Wegwijzer van 1 naar 2 Schooljaar 2010-2011
1
Inhoud Beste leerling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Een goede keuze maken… hoe kan dit?. . . . . . . . . . . . . 4 Zo helpen wij je kiezen! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Structuur van het secundair onderwijs.. . . . . . . . . . . . . . 6 Het tweede jaar secundair onderwijs. . . . . . . . . . . . . . . 8 Het tweede leerjaar A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Lessenrooster tweede leerjaar A. . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Beschrijving van de basisopties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 1.Latijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 2.Moderne Wetenschappen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 3.Sociale en Technische Vorming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 4. Mechanica - Elektriciteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 beroepsvoorbereidend leerjaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
2
Beste leerling Beste leerling
Herinner jij je de eerste schooldag nog? Misschien was je wat bang en onzeker, toch ook nieuwsgierig naar wat zou komen... De tijd vliegt en je kijkt nu al uit naar het tweede jaar. Het wordt dus tijd om eens rustig te overlopen welke mogelijkheden er in dat tweede jaar zijn. De volgende bladzijden willen je helpen om vertrouwd te raken met de keuzemogelijkheden die onze school biedt. Lees ze eens rustig door en… wanneer er iets niet duidelijk is, aarzel dan niet om uitleg te vragen. We wensen je alvast veel succes!! Vera Maes, directeur Patrick Van Campenhout, mededirecteur Ineke Van Weymbergh, Karen De Greve en Tanya Lenoir, coördinatoren Lies Mergan, CLB
3
Een goede keuze maken… hoe kan dat?
,,Ogen en oren openhouden, leren ontdekken wie je bent, waar je talenten liggen. Eerlijk nagaan hoe het gesteld is met je interesses, je aanleg en je studie-inzet! Jezelf durven bekijken en weten dat je bent wie je bent, met al je mogelijkheden en beperkingen. ,,Laat je bijstaan in je keuze door je leerkrachten, je CLB-begeleider, je klastitularis, de directie; ze hebben het goed met jou voor. Schakel zoveel mogelijk stoorzenders uit. ,,Laat je keuze niet afhangen van je medeleerlingen en onthoud ook dat alle studierichtingen evenwaardig zijn. Een studierichting moet op jouw maat geschreven zijn. Ieder van ons is uniek! Ieder heeft zijn eigen aanleg en talenten. Zoeken naar een richting die daarbij aansluit, is je hoofdopdracht!
4
Zo helpen wij je kiezen! Stap 1: Dit boekje biedt je informatie over kiezen, de verschillende basisopties, het beroepsvoorbereidend jaar en de bijzondere leervakken. Je klastitularis overloopt alles eens in de klas.
Stap 2: De klastitularis helpt je te werken met jouw Talentenkaart. Het wordt een kennismaking met de verschillende profielen van de basisopties. Je zal er je eigen profiel bepalen.
Stap 3: Jij en je ouder(s) maken een proefkeuze voor een bepaalde basisoptie of leerjaar.
Stap 4: Op de oriënterende klassenraad bespreken de leerkrachten samen met onze CLB-medewerker de verschillende proefkeuzes. Steunend op onze bevindingen, en jouw verlangens stellen wij advies op. U ontvangt hiervan via de Talentenkaart een gemotiveerd verslagje.
Stap 5: Op een speciale ouderavond wordt dit advies besproken. Deze avond is voorbehouden voor de ouders en leerlingen die hierop persoonlijk worden uitgenodigd. Stap 6: Bij het uitreiken van het eindrapport verwachten wij jouw definitieve keuze. 5
Structuur van het secundair onderwijs. Vooraleer we ingaan op de keuzemogelijkheden in het tweede jaar, is het goed om eerst te kijken naar de verdere uitbouw van het secundair onderwijs. Als je een keuze maakt, is het belangrijk te weten welke kant je uit kan na het tweede jaar. Daarom een kleine voorstelling. Je zal merken dat er verschillende basisopties zijn dat iedere richting een eigen profiel heeft. Dat wil zeggen dat de leerstof er op een eigen manier wordt benaderd. Het zal juist de kunst worden om je eigen profiel goed te leren kennen en uiteindelijk die richting te kiezen waarvan het profiel het nauwst aansluit bij dat van jou!
PROFIELEN 1. PRAKTIJKGERICHT Deze richtingen zijn onmiddellijk gericht op het beroepsleven. De leerlingen worden er voorbereid om direct na het secundair onderwijs in een uitvoerende functie op de arbeidsmarkt mee te draaien. Er wordt dus heel veel praktijk aangeboden. Het ‘doen’ is in deze richting toonaangevend. Vb. ,,Personenzorg (beroepssecundair onderwijs BSO) ,, Voeding (BSO) ,, Kantoor – verkoop (BSO) ,, Sanitaire technieken (BSO) ,, Enz…
2. TOEPASSINGSGERICHT Alhoewel deze richtingen reeds wijzen naar een concreet deel van de arbeidsmarkt worden toch nog heel wat algemeen theoretische vakken aangeboden. Deze vakken zoals talen, wiskunde, wetenschappen… krijgen wel een praktische aanpak, er wordt iets mee gedaan. De theorie die je krijgt, staat in functie van wat je ermee kan doen, de aanpak is dus direct toepassingsgericht. Na het zesde jaar van sommige richtingen kan je perfect een job veroveren op de arbeidsmarkt,. Na andere toepassingsgerichte richtingen moet je wel verder studeren om een volwaardige plaats op de arbeidsmarkt te kunnen bekomen. Vb. ,,Dierenzorgtechnieken (technisch secundair onderwijs TSO) ,, Mechanische technieken (TSO) ,, Sociale en Technische Wetenschappen (TSO) ,, Voeding – hotel (TSO) ,, Beeldende en architecturale kunsten (kunstsecundair onderwijs KSO) ,,Enz... 6
3. ABSTRACT EN TOEPASSINGSGERICHT Op het eerste zicht zouden deze richtingen direct naar de arbeidsmarkt kunnen verwijzen, maar dat is niet zo. In deze richtingen komen de algemeen theoretische vakken nog ruim aan bod. De vele taalvakken (3 tot 4 talen) zijn zo aangeboden dat de kennis die je meekrijgt later in het verlengde van de gekozen studierichting kan gebruikt worden. Er is een belangrijk basisaanbod wiskunde en een groot leerstofpakket is aanwezig in de verschillende toepassingsgebieden in deze richtingen. Vb. ,,Handel (technisch secundair onderwijs TSO) ,, Biotechnische Wetenschappen (TSO) ,, Industriële Wetenschappen (TSO) ,, Beeldende en architecturale vorming (kunst secundair onderwijs KSO) ,, Enz…
4. ABSTRACT GERICHT Na deze richtingen in het secundair onderwijs is verder studeren een must. De leerstof is ruim en uitsluitend theoretisch. Toepassingen dienen enkel om de theorie vast te zetten en het inzicht uit te breiden. Wiskunde, talen en de andere algemene vakken staan allen in functie van de verdere studie na het secundair onderwijs. Het is dus een zeer uitgebreid basisaanbod. Vb. ,,Economie (algemeen secundair onderwijs ASO) ,, Latijn (ASO) ,, Humane Wetenschappen (ASO) ,, Sport (ASO) ,, Enz…
7
Het tweede jaar secundair onderwijs 1. ALGEMEEN: Na het eerste leerjaar A kan je twee kanten op: het tweede leerjaar A ofwel het Beroepsvoorbereidend Leerjaar (BVL). Deze keuze is belangrijk omdat die grote gevolgen heeft voor je verdere studies. In het tweede leerjaar A krijg je vooral theorie en word je voorbereid om in de 2de en 3de graad verder te studeren in een studierichting met een bepaald profiel (zie p. 5) naargelang de gekozen basisoptie in het tweede jaar. Het Beroepsvoorbereidend Leerjaar is een voorbereiding op een studierichting binnen het beroepssecundair onderwijs (profiel: praktijkgericht, zie p. 5). In volgend schema geven de pijlen de overgangsmogelijkheden in de middenschool aan:
Tweede leerjaar A
Beroepsvoorbereidend
Latijn
leerjaar A
Latijn
Mod. Wet.
Soc. Techn.
Algemeen vormend
Eerste Leerjaar A
Eerste Leerjaar B
Talenten: omschrijving van de gebruikte begrippen op de talentenkaart. Inzicht:
in elkaar kan steken. Hij kan ook goed overweg met allerlei
Iemand met een groot inzicht begrijpt de leerstof heel
werktuigen (boormachine, tangen, schroevendraaier…)
vlug. Die leerling kan ook gemakkelijk de leerstof in eigen
Sociale vaardigheid:
woorden uitleggen. Ook toepassingen en oefeningen maken
Iemand die goed naar anderen kan luisteren, vlot kan
verloopt heel vlot en correct. Bij zelfstandig werk kan
samenwerken, behulpzaam is en respectvol kan omgaan
deze leerling zonder veel bijkomende hulp doelgericht een
met iedere medemens, is sterk sociaal vaardig.
opdracht uitvoeren.
Studie-inzet:
Leertempo:
Taken zijn keurig verzorgd en op tijd ingeleverd. Toetsen
De leerling met een hoog leertempo heeft weinig tijd nodig
worden altijd ingestudeerd. Tijdens de lessen is deze leerling
om de leerstof goed en nauwgezet in te studeren. Bij
aandachtig, de nota’s zijn goed bijgehouden en fijn verzorgd.
zelfstandig werk heeft deze leerling een eigen werkmethode
Eigen studiemotivatie zorgt ervoor dat bij het zelfstandig
waarmee hij een opdracht snel en nauwkeurig kan uitvoeren.
werken een eigen werkplanning is gemaakt die goed wordt
Technische vaardigheid:
opgevolgd. Een leerling die dat alles zo doet, heeft een heel
Echt technisch vaardig is die leerling die praktische
grote studie-inzet.
werkstukken (vb. werkjes voor Techniek) vlot en nauwkeurig
8
2. PROFIEL VAN DE BASISOPTIES IN HET TWEEDE JAAR: Zoals geschreven op p. 6 “Structuur van het secundair onderwijs” zal je merken dat ieder basisoptie een eigen profiel heeft. Dat wil zeggen dat de leerstof op een eigen manier benaderd wordt en dat een bepaalde basisoptie de verschillende talenten van de leerlingen in een bepaalde mate, meer of minder, aanspreekt. ABSTRACT GERICHT Moderne wetenschappen (MW) Latijn (Lat)
Het wordt nu de kunst om je eigen profiel goed te leren kennen en die basisoptie te kiezen waarvan het profiel het nauwst aansluit bij dat van jezelf. Voorwaar geen gemakkelijke opdracht, maar op onze hulp en adviezen mag je altijd rekenen. Profielen: Alle vakken en leerplannen van de basisvorming in onze drie basisopties zijn dezelfde. De leerstof wordt wel anders benaderd, zo ontstaan de twee volgende profielen. ABSTRACT EN TOEPASSINGSGERICHT Sociale en Technische Vorming (STV) Mechanica-elektriciteit in de Gemeentelijk Technische School
De leerstof wordt in al zijn complexiteit aangeboden en geïntegreerd geëvalueerd.
De leerstof wordt op een minder complexe manier aangeboden, meer eenvoudig en soms in delen geëvalueerd. Voorbeelden MW–LAT Frans STV Leerstof: minder uitgediept Leerstof: sterk uitgediept ,, Vb. woordenschat: alle ledematen ,, Vb. woordenschat: alle ledematen kennen, geen onderdelen kennen, ook de onderdelen ervan ,, Vb. werkwoorden: alle tijden, minder ,, Vb. werkwoorden: alle tijden, ook onregelmatige werkwoorden onregelmatige werkwoorden Evaluatie: minder complexe vraagstelling Evaluatie: complexe vraagstelling ,, Vb. woordenschat opgevraagd ,, Vb. woordenschat opgevraagd deels via invulwoordjes geïntegreerd in een te vertalen zin ,, Vb. spraakkunst: oefeningen ,, Vb. spraakkunst: ook gericht gericht op geziene leerstof op ongeziene leerstof ,, Vb. lezen eenvoudigere teksten ,, Vb. lezen complexe teksten MW–LAT Wiskunde STV Leerstof: minder uitgediept Leerstof: uitgediepte leerstof ,, Vb. meetkunde: minder ,, Vb. meetkunde: alle stellingen en bewijzen stellingen en bewijzen ,, Vb. getallenleer: eenvoudige getallen, ,, Vb. getallenleer: moeilijke getallen, minder breuken, gemakkelijkere breuken, moeilijke exponenten, exponenten, definities enkel in woorden definities in woorden en symbolen ,,Vb. meetkunde bewijzen enkel verklaren ,, Vb. meetkunde bewijzen zelf te geven Evaluaties: voorexamen rond Allerheiligen Evaluaties: grote leerstofgehelen (kleiner leerstofgeheel)
9
Het tweede leerjaar A Goed om te weten… Op het einde van het schooljaar beslist de klassenraad op grond van de jaarresultaten. Die beslissing wordt uitgedrukt in een A-, B-, of C-attest. ,,Een A–attest betekent dat je geslaagd bent en dat je om het even welke basisoptie in het tweede leerjaar mag kiezen. ,,Een B-attest betekent dat je geslaagd bent, maar dat je niet om het even welke basisoptie mag kiezen. Een B– attest zal dus een of meerdere basisopties uitsluiten (clausuleren). Met een B– attest kan je ook beslissen om het eerste jaar over te doen. ,, Een C–attest betekent dat je niet geslaagd bent. In dat geval moet je het jaar overdoen. Heel uitzonderlijk kan de klassenraad beslissen om je een bijkomende proef voor een of twee vakken te geven. In dat geval wordt het attest bepaald nadat het resultaat op deze proef gekend is. Een attest is bindend en geldt niet alleen binnen deze school, maar ook voor elke andere school. Naast een A-, B- of C–attest zal de klassenraad nog een oriënteringsadvies formuleren waarin een bepaalde basisoptie wordt aan– of afgeraden. Een oriënteringsadvies is niet bindend, maar we hopen toch dat jij en je ouders met de gefundeerde argumenten ernstig rekening houden. De uiteindelijke beslissing van je studiekeuze blijft echter altijd het recht van je ouders en van jezelf.
10
Lessenrooster tweede leerjaar A Als je geslaagd bent in het eerste leerjaar A, kun je overstappen naar het tweede leerjaar A. Je lessenrooster in het tweede leerjaar bestaat uit twee delen: 1. de gemeenschappelijke basisvorming die door iedereen gevolgd wordt 2. de basisoptie die je kiest Op deze wijze kun je een studiepakket samenstellen dat het best aansluit bij je belangstelling en je aanleg.
1.Gemeenschappelijke basisvorming De gemeenschappelijke basisvorming omvat 28 lestijden 2 lestijden Godsdienst 4 lestijden Nederlands 4 lestijden Frans 2 lestijden Engels 5 lestijden Wiskunde 2 lestijd Natuurwetenschappen 1 lestijd Aardrijkskunde 2 lestijden Geschiedenis 2 lestijden Techniek 1 lestijden Muzikale opvoeding 2 lestijden Lichamelijke opvoeding 1 lestijd Leefsleutels/leren leren
Hierna volgt de opsomming van de basisopties die in onze school worden aangeboden.
2.Basisopties LATIJN
MODERNE WETENSCHAPPEN
SOCIALE EN TECHNISCHE VORMING
Latijn . 5
Socio– Economische Initiatie 2 Wetenschappelijk Werk 3
Sociale en Technische vorming 5
11
Beschrijving van de basisopties Op de volgende bladzijden gaan we wat dieper in op elk van deze basisopties. Je zult telkens een antwoord vinden op de volgende vragen: 1. Wat is de bedoeling van deze basisoptie? 2. Uit welke vakken bestaat ze? 3. Wat is de inhoud van deze vakken? 4. Wat wordt er van mij verwacht wanneer ik een bepaalde optie kies? 5. Welke studierichtingen uit de tweede graad sluiten aan bij mijn gekozen basisoptie? Je merkt het wel: al die vragen zijn uiterst belangrijk. Het is dan ook nodig dat je rustig de verschillende mogelijkheden overloopt. Zo kom je uiteindelijk samen met je ouders tot een keuze die het best aansluit bij je belangstelling, je bekwaamheid en je karakter.
1.Latijn De optie Latijn wil je via de studie van de taal binnenleiden in de wereld van de Romeinse letterkunde en beschaving. Onze eigen beschaving, onze hedendaagse samenleving is immers sterk beïnvloed door de Romeinse cultuur. De kennis van de Latijnse taal zal je ook helpen om andere talen zoals het Frans, het Italiaans, het Spaans... te leren en om moeilijke woorden in andere vakken te begrijpen. Het instuderen van een vocabularium is bovendien een uitstekende training voor het geheugen en zal je Nederlandse woordenschat gevoelig uitbreiden. Door het maken van vertalingen krijg je een goede oefening in het denken en redeneren. De optie Latijn is een vervolg op de basisoptie Latijn van het eerste leerjaar. Daar deze basisoptie in de eerste plaats voorbereidt op een ASO-richting in de tweede en derde graad, vragen de vakken van de gemeenschappelijke basisvorming een vrij hoog studietempo. De leerkrachten verwachten dat je heel wat theorie verwerkt en dat je inzicht in de leerstof verwerft. Zo zul je zelf verbanden leren leggen en zul je zelfstandig aan moeilijker opdrachten leren werken. 12
Binnen deze basisoptie wordt de leerstof grondig uitgediept. We gaan ervan uit dat je heel wat extra aankunt. Voor Nederlands, Frans en Engels betekent dat concreet dat je de grammatica grondig onder de knie krijgt. Tevens zullen de aangeboden teksten complexer van inhoud zijn. Bij wiskunde zul je heel wat tijd besteden aan het verwerken van bewijzen uit de meetkunde en het maken van moeilijker opdrachten bij getallenleer. Kortom, een HELE UITDAGING!
A) Lessenrooster Godsdienst. . . . . . . . . . . . . . . . .2 Natuurwetenschappen. . . . . . 2 Aardrijkskunde. . . . . . . . . . . . . 1 Geschiedenis. . . . . . . . . . . . . . .2 Techniek. . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Muzikale Opvoeding. . . . . . . . 1 Lichamelijke Opvoeding. . . . . 2 Leefsleutels – Leren Leren. . . 1 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . .4 Frans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Engels.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Wiskunde. . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Latijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
B) Specifieke vakken Latijn In eerste instantie wordt de grammaticale leerstof (vervoegingen en verbuigingen) herhaald, maar al snel komen nieuwe aspecten aan bod : de verschillende tijden van het werkwoord, typische Latijnse constructies als de infinitief-zin, syntaxis van de naamvallen... met als doel boeiende teksten te lezen. Cultuur en teksten sluiten nauw bij elkaar aan en behandelen vooral de geschiedenis vanaf de Trojaanse oorlog, over de stichting van Rome en de eerste koningen, tot de moord op Caesar en de brand van Rome ten tijde van keizer Nero. Vocabularium studeren blijft een dagelijkse bezigheid. Alle woordjes worden herhaald, maar je leert er ook nieuwe bij met aandacht voor afleidingen in moderne talen. In het tweede jaar leggen we dus een grondige basis voor de tweede graad waarin je steeds meer authentiek tekstmateriaal zal lezen.
C) Aanwijzingen voor je studiekeuze Deze basisoptie kun je aanvatten als je: a) interesse hebt voor de taal, de geschiedenis en de cultuur van oude volkeren b) over voldoende taalvaardigheid beschikt en belangstelling hebt voor de studie van talen c) aanleg hebt voor woord- en zinsontleding d) gemotiveerd bent om elke dag vocabularium te studeren en je leerstof bij te houden e) in het eerste jaar goede resultaten behaalt voor Klassieke Studiën en vlot overweg kunt met het vertalen van Latijnse zinnen f) profiel zo nauw mogelijk aansluit op het profiel van deze basisoptie. Natuurlijk zijn alle gewenste niveaus (vakken – talenten) slechts richtcijfers. Maar toch zullen ze jou helpen om een echt goede keuze te maken.
VAKKEN Nederlands Frans Wiskunde Latijn In percent <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80
TALENTEN Inzicht Schaal
1
2
Leertempo 3
4
1
2
3
Technische vaardigheid 4
1
2
3
Sociale vaardigheid 4
1
2
3
Studie-inzet 4
1
2
3
4
D) Wat na het tweede jaar? In onze bovenbouw kun je in de tweede graad kiezen voor: ,,Latijn ,,Economie ,, Wetenschappen ,, Human e wetenschappen ,, Handel ,, Sociaal Technische Wetenschappen Ook andere richtingen blijven mogelijk.
Talentenschaal:. . . . . . 1 = dit talent wordt aangesproken 4 = dit talent wordt heel erg sterk aangesproken
13
2.Moderne Wetenschappen De optie Moderne Wetenschappen (MW) wil je meenemen op een verkenningstocht doorheen het ingewikkelde netwerk van onze hedendaagse samenleving, die onder meer steunt op twee belangrijke wetenschappen: de economie en de natuurkunde. Het is de bedoeling van deze optie dat je enerzijds inzicht verwerft in natuurkunde en laboratoriumwerk en anderzijds kennis maakt met enkele eenvoudige economische begrippen. Daar deze basisoptie in de eerste plaats voorbereidt op een ASO- richting in de tweede en derde graad, vragen de vakken van de gemeenschappelijke basisvorming een vrij hoog studietempo. De leerkrachten verwachten dat je heel wat theorie verwerkt en dat je inzicht in de leerstof verwerft. Zo zul je zelf heel wat verbanden leren leggen en zul je zelfstandig aan moeilijker opdrachten leren werken. Binnen deze basisoptie wordt de leerstof grondig uitgediept. We gaan ervan uit dat je heel wat extra aankunt. Voor Nederlands, Frans en Engels betekent dit concreet dat je de grammatica grondig onder de knie krijgt.
B) Specifieke vakken 1. Socio-Economische Initiatie (SEI) In het vak S.E.I. worden facetten uit het sociaal en economisch leven behandeld. Economie gaat over mensen, die bezig zijn met produceren, verdelen en consumeren. Er wordt bekeken hoe de mens ernaar streeft zo goed mogelijk in zijn talrijke behoeften te voorzien en hoe hij voortdurend keuzes maakt. Niet alleen de consumenten maar ook de producenten en de overheid staan dagelijks voor vele problemen. 14
Tevens zullen de aangeboden teksten complexer van inhoud zijn. Bij wiskunde zul je heel wat tijd besteden aan het verwerken van bewijzen uit de meetkunde en het maken van moeilijker opdrachten bij getallenleer. Kortom, een HELE UITDAGING!
A) Lessenrooster Godsdienst. . . . . . . . . . . . . . . . .2 Natuurwetenschappen. . . . . . 2 Aardrijkskunde. . . . . . . . . . . . . 1 Geschiedenis. . . . . . . . . . . . . . .2 Techniek. . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Muzikale Opvoeding. . . . . . . . 1 Lichamelijke Opvoeding. . . . . 2 Leefsleutels – Leren Leren. . . 1 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . .4 Frans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Engels.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Wiskunde. . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Socio–Econ. Initiatie . . . . . . . . 2 Wetenschappelijk Werk. . . . . 3
Enkele thema’s die hierbij aan bod komen: ,,de prijsvorming ,,gebruik betaalmiddelen ,,inkomsten en uitgaven van gezinnen ,,…. Voor wat het sociale aspect betreft, zullen wij aandacht hebben voor het gedrag van mensen, individueel of in groep. We observeren dit gedrag en zoeken naar verklaringen. We bestuderen ook elementen die onze cultuur mede bepalen zoals reclame, media, politiek. 2. Wetenschappelijk Werk (WW) Hier leer je door het uitvoeren van natuurkundige proeven een eenvoudige maar
correcte wetenschappelijke werkwijze. Vooral het onderwerp elektriciteit zal aan bod komen. Tevens zul je aan de hand van proeven leren verklaren wanneer voorwerpen in evenwicht zijn, hoe hefbomen en balansen werken, waarom voorwerpen zinken, zweven of drijven, hoe een thermometer werkt … Deze experimenten kun je zelf onder begeleiding van de leerkracht uitvoeren. Zo ben je in staat een probleem te analyseren. Ook zul je hierdoor met meer aandacht en kritische zin leren waarnemen. Je zult een bekomen resultaat nauwgezet bekijken en niet zomaar een besluit formuleren. Je zin voor nauwkeurigheid zal hierbij zeker ontwikkeld worden. Op deze wijze ontdek je duidelijker het werkterrein en de werkmethode van de natuurwetenschappen. 3. Projectwerking Via een projectwerking zul je een eenheid tussen de vakken S.E.I. en Wetenschappelijk Werk ervaren.
C) Aanwijzingen voor je studiekeuze Deze basisoptie kun je aanvatten als je: ,,belangstelling hebt voor de actualiteit, vooral voor het economische en sociale leven ,, een flinke brok theorie wilt afwisselen met wetenschappelijk werk ,, geen moeite hebt met de verwerking van de algemene vakken zoals Nederlands, Frans, wiskunde ,, profiel zo nauw mogelijk aansluit op het profiel van deze optie. Natuurlijk zijn alle gewenste niveaus (vakken – talenten) slechts richtcijfers. Maar toch zullen ze jou helpen om een echt goede keuze te maken.
VAKKEN Nederlands Frans Wiskunde Latijn In percent <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80
TALENTEN Inzicht Schaal
1
2
Leertempo 3
4
1
2
3
Technische vaardigheid 4
1
2
3
Sociale vaardigheid 4
1
2
3
Studie-inzet 4
1
2
3
4
D) Wat na het tweede jaar? In onze bovenbouw kun je in de tweede graad kiezen voor: ,,Latijn ,, Wetenschappen ,, Humane wetenschappen ,, Handel ,, Sociaal Technische Wetenschappen Ook andere richtingen blijven mogelijk.
Talentenschaal 1 = dit talent wordt aangesproken 4 = dit talent wordt heel erg sterk aangesproken
15
3.Sociale en Technische Vorming Sociale en Technische Vorming wil je vertrouwd maken met drie aspecten die in onze hedendaagse wereld een belangrijke betekenis hebben: wetenschappelijke, technische en sociale componenten. De mens kan zich maar ontplooien als hij in zijn materiële behoeften kan voldoen, de kans krijgt om kennis en vaardigheden te verwerven en hij door anderen gewaardeerd wordt. Om in die menselijke noden te voorzien, voert de mens een aantal technische activiteiten uit. Hierbij moet de mens zich bij alle activiteiten bewust blijven van zijn sociale verantwoordelijkheid. Kiezen voor Sociale en Technische Vorming betekent dus kiezen voor wetenschap en techniek naast de zorg voor mens en milieu. Sociale en Technische Vorming bereidt vooral voor op een TSO–studierichting in de tweede graad. Deze basisoptie geeft je de mogelijkheid om het programma van de algemene vakken van het tweede leerjaar in een aangepast tempo te verwerken. De leerkrachten besteden veel aandacht aan het herhalen en inoefenen van de leerstof. Onder hun begeleiding zoek je bij problemen
B) Specifieke vakken In het vak “Sociale en Technische Vorming” bestaat er een evenwicht tussen sociale en technische vaardigheden enerzijds en het verwerven van kennis anderzijds. Tijdens de praktische realisaties worden de sociale en technische vaardigheden geoefend, gesteund op een aantal theoretische inzichten. Bij het theoretische gedeelte komen onderwerpen zoals tijd, lengte, temperatuur… aan bod. Bij de sociale en technische componenten staan volgende vaardigheden centraal: 16
naar verbanden tussen leerstofonderdelen en bouw je stap voor stap een redenering op om zo tot het juiste antwoord te komen. Op die manier wil men je op weg zetten om zelfstandiger te denken en te werken. Voor Nederlands, Frans, Engels wordt voor grammatica vooral de basisleerstof behandeld. Het tekstmateriaal dat aangeboden wordt, is duidelijk gestructureerd. In de lessen wiskunde ligt de klemtoon eveneens op de verwerking van de basisleerstof. Veel aandacht gaat naar de inoefening van de getallenleer en naar het maken van constructies in de meetkunde. Het theoretische gedeelte wordt minder uitgediept.
A) Lessenrooster Godsdienst. . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . 2 Natuurwetenschappen. . . . . . . . . . . . . 2 Aardrijkskunde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Geschiedenis. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . 2 Techniek. . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . 2 Muzikale Opvoeding. . . . . . . . . . . . . . . 1 Lichamelijke Opvoeding. . . . . . . . . . . . 2 Leefsleutels – Leren Leren. . . . . . . . . . 1 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . 4 Frans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Engels.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Wiskunde. . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . 5 Sociale en Technische Vorming . . . . 5 Sociale vaardigheden ,,Luisteren naar elkaar ,,Respectvol omgaan met elkaar ,,Behulpzaam zijn ,,Samenwerken Technische vaardigheden ,,Methodisch werken ,,Hygiënisch werken ,,Milieubewust werken ,,Veilig werken ,,Ergonomisch werken
De betrokkenheid en inbreng van de leerling staan centraal
C) Aanwijzingen voor je studiekeuze
Bij het evalueren wordt niet alleen de kennis getoetst, ook de vaardigheden. Bij het evalueren van de vaardigheden wordt rekening gehouden met de manier van werken bij het zoeken naar oplossingen, met het opvolgen van feedback en uiteraard ook met het eindproduct.
Je houdt van mensen. Je vindt het boeiend naar ze te luisteren. Je werkt graag in groep. Je wilt weten hoe de mens functioneert in de samenleving en je bent bereid hierover na te denken. Kennis verwerven vind je noodzakelijk en je steekt ook graag de handen uit de mouwen.
,,profiel van de basisoptie: het is dus wenselijk dat jouw profiel zo nauw mogelijk aansluit op dit profiel. Natuurlijk zijn alle gewenste niveaus (vakken – talenten) slechts richtcijfers. Maar toch zullen ze jou helpen om een echt goede keuze te maken.
Het is voor jou een uitdaging om een nieuwe opdracht creatief aan te pakken. Als jij je hiertoe geroepen voelt, dan is STV echt iets voor jou!
VAKKEN Nederlands Frans Wiskunde Latijn In percent <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80
TALENTEN Inzicht Schaal
1
2
Leertempo 3
4
1
2
3
Technische vaardigheid 4
1
2
3
Sociale vaardigheid 4
1
2
3
Studie-inzet 4
1
2
3
4
D) Wat na het tweede jaar? Talentenschaal:. . . . . . Als rechtstreekse vervolgrichtingen op deze basisoptie kun je in onze bovenbouw in de tweede graad voor volgende studierichtingen kiezen: ,,Sociale en Technische Wetenschappen ,,Handel Ook andere ‘toepassingsgerichte’ en ‘abstract en toepassingsgerichte’ studierichtingen in TSO en KSO zijn mogelijk in andere scholen.
1 = dit talent wordt aangesproken 4 = dit talent wordt heel erg sterk aangesproken
17
4. Mechanica - Elektriciteit Voor meer inlichtingen over deze richting verwijzen wij graag naar het infoboekje van de Gemeentelijke Technische School Merchtem (GTSM). ,, profiel van de basisoptie: het is wenselijk dat jouw profiel zo nauw mogelijk aansluit op dit profiel. Natuurlijk zijn alle gewenste niveaus (vakken – talenten) slechts richtcijfers. Maar toch zullen ze jou helpen om een echt goede keuze te maken.
VAKKEN Nederlands Frans Wiskunde Latijn In percent <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80 <60 >60 >70 >80
TALENTEN Inzicht Schaal
1
2
Leertempo 3
4
Talentenschaal:. . . . . . 1 = dit talent wordt aangesproken 4 = dit talent wordt heel erg sterk aangesproken
18
1
2
3
Technische vaardigheid 4
1
2
3
Sociale vaardigheid 4
1
2
3
Studie-inzet 4
1
2
3
4
Het beroepsvoorbereidend leerjaar Goed om te weten… Je kiest voor het Beroepsvoorbereidend Leerjaar indien je eerder praktisch dan wel theoretisch gericht bent. Hou er dan wel rekening mee dat je na dit tweede jaar, normaal gesproken, alleen kan verder studeren in het beroepsonderwijs. Na het zesde jaar heb je dan voldoende kennis en ervaring opgedaan om onmiddellijk in het beroepsleven te stappen. Daar bestaat ook de mogelijkheid om een zevende specialisatiejaar BSO te volgen. Dat biedt je de kans om je in een of ander domein te vervolmaken. Kantoor is hier een voorbeeld van. Het volgen van een zevende specialisatiejaar BSO biedt ook het voordeel dat je hierdoor een getuigschrift secundair onderwijs kan behalen, waardoor andere studiemogelijkheden binnen het hoger onderwijs toegankelijk worden. In onze school bieden we twee beroepenvelden aan: ,, voeding–verzorging ,, kantoor-verkoop Na de middenschool wordt de beroepsopleiding verder gezet in gespecialiseerde scholen. 19
A) Lessenrooster BVL Basisvorming Godsdienst. . . . . . . . . . . . . . . . .2 lestijden Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . .5 lestijden
B) Specifieke vakken Kantoor en Verkoop Dactylo In het Beroepsvoorbereidend Leerjaar krijg je de basisvorming die een goede typiste nodig heeft. Je leert spelenderwijs blind en foutloos typen (blind betekent zonder naar de toetsen te kijken). Je maakt ook kennis met het programma “Paint”.
Leefsleutels Frans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Wiskunde. . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Natuurwetenschappen. . . . . . 2 Maatschappelijke vorming . . . 2 Muzikale opvoeding . . . . . . . . 1 Plastische opvoeding. . . . . . . . 1 Lichamelijke opvoeding . . . . . 2
lestijden lestijden lestijden lestijden lestijd lestijd lestijden
Beroepenveld kantoor en verkoop Dactylo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 lestijden Handel.. . . . . .. . . . . . . . . . . . . .2 lestijden Beroepenveld verzorging en voeding Textiel en wonen . . . . . . . . . . 2 lestijden Voeding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 lestijden Personenzorg. . . . . . . . . . . . . . .2 lestijden
Verzorging en Voeding Personenzorg Het is belangrijk dat je de nodige aandacht schenkt aan je gezondheid en je uiterlijk. Zo komen onder andere hygiëne, make-up en manicure aan bod. Het spreekt vanzelf dat je naast de praktisch gerichte oefeningen ook de nodige theorie dient te verwerken. Deze lessen willen je immers een eind op weg helpen om een goede keuze te maken tussen allerlei gewoonten en opvattingen rond gezondheid en lichaamszorg. Realisatietechnieken: Voeding Je maakt kennis met de belangrijkste voedingsmiddelen en bereidt deze op verschillende wijzen. Het is vanzelfsprekend dat je hierbij de voornaamste keukentoestellen goed kan gebruiken. Ook leer je technieken aan als schillen, snijden, raspen... Gerechten en dranken zal je volgens de regels der kunst serveren. Tevens leer je een feesttafel op een fijne manier verzorgen. Realisatietechnieken; Textiel en Wonen Heb je al eens opgemerkt hoeveel verschillende materialen er thuis in de woning werden gebruikt? Misschien is er een houten zoldering aangebracht of werd een wand met textielpapier behangen? In badkamer en keuken zijn wellicht tegels geplaatst. In deze lessen leer je daarom textielgrondstoffen, metalen, glas, keramiek….. beter kennen. Zo doe je heel wat nuttige kennis op om de woning niet alleen praktisch, maar ook sfeervol in te richten.
20