Liturgie en preek Kerstmorgendienst 25 december 2015 Met medewerking van Projectkoor, o.l.v. Ans Haeser Solisten: Gerard Jansen en Janneke Ottens Piano: Jan van Vliet Dwarsfluit: Nadine Keller en Daniëlle Vonk KOMEN Liederen voor de dienst (10:20 uur) Nu zijt wellekome (NLB 476: 1 en 3) Er is een roos ontloken (NLB 473) Komt allen tezamen (NLB 477: 1, 2 en 5) Welkom (10.30 uur – Adri Schuurman Hess) Gedicht: Onderweg (Johan Klein Haneveld) Recht strekt de weg zich uit voor mij. Ik kan het eind niet zien. Ken alleen de geruchten van oude reizigers, zelf zoekend naar een ideaal. Ze tastten voor zich in de lucht. Hun droom door vrienden afgedaan als mooie woorden. Maar ik weet dat ik niet zonder kan. De sleutel die mijn harde hart kan breken, levend maken, glinsterend als goud: hij moet er zijn, ligt achter de horizon verborgen. Dus zet ik de eerste schreden; volg westwaarts het pad. Loop als door het lot gedreven over witte steen naar huis. Nu daalt de zon. Oranje wenkt de einder mij. Mijn pas versnelt. Het duister tracht mij in te halen. Draalde ik? Niet meer. Mijn vingers in mijn oren kijk ik vooruit. Links en rechts prijst men and’re wegen naar eindes die ik met het oog kan zien. Glimmende ramen in het moeras. Veilig. Comfort om mij in te verliezen. In een klein huis in slaap gesust zonder nog te ontwaken. Dus zing ik zo hard ik kan, negeer mijn zere voeten. Ren
waarheen de weg mij leidt En hoop ooit aan te komen.
We gaan staan en zingen
Aanvangslied: “Wij trekken in een lange stoet” (NLB 506: 1, 2 en 4) Moment van Stilte Begroeting en bemoediging V: Genade en vrede voor u en jullie allemaal, van God onze Vader en van Jezus Christus onze Heer – A.: AMEN V: Onze hulp is in de naam van de Eeuwige die de hemel en de aarde heeft gemaakt A: DIE DICHTBIJ ONS IS, ALS EEN MENS TUSEN DE MENSEN, IN JEZUS, ZIJN ZOON. Drempelgebed V: Goede God, met ogen vol verlangen zien wij naar U uit A: HIER ZIJN WIJ GOD, UW KINDEREN V: Wij zoeken licht voor ons hart en ons leven. A: WIJ ZOEKEN LICHT VOOR ONSZELF EN ELKAAR V: Maak ons open voor u en voor elkaar zodat we mee kunne doen met het feest en voluit meezingen met het engelenkoor over uw vrede op onze aarde. A: AMEN allen gaan zitten Psalm van de Zondag: Psalm 98: 1 Kyrie (naar Mirad van Ad de Bont) Maria: Sorry Sorry dat wij hier zijn Dat wij jullie tijd in beslag nemen. Jozef: Sorry Maria: Sorry dat wij jullie lucht in ademen Jozef: Dat wij op jullie bodem lopen Maria: Dat wij voor jullie uitzicht staan Jozef: Sorry Maria: Ja, sorry. Jozef: Sorry dat wij eruit zien Zoals wij eruit zien. Maria: Zo lelijk. Jozef: Nee, niet lelijk – anders Maria: Lelijk. Wij zijn lelijke mensen. Jozef: Ik misschien wel, maar jij niet. Maria: Lelijke mensen in lelijke kleren. Jozef: Je bent niet lelijk. Maria: Dat ben ik wel. Voor hen ben ik dat wel. Jozef: Voor mij ben je nog net zo mooi als… Maria: Jozef, alsjeblieft! Jozef: Sorry. Maria: Sorry dat wij jullie rust verstoren
Jozef: Maria: Jozef: Maria: Jozef: Maria: Jozef:
Alsof jullie al niet genoeg voor ons doen. Sorry, dat wij niet dankbaar en tevreden zijn. Niet genoeg tenminste En dat wij geen Johan of Esther of Jaap of Marjolein heten. Maar Jozef en Maria. Sorry dat we in een gewoon huis willen wonen Eén van jullie huizen. Maria: dat we niet nee hebben gezegd. Jozef: dat we in jullie treinen en bussen zitten. Maria: en op jullie bankjes in jullie zon. Jozef: Ook sorry dat we niks bij ons hebben. Maria: Geen fles wijn of een bos bloemen. Jozef: of een diaserie of foto’s op mijn i-Phone. Maria: Het enige dat we hebben is een verhaal. Jozef: En nog een akelig verhaal ook. Maria: Maar het is et onze. We hebben geen ander. Opmaat naar het Gloria Zoveel verhalen. Op televisie, op de sociale media, in de krant. Zo veel verhalen die ons raken en dichtbij komen. Omdat mensen van ver een naam en een gezicht krijgen. Omdat we op deze eerste Kerstdag iet van god in die namen en gezichten herkennen. God geen naamloze mensen een naam. God wordt onder ons geboren en hij heet: Jezus God redt. Laten wij daarom een loflied zingen: Glorialied: Eer zij God in onze dagen: 1 en 2 (NLB 487) WOORD Gebed voor de Kerstdag Advents- en kerstproject met de kinderen Ik ga op reis en ik neem mee… Projectlied: “Zomaar te gaan” (NLB 806: 1, 2 en 3) Kinderen gaan naar de kindernevendienst Klein Kerstoratorium (Huub Oosterhuis en Antoine Oomen) Preek Muzikaal intermezzo Jan van Vliet op de piano ANTWOORD Gebeden Mededelingen Gaven, tijdens de collecte zingen we: “Midden in de winternacht” (NLB 486: 1 en 4) en “Betlehem, o uitverkoren stad” (NLB 498: 1, 2 en 3) – ook komen de kinderen terug. GAAN
Slotlied “Hoor de engelen zingen de eer” (NLB 481: 1 en 3) Zegen beantwoord met: Lied: “Kind ons geboren” (NLB 491) Kerstpreek 2015 Alles klinkt dit jaar anders in het Kerstevangelie. Hoe bekend het verhaal ook weer klonk zojuist. Lucas 2 gezongen door Janneke Ottens: “En het geschiedde in die dagen…”. Toch heb ik er dat jaar een heel ander gevoel bij en heel andere beelden in mijn hoofd. En ik ben niet de enige. Zo merk ik om mij heen. Toen Quirinius landvoogd over Syrië was… Alleen al dat woord, dat land: Syrië. Dat roept zoveel actualiteit op op deze Eerste Kerstdag 2015. Toen Assad president was over Syrië… En allen gingen op reis om zich te registreren, een ieder naar een land, een stad, waar het veilig is. Een stad van David, de stad van vrede. Ook Yoessoef ging op weg vanuit Koerdistan, uit de stad Kobani, naar het Westen, liftend, lopend, varend. Om zich daar te laten registreren. Maar in de chaos van Griekenland en Macedonië was van registreren geen sprake. Ze namen de trein en via Duitsland kwamen ze in Nederland terecht, omdat hij daar nog ergens verre familie had. En daar liet hij zich registreren, samen met Miryam, zijn vriendin, die zwanger was. Het moet een massale volksverhuizing geweest zijn – aan het begin van onze jartelling. Iedereen op gezag van de keizer onderweg, om je te laten inschrijven in de stad van je voorouders. Overal crisisopvang. Haastig neergezette stretchers in sporthallen. Vrijwilligers uit alle hoeken en gaten om te helpen. Kledinginzamelingsacties en activiteiten op scholen en bij verenigingen. Maar ook weerstand. Er zijn hier al genoeg vluchtelingen. Er is geen plaats meer in onze stad. Ik vind het eng al die berooide mensen. Ze spreken onze taal niet. Ze hebben een ander geloof. Moet dat nu allemaal – hier, bij mij op de hoek? “Zij bracht een zoon ter wereld, haar eerst geborene, wikkelde hem in doeken en legde hem neer in een kribbe, omdat er geen plaats voor hen was in de herberg.” Het verhaal van Kerst komt dichtbij vandaag. Alsof het vandaag gebeurt. Alsof je het ziet op televisie. Alsof je er onderdeel vanuit maakt tijdens inspraak avonden in het stadhuis, of als vrijwilliger in de Veur. Overal zie je het voor je. Vaders en moeders, kinderen soms met tassen en tasjes op zoek zijn naar een veilige plek - om zich te laten in schrijven. Het kwam de afgelopen weken hier in onze eigen kerk nog dichterbij. Ook wij waren op weg. Niet te vergelijken met de ontheemden uit Syrië en Irak, maar toch: op weg. Hier in de kerk. En ook dat voelde niet gemakkelijk. Wat blijft er over van het liturgisch centrum als je het onttakelt. Als we het hier op zondagochtend met elkaar moeten doen met wat er voor handen is?. Wat blijft er over van
de voorganger, zonder lessenaar om zich achter te verschuilen, zonder toga om hem boven zichzelf te laten uitstijgen… Wat blijft erover van het avondmaal? Met een reisbeker en statafels… Het schuurde de afgelopen weken, en ook vandaag nog. Ook wij werden hier in de kerk gedwongen om op zoek te gaan naar de kern. Naar wat ons op de been houdt. Naar wat veiligheid biedt. Ook wij werden kwetsbaar – zeker hier op het lege podium. Kwetsbaar met wat papieren in je hand of op de grond – en wat er in je hart en in je hoofd zit aan geloof en liefde, Geen liturgische opsmuk, geen uiterlijk vertoon, maar alleen het hoognodige. Een bijbel, een liedboek, een collectezak, een beker en wat matses. Alleen wat in de reistas past. “Wat een verademing!”, zei de één. “De dienst was losser, de voorganger sprak vrijer. Het kwam recht uit zijn hart en ik werd aangesproken!” “Wat een armoe,” dacht de ander. “Kaal en leeg, geen sfeer, geen eerbied. Is dat nu nodig?” Ja, het is nodig! Zo vonden wij. Het is nodig om ons te bepalen bij de grondtoon van de Bijbel. De Bijbel is een groot reisverhaal. Geen uiterlijk vertoon, maar alleen het hoognodige. Kwetsbaar en alleen wat er in je hart en in je hoofd zit aan geloof en liefde, alleen dat telt. De gelovigen in de bijbel zijn nooit echt gesetteld. En als ze vaste grond onder hun voeten hebben gevonden. In het beloofde land, dan gaat het juist mis. Dan roesten ze vast. Dan verliezen ze God uit het oog. Gelovigen zijn mensen van de weg. Met zo min mogelijk ballast, op weg. Op de weg door het leven, op weg met God. Een zoektocht, een opgave. Een reis. Als de reist stokt, als de stoet tot stilstand komt, als we te veel spullen en waarheden om onszelf heen verzamelen, dan komt ook ons geloof tot stilstand. Dan stokt de ontwikkeling. Dan wordt het leven te gemakkelijk en verliezen we God uit het oog. God is altijd in beweging en wij moeten soepel, in beweging blijven om hem te blijven herkennen, om hem te blijven ontmoeten. Jozef en Maria zijn op weg vandaag. Opgeschrikt uit hun bestaan, dat net begon te settelen. En stem van boven die vertelde dat zij drager mochten zijn van een hemels geheim. Wat een schrik en wat een vreugde tegelijk. En dan is er een en al beweging. God zet één vrouw in beweging. Op een schokkende manier. En via Maria komt de hele geloofsstoet weer op gang. Elisabeth, Zacharias, Jozef, herders in het veld. Het schuurt het kerstevangelie. Vrouwen nemen het voortouw in de grote mannen wereld. In Betlehem houden de meesten de deuren gesloten. Nette mensen als u en ik. Ze hebben geen plaats over. Vol is vol. De enige openheid voor het wonder is te vinden bij het uitschot. Ruw volk, dag en nacht buiten voor de schapen. Het schuurt. Waar ben ik in dit verhaal? Veilig thuis, bij de kerstboom en een feestmaal. Met de gordijnen dicht?
Gelukkig neemt God het initiatief. Gelukkig wordt het initiatief overgenomen, aanvaard door een paar mensen. Maryam en Yoessef. Gelukkig dringt het met vertraging ook tot ons door, achter de gordijnen. En komen we weer in beweging. Dankzij dit overbekende verhaal, gaan wij met andere ogen kijken. En ontdekken we iets van Gods kwetsbaarheid. Als wij ons durven opstellen voor het onbekende. Als we door onze angst heen breken en in de onbekende ander een naaste zien, een kind van god. In het licht van Kerst ziet de wereld er anders uit en komen wij iets van God op het spoor. In het ongerijmde, in het onaffe, juist daar waar het schuurt. Als het spannend wordt, als we een grens over durven gaan, uit onze comfortzone. Want daar schijnt het licht van Kerst. Daar komen mensen in beweging. Daar gaan wij meebewegen. Dat licht wens ik u toe deze kerstdagen. Amen.