pas in de stand 1 staan, als alle ingangen in de stand 0 staan, dus uitgeschakeld zijn. Zodra ergens ook maar één ingang wordt ingeschakeld (stand 1), wordt de uitgang van NOF (NOR) op 0 gezet. Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt voor de ingang: x = 0. Logische tabel voor NOF (NOR) 1
2
3
4
Q
0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1
0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1
0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1
1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
4.2.7 XOF (XOR) (exclusief OF) XOF (XOR) in het schakelschema als serieschakeling van 2 omschakelcontacten:
102
Symbool in LOGO!:
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies De uitgang van XOF (XOR) gaat in de stand 1 staan, als de ingangen in verschillende standen staan. Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt voor de ingang: x = 0. Logische tabel voor XOF (XOR) 1
2
Q
0 0 1 1
0 1 0 1
0 1 1 0
4.2.8 NIET (NOT) (negatie, inverter) Eén verbreekcontact in het schakelschema:
Symbool in LOGO!:
De uitgang staat in de stand 1, als de ingang in de stand 0 staat. Het blok NIET (NOT) keert de toestand aan de ingang om. Het voordeel van het NOT is bijvoorbeeld: Voor LOGO! hebt u geen verbreek-contacten meer nodig. U gebruikt een maakcontact en transformeert het met NIET in een verbreekcontact. Logische tabel voor NIET (NOT): 1
Q
0
1
1
0
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
103
LOGO! functies
4.3 Basiskennis speciale functies Speciale functies onderscheiden zich op het eerste zicht van de basisfuncties door de andersoortige benaming van hun ingangen. De speciale functies omvatten tijdfuncties, remanentie en de meest verschillende parametreermogelijkheden om het schakelprogramma aan te passen aan wat u er persoonlijk mee wilt gaan doen. In dit hoofdstuk willen wij u een kort overzicht geven van de ingangsbenamingen en enkele speciale achtergronden toelichten met betrekking tot de speciale functies. De beschrijving van de afzonderlijke speciale functies vindt u in hoofdstuk 4.4.
104
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.3.1 Benaming van de ingangen Verbindingsingangen Hier vindt u de beschrijving van de aansluitingen die met andere blokken of met de ingangen van de LOGO!-toestellen kunnen worden verbonden. S (set): Via de ingang S kunt u de uitgang op “1” zetten. R (reset): De terugzetingang R heeft voorrang voor andere ingangen en schakelt uitgangen op “0”. Trg (trigger): Via deze ingang start u de uitvoering van een functie. Cnt (count): Via deze ingang worden telimpulsen opgenomen. Fre (frequency): Te analyseren frequentiesignalen worden aan de ingang met deze omschrijving gelegd. Dir (direction): Via deze ingang legt u de richting vast waarin bijvoorbeeld een teller dient te tellen. En (enable): Deze ingang activeert de functie van een blok. Staat de ingang op “0”, worden andere signalen door het blok genegeerd. Inv (invert): Het uitgangssignaal van het blok wordt geïnverteerd, indien deze ingang wordt aangestuurd. Ral (reset all): Alle interne waarden worden teruggezet. Klem X aan de ingangen van de speciale functies Indien u uitgangen van speciale functies met de klem x schakelt, worden deze met de waarde 0 bezet. D.w.z. dat aan de ingangen een low-signaal ligt.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
105
LOGO! functies Parameteringangen Aan sommige ingangen brengt u geen signalen aan, maar u parametreert het blok met bepaalde waarden. Voorbeelden: Par (parameter): Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u parameters (tijden, in–/uitschakeldrempels etc.) in voor het blok. T (time): Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u tijden in voor een bouwsteen. No (nokken): Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u het tijdraster in. P (priority): Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier legt u prioriteiten vast en u beslist of de melding in RUN moet worden bevestigd.
4.3.2
Tijdsgedrag
Parameter T Bij enkele speciale functies kan een tijdwaarde T worden geparametreerd. Voor het instellen van de tijd dient u erop te letten dat de in te voeren waarden zich richten naar de tijdsbasis: Tijdbasis
__
:
__
s (seconds)
seconden
:
1/ 100
m (minutes)
minuten
:
seconden
uren
:
minuten
h (hours)
B1 + T =04:10h
106
seconde
Instelling van de tijd T voor 250 minuten: Eenheid uren h: 04:00 uren 00:10 uren =
240 minuten +10 minuten 250 minuten
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
Wenk Voer altijd een tijd T 0,02 s in. Voor T 0,02 s is de tijd T niet gedefinieerd. Nauwkeurigheid van T Alle elektronische onderdelen vertonen minieme verschillen. Daardoor kunnen er afwijkingen van de ingestelde tijd T optreden. Bij LOGO! bedraagt de afwijking maximaal 0,02 %. Is 0,02 % van de tijd T kleiner dan 0,02 seconden, dan bedraagt de afwijking maximaal 0,02 seconden. Voorbeeld: Bij 1 uur (3600 seconden) bedraagt de afwijking maximaal 0,02 %, d.w.z. 0,72 seconde. Bij 1 minuut (60 seconden) bedraagt de afwijking maximaal 0,02 seconde. Nauwkeurigheid van de schakelklok (week–, jaarschakelklok) Om een onnauwkeurige werking van de klok bij de C-varianten ten gevolge van deze afwijking te voorkomen, wordt de schakelklok regelmatig vergeleken met een uiterst nauwkeurige tijdbasis en bijgeregeld. Er ontstaat een loopafwijking loopafwijking van maximaal 5 seconden per dag.
4.3.3 Bufferen van de klok Bij LOGO! loopt de interne klok ook verder als de netspanning uitvalt, met andere woorden de klok beschikt over een loopreserve. De duur van de loopreserve wordt door de omgevingstemperatuur beïnvloed. Bij 25°C omgevingstemperatuur bedraagt de loopreserve standaard 80 uren.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
107
LOGO! functies
4.3.4 Remanentie Bij de speciale functies is het mogelijk om de schakeltoestanden en de getalwaarden remanent te houden. Dat betekent dat bijv. bij een netuitval de actuele gegevens behouden blijven, zodat na het herhaalde Net–Aan de functie op die plaats wordt voortgezet waar ze werd onderbroken. Een tijd bijv. wordt niet nieuw opgetrokken, maar er loopt de resttijd af. De voorwaarde is, dat bij de betreffende functies de remanentie ingeschakeld is. Er zijn twee mogelijke instellingen: R: De actuele gegevens blijven behouden. /: De actuele gegevens blijven niet behouden (voorinstelling). Zie voorbeeld pagina 72. Een uitzondering vormt de bedrijfsurenteller, die principieel remanent is.
4.3.5 Beveiligingswijze Met de instelling voor de bescherming van de parameters kunt u bepalen of de parameters in de modus Parametreren in LOGO! weergegeven en gewijzigd kunnen worden. Twee instellingen zijn mogelijk: +: De parameterinstellingen worden ook in de parametreermodus weergegeven en kunnen gewijzigd worden (voorinstelling). -: De parameterinstellingen worden niet in de parametreermodus weergegeven en kunnen alleen in de programmeermodus gewijzigd worden. Zie voorbeeld pagina 72.
4.3.6 Gain en offsetberekening bij analoge waarden Aan een analoge ingang is een sensor aangesloten, die de te meten grootte in een elektrisch signaal omvormt. Dit signaal ligt in een voor de sensor typisch waardebereik. De LOGO! vormt de zich aan de ingang bevindende elektrische signalen steeds in digitale waarden van 0 tot 1000 om.
108
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Met de parameters Versterking (Gain) (versterking) en Offset kan de interne voorstelling van een analoge waarde aan de werkelijke meetwaarde worden aangepast. Een klemspanning (aan de ingang AI) van 0 tot 10 V wordt intern op waarden van 0 tot 1000 afgebeeld. Een klemspanning die groter is dan 10 V, wordt als interne waarde 1000 weergegeven. Omdat u echter niet altijd het door LOGO! voorgegeven waardebereik van 0 tot 1000 kunt verwerken, bestaat de mogelijkheid de digitale waarden met een versterkingsfactor (Gain) te vermenigvuldigen en daarna het nulpunt van het waardebereik te verschuiven (Offset). Zo kunt u nu een analoge waarde op het display van de LOGO! uitvoeren, die met de daadwerkelijk gemeten waarde overeenkomt. Karakteristieke grootte
Minimum
Maximum
Klemmenspanning (in V)
0
≥ 10
Interne waarde
0
1000
00,00
10,00
–10000
+10000
Gain Offset
Rekenvoorschrift Actuele waarde Ax = (interne waarde aan de ingang Ax Gain) + Offset Bepaling van Gain en Offset De bepaling van Gain en Offset gebeurt door gebruik van de twee hoogste en laagste waarden van de functie. Voorbeeld 1: Er staan thermogevers met de volgende technische gegevens ter beschikking : –30 tot +70C, 0 tot 10V DC (dus 0 tot 1000 in LOGO!). Actuele waarde = (interne waarde Gain) + Offset, dus –30 = (0 A) + B, d.w.z, Offset B = –30 +70 = (1000 A) –30, d.w.z. Gain A = 0,1
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
109
LOGO! functies Voorbeeld 2: Een drukopnemer vormt een druk van 1000 mbar in een spanning van 0 V en een druk van 5000 mbar in een spanning van 10 V om. Actuele waarde = (interne waarde Gain) + Offset, dus 1000 = (0 A) + B, d.w.z. Offset B = 1000 5000 = (1000 A) +1000, d.w.z. Gain A = 4 Voorbeelden van analoge waarden Meetwaarde
–30 C 0 C +70 C
110
Spanning (V)
Interne waarde
Gain
Offset
aangegeven waarde (Ax)
0 3 10
0 300 1000
0,1 0,1 0,1
–30 –30 –30
–30 0 70
1000 mbar
0
0
4
1000
1000
3700 mbar
6,75
675
4
1000
3700
5000 mbar
10
1000
4
1000
5000
0 5 10
0 500 1000
0,01 0,01 0,01
0 0 0
0 5 10
0 5 10
0 500 1000
1 1 1
0 0 0
0 500 1000
0 5 10
0 500 1000
10 10 10
0 0 0
0 5000 10000
0 5 10
0 500 1000
0,01 0,01 0,01
5 5 5
5 10 15
0 5 10
0 500 1000
1 1 1
500 500 500
500 1000 1500
0 5 10
0 500 1000
1 1 1
–200 –200 –200
–200 300 800
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Meetwaarde
Spanning (V)
Interne waarde
Gain
Offset
0 10
0 1000
10 10
–10000 –10000
–10000 0
0,02 0,02 0,02 0,02
2 2 2 2
0,01 0,1 1 10
0 0 0 0
0 0 2 20
aangegeven waarde (Ax)
Een toepassingsvoorbeeld vindt u in de beschrijving van de speciale functies “Analoge comparator” op pagina 168. Over de analoge ingangen, zie ook hoofdstuk 4.1.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
111
LOGO! functies
4.4 Lijst speciale functies - SF Bij het invoeren van een schakelprogramma in LOGO! vindt u de blokken voor de speciale functies in de SF-lijst. U kunt ingangen van speciale functies afzonderlijk negeren, d.w.z. bevindt zich aan de bepaalde ingang een “1”, dan gebruikt het schakelprogramma een “0”; bij een “0” wordt een “1” gebruikt. Zie voorbeeld voor de programmering in hoofdstuk 3.6.3. In de tabel is aangegeven, of de betreffende functie parametreerbare remanentie bezit (Rem). Er zijn de volgende speciale functies: Weergave in LOGO!
Benaming van de speciale functies
Rem
Tijden
Vertraagde inschakeling Rem (zie pagina 114)
Vertraagde uitschakeling
Rem
(zie pagina 120)
Vertraagde in–/uitschakeling
Rem
(zie pagina 122)
Vertraagde inschakeling met accumulatie
Rem
(zie pagina 124)
Sleepcontactrelais (impulsuitvoer)
Rem
(zie pagina 126)
112
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Weergave in LOGO!
Benaming van de speciale functies Sleepcontact met flankoverbrugging
Rem Rem
(zie pagina 128)
Asynchrone impulsgever
Rem
(zie pagina 131)
Toevalsgenerator (zie pagina 133)
Trappenlichtschakelaar
Rem
(zie pagina 135)
Comfortschakelaar
Rem
(zie pagina 138)
Weekschakelklok (zie pagina 141)
Jaarschakelklok (zie pagina 146)
Teller Voor–/achterwaartsteller
Rem
(zie pagina 149)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
113
LOGO! functies Weergave in LOGO!
Benaming van de speciale functies Bedrijfsurenteller
Rem Rem
(zie pagina 153)
Drempelwaardeschakelaar
Fre (zie pagina 158)
Analoog Analoge drempelwaardeschakelaar (zie pagina 161)
Analoge differentie-drempelwaardeschakelaar (zie pagina 164)
Analoge comparator (zie pagina 166)
Analoge waardebewaking (zie pagina 171)
Analoge versterker (zie pagina 177)
114
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Weergave in LOGO!
Benaming van de speciale functies
Rem
Andere Houdrelais
Rem
(zie pagina 179)
Stroomstootrelais
Rem
(zie pagina 181)
Meldteksten
P
(zie pagina 184)
Softwareschakelaar
En Par
Q
Rem
(zie pagina 191)
Schuifregister
Rem
(zie pagina 195)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
115
LOGO! functies
4.4.1
Vertraagde inschakeling
Korte beschrijving Bij de vertraagde inschakeling wordt de uitgang pas na een parametreerbare tijd doorgeschakeld. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang Trg
Via de ingang Trg (Trigger) start u de tijd voor de vertraagde inschakeling.
Parameter T
T is de tijd waarna de uitgang wordt ingeschakeld (het uitgangssignaal wisselt van 0 naar 1). Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
Q wordt na verstrijken van de geparametreerde tijd T ingeschakeld, als Trg dan nog is ingesteld.
Parameter T Neem de aangegeven waarden voor de parameter T in hoofdstuk 4.3.2 in acht. De aangegeven tijd voor de parameter T kan ook een actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn. U kunt de actuele waarden van de volgende functies gebruiken: Analoge comparator (actuele waarde Ax – Ay, zie hoofdstuk 4.4.18) Analoge drempelwaardeschakelaar (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk 4.4.16) Analoge versterker (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk 4.4.20) en Teller (actuele waarde Cnt, zie hoofdstuk 4.4.13). 116
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies De gewenste functie selecteert u via het bloknummer. De tijdbasis is instelbaar. Neem de volgende opstelling in acht: Geldigheidsgebieden van de tijdbasis, als T = parameter Tijdbasis
max. waarde kleinste resolutie
Nauwkeurigheid
s (seconds)
99:99
10 ms
+ 10 ms
m (minutes)
99:59
1s
+1s
h (hours)
99:59
1m
+1m
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):
B12 +R T =04:10h
Geldigheidsgebieden van de bijdbasis, als T = actuele waarde van een reeds geprogrammeerde functie Tijdbasis
max. waarde
Betekenis
Nauwkeurigheid
ms
99990
Aantal ms
+ 10 ms
s
5999
Aantal s
+1s
m
5999
Aantal m
+1m
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):
B12 +R T B006s Levert het blok (in het voorbeeld B6) een waarde buiten het geldigheidsgebied, wordt naar de volgende waarde naar boven of naar beneden afgerond. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
117
LOGO! functies Parameterinstelling voor parameter = actuele waarde van een reeds geprogrammeerde functie Zo bindt u de actuele waarde van een reeds geprogrammeerde functie in: 1. Verplaats de cursor met de toets van de parameter T.
B12 +R T =04:10h
2x toets drukken
op het gelijkteken
B12 +R T =04:10h
2. Wijzig met de toets het gelijkteken in een pijl. Er wordt een eventueel het laatst gereferenceerd blok met zijn tijdbasis getoond.
B12 +R T B006s 3. Verplaats de cursor met de toets op de “B” van het getoonde blok en selecteer met de toets het gewenste bloknummer. 4. Verplaats de cursor met de toets op de tijdbasis van het getoonde blok en selecteer met de toets de gewenste tijdbasis.
B12 +R T B006m
118
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeelden):
B12 T =04:10 =04:10h Ta =02:00h
of actuele tijd
B12 T B006m Ta =02:00h
Timingdiagram Trg Q T Ta loopt
T
Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het symbool voor de vertraagde inschakeling.
Functiebeschrijving Als de ingang Trg van de stand 0 naar 1 wisselt, dan begint de tijd Ta te lopen (Ta is de actuele tijd in LOGO!). Als de ingang Trg minstens voor de duur van de geparametreerde tijd T in de stand 1 blijft, dan wordt de uitgang na verstrijken van de tijd T op 1 gezet (de uitgang wordt ten overstaan van de ingang vertraagd ingeschakeld). Wisselt de toestand aan ingang Trg voor verstrijken van de tijd T weer naar 0, dan wordt de tijd teruggezet. De uitgang wordt weer op 0 gezet, als de ingang Trg op de stand 0 staat. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
119
LOGO! functies
4.4.2
Vertraagde uitschakeling
Korte beschrijving Bij de vertraagde uitschakeling wordt de uitgang pas na een parametreerbare tijd teruggezet. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang Trg
Met de vallende flank (wisselen van 1 naar 0) aan ingang Trg (Trigger) start u de tijd voor de vertraagde uitschakeling
Ingang R
Via de ingang R (Reset) zet u de tijd terug voor de vertraagde uitschakeling en zet u de uitgang op 0
Parameter
T is de tijdspanne waarna de uitgang wordt uitgeschakeld (het uitgangssignaal wisselt van 1 naar 0). Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordr remanent opgeslagen.
Uitgang Q
Q schakelt met Trg in en blijft ingeschakeld tot na afloop van T.
Parameter T Neem de aangegeven waarden voor de parameter T in het hoofdstuk 4.3.2 in acht. De aangegeven tijd voor de parameter T kan ook een actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn. U kunt de volgende functies gebruiken: Analoge comparator (actuele waarde Ax – Ay, zie hoofdstuk 4.4.18) Analoge drempelwaardeschakelaar (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk 4.4.16)
120
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
Analoge versterker (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk 4.4.20) en
Voor–/achterwaartsteller (actuele waarde Cnt, zie hoofdstuk 4.4.13). De gewenste functie selecteert u via het bloknummer. De tijdbasis is instelbaar. Zie verklaringen over de geldigheidsgebieden en de parameterinstelling in hoofdstuk 4.4.1. Timingdiagram Trg R Q Ta loopt
T
T
Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het symbool voor de vertraagde uitschakeling.
Functiebeschrijving Als de ingang Trg op de stand 1 gaat staan, dan schakelt de uitgang Q meteen in stand 1. Wisselt de ingang Trg van de stand 1 naar 0, dan start in LOGO! de actuele tijd Ta opnieuw, de uitgang blijft gezet. Als Ta de via T ingestelde waarde bereikt (Ta=T), dan wordt de uitgang Q op de stand 0 teruggezet (vertraagd uitschakelen). Als de ingang Trg opnieuw wordt in- en weer uitgeschakeld, wordt de tijd Ta opnieuw gestart. Via de ingang R (Reset) zet u de tijd Ta en de uitgang terug, voordat de tijd Ta verstreken is. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
121
LOGO! functies
4.4.3
Vertraagde in-/uitschakeling
Korte beschrijving Bij de in-, uitschakelvertraging wordt de uitgang na een parametreerbare tijd doorgeschakeld en na een parametreerbare tijd teruggezet. Symbool bij LOGO!
Schakeling Ingang Trg
Beschrijving Met de stijgende flank (wisselen van 0 naar 1) aan ingang Trg (Trigger) start u de tijd TH voor de vertraagde inschakeling. Met de vallende flank (wisselen van 1 naar 0) start u de tijd TL voor de vertraagde uitschakeling.
Parameter Par
TH is de tijd waarna de uitgang wordt ingeschakeld (het uitgangssignaal wisselt van 0 naar 1). TL is de tijd waarna de uitgang wordt uitgeschakeld (het uitgangssignaal wisselt van 1 naar 0). Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
122
Q wordt ingeschakeld na verstrijken van de geparametreerde tijd TH, als Trg dan nog gezet is en uitgeschakeld na verstrijken van de tijd TL als Trg intussen niet opnieuw is gezet.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Parameters TH en TL Neem de aangegeven waarden voor de parameters TH en TL in hoofdstuk 4.3.2 in acht. Timingdiagram
Trg Q T
T
T
TH loopt T
T
Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het symbool voor de vertraagde in-/uitschakeling.
T
TL loopt
Functiebeschrijving Als de stand aan ingang Trg van 0 naar 1 wisselt, dan begint de tijd TH te lopen. Blijft de stand aan ingang Trg minstens voor de duur van de geparametreerde tijd TH op 1 staan, dan wordt na het verstrijken van de tijd TH de uitgang op 1 gezet (de uitgang wordt ten overstaan van de ingang vertraagd ingeschakeld). Wisselt de stand aan ingang Trg vóór het verstrijken van de tijd TH weer naar 0, dan wordt de tijd teruggezet. Indien de toestand aan de ingang Trg weer naar 0 wisselt, loopt TL. Blijft de stand aan ingang Trg minstens voor de duur van de geparametreerde tijd TL op 0 staan, dan wordt na het verstrijken van de tijd TL de uitgang op 0 gezet (de uitgang wordt ten overstaan van de ingang vertraagd uitgeschakeld). Wisselt de stand aan ingang Trg vóór het verstrijken van de tijd TL weer naar 1, dan wordt de tijd teruggezet. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
123
LOGO! functies
4.4.4
Vertraagde inschakeling met accumulatie
Korte beschrijving Na een ingangsimpuls loopt een parametreerbare tijd af, na het verstrijken ervan wordt de uitgang ingesteld. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang Trg
Via de ingang Trg (Trigger) kunt u de tijd voor de vertraagde inschakeling starten.
Ingang R
Via de ingang R zet u de tijd terug voor de vertraagde inschakeling en zet u de uitgang op 0.
Parameter T
T is de tijd waarna de uitgang wordt ingeschakeld (uitgangstand wisselt van 0 naar 1). Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen
Uitgang Q
Q wordt na verstrijken van de tijd T ingeschakeld.
Parameter T Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in het hoofdstuk 4.3.2 in acht. De aangegeven tijd voor de parameter T kan ook een actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn. U kunt de actuele waarden van de volgende functies gebruiken: Analoge comparator (actuele waarde Ax – Ay, zie hoofdstuk 4.4.18) Analoge drempelwaardeschakelaar (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk 4.4.16)
124
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
Analoge versterker (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk 4.4.20) en
Voor-/achterwaartsteller (actuele waarde Cnt, zie hoofdstuk 4.4.13). De gewenste functie selecteert u via het bloknummer. De tijdbasis is instelbaar. Zie de verklaringen over de geledigheidsgebieden en de parameterinstelling in hoofdstuk 4.4.1. Timingdiagram Trg R Q Ta loopt
T
T
Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het symbool voor de vertraagde inschakeling met accumulatie.
Functiebeschrijving Als de toestand aan ingang Trg van 0 naar 1 wisselt, dan begint de actuele tijd Tate lopen. Bereikt Ta de tijd T, dan wordt de uitgang Q op 1 gezet. Opnieuw schakelen aan ingang Trg heeft geen uitwerking op Ta. De uitgang en de tijd Ta worden pas weer op 0 teruggezet, als de ingang R in de stand 1 staat. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
125
LOGO! functies
4.4.5
Sleepcontact - impulsuitvoer
Korte beschrijving Een ingangsimpuls brengt aan de uitgang een signaal voort van parametreerbare duur. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang Trg
Via de ingang Trg (Trigger) kunt u de tijd voor het sleepcontactrelais starten.
Parameter T
T is de tijdspanne waarna de uitgang wordt uitgeschakeld (het uitgangssignaal wisselt van 1 naar 0). Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
Q wordt met Trg ingeschakeld en blijft ingeschakeld als de tijd Ta loopt en de ingang op 1 gezet is.
Parameter T Neem voor de parameter T de aanwijzing in het hoofdstuk 4.3.2 in acht. Timingdiagram Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het symbool voor het sleepcontact.
Trg Q Ta loopt
T T is niet volledig verstreken
126
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Functiebeschrijving Indien de ingang Trg de toestand 1 krijgt, dan schakelt de uitgang Q naar toestand 1. tegelijkertijd start de tijd Ta, de uitgang blijft gezet. Bereikt Ta de via T ingestelde waarde (Ta=T), dan wordt de uitgang Q op de stand 0 teruggezet (impulsuitvoer). Wisselt de ingang Trg van 1 naar 0 voordat de vooraf ingestelde tijd is verstreken, dan wisselt ook de uitgang meteen van 1 naar 0. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
127
LOGO! functies
4.4.6
Sleepcontact met flankoverbrugging
Korte beschrijving Een ingangsimpuls brengt na een parametreerbare tijd aan de uitgang een parametreerbaar aantal signalen voort van parametreerbare in–/uit–duur (hertriggerbaar). Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang Trg
Via de ingang Trg (Trigger) start u de tijden voor het sleepcontact met flankoverbrugging.
Ingang R
Via de ingang R zet u de actuele tijd (Ta) en de uitgang op nul terug.
Parameter
De impulspauzeduur TL en de impulsduur TH kunnen worden ingesteld. N geeft het aantal van de pauze/impuls-cycli TL/TH aan: Waardebereik: 1...9 Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
Q schakelt met afloop van de tijd TL in en na afloop van TH uit.
Parameter T Neem voor de parameter T de aanwijzing in het hoofdstuk 4.3.2 in acht.
128
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Timingdiagram A Trg Q Ta loopt
T
T
Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het symbool voor het sleepcontact met flankoverbrugging.
Timingdiagram B Trg Timingdiagram voor het parametreer–voorbeeld
Q N=2
TL TH
TL TH
Functiebeschrijving Als de ingang Trg de toestand 1 krijgt, dan start de tijd TL (Time Low). Na afloop van de tijd TL wordt de uitgang Q voor de duur van de tijd TH (Time High) op toestand 1 gezet. Wisselt de ingang Trg vóór het verstrijken van de ingestelde tijd (TL + TH) opnieuw van 0 naar 1 (hertriggeren), dan wordt de tijd T a teruggezet en de pauze/impuls–cyclus weer gestart. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet. Parameterinstelling Par Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):
B25 1+R TL =02:00s TH =03:00s Toets
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Veiligheidsgraad en remanentie Impulspauzeduur Impulsduur
drukken
129
LOGO! functies
B25 N =1
2 Aantal pauze/impulscycli (voorbeeld)
Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
B25 TL =02:00s TH =03:00s Ta =01:15s
130
actuele waarde van de impulslengte TL of TH
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.7
Asynchrone impulsgever
Korte beschrijving De impulsvorm van de uitgang kan via de parametreerbare impuls-/pauzeverhouding worden gewijzigd. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang En
Via de ingang EN schakelt u de asynchrone impulsgever in en uit.
Ingang INV
Via de ingang INV kan het uitgangssignaal van de actieve asynchrone klokpulsgever worden geïnverteerd.
Parameter Par
De impulsduur TH en de impulspauzeduur TL kunnen ingesteld worden. Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
Q wordt cyclisch met de kloktijden TH en TL in- en uitgeschakeld.
Timingdiagram En Inv Q TH
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
TL
TH
TL
TH
TH
TL
131
LOGO! functies Functiebeschrijving Via de parameters TH (Time High) en TL (Time Low) kunnen de impulsduur en de impulspauze worden ingesteld. De ingang INV maakt het omkeren van de uitgang mogelijk. Als het blok via EN is geactiveerd, heeft ingang INV een negeren van de uitgang tot gevolg. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
132
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.8
Toevalsgenerator
Korte beschrijving Bij de toevalsgenerator wordt de uitgang binnen een parametreerbare tijdt in- of weer uitgeschakeld. Symbool bij LOGO!
Schakeling Ingang En
Beschrijving Met de stijgende flank (wisselen van 0 naar 1) aan de vrijschakelingang En (Enable) start u de tijd voor de vertraagde inschakeling van de toevalsgenerator. Met de vallende flank (wisselen van 1 naar 0) start u de tijd voor de vertraagde uitschakeling van de toevalsgenerator.
Parameter Par
De vertraagde inschakeling wordt toevallig bepaald en ligt tussen 0 s en TH. De vertraagde uitschakeling wordt toevallig bepaald en ligt tussen 0 s en TL.
Uitgang Q
Q schakelt na afloop van de inschakelvertragingstijd in, indien En dan nog gezet is en schakelt na afloop van de uitschakelvertragingstijd uit, indien En inmiddels niet opnieuw werd gezet.
Parameters TH en TL Neem de aangegeven waarden voor de parameters TH en TL in hoofdstuk 4.3.2 in acht.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
133
LOGO! functies Timingdiagram En
Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het symbool voor de vertraagde in-/uitschakeling.
Q
T loopt
TH
TL
Functiebeschrijving Als de stand aan ingang En van 0 naar 1 wisselt, dan wordt toevallig een tijd (vertraagde inschakeltijd) tussen 0 s en TH bepaald en gestart. Als de stand aan ingang En minstens voor de duur van de vertraagde inschakeltijd op 1 blijft staan, wordt de uitgang na verstrijken van de vertraagde inschakeltijd op 1 gezet. Wisselt de stand aan ingang En vóór het verstrijken van de vertraagde inschakeltijd weer naar 0, dan wordt de tijd teruggezet. Wisselt de stand aan ingang En weer naar 0, dan wordt toevallig een tijd (vertraagde uitschakeltijd) tussen 0 s en TL bepaald en gestart. Blijft de stand aan ingang En minstens voor de duur van de vertraagde uitschakeltijd op 0 blijft staan, dan wordt de uitgang na verstrijken van de vertraagde uitschakeltijd op 0 gezet. Als de stand aan ingang En vóór het verstrijken van de vertraagde uitschakeltijd weer naar 1 wisselt, dan wordt de tijd teruggezet. Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reeds verstreken tijd teruggezet.
134
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.9
Trappenlichtschakelaar
Korte beschrijving Na een ingangsimpuls (flankbesturing) loopt een parametreerbare tijd af. Na het verstrijken ervan wordt de uitgang teruggezet. Vóór het verstrijken van de tijd kan een uitschakelwaarschuwing worden gegeven. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang Trg
Via de ingang Trg (Trigger) start u de tijd voor de trappenlichtschakelaar (vertraagde uitschakeling).
Parameter
T is de tijd waarna de uitgang wordt uitgeschakeld (uitgangstand wisselt van 1 naar 0). T! is de aangegeven tijd voor het begin van de uitschakelwaarschuwingstijd. T!L is de lengte van de uitschakelwaarschuwingstijd. Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Q wordt na verstrijken van de tijd T uitgeschakeld. Vóór het verstrijken van de tijd kan een uitschakelwaarschuwing worden gegeven.
135
LOGO! functies Timingdiagram Trg Q T!L Ta loopt
T! T
Functiebeschrijving Indien op de ingang Trg de toestand 0 naar 1 wisselt, wordt de uitgang Q op 1 gezet. Indien de toestand op Trg weer van 1 naar 0 wisselt, dan start de actuele tijd Ta en de uitgang Q blijft gezet. Bereikt Ta de tijd T, dan wordt de uitgang Q op 0 teruggezet. Vóór afloop van de vertraagde uitschakeling (T – T!) kunt u een uitschakelwaarschuwing geven, die Q voor de duur van de uitschakelwaarschuwingstijd T!L op 0 terugzet. Als de ingang Trg opnieuw in- en uitgeschakeld wordt, terwijl Ta loopt, dan wordt Ta teruggezet (retriggermogelijkheid). Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet. Parameterinstelling Par Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in hoofdstuk 4.3.2 in acht. Wenk Alle tijden moeten dezelfde tijdbasis hebben.
136
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeelden):
B9 1+R T =60:00s
Toets
Veiligheidsgraad en remanentie vertraagde uitschakelingstijd
drukken
B9 2 T! =05:00s T!L =00:10s
Begin uitschakelwaarschuwingstijd (T – T!) Uitschakelwaarschuwingstijd
Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
B9 1 T =60:00s Ta =06:00s
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
actuele waarde van de tijd T
137
LOGO! functies
4.4.10 Comfortschakelaar Korte beschrijving Schakelaar met 2 verschillende functies: Stroomstootschakelaar met vertraagde uitschakeling Schakelaar (constant licht) Symbool bij LOGO!
138
Schakeling
Beschrijving
Ingang Trg
Via de ingang Trg (Trigger) schakelt u de uitgang Q in (constant licht) of met vertraagde uitschakeling uit. Als de uitgang Q ingeschakeld is kan deze met Trg teruggezet worden.
Ingang R
Via de ingang R zet u de actuele tijd (Ta) en de uitgang op 0 terug.
Parameter
T is de tijd waarna de uitgang wordt uitgeschakeld (de uitgangsstand wisselt van 1 op 0). TL is de tijdsspanne gedurende welke de ingang moet worden gezet om de functie Constant licht te activeren. T! is de aangegeven tijd voor het begin van de uitschakelwaarschuwingstijd. T!L is de lengte van de uitschakelwaarschuwingstijd. Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
De uitgang Q wordt met Trg ingeschakeld en wordt naargelang de lengte van de impuls aan Trg weer uitgeschakeld of continu ingeschakeld of wordt door opnieuw activeren van Trg teruggezet. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Timingdiagram Trg
TL
TL
Q T!L Ta loopt
T! T
Functiebeschrijving Als aan de ingang Trg de stand 0 naar 1 wisselt, wordt de uitgang Q op 1 gezet. Is de uitgang Q = 0 en wisselt de ingang Trg tenminste voor de tijd TL van 0 naar 1, dan wordt de functie Continu licht geactiveert en de uitgang Q continu ingeschakeld. Wisselt de stand aan de ingang Trg vóór verstrijken van de tijd TL terug naar 0, wordt de vertraagde uitschakeltijd T gestart. Bereikt de afgelopen tijd Ta de Zeit T, dan wordt de uitgang Q op 0 teruggezet. Vóór verstrijken van de vertraagde uitschakeltijd (T – T!) kunt u een uitschakelwaarschuwing geven, die Q voor de duur van de uitschakelwaarschuwingstijd T!L op 0 terugzet. Opnieuw schakelen aan de ingang Trg wordt T teruggezet en de uitgang Q wordt uitgeschakeld. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet. Parameterinstelling Par Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in hoofdstuk 4.3.2 in acht. Wenk De tijden T, T! en T!L moeten dezelfde tijdbasis hebben.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
139
LOGO! functies Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeelden):
B5 1+R T =60:00s TL =10:00s Toets
Veiligheidsgraad en remanentie vertraagde uitschakeltijd continu licht inschakeltijd
drukken
B5 2 T! =30:00s T!L =20:00s
Begin uitschakelwaarschuwingstijd (T – T!) Uitschakelwaarschuwingstijd
Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
B5 1 T =60:00s TL =10:00s Ta =06:00s
140
actuele waarde van de tijd TL of T
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.11
Weekschakelklok
Korte beschrijving De uitgang wordt via een parametreerbare in- en uitschakeldatum gestuurd. Elke mogelijke combinatie van weekdagen wordt ondersteund. De selectie van actieve weekdagen komt tot stand door het verbergen van niet-actieve weekdagen. Wenk Omdat LOGO! 24/24o geen klok heeft, is de weekschakelklok bij deze variant niet te gebruiken.
Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Parameter No 1, No 2 No 3
Via de parameter No stelt u de inschakel- en uitschakeltijdstippen in voor telkens één Nok van de weekschakelklok. Hierbij parametreert u de dagen en de tijd.
Uitgang Q
Q wordt ingeschakeld als de parametreerbare nok ingeschakeld is.
Timingdiagram (3 gevallen als voorbeeld)
No
1
21
1
1
1
1
3
1
3 Q
Monday Wednesday Friday Sunday Tuesday Thursday Saturday No1: No2: No3:
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
dagelijks: dinsdag: zaterdag en zondag:
06:30 uur tot 08:00 uur 03:10 uur tot 04:15 uur 16:30 uur tot 23:10 uur
141
LOGO! functies Functiebeschrijving Elke weekschakelklok heeft drie instelnokken, waarmee u telkens een tijdvenster kunt parametreren. Met deze nokken stelt u het inschakel- en het uitschakeltijdstip in. Op een inschakeltijdstip schakelt de weekschakelklok de uitgang in, voor zover de uitgang nog niet ingeschakeld is. Op een uitschakeltijdstip schakelt de weekschakelklok de uitgang uit, voor zover de uitgang nog niet uitgeschakeld was. Als u voor een weekschakelklok een inschakeltijdstip en een uitschakeltijdstip op dezelfde tijd maar aan verschillende nokken instelt, dan spreken de in- en uitschakeltijden elkaar tegen. In dat geval heeft nok 3 voorrang op nok 2 en deze op zijn beurt voorrang op nok 1. De schakelstand van de weekschakelklok is afhankelijk van alle drie nokken No1, No2 en No3. Parametreervenster Het parametervenster voor nok No1 ziet er bijv. als volgt uit: Blok B1
Nok No 1
B1 1+ D=MTWTFSS On =06:30 Off=08:00
zie Parameters weergeven/ verbergen – Beveiligingswijze op pagina 72 Weekdagen (dagelijks) Inschakeltijdstip (06.30 uur) Uitschakeltijdstip (08:00 uur)
Weekdag De letters achter “D=” (Day) hebben de volgende betekenis: M : maandag (Monday) T : dinsdag (Tuesday) W : woensdag (Wednesday) T : donderdag (Thursday) F : vrijdag (Friday) S : zaterdag (Saturday) S : zondag (Sunday) 142
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Een hoofdletter betekent weekdag geselecteerd. Een “-” betekent weekdag niet geselecteerd. Schakeltijdstippen Elke tijd tussen 00:00 en 23:59 uur is instelbaar. --:-- betekent geen in-/uitschakelen. Weekschakelklok instellen U kunt de schakeltijdstippen als volgt instellen: 1. Plaats de cursor op een van de parameters No van de tijdschakelklok (b. v. No1). 2. Druk op de OK-toets. LOGO! opent het parameterfenster voor de nokken. De cursor staat op de weekdag. 3. Selecteer met de toetsen en een of meer dagen. 4. Verplaats de cursor met de toets naar de eerste positie voor de inschakeltijd. 5. Stel de inschakeltijd in. De waarde op de desbetreffende positie kunt u wijzigen met de toetsen en . Tussen de afzonderlijke posities kunt u de cursor verplaatsen met de toetsen en . Alleen op de eerste plaats kunt u de waarde --:-- selecteren (--:-- betekent: geen schakeling). 6. Verplaats de cursor met de toets naar de eerste positie voor de uitschakeltijd. 7. Stel de uitschakeltijd in (zoals in punt 5). 8. Zo sluit u uw invoer af: Druk op de OK-toets. De cursor staat op de parameter No2 (nok 2). U kunt nu een volgende nok parametreren. Wenk Informatie over de nauwkeurigheid van de schakelklok vindt u onder de Technische gegevens en in hoofdstuk 4.3.2.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
143
LOGO! functies Weekschakelklok: Voorbeeld De uitgang van de weekschakelklok moet dagelijks van 05:30 uur tot 07:40 uur ingeschakeld zijn. Bovendien moet de uitgang op dinsdag van 03:10 tot 04:15 uur en in het weekend van 16:30 tot 23:10 uur ingeschakeld zijn. Daar hebt u drie nokken voor nodig. Hier nu de parametreervensters van de nokken 1, 2 en 3 uit het bovenstaande timingdiagram. Nok 1 Nok 1 moet de uitgang van de weekschakelklok elke dag van 05:30 uur tot 07:40 uur inschakelen.
B1 1+ D=MTWTFSS On =05:30 Off=07:40 Nok 2 Nok 2 moet de uitgang van de weekschakelklok elke dinsdag van 03:10 uur tot 04:15 uur inschakelen.
B1 2 D=–T––––– On =03:10 Off=04:15
144
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Nok 3 Nok 3 moet de uitgang van de weekschakelklok elke zaterdag en zondag van 16:30 uur tot 23:10 uur inschakelen.
B1 3 D=–––––SS On =16:30 Off=23:10 Resultaat
No
1
21
1
1
1
1
3
1
3 Q
Monday Wednesday Friday Sunday Tuesday Thursday Saturday
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
145
LOGO! functies
4.4.12 Jaarschakelklok Korte beschrijving De uitgang wordt via een parametreerbare in- en uitschakeldatum gestuurd. Wenk Omdat LOGO! 24/24o geen klok heeft, is de jaarschakelklok bij deze variant niet te gebruiken.
Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Parameter No
Via de parameter No stelt u het inschakel- en uitschakeltijdstip in voor de nokken van de jaarschakelklok.
Uitgang Q
Q wordt ingeschakeld als de parametreerbare nok ingeschakeld is.
Timingdiagram feb.
mar.
apr.
MM.DD+ On=02.20 Off=04.03
On Off 20 februari om 00:00 uur
3 april om 00:00 uur
Functiebeschrijving Op het inschakeltijdstip schakelt de jaarschakelklok de uitgang in en op een uitschakeltijdstip schakelt de jaarschakelklok de uitgang uit. De uitschakeldatum is de dag waarop de uitgang weer op 0 is gezet. De eerste waarde staat voor de maand, de tweede waarde staat voor de dag. U kunt voor “MM” een joker (**) selecteren, zodat het in– resp. uitschakelen op een bepaalde dag in elke maand gebeurt. 146
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Voorbeeld van een parametrering De uitgang van een LOGO! moet jaarlijks op 1 maart ingeschakeld en op 4 april uitgeschakeld worden alsook op 7 juli weer in- en op 19 november weer uitgeschakeld worden. Hiervoor hebt u 2 jaarschakelklokken nodig die telkens voor die bepaalde inschakeltijd worden geparametreerd. De uitgangen worden dan met behulp van een OF-blok (OR) verbonden.
B01:No MM.DD On =03.01 Off=04.04
op 1 maart inschakelen op 4 april uitschakelen
B02:No MM.DD On =07.07 Off=11.19
daarnaast nog: op 7 juli inschakelen op 19 november uitschakelen
Resultaat On B01
B02 Off
1 maart om 00:00 uur
7 juli om 00:00 uur
4 april om 00:00 uur
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
19 november om 00:00 uur
147
LOGO! functies Verdere voorbeelden
B11
+ **–DD On =**–01 Off=**–02 + **–DD On =**–10 Off=**–20
altijd op de 1e van een maand inschakelen, op de 2e van de maand uitschakelen
B12
+ **–DD On =**–25 Off=**–05
van de 10e tot 20e van elke maand
B13
148
van de 25e tot de 05e van de volgende maand
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.13 Voor– en achterwaartsteller Korte beschrijving Naargelang de parametrering wordt door een ingangsimpuls een interne getalwaarde op- of afgeteld. Als de parametreerbare getalwaarde is bereikt, wordt de uitgang ingesteld resp. teruggezet. De telrichtung kan via de ingang Dir worden gewijzigd. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang R
Via de ingang R stelt u de interne getalwaarde en de uitgang terug op nul.
Ingang Cnt
De functie telt aan de ingang Cnt de toestandsveranderingen van toestand 0 naar toestand 1. Een wisseling van de toestand van 1 naar 0 wordt niet geteld. Gebruik
de ingangen I5/I6 voor snelle telprocessen (enkel LOGO! 12/24 RC/ RCo en LOGO! 24/24o): max. 2 kHz.
een willekeurige andere ingang of schakelgedeelte voor lage telfrequenties (5 Hz). Ingang Dir
Via de ingang Dir geeft u de telrichtung aan: Dir = 0: voorwaarts tellen Dir = 1: achterwaarts tellen
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
149
LOGO! functies Timingdiagram R Cnt Dir Par 0
interne getalwaarde Cnt
Q
Functiebeschrijving Bij elke positieve flank aan de ingang Cnt wordt de interne teller met één verhoogd (Dir = 0) of met één verlaagd (Dir=1). Met de terugzetingang R kunt u de interne getalwaarde en de uitgang op ’000000’ terugzetten. Zolang R=1, staat ook de uitgang op 0 en worden de impulsen aan ingang Cnt niet meegerekend. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de interne getalwaarde weer teruggezet. Rekenvoorschrift Als inschakeldrempel (On) uitschakeldrempel (Off), dan geldt: Q = 1, als Cnt On Q = 0, als Cnt < Off. Als inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off), dan is Q = 1, als On Cnt < Off.
150
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Parameterinstelling On/Off De aangegeven grenswaarden voor de parameters On en/ of Off kan ook een actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn. U kunt de actuele waarden van de volgende functies gebruiken: analoge comparator (actuele waarde Ax – Ay, zie hoofdstuk 4.4.18) analoge drempelwaardeschakelaar (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk 4.4.16) analoge versterker (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk 4.4.20) en voor–/achterwaartsteller (actuele waarde Cnt). De gewenste functie selecteert u over het bloknummer. Voor de uitvoering van de parameterinstelling zie de verklaringen in hoofdstuk 4.4.1. Wenk De controle, of de teller de grenswaarde heeft bereikt, vindt eenmaal per cyclus plaats. Als de impulsen aan de snelle ingangen I5/I6 sneller zijn dan de cyclustijd, dan schakelt de speciale functie eventueel pas nadat de aangegeven grenswaarde overschreden is. Voorbeeld: Er kunnen 100 impulsen per cyclus worden geteld; 900 impulsen werden reeds geteld. On = 950; Off = 10000. De uitgang schakelt in de volgende cyclus, als de waarde reeds 1000 is. (Als de Off-waarde = 980 was, zal de uitgang helemaal niet schakelen.)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
151
LOGO! functies Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeelden):
B3 +R On =001234 Off=000000
of
B3 +R On =123456 OffB021
Als het blok (in het voorbeeld B21) een waarde buiten het geldigheidsbereik levert, dan wordt naar de volgende geldige waarde naar boven of beneden afgerond. Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeelden):
B3 On =001234 Off=000000 Cnt=000120
152
of
actuele telwaarde
B3 On =123456 OffB021 Cnt=000120
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.14 Bedrijfsurenteller Korte beschrijving Als de controle–ingang wordt ingesteld, loopt een parametreerbare tijd af. De uitgang wordt ingesteld als de tijd is verstreken. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang R
Met de stijgende flank (wissel van 0 naar 1) aan de terugzetingang R (Reset) wordt de teller voor de resterende tijd (MN) op de parametreerde waarde MI gezet en de uitgang Q wordt teruggezet.
Ingang En
En is de controle-ingang. LOGO! meet de tijd, waarin deze ingang ingesteld is.
Ingang Ral
Met de stijgende flank aan de terugzetingang Ral (Reset all) wordt de teller voor de resterende tijd (MN) op de parametreerde waarde MI gezet en de bedrijfsurenteller (OT) en de uitgang worden teruggezet. D.w.z. nu wordt
uitgang Q = 0, gemeten bedrijfsuren OT = 0 en
resterende tijd van het onderhoudsinterval MN = MI.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
153
LOGO! functies Symbool bij LOGO!
Schakeling Parameter
Beschrijving MI: preventieve onderhoudsinterval in de eenheid uren Waardebereik: 0000...9999 h OT: totale verstreken bedrijfstijd Waardebereik: 00000...99999 h Q0:
Selectie “R”: Q = 1, als MN = 0; Q = 0, als R = 1 of Ral =1
Selectie “R+En”: Q = 1, als MN = 0; Q = 0, als R = 1 of Ral = 1 of En = 0. Uitgang Q
Als de resterende tijd MN = 0 is, wordt de uitgang ingesteld. De uitgang wordt teruggezet:
Bij “Q0:R+En”, als R = 1 of Ral = 1 of En = 0
Bij “Q0:R”, als R = 1 of Ral = 1. MI = geparametreerd tijdsinterval MN= resterende tijd OT= verstreken totale tijd sinds het laatste 1-signaal aan de Ral-ingang Deze waarden worden principieel remanent gehouden!
154
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Timingdiagram R En Ral Q MN=MI
Par: MI=5h
MN=0
OT MI = geparametreerd tijdsinterval MN = resterende tijd OT = verstreken totale tijd sinds het laatste 1-signaal aan de Ral-ingang
Functiebeschrijving De bedrijfsurenteller controleert de ingang En. Zolang aan deze ingang een waarde 1 aanwezig is, berekent LOGO! de verstreken tijd en de resterende tijd MN. De tijden worden door LOGO! in de modus Parametreren getoond. Is de resterende tijd MN gelijk aan 0, dan wordt de uitgang Q op 1 ingesteld. Via de terugzetingang R wordt de uitgang Q teruggezet en de teller voor de resterende tijd wordt op de geprogrammeerde waarde MI ingesteld. De bedrijsurenteller OT gaat door met tellen. Met de terugzetingang Ral zet u de uitgang Q terug en de teller voor de resterende tijd op de ingestelde waarde MI. De bedrijfsurenteller OT wordt teruggezet op 0. Al naargelang van uw parametrering van de parameter Q wordt de uitgang teruggezet, als een Reset-signaal (R of Ral) 1 wordt (”Q0:R”), of dan, als een Resetsignaal 1 of het En-signaal 0 wordt (”Q0:R+En”). LOGO!-Handboek A5E00228752-01
155
LOGO! functies MN en OT-waarden bekijken LOGO! Basic met display: In de parametreermodus kan men, terwijl het schakelprogramma loopt (RUN), de actuele waarden voor MN en OT bekijken. LOGO! Basic zonder display: met LOGO!Soft Comfort kunt u via de online–test deze waarden als volgt lezen (zie hoofdstuk 7 voor verdere informatie). Grenswaarde voor OT Als u de bedrijfsurenteller met het signaal R terugzet, blijven de opgelopen bedrijfsuren in OT behouden. Zolang En = 1 is, telt de bedrijfsurenteller OT verder, onafhankelijk van de toestand van de terugzetingang R. De grenswaarde van de teller ligt voor OT bij 99999 h. Bereikt de bedrijfsurenteller deze waarde, dan worden er geen uren meer geteld. U kunt de beginwaarde voor OT in de bedrijfsmodus Programmeren instellen. Als u een andere waarde dan 0 instelt begint de bedrijfsurenteller het tellen met deze waarde. De resterende tijd (MN) wordt bij de START automatisch uit MI en OT berekend (voorbeeld: MI = 100, OT = 130, daaruit resulteert MN = 70). Parameterinstelling Par Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:
B16 + MI = 0100h Q0:R+En OT =00000h
of verstreken tijd
B16 + MI = 0100h Q0:R OT =00000h
MI is het parametreerbare tijdsinterval. Het mag tussen 0 en 9999 uren liggen.
156
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren:
B16 MI = 0100h MN = 0017h OT =00083h
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Tijdsinterval resterende tijd verstreken bedrijfsuren
157
LOGO! functies
4.4.15 Drempelwaardeschakelaar Korte beschrijving De uitgang wordt afhankelijk van twee parametreerbare frequenties in- en uitgeschakeld. Symbool bij LOGO!
Fre
Schakeling Ingang Fre
Beschrijving De functie telt aan de ingang Fre de toestandswijzigingen van toestand 0 naar toestand 1. Een wissel van de toestand van 1 naar 0 wordt niet geteld Gebruik
de ingangen I5/I6 voor snelle telprocessen (enkel LOGO! 12/24 RC/ RCo en LOGO! 24/24o): max. 2 kHz.
een willekeurige andere ingang of schakelgedeelte voor geringe telfrequenties (5 Hz). Parameter
On: inschakeldrempel Waardebereik: 0000...9999 Off: uitschakeldrempel Waardebereik: 0000...9999 G_T: Tijdsinterval of poorttijd, waarin de aanliggende impulsen worden gemeten. Waardebereik: 00:05 s...99:99 s
Uitgang Q
158
Q wordt in afhankelijkheid van de drempelwaarden ingesteld of teruggezet.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Timingdiagram Q G_T Fre fa = 9
fa = 10
fa = 8
fa = 4
On = 9 Off = 5
fa = ingangsfrequentie
Functiebeschrijving De drempelwaardeschakelaarr meet de signalen aan de ingang Fre. De impulsen worden over een parametreerbare tijdsduur G_T geregistreerd. De uitgang Q wordt in afhankelijkheid van de ingestelde drempelwaarden ingesteld of teruggezet. Zie het volgende rekenvoorschrift. Rekenvoorschrift Als inschakeldrempel (On) uitschakeldrempel (Off), dan geldt: Q = 1, als fa > On Q = 0, als fa Off. Als inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off), dan is Q = 1, als: On fa < Off. Parameterinstelling Par Wenk De controle, of de teller de grenswaarde heeft bereikt, vindt eenmaal per interval G_T plaats. Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):
B15 1+ On =0009 Off =0005
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Veiligheidsgraad Inschakeldrempel Uitschakeldrempel
159
LOGO! functies Toets
drukken
B15 2 G_T=01:00s
Tijdsinterval voor impulsen (voorbeeld)
Wenk Hier is als tijdbasis “Seconden” vast vooraf ingesteld. Als u de tijd G_T met 1 s instelt, levert LOGO! in de parameter fa de actuele frequentie in Hz terug. Voorstelling in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
B15 On =0009 Off =0005 fa =0010
Inschakeldrempel Uitschakeldrempel Q = 1 (fa > On)
Wenk fa is altijd de som van de gemeten impulsen per tijdeenheid G_T.
160
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.16 Analoge drempelwaardeschakelaar Korte beschrijving De uitgang wordt ingeschakeld, als de analoge waarde een parametreerbare inschakeldrempel overschrijdt. De uitgang wordt uitgeschakeld, als de analoge waarde lager is dan een parametreerbare uitschakeldrempel (hysteresis). Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang Ax
Aan ingang Ax brengt u het analoge signaal aan dat geëvalueerd moet worden. Gebruik de analoge ingangen AI1...AI8 (*), analoge merktekens AM1...AM6, het bloknummer van een functie met analoge uitgang of de analoge uitgangen AQ1 en AQ2.
Parameter
A: Versterking (Gain) Waardebereik: 00,00...10,00 B: Nulpuntverschuiving (Offset) Waardebereik: 10.000 On: Inschakeldrempel Waardebereik: 20.000 Off: Uitschakeldrempel Waardebereik: 20.000 p:
Uitgang Q
*
Aantal plaatsen achter de komma Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Q wordt in afhankelijkheid van de drempelwaarden ingesteld of teruggezet.
AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
161
LOGO! functies Parameters Gain en Offset Neem voor de parameters Versterking (Gain) en Offset de opmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht. Parameter p (Aantal plaatsen na de komma) Geldt alleen voor de weergave van de waarden On, Off en Ax in een meldtekst. Geldt niet voor de vergelijking met On- en Off-waarden! (Het weergegeven punt wordt bij de vergelijking geïgnoreerd). Timingdiagram 1000 On Off
Ax
0
Q
Functiebeschrijving De functie leest de analoge waarde van het signaal in dat op de analoge ingang Ax aanligt. Deze waarde wordt met de parameter A (Gain) vermenigvuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de analoge waarde opgeteld, dus (Ax Gain) + Offset = actuele waarde Ax. De uitgang Q wordt in afhankelijkheid van de ingestelde drempelwaarden ingesteld of teruggezet. Zie het volgende rekenvoorschrift. Rekenvoorschrift Als inschakeldrempel (On) uitschakeldrempel (Off), dan geldt: Q = 1, als actuele waarde Ax > On Q = 0, als actuele waarde Ax Off. Als inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off), dan is Q = 1, als: On actuele waarde Ax < Off.
162
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Parameterinstelling Par De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de gebruikte sensoren aan te passen an de betreffende applicatie. Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):
B3 1+ On =+04000 Off =+02000 Toets
Veiligheidsgraad Inschakeldrempel Uitschakeldrempel
drukken
B3 2 A =01.00 B =+00000 p =2
Gain Offset Plaatsen achter de komma in de meldtekst
Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
B3 On =+04000 Off =+02000 Ax =+05000
Inschakeldrempel Uitschakeldrempel Q = 1 (Ax > On)
Weergave in de meldtekst (voorbeeld):
+050.00
Ax, als p = 2 Q = 1 (Ax > On)
B02:Par SW =+400 SW =+200 Ax =+20 LOGO!-Handboek A5E00228752-01
163
LOGO! functies
4.4.17 Analoge differentie-drempelwaardeschakelaar Korte beschrijving De uitgang wordt in afhankelijkheid van een parametreerbare drempel– en differentiewaarde in– en uitgeschakeld. Symbool bij LOGO!
Schakeling Ingang Ax
Beschrijving Aan ingang Ax brengt u het analoge signaal aan dat geëvalueerd moet worden. Gebruik de analoge ingangen AI1...AI8 (*), analoge merktekens AM1...AM6, het bloknummer van een functie met analoge uitgang of de analoge uitgangen AQ1 en AQ2.
Parameter
A: Versterking (Gain) Waardebereik: 00,00...10,00 B: Nulpuntverschuiving (Offset) Waardebereik: 10.000 On: In-/uitschakeldrempel Waardebereik: 20.000
: Differentiewaarde voor berekening van de Offparameter Waardebereik: 20.000 p:
Uitgang Q
*
164
Aantal plaatsen na de komma Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Q word in afhankelijkheid van de drempel– en differentiewaarde ingesteld of teruggezet.
AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Parameter Gain en Offset Neem voor de parameters Versterking (Gain) en Offset de opmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht. Parameter p (Aantal plaatsen achter de komma) Geldt alleen voor de weergave van de waarden On, Off en Ax in een meldtekst. Timingdiagram A: Functie met negatieve differentiewaarde
O n Off = On +
Ax Q
Timingdiagram B: Functie met positieve differentiewaarde Off = On +
On
Ax Q
Functiebeschrijving De functie leest de analoge waarde van het signaal in dat op de analoge ingang Ax aanligt. Deze waarde wordt met de parameter A (Gain) vermenigvuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de analoge waarde opgeteld, dus (Ax Gain) + Offset = actuele waarde Ax. De uitgang Q wordt in afhankelijkheid van de ingestelde drempelwaarde (On) en de differentiewaarde () ingesteld of teruggezet. Zie het volgende rekenvoorschrift. Daarbij berekent de functie de parameter Off zelfstandig: Off = On + , waarbij positief of negatief kan zijn. Zie het volgende rekenvoorschrift.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
165
LOGO! functies Rekenvoorschrift Als u een negatieve differentiewaarde parametreert, is de inschakeldrempel (On) uitschakeldrempel (Off), en er geldt: Q = 1, als actuele waarde Ax > On Q = 0, als actuele waarde Ax Off. Zie timingdiagram A. Als u een positieve differentiewaarde parametreert, is de inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off), en is = 1, als: On actuele waarde Ax < Off. Zie timingdiagram B. Parameterinstelling Par De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de gebruikte sensoren aan te passen aan de betreffende applicatie. Weergave in de bedrjfsmodus Programmeren (voorbeeld):
B3 1+ On =+04000 =–02000 Toets
Veiligheidsgraad In–/uitschakeldrempel Differentiewaarde voor in–/uitschakeldrempel
drukken
B3 2 A =01.00 B =+00000 p =2
Gain Offset Plaatsen na de komma in de meldtekst
Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
B3 On =+04000 =–02000 Ax =+05000
166
Inschakeldrempel Differentiewaarde voor uitschakeldrempel Q = 1 (Ax > On)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Toets
drukken
B3 Off =+02000
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Uitschakeldrempel
167
LOGO! functies
4.4.18 Analoge comparator Korte beschrijving De uitgang wordt ingeschakeld, als het verschil Ax - Ay de ingestelde schakeldrempel overschrijdt. Symbool bij LOGO!
Schakeling Ingangen Ax en Ay
Beschrijving Aan de ingangen Ax en Ay brengt u de analoge signalen aan, waarvan het verschil moet worden geëvalueerd. Gebruik de analoge ingangen AI1...AI8 (*), analoge merktekens AM1...AM6, het bloknumer van een functie met analoge uitgang of de analoge uitgangen AQ1 en AQ2.
Parameter
A: Versterking (Gain) Waardebereik: 00,00...10,00 B: Nulpuntverschuiving (Offset) Waardebereik: 10.000 On: Inschakeldrempel Waardebereik: 20.000 Off: Uitschakeldrempel Waardebereik: 20.000 p:
Aantal plaatsen na de komma Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Uitgang Q
*
168
Q wordt in afhankelijkheid van het verschil Ax – Ay en de ingestelde drempelwaarden ingesteld/teruggezet.
AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Parameters Versterking (Gain) en Offset Neem voor de parameters Versterking (Gain) en Offset de opmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht. Parameter p (Aantal plaatsen achter de komma) Geeldt alleen voor de weergave van de waarden Ax, Ay, On, Off en in een meldtekst. Geldt niet voor de vergelijking met On- en Off-waarden! (Het weergegeven punt wordt bij de vergelijking geïgnoreerd.) Timingdiagram 1000
Ax
0 1000
Ay
0 1000
Ax-Ay
200 0
Q voor Ax - Ay > 200
Functiebeschrijving De functie leest de analoge waarde van de signalen in die op de analoge ingangen Ax en Ay aanliggen. Deze waarde wordt met de parameter A (Gain) vermenigvuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de analoge waarde opgeteld, dus (Ax Gain) + Offset = actuele waarde Ax resp. (Ay Gain) + Offset = actuele waarde Ay. De functie vormt het verschil (””) van de actuele waarden Ax – Ay. De uitgang Q wordt in afhankelijkheid van het verschil van de actuele waarden Ax – Ay en de ingestelde drempelwaarden ingesteld of teruggezet. Zie het volgende rekenvoorschrift. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
169
LOGO! functies Rekenvoorschrift Als inschakeldrempel (On) uitschakeldrempel (Off), dan geldt: Q = 1, als: (actuele waarde Ax – actuele waarde Ay) > On Q = 0, als: (actuele waarde Ax – actuele waarde Ay) Off. Als inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off), is Q = 1, als: On (actuele waarde Ax – actuele waarde Ay) < Off. Parameterinstelling Par De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de gebruikte sensoren aan te passen an de betreffende applicatie. Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:
B3 1+ On =+00000 Off =+00000 Toets
Veiligheidsgraad Inschakeldrempel Uitschakeldrempel
drukken
B3 2 A =00.00 B =+00000 p =0
Gain Offset Plaatsen achter de komma in de meldtekst
Voorbeeld Voor het besturen van een verwarming dienen de voorloopen retourtemperatuur Tv (b.v. via sensor aan AI1) en Tr (b.v. via sensor aan AI2) met elkaar te worden vergeleken. Indien de retourtemperatuur met meer dan 15 C van de voorlooptemperatuur afwijkt, dient er een schakeling te worden geactiveerd (b.v. brander in). Bedraagt het verschil minder dan 5 C, wordt de schakeling teruggezet. 170
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies In de bedrijfsmodus Parametreren dienen de werkelijke temperatuurwaarden te worden getoond. Er zijn thermogevers met de volgende technische gegevens beschikbaar : -30 tot +70C, 0 tot 10V DC. Applicatie
Interne voorstelling
-30 tot +70 C = 0 tot 10V DC
0 tot 1000
0 C
300 Offset = -300
Waardebereik:
1000
–30 tot +70 C = 100
Gain = 100/1000 = 0,1
Inschakeldrempel = 15 C
Drempelwaarde = 15
Uitschakeldrempel = 5 C
Drempelwaarde = 5
Zie ook hoofdstuk 4.3.6. Parametrering:
B3 1+ On =+00015 Off =+00005 Toets
Veiligheidsgraad Inschakeldrempel Uitschakeldrempel
drukken
B3 2 A =00.10 B =–00030 p =0
Gain Offset Plaatsen achter de komma in de meldtekst (indien gebruikt)
Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeelden):
B3 1 On =+00015 Off =+00005
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Inschakeldrempel Uitschakeldrempel
171
LOGO! functies Toets
drukken
B3 2 Ax =+00010 Ay =–00020 =+00030
Temperatuurwaarde Q = 1 (differentiewaarde > On)
Weergave in de meldtekst (voorbeeld):
Ax =+00010 Ay =–00020
Ingangsgevoeligheid van de analoge comparator verminderen De uitgang van de analoge comparator kunt u met de speciale functies “Vertraagde inschakeling” en “Vertraagde uitschakeling” selectief vertragen. Daardoor bereikt u dat de uitgang Q alleen dan wordt ingesteld, als de aanliggende triggerwaarde Trg (=uitgang van de analoge comparator) langer dan de gedefinieerde vertraagde inschakeltijd is. Is de uitgang Q ingesteld, kan hij alleen worden teruggezet, als de aanliggende triggerwaarde langer is dan de gedefinieerde vertraagde uitschakeltijd. Op die manier bereikt u een kunstmatige hysteresis, die de ingang minder gevoelig voor korte veranderingen maakt. Schakelschema AI1 AI
AI2 AI
Analoge comparator B1 Vertraagde inschakeling A B2 Vertraagde uitschakeling B3 Q1
172
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.19 Analoge waardebewaking Korte beschrijving Deze speciale functie slaat een aan de analoge ingang aanliggende waarde op en schakelt de uitgang in zodra de actuele waarde aan de analoge ingang deze opgeslagen analoge waarde plus een parametreerbare differentiewaarde onder– resp. overschrijdt. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang En
Met de stijgende flank (wissel van 0 naar 1) aan de vrijschakelingang En (Enable) wordt de analoge waarde aan de ingang Ax opgeslagen (”Aen”) en het analoge waardebereik Aen wordt bewaakt.
Ingang Ax
Aan de ingang Ax legt u het analoge signaal aan, dat moet worden bewaakt. Gebruik de analoge ingangen AI1...AI8 (*), analoge merktekens AM1...AM6, het bloknummer van een functie met analoge uitgang of de analoge uitgangen AQ1 en AQ2.
*
AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
173
LOGO! functies Symbool bij LOGO!
Schakeling Parameter
Beschrijving A: Versterking (Gain) Waardebereik: 00,00...10,00 B: Nulpuntverschuiving (Offset) Waardebereik: 10.000
: Differentiewaarde voor Aen– in-/uitschakeldrempel Waardebereik: 20.000 p:
Uitgang Q
Aantal plaatsen achter de komma Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Q wordt in afhankelijkheid van de opgeslagen analoge waarde en de ingestelde differentiewaarde ingesteld/teruggezet.
Parameter Gain en Offset Neem voor de parameters Gain en Offset de opmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht. Parameter p (aantal plaatsen achter de komma) Geldt voor de weergave van de waarden Aen, Ax en in een meldtekst. Timingdiagram En Aen + Aen Aen –
Ax Q
174
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Functiebeschrijving Als de toestand aan de ingang En van 0 naar 1 wisselt, dan wordt de analoge waarde van het signaal aan de analoge ingang Ax opgeslagen. Deze opgeslagen actuele waarde wordt als “Aen” aangeduid. De actuele waarden Ax en Aen worden met de parameter A (Gain) vermenigvuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de analoge waarde opgeteld, dus (Ax Gain) + Offset = actuele waarde Aen, als de ingang En van 0 naar 1 wisselt resp.. (Ax Gain) + Offset = actuele waarde Ax. De uitgang Q wordt ingesteld, als de ingang En 1 is en de actuele waarde aan de ingang Ax buiten het bereik Aen ligt. De uitgang Q wordt teruggezet, als de actuele waarde aan de ingang Ax binnen het bereik Aen ligt of de ingang En naar 0 wisselt. Parameterinstelling Par De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de gebruikte sensoren aan te passen aan de betreffende applicatie Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:
B3 1+ =00000
Toets
drukken
B3 2 A =00.00 B =+00000 p =0
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Veiligheidsgraad Differentiewaarde voor in-/uitschakeldrempel
Gain Offset Plaatsen achter de komma in de meldtekst
175
LOGO! functies Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
B3 =00010 Aen =–00020 Ax =+00005
176
Q = 1 (Ax ligt buiten het bereik Aen )
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.20 Analoge versterker Korte beschrijving Deze speciale functie versterkt een aan de analoge ingang aanliggende waarde en voert deze waarde aan de analoge uitgang uit. Symbol bei LOGO!
Schakeling Ingang Ax
Beschrijving Aan de ingang Ax legt u het analoge signaal aan, dat moet worden versterkt. Gebruik de analoge ingangen AI1...AI8 (*), analoge merktekens AM1...AM6, het bloknummer van een functie met analoge uitgang of de analoge uitgangen AQ1 en AQ2.
Parameter
A: Versterking (Gain) Waardebereik: 00,00...10,00 B: Nulpuntverschuiving (Offset) Waardebereik: 10.000 p:
Uitgang AQ
*
Aantal plaatsen achter de komma Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Deze speciale functie heeft een analoge uitgang! Deze kan alleen met een analoge ingang van een functie of een analoog merkteken worden verbonden. Waardebereik voor AQ: –32768...+32767
AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
177
LOGO! functies Parameter Gain und Offset Neem voor de parameters Gain en Offset de opmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht. Parameter p (plaatsen achter de komma) Geldt voor de weergave van de AQ-waarde in een meldtekst. Functiebeschrijving De functie leest de analoge waarde van het signaal, dat aan de analoge ingang Ax aanligt. Deze waarde wordt met de parameter A (Gain) vermenigvuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de analoge waarde opgeteld, dus (Ax Gain) + Offset = actuele waarde Ax. De actuele waarde Ax wordt aan de uitgang AQ uitgevoerd. Parameterinstelling Par De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de gebruikte sensoren aan te passen an de betreffende applicatie Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):
B3 + A =02.50 B =–00300 p =0
Gain Offset Plaatsen achter de komma in de meldtekst
Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
B3 AQ =–00250
178
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.21 Houdrelais Korte beschrijving Via een ingang S wordt de uitgang Q gezet. Via een andere ingang R wordt de uitgang weer teruggesteld. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang S
Via de ingang S zet u de uitgang Q op 1.
Ingang R
Via de ingang R zet u de uitgang Q weer op 0. Als S en R tegelijkertijd 1 zijn, dan wordt teruggezet.
Parameter
Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen
Uitgang Q
Q wordt met S ingeschakeld en blijft ingeschakeld tot de ingang R wordt ingesteld.
Timingdiagram R S Q
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
179
LOGO! functies Schakelgedrag Een houdrelais is een eenvoudig binair geheugenelement. De waarde aan de uitgang hangt af van de standen aan de ingangen en van de stand tot dan toe aan de uitgang. In de volgende tabel wordt de logica nogmaals aangetoond: Sn
Rn
Q
0 0 1 1
0 1 0 1
x 0 1 0
Opmerking Toestand blijft behouden Terugzetten Instellen Terugzeten (terugzetten heeft voorrang op instellen)
Bij ingeschakelde remanentie staat na uitvallen van de stroom het signaal aan de uitgang die voor het uitvallen van de stroom actueel was.
180
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.22 Stroomstootrelais Korte beschrijving Het instellen en terugzetten van de uitgang wordt door een korte impuls aan de ingang bewerkstelligd. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang Trg
Via de ingang Trg (Trigger) schakelt u de uitgang Q in en uit.
Ingang S
Via de ingang S zet u de uitgang op 1.
Ingang R
Via de ingang R zet u de uitgang terug op 0.
Parameter
Keuze: RS (voorrang ingang R) of SR (voorrang ingang S) Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
Q wordt door Trg ingeschakeld en door de volgende Trg weer uitgeschakeld, als S en R = 0.
Timingdiagram Trg S R
Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het symbool voor het stroomstootrelais.
Q
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
181
LOGO! functies Functiebeschrijving Telkens wanneer de toestand aan de ingang Trg van 0 naar 1 wisselt en de ingangen S en R = 0, verandert de uitgang Q van toestand, d.w.z. de uitgang wordt ingeschakeld of uitgeschakeld. De ingang Trg heeft geen invloed op de speciale functie als S = 1 of R = 1 is. Via de ingang S zet u het stroomstootrelais, d.w.z. de uitgang wordt op 1 gezet. Via de ingang R zet u het stroomstootrelais terug in de uitgangstoestand, d.w.z. dat de uitgang op 0 wordt gezet. Toestandsdiagram
182
Par
Qn–1
S
R
Trg
Qn
*
0
0
0
0
0
*
0
0
0
0 –>1
1**
*
0
0
1
0
0
*
0
0
1
0 –>1
0
*
0
1
0
0
1
*
0
1
0
0 –>1
1
RS
0
1
1
0
0
RS
0
1
1
0 –>1
0
SR
0
1
1
0
1
SR
0
1
1
0 –>1
1
*
1
0
0
0
1
*
1
0
0
0 –>1
0**
*
1
0
1
0
0
*
1
0
1
0 –>1
0
*
1
1
0
0
1
*
1
1
0
0 –>1
1
RS
1
1
1
0
0
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Par
Qn–1
S
R
Trg
Qn
RS
1
1
1
0 –>1
0
SR
1
1
1
0
1
SR
1
1
1
0 –>1
1
*: RS of SR **: Triggersignaal heeft werking, omdat S=0 en R=0.
In afhankelijkheid van de parametrering heeft de ingang R voorrang boven de ingang S (d.w.z. de ingang S werkt niet zolang R = 1) of omgekeerd de ingang S heeft voorrang boven de ingang R (d.w.z. de ingang R werkt niet zolang S = 1). Na een spanningsuitval is het stroomstootrelais teruggezet en de uitgang Q op 0, als u de remanentie niet hebt ingeschakeld. Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:
B29 Par=RS
R
Taste oder drükken
B29 Par=SR
R
In de bedrijfsmodus Parametreren kan deze speciale functie niet worden geselecteerd. Wenk Als Trg = 0 en Par = RS, komt de speciale functie “Stroomstootrelais” overeen met de speciale functie “Houdrelais” (zie hoofdstuk 4.4.21).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
183
LOGO! functies
4.4.23 Meldteksten Korte beschrijving Weergave van een geparametreerde meldtekst (message) in de run-mode. Symbool bij LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang En
Een wisselen van de stand van 0 naar 1 aan ingang En (Enable) start de uitvoer van de meldtekst.
Ingang P
P: Prioriteitt van de meldtekst Waardebereik: 0...30 Quit: Bevestiging van de meldtekst
Parameter
Text: Invoer van de meldtekst Par:Parameter of actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie (zie “Weer te geven parameters of actuele waarden”) Time: Indicatie van de continu geactualiseerde actuele tijd Date: Indicatie van de continu geactualiseerde actuele datum EnTime: Indicatie van het tijdstip van de En-toestandswissel van 0 naar 1 EnDate: Indicatie van de datum van de En-toestandswissel van 0 naar 1
Uitgang Q
184
Q blijft gezet zolang de meldtekst actief is. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies Beperking Er zijn maximaal 10 meldtekst-functies mogelijk. Functiebeschrijving Indien de toestand aan de ingang En van 0 naar 1 wisselt, wordt in het display in de RUN-mode de door u geparametreerde meldtekst (actuele waarde, tekst, tijd, datum) weergegeven. Bevestiging gedeactiveerd (Quit = Off): Als de toestand aan de ingang En van 1 naar 0 wisselt, wordt de meldtekst verwijderd. Bevestiging geactiveerd (Quit = On): Als de toestand aan de ingang En van 1 naar 0 wisselt, blijft de meldtekst staan, totdat deze met de toets OK wordt bevestigd. Zolang En de toestand 1 behoudt, kan de meldtekst niet worden bevestigd. Werden er meerdere meldtekst-functies met En=1 geactiveerd, dan wordt de meldtekst weergegeven, die de hoogste prioriteit (0=laagste, 30=hoogte) heeft. Dat betekent ook, dat een nieuw geactiveerde meldtekst alleen dan wordt getoond als zijn prioriteit hoger is dan de prioriteit van de tot dus ver geactiveerde meldteksten. Als een meldtekst werd gedeactiveerd of bevestigd, wordt automatisch de tot dus ver geactiveerde meldtekst met de hoogste prioriteit getoond. Een wissel tussen de indicatie in de RUN–modus en het meldtekst–display is met de toetsen en mogelijk.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
185
LOGO! functies Voorbeeld Zo kunnen twee meldteksten worden weergegeven: Indicatieveld van LOGO! in RUN Motor 5 STOPP UM 10:12 !!Aktion!!
Voorbeeld: meldtekst met prioriteit 30
Toets Motor 2 3000 Stunden WARTUNG!
Voorbeeld: meldtekst met prioriteit 10
Toets
Mo 09:00 2003-01-27
Datum en momentele tijd (alleen bij varianten met klok).
Parametrering ingang P Zo parametreert u de prioriteit en de bevestiging (bedrijfsmodus Programmeren):
B33 + Priority 00 Quit=Off
“+” betekent: parameter en actuele waarden kunnen in een geactiveerde meldtekst worden gewijzigd Prioriteit Toestand van de bevestiging
1. Prioriteit op 1 verhogen: 2. naar ’Quit’ wisselen: 3. ’Quit’ activeren: LOGO! toont:
186
Cursor op ’0’ + toets toets toetsen of
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
B33 + Priority 01 Quit=On
Prioriteit 1 Toestand van de bevestiging ’On’
4. Gegevens bevestigen
OK-toets
Weer te geven parameters of actuele waarden De volgende parameters of actuele waarden kunnen in een meldtekst worden weergegeven: Speciale functie
Parameters of actuele waarden, die in een meldtekst kunnen worden weergegeven
Tijden Vertraagde inschakeling
T, Ta
Vertraagde uitschakeling
T, Ta
Vertraagde in–/uitschakeling
Ta, TH, TL
Vertraagde inschakeling met accumulatie
T, Ta
Sleepcontact (impulsuitvoer)
T, Ta
Sleepcontact met flankover- Ta, TH, TL brugging Asynchrone impulsgever
Ta, TH, TL
Toevalsgenerator
TH, TL
Trappenlichtschakelaar
Ta, T, T!, T!L
Comfortschakelaar
Ta, T, TL, T!, T!L
Weekschakelklok
3*On/Off/Tag
Jaarschakelklok
On, Off
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
187
LOGO! functies Speciale functie
Parameters of actuele waarden, die in een meldtekst kunnen worden weergegeven
Teller Voor– achterwaartsteller
Cnt, On, Off
Bedrijfsurenteller
MI, Q, OT
Drempelwaardeschakelaar
fa, On, Off, G_T
Analoog Analoge drempelwaardeschakelaar
On, Off, A, B, Ax
Analoge differentiedrempelwaardeschakelaar
On, , A, B, Ax, Off
Analoge comparator
On, Off, A, B, Ax, Ay, A
Analoge waardebewaking
, A, B, Ax, Aen
Analoge versterker
A, B, Ax
Andere Houdrelais
–
Stroomstootrelais
–
Meldteksten
–
Softwareschakelaar
On/Off
Schuifregister
–
Parameterwijziging in een geactiveerde meldtekst Parameters en actuele waarden kunnen in een geactiveerde meldtekst worden gewijzigd als u dat parametreert door in de eerste regel een “+” in te voeren. Wilt u dat niet toelaten, voert u een “–” in. Is de meldtekst actief, komt u met de toets ESC in de wijzigingsmodus.
188
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
Wenk U moet de toets ESC tenminste 1 seconde lang gedrukt houden Met de toetsen en selecteert u de gewenste regel (u kunt alleen de regels met parameters selecteren). Druk op OK, om de parameter te wijzigen. Gebruik daarvoor de toetsen , , en . Met OK worden de wijzigingen overgenomen. U kunt nu nog verdere parameters in de meldtekst wijzigen (indien aanwezig). Met ESC verlaat u de bewerkingsmodus. Toetsdruksimulatie in een geactiveerde meldtekst U kunt de 4 cursortoetsen C , C , C en C in een geactiveerde meldtekst activeren. Daartoe moet u op de ESC–toets drukken en houden en bovendien op de gewenste cursortoets drukken. Parameterinstelling Par Zo parametreert u de meldtekst (Bedrijfsmodus Programmeren):
.. .. .. ..
Parametreervenster voor Par
Met de toets kiest u een regel uit, die een meldtekst dient te bevatten. Met de toetsen en selecteert u de gewenste soort van de meldtekst (Text, Par, Time...). Met OK bevestigen. Bij de keuze van “Text” of “Par” moet u nog verdere invoeren uitvoeren: Met de toetsen en selecteert u de letter die moet verschijnen. Tussen de afzonderlijke posities kunt u de cursor verplaatsen met de toetsen en .
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
189
LOGO! functies De lijst met verschillende beschikbare karakters is dezelfde als bij de schakelprogrammanaam. Een font vindt u in het hoofdstuk 3.6.4. Met OK worden de wijzigingen overgenomen, door te drukken op de toets ESC verlaat u de bewerken-modus. Om in een regel een parameter (bijv.: weergave van een meet- of functiewaarde) als meldtekst uit te voeren, selecteert u deze regel met de toets en drukt op de toets :
Par .. .. .. Door op de OK-toets te drukken komt u in de bewerkingsmodus.
B01>T
Met de toetsen en kiest u tussen de te tonen blokken en de betreffende parameters. Met de toetsen en kiest u het blok of de te tonen parameter uit. Om de parameter te selecteren, drukt u op OK. Door op de ESC-toets te drukken verlaat u de parametreermodus. Hierbij worden uw wijzigingen overgenomen.
190
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.24 Softwareschakelaar Korte beschrijving Deze logische functie heeft de werking van een mechanische knop resp. schakelaar. Symbool bij LOGO!
En Par
Q
En Par
Q
Schakeling
Beschrijving
Ingang En
Een wisseling van de toestand van 0 naar 1 aan de ingang En (Enable) schakelt de uitgang Q in, indien daarnaast in de bedrijfsmodus Parametreren ’Switch=On’ werd bevestigd.
Parameter
Bedrijfsmodus Programmeren: Laat de keuze of de functie als knop voor een cyclus of als schakelaar wordt gebruikt. Start: On- of Off-toestand, die in de eerste cyclus bij de programmastart wordt overgenomen, als remanentie uitgeschakeld is. Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen. Bedrijfsmodus Parametreren (RUN-mode): Switch: schakelt de toets resp. schakelaar in of uit.
En Par
Parameter Q Par Uitgang Q
Schakelt in, indien En=1 en Switch=On met OK werd bevestigd.
Afleveringstoestand In afleveringstoestand is ’Par’ op ’knop’ ingesteld. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
191
LOGO! functies Timingdiagram En Switch Q
Functiebeschrijving Wanneer de ingang En gezet wordt en in de bedrijfsmodus Parametreren de parameter ’Switch’ in de stand ’On’ geschakeld en met OK bevestigd is, schakelt de uitgang in. Dit is onafhankelijk van het feit of de functie als schakelaar of als knop werd geparametreerd. De uitgang wordt in de volgende drie gevallen op ’0’ teruggezet: Indien de toestand aan de ingang En van 1 naar 0 wisselt. Indien de functie als knop geparametreerd werd en na het inschakelen een cyclus is afgelopen. Indien in de bedrijfsmodus parametreren de parameter ’Switch’ in de stand ’Off’ geschakeld en met OK werd bevestigd. Is remanentie niet ingeschakeld, wordt na een netuitval de uitgang Q in afhankelijkheid van de parametrering van de “Start”-parameter gezet of teruggezet. Parameterinstelling Par Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld): 1. Kies de functie ’Softwareschakelaar’ uit. 2. Bepaal de ingang En en bevestig met de toets OK. De cursor bevindt zich nu onder ’Par’. 3. Naar de invoermodus van de ’Par’ wisselen: Toets OK (de cursor bevindt zich dan op ’On’)
192
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
B33 +/ On= Start=On
De toestand is niet remanent Functie als ’Toets’ ingesteld Q is in de eerste cyclus na de programmastart ingeschakeld
Zo verandert u ’Par’ in ’Schakelaar’ en wijzigt u de toestand in de eerste cyclus bij de programmastart.: 4. Tussen ’Knop’ en ’Schakelaar’ wisselen: toetsen of
B33 +/ On/Off Start=On
De toestand is niet remanent Functie als ’Schakelaar’ Q is in de eerste cyclus na de programmastart ingeschakeld
5. Wisselen op de start-toestand: toetsen of 6. Start-toestand wijzigen: toetsen
B33 +/ On/Off Start=Off
of
De toestand is niet remanent Functie als ’Schakelaar’ Q is in de eerste cyclus na de programmastart uitgeschakeld
7. Gegevens bevestigen: Toets OK Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld): Hier kunt u de parameter ’Switch’ in- en uitschakelen (On/ Off). In RUN toont LOGO! het volgene display:
B33
Switch=Off
Hier is de toets/schakelaar uitgeschakeld
Hier kunt u de parameter ’Switch’ in- en uitschakelen (On/ Off). In RUN toont LOGO! het volgende display:
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
193
LOGO! functies Stel u wilt ’Switch’ inschakelen (On). 1. Naar de invoermodus wisselen: Toets OK (de cursor bevindt zich dan op ’Off’) 2. Van ’Off’ naar ’On’ wisselen: toetsen of 3. Gegevens bevestigen: OK-toets
B33
Switch=On
194
Hier is de toets/schakelaar ingeschakeld
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
4.4.25 Schuifregister Korte beschrijving Met de functie schuifregister kunt u de waarde van een ingang uitlezen en bitgewijs verschuiven. De waarde van de uitgang komt overeen met de waarde van de geparametreerde schuifregisterbit. De schuifrichting kan via een bijzondere ingang worden veranderd. Symbool bei LOGO!
Schakeling
Beschrijving
Ingang In
Ingang, waarvan de waarde bij de start van de functie wordt uitgelezen.
Ingang Trg
Met de stijgende flank (wissel van 0 naar 1) aan de ingang Trg (Trigger) start u de speciale functie. Een wissel van de toestand van 1 naar 0 is niet relevant.
Ingang Dir
Via de ingang Dir geeft u de schuifrichting voor de schuifregisterbits S1...S8 aan: Dir = 0: opwaarts schuiven (S1 >> S8) Dir = 1: afwaarts schuiven (S8 >> S1)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
195
LOGO! functies Symbool bei LOGO!
Schakeling Parameter
Beschrijving Schuifregisterbit, dat de waarde van de uitgang Q bepaalt. Mogelijke instelling: S1 ... S8 Remanentie: / = geen remanentie R = de toestand wordt remanent opgeslagen.
Uitgang Q
De waarde van de uitgang komt overeen met de waarde van de geparametreerde schuifregisterbit.
Functiebeschrijving Met de stijgende flank (wissel van 0 naar 1) aan de ingang Trg (Trigger) leest de functie de waarde van de ingang In in. Afhankelijk van de schuifrichting wordt deze waarde in de schuifregisterbits S1 of S8 overgenomen. Opwaarts schuiven: S1 neemt de waarde van de ingang In over; de voorafgaande waarde van S1 wordt naar S2 verschoven; de voorafgaande waarde van S2 wordt naar S3 verschoven; etc. Afwaarts schuiven: S8 neemt de waarde van de ingang In over; de voorafgaande waarde van S8 wordt naar S7 verschoven; de voorafgaande waarde van S7 wordt naar S6 verschoven; etc. Aan de uitgang Q wordt de waarde van de geparametreerde schuifregisterbit uitgevoerd. Is remanentie niet ingeschakeld, begint na een netuitval de schuiffunctie opnieuw bij S1 resp. S8. Ingeschakelde remanentie geldt steeds voor alle schuifregisterbits.
196
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! functies
Wenk U kunt de speciale functie Schuifregister slechts eenmaal in het schakelprogramma gebruiken. Timingdiagram In Trg Q Dir S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8
0 0 0 0 1 1 0 0
1 0 0 0 0 1 1 0
0 1 0 0 0 0 1 1
1 0 1 0 0 0 0 1
opwaarts schuiven
1 1 0 1 0 0 0 0
0 1 1 0 1 0 0 0
1 1 0 1 0 0 0 1
S4 = Q (voorbeeld)
afwaarts schuiven
Parameterinstelling Par Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:
B3 Q=S8 Toets
B3 Q=S7
R
Remanentie ingeschakeld Voorinstelling
drukken
R etc. Ter keuze staan S8...S1.
In de bedrijfsmodus Parametreren kan deze speciale functie niet worden geselecteerd.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
197
LOGO! functies
198
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
5 LOGO! parametreren Onder parametreren verstaan wij het instellen van de parameters van blokken. U kunt vertragingstijden van tijdfuncties, schakeltijden van de schakelklokken, de drempelwaarde van een teller, het controle-interval van een bedrijfsurenteller en de in- en uitschakeldrempels van de drempelwaardeschakelaar instellen. De parameters kunt u instellen in de modus Programmeren of in de modus Parametreren. In de modus Programmeren stelt de programmeur van het schakelprogramma de parameters in. Wij hebben de modus Parametreren ingevoegd, opdat parameters zouden kunnen worden gewijzigd zonder dat het programma hoeft te worden veranderd. Op deze manier kan b.v. een gebruiker parameters veranderen, zonder naar de bedrijfsmodus Programmeren te hoeven wisselen. Het voordeel: Het programma (en zodoende de schakeleing) blijft beschermd en kan toch door de gebruiker volgens instellingen worden aangepast. Wenk In de modus Parametreren werkt LOGO! het programma verder af.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
199
LOGO! parametreren
5.1 Overgaan naar de modus Parametreren In de RUN-mode en om naar de bedrijfsmodus Parametreren te wisselen, drukt u op de toets ESC:
Mo 09:00 2003-01-27
...
ESC
drukken
Wenk Voor vroegere toestelversies tot 0BA2 geldt: In de bedrijfsmodus Parametreren komt u door gelijktijdig drukken van de twee toetsen ESC en OK. LOGO! wisselt in de bedrijfsmodus Parametreren en toont het Parametreermenu:
>Stop Set Param Set Clock Prg Name Verklaring van de 4 menu-items (opties) in het parametreermenu Stop Onder dit menu-item zult u uw programma stoppen en dien ten gevolge naar de bedrijfsmodus Programmeren in het hoofdmenu wisselen. Ga als volgt te werk: 1. Verplaats de ’>’ naar ’Stop’: toetsen of 2. neem ’Stop’ over: OK-toets
200
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! parametreren
Stop Prg >No Yes 3. Verplaats de ’>’ naar ’Yes’: toetsen of 4. Bevestig ’Yes’: OK-toets LOGO! toont het hoofdmenu in de bedrijfsmodus Programmeren: LOGO! keert terug naar het hoofdmenu:
>Program.. PC/Card.. Clock.. Start Set Param De verschillende parameters worden in de volgende paragrafen 5.1.1 t/m 5.1.3 toegelicht. Set Clock Het menu-item ’Set Clock’ wordt alleen uithgevoerd, indien u LOGO! met klok hebt (LOGO!..C). Via ’Set Clock’ zet u de klok van LOGO!. Nadere informatie hieromtrent in paragraaf 5.2. Prg Naam Onder dit menu-item kunt u de naam van uw schakelprogramma alleen lezen. In de bedrijfsmodus Parametreren is het niet mogelijk de schakelprogrammanaam te wijzigen. (Zie hoofdstuk 3.6.4.)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
201
LOGO! parametreren
5.1.1 Parameter Wenk De volgende verklaring over de parameters veronderstelt, dat in de bedrijfsmodus Programmeren de vooraf ingestelde beveiligingswijze (”+”) werd behouden. Dat is voorwaarde voor de indicatie en het wijzigen van parameters in de bedrijfsmouds Parametreren! Zie hoofdstuk 4.3.5 en het voorbeeld op pagina 72. Parameters zijn: vertragingstijden van een tijdrelais schakeltijden (nokken) van een schakelklok drempelwaarden voor een teller bewakingstijden voor een bedrijfsurenteller schakeldrempels voor een drempelwaardeschakelaar Elke parameter wordt gekenmerkt door het bloknummer en de parameterafkorting. Voorbeelden:
B01:T bloknummer
parameterafkorting
T: ...is een instelbare tijd. MI: ...is een instelbaar tijdsinterval. Wenk Met LOGO!Soft Comfort kunt u de blokken ook namen toewijzen (zie hoofdstuk 7 voor verdere informatie).
202
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! parametreren
5.1.2 Selecteren van de parameters Om een parameter te selecteren, moet u als volgt te werk gaan: 1. Kies in het parametreermenu de optie ’Set Param’ toetsen of
Stop >Set Param Set Clock Prg Name 2. Druk op de OK-toets LOGO! toont de eerste parameter. Kunt u geen parameter instellen, dan kunt u met ESC terugspringen in het parametreermenu. Bloknummer
B9 1 T =60:00s
Displaynummer bij functies met meerdere displays
Ta =06:00s
de in LOGO! actuele waarde van de tijd
No Param Press ESC
Geen parameter veranderbaar: ESC voert terug in het parametreermenu
de ingestelde waarde van de parameter T (tijd)
3. Kies nu de gewenste parameter: toetsen of LOGO! laat u telkens een parameter zien in een eigen venster. 4. Als u een parameter wilt wijzigen, selecteer die parameter dan en druk op de OK-toets.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
203
LOGO! parametreren
5.1.3 Wijzigen van de parameters Om een parameter te wijzigen, moet u die parameter eerst selecteren (zie hoofdstuk 5.1.2). U kunt de waarde van de parameter op dezelfde manier wijzigen zoals u hem in de modus Programmeren hebt ingevoerd: 1. Cursor naarde plaats bewegen waar u iets wilt veranderen: toetsen of 2. Waarde op de plaats veranderen: toetsen of 3. Waarde overnemen: OK-toets
B9 T =80:00s Ta =06:00s
Wijzigen: toets of Bewegen: toets of
Klaar: toets OK
Wenk Bij het wijzigen van de tijdparameter in de RUN-mode is ook een wijziging van de tijdbasis mogelijk (s = seconden, m = minuten, h = uren). Dat geldt niet als de tijdparameter een resultaat van een andere functie is (zie bijv. hoofdstuk 4.4.1). In dat geval kunt u noch de waarde noch de tijdbasis wijzigen. Bij het wijzigen van de tijdbasis wordt de actuele waarde van de tijd op 0 teruggezet. Actuele waarde van een tijd T Als u in de modus Parametreren een tijd T gaat bekijken, dan ziet dat er als volgt uit:
B9 T =80:00s
geparametreerde tijd T
Ta =06:00s
actuele tijd Ta
De geparametreerde tijd T kunt u wijzigen. 204
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! parametreren Actuele waarde van de schakelklok Indien u in de bedrijfsmodus Parametreren een nok van een tijdschakelkok bekijkt, dan ziet dat er bijvoorbeeld als volgt uit:
B1 1 D=M–W–F–– On = 09:00 Off=10:00 Het in- en uitschakeltijdstip (On, Off) en de dag kunt u wijzigen. Actuele waarde van een teller Indien u in de parametreermodus de parameter van een teller bekijkt, dan ziet dat er als volgt uit:
B3 On =001234 Off=000000 Cnt=000120
of
actuele getalwaarde
B3 On =123456 OffB021 Cnt=000120
De in- en uitschakeldrempel (On, Off) kunt u wijzigen. Dat geldt niet als de in– of uitschakeldrempel een resultaat van een andere functie is (in het voorbeeld B21, zie hoofdstuk 4.4.13). Actuele waarde van een bedrijfsurenteller Indien u in de bedrijfsmodus Parametreren de parameters van een bedrijfsurenteller bekijkt, dan ziet dat er als volgt uit:
B16 MI = 0100h MN = 0017h OT =00083h
Tijdsinterval resterende tijd verstreken bedrijfsuren
Het geparametreerde tijdsinterval MI kunt u wijzigen. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
205
LOGO! parametreren Actuele waarde van een drempelwaardeschakelaar Indien u in de bedrijfsmodus Parametreren de parameter van een drempelwaardeschakelaar bekijkt, dan ziet dat er als volgt uit:
B15 On =0009 Off =0005 fa =0010
Inschakeldrempel Uitschakeldrempel gemeten waarde
De in- en uitschakeldrempel (On, Off) kunt u wijzigen.
206
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! parametreren
5.2 Kloktijd en datum instellen (LOGO! ... C) De kloktijd en de datum kunt u in de modus Parametreren of in de bedrijfsmodus Programmeren zetten. Kloktijd en datum in de bedrijfsmodus Parametreren zetten: 1. Ga naar de bedrijfsmodus Parametreren (Zie hoofdstuk 5.1) 2. Kies in het parametreermenu ’Set Clock’ (toetsen ) en druk op de toets OK.
Set Clock Mo 15:30 YYYY-MM-DD 2003-01-27
of
De cursor staat op de weekdag.
3. Kies de weekdag uit: toetsen of 4. Verplaats de cursor naar de volgende positie: toetsen of 5. Wijzig de waarde op die plaats: toetsen of 6. Stel de klop op de juiste tijd in, stappen 4 en 5 herhalen 7. Stel de datum correct in, stap 4 en 5 herhalen 8. Sluit de invoer af: OK-toets Kloktijd en datum in de bedrijfsmodus Programmeren zetten: 1. Ga naar de bedrijfsmodus Programmieren (ESC / >Stop). (Zie hoofdstuk 3.6.1.) 2. Kies in het hoofdmenu ’Clock..’ (toetsen of ) en druk op OK. 3. Kies in het klokmenu ’Set Clock’ (toetsen of ) en druk op de toets OK. Zoals hierboven (vanaf stap 3.) beschreven, kunt u nu de weekdag, de kloktijd en de datum instellen.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
207
LOGO! parametreren
208
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
6 LOGO! Programmamodule U kunt in LOGO! maar één programma in het geheugen behouden. Wilt u het programma wijzigen of een volgend programma schrijven, zonder het eerste programma te wissen, dan moet u dat ergens archiveren. Een van de mogelijkheden bestaat in het gebruik van programmamodules/ Cards. Het programma dat in LOGO! is opgeslagen, kunt u op een programmamodule/Card kopiëren. Deze programmamodule/Card kunt u dan in een andere LOGO! steken om zo het programma naar de andere LOGO! te kopiëren. Via de programmamodule/Card kunt u: programma’s archiveren programma’s verveelvoudigen programma’s per post versturen Programma’s op kantoor schrijven, testen en vervolgens in een LOGO! in de schakelkast sturen. LOGO! wordt met een afdekkap geleverd. De programmamodule/Card wordt afzonderlijk van het apparaat geleverd. Wenk Voor het programma in uw LOGO! hebt u geen module voor permanente beveiliging nodig. Bij de beëindiging van de modus Programmeren is het LOGO!-programma reeds permanent opgeslagen. Hierna stellen wij u de programmamodule (Card) voor, die u voor LOGO! kunt aankopen. Het kan het complete schakelprogrammageheugen van een LOGO! opnemen. Bestelnummer zie appendix.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
209
LOGO! Programmamodule Compatibiliteit ... onder actuele varianten (0BA4-toestellen): Een programmamodule (Card), die in een 0BA4-variante werd beschreven, kan in alle andere 0BA4-varianten worden gelezen. ... onder voorloperversies (0BA0- tot 0BA3-toestellen): Een programmamodule (Card), die in een voorloperversie (0BA0-0BA3-Geräte) werd beschreven, kan in de LOGO!-toestellen van de 0BA4-generatie niet meer worden gebruikt. Als bij een Net-Aan een ’oude’ programmamodule (Card) in de LOGO! steekt, verschijnt op het display “Card unknown / Press ESC”. Ebenzo kan omgekeerd de 0BA4 programmmodule (Card) bij de LOGO!-toestellen 0BA0 tot 0BA3 niet worden gebruikt. Opwaartse compatibiliteit van schakelprogramma’s Schakelprogramma’s voor de voorloperversies 0BA0-0BA3 kunt u alleen met LOGO!Soft Comfort in 0BA4 overnemen.
210
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule
6.1 Veiligheidsfunctie (CopyProtect) Principieel wordt onderscheiden tussen een programmamodule (Card) met of zonder schakelprogramma en kopieerbeveiliging. Niet beveiligde programmamodule (Card) U kunt schakelprogramma’s zonder beperkingen bewerken en van de programmamodule (Card) in het toestel overdragen en omgekeerd. Beveiligde programmamodule (Card) Een schakelprogramma is beveiligd als het door de programmamodule (Card) in de LOGO! wordt overgedragen. Opdat een beveiligd schakelprogramma loopt, moet de beveiligde programmamodule (Card) gedurende de gehele looptijd in LOGO! gestoken blijven, d.w.z. het schakelprogramma op de programmamodule (Card) kan niet in verschillende LOGO!–toestellen worden gekopieerd. Bovendien kan een beveiligd schakelprogramma niet worden bewerkt. Een schakelprogramma met paswoord wordt niet meer beveiligd als het juiste paswoord wordt ingevoerd, d.w.z. het bewerken van het schakelprogramma en het trekken van de module zijn dan mogelijk. Wenk Als u een schakelprogramma voor een beveiligde programmamodule (Card) aanmaakt en het later wilt wijzigen, moet u reeds bij het aanmaken van het schakelprogramma een paswoord toewijzen (zie hoofdstuk 3.6.5).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
211
LOGO! Programmamodule Samenspel tussen paswoord en veiligheidsfunctie Paswoord
Bescherming (Protect)
Bewerken
Kopiëren
Wissen
–
–
Ja
Ja
Ja
Ja
–
Ja, met paswoord
Ja
Ja, met paswoord
–
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja, met paswoord
Ja, met paswoord
Ja, met paswoord
Veiligheidsfunctie toewijzen De toewijzing, of bij de programmamodule (Card) schakelprogrammabeveiliging en kopieerbeveiliging actief zijn, kunt u in de bedrijfsmodus Programmeren onder het menu–item “Card” uitvoeren. 1. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren (ESC / >Stop). 2. U bevindt zich nu in het hoofdmenu. Kies het menu– item ’Card’: toetsen of 3. ’Card’ overnemen: toets OK 4. ’>’ op ’CopyProtect’ bewegen: toetsen of 5. ’CopyProtect’ overnemen: toets OK LOGO! toont het volgende display:
>No Yes CopyProtect: No De actuele instelling van de veiligheidsfunctie wordt in de onderste regel getoond. In de uitleveringstoestand is deze instelling uitgeschakeld (”No“: gedeactiveerd).
212
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule Veiligheidsfunctie activeren U wilt de veiligheidsfunctie activeren: 1. ’>’ op ’Yes’ bewegen: 2. ’Yes’ bevestigen: LOGO! toont het volgende display:
toetsen of toets OK
>No Yes CopyProtect: Yes Wenk Hiermee genereert u een programmamodule (Card) met schakelprogrammabeveiliging en kopieerbeveiliging; het schakelprogramma zelf moet afzonderlijk door LOGO! op de programmamodule (Card) worden overgedragen (dat is ook vooraf mogelijk). De toestand “No” (veiligheidsfunctie gedeactiveerd) kan altijd in de toestand “Yes” (veiligheidsfunctie geactiveerd) worden gewijzigd. De toestand “Yes” (veiligheidsfunctie geactiveerd) kan alleen dan in de toestand “No” (veiligheidsfunctie gedeactiveerd) worden gewijzigd, als zich op de programmamodule (Card) geen schakelprogramma bevindt.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
213
LOGO! Programmamodule
6.2 Programmamodule (Card) verwijderen en aanbrengen Als u een programmamodule (Card) met schakelprogrammabeveiliging en kopieerbeveiliging verwijdert, dient u het volgende in acht te nemen: het op de programmamodule (Card) opgeslagen schakelprogramma loopt alleen wanneer de programmamodule (Card) er ingestoken is en gedurende de gehele looptijd ingestoken blijft. Als de programmamodule (Card) wordt verwijderd, meldt LOGO! ’No Program’. De verwijdering van de programmamodule (Card) tijdens het bedrijf heeft ongeoorloofde bedrijfstoestanden tot gevolg. In ieder geval echter dient u de volgende wenken in acht te nemen:
!
Waarschuwing Pak niet met een vinger, een metalen of geleidend voorwerp in de open schacht van de Programm-module/card. De bus voor de programma-module/card kan bij het verwissleen van L1 en N onder spanning staan. Het vervangen van de programmamodule/Card mag alleen door een vakman gebeuren.
214
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule Programmamodule verwijderen Zo kunt u de programmamodule/Card verwijderen:
Steek voorzichtig een schroevendraaier in de sleuf van het bovenste gedeelte van de programmamodule/Card en haal de programmamodule/Card een stukje uit de schacht. U kunt de programmamodule/Card nu verwijderen. Programmamodule/Card insteken De schacht voor de programma-module/card is aan de rechterkant onderaan afgeschuind. De programma-module/ card heeft eveneens een afgeschuinde kant.Op die manier wordt voorkomen dat u de programma-module/card er verkeerd om insteekt. Steek de programma-module/card in de schacht, tot deze vergrendelt.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
215
LOGO! Programmamodule
6.3 LOGO! op de module kopiëren Ga als volgt te werk om een programma op de programmamodule/Card te kopiëren: 1. Schuif de programmamodule/Card in de schacht 2. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren (ESC / >Stop).
>Program.. Card.. Clock.. Start
LOGO!-hoofdmenu
3. U bevindt zich nu in het hoofdmenu. Kies het menu– item ’Card’: toetsen of 4. Druk op OK. U komt in het Transfermenu.
> "Card Card" CopyProtect
= LOGO!
5. Verplaats de ’>’ op ’LOGO ³ Card’ (indien nodig) toetsen of 6. Druk u op OK. U komt nu in het Transfermenu LOGO! kopieert nu het schakelprogramma op de programmamodule/Card.
216
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule Nadat LOGO! klaar is met kopiëren, bevindt u zich automatisch in het hoofdmenu:
>Program.. Card.. Clock.. Start Nu staat het schakelprogramma ook op de programmamodule/Card. U kunt de programmamodule/Card verwijderen. Niet vergeten: Afdekklep er weer opsteken. Indien het net uitvalt, terwijl LOGO! kopieert, moet u na terugkeer van de netstroom het programma nogmaals kopiëren. Wenk Indien het programma in LOGO! d.m.v. een paswoord X beveiligd is, wordt - na het kopieren - het programma in de module/card met hetzelfde paswoord x beveiligd.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
217
LOGO! Programmamodule
6.4 Kopiëren van de programmamodule naar LOGO! U hebt een programmamodule/Card waarop uw programma staat. U kunt dat programma op twee manieren naar LOGO! kopiëren: Automatisch kopiëren bij het opstarten van LOGO! (STROOM-AAN) of Via het menu “Card” van LOGO!. Wenk Indien het programma in de module/card met een paswoord X beveiligd is, wordt - na het kopiëren - het programma in de LOGO! met hetzelfde paswoord X beveiligd. Automatisch kopiëren bij het opstarten van LOGO! Ga daarvoor als volgt te werk: 1. Schakel de stroomvoorziening van LOGO! uit (STROOM-UIT) 2. Verwijder de schachtafdekking. 3. Schuif de programmamodule/Card in de daarvoor bestemde schacht. 4. Schakel de stroomvoorziening van LOGO! weer in. Resultaat: LOGO! kopieert het programma van de programma-module/card naar LOGO!. Zodra LOGO! met het kopiëren klaar is, geeft LOGO! het hoofdmenu weer:
>Programma.. Card.. Clock.. Start
218
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule
Wenk Voordat u LOGO! in de RUN-mode schakelt, moet u er zich van overtuigen dat er van de installatie die u met LOGO! bestuurt, geen gevaar uitgaat. 1. Verplaats de ’>’ naar Start: 2. Druk op de OK-toets
toetsen
of
Kopiëren via het menu “Card” Let op hoofdstuk 6.2 voor het verwisselen van de programmamodule (Card). Zo kopieert u een programma van de programmamodule (Card) naar LOGO!: 1. De programmamodule/Card insteken 2. Schakel LOGO! in de modus Programmeren (ESC / >Stop).
>Program.. Card.. Clock.. Start 3. Verplaats de ’>’ op ’Card’: toetsen of 4. Druk op OK. U komt nu in het Transfermenu. 5. Verplaats de ’>’ naar ’Card ³ LOGO’: Tasten of
"Card >Card" CopyProtect
= LOGO!
6. Druk op OK. LOGO! kopieert het programma van de programmamodule/ Card naar LOGO!. Als LOGO! klaar is met kopiëren, bent u automatisch in het hoofdmenu. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
219
LOGO! Programmamodule
220
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
7 LOGO!-Software Als programmeringspakket voor de PC is het programma LOGO!Soft Comfort verkrijgbaar. U ontvangt met de software de volgende diensten: grafische off–line-aanmaak van uw schakelprogramma als Ladder Diagram (contactschema / stroomloopschema) of als Function Block Diagram (functieschema) Simulatie van uw schakelprogramma op de computer Genereren en afdrukken van een overzichtplan van de schakeling Gegevensbeveiliging van het programma op de harde schijf of op een andere gegevensdrager Vergelijken van schakelprogramma’s comfortabele parametrering van de blokken Overdragen van het schakelprogramma – van LOGO! naar de PC – van de PC naar LOGO! Aflezen van de bedrijfsurenteller Kloktijd instellen Zomer-/wintertijdomstelling Online-test: indicatie van toestanden en actuele waarden van LOGO! in de RUN-mode: – Toestanden van alle digitale ingangen, -uitgangen, merktekens, schuifregisterbits en cursortoetsen – Waarden van alle analoge ingangen, -uitgangen en merktekens – Resultaten van alle blokken – Actuele waarden (inclusief tijden) van geselecteerde blokken Stoppen van de afwerking van het schakelprogramma vanuit de PC (STOP).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
221
LOGO!-Software Het alternatief Met LOGO!Soft Comfort krijgt u dus een alternatief geboden voor de traditionele planning: 1. Eerst en vooral ontwikkelt u uw schakelprogramma aan uw schrijftafel 2. U simuleert het schakelprogramma in de computer en controleert de functionaliteit ervan nog voordat het schakelprogramma effectief wordt ingezet 3. U kunt het schakelprogramma commenteren en afdrukken. 4. U archiveert uw schakelprogramma’s in uw PC-bestandssysteem. Daardoor staat een schakelprogramma bij latere wijzigingen onmiddellijk opnieuw ter beschikking. 5. U transfereert het schakelprogramma met enkele toetsdrukken naar LOGO!. LOGO!Soft Comfort Met LOGO!Soft Comfort kunt u uw schakelprogramma’s efficiënt, comfortabel en overzichtelijk aan de PC aanmaken (”bedraden per toetsdruk“). De programma-aanmaak geschiedt via “drag and drop” aan de PC. Na het aanmaken van het programma kunt u laten analyseren welke LOGO!-variant voor het kant en klare programma wordt benodigd of u bepaalt vooraf voor welke LOGO!-variant u het schakelprogramma wilt aanmaken. Bijzonder gebruikersvriendelijk is onder andere de off-lineprogrammasimulatie, waardoor de gelijktijdige statusweergave van meerdere speciale functies mogelijk is, alsook de uitgebreide documentatie ervan. Bovendien heeft deze optionele programmeersoftware op CD-ROM een uitgebreide on-line-help te bieden. LOGO!Soft Comfort loopt onder Windows 95/98, Windows NT 4.0, Windows Me, Windows 2000, Windows XP, Linux en Mac OS X. LOGO!Soft Comfort kan op een server lopen en biedt u maximaal comfort bij de aanmaak van uw schakelprogramma.
222
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO!-Software LOGO!Soft Comfort V4.0 Dat is de actuele versie van LOGO!Soft Comfort. Vanaf versie 4.0 vindt u alle functies en functionaliteiten weer, waarover ook de nieuwe toestellen beschikken zoals ze hier in het handboek zijn beschreven. Upgrade van LOGO!Soft Comfort V1.0 tot V3.0 De upgrade kan alleen worden geïnstalleerd wanneer er een volledige versie van LOGO!Soft Comfort V1.0 resp. V3.0 aanwezig is. Bestelnummers zie in de appendix E. Updates & Infos Onder het in het voorwoord aangegeven internetadres kunt u gratis upgrades en demoversies van de software downloaden.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
223
LOGO!-Software
7.1 LOGO! aan een PC koppelen PC-kabel aansluiten Om LOGO! op een PC te kunnen aansluiten, hebt u een LOGO!-PC-kabel nodig. (Bestelnr. zie in de appendix E). Verwijder de afdekkap resp. de programmamodule/card aan uw LOGO! en sluit de kabel daar aan. Het andere uiteinde van de kabel wordt met de seriële interface van uw PC verbonden. PC-kabel aan USB-interface aansluiten Als u PC alleen over USB-interfaces (Universal Serial Bus) beschikt, hebt u een converter inclusief besturingsprogramma nodig, dat de verbinding van de LOGO!-kabel met de USB-interface van uw PC mogelijk maakt. Neem bij de installatie van het besturingsprogramma voor de converter de aanwijzingen van de producent in acht. Let bij de keuze van het besturingsprogramma erop de versie van uw Windows–bedrijfssysteem juist aan te geven. LOGO! in de bedrijfsmodus PC LOGO schakelen 1. Schakel LOGO! met/zonder display vanuit de PC in STOP (zie online-hulp voor LOGO!Soft Comfort) of kies aan het toestel met display ESC / >Stop en bevestig de keuze met ’Yes’. Gedurende LOGO! in STOP en met de PC verbonden is, worden de volgende PC-commando’s geaccepteerd: LOGO! in de RUN-mode schakelen Schakelprogramma lezen/schrijven Tijd, zomer-/wintertijd lezen/schrijven.
224
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO!-Software 2. Als u de Upload/Download in STOP start, verschijnt automatisch de volgende indicatie:
PC
= LOGO!
Wenk Voor vroegere toestelversies met/zonder display tot 0BA3 geldt de automatische omschakeling in de bedrijfsmodus PC LOGO: 1. Schakel de spanningsvoorziening van LOGO! uit. 2. Verwijder de afdekkap resp. de programmamodule (Card) en sluit de kabel daar aan. 3. Schakel het net weer in. LOGO! gaat automatisch in de bedrijfsmodus PC LOGO. De PC heeft nu toegang tot LOGO!. Hoe dat functioneert leest u a.u.b. in de online-hulp voor LOGO!Soft Comfort na. Voor LOGO!-varianten zonder display zie ook appendix C. Bedrijfsmodus PC LOGO beëindigen Na de gegevensoverdracht wordt de verbinding met de PC automatisch beëindigd.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
225
LOGO!-Software
Wenk Indien het met LOGO!Soft Comfort aangemaakte programma een paswoord heeft, wordt met de ’PC LOGO’ het programma en het paswoord in LOGO! gekopieerd. Na het einde van de gegevensoverdracht wordt de paswoordopvraag ingeschakeld. Het uploaden van een met LOGO! aangemaakt en d.m.v. een paswoord beveiligd schakelprogramma is alleen na het invoeren van het passende paswoord in LOGO!Soft Comfort mogelijk.
226
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
8 Toepassingen Om u een idee te geven van de veelzijdige toepassingsmogelijkheden van LOGO!, hebben wij voor u enkele toepassingen uitgekozen. Voor deze voorbeelden hebben wij het schakelschema van de oorspronkelijke oplossing nog een keer opgetekend en er de oplossingen met LOGO! tegenover gesteld. U vindt hier oplossingen voor de volgende taakstellingen: Pagina Verlichting van trappenhuis of gang . . . . . . . . . . . . . . . 229 Automatische deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233 Ventilatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240 Fabriekspoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245 Centraal aansturen en bewaken van meerdere fabriekspoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249 Lichtbanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253 Pomp voor gebruikswater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257 Andere toepassingsmogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . 261
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
227
Toepassingen
Wenk De toepassingen van LOGO! staan onze klanten gratis ter beschikking. De voorbeelden die daarin zijn beschreven zijn niet-bindend en dienen veeleer als algemene informatie over de toepassingsmogelijkheden van LOGO!. De voor de klant specifieke oplossing kan heel verschillend zijn. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het reglementair gebruik van het systeem. Wij verwijzen telkens naar de geldende specifieke landelijke normen en installatievoorschriften met betrekking tot het systeem. Ofschoon u bij de logische verbindingen (basisfuncties, zie hoofdstuk 4.2) vier ingangen ter beschikking staan, worden om redenen van de overzichtelijkheid in de volgende afbeeldingen maximaal drie ingangen weergegeven. U parametreert en programmeert de vierde ingang zoals de andere drie ingangen. Vergissingen en wijzigingen voorbehouden. Deze toepassingen - en tips voor andere toepassingen vindt u ook onder het in het voorwoord aangegeven internetadres:
228
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.1 Trappenhuis- of gangverlichting 8.1.1 Eisen die aan een trappenhuisverlichting worden gesteld Aan de verlichtingsinstallatie van een trappenhuis worden in principe de volgende eisen gesteld: Terwijl iemand het trappenhuis betreedt, moet het licht branden. Als zich niemand in het trappenhuis bevindt, moet het licht uit zijn om energie te sparen.
8.1.2 De tot dusver gebruikte oplossing Tot nu toe waren twee mogelijkheden bekend om de verlichting in en uit te schakelen: met een relais met vergrendeling met een trappenlichtautomaat De bedrading voor de beide verlichtingsinstallaties is dezelfde.
ÎÎÎ ÎÎÎ ÎÎÎ ÎÎÎ Lampen
Verdeeldoos
Verdeling met Relais met vergrendeling of
Knoppen
trappenlichtautomaat
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
229
Toepassingen Gebruikte componenten Knoppen Trappenlichtautomaat of relais met vergrendeling Verlichtingsinstallatie met relais met vergrendeling Als een relais met vergrendeling wordt gebruikt, werkt de verlichtingsinstallatie als volgt: Willekeurige toets indrukken: De verlichting wordt ingeschakeld Willekeurige toets opnieuw indrukken: De verlichting wordt uitgeschakeld. Nadeel: Vaak wordt vergeten om het licht uit te schakelen. Verlichtingsinstallatie met trappenlichtautomaat Als een trappenlichtautomaat wordt gebruikt, werkt de verlichtingsinstallatie als volgt: Willekeurige toets indrukken: De verlichting wordt ingeschakeld Nadat de vooraf ingestelde tijd is verstreken, wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld. Nadeel: Het licht kan niet gedurende langere tijd (b.v. om schoon te maken) worden ingeschakeld. De schakelaar voor constant licht bevindt zich meestal aan de trappenlichtautomaat, die niet of slechts moeilijk toegankelijk is.
8.1.3 Verlichtingsinstallatie met LOGO! U kunt de trappenlichtautomaat of het relais met vergrendeling door een LOGO! vervangen. U kunt beide functies (tijdsafhankelijk uitschakelen en relais met vergrendeling) in één apparaat onderbrengen. Daarbij kunt u zonder iets aan de bedrading te veranderen nog andere functies toevoegen. Wij geven u enkele voorbeelden: Relais met vergrendeling met LOGO! Trappenlichtautomaat met LOGO! Comfortschalter met LOGO! – Licht inschakelen – Constant licht inschakelen – Licht uitschakelen
230
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen Bedraden van de verlichtingsinstallatie met LOGO! 230RC
ÏÏ ÏÏ ÏÏ ÏÏ
Lampen
N L PE L1 N I1 I2 I3 II3 I1 II4
I3 I5 I6 I7 I8
Knoppen
Q1
Q2
Q3
Q4
De externe bedrading van de verlichtingsinstallatie met een LOGO! verschilt niet van de traditionele gang- of trappenhuisverlichting. Alleen de trappenlichtautomaat of het relais met vergrendeling worden vervangen. Bijkomende functies worden rechtstreeks in LOGO! ingevoerd. Relais met vergrendeling met LOGO!
Knop: I1 x
Q1 Lampen
Bij een drukimpuls aan ingang I1 schakelt de uitgang Q1 om. Trappenlichtautomaat met LOGO!
Knop: I1 T 06:00m
Q1 Lampen
Bij een drukimpuls aan ingang I1 schakelt de uitgang Q1 in en blijft gedurende 6 minuten ingeschakeld.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
231
Toepassingen Comfortschalter met LOGO!
Knop: I1 TH / TL
Q1 Lampen
Bij een tastimpuls op ingang I1 schakelt de uitgang Q1 gedurende een vooraf bepaalde tijd TH in. Als de knop gedurende een vooraf bepaalde tijd TL ononderbroken wordt ingedrukt, dan is de continu-lichtfunctie geactiveerd.
8.1.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden Andere mogelijkheden om het comfort te verhogen of om energie te besparen zijn bijvoorbeeld: u kunt voorzien in een knipperfunctie, voordat het licht automatisch wordt gedoofd. u kunt verschillende centrale functies integreren: – centraal uit – centraal aan (paniekknop) – sturing van alle lampen of van afzonderlijke kringen via een schemeringsschakelaar – sturing via de geïntegreerde schakelklok (bijv. constant licht slechts tot 24 uur, geen vrijgave op bepaalde tijdstippen) – automatisch uitschakelen van het constant licht na een vooraf ingestelde tijd (bijv. na 3 uren)
232
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.2 Automatische deur Automatische deurbesturingen vindt u vaak aan de ingangsdeuren van supermarkten, openbare gebouwen, banken, ziekenhuizen enz.
8.2.1 Eisen die aan een automatische deur worden gesteld Als een persoon de deur nadert, moet de deur automatisch opengaan.
De deur moet zolang openblijven tot er zich niemand meer in de doorgang bevindt. Als er zich niemand meer in de doorgang bevindt, moet de deur na een korte wachttijd automatisch dichtgaan. buiten
ÑÑÑÑÑ ÌÌÌÌÌ ÑÑÑÑÑÌÌÌÌÌ bewegingsmelder B1
S1
binnen
S2 eindschakelaar dicht
B2 bewegingsmelder
eindschakelaar open
Q1 hoofdschakelaar
bewegingsmelder
ÑÑÑÑ ÌÌÌÌ ÑÑÑÑ ÌÌÌÌ ÑÑÑÑ ÌÌÌÌ ÑÑÑÑ ÌÌÌÌ ÑÑÑÑÌÌÌÌ ÑÑÑÑ ÌÌÌÌ ÑÑÑÑÌÌÌÌ ÑÑÑÑÌÌÌÌ
hoofdschakelaar
De deur wordt meestal aangedreven door een motor, die de deur aandrijft via een slipkoppeling. Zo wordt vermeden dat iemand tussen de deur geklemd raakt en letsel oploopt. De volledige besturing wordt via een hoofdschakelaar op het net aangesloten. LOGO!-Handboek A5E00228752-01
233
Toepassingen
8.2.2 De tot dusver gebruikte oplossing hulpstroomkring L1
S2 K3
S2
K3
B1
B2
S1
K2 K1 N openen
K3
K4
sluiten
B1 B2
K1 K2
K3
K3
K4
deur openen
wachttijd
Zodra een van de bewegingsmelders B1 of B2 een persoon detecteert, wordt via K3 het openen van de deur gestart. Als het detectiebereik van de twee bewegingsmelders gedurende een minimumtijd vrij is, start K4 de sluitbeweging.
234
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.2.3 Deursturing met LOGO! Met LOGO! kunt u de schakeling aanzienlijk vereenvoudigen. U sluit alleen nog de bewegingsmelder, de eindschakelaars en de magneetschakelaars aan op LOGO!. Bedraden van de deursturing met LOGO! 230RC L1 S1 B1
L1 N
1
Q1
I1 I2 I3 I4
2
K1
1
S2
B2
Q2
2
I5 I6 I7
1
Q3
2
1
I8
Q4
2
K2
N openen
sluiten
Gebruikte componenten K1 K2 S1 (verbreekcontact) S2 (verbreekcontact) B1 (maakcontact) i
B2 (maakcontact)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
magneetschakelaar openen magneetschakelaar sluiten eindschakelaar gesloten eindschakelaar open nfrarood bewegingsmelder buiten infrarood bewegingsmelder binnen
235
Toepassingen Deursturing met LOGO!-schakelschema 1 I1 I2 x
RS
openen
1
I4 x
Q1
I4
&
1
&
Q2
T= 4s
& Q2
I3
1 sluiten
Q1
Zo ziet het schakelschema eruit dat overeenstemt met het schakelschema van de traditionele oplossing. U kunt deze schakeling vereenvoudigen wanneer u de functies van LOGO! gebruikt. Met behulp van de vertraagde uitschakeling kunt u het houdrelais en de vertraagde inschakeling vervangen. Deze vereenvoudiging is in het volgende functieschema te zien: bewegingsI1 melder I2 x eindschakelaar deur geopend
1 &
Q2
Q1 openen
x 10 s I4
1 & eindschakelaar deur gesloten
Q2
I3
sluiten
1 Q1
236
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.2.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden Andere mogelijkheden om het comfort te verhogen en de gebruiksvriendelijkheid op te voeren zijn bijvoorbeeld: U kunt een extra besturingsschakelaar aansluiten met de instellingen: Open - Automatisch - Gesloten (O-A-G) U kunt aan een uitgang van LOGO! een zoemer aansluiten, om daarmee het sluiten van de deur aan te kondigen. U kunt een tijds- en richtingafhankelijke vrijgave voor het openen van de deur inplannen (Openen alleen tijdens de winkelopeningstijden; na winkelsluitingstijd alleen nog van binnen te openen).
8.2.5 Uitgebreide oplossing met LOGO! 230RC De uitgebreide LOGO!-oplossing bedraden L1
B1
B2
L1 N
1
Q1
K1
S1
S2
I1 I2 I3 I4
2
1
Q2
2
K2
S3
I5 I6 I7
1
Q3
2
1
O-A-G
I8
Q4
2
H1
N openen sluiten
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
zoemer
237
Toepassingen Schakelschema van de uitgebreide LOGO!-oplossing No1: Day= Ma..vr On = 09:00 Off =18:00 No2: Day= Za On = 08:00 Off =13:00
Beweging herkennen
x I1 bewegingsmelder B1
x x T= 10 s
No1: Day= Ma..Vr On = 09:00 Off =19:00 No2: Day= Za On = 08:00 Off =14:00
x I2 bewegingsmelder B2
Motor voor het openen aansturen
uitgang sluiten
Q2
Q1 openen
x eindschakelaar deur open stuurschakelaar deur openen
I4 I5
Motor voor het sluiten aansturen
eindschakelaar deur gesloten
I3
uitgang openen bewegingsmelder B1 bewegingsmelder B2
Q1 I1 I2
stuurschakelaar deur sluiten
238
x
Q2 sluiten
I6
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen Beweging herkennen Tijdens de openingsuren opent de bewegingsmelder B1 de deur zodra iemand van buiten de winkel wil binnenkomen. De bewegingsmelder B2 opent de deur wanneer iemand de winkel wil verlaten. Na sluitingstijd opent de bewegingsmelder B2 de deur nog 1 uur langer om de klanten de kans te geven de winkel te verlaten. Motor voor het openen aansturen De uitgang Q1 is ingeschakeld en opent de deur, als de stuurschakelaar aan I5 geactiveerd is (deur moet constant geopend zijn) of de bewegingsmelders melden dat iemand de deur nadert en de deur nog niet volledig geopend is (eindschakelaar aan I4). Motor voor het sluiten aansturen De uitgang Q2 is ingeschakeld en sluit de deur, als de stuurschakelaar aan I6 geactiveerd is (deur moet constant gesloten zijn) of de bewegingsmelders melden dat er zich niemand in de nabijheid van de deur bevindt en de deur nog niet volledig gesloten is (eindschakelaar aan I3). zoemer De zoemer moet u aan uitgang Q3 aansluiten. Bij het sluiten van de deur weerklinkt heel even (hier 1 seconde) de zoemer. In het schakelschema voert u aan Q3 de volgende schakeling in: Q2 uitgang sluiten x
Q3 zoemer
T= 1 s
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
239
Toepassingen
8.3 Ventilatiesysteem 8.3.1 Eisen die aan een ventilatiesysteem worden gesteld Met een ventilatiesysteem wil men ofwel frisse lucht naar een vertrek transporteren of de in een ruimte aanwezige verontreinigde lucht gericht afvoeren. Laten wij het volgende voorbeeld even bekijken:
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ Toevoerventilator
Stromingsbeveiliging
Stromingsbeveiliging
Afzuigventilator
De kamer is uitgerust met een afzuigventilator en een
240
toevoerventilator. Beide ventilatoren worden door een stromingsbeveiliging gecontroleerd. In de kamer mag op geen enkel tijdstip overdruk ontstaan. De toevoerventilator mag alleen worden ingeschakeld, als de stromingsbeveiliging de veilige werking van de afzuigventilator aangeeft. Een signaallampje geeft aan wanneer een ventilator uitvalt.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen Zo ziet het schakelschema eruit voor de oplossing die tot dusver werd toegepast: hulpstroomkring L1 S0 S1
K1
K2
K5
K4
K5
S2 S2 v>
K1 N
S3 v>
K2
K3
K4
H1
K5
H2
verbruikte lucht voor frisse lucht werking storing
De ventilatoren worden gecontroleerd door middel van stromingsbeveiligingen. Als na een korte wachttijd geen luchtstroom wordt gemeten, wordt de installatie uitgeschakeld en wordt een storing gemeld die door het drukken op de uitschakeltoets kan worden bevestigd. De ventilatorcontrole vereist naast de stromingsbeveiligingen ook een evaluatieschakeling met meerdere schakeltoestellen. De evaluatieschakeling kan door één enkele LOGO! worden vervangen. Bedraden van het ventilatiesysteem met LOGO! 230RC L1 S1
S0
S2 v>
L1 N I1 I2 I3 I1 I4
1
N
Q1
K1
2
1
Q2
K2
2
S3 v>
I3 I5 I6 I7 I8
1
Q3
H1
2
1
Q4
2
H2
afvoerventilator toevoerventilator
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
241
Toepassingen Gebruikte componenten K1 K2 S0 (verbreekcontact) S1 (maakcontact) S2 (maakcontact) S3 (maakcontact) H1 H2
magneetschakelaar magneetschakelaar STOP-knop START-knop Stromingsbeveiliging Stromingsbeveiliging signaallamp signaallamp
Schakelschema van de LOGO!-oplossing Het schakelschema voor de ventilatiebesturing met LOGO! ziet er als volgt uit: inschakelen
I1
storing
Q3 Q1 afzuigventilator
x uitschakelen
I2
Afzuigventilator
afzuigventilator
afzuigventilator stromingsbeveiliging toegevoerde lucht I4
x stromingsbeveiliging verbruikte lucht I3
Q1
stromingsbeveiliging verbruikte lucht I3
Q2 toevoerventilator
x x T= 10 s
Q2
x
x x T= 10 s uitschakelenI2
242
Q1
Q3 storing
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.3.2 Voordelen bij het gebruik van LOGO! Als u LOGO! gebruikt, hebt u minder schakelapparatuur nodig. Daardoor bespaart u montagetijd en plaats in de schakelkasten. Het kan best gebeuren dat een kleinere schakelkast volstaat. Bijkomende mogelijkheden bij het gebruik van LOGO! De vrije uitgang Q4 kan als potentiaalvrij signaalcontact bij storingen of als de stroom uitvalt worden gebruikt. Na het uitschakelen is een trapsgewijs uitschakelen van de ventilatoren mogelijk. Deze functies staan ter beschikking zonder dat u daarvoor bijkomende schakelapparaten nodig hebt. Functieschema van de uitgebreide LOGO!-oplossing De beide ventilatoren aan Q1 en Q2 worden via de volgende schakeling in-/uitgeschakeld: inschakelen I1 storing
Q3 Q1 afzuigventilator
I2 x
uitschakelen
stromingsbeveiliging verbruikte lucht
T= 30 s
I3 x
x T= 10 s
afzuigventilator Q1 stromingsbeveiliging verbruikte lucht I3
x T= 10 s x
afzuigventilator Q2 stromingsbeveiliging toegevoerde I4 lucht
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Q2 toevoerventilator
x T= 10 s uitschakelen
I2
Q3 storing
243
Toepassingen Daarnaast kunt u via uitgang Q4 nog een signaal genereren:
Q3 storing
Q4 signaal
De relaiscontacten van uitgang Q4 zijn steeds gesloten als de installatie in werking is. Alleen als de netspanning uitvalt of als een storing in de installatie optreedt schakelt het relais Q4 uit. Dit contact kan bijvoorbeeld voor een afstandssignaal worden gebruikt.
244
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.4 Fabriekspoort
ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ
veiligheidsdruklijst
ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ
waarschuwingslamp
De toegang tot het terrein van een firma is in veel gevallen met een poort afgesloten. Die poort wordt alleen geopend als voertuigen het terrein willen op- of afrijden. Een portier bedient de poortsturing.
8.4.1 Eisen aan de poortsturing De poort wordt door drukken op knoppen vanuit het portiershokje geopend of gesloten. De portier kan hierbij de werking van de poort controleren. De poort wordt gewoonlijk volledig geopend of volledig gesloten. De beweging kan willekeurig worden onderbroken. Een knipperlicht is 5 seconden voor het begin en tijdens de beweging van de poort ingeschakeld. Een veiligheidsdruklijst garandeert dat bij het sluiten van de poort niemand gewond wordt of geen zaken ingeklemd en beschadigd geraken.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
245
Toepassingen
8.4.2 De tot dusver gebruikte oplossing Voor het aandrijven van automatische poorten worden verschillende besturingssystemen gebruikt. Het schakelschema laat één mogelijke schakeling voor de poortsturing zien. hulpstroomkring L1 S0 S1
K1
S2
K3
K1
K3
S2 S1 S5 p> K3
S5 p>
K1
S3
K2
S4
K1 N
K2
K6
K3
K4
openen
K5
H1 knipperlicht
sluiten
openen
K4 K5 K6 sluiten
Bedraden van de poortsturing met LOGO! 230RC L1 S3
S4 p> S5
S0 stop
S1 open S2 dicht L1 N
1
Q1
I1
2
I2
1
I3 I4
Q2
2
I5
1
Q3
2
I6
I7
1
I8
Q4
2
S5 p> N
K1 openen
246
K3
H1
sluiten knipperlicht
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen Gebruikte componenten K1 K2 S0 (verbreekcontact) S1 (maakcontact) S2 (maakcontact) S3 (verbreekcontact) S4 (verbreekcontact) S5 (verbreekcontact)
magneetschakelaar magneetschakelaar STOP-knop OPEN-knop DICHT-knop positieschakelaar OPEN positieschakelaar GESLOTEN veiligheidsdruklijst
Functieschema van de LOGO!-oplossing
Q2 Startknop OPEN
Startknop DICHT I2
I1 T= 5s
STOP–knop I3 poort is open
Q1 openen
I4 x x TH= TL=2 s Inv=lo
Q1
Startknop DICHT
Q3 Knipperlicht
x
STOP–knop
Startknop DICHT
I2
Startknop OPEN
I1
Veiligheidslijst
I3 I6
Poort is gesloten
I5
T= 5s
Q2 sluiten
x
Met de startknop OPEN of DICHT wordt de beweging van de poort gestart, op voorwaarde dat de tegenrichting niet is ingeschakeld. De beweging wordt beëindigd door de knop STOP of de desbetreffende eindschakelaar in te drukken. Het sluiten van de poort wordt bovendien door de veiligheidslijst onderbroken.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
247
Toepassingen
8.4.3 De uitgebreide LOGO!-oplossing In onze uitgebreide oplossing moet de poort automatisch weer openschuiven als de veiligheidslijst wordt geactiveerd. VeiligheidsI6 lijst x
Q2
x
x STOP–knop
I3
poort is open
I4
Q1 openen
T= 5s
Q2 x Startknop OPEN I1
Q1 x Startknop DICHT
I2
STOP–knop
I3
Veiligheidslijst
I6
Poort is gesloten
I5
248
TH= TL=2 s Inv=lo
T= 5s
Q3 Knipperlicht
Q2 Sluiten
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.5 Centraal sturen en controleren van meerdere fabriekspoorten 1
1
1
1 Veiligheidsdruklijst
ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ ÔÔ 2
Poort I
ASInterf.
2
Poort II
ASInterf.
Master
Ô Ô Ô Ô Ô Ô Ô Ô Ô Ô
2
Poort III
ASInterf.
2 Knipperlicht
De toegang tot het terrein van een firma is in veel gevallen van verschillende zijden mogelijk. Niet alle poorten kunnen steeds door personeel ter plaatse worden gecontroleerd. Daarom moeten ze door de portier van een centrale controlepost te bedienen en te controleren zijn. Daarnaast moeten de poorten echter ook rechtstreeks door het personeel kunnen worden geopend en gesloten. Voor iedere poort wordt een LOGO! 230RC en een communicatiemodule AS-interface toegepast. Via de bus zijn de modules aan elkaar en aan een master gekoppeld. In dit hoofdstuk beschrijven wij de poortsturing voor één poort. De andere poortsturingen zijn identiek opgebouwd.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
249
Toepassingen
8.5.1 Eisen aan de poortsturing Elke poort wordt met behulp van een trekschakelaar
geopend of gesloten. De poort wordt hierbij volledig geopend of volledig gesloten. Daarnaast kan elke poort ter plaatse met een knop worden geopend en gesloten. Via de busverbinding kan de poort van de portiersloge uit worden geopend en gesloten. De toestand POORT OPEN of POORT GESLOTEN wordt weergegeven. Een knipperlicht is 5 seconden voor het begin en tijdens de beweging van de poort ingeschakeld. Een veiligheidsdruklijst garandeert dat bij het sluiten van de poort niemand gewond wordt of geen zaken ingeklemd en beschadigd geraken.
Bedraden van de poortbesturing met LOGO! 230RC en CM AS-interface L1 p> S0
L1
N
S1
I1
S2 S3
I2
I3
S4
I4
S5
I5
S6
I6
I7
I8
AS-interface
1
2
1
Q1
2 Q2
1
2 Q3
1
2 Q4
p> S6
K1
K2
N Poort open
250
Poort dicht
Knipperlicht
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen Gebruikte componenten K1 K2 S0 (maakcontact) S1 (maakcontact) S2 (maakcontact) S3 (maakcontact) S4 (verbreekcontact)
S5 (verbreekcontact) S6 (verbreekcontact) Overlay-besturing Q5 Q6 I9 I10
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
magneetschakelaar openen magneetschakelaar sluiten trekschakelaar OPEN trekschakelaar DICHT OPEN-knop DICHT-knop positieschakelaar POORT OPEN positieschakelaar POORT GESLOTEN veiligheidsdruklijst
positieschakelaar POORT OPEN positieschakelaar POORT GESLOTEN externe knop POORT OPEN externe knop POORT DICHT
251
Toepassingen Functieschema van de LOGO!-oplossing I5 I1 I9
Poort is open
&
1
Poort open Poort open
1
x
Q1 x
x
I5
Poort is open
I3 I5
Poort van hand open Poort is open
T= 5s
Poort open
& x
I4 I6 I7 I6
1
&
=1
Q2 T= 5s
Poort is dicht
Poort is dicht Veiligheidslijst x
I5
x
x
dicht 1 I2 zu I10 x I7 Veiligheidslijst I6 I7
&
Poort van hand dicht Poort is dicht Veiligheidslijst
Poort is open
Poort dicht
&
1
&
Q3 x
TH= TL=2 s Inv=lo
Knipperlicht
Q5 op
I6
Poort is dicht
dic ht Q6
Met de startknop POORT OPEN of POORT DICHT wordt de beweging van de poort gestart, op voorwaarde dat de tegenrichting niet is ingeschakeld. De beweging wordt beëindigd met de desbetreffende eindschakelaar. Het sluiten van de poort wordt bovendien door de veiligheidslijst onderbroken.
252
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.6 Lichtbanen
ÉÉ É ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ É ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ lichtbaan 1
lichtbaan 2
lichtbaan 3
lichtbaan 4
kantoor
gang
Bij de planning van verlichtingsinstallaties in bedrijfsruimten worden de aard en het aantal lampen bepaald volgend de gewenste verlichtingssterkte. Vaak worden wegens het zuinig verbruik TL-lampen ingezet, die in de vorm van lichtbanen worden aangebracht. De indeling in aparte schakelgroepen wordt aangepast aan het gebruik van het vertrek.
8.6.1 Eisen die aan de verlichtingsinstallatie worden gesteld De afzonderlijke lichtbanen worden ter plaatse rechtstreeks geschakeld. Bij voldoende daglicht worden de lichtbanen aan de vensterzijde automatisch uitgeschakeld door een lichtgevoelige schakelaar. ’s Avonds om 20 uur wordt het licht automatisch uitgeschakeld. De verlichting moet steeds ter plaatse met de hand kunnen worden bediend.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
253
Toepassingen
8.6.2 De tot dusver gebruikte oplossing L1
lx> B1
E1
K1
K1
K2
S1
S2
K3
K4
K2
S3
S4
K3
K4
K5
K6
K5
K6
E2
E3
E4
E5
E1
K2
N
De lampen worden in- en uitgeschakeld door relais met vergrendeling, die door knoppen aan de deur worden aangestuurd. Onafhankelijk daarvan worden ze door de schakelklok of door de lichtgevoelige schakelaar via de ingang Centraal uit teruggezet. De uitschakelopdrachten moeten door sleepcontactrelais worden verkort, zodat de lampen ook na het uitschakelen ter plaatse kunnen worden bediend. Vereiste componenten: Knoppen S1 tot S4 Schemeringsschakelaar B1 Schakelklok E1 Sleepcontactrelais K1 en K2 Relais met vergrendeling met Centraal uit K3 tot K6 Nadelen van de tot dusver gebruikte oplossing Om de vereiste functies te kunnen uitvoeren, is een complexe schakelprocedure vereist. Door het groot aantal mechanische onderdelen is een grote slijtage en dus veel onderhoudswerk te verwachten. Functiewijzigingen gaan gepaard met veel werk en kosten.
254
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.6.3 Lichtbaansturing met LOGO! 230RC L1
S1
S2
S3
lx<
S4
B1
L1 N I1
1
Q1
2
E2
I2
1
I3
Q2
2
E3
I1 I4
I3 I5
1
Q3
2
E4
I6
I7
1
I8
Q4
2
E5
N lichtbaan 1
lichtbaan 2
lichtbaan 3
lichtbaan 4
Gebruikte componenten S1 tot S4 (maakcontact) Knoppen B1 (maakcontact) schemeringsschakelaar Functieschema van de LOGO!-oplossing
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
255
Toepassingen uitschakelimpuls voortgebracht door schakelklok Mo..Su 20:00 - 20.01 Mo..Su 21:00 - 21.01
T= 1s
I3 x
uitschakelimpuls voortgebracht door schemeringsschakelaar I4
lichtbaan 4 gangzijde Q4
I1
lichtbaan 1 vensterzijde Q1
schemeringsschakelaar I5 T= 1s
x I5
x
I2 x
lichtbaan 3 gangzijde Q3
lichtbaan 2 vensterzijde Q2
Voordelen van de LOGO!-oplossing U kunt de lampen rechtstreeks op LOGO! aansluiten, op voorwaarde dat het vermogen van de afzonderlijke uitgangen hun schakelvermogen niet overschrijdt. Als grotere vermogens moeten worden geschakeld, dient u een magneetschakelaar te plaatsen. U sluit de lichtgevoelige schakelaar rechtstreeks aan een ingang van LOGO! aan. U hebt geen schakelklok nodig, omdat deze functie in LOGO! geïntegreerd is. Doordat u een kleiner aantal schakelapparaten nodig hebt, kunt u een kleinere onderverdeling installeren en plaats sparen. Er is een kleiner aantal apparaten in gebruik Wijzigingen aan de verlichtingsinstallatie kunnen eenvoudiger worden uitgevoerd. Er kunnen naar believen bijkomende schakeltijden worden ingesteld (trapsgewijze uitschakelimpulsen op het einde van de dag) De functie van de lichtgevoelige schakelaar kan gemakkelijk op alle lampen of op een gewijzigde lampengroep worden overgedragen.
256
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.7 Pomp voor gebruikswater Steeds vaker wordt in woonhuizen naast drinkwater ook regenwater gebruikt. Dat bespaart geld en is milieuvriendelijk. Regenwater kunt u bijvoorbeeld gebruiken om: de was te doen, de tuin te besproeien, de bloemen te gieten, de auto te wassen of het toilet door te spoelen. Hoe een dergelijke installatie voor het gebruik van regenwater werkt, ziet u op de tekening: regenwatertoevoer
K4
drinkwatertoevoer
drukschakelaar
ÎÎÎ ÎÎÎ ÎÎÎ ÕÕÕ ÕÕÕ ŠŠŠÕÕÕ ŠŠŠÕÕÕ S1
besturing in de verdeelkast
pomp M1 Vergaarbak voor regenwater S2
drukvat gebruikswateraanslu ting
drinkwatertoevoer uit S3 S4
drinkwatertoevoer aan droogloopbeveiliging uit droogloopbeveiliging aan
Het regenwater wordt opgevangen in een vergaarbak. Met behulp van een pompinstallatie wordt het water uit de vergaarbak in het daarvoor bestemde leidingennet gepompt. Vandaar kan regenwater worden genomen, zoals dat gewoonlijk met drinkwater gebeurt. Als de opvangbak leeg is, kan drinkwater worden toegevoerd.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
257
Toepassingen
8.7.1 Eisen die aan de besturing van een pomp voor gebruikswater worden gesteld Er moet steeds gebruikswater ter beschikking staan. In geval vannood moet de besturing automatisch op drinkwater omschakelen. Bij het overschakelen op drinkwater mag geen regenwater in de drinkwaterleidingen terecht komen. Als er te weinig water in de regenwatervergaarbak is, mag het niet mogelijk zijn om de pomp in te schakelen (beveiliging tegen drooglopen).
8.7.2 De tot dusver gebruikte oplossing hulpstroomkring L1
K3
S3
S1 p<
K2
K1 N pomp
K2
uitlooptijd
S4
S2
K3
K3
droogloopbeveiliging
S3
K4
K4
Y1
drinkwatertoevoer
De besturing van de pomp en van een magneetventiel gebeurt via een drukschakelaar en 3 vlotterschakelaars, die in de vergaarbak voor het regenwater zijn aangebracht. De pomp moet worden ingeschakeld als de minimumdruk in de ketel niet wordt bereikt. Nadat de werkdruk is bereikt, wordt de pomp na een uitlooptijd van enkele seconden opnieuw uitgeschakeld. De uitlooptijd verhindert dat de pomp voortdurend wordt in- en uitgeschakeld als gedurende langere tijd water wordt afgetapt.
258
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.7.3 Pomp voor gebruikswater met LOGO! 230RC L1 S1 p<
L1 N
S3
S2
I1
I2
I3
1 Q1 2
1 Q2 2
K1
Y1
I4
S4
I5
1 Q3 2
I6
I7
I8
1 Q4 2
N pomp
drinkwatertoevoer
Afgezien van LOGO! hebt u voor het besturen van de pomp alleen nog de drukschakelaar en de vlotterschakelaars nodig. Als een draaistroommotor wordt ingezet, moet u een magneetschakelaar gebruiken om de pomp te schakelen. Voor installaties met wisselstroommotor moet u dan in een magneetschakelaar voorzien, als de stroom van de wisselstroommotor groter is dan het uitgangsrelais Q1 kan schakelen. Het vermogen van een magneetventiel is te gering om het normaal direct te kunnen aansturen. K1 magneetschakelaar Y1 magneetventiel S1 (maakcontact) drukschakelaar S2 (maakcontact) Vlotterschakelaar S3 (verbreekcontact) Vlotterschakelaar S4 (verbreekcontact) Vlotterschakelaar
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
259
Toepassingen Functieschema van de LOGO!-oplossing drukschakelaar
I1 x
T = 20 s
vlotterschakelaar droogloopbeveiliging uit
vlotterschakelaar droogloopbeveiliging aan
x
pomp Q1
I3
I4 vlotterschakelaar drinkwatertoevoer uit I3
vlotterschakelaar drinkwatertoevoer uit
drinkwatertoevoer Q2 I2
8.7.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden In het schakelschema ziet u hoe u de schakeling voor de besturing van de pomp en het magneetventiel kunt aanbrengen. Het functieschema komt qua structuur overeen met het schakelschema. U hebt echter de mogelijkheid om voor bepaalde toepassingen bijkomende functies op te nemen, die bij het gebruik van de traditionele techniek alleen door middel van extra toestellen mogelijk zouden zijn: vrijgeven van de pomp op bepaalde tijdstippen indicatie van een immiment of effectief watertekort bericht van bedrijfsstoringen
260
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen
8.8
Verdere toepassingsmogelijkheden Behalve de hiervoor getoonde toepassingsvoorbeelden hebben wij een keur aan andere voorbeeldtoepassingen op het internet gezet (adres zie voorwoord). Daar vindt u onder meer: bevloeien van serreplanten besturing van transportbanden besturing van een buigmachine etalageverlichting belinstallatie, bijv. in een school controle van parkeerplaatsen voor voertuigen buitenverlichting besturing van rolluiken buiten- en binnenverlichting van een woongebouw besturing van een roerinstallatie voor melkroom verlichting van een gymnastiekzaal gelijkmatig belasten van 3 gebruikers volgordebesturing voor kabellasmachines van grote doorsneden trappenschakelaar, bijv. voor ventilatoren volgordebesturing voor verwarmingsketels besturen van meerdere pompparen met centrale bediening afsnij-inrichting, bijv. voor lonten controle van de gebruiksduur, bijv. in een zonnekrachtcentrale intelligente voettoets, bijv. voor de selectie van snelheden besturing van een hefbrug impregneren van textiel, aansturing van verwarmingsen transportbanden besturing van een vulinrichting voor silo’s en nog veel meer
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
261
Toepassingen Bij de toepassingsvoorbeelden vindt u in het internet toepassingsbeschrijvingen en de bijbehorende schakelprogrammaschema’s. Deze *.pdf-bestanden kunt u met de Adobe Acrobat Reader lezen. En wanneer u de software LOGO!Soft of LOGO!Soft Comfort op uw computer hebt geïnstalleerd, dan kunt u met de diskettenbutton de betreffende schakelprogramma’s gewoon downloaden, voor uw toepassing aanpassen en direct via PC-kabel in LOGO! kopiëren en gebruiken. Voordelen bij het gebruik van LOGO! Het loont de moeite om LOGO! te gebruiken, vooral waar u door het gebruik van LOGO! meerdere hulpschakelapparaten kunt vervangen door geïntegreerde functies. bedradings- en montagewerk wilt sparen, want LOGO! heeft de bedrading ”in het hoofd”. de plaats voor de componenten in de schakelkast/verdeelkast wilt reduceren. Het kan best dat een kleinere schakelkast/verdeelkast volstaat. functies achteraf wilt toevoegen of wijzigen, zonder een extra schakelapparaat te moeten monteren of bedraden. Uw klanten nieuwe extra functies in de huis- en installatietechniek wilt aanbieden. Voorbeelden: – Veiligheid in uw eigen huis: Met LOGO! schakelt u tijdens de vakantie regelmatig een staande lamp in of u laat rolgordijnen open en dicht maken. – Verwarmingssysteem: Met LOGO! laat u de circulatiepomp slechts dan lopen, wanneer er werkelijk water resp. warnte nodig is. – Koelsystemen: Met LOGO! laat u koelinstallaties regelmatig automatisch ontdooien; dat bespaart energiekosten. – U kunt de verlichting van aquariums en terrariums met tijdsinstelling regelen.
262
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Toepassingen Bovendien kunt u: de schakelaars en knoppen gebruiken die in de handel verkrijgbaar zijn, wat de montage in de huisinstallatie vergemakkelijkt. LOGO! direct op uw huisinstallatie aansluiten; de geïntegeerde stroomvoorziening maakt mogelijk. Nadere info’s? Nadere info’s over het thema LOGO! vindt u op onze internetpagina (adres zie voorwoord). Hebt u suggesties? Er zijn beslist nog heel wat nuttige toepassingsmogelijkheden voor LOGO!. Als u een andere toepassing kent, schrijf ons dan. Wij verzamelen alle suggesties en willen er zoveel mogelijk van doorgeven. Is uw schakeling met LOGO! bijzonder ongewoon of integendeel heel eenvoudig? Schrijf ons. Wij verheugen ons over elke suggestie. U kunt schrijven naar Siemens AG A&D AS SM MA Postfach 48 48 D-90327 Nürnberg
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
263
Toepassingen
264
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
A Technische gegevens A.1 Algemene technische gegevens Criterium
Controle volgens
Waarden
LOGO!Basic: Afmetingen BxHxD
72 x 90 x 55 mm
Gewicht
ca. 190 g
Montage
op hoedrail 35 mm 4 delingeenheden breed of wandmontage
LOGO! uitbreidingsmodule: Afmetingen BxHxD
36 x 90 x 55 mm
Gewicht
ca. 90 g
Montage
op hoedrail 35 mm 2 delingseenheden breed of wandmontage
Klimatologische omgevingsvoorwaarden Omgevingstemperatuur horizontale montage verticale montage
Koude volgens IEC 60068-2-1 Warmte volgens IEC 60068-2-2 IEC 60068-2-30
Luchtdruk Schadelijke stoffen
0 ... 55 °C –40 °C ... +70 °C
Opslag / Transport Relatieve vochtigheid
0 ... 55 °C C
van 10 tot 85% geen bedauwing 795 ... 1080 hPa
IEC 60068-2-42 IEC 60068-2-43
SO2 10 cm3 /m3, 4 dagen H2S 1 cm3 /m3, 4 dagen
Mechanische omgevingsvoorwaarden Veiligheidsgraad Trillingen
IP 20 IEC 60068-2-6
5 ... 9 Hz (constante amplitude 3,5 mm) 9 ... 150 Hz (constante versnelling 1 g)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
265
Technische gegevens Criterium Schok
Controle volgens IEC 60068-2-27
Waarden 18 Schokken (Halfsinus 15g/11ms)
Kantelen
IEC 60068-2-31
Valhoogte 50 mm
Vrije val,, verpakt
IEC 60068-2-32
1m
Elektromagnetische compatibiliteit (EMV) Storingsuitzending
EN 55011/A EN 55022/B
Grenswaardeklasse B Groep 1
EN 50081-1 (woonbereik) Elektrostatische ontlading
IEC 61000-4-2
8 kV luchtontlading
Scherptegraad 3
6 kV contactontlading
Elektromagnetische velden
IEC 61000-4-3
Veldsterkte 10 V/m
HF-stroomtoevoer op leidingen en leidingschermen Burst-impulsen
IEC 61000-4-6
10 V
IEC 61000-4-4
2 kV (voedings- en signaalleidingen)
Scherptegraad 3 Energierijke enkelimpuls (Surge)
IEC 61000-4-5 Scherptegraad 3
1 kV (voedingsleidingen) symmetrisch 2 kV (voedingsleidingen) asymmetrisch
(alleen bij LOGO! 230....) Gegevens over IEC- / VDE - Veiligheid Berekening van de lucht– en kruipwegen
IEC 60664, IEC 61131-2, EN 50178 cULus naar UL 508, CSA C22.2 No. 142 Bij LOGO! 230R/RC ook VDE 0631
vervuld
Isolatievastheid
IEC 61131-2
vervuld
266
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens
A.2 Technische gegevens: LOGO! 230... en LOGO! DM8 230R LOGO! 230RC LOGO!230RCo
LOGO! DM8 230R
Ingangsspanning
115/240 V AC/DC
115/240 V AC/DC
Toelaatbaar bereik volgens
85 ... 265 V AC 100 ... 253 V DC
85 ... 265 V AC 100 ... 253 V DC
Toelaatbare netfrequentie:
47 ... 63 Hz
47 ... 63 Hz
115 V AC
10 ... 40 mA
10 ... 30 mA
240 V AC
10 ... 25 mA
10 ... 20 mA
115 V DC
5 ... 25 mA
5 ... 15 mA
240 V DC
5 ... 15 mA
5 ... 10 mA
Stroomvoorziening
Opgenomen vermogen
Overbrugging bij stroomuitval
115 V AC/DC 240 V AC/DC
typ. 10 ms
typ. 10 ms
typ. 20 ms
typ. 20 ms
115 V AC
1,1 ... 4,6 W
1,1 ... 3,5 W
240 V AC
2,4 ... 6,0 W
2,4 ... 4,8 W
115 V DC
0,5 ... 2,9 W
0,5 ... 1,8 W
240 V DC
1,2 ... 3,6 W
1,2 ... 2,4 W
Vermogensverlies bij
Buffering van de klok bij 25 C
typ. 80h
Loopnauwkeurigheid van de werkelijke tijd
typ. 2 s / dag
Digitale ingangen Aantal
8
4
Potentiaalscheiding
neen
neen
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
267
Technische gegevens LOGO! 230RC LOGO!230RCo
LOGO! DM8 230R
Signaal 0
< 40 V AC
< 40 V AC
Signaal 1
> 79 V AC
> 79 V AC
Signaal 0
< 30 V DC
< 30 V DC
Signaal 1
> 79 V DC
> 79 V DC
< 0,03 mA
< 0,03 mA
> 0,08 mA
> 0,08 mA
0 naar 1 1 naar 0
typ. 50 ms
typ. 50 ms
typ. 50 ms
typ. 50 ms
Lengte van de leiding (niet afgeschermd)
100 m
100 m
Aantal
4
4
Type uitgangen
Relaisuitgangen
Relaisuitgangen
Potentiaalscheiding
ja
ja
In groepen van
1
1
Aansturing van een digitale ingang
ja
ja
Onafgebroken stroom Ith
max. 10 A per relais
max. 5 A per relais
230/240 V
1000 W
1000 W
115/120 V
500 W
500 W
ingangspanning L1
Ingangsstroom bij
Signaal 0 Signaal 1 Vertragingstijd bij
Digitale uitgangen
Gloeilampbelasting (25.000 schakelcycli) bij
268
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens TL-lampen met elektr. voorschakeltoestel (25.000 schakelcycli)
10 x 58 W (bij 230/240 V AC)
10 x 58 W (bij 230/240 V AC)
TL-lampen traditioneel gecompenseerd (25.000 schakelcycli)
1 x 58 W (bij 230/240 V AC)
1 x 58 W (bij 230/240 V AC)
TL-lampen niet-gecompenseerd (25.000 schakelcycli)
10 x 58 W (bij 230/240 V AC)
10 x 58 W (bij 230/240 V AC)
Kortsluitvastheid cos 1
Vermogensbeveiliging B16 600A
Vermogensbeveiliging B16 600A
Kortsluitvastheid cos 0.5 tot 0.7
Vermogensbeveiliging B16 900A
Vermogensbeveiliging B16 900A
Derating
geen; in het geheel temperatuurbereik.
geen; in het gehele temperatuurbereik
Parallelschakeling van uitgangen voor vermogenstoename
niet toegelaten
niet toegelaten
Beveiliging van een uitgangsrelais (indien gewenst)
max. 16 A, karakteristiek B16
max. 16 A, karakteristiek B16
10 Hz
10 Hz
Schakelfrequentie Mechanisch
Weerstandsbelasting/lampbe- 2 Hz lasting
2 Hz
Inductieve belasting
0,5 Hz
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
0,5 Hz
269
Technische gegevens
A.3 Technische gegevens: LOGO! 24... en LOGO! DM8 24 LOGO! 24 LOGO! 24o
LOGO! DM8 24
Ingangsspanning
24 V DC
24 V DC
Toelaatbaar bereik
20,4 ... 28,8 V DC
20,4 ... 28,8 V DC
Beveiliging tegen verkeerde poling
ja
ja
30 ... 55 mA
30 ... 45 mA
0,3 A per uitgang
0,3 A per uitgang
0,7 ... 1,3 W
0,8 ... 1,1 W
Aantal
8
4
Potentiaalscheiding
nein
nein
Ingangsspanning
L+
L+
Signaal 0 Signaal 1
< 5 V DC
< 5 V DC
> 8 V DC
> 8 V DC
Stroomvoorziening
Toelaatbare netfrequentie Opgenomen vermogen uit 24 V Overbrugging bij stroomuitval Vermogensverlies bij 24 V Buffering van de klok bij 25 C Loopnauwkeurigheid van de werkelijke tijd Digitale ingangen
270
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens LOGO! 24 LOGO! 24o
LOGO! DM8 24
Signasl 0
< 1,0 mA (I1...I6) < 0,05 mA (I7, I8)
< 1,0 mA
Signals 1
> 1,5 mA (I1...I6) > 0,1 mA (I7, I8)
> 1,5 mA
typ. 1,5 ms (I1...I4)
typ. 1,5 ms
Ingangsstroom bij
Vertragingstijd bij
0 naar 1
<1,0 ms (I5,I6) typ. 300 ms (I7,I8)
1 naar 0
typ. 1,5 ms (I1...I4)
typ. 1,5 ms
<1,0 ms (I5,I6) typ. 300 ms (I7,I8) Lengte van de leiding (niet afgeschermd)
100 m
100 m
Analoge ingangen Aantal
2 (I7 und I8)
Bereik
0 ... 10 V DC ingangsimpedantie 76 kW
max. ingangsspanning
28,8 V DC
Lengte van de leiding (afgeschermd en getordeerd)
10 m
Digitale uitgangen Aantal
4
4
Type van de uitgangen
Transistor, P-schakelend
Transistor, P-schakelend
Potentiaalscheiding
nee
nee
ja
ja
in groepen van Ansturing van een digitale ingang
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
271
Technische gegevens LOGO! 24 LOGO! 24o
LOGO! DM8 24
Uitgangsspanning
Voedingsspanning
Voedingsspanning
Uitgangsstroom
max. 0,3 A
max. 0,3 A
Beveiligd tegen korsluiting en overbelasting
ja
ja
Kortsluitstroombegrenzing
ca. 1 A
ca. 1 A
Derating
geen; in het gehele temperatuurbereik
geen; in het gehele temperatuurbereik
niet toelaatbaar
niet toelaatbaar
Onafgebroken stroom Ith Gloeilampbelasting (25.000 schakelcycli) bij TL-lampen met elektr. voorschakeltoestel (25.000 schakelcycli) TL-lampen traditioneel gecompenseerd (25.000 schakelcycli) TL-lampen niet-gecompenseerd (25.000 schakelcycli)
Kortsluitvastheid cos 1 Kortsluitvastheid cos 0.5 tot 0.7 Parallelschakeling van uitgangen voor vermogenstoename Beveiliging van een uitgangsrelais (indien gewenst)
272
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens LOGO! 24 LOGO! 24o
LOGO! DM8 24
elektrisch
10 Hz
10 Hz
Ohmse belasting/lampbelasting
10 Hz
10 Hz
Inductieve belasting
0,5 Hz
0,5 Hz
Schakelfrequentie mechanisch
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
273
Technische gegevens
A.4 Technische gegevens: LOGO! 24RC... en LOGO! DM8 24R LOGO! 24RC LOGO! 24RCo
LOGO! DM8 24R
Ingangsspanning
24 V AC/DC
24 V AC/DC
Toelaatbaar bereik
20,4 ... 26,4 V AC 20,4 ... 28,8 V DC
20,4 ... 26,4 V AC 20,4 ... 28,8 V DC
47 ... 63 Hz
47 ... 63 Hz
24 V AC 24 V DC
40 ... 110 mA
40 ... 110 mA
20 ... 75 mA
20 ... 75 mA
Overbrugging bij stroomuitval
typ. 5 ms
typ. 5 ms
24 V AC 24 V DC
0,9 ... 2,7 W
0,9 ... 2,7 W
0,4 ... 1,8 W
0,4 ... 1,8 W
Buffering van de tijd bij 25 C
typ. 80 h
typ. 80 h
Loopnauwkeurigheid van de werkelijke tijd
typ. 2 s / Tag
max. 5 s / Tag
Aantal
8, naar keuze P- of N-schakelend
4, naar keuze P- of N-schakelend
Potentiaalscheiding
nee
nee
Ingangspanning
L
L
Signaal 0 Signaal 1
< 5 V AC/DC
< 5 V AC/DC
> 12 V AC/DC
> 12 V AC/DC
Stromvoorziening
Beveiliging tegen verkeerd poling Toelaatbare netfrequentie Opgenomen vermogen
Vermogensverlies
Digitale ingangen
274
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens LOGO! 24RC LOGO! 24RCo
LOGO! DM8 24R
< 1,0 mA
< 1,0 mA
> 2,5 mA
> 2,5 mA
0 naar 1
typ. 1,5 ms
typ. 1,5 ms
1 naar 0
typ. 15 ms
typ. 15 ms
Lengte van de leidng (niet afgeschermd)
100 m
100 m
Aantal
4
4
Type van de uitgangen
Relaisuitgangen
Relaisuitgangen
Potentiaalscheiding
ja
ja
in groepen van
1
1
Aansturing van een digitale ingang
ja
ja
Onafgebroken stroom Ith
max. 10 A per relais
max. 5 A per relais
Gloeilampbelasting (25.000 schakelcycli) bij
1000 W
1000 W
Ingangsstroom bij
Signaal 0 Signaal 1 Vertragingstijd bij
Analoge ingangen Aantal Bereik max. ingangsspanning Digitale uitgangen
Uitgangsspanning Uitgangsstroom
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
275
Technische gegevens LOGO! 24RC LOGO! 24RCo
LOGO! DM8 24R
TL–lampen met elektr. voorschakeltoestel (25.000 schakelcycli)
10 x 58 W
10 x 58 W
TL-lampen traditioneel gecompenseerd (25.000 schakelcycli)
1 x 58 W
1 x 58 W
TL-lampen niet-gecompenseerd (25.000 schakelcycli)
10 x 58 W
10 x 58 W
Derating
geen; in het gehele temperatuurbereik
geen; in het gehele temperatuurbereik
Kortsluitvastheid cos 1
Vermogensbeveiliging B16, 600A
Vermogensbeveiliging B16, 600A
Kortsluitvastheid cos 0.5 tot 0.7
Vermogensbeveiliging B16, 900A
Vermogensbeveiliging B16, 900A
Parallelschakeling van uitgangen voor vermogenstoename
niet toelaatbaar
niet toelaatbaar
Beveiliging van een uitgangsrelais (indien gewenst)
max. 16 A, Karakteristiek B16
max. 16 A, Karakteristiek B16
10 Hz
10 Hz
Ohmse belasting/lampenbelasting
2 Hz
2 Hz
Inductieve belasting
0,5 Hz
0,5 Hz
Kortsluitvastheid en overbelastingsbeveiliging Kortsluitstroombegrenzing
Schakelfrequentie mechanisch elektrisch
276
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens
A.5 Technische gegevens: LOGO! 12/24... en LOGO! DM8 12/24R LOGO! 12/24RC LOGO! 12/24RCo
LOGO! DM8 12/24R
Ingangsspanning
12/24 V DC
12/24 V DC
Toelaatbaar bereik
10,8 ... 28,8 V DC
10,8 ... 28,8 V DC
Beveiliging tegen verkeerde poling
ja
ja
30 ... 140 mA
30 ... 140 mA
20 ... 75 mA
20 ... 75 mA
typ. 2 ms
typ. 2 ms
typ. 5 ms
typ. 5 ms
12 V DC 24 V DC
0,3 ... 1,7 W
0,3 ... 1,7 W
0,4 ... 1,8 W
0,4 ... 1,8 W
Buffering van de tijd bij 25 C
typ. 80 h
Loopnauwkeurigheid van de werkelijke tijd
typ. 2 s / dag
Potentiaalscheiding
nee
nee
Aantal
8
4
Potentiaalscheiding
nee
nee
< 5 V DC
< 5 V DC
> 8 V DC
> 8 V DC
Stroomvoorziening
Opgenomen vermogen
12 V DC 24 V DC Overbrugging bij stroomuitval
12 V DC 24 V DC Vermogensverlies
Digitale ingangen
Ingangspanning L+
Signaal 0 Signaal 1
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
277
Technische gegevens LOGO! 12/24RC LOGO! 12/24RCo
LOGO! DM8 12/24R
Signaal 0
< 1, 0 mA (I1...I6) < 0,05 mA (I7, I8)
< 1,0 mA
Signaal 1
> 1,5 mA (I1...I6) > 0,1 mA (I7, I8)
> 1,5 mA
typ. 1,5 ms
typ. 1,5 ms
Ingangsstroom bij
Vertragingstijd bij
0 naar 1
<1,0 ms (I5,I6) typ. 300 ms (I7,I8)
1 naar 0
typ. 1,5 ms
typ. 1,5 ms
<1,0 ms (I5,I6) typ. 300 ms (I7,I8) Lengte van de leiding (niet afgeschermd)
100 m
100 m
Analoge ingangen Aantal
2 (I7, I8)
Bereik
0 ... 10 V DC Eingangsimpedanz 76 kW
max. ingangsspanning
28,8 V DC
Lengte van de leiding (afgeschermd en getordeerd)
10 m
Digitale uitgangen Aantal
4
4
Type van de uitgangen
Relaisuitgangen
Relaisuitgangen
Potentiaalscheiding
ja
ja
in groepen van
1
1
Aansturing van een digitale ingang
ja
ja
max. 10 A per relais
max. 5 A per relais
Uitgangsspanning Uitgangsstroom Onafgebroken stroom Ith (per klem)
278
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens LOGO! 12/24RC LOGO! 12/24RCo
LOGO! DM8 12/24R
Gloeilampbelasting (25.000 schakelcycli) bij
1000 W
1000 W
TL–lampen met elektr. voorschakeltoestel (25.000 schakelcycli)
10 x 58 W
10 x 58 W
TL–lampen traditioneel gecompenseerd (25.000 schakelcycli)
1 x 58 W
1 x 58 W
TL–lampen niet gecompenseerd (25.000 schakelcycli)
10 x 58 W
10 x 58 W
Derating
geen; in het gehele temperatuurbereik
geen; in het gehele temperatuurbereik
Kortsluitvastheid cos 1
Vermogensbeveiliging B16 600A
Vermogensbeveiliging B16 600A
Kortsluitvastheid cos 0.5 tot 0.7
Vermogensbeveiliging B16 900A
Vermogensbeveiliging B16 900A
Parallelschakeling van uitgangen voor vermogenstoename
niet toelaatbaar
niet toelaatbaar
Beveiliging van een uitgangsrelais (indien gewenst)
max. 16 A, Karakteristiek B16
max. 16 A, Karakteristiek B16
10 Hz
10 Hz
Ohmse belasting/lampenbelasting
2 Hz
2 Hz
Inductieve belasting
0,5 Hz
0,5 Hz
Kortsluitvastheid en overbelastingsbeveiliging Korstluitstroombegrenzing
Schakelfrequentie mechanisch elektrisch
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
279
Technische gegevens
A.6 Schakelvermogen en levensduur van de relais-uitgangen Weerstandsbelasting Schakelcycli/ miljoen 12/24 V AC/DC 115/120 V AC 230/240 V AC
0.5 0.4
maximaal 10 A maximaal 10 A maximaal 10 A
0.3 0.2 0.1
2
Imag. A
4
6
8
10 Schakelstroom / A
Schakelvermogen en levensduur van de contacten bij weerstandsbelasting (verwarming)
Inductieve belasting Schakelcycli/ miljoen 12/24 V AC/DC 115/120 V AC 230/240 V AC
1.0 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1
20 V DC 240 V DC
1
Imag. B
280
maximaal 2 A maximaal 3 A maximaal 3 A
2
3 Schakelstroom / A
Schakelvermogen en levensduur van de contacten bij sterk inductieve belasting volgens IEC 947-5-1 DC13/AC15 (schakelaarss, magneetspoelen, motoren) LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens
A.7 Technische gegevens: LOGO! AM 2 LOGO! AM 2 Stroomvoorziening Ingangsspanning
12/24 V DC
Toelaatbaar bereik
10,8 ... 28,8 V DC
Opgenomen vermogen
25 ... 50 mA
Overbrugging bij spanningsuitval
typ. 5 ms
Vermogensverlies bij
12 V 24 V
0,3 ... 0,6 W
Potentiaalscheiding
nee
Beveiliging tegen verkeerde poling
ja
PE-klem
voor de aansluting van aarde en leidingscherm van de analoge meetdraad
0,6 ... 1,2 W
Analoge ingangen Aantal
2
Type
Unipolair
Ingangsbereik
0 ... 10 V DC (ingangsimpedantie 76 kW) of 0 ... 20 mA (ingangsimpedantie <250 W)
Resolutie
10 bit op 0 ... 1000 genormaliseerd
Cyclustijd analoge waardevorming
50 ms
Potentiaalscheiding
nein
Lengte van de leiding (afgeschermd en getordeerd)
10 m
Geverversorging
keine
Foutgrens
+/– 1,5 %
Stoorfrequentieonderdrukking
55 Hz
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
281
Technische gegevens
A.8 Technische gegevens: LOGO! AM 2 PT100 LOGO! AM 2 PT100 Stroomvoorziening Ingangsspanning
12/24 V DC
Toelaatbaar bereik
10,8 ... 28,8 V DC
Opgenomen vermogen
25 ... 50 mA
Overbrugging bij spanningsuitval
typ. 5 ms
Vermogensverlies bij
12 V 24 V
0,3 ... 0,6 W
Potentiaalscheiding
nein
Beveiliging tegen verkeerde poling
ja
PE-kle
Anschluss von Erde und Leitungsschirm der Messleitung
0,6 ... 1,2 W
Sensoringangen Aantal
2
Type
Weerstandsthermometer Pt100
Aansluiting van de sensoren
2 geleidertechniek 3 geleidertechniek
ja
Meetbereik
–50 °C ... +200 °C
ja –58 °F ... +392 °F
282
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens LOGO! AM 2 PT100 Instellingen voor meetwaardeindicatie aan de basismodule:
1 °C-stappen 0,25 °C-stappen
Offset: –200, Gain: 25 Offset: –200, Gain: 250
(afgerond op 1 plaats achter de komma)
1 °F-stappen 0,25 °F-stappen
Offset: –128, Gain: 45 Offset: –128, Gain: 450
(afgerond op 1 plaats achter de komma) Linearisatie van de karakteristiekl
nee
Meetstroom Ic
1,1 mA
Aantal meetherhalingen
afhankelijk van de uitbouw typ.: 50 ms
Resolutie
0,25 °C
Foutgrenzen
van de meetbereikseindwaarde:
0 °C ... +200 °C –50 °C ... +200 °C
+/–1,0 %
Potentiaalscheiding
nee
Lengte van de leiding (afgeschermd)
10 m
Stoorfrequentieonderdrukking
55 Hz
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
+/–1,5 %
283
Technische gegevens
A.9 Technische gegevens: LOGO!Power 12 V LOGO! Power 12 V is een stroomvoorziening met primaire klokimpuls voor LOGO!-apparaten. Er staan twee soorten stroomsterkten ter beschikking. LOGO! Power 12 V / 1,9 A
LOGO! Power 12 V / 4,5 A
Ingangsgegevens Ingangsspanning
120 ... 230 V AC
Toelaatbaar bereik
85 ... 264 V AC
Toelaatbare netfrequentie:
47 ... 63 Hz
Overbrugging bij spanningsuitval
> 40 ms (bij 187 V AC)
Ingangsstroom
0,3 ... 0,18 A
0,73 ... 0,43 A
Inschakelstroom (25°C)
15 A
30 A
Apparaatbeveiliging
intern
Aanbevolen LS-schakelaar (IEC 898) in de voedingsleiding
> 6 A Karakteristiek D > 10 A Karakteristiek C
Uitgangsgegevens Uitgangsspanning
12 V DC
Totale tolerantie
+/- 3 %
Instelbereik
11,1 ... 12,9 V DC
Restrimpel
< 200 mVSS
Uitgangsstroom Overstroombegrenzing
1,9 A
4,5 A
2,4 A
4,5 A
Rendement
80 %
Parallelschakelbaar voor het opvoeren van het vermogen
ja
Elektromagnetische compatibiliteit Ontstoringsgraad
EN 50081-1, EN 55022 klasse B
Storingsbestendigheid
EN 50082-2
284
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens LOGO! Power 12 V / 1,9 A
LOGO! Power 12 V / 4,5 A
Veiligheid Potentiaalscheiding primair/ secundair
ja, SELV (volgens EN 60950 / VDE 0805)
Veiligheidsklasse
II (volgens IEC 536 / VDE 0106 T1)
Veiligheidsgraad
IP 20 (volgens EN 60529 / VDE 470 T1)
Certificering-CE
ja
Certificering UL/CSA
ja; UL 508 / CSA 22.2
Certificering-FM
in voorbereiding
Algemene gegevens Omgevingstemperatuur - bereik
–20 ... +55°C, natuurlijke convectie
Opslag- en transporttemperatuur
– 40 ... +70°C
Aansluitingen aan de ingang
telkens één klem (1x2,2,5mm2 o. 2x 1,5 mm2 ) voor L1 en N
Aansluitingen aan de uitgang
telkens twee klemmen (1x2,2,5mm2 o. 2 x 1,5 mm2 ) voor L+ en M
Montage
op profielrail 35 mm met clip
Afmetingen in mm (BxHxD)
72 x 80 x 55
126 x 90 x 55
Gewicht ca.
0,2 kg
0,4 kg
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
285
Technische gegevens
A.10 Technische gegevens: LOGO! Power 24 V LOGO! Power 24 V is een stroomvoorziening met primaire klokimpuls voor LOGO!-apparaten. Er staan twee soorten stroomsterkten ter beschikking. LOGO! Power 24 V / 1,3 A
LOGO! Power 24 V / 2,5 A
Ingangsgegevens Ingangsspanning
120 ... 230 V AC
Toelaatbaar bereik
85 ... 264 V AC
Toelaatbare netfrequentie:
47 ... 63 Hz
Overbrugging bij spanningsuitval
40 ms (bij 187 V AC)
Ingangsstroom
0,48 ... 0,3 A
0,85 ... 0,5 A
Inschakelstroom (25°C)
< 15 A
< 30 A
Apparaatbeveiliging
intern
Aanbevolen LS-schakelaar (IEC 898) in de voedingsleiding
> 6 A Karakteristiek D > 10 A Karakteristiek C
Uitgangsgegevens Uitgangsspanning
24 V DC
Totale tolerantie
+/– 3 %
Instelbereik
22,2 ... 25,8 V DC
Restrimpel
< 250 mVSS
Uitgangsstroom Overstroombegrenzing
1,3 A
2,5 A
1,6 A
2,8 A
Rendement
> 80 %
Parallelschakelbaar voor het opvoeren van het vermogen
ja
Elektromagnetische compatibiliteit Ontstoringsgraad
286
EN 50081-1, EN 55022 klasse B LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Technische gegevens LOGO! Power 24 V / 1,3 A Storingsbestendigheid
LOGO! Power 24 V / 2,5 A
EN 50082-2
Veiligheid Potentiaalscheiding primair/ secundair
ja, SELV (volgens EN 60950 / VDE 0805)
Veiligheidsklasse
II (volgens IEC 536 / VDE 0106 T1)
Veiligheidsgraad
IP 20 (volgens EN 60529 / VDE 470 T1)
Certificering-CE
ja
Certificering UL/CSA
ja; UL 508 / CSA 22.2
Certificering-FM
ja; Class I, Div. 2, T4
Algemene gegevens Omgevingstemperatuur - bereik
-20 ... +55°C, natuurlijke convectie
Opslag- en transporttemperatuur
- 40 ... +70°C
Aansluitingen aan de ingang
telkens één klem (1x2,2,5mm2 o. 2 x 1,5 mm2 ) voor L1 en N
Aansluitingen aan de uitgang
telkens twee klemmen (1x2,2,5mm2 o. 2 x 1,5 mm2 ) voor L+ en M
Montage
op profielrail 35 mm met clip
Afmetingen in mm (BxHxD)
72 x 80 x 55
126 x 90 x 55
Gewicht ca.
0,2 kg
0,4 kg
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
287
Technische gegevens
A.11 Technische gegevens: LOGO! Contact 24/230 LOGO! Contact 24 en LOGO! Contact 230 zijn schakelmodules voor de directe schakeling van ohmsche verbruikers tot 20 A en motoren tot 4 kW (zonder geluidsbelasting, bromvrij).
Bedieningsspanning
LOGO! Contact 24
LOGO! Contact 230
24 V DC
230 V AC; 50/60 Hz
Schakelvermogen Gebruikscategorie AC-1: Schakel ohmsche belasting bij 55°C Bedrijfsstroom bij 400 V
20 A
Vermogen van draaistroomverbruikers bij 400 V
13 kW
Gebruikscategorie AC-2, AC-3: Motoren met sleepring of kooianker Bedrijfsstroom bij 400 V
8,4 A
Vermogen van draaistroomverbruikers bij 400 V
4 kW
Kortsluitingsbeveiliging: Indeling type 1
25 A
Indeling type 2
10 A
Aansluitleidingen
fijndradig met afsluitmoffen eendradig 2 x (0,75 tot 2,5) mm2 2 x (1 tot 2,5) mm2 1 x 4 mm2
Afmetingen (BxHxD)
36 x 72 x 55
Omgevingstemperatuur
–25 ... +55°C
Opslagtemperatuur
–50 ... +80°C
288
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
B Cyclusduur bepalen Het volledig afwerken van een programma, dus hoofdzakelijke het inlezen van de ingangen, het bewerken van het programma en het daaropvolgende uitlezen van de uitgangen, wordt programmacyclus genoemd. De cyclusduur is de tijd nodig om een programma één keer compleet af te werken. De tijd die nodig is voor een programmacyclus, kan met behulp van een klein testprogramma worden berekend. Dat testprogramma wordt in LOGO! aangemaakt en levert tijdens de afwerking ervan in de parametreermodus een waarde, waaruit de actuele cyclusduur wordt afgeleid. Testprogramma 1. Stel het testprogramma samen door een uitgang met een drempelwaardeschakelaar te verbinden en aan de ingang ervan een genegeerd merkteken te schakelen. B1 M1
Qx
Par
Uitgang Qx of ander merkteken Mx
B2
1 M1
M1
2. Parametreer de drempelwaardeschakelaar zoals in de afbeelding is te zien. Door de negatie van het merkteken wordt in elke programmacyclus een impuls gegenereerd. Het tijdsinterval van de drempelwaardeschakelar wordt op 2 seconden ingesteld.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
289
Cyclustijd bepalen
B1 1+ On =1000 Off=0000
Toets drukken
B1 2 G_T=02:00s
3. Start daarna het programma en schakel LOGO! in de parametreermodus. In de parametreermodus kunt u de parameters van de drempelwaardeschakelaar bekijken.
B1 On =1000 Off =0000 fa =0086
fa= is de som van de gemeten impulsen per tijdseenheid G_T
4. De reciproke waarde van fa is gelijk aan de cyclusduur van LOGO! met het programma dat actueel in het geheugen is opgenomen. 1/fa = cyclusduur in s Toelichting Bei jedem Durchlauf des Schaltprogramms wechselt der negierte Merker sein Ausgangssignal. Ein Pegel (high oder low) dauert also genau einen Zyklus. Eine Periode dauert also 2 Zyklen. De drempelwaardeschakelaar geeft de verhouding weer van perioden per 2 seconden, waaruit dan de verhouding van cycli per seconde resulteert. Flankwisseling van genegeerd merkteken bij elke schakelprogrammarun
Cyclustijd 1 Periode = 1 Impuls = 2 cycli Periode
290
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
C LOGO! zonder display Daar bepaalde speciale toepassingen in het lopende bedrijf bedieningselementen zoals toetsen en display niet absoluut nodig hebben, worden de varianten LOGO! 12/24RCo, LOGO! 24o, LOGO! 24RCo en LOGO! 230RCo. zonder display aangeboden. Zo ziet b.v. LOGO! 230RCo er uit: L1 N I1 I2 I3 I4
I5 I6 I7 I8
RUN/STOP
1
Q1
2
1
Q2
2
1
Q3
2
1
Q4
2
Enerzijds minder, anderzijds meer! De varianten zonder display bieden u de volgende voordelen: een stuk goedkoper dan met bedieningseenheid nemen veel minder plaats in de schakelkast in dan de traditionele hardware zijn qua flexibiliteit en aankoopprijs ten overstaan van de eigen elektronica aanzienlijk voordeliger loont al de moeite bij toepassingen waarin twee tot drie traditionele schakelapparaten kunnen worden vervangen kunnen op de meest eenvoudige wijze worden bediend zijn beveiligd tegen niet-geautoriseerde bediening zijn compatibel met LOGO!-varianten met display bieden de mogelijkheid bedrijfsgegevens over LOGO!Soft Comfort te lezen
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
291
LOGO! zonder Display Schakelprogramma zonder bedieningseenheid aanmaken Om een schakelprogramma in een LOGO! zonder display aan te maken, zijn er twee mogelijkheden: Maak een schakelprogramma aan met LOGO!Soft Comfort op de PC en stuur het programma naar LOGO! (zie hoofdstuk 7). Neem een LOGO! programmamodule (Card), waarop zich een programma bevindt en kopieer het programma naar uw LOGO! zonder display (zie hoofdstuk 6). Werkgedrag Door LOGO! van spanning te voorzien is LOGO! al bedrijfsklaar. LOGO! zonder display wordt uitgeschakeld door de stroomvoorziening af te klemmen, bijvoorbeeld door de stekker uit te trekken. Het schakelprogramma kan bij LOGO!...o-varianten niet met toetsen worden gestart of gestopt. Daarom hebben de LOGO!...o-varianten een gewijzigd startgedrag: Startgedrag Als zich in de LOGO! of op de ingestoken programmamodule (Card) geen schakelprogramma bevindt, blijft LOGO! in STOP. Is er een geldig schakelprogramma in het programmageheugen van de LOGO! aanwezig, dan heeft zodra LOGO! van spanning wordt voorzien een automatische overgang plaats van STOP naar RUN. Is er een LOGO! programma-module/card ingestoken, dan wordt een daar aanwezig schakelprogramma meteen na het inschakelen van de LOGO! naar het toestel gekopieerd, waarbij een reds aanwezig schakelprogramma wordt overschreven. Er gebeurt een automatische overgang van STOP naar RUN. Is er een PC-kabel aangesloten, kan met de PC-software LOGO!Soft Comfort het schakelprogramma naar de LOGO! worden overgedragen en gestart (zie hoofdstuk 7.1).
292
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
LOGO! zonder Display Weergave van de modus De actuele modi, zoals Power On, RUN en STOP worden door een LED in de kap aan de voorkant weergegeven. LED rood: modus PowerOn/STOP LED groen: modus PowerOn/RUN Na het inschakelen van de voedingsspanning en in alle toestanden waarbij LOGO! niet in de toestand RUN is, brandt de LED rood. In de modus RUN is de LED groen. Actuele gegevens uitlezen Met LOGO!Soft Comfort (zie hoofdstuk 7) kunt u via de online-test in de RUN–mode de actuele gegevens van alle functies lezen. Heeft uw LOGO! zonder display een beveiligde programmamodule (Card), kunnen de actuele gegevens alleen dan worden uitgelezen, als het een schakelprogramma met paswoord betreft en u het juiste paswoord hebt ingevoerd. Anders wordt bij het verwijderen van de programmamodule (Card) (om de PC-kabel aan te sluiten) het schakelprogramma van de LOGO! gewist (zie hoofdstuk 6).
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
293
LOGO! zonder Display
294
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
D LOGO! menustructuur Menu–overzicht Geen schakelprogramma aanwezig
>Program.. Card.. Clock.. Start
No Program Press ESC Schakelprogramma loopt (RUN) Mo 09:00 2003-01-27 Zie “Startmenu“
Zie “Hoofdmenu” >Stop >Yes Set Param Parameter instellen (hoofd 5.1.1v.) Set Clock Tijd/datum instellen (hoofd. 5.2) Schakelprogrammanamen tonen Prg Name Parametreermenu
Hoofdmenu (ESC / >Stop)
>Stop/>Yes
>Program Card Clock Start
Zie “Programmeermenu” >Edit.. > –>Card Zie “Transfermenu” >Set Zie “Klokmenu” Clock Zie “Startmenu“ Mo 09:00 2003-01-27
Programmeermenu (ESC / >Stop >Edit..
>Edit Prg
>Edit Name >Memory?
>Programma) Schakelprogramma bewerken (hoofd. 3.6v.) Schakelprogrammanamen bewerken (hoofd. 3.6.4) Password?
Vrije geheugenruimte tonen (hoofd. 3.7)
>Clear Prg
Schakelprogramma wissen (hoofd. 3.6.11)
>Password
Paswoord invoeren/wijzigen (hoofd. 3.6.5)
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
295
LOGO! menustructuur Transfermenu (ESC / >Stop >
>Card)
Schakelprogramma van LOGO! op programmamodule (Card) kopiëren (hoofd. 6.3)
–>Card
>Card–>
Schakelprogramma van programmamodule (Card) naar LOGO! kopiëren (hoofd. 6.4)
>CopyProtect
Schakelprogrammabeveiliging/kopieerbeveiliging instellen (hoofd. 6.1)
Klokmenu (ESC / >Stop
>Clock)
>Set Clock
Tijd/datum instellen (hoofd. 5.2)
>S/W Time
Zomer-/wintertijd instellen (hoofd. 3.6.12)
>Sync
Tijd LOGO! Basic en uitbreidingsmodule synchroniseren (hoofd. 3.6.13)
Startmenu (RUN)
Alles klaar? LOGO!
Mo 09:00 2003–01–27
I:
Q:
M:
0.. 123456789
0.. 123456789
0.. 123456789
1..0123456789
1..0123456
1..0123456789
2..01234
Datum/tijd
max. 10 meldteksten
ESC+Key
2..01234
Ingangen
Uitgangen
Merktekens
Cursortoetsen
>Stop Set Param Set Clock Prg Naam Parametreermenu
296
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
E Bestelnummers Tabella A Variant Basic
Basic zonder display (Pure)
Digitale module
Analoge module
Omschrijving
Bestelnummer
LOGO! 12/24RC *
6ED1052-1MD00-0BA4
LOGO! 24 *
6ED1052-1CC00-0BA4
LOGO! 24RC (AC)
6ED1052-1HB00-0BA4
LOGO! 230RC
6ED1052-1FB00-0BA4
LOGO! 12/24RCo *
6ED1052-2MD00-0BA4
LOGO! 24o *
6ED1052-2CC00-0BA4
LOGO! 24RCo (AC)
6ED1052-2HB00-0BA4
LOGO! 230RCo
6ED1052-2FB00-0BA4
LOGO! DM 8 12/24R
6ED1055-1MB00-0BA1
LOGO! DM 8 24
6ED1055-1CB00-0BA0
LOGO! DM 8 24R
6ED1055-1HB00-0BA0
LOGO! DM 8 230R
6ED1055-1FB00-0BA1
LOGO! AM 2
6ED1055-1MA00-0BA0
LOGO! AM 2 PT100
6ED1055-1MD00-0BA0
*: bovendien met analoge ingangen
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
297
Bestelnummers Tabella A Toebehoren Software
Omschrijving
Bestelnummer
LOGO!Soft Comfort V4.0
6ED1058-0BA00-0YA0
Upgrade naar LOGO!Soft Comfort V4.0
6ED1058-0CA00-0YE0
Programmamodule (Card)
LOGO! Card
6ED1056-5CA00-0BA0
Schakelmodule
LOGO!Contact 24 V
6ED1057-4CA00-0AA0
LOGO!Contact 230 V
6ED1057-4EA00-0AA0
LOGO!Power 12V/1,9A
6EP1321-1SH01
LOGO!Power 12V/4,5A
6EP1322-1SH01
LOGO!Power 24V/1,3A
6EP1331-1SH01
LOGO!Power 24V/2,5A
6EP1332-1SH41
PC-kabel
6ED1057-1AA00-0BA0
Power module
Overige
Handboek
298
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
F Afkortingen AM Analoge module B1 Bloknummer B1 BN Block Number (bloknummer) C bij LOGO!–toestelaanduiding: geïntegreerde klok CM Communicatiemodule Cnt Count = telingang Co Connector = connector Dir Direction = richting (bijv. telrichtung) DM Digitale module En Enable = inschakelen (bijvoorbeeld bij klokpulsgever) Fre Ingang voor te analyseren frequentiesignalen BF Basisfuncties Inv Inverteringsingang van het uitgangssignaal No Nok (parameter van de schakelklok) z bij LOGO!–toestelaanduiding: zonder display Par Parameter R Reset = terugzetingang R bij LOGO!–toestelaanduiding: Relaisuitgangen Ral Reset all = terugzetingang voor alle interne waarden S Set = instellen (bijvoorbeeld bij het houdrelais) SF Speciale functies T Time = tijd (parameter) TE Delingeenheid Trg Trigger (parameter) 0BA3-apparatuur: meest actuele LOGO! Basic-versie, wordt in dit handboek beschreven.
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
299
300
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Index Getallen 4 gulden regels, 48
A Aan–/uit, schakelaar, 33 Aanloopmerkteken, 94 Aansluiten Ingangen, 24 Uitgangen, 31 Aansluitingen, niet gebruikte, 40, 46 afdekking, 16 Afkortingen, 299 Afmetingen, 15 Afsluitmoffen, 22 Analoge module, 2, 7 Analoge versterker, 177 Analoge waardebewaking, 173 Analoog Comparator, 168 waarden, 108
B Basisfuncties, 96 EN (AND), 98 met flank, 98 NEN (NAND), 99 met flank, 100 NIET (NOT), 103 NOF (NOR), 102 OF (OR), 101 XOF (XOR), 102 Basiskennis speciale functies, 104 Bedieningsveld , 4, 5 Bedrijfs– toestandsweergave, 293 urenteller, 153 MN en OT-waarden uitleĆ zen, 156, 293 Bedrijfsmodus Bedrijfsmodus–wissell, 48 Parametreren, 50 PC–LOGO, 224 Programmeren, 50 Bedrijfsurenteller, Bedrijfsuren, 153 Betrijfsmodus, Programmeren, 51
Apparatuurtypen, LOGO!, 2
Beveiligingswijze, 72, 108
AS–Interface, 2
Bewerken , 69
AS–interface, 249
BF, 91, 96
Asynchrone impulsgever, 131
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
301
Index Blok, 42 invoegen , 69 nummer, 42 toekennen, 43 wissen, 74 met elkaar verbonden blokĆ ken, 75
Delingeenheden, 15
BN, 91
Display, 43
delingeenheden, 15 Demontage, 18 demoversies, 223 Digitale module, 2, 7 drag and drop, 222
C CE–teken, 10
Drempelwaardeschakelaar Analog, Differenz–, 164 Analoog, 161 Frequenties, 158
Co, 91, 92 Comfortschakelaar, 138
E
Communicatiemodule, AS–Interface, 2, 7, 249
een schakelklok, 1
Compatibiliteit, Varianten, 210
EN niet, 99
Connectors , 92
exclusief OF, 102
Constanten , 92 Controle, 73 CSA, 9
F
cULus–goedkeuring, 9
Flankanalyse, 98, 100
Cursor, 49
FM–goedkeuring, 9
Cursorbeweging, 49
Functieblokken, 42
Cursortoetsen, 40, 189
Functiemodule–ASi, 7
Cyclusduur, 289
Functies, 91
D
G
Datum instellen, 207
Gain (versterking), 108
De programmeermodus verlaten, 74
Geheugen bereik, 86
302
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Index beslag, 87 Grens, 86 Grootte van een schakeling, 86 gulden regels, 48
H Hoedrail, 15 Houdrelais, 179 Hysteresis, 172
I Impuls Duur, 129, 132 Pauze, 132 Impulsgever, asynchroon , 131
J Jaarschakelklok, 146
K Klemmen, 39, 95 hi, 41 Ingangen, 41 lo, 41 Uitgangen, 41 van LOGO!, 40 x, 40, 41, 46, 105 Klemmen , 92 Kloktijd instellen, 207 ’Set Clock’, 201, 207
L
Impulsuitvoer, 126
LCD–display, 4, 5
Ingangen, 92 aansluiten, 24 Analoge ingangen, 26, 92 Cursortoetsen, 40 Digitale ingangen, 92 Groepen, 25 negeren, 59, 96, 112 niet gebruikte, 46 Snelle Ingangen, 26 toetsingangen, 94
LED, 293
Inschakeltijdstip, 143 Instellen , 72 Inverter, 103 Invoegen , 69
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Lijst BF, 91, 96, 112 BN, 91 Co, 91, 92 SF, 91 Logische module, 1 LOGO! aan een PC koppelen, 224 bedraden, 22 Bedrijfstoestanden, 36 demonteren, 15 herkennen, 7 inschakelen, 33
303
Index monteren, 15 Opbouw van, 4 Richtlijnen, 11 Varianten, 8
NEN (NAND), 99 Net Aan, 34 Uit, 34
LOGO!–software, 221
NIET (NOT) , 103
LOGO!Soft Comfort, 222
niet bedraade uitgangen, 40
Loopafwijking, 107
niet bedrade uitgangen, 93
M
niet gebruikte aansluitingen, 40, 46 niet gebruikte ingangen, 46
Meldteksten, 184 Font, 190
Niveaus, 95
Menu’s Klokmenu, 50 Parametreermenu, 50 Programmeermenu, 50 Transfermenu, 50
Nulpuntverschuiving, 109, 164
Menu’s van LOGO!, 50
OF, 101
Menustructuur, 295
OF (OR) , 101
Merktekens, 93
OF niet, 102
Modus, Parametreren, 200
Offset, 108
Montage Boorschma, 21 Hoedrailmontage, 16 Wandmontage, 20
Omstelling, Zomertijd en Wintertijd, 78
N
NOF (NOR) , 102
O
Opbouw, 13 met verschillende spanningsklassen, 14 opbouw, Maximale opbouw, 13 Opbouwrichtlijnen, 11
Naam, 60
Open klemmen, 95
Negatie, 103 van een ingang, 59 van een SF–ingang, 96, 112
Opslag, capaciteit, 86
304
opwaartse compatibiliteit, 210
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Index Overzichtsplan, 44
P Parameter, 202 ’Set Param’, 201 Ingangen, 106 T, 106 weergeven/verbergen, 72 Parameters instellen, 199 selecteren, 203 wijzigen, 204 Parametreermenu, 200 Parametreervenster, 142, 186 Parametreren , 71 Paswoord deactiveren, 64 foutieve ingave, 65 toewijzen, 61 wijzigen, 63
verveelvoudigen, 209 wijzigen, 68 Programmacyclus , 289 Programmageheugen, 86 freier, 90 Programmamodule ’Card ––> LOGO’, 219 insteken, 215 Kopiëren , 218 verwijderen, 215 Programmamodule (Card) ’CopyProtect’, 212 Veiligheidsfunctie, 211, 213, 214 Programmanaam lezen, 201 Tekenset, 60 toewijzen, 60 wijzigen, 61
R
PC–kabel, 224 USB, 224
Recycling, 10
PC–LOGO, 224 Planning, 49
Relais–uitgangen, 280 Levensduur, 280 Schakelvermogen, 280
Programm–Modul (Card), ’LOGO ––> Card’, 216
Relaisuitgangen, 31
Programma’s ’Clear Prg’, 77 ’Edit Name’, 60 ’Edit Prg’, 51, 52 ’Paswoord’, 61 archiveren, 209 per post versturen, 209
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Regels, 4 gulden, 48
Remanentie, 108 einschalten/ausschalten, Remanenzart, 72 Remanentie–geheugen, 86 Richtlijnen, 11 RUN, ’Start’, 66
305
Index
S Schakelaar Comfort, 138 Trappenlicht, 135 Schakelklok, Nauwkeurigheid, 107 Schakelprogramma, 86 Schakelprogramma , 86 Schakelprogramma’s invoeren, 54 wissen, 77 Schakelschema, 45 Schakelstroom, maximale, 32 Schakeltoestandswissel, 26 Schuif, 17, 19 Schuifregister, 195 Schuifregisterbits, 40, 94 Sensoraansluitingen, 28 Sensoreigenschappen, 24 SF, 91, 112 Simulatie, 221 Sleepcontact Impulsuitvoer, 126 met flankoverbrugging, 128 snelle telprocessen, 26 software , 221 Softwareschakelaar, 191 Spanningsniveaus , 95 Spanningsvoorziening, aansluiten, Veiligheidsschakeling, 23 Speciale functies, 112 Analoge comparator, 168 306
Analoger Differenz–Schwellwertschalter, 164 Analoge versterker, 177 Analoge waardebewaking, 173 basiskennis, 104 Drempelwaardeschakelaar Analoog, 161 Frequentie, 158 Impulsgever, asynchroon, 131 Meldteksten, 184 Relais Stroomstoot, 181 Vergrendeling, 179 Schakelaar Comfort, 138 Trappenlicht, 135 Schakelklok Jaar, 146 Week, 141 Schuifregister, 195 Sleepcontact Impulsuitvoer, 126 met flankoverbrugging, 128 Softwareschakelaar, 191 Teller, 153 op-/aftellen, 149 toevalsgenerator, 133 Vertraging In-/uitschakeling, 122 Uitschakeling, 120 vertraging accum.inschak, 124 inschakeling, 116 Start, 66 Startgedrag, 292 Stop, 200 Stroom, terugkeer, 33 Stroomstootrelais, 181
LOGO!-Handboek A5E00228752-01
Index Stroomvoorziening, aansluiten, 22 Symbolen, 7 Synchronisatie, 85 ’Sync’, 85 aktivieren, 85 Systeemelementen , 86
T T. Zie tijd Technische gegevens, 265 Algemeen, 265 LOGO! 12..., 274 LOGO! 230...., 267 LOGO! 24, 270 LOGO! AM 2 PT100, 282 LOGO! AM2, 277 LOGO! DM8 12/24R, 274, 277 LOGO! DM8 230R, 267 LOGO! DM8 24, 270 LOGO! DM8 24R, 274 LOGO!Contact, 288 LOGO!Power 12 V, 281, 284
U Uitbreidingsmodule Zie ooc Digitalmodul Digitale moduel, 2 Digitalmodul, 2 Uitbreidingsmodules, 2, 39 Analoge modules, 41 Bedrijfstoestanden, 36 Communicatiemodule, 2 Digitale module, 41 Uitgangen, 92 aansluiten, 31 Analoge uitgangen, 93 Digitale ingangen, 92 niet bedrade, 40, 93 Uitschakeltijdstip, 143 Upgrade, 223 USB, 224
V
Tekenset, 60
Veiligheidsaarddraadaansluiting, 23
Teller, op–/aftellen, 149
Verbergen , 72
Tijd, Genauigkeit der, 107
Verbindingsingangen, 105
Tijdbasis, 71, 117
Verbindingsstekker, 16
Tijdsgedrag, 106
Versterker, Analoog–, 177
Tikfouten corrigeren, 76 Toepassingen, 227
Versterking, 109 Pause, 129
Toetsingangen, 94
Vertraagde in–/uitschakeling, 122
Toevalsgenerator, 133
Vertraagde inschakeling, 116 accumulerend, 124
Transistoruitgangen, 32 Trappenlichtschakelaar, 135 LOGO!-Handboek A5E00228752-01
307
Index Vertraagde inschakeling met accumulatie, 124 Vertraagde uitschakeling, 120
Weergeven, 72 Werk–, gedrag, 292 Wintertijd, 78
Verwijdering, 10 Voor- en achterwaartsteller, 149 Voorbeeld Automatische deur, 233 Fabriekspoort, 245 Aansturen , 249 Controleren , 249 Lichtbanen, 253 Pomp voor gebruikswater, 257 Ventilatiesysteem, 240 Verdere mogelijkheden, 261 Verlichting Gang, 229 Trappenhuis, 229
W Weekdag, 142 Weekschakelklok, 7, 141, 143 instellen, 143 Voorbeelden, 144
X XOF (XOR) , 102
Z Zomer–/wintertijdomsteling, eigen parameters instellen, 83 Zomer–/wintertijdomstelling, 78 te deactiveren, 84 Zommer–/Wintertijdomstelling ’S/W Time’, 78 activeren, 79 Zommerzeit, 78 zonder display, 291 Bedrijfsmouds PC–LOGO, 224 Bedrijfsurenteller uitlezen, 293 Schakelprogramma aanmaken, 37
Weergave van het display, 43
308
LOGO!-Handboek A5E00228752-01