DPB-Brugge jaarthema schoolpastoraal kleuter- en basisonderwijs
maandelijks aanbod – oktober 2011
… wegwijzer naar God weet waar … 1. Een visuele voorstelling van het maandembleem. reisgids, wegwijzer, verrekijker, spel, wandelstok, GPS, open slagboom, zonnebril, sleutelgat, ansichtkaart.
2. Aanzetten voor een gebedsmoment, een celebratie. We bieden bewust GEEN totaal uitgewerkte „vieringen‟ aan. We bieden wel teksten, ideeën, … aan die school kan gebruiken als aanzet om een schooleigen viering mee samen te stellen.
3. Het gebed van de week – oktober. Dit is een verdiepend moment voor alle onderwijsverstrekkers. Niet bedoeld dus om te gebruiken op de werkvloer van de klas. Wel bestemd voor persoonlijke overweging en gebed, tijdens personeelsvergaderingen, … . Dit gebed van de week wordt telkens opgebouwd vanuit het maandthema van leeftocht VSKO. Zie: www.dpbbrugge.be/schoolpastoraal. Rubriek: gebed van de week.
4. Extra: enkele teksten te gebruiken op personeelsvergaderingen (thema Missio: „solidariteit‟).
5. Twee boekentips.
1
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
1. Een visuele voorstelling van het maandembleem: wegwijzer.
Het moeilijkst vind je de weg naar de wegwijzer. W. Brudzinski
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
2
2. Aanzetten voor een gebedsmoment, een celebratie.
2.1. oktobercampagne 2011 in een notendop -achtergrondinfo voor de leraar-
Oktober. In oktober nodigt de geloofsgemeenschap ons uit om horizonten te verleggen. Over alle grenzen heen zendt Jezus al tweeduizend jaar mensen uit om het Evangelie te brengen. Ook wij hebben gehoord over Jezus‟ Boodschap doordat anderen er ons hebben over gesproken. Overal moet de Goede Boodschap klinken dat wij in Jezus gered zijn: oktober is missiemaand! Missio als internationale organisatie: DRIE klemtonen. Missio is een internationale kerkorganisatie die de spiritualiteit en verbondenheid met mensen van andere culturen, nationaliteiten en religies promoot. Dit door te bouwen aan een cultuur van ontmoeting, dialoog en solidariteit. Missio probeert in de eerste plaats verschillende culturen samen te brengen in ontmoeting. Ontmoeting met leeftijdsgenoten, met geloofsgenoten, met mensen die er een andere levensovertuiging op na houden, …. We sporen mensen aan om de rijkdom te ontdekken van de ontmoeting en stappen te zetten naar andere continenten. Als kerkorganisatie wijzen we daarnaast op de open houding die christenen aan de dag dienen te leggen om hun geloof te delen met anderen. Om een dialoog op gang te trekken in deze tijd van versnelde mondialisering en mediatisering. Om concreet tijd te maken en te luisteren naar mensen met een andere huidskleur, religie of cultuur. Tot slot richt de solidariteit waar Missio voor staat zich op de meest kwetsbaren. Via een zeer uitgebreid netwerk van scholen, kerken, parochies en vormingscentra geeft Missio financiële steun aan meer dan 1000 lokale gemeenschappen in Afrika, Latijns-Amerika, Azië… . Missio is aanwezig in een 130-tal landen in alle continenten. Elke Missio-dienst waar ook, houdt zich hoofdzakelijk bezig met twee dingen: sensibilisering/vorming en fondsenwerving.
3
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
Oktobercampagne 2011, samengevat.
Tijdens de missiemaand van oktober 2011 roept Missio op tot solidariteit met christenen in het Midden-Oosten. Vertrekkend vanuit de solidariteit van de barmhartige Samaritaan nemen we een kijkje in het Midden-Oosten. De christenen hebben het daar niet gemakkelijk. Ze worden geconfronteerd met oorlogssituaties, discriminatie, verdrukking en vervolging. Velen vluchten er de laatste jaren weg en zochten hun heil in buurlanden of in andere delen van de wereld.
De Missio-campagne van het jaar 2011 staat dan ook uitdrukkelijk in het teken van
solidariteit.
“In ons westers denken zien we dat solidariteit dikwijls ontstaat omdat anderen het niet zo goed hebben als wijzelf. Het gaat hierbij vooral om het goed gevoel dat iemand zelf overhoudt bij geboden hulp. In het verhaal van de barmhartige Samaritaan draait Jezus de volgorde helemaal om. Niet wijzelf, en onze gevoelens, maar de ander komt centraal te staan. Er zijn drie personen die de overvallen Jood voorbij gaan. Ieder van hen heeft het druk en probeert zijn eigen levensdroom te vervullen. Maar alle drie worden ze in hun zelfrealisatie doorbroken door het slachtoffer. De overvallen Jood nodigt hen uit om hun plannen te wijzigen. Ze staan voor de keuze: ze kunnen de andere volledig negeren en voor dood achterlaten of ze kunnen hun eigen plannen volledig in vraag stellen door de oproep die van de ander uitgaat. In dit laatste geval gaat het initiatief niet meer uit van mezelf maar is het de andere die door zijn begrensdheid een beroep doet op mijn hulp. De berooide Jood stelt de drie voorbijgangers de vraag in alle vrijheid hun verantwoordelijkheid op te nemen. In dit Bijbelverhaal wordt liefde een gebod. De ander wil als doel geliefd worden, niet als middel. Solidair zijn met de andere baseert zich niet op een subjectief gevoel maar op een objectieve oproep om de andere niet in je bestaan te negeren. Solidariteit is een plicht, waar ik me niet kan aan onttrekken, maar je kan deze wel naast je neerleggen. Het al dan niet beantwoorden van de oproep tekent mijn hele leven omdat het om een grondhouding gaat. Het gaat om een houding in nederigheid, waarbij we er niet op uit zijn om onszelf te realiseren, niet uitkijken naar dankbaarheid en erkenning. In de context van de parabel van de barmhartige Samaritaan wordt solidariteit de verantwoordelijkheid door en voor de andere. De Samaritaan geeft zijn kennen, kunnen en zijn financiële middelen ter beschikking van de andere. Christelijke solidariteit gaat nog verder en dient steeds binnen de evangelische context van het geloof begrepen worden. Het heeft wezenlijk met de liefde van en tot God te maken. Naastenliefde getuigt enerzijds van een authentiek geloof en getuigt anderzijds van God zelf, meer concreet het wezen van God die zelf die liefde is.” Michel Coppin, nationaal directeur van Missio.
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
4
2.2 aanzetten voor klascelebratie rond PAULUS We kiezen ervoor om deze maand te werken rond de figuur van Paulus, verkondiger in de eerste kerk, missionaris van het eerste uur.
2.2.1 De levensloop van Paulus. Op reis met Paulus. In de eerste jaren na Jezus‟ dood en verrijzenis kwamen er heel veel nieuwe christenen bij. Jezus‟ leerlingen, de apostelen, vertelden over Hem. Over hoe Hij over zijn Vader sprak. Dat deden ze in Jeruzalem en in Galilea. De eerste christenen waren bijna allemaal Joden. Toch waren er ook Joden die een hekel hadden aan die nieuwe leer over Jezus… Paulus was zo iemand. Hij was een jonge Jood. Omdat hij in Tarsus geboren was, was hij ook een Romeins burger. Hij had bij de farizeeën een degelijke opleiding gekregen in de Bijbel en de joodse geschriften. Hij vond dat christenen mensen waren die niet leefden volgens de ware joodse leer. Daarom bestreed hij hen met alle middelen waarover hij kon beschikken. Op weg naar Damascus. In het Nieuwe Testament lees je in het boek Handelingen wat er met Paulus gebeurde. Toen hij op weg was naar de stad Damascus, om daar de christenen te vervolgen, zag hij opeens een stralend licht en hoorde een stem. De stem vroeg: „Waarom vervolg je Mij?‟ Paulus was hierdoor zo aangedaan dat hij zelf christen werd en voortaan met dezelfde vurige ijver het christendom ging verkondigen! Een hele ommekeer! Wantrouwen. Was de vijand nu opeens een vriend geworden? Veel christenen uit Jeruzalem en omgeving konden maar moeilijk geloven dat Paulus nu aan hun kant stond en hen niet meer bedreigde zoals voordien. Ze vertrouwden hem niet echt… Daarom besloten ze dat Paulus met Barnabas mee zou trekken om het christendom te gaan verkondigen in Antiochië. Zover weg kenden ze de slechte reputatie van Paulus niet! Omdat Paulus de rest van zijn leven rondtrok in Griekenland en Klein-Azië werd hij de apostel van de heidenen. De landen en streken waar Paulus werkte, heten vandaag: Syrië, Libanon, Turkije, Kreta, Cyprus, Griekenland, de zuidelijke Balkan en Malta. Waarschijnlijk stierf Paulus in Rome. Kleine groepjes christenen. Paulus trok van stad tot stad. Telkens bleef hij er enkele maanden. Hij werkte er als tentenmaker. Tussendoor vertelde hij over Jezus. Al snel ontstonden er overal groepjes christenen. Meestal waren dat mensen, die vroeger de Griekse of Romeinse goden vereerden. Van de God van de Bijbel wisten ze weinig of niets. Paulus vertelde hun alles over Jezus, over God, over hoe ze van elkaar moesten houden… Hij leerde hun ook om te zorgen voor de armen. Besnijden of niet? Met de joodse wetten over voedsel en sabbatrust viel Paulus deze mensen niet lastig. Hij was ervan overtuigd dat Jezus alle mensen had verlost en dat het dus niet nodig was om de wetten van Mozes op te leggen aan de heidenen. Hierover kreeg Paulus ruzie met de christenen uit Jeruzalem. Zij vonden dat alle christenen ook de joodse wetten moesten navolgen. Vooral over de besnijdenis (het wegnemen van de voorhuid, een godsdienstig gebruik bij joodse en islamitische jongens) liep het conflict hoog op. In 49 was er een samenkomst te Jeruzalem om de knoop door te hakken. Paulus
5
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
pleitte daar zo sterk voor zijn standpunt, dat hij het haalde: heidenen hoefden zich niet te laten besnijden om christen te worden. Nu stond niets de uitbreiding van het christendom in de weg! Brieven aan vrienden. Na enkele maanden trok Paulus verder naar de volgende stad. Door middel van zijn brieven bleef Paulus contact houden met zijn vrienden. In het Nieuwe Testament vind je een heleboel brieven die Paulus schreef: aan de christenen van Korinte, Galatië, Tessalonica, Efeze, Filippi… . In zijn brieven legde Paulus sommige dingen opnieuw uit of hij gaf een antwoord op vragen die de mensen hem gesteld hadden. Ook probeerde hij meningsverschillen op te lossen. Die brieven werden vaak overgeschreven en ook door andere groepen christenen gelezen. Ook nu nog luisteren christenen naar de brieven van Paulus tijdens eucharistievieringen. Onvermoeibaar. Paulus had alles over om te kunnen vertellen over Jezus. In de tweede brief aan de christenen van Korinte lees je wat Paulus allemaal doorstond: schipbreuk, gevangenschap, zweepslagen, honger, koude, bedreigingen door vijanden… . Niets kon hem stoppen! Daarom waren er veel mensen die hem bewonderden. Ook nu nog. In onze tijd zijn er mensen die heel hun leven geven om Jezus te volgen en over Hem te vertellen. Ken je zulke mensen…? Saulus = Paulus? In het begin heette Paulus: „Saulus‟. Vanaf handelingen 13,9 noemt Lucas hem Paulus. Het gaat hier niet om een nieuwe naam die door Jezus gegeven werd. Zoals aan Simon, die door Jezus: „Petrus‟ werd genoemd. Saulus was een Joodse naam. In die tijd gebruikten Joden en oosterlingen een tweede naam als ze vaak bij Grieken of Romeinen waren. Voor Saulus was dit Paulus. Je kunt dit vergelijken met een jongen die bij ons Jan heet en die zich op reis John laat noemen in een streek waar veel Engels gesproken wordt. Vier grote reizen. Paulus reisde naar vele landen en streken om het evangelie te verkondigen. Ook nu nog ontdekken we sporen van die reizen op verschillende plaatsen. De landen en streken hebben soms een andere naam gekregen, maar de herinneringen aan Paulus zijn zeer levendig. Damascus Onze eerste tocht brengt ons in Damascus, een stad in Syrië. In deze stad sprak Paulus bijna elke dag in de synagoge over Jezus. Niet iedereen was akkoord met wat Paulus zei. Daarom moest hij vluchten. Zijn leerlingen lieten Paulus in een mand neer aan de andere kant van de stadspoort. Deze muur heet Bab Kisan (de Kisan Poort). Vandaag is in dit poortgebouw een kapel genoemd naar de heilige Paulus. Efeze De ruïnes van deze oude stad in Turkije tonen ons hoe het leven was ten tijde van Paulus. Het grote theater is goed bewaard gebleven. Toen Paulus in de stad woonde, was er daar een hevige opstand. De zilversmeden die beeldjes maakten van de godin Artemis, waren bang dat ze hun inkomen zouden verliezen door wat Paulus zei. Hij zei immers dat goden die door mensen gemaakt zijn, geen goden zijn. De hele stad kwam in het theater bijeen om de zaak te bespreken. Athene Boven op de Areopagus hield Paulus een beroemde toespraak. Op deze heuvel in Athene vertelde hij de Atheners over God die altijd bij ons is. De Areopaag was een plek waar iedereen kon praten over filosofie, godsdienst, politiek en cultuur. Malta Voor de kust van dit eiland ging het schip van Paulus stuk. De baai kreeg later de naam St. Pauls‟s Bay (= de baai van Paulus). Overal op het eiland zijn fresco‟s (manier van schilderen op een vochtige achtergrond, meestal een pas gepleisterde muur) en schilderijen over het aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
6
verblijf van Paulus te vinden. Tijdens zijn bezoek aan dit eiland, leefde Paulus in het huis van Publius, een zeer belangrijk man.Op deze plek werd de eerste kerk van Malta gebouwd. Daarna werden nog vele andere kapellen en standbeelden opgericht om Paulus te herdenken. Rome In de hoofdstad van Italië ligt Paulus begraven. Boven zijn graf is de basiliek Sint-Paulus buiten de muren gebouwd. Het is een heel groot gebouw met 150 zuilen. De voorgevel is versierd met mooie gouden mozaïeken. Dit zijn kleine gekleurde steentjes die samen een prachtige afbeelding vormen. Voor de basiliek staat een groot standbeeld van Paulus. Binnenin kun je de portretten bewonderen van verschillende Pausen. bron: Samuel 8, 06/07
2.2.2 De bekering van Saulus. Zijn ouders woonden in Tarsis, een handelsstad in Silicië, het tegenwoordige Turkije. Het waren godsdienstige joden. Bij zijn geboorte ontving hij de naam Saul, naar Israëls eerste koning. Saulus in het Latijn. Later, na zijn bekering, zou hij Paulus heten: wie een ander mens is geworden, wil in Israël nog wel eens een nieuwe naam krijgen. Saulus groeide op, hij was een schrandere knaap, en hij moet de koning te rijk zijn geweest toen zijn ouders besloten hem voor zijn opleiding naar Jeruzalem te laten gaan. Hij zat er aan de voeten van de grote Gamaliël (een leermeester die er ongeveer van 25-50 werkzaam was). Saulus was dus een jonge tijdsgenoot van Jezus, maar nergens vernemen wij dat hun wegen zich hebben gekruist, behalve dan hun wel zeer vreemde ontmoeting op de weg naar Damascus. Saulus verschijnt pas ten tonele wanneer de sekte van de gekruisigde Jezus maar niet wil verdwijnen, wanneer die beweging van de mensen van de weg - zoals Jezus‟ volgelingen werden genoemd - zelfs gaat groeien. Wij hebben Saulus voor het eerst zien opduiken toen Stefanus had geweigerd zijn Messias te verloochenen en werd gestenigd. Zijn belagers legden hun mantels af aan Saulus‟ voeten en stenigden Stefanus. “Heer Jezus, ontvang mijn geest,” riep deze, en vallende, stervende, met luide stem: “Heer, reken hun deze zonde niet toe.” En Saulus stemde in met zijn terechtstelling, en hij vervolgde de gemeente, drong het ene huis na het andere binnen, sleurde er de mannen en de vrouwen uit en wierp ze in de gevangenis. Zo ging hij tekeer tegen de leerlingen van de Heer, hen bedreigende met de dood. De mensen van de weg zochten een goed heenkomen, sommigen vluchten de grens over, naar Syrië, naar Damascus. Saulus maakte zich op hen ook daar te achtervolgen. Wat is dat in Saulus, dat hij zo gewelddadig en bezeten de weg van Jezus moet bestrijden? Een mens windt zich over een ander op wanneer die ander hem raakt. Kan het zijn dat Saulus niets van Jezus moet hebben omdat hij in een verborgen hoek van zijn ziel weet dat hij alles van hem moet hebben? Wil hij met zijn haat zijn verlangen overschreeuwen? Saulus trekt naar Damascus, een afdeling van de tempelpolitie reist met hem mee. Toen, onderweg, is het gebeurd. Wat er precies is gebeurd, weten wij niet. Het merkwaardige is dat Saulus, eenmaal Paulus geworden, er nauwelijks iets over heeft bericht. “Ik heb de gemeente Gods vervolgd, maar God heeft zijn Zoon in mij geopenbaard”, dat is eigenlijk alles wat hij er in zijn brieven over schrijft. Toen daar - je zag Damascus al in de verte liggen - is het gebeurd: Saulus werd door een verblindend licht uit de hemel getroffen en viel ter aarde neer, als door de bliksem getroffen. En een stem zei: “Saul, Saul, waarom vervolg jij mij? Saulus zei: “Wie ben jij?” “Ik ben Jezus, die jij vervolgt,” zei de stem. De mannen van de tempelpolitie hoorden de stem wel, maar zij zagen niemand.
7
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
Ook Saulus heeft niets gezien, hij heeft alleen zijn naam horen roepen: “Saul, Saul.” Ze tilden hem op van de grond en brachten hem naar Damascus. Drie dagen lang kon hij geen hand voor ogen zien, hij at niet, hij dronk niet, hij vastte. Saulus was blind. Anders gezegd: hij moest opnieuw leren kijken, met andere ogen, hij moest zich een geheel nieuwe zienswijze eigen maken. “Wie ben jij?” had hij vertwijfeld uitgeroepen. Dat was inderdaad de vraag. Een bange vraag in de mond van een man die, uiterlijk althans, alles altijd wist, een knappe theoloog, kenner van Israëls heilige boeken, gedreven dienaar van de Thora. Maar de stem zet alles op losse schroeven, hij ziet het niet meer. Wie is toch deze Jezus tegen wie hij ten strijde trekt? En wie is God? Waarom mocht hij zijn weg niet vervolgen en wat is de weg die hij nu moet gaan? Saulus moet van de grond af aan opnieuw gaan denken en geloven. Het zal er om gaan dat hij Jezus, de door hem vervolgde rebel, aanvaardt als de gezalfde koning van Israël. “Wie ben jij” “Ik ben Jezus, die jij vervolgt.” Met die woorden zet de bekering in, juist op die plek in Saulus‟ ziel die pijn doet, die allang pijn deed. Wie Jezus is, daar heeft hij allang een beeld van, eigenlijk heeft hij hem al veel eerder ontmoet: toen Stefanus stierf. Maar Saulus heeft het weggestopt, en dat is ook begrijpelijk, want je gehele levensontwerp herzien, wie durft dat aan? Het is als een graankorrel de grond ingaan, het is sterven. Het is afscheid nemen van Tarsis, de stad van je jeugd. Het schept afstand met je vader, je moeder, je vrienden. Het is kiezen voor het ongewisse, niet meer stenigen maar wie weet gestenigd worden. Ze hebben hem naar Damascus gebracht, naar een huis in de Rechtestraat. Hij vastte, deed boete, drie dagen lang, hij bad tot de Eeuwige om uitkomst en inzicht. Toen, ten derden dage - wanneer in de bijbel van Godswege de grote beslissingen vallen - kwam Ananias bij hem op bezoek, een volgeling van Jezus. “Ananias,” zei de Heer. “Hier ben ik, Heer” “Sta op, ga naar de Rechtestraat en vraag er naar een zekere Saulus uit Tarsis.” Ananias is in verwarring. Er zijn grenzen. “Heer, ik heb gehoord hoeveel onheil deze man uw dienaren in Jeruzalem heeft berokkend en ik weet dat hij naar Damascus is gekomen, met volmacht van de overpriesters, om allen die hier uw naam belijden gevangen te nemen.” Dan maakte de Heer hem duidelijk dat er aan zijn genade geen grenzen zijn: ““Ik wil dat je naar hem toegaat, Ananias, want hij is mijn uitverkoren werktuig om mijn naam aan de heidenen te verkondigen, aan koningen en aan de kinderen Israëls. Ik zal hem laten zien hoeveel hij lijden moet om mijnentwil.” Ananaias boog het hoofd, ging naar de Rechtestraat, trad het huis binnen en zei: “Saul, broeder.” Zo werd Saulus op koninklijke wijze door Ananias in de broederschap van de gemeente van Messias opgenomen. “Saul, broeder, de Heer Jezus die je op de weg hiernaar toe is verschenen, heeft mij gezonden, opdat jij het zicht in je ogen zou terugkrijgen en vervuld zou worden met de heilige Geest.” Het was op dat moment dat Saulus de schellen van de ogen vielen, hij kon weer zien. En hij stond op en ontving de doop. En toen hij voedsel tot zich genomen had, werd hij versterkt. Na enige dagen sprak Saulus er openlijk over, dat hij in Jezus de Messias had gevonden. Zijn verkondiging wekte argwaan in de kleine christengemeente van Damascus, en de joden van de stad beraamden plannen om de verse bekeerling uit de weg te ruimen. Dag en nacht bewaakten zij de poorten opdat hij hun niet zou ontgaan, maar vrienden hielpen Saulus ontsnappen door hem in een mand over de stadsmuur te laten zakken. Saulus ging naar Jeruzalem en beleed er in alle vrijmoedigheid zijn geloof; maar ook daar was het wantrouwen groot: had de wolf zich in schaapskleren gehuld? Barnabas nam het evenwel voor Saulus op en introduceerde hem in de apostelkring. De hellenisten echter wisten van geen wijken en zochten hem te doden. Nu was het Saulus die moest wijken: hij vluchtte naar Caesara, De Keizerstad. De vervolger is een vervolgde geworden, maar het verhaal gaat… Naar Nico ter Linden, blz. 128 - 135
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
8
2.2.3 Kinderen getuigen. Een aantal kinderen getuigen hoe zij zelf in Jezus geloven. Of andere mensen uit hun directe omgeving, vertellen/getuigen. -Ik probeer Jezus‟ woorden en daden na te doen. Ik help de pastoor, want ik ben misdienaar. Daan, 11 jaar. -Priesters tonen in hun werk heel duidelijk dat ze gelovig zijn. Ikzelf toon mijn geloof totaal niet. Fran, 12 jaar. -Ik ken mensen die voor de kerk trouwen. Zo tonen ze hun geloof in elkaar en in Jezus. Als zij een kindje krijgen laten ze het zeker ook dopen. Ik ben gedoopt en volg nu vormselcatechese. Lise, 12 jaar. -Mijn godsdienstleerkracht vertelt boeiende verhalen over Jezus. Zij wil haar geloof met ons delen. Ik heb zelf gekozen om mijn vormsel te doen. Thomas, 12 jaar. -Ik ken veel mensen die gelovig zijn. Sommigen dragen een kruisje of branden kaarsjes. Ik ken hen van de kerk waar ik ook naar toe ga. Gillah, 11 jaar. -Er zijn heel wat gelovige mensen. Iedereen laat het op zijn manier zien. Ze gaan naar de kerk of ze doen zoals Jezus. Ieder met zijn mogelijkheden en talenten. Emily, 11 jaar. -Gelovige mensen stoten niemand uit. Iedereen is gelijk. Ik ken mensen die ook zo doen. Ik probeer het ook. Nicolas, 11 jaar. -Mijn mama geeft mij en mijn broer een kruisje voor het slapengaan. Jens, 10 jaar.
Ken jij gelovige mensen? Hoe herken jij hen? En ben je zelf gelovig? Hoe toon jij dat. Laat kinderen uit de klas getuigen... !
9
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
2.2.4 De Samaritaan goot olie en wijn over de wonden… Per 2 krijgen de kinderen „een soort olie‟. Dit kan in een echt flesje, op een tekening uit de reclame, of de benaming van de olie op een naamkaartje, of… Voorbeelden van soorten olie: geurolie / olijfolie / masseerolie / kettingolie / maïsolie / zalf (flexum gel) / badolie / chrisma / tijgerbalsem / machine-olie / auto-olie / brandstofolie / frituurolie / zonneolie / fondue-olie / lampolie… . Opdracht: vertaal de specifieke eigenschap van deze olie naar een specifieke eigenschap van hoe een christen probeert te zijn, te doen, te leven in deze wereld. Of hoe deze „soort olie‟ ons oproept om de solidariteit heel concreet onder ons op school waar te maken! Welke eigenschap bezit deze olie die we kunnen toepassen op ons solidair omgaan met elkaar? Hierna volgen een reeks voorbeelden van antwoorden…
Fondue en grill - olie “Alleen en toch samen”… Voor de gezelligheid, allen samen (niet 1 apart) Delen Pas op! Kan ook gevaarlijk zijn! Voorzichtigheid is geboden! Regelmatig verversen Pittig gekruid, doordrongen Ideaal om iets te laten veranderen van smaak Motorolie “Gesmeerde werking” Dat alles gesmeerd loopt Alles draait Alle tandwielen, onderdelen lopen vlot in elkaar, zijn even belangrijk Moet regelmatig ververst worden Chrisma Levensolie, levensweg / doordringend Krachtgevend / laat sporen na Puur Badolie Zachtheid / rust / verwennerij, je laten gaan… Voorkomt uitdroging Olieverf Zoals olieverf zich hecht aan een doek, zo proberen we ons aan elkaar te laten hechten. Hoe meer lagen je geeft, hoe beter het kleur uitkomt en hoe meer uitstraling het doek krijgt. Oosterse bakolie Niet te eng blijven. Over je eigen muurtje kijken. Verzorgende olie Zorg voor elkaar Olie als bewaarmiddel Wij zijn een “bewaarschooltje” = we leren om te behouden wat goed is! Olie om te bakken en te braden “Goed voor het hart” Moet opgewarmd worden om de ingrediënten klaar te maken Om onze naaste een peer te stoven, grappen moeten er ook zijn!
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
10
Smeerolie Om het “mechanisme” draaiende te houden, om niet vast te roesten en in beweging en dus in evolutie te blijven. Ook om de “sloten” los te krijgen en zo toegang te verkrijgen tot.. Lampolie Gemeenschap vormen Geeft licht en vuur ---- om te laten schijnen over iedereen Licht zijn in de duisternis --- dienstbaarheid! Zorgen dat er steeds in voorraad is Licht van gezelligheid, verbondenheid Slaolie Smaak Bindingsmiddel, voedzaam, energie, onverzadigde vetten Babyolie Zorgzame tederheid Verbondenheid: contact moeder-baby Voedend: tijd maken voor… Stookolie Verbondenheid: “warmte” in huis/op school, gezelligheid, samen rond het vuur Alles heeft een prijs, schaars, goed mee omgaan, het komt niet vanzelf Massageolie Ontspannen, goed gevoel Liefde, tijd maken “Soepel”: begrip hebben voor Laat sporen na, dringt in Dienstbaar: de ander een goed gevoel geven
11
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
2.2.5 Enkele brieven van Paulus in een taal voor kinderen op de basisschool. Te gebruiken in een klascelebratie, in een schoolviering, … Uit: Het hoogste woord, bijbel voor kinderen, uitgeverij de fontein ISBN 9026119070
Paulus is apostel in de eerste Kerk en heeft de uitdaging aangenomen over Jezus Christus te vertellen bij mensen die geen jood waren. Paulus is verder gegaan. De grote steden waar Paulus heeft gewoond, in de wereld van toen, waren sterk gelijkend op onze culturele situatie. Mensen waren welvarend en hadden het geloof in Christus niet echt „nodig‟. Ze zaten bij wijze van spreken niet te wachten op de Blijde Boodschap. Jezus Christus was niet gekend in de handelscentra en de belangrijke plaatsen van het Romeinse Rijk waar Paulus aankwam.
Veel trainen. naar 1 Korintiërs 9, 24-25
Wat je goed moet weten is weten waar je aan begint. Blijf daarom zo veel trainen dat je aan niets anders denkt. Je moet je concentreren op dat ene ieder moment van de dag. Alles waar mensen zich druk om maken wordt dan vanzelf flauwekul. Het gaat er dan om door te zetten dat je volhoudt in wat je wilt. Dat je er voortdurend aan blijft werken. Dat je gelooft dat je het kunt. Daar ga je voor, je gaat voor goud. Daar doe je het voor, daar gaat het om. Het grootste doel, de hoogste plaats. Meer kan niet, minder mag niet. Dan opeens is het raak. Dan opeens is het prijs. Dat je merkt dat je werkt voor wat God heeft bedoeld. Dat je merkt dat het werkt wat God heeft bedoeld. Weet u niet dat van atleten die in het stadion een wedloop lopen er maar één de prijs kan winnen? Ren als een atleet die wint. Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke.
Met zijn allen gelijk, dat is pas sterk. naar 1 Korintiërs 12, 12
Zullen we voor je piano spelen dachten mijn vingers, is dat geen goed idee? Jullie doen maar, zeiden mijn oren maar wij doen mooi niet mee. Dat is dus niets geworden, daar kwam niets van terecht. Vingers zonder oren, dat lukt niet echt.
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
12
Zullen we naar je toe komen dachten mijn voeten, is dat geen goed idee? Jullie doen maar, zeiden mijn benen maar wij doen mooi niet mee. Dat is dus niets geworden, ik kwam niet bij je terecht. Voeten zonder benen, dat lukt niet echt. Zullen we je een aai geven dachten mijn handen, is dat geen goed idee? Jullie doen maar, zeiden mijn armen maar wij doen mooi niet mee. Dat is dus niets geworden, ik bracht er niets van terecht. Handen zonder armen, dat lukt niet echt. Je ziet er lief uit, dat moeten we zeggen dachten mijn ogen, is dat geen goed idee? Jullie doen maar, zei mijn mond toen maar ik doe mooi niet mee. Dat is dus niets geworden, ik heb je niets gezegd. Ogen zonder mond, dat lukt niet echt. Dit wil ik niet meer, voor geen prijs. Zo komt mijn lijf nooit meer in orde. Elk lichaamsdeel eigenwijs. Dat is om gek van te worden. Alle lichaamsdelen samen één. Dat zou mooi zijn, dat zou ik wel willen. Mijn grote mond geen baas over mijn kleine teen. Mijn hoofd niet hoger dan mijn billen. Precies zo gaat het in de kerk: het werkt niet goed, één alleen boven. Met zijn allen gelijk, dat is pas sterk. Daar moeten we allemaal in geloven. Een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. Als de voet zou zeggen: „Ik ben geen hand, dus ik hoor niet bij het lichaam‟, hoort hij er dan werkelijk niet bij? En als het oor zou zeggen: „Ik ben geen oog, dus ik hoor niet bij het lichaam‟, hoort het er dan werkelijk niet bij? Het oog kan niet tegen de hand zeggen: „Ik heb je niet nodig‟.
Had ik de liefde niet. naar 1 Korintiërs 13, 1-3
Al kon ik nog zozeer in prachtige preken mijn redes afsteken en wist wijze woorden op ieder gebied maar had de liefde niet dan was het toch maar wat trommelgekletter gezwets en geschetter had ik de liefde niet. Al blies ik trompet hoog van de toren al zong ik in koren
13
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
de sterren van de hemel het hoogste lied maar had de liefde niet dan klonk het toch net als toeters en bellen. Ik had niets te vertellen had ik de liefde niet. Want liefde is echt en liefde is aardig is open, oprecht en eerlijk, rechtvaardig. ‟t Is liefde die ziet hoe opnieuw te beginnen die ieder verdriet ook de dood kan overwinnen. Al was het zo dat ik de taal van mensen en engelen sprak; maar ik had de liefde niet, dan was ik schallend koper of een rinkelende cimbaal.
Merkkleding. naar Efeziërs 6, 10-13
Een goede outfit moet je hebben, jongen je krijgt het nog moeilijk genoeg. Je krijgt te maken met heren die kwaad willen doen als ze de kans krijgen en ze grijpen die kans. Maar in deze outfit blijf je overeind: ijzersterke terreinboots heb je nodig, jongen je hebt een zwaar eind te gaan. Geen trendy adidaspantoffels moet je hebben maar echte, van Hope daar kom je het verst mee. Beenbeschermers en kneepads heb je nodig, jongen zodat je tegen een stootje kan. Geen namaakneppers het moet wel soepel zitten die van firma Justice & Peace zijn gegarandeerd. Een stalen blauwhelm heb je nodig, jongen soms moet je met je kop tegen alles in. Geen glanzend plastic machocapje maar een Trusthelm moet het zijn, waar je op vertrouwen kan. En een kogelvrije bodywarmer is niet overbodig als je het zwaar te verduren krijgt. Zo‟n survivalkit, je basic protection mag alleen van Faith Unlimited zijn. Die outfit is het halve werk voor de andere helft komt het op jouzelf aan. aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
14
Je enige wapens daarbij zijn Gods trefzekere woorden die raken mensen in hun hart. Dus wees moedig en spreek vrijmoedig. Faith, Hope, Trust, Justice & Peace met zulke merkkleding moet het lukken. Trek de wapenuitrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. Houd stand met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, de inzet voor het evangelie als sandalen aan uw voeten en draag bovenal het geloof als schild. Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden.
Werk goed samen! Eén van de steden waar Paulus is geweest is Rome. Dit schrijft hij aan de mensen in Rome: Hallo mensen daar in Rome. Wil je samen verder komen: moet je er wel echt voor gaan! Samen stevig willen staan.
Praat jij altijd vol goede moed? Doe jij dat dan! Dat kun je goed! Maar: voel je niet hoger dan iemand die goed delen kan.
Altijd brood en liefde delen, niemand moet de baas gaan spelen. Hier in het beloofde rijk zijn we allemaal gelijk.
Alleen samen alle leden kom je in het rijk van vrede. Met een piekfijn samenspel komt dat lieve lijf er wel!
Want wij zijn net lichaamsdelen die goed moeten samenspelen. Wie de weg weet die lijkt dan op een oog dat kijken kan. Maar wat heb je daar nu aan zonder een voet om op te staan?
Deze brief geef ik mee aan Febe, die heel veel voor me deed. Lieve mensen daar in Rome werk goed samen en blijf dromen.
Een mond kan toch niet zonder tanden? Wat heb je aan armen zonder handen?
Heel veel vrede. Heel veel zegen wens ik jullie op je wegen.
Werk je niet samen met z‟n allen dan kan zo‟n lijf heel lelijk vallen.
15
Groeten en een liefde-kus. Van Paulus!
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
2.2.6 Elementen voor een liturgische viering tijdens de oktobermaand. Missiemaand rond het thema SOLIDARITEIT/NAAR GOD WEET WAAR, maar ook aandacht voor de VREDESWEEK! (Van 21 september, internationale dag voor de vrede, tot 2 oktober 2011, internationale dag voor de geweldloosheid, loopt de 22ste vredesweek. Dit jaar slaan Jeugd & Vrede, VOS Vlaamse Vredesvereniging, IJzerbedevaartcomite, de handen in elkaar. Onder de slogan ‘Schiet ontwikkeling niet aan flarden!’ schuiven de organisatoren het thema ‘de relatie tussen wapenhandel en het realiseren van de millenniumdoelstellingen’ naar voor.)
VERHALEN rond SOLIDARITEIT Het verhaal van grootvader Mordechai Een grootvader Mordechai was in gesprek met zijn kleinzoon Joachim. "Luister goed naar mij", zei grootvader Mordechai, "zet allebei je oren open. Als een man alleen lijdt, dan is het wel duidelijk dat zijn smart op hem alleen blijft. Gesnapt"? "Gesnapt", zei Joachim. "Maar als een ander naar hem kijkt en zegt: Wat heb jij een pijn broer! Wat gebeurt er dan?" "Dat begrijp ik ook", zei Joachim, “dan neemt hij de pijn van zijn vriend in zijn ogen op". Mordechai zuchtte, glimlachte, zuchtte weer. "En als hij blind is, denk je dat hij het dan ook kan op zich nemen"? "Natuurlijk, met zijn oren"! "En als hij doof is"? "Dan met zijn handen", zei Joachim ernstig. "En als die ander heel ver weg is, als hij hem niet kan zien, niet kan horen en zelfs niet kan aanraken. Denk je dan dat hij zijn lijden op zich kan nemen"? "Misschien kan hij het raden", zei Joachim voorzichtig. Mordechai raakte opgetogen. "Ja, zo is het mijn lieve jongen, dat is nu precies hoe een solidaire mens moet zijn. Hij raadt al het lijden dat er op de wereld is, hij neemt het op in zijn hart".
Uit het levensverhaal van de heilige Dimitri. Van de heilige Dimitri wordt verteld dat hij een afspraak had met God in de woestijn. Die wou hij zeker niet missen en hij spoedde zich naar de plaats waar God hem zou opwachten. Onderweg ontmoette hij een arme boer die met zijn kar was vast gereden in de modder. Hij kon toch zomaar niet voorbij hollen. Hij begon samen met die arme man aan die kar te trekken en te sleuren om haar uit de modder te bevrijden. Dat kostte echter veel inspanning, veel zweet en veel tijd. Toen de boer geholpen aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
16
was en verder kon, rende ook Dimitri voort naar de plaats van afspraak. Maar hij kwam te laat. God was er niet meer, God was weg. Of liever: God was hem tegemoet gekomen in de gestalte van die arme boer. In de parabel wordt niet die rijke maar enkel de arme bij naam genoemd: Lazarus. Lazarus betekent: God helpt je. De heilige Dimitri komt overeen met Lazarus: God helpt je. God op bezoek. Er was eens een bejaarde vrouw die heel wat uren van de dag in gebed verzonken was… Op een dag hoorde ze de stem van God: “Vandaag kom ik bij jou op bezoek”. Stel je voor hoe blij ze was en ook wel een beetje fier. Dadelijk begon ze te poetsen en schoon te maken, te koken en koekjes te bakken. Ze trok daarna haar beste kleed aan en ging zitten wachten… Even daarna werd er aangeklopt. Ze haastte zich naar de deur. Het was de buurvrouw maar, die wat zout kwam vragen. “Om de liefde Gods toch”, zei de vrouw, “kom je me voor zo‟n kleinigheid lastig vallen? Maak je maar vlug uit de voeten, want ik verwacht God op bezoek!”. De buurvrouw kreeg de deur haast tegen haar neus. Even later werd alweer aangeklopt. Nog vlug even voor de spiegel en dan naar de deur…Wie nu? Een kereltje in een veel te grote jas, dat leurde met knopen en toiletzeep. “Nu heb ik echt geen tijd” zei de vrouw, “kom een andere keer terug, want ik verwacht God”. Daar stond het jongetje. Voor de zoveelste keer ging de deur voor hem dicht. De vrouw stond nog niet terug in de woonkamer of er werd alweer geklopt. Nu zou het toch…! Maar wat een teleurstelling. Aan de deur stond een haveloze kerel, een landloper… “Mevrouw, een stuk brood alstublieft, al is het maar oud brood”. En of hij op de trap voor de deur een beetje mocht rusten….“Ach lieve deugd! Laat me toch met rust. Ik sta op God te wachten. Neen, zeker niet hier op de trap. Ga maar een eindje verder. En nu weg, vlug!” En de uren van de dag schoven voorbij… Het werd avond, maar God liet zich niet zien. De vrouw was enorm ontgoocheld en uiteindelijk ging ze dan maar slapen. Eigenaardig, maar ze dommelde dadelijk in en droomde. En in haar droom verscheen God: “Driemaal ben Ik vandaag bij jou op bezoek geweest. En driemaal heb je me de deur gewezen…”
Teksten SCHULDbekentenis, momenten van INKEER. Wapens – ontwapening Mijn wapens
Mijn ontwapening
Ik heb: ° een scherpe tong ° een venijnige blik ° de langste adem ° een hart van steen ° de handen vol ° dovemansoren ° lange tenen ° een dikke nek Ik doe: ° me uit de voeten maken ° het hoge woord voeren ° mijn been stijf houden ° bij de neus nemen ° iemand de handen binden ° het op mijn heupen krijgen ° iemand de keel afsnijden
17
Ik heb: °een brede rug °er mijn buik van vol °oren naar iets °het hart op de tong °maar een half woord nodig °een ontwapenende glimlach °een groot hart Ik doe: °op de tanden bijten °op de been helpen °nieuwe adem inblazen °het gevoel laten spreken °mijn nek ervoor uitsteken °de daad bij het woord voegen °handen uit de mouwen steken °de hand boven het hoofd houden °een hart onder de riem steken °mijn vingers verbranden
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
Het dak lekt Soms lekt het dak van onze school. We vinden dat maar raar. We gaan dan al gauw denken dat het dak niet deugt. Maar in feite liggen er duizenden pannen op het dak die goed zijn. Ze liggen schouder aan schouder. De één steunt op de ander. Ieder zorgt dat op zijn plekje het hemelwater wordt opgevangen en doorgeschoven naar beneden. En die duizenden pannen samen houden het dak dicht. Maar als er één pan is, die ‟scheef ligt‟ of die „dwars ligt‟; dan is het al mis. Dan zeggen we niet: “Die pan lekt”, maar we zeggen: “Het dak lekt”. Dan krijgen dus die duizenden goede pannen de schuld omdat één pan niet deugt. Zo gaat het vaak in het leven. Als een voetbalclub verliest, dan „deugen de scheidsrechters niet‟. Zozeer zijn we geneigd de fouten en tekorten van anderen breed uit te smeren. Het is een nare gewoonte. Op die manier zijn wijzelf de-pan-die-scheef-ligt. En in plaats van dit te erkennen; zeggen we liever: “Het dak lekt”. Zijn we niet samen de wereld? En zijn we niet SOLIDAIRsamen onze school? Pan naast pan, steunend op elkaar? C. Goorts
Vlinders (voorganger als inleiding)
Allemaal hebben we nog wel eens vlinders gezien. Vlinders kunnen een schitterende kleurenpracht hebben! Ze fladderen geruisloos van bloem tot bloem. Het zijn zelf net vliegende bloempjes. Het zijn ongetwijfeld de mooiste insecten die er bestaan. Ze doen niemand pijn, ze steken niet zoals de muggen en de bijen, ze bijten niet zoals de mieren en de spinnen en ze knagen niks stuk zoals de coloradokevers. Jezus wil dat we ook vlinders zijn. Hij wil dat we naar anderen toevliegen, niet pijlsnel zoals een steekmug, maar genietend; fladderend, zodat we onderweg oog hebben voor Gods prachtige natuur en tegelijkertijd kunnen zien wie er nood heeft aan een bezoekje. Daarom geeft Jezus ons vleugels. Je kunt dat even omdraaien: als Jezus ons vleugels geeft, betekent dit niet meer of minder dan dat we zonder Jezus gewoon rupsen zouden zijn. Rupsen die zich vastkleven aan hun comfortabel leventje. Die vleugels zijn niet alleen een geschenk van God, maar tevens een opdracht. We krijgen ze om ermee naar anderen te vliegen en ze op te beuren met onze kleuren. (schuldbelijdenis)
Vlinders geven kleur aan de wereld. Met hun schitterend mooie vleugels dansen ze van bloem tot bloem. Jezus wil dat we ook vlinders worden. Dat is geen gemakkelijke opdracht. Soms hervallen we, worden we weer rupsen. (kinderen)
-Soms zitten we ondergedoken in ons eigen omhulsel. We zitten in onze zetel met onze ogen op het tv-scherm of pc-scherm gericht. We denken niet aan wie ons nodig hebben. -We fladderen teveel voor ons eigen plezier. We vliegen van speeltuin naar snoepwinkel. We zien niet dat hier en daar mensen op ons wachten. -We kijken soms neer op andere kinderen. We vergeten dat er in ieder van ons een unieke vlinder zit. Heer, geef ons vleugels om naar anderen toe te vliegen. Zoals een zonnebloem naar de zon toegroeit, zo willen wij als vlinders in elke mens een bloem zien die op ons wacht. (voorbeden)
Vlinders zijn blij met hun vleugels, maar ze houden ze niet voor zichzelf. Net als Jezus proberen ze kleur te brengen in het leven van mensen die te maken hebben met de donkere kant van hun leven. God, we kunnen dit niet alleen. We vragen U te luisteren naar ons bidden en vragen. (kinderen)
-Niet alle vlinders zijn even mooi. Je hebt er in prachtige kleuren, je hebt er ook die niet zo oogverblindend zijn. Niet iedere vlinder heet avondrood, er zijn ook koolwitjes. Laat ons niet neerzien op wie „anders‟ is. Laat ons inzien dat iedereen gelijk is, ongeacht de tint van zijn vleugels, de kleur van zijn huid. -Ook missionarissen en ontwikkelingshelpers zijn vlinders. Ze verlaten het veilige omhulsel van hun thuisland voor andere continenten en landen. We bidden u om kracht voor hen. Geef ze de dankbaarheid en vriendschap van de gemeenschap waarin ze leven en werken. -Zoals een rups zich ontpopt tot een vlinder, zo willen we onszelf ontpoppen voor Jezus en de anderen. aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
18
-Als we naar het tv-journaal kijken, zien we vaak trieste beelden. Uitgemergelde mensen die ziek op de grond liggen, als rupsen zonder omhulsel. Heer, het is aan ons om vlinders naar ze toe te sturen die voor hen zo warmhartig, zo barmhartig zijn als de Samaritaan uit de Bijbel. We denken aan missionarissen en ontwikkelingswerkers, aan artsen. Misschien, als U ons helpt, worden wij ook nog zo‟n waardevolle vlinder. (gebed)
Heer Jezus, als mensen blij zijn, zeggen ze: „Vlinders in de buik te voelen‟. We hebben een vlinder in onze ziel, in ons hart. Die hebt U daar ingeplant. Aan ons nu de keuze: Wij kunnen de vlinder negeren en hem ineen laten schrompelen. Wij kunnen de vlinder echter ook verzorgen als een kostbare schat die we voor onszelf willen houden, of… …we kunnen hem delen met anderen. Gedeelde smart is halve smart, gedeelde vreugde is dubbele vreugde. Dat zijn de deeltafels van het hart. Leer ons delen, Heer. Help met het slopen van het omhulsel van ons „ik‟. Geef ons vleugels, Heer!
Ga met ons God onze Vader, ga voor ons uit om ons de juiste weg te wijzen. Ga naast ons om ons te beschermen tegen de gevaren van links en rechts.
Ga achter ons om ons te verdedigen tegen boze mensen.
Wees in ons om ons te troosten als we treurig zijn.
Sta onder ons om ons op te vangen als we vallen.
Wees boven ons om ons te zegenen.
Enkele versies van het BIJBELVERHAAL van de BARMHARTIGE SAMARITAAN
19
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
Nu en morgen. Amen.
De goede Samaritaan. We merkten dat de mensen van de stadjes en dorpen waar we kwamen, al over Jezus gehoord hadden voor wij er waren. Ze vertelden het gewoon aan elkaar door. Daarom stroomden de mensen samen rond Jezus zodra we een stad of dorp bereikt hadden. Ook nu weer. Nog voor Jezus begon te praten, stapte een man naar voren. Hij was nog tamelijk jong, en je kon zien dat hij een geleerde was, iemand die de heilige Schrift van voor tot achter kende. „Meester,‟ zei hij tegen Jezus, „wat moet ik doen om eeuwig te leven?‟ Jezus keek hem vriendelijk aan. „Wat staat daarover in de Schrift?‟ kaatste hij de bal terug. De mensen om hem heen glimlachten. De jonge man die zo goed de heilige Schrift kende, keek Jezus recht aan. „Er staat: je moet van God houden met heel je hart, met je verstand en met al je krachten. En precies zo moet je houden van je naaste‟, antwoordde hij. Jezus knikte: „Dat klopt! Als je dat doet, zul je eeuwig leven.‟ Maar de jonge man gaf het niet op. „Mijn naaste‟, riep hij uit en hij stak zijn armen in de lucht. „Hoe kan ik weten wie mijn naaste is?‟ Toen begon Jezus te vertellen: „Er was eens een man die in zijn eentje de reis maakte van Jeruzalem naar Jericho. Onderweg werd hij overvallen door struikrovers. Zo sloegen hem neer, pakten zijn spullen af en lieten hem halfdood liggen. De man lag bewusteloos en bloedend op de weg. Een poosje later kwam er een priester voorbij. Die zag de gewonde man wel, maar hij had geen zin om zich met hem te bemoeien. Het is niet mijn schuld dat hij hier ligt, dacht hij, en hij liep in een boogje om hem heen. Weer een tijdje later kwam er een leviet, een ijverige tempelbediende, langs. Ook hij zag de man liggen en hoorde hem kreunen, maar hij had geen zin om bloed op zijn kleren te krijgen en vond dat hij er niets mee te maken had. Dus liep hij ook in een boog om hem heen. Weer een poosje later kwam er een man uit Samaria voorbij, uit dat volk waar de joden zo op neerkijken omdat ze hen geen goede gelovigen vinden. De Samaritaan bleef staan toen hij de man zag liggen en hij kreeg medelijden. Ik kan hem hier niet zo laten liggen, dacht hij. Anders bloedt hij nog dood. Ik moet hem helpen! Hij liep naar hem toe en ontsmette zijn wonden zo goed als hij kon. Daarna tilde hij de gewonde man op en legde hem op zijn muilezel, en zo nam hij hem mee naar een herberg waar hij overnachtte. Hij zorgde zo goed mogelijk voor de man en betaalde de herbergier om hem verder te laten verzorgen zodat hij helemaal kon herstellen. Toen pas reisde hij verder.‟ Jezus keek de jonge bijbelgeleerde aan en vroeg: „Wie denk je dat de naaste was van de man die door de rovers werd mishandeld?‟ Hij antwoordde: „Dat is niet moeilijk: de man die zijn hart heeft laten spreken, de Samaritaan die hem geholpen heeft!‟ „Je hebt gelijk,‟ zei Jezus. „Je ziet dus dat het niet moeilijk is om te weten wie je naaste is. Leef jij voortaan ook zo.‟ Uit: het grote avontuur van God en mens, Kolet Janssen en Thé Tjong-Khing, blz. 208-209
Doet u dan voortaan zo. Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: „Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?‟ Jezus antwoordde: „Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?‟ De wetgeleerde antwoordde: „Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.‟ „U hebt juist geantwoord,‟ zei Jezus tegen hem. „Doe dat en u zult leven.‟ Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: „Wie is mijn naaste?‟ Toen vertelde Jezus hem het volgende: „Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
20
twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?‟ De wetgeleerde zei: „De man die medelijden met hem heeft getoond.‟ Toen zei Jezus tegen hem: „Doet u dan voortaan net zo.‟ Lucas 10, 25-37 - Nieuwe Bijbelvertaling
De barmhartige Palestijn Ik moet jou niet, jij moet mij niet dat zijn we gewend. Ik hoor jou te haten, jij hoort mij te haten dat is ons geleerd. Ik ben jouw vijand, jij bent mijn vijand dat staat vast. Die wederzijdse bloedhekel is bij ons ingebrand en ingepeperd. Hoe komt het dan dat ik niet kan laten wat ik niet wil? Hoe komt het dan dat mijn hart zich omkeert in mijn lijf om jou? Hoe komt het dat ik tranen aan voel komen nu jij daar te creperen ligt? Niet meer dan een hoop groot vuil niet meer te helpen, opgegeven in de goot. Sta dan op, kom op, kom overeind houd je aan mij vast. Als je vastloopt en ver heen bent loop ik met je mee. Als je eraan gaat, eraan onderdoor gaat ga ik waar jij gaat. Laten we bij elkaar nabij zijn wij zijn uit hetzelfde hout. Lucas 10. Uit: Het hoogste woord, bijbel voor kinderen, uitgeverij de fontein ISBN 9026119070
BEZINNINGEN en GEBEDEN 1. Een aantal jaren geleden, werd ergens in Engeland een schilderij onthuld. Hierop stond Jezus afgebeeld. Hij stond voor een huis en klopte op de deur. De mensen die het schilderij zagen, vonden het heel mooi. Toen merkte een aandachtige toeschouwer iets bijzonders op. Hij ging naar de kunstenaar die het schilderij gemaakt had en zei: „Ik vind het een mooi schilderij, maar u bent iets vergeten. De deur waar Jezus op klopt, heeft geen klink.
21
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
Hoe kan Jezus dan naar binnen gaan?‟ De kunstenaar antwoordde: „Die deur is de deur van ons hart. Ze kan alleen van binnenuit opengemaakt worden!‟
2. Voor mij is surfen op het net een fluitje van een cent. Ik denk er sterk aan om zelf een website uit te bouwen. Voor de grap surfte ik eens naar de website van God. Zoals ik dacht, ik vond die niet. „Wat doe je?‟, vroeg pa. „Naar wie surf je?‟ Ik vertelde het hem. Toen zei pa: „Om God te bereiken, heb ik geen website nodig. Evenmin een vel postpapier, noch een telefoonlijn. Ook geen gsm. Ik kan God altijd bereiken. 24 uur op 24 uur. Jaar in, jaar uit.‟ God, ik denk nog vaak aan wat pa toen zei. Praten met God, mag en kan nog altijd. Trouwens, Jezus gaf het de mens mee. Hij sprak heel veel met zijn Vader. Toch goed om te weten. Als Jezus het deed, dan mag ik dat ook. Stef Desodt
3. Lieve God, de oktobermaand noemt men ook wel de missiemaand. We denken dan aan de mensen die het goede nieuws gaan verkondigen aan anderen. Dank je voor alle mensen die overal in de wereld mensen gaan helpen in nood. Lieve God, Jij zendt overal in de wereld mensen die Jouw Rijk van Liefde willen verkondigen en echt realiseren. Geef dat wij zelf ook altijd aandacht hebben om rondom ons een hemel op aarde te maken.
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
22
3 LIEDEREN Altijd onderweg Altijd zijn we onderweg. Onderweg naar morgen. Met de dromen van vandaag, met geluk en zorgen. Af en toe een beetje zon, af en toe wat regen, want soms is het leven fijn en soms zit het tegen.
Altijd zijn we onderweg. Zoeken nieuwe wegen. En we komen elke keer nieuwe mensen tegen. Vragen naar de goede weg, bang om te verdwalen. Kiezen hoe we verder gaan en de koers bepalen.
. Refrein:
Het leven is een reis. Een reis langs heel veel wegen. We reizen samen of alleen. We weten soms niet goed waarheen, maar gaan op hoop van zegen. “Onderweg” Uit: Zitten of opstaan 5, Gerard van Amstel, Greet Brokerhof-van der Waa en Gerard van Midden
Morgen zal het vrede zijn Door kapotgeschoten straten, zonder vader zonder land. Loop je hulpeloos verlaten, aan je moeders warme hand. Als een schaap tussen de wolven, haar bestemming onbekend. En niemand ziet hoe klein je bent, niemand ziet hoe klein je bent. Morgen zal het vrede zijn. Zal de zon je strelen. Zal de wereld weer een speeltuin zijn, en kun je rustig spelen. Na de winter komt de lente, wordt de grijze lucht weer blauw. Maar al ben je uit de oorlog, gaat de oorlog ooit uit jou? Mooie ogen zijn vergiftigd, zijn aan het geweld gewend. En niemand ziet hoe klein je bent… Niemand zien hoe klein je bent. Marco Barsato
Marco Borsato is sinds 1998 ambassadeur van War Child. Hij steunt War Child met fondsenwervende en promotionele activiteiten en bezoekt projecten. Hij schreef reisverslagen over zijn bezoeken aan Ingoesjetië, Kosovo en Sierra Leone. Marco stond de opbrengst af van een aantal concerten en hij kookte voor zijn fans tijdens Feast for Peace. Ook daarvan ging de opbrengst naar War Child. Hij werkte mee aan 'Voorgoed', de CD-single van BNN & Friends voor War Child. En hij zong een speciaal War Child liedje, De Speeltuin.
23
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
24
25
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
4. Extra: enkele teksten te gebruiken op personeelsvergaderingen (thema Missio: „solidariteit‟). De Messias in ons midden. In een abdij die moeilijke tijden doormaakte, woonden nog slechts vijf monniken, de abt en vier anderen, allen boven de 70, de zaak stond op uitsterven. In zijn nood besloot de abt de raad in te winnen van een naburige rabbi. Wellicht dat deze hem van advies zou kunnen dienen waardoor de abdij gered kon worden. De rabbi verwelkomde de abt hartelijk, maar toen deze hem het doel van zijn bezoek had uitgelegd zei de rabbi: "Ik weet hoe dat is. De Geest is uit de mensen verdwenen. Hier in de stad is het hetzelfde liedje. Er komt haast geen mens meer naar de synagoge." En de oude abt en de oude rabbi weenden tezamen. Daarna lazen zij enige paragrafen uit de Tora en spraken zachtjes over diepe dingen. Maar toen de tijd kwam voor de abt om afscheid te nemen herhaalde hij nog eens zijn vraag: "Is er dan werkelijk niets dat u mij zou kunnen zeggen, dat mijn stervende klooster kan redden?" - "Nee, het spijt me," antwoordde de rabbi, "alleen dit misschien: één van u is de Messias!" In de dagen, weken, maanden die hierop volgden, dachten de monniken hierover na en vroegen zich af of de woorden van de rabbi een zin konden hebben. Voor ieder van hen viel wel wat te zeggen als mogelijke Messias, maar echt overtuigend was eigenlijk niemand. „En de rabbi kan zeker mij niet hebben bedoeld, ik ben tenslotte maar een doodgewoon mens. Maar stel je voor dat hij toch mij bedoelt? Stel dat ik de Messias ben? O God, alstublieft niet ik! Ik kan toch onmogelijk zoveel waard zijn in uw ogen, of toch?‟ En terwijl zij zo nadachten begonnen de monniken als vanzelf elkaar met buitengewoon respect te behandelen, voor het geval de ander de Messias zou zijn. En met het oog op die minieme kans dat elk van de monniken zelf de Messias zou kunnen zijn, begonnen ze zichzelf met bijzondere hooghachting te behandelen. En de mensen die kwamen om te genieten van de schoonheid van de abdijkerk en gebouwen, voelden de uitstraling van buitengewoon respect die de vijf monniken begon te omgeven. De sfeer van heel de abdij was ermee vervuld, en het was geen wonder dat er jongeren kwamen om zich bij hen aan te sluiten. Solidariteit. Het is niet iets van nu eens wel en dan weer niet. Het is niet eentje van de zoveel jasjes die je bij gelegenheid eens kunt aantrekken. Het is niet iets dat afhangt van de zin, of van het moment, of van de zin van het moment. Solidariteit is een levenshouding: iets dat je hele manier van leven doordringt. Je staat er mee op en soms kun je er niet van slapen. Goede Samaritanen. De wereld ligt langs de kant van de weg, treurig en vechtend om haar leven. En jij, Jezus, jij stopt en trekt je haar pijn aan. Wij zitten langs de kant van de weg, vol afkeer en vrees en jij, Jezus, komt naast ons zitten, als een goede buur. Geen plek ter wereld vergeet jij, aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
26
nooit loop je iemand voorbij. Wij liepen onze naasten voorbij, God, omdat we bang waren dat zij teveel van ons zouden vragen. Buren liepen we voorbij, God, omdat we bang waren, dat we met hen zouden worden vergeleken. We gingen ver van onze naasten af zitten, omdat we maar niet konden geloven dat ze iets voor ons konden betekenen. En daarom zagen we hun goedheid niet en moesten we het zonder hun liefde doen. Maar in Jezus loopt onze God niemand voorbij; zelfs de wonden van onze fouten geneest Hij. Dorothy McRae-MacMahon
Barmhartig als een Samaritaan. Moeten wij niet zoveel als mogelijk, proberen te zijn als die barmhartige Samaritaan Niet alleen omdat barmhartig zo‟n prachtig woord is dat is het sowieso maar ook omdat barmhartig zijn misschien wel het hoogste is Barmhartig zijn dat gaat over begrip en gevoel van mededogen over die ander echt in de ogen kijken over mild zijn als dit niet zo voor de hand ligt Moeten wij niet zoveel als mogelijk, proberen te zijn als die barmhartige Samaritaan Niet alleen omdat Samaritaan zo‟n prachtig woord is dat is het sowieso maar ook omdat Samaritaan zijn misschien wel het hoogste is Diegene zijn die daar staat als niemand nog iemand had verwacht diegene zijn die zich alsnog geeft als alle boeken reeds waren gesloten wegens uitgelezen en dicht. Gerdi Casier
27
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
5. Aan te bevelen boeken! Jeshua Ben Josef
Omschrijving : Er bestaan al ontelbaar veel boeken over mijn leven. Al die geschriften gaan niet over mij, maar over wat de schrijvers dénken dat ik te zeggen had, of wat ze zouden willen dat ik te zeggen had. Ze hadden hun eigen ideeën en plannen en ik paste daar niet helemaal in. Daarom schrijf ik nu mijn eigen verhaal. Aan het woord is Jeshua van Nazaret. Met veel humor, zelfkennis en zelfspot vertelt hij voor het eerst zelf zijn levensverhaal. Eindelijk ontdekken we de waarheid over de man die water in wijn veranderde. Van zijn geboorte tot het laatste avondmaal, over zijn strijd tegen de Schriftgeleerden en zijn onmogelijke liefde voor Maria Magdalena. Hij werpt een nieuw licht op gebeurtenissen die in het collectieve geheugen gegrift staan. Auteur BRUNO TIMP was jarenlang leraar en auteur van toneelstukken. In deze roman toont hij Jezus‟ ware gelaat. Een boeiend en aangrijpend levensverhaal over vriendschap en verraad, liefde en zonde, geloof en onbegrip, dood en verrijzenis. ISBN: 978 90 6306 602 4 Ramadan Moebarak (Aicha Tou)
Omschrijving : Een educatief prentenboek. Ramadan moebarak, wat 'gezegende Ramadan' betekent, is een educatief prentenboek. Het staat vol met schitterende tekeningen op niveau van kleuters en eerste graad. Elke bladzijde in dit boek werd op een andere kleur gedrukt, met de tekst in het zwart of wit. De tekeningen zijn ook van de hand van de schrijfster. Je ziet hoe Zainab en Ismaël en hun ouders zich verheugen op het verschijnen van de nieuwe maan en elkaar feliciteren met: Ramadan moebarak. De kinderen tellen de dagen af, Zo knutselen Zainab en Ismaël een lantaarntje voordat de Ramadan begint, maken ze een slinger van 30 dagen lang waarvan ze elke dag een dag kunnen afscheuren (of afsnoepen als je de slinger van snoep maakt), maken ze uitnodigingen om vriendjes uit te nodigen voor Iftar (het verbreken van de vasten „s avonds), bouwen ze een moskee met blokken. Uit het boek blijkt dat de Ramadan een aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek
28
heel belangrijke periode is voor moslims, die zich door het vasten meer dan ooit met elkaar verbonden voelen. Op eenvoudige wijze wordt dit verteld aan jonge kinderen, in beeld gebracht en voorzien van concrete activiteiten. Dit boek geeft een heldere kijk op de maand Ramadan en het Ied Al-Fitr feest (het Suikerfeest) bij de afsluiting van de Islamitische vastenmaand, zeker ook voor niet-moslims. Het boek is gepresenteerd op drie niveaus: op de linkerbladzijde worden verzen uit de Koran, het heilige boek voor moslims, geciteerd met een woordje uitleg voor de volwassen lezer. Op de rechterbladzijde staan knutsel-, spelletjes- of kooktips die kinderen alleen of met een volwassene kunnen uitvoeren. Op deze rechterpagina staat ook telkens het verhaal van de kinderen Zainab, Ismaëel en hun ouders en hoe zij de Ramadan beleven. De vertaalde citaten uit de Koran zijn telkens in het blauw gedrukt en de citaten uit de overleveringen van de profeet Mohammed in het groen Het boek is geschreven door Aicha Tou die in Nederland de lerarenopleiding volgde en werkzaam was op verschillende basisscholen. Op een school in Amsterdam maakte zij kennis met ontwikkelingsgericht onderwijs, wat haar niet alleen inspireerde voor haar lessen, maar ook voor dit boek .Het is een absolute aanrader omdat het naast de didactische aanpak op niveau van jonge kinderen tegelijkertijd heel wezenlijk onderbouwde en heldere toelichtingen over Ramadan bevat. Het boek is zeer verzorgd, overzichtelijk en heel mooi uitgegeven. Nederlandstalig. Samengevat: dit boek geeft een heldere kijk op de Ramadan en het Ied Al-Fitr feest (het Suikerfeest) bij de afsluiting van de Islamitische vastenmaand, zeker voor niet-moslims. ISBN: 90 5460114 0
Nog een tip: pastorale impuls oktober 2010. Uit de inhoud: Missiemaan? : “met of zonder t”: „Spreek, ik luister‟ Filippus en de man uit Ethiopië Gebeden voor kinderen – oktober/missiemaand
website pastoraal op school: www.dpbbrugge.be/schoolpastoraal
Carmino Bohez – Rik Depré, DPB-Brugge domeinbegeleiding pastoraal@school
29
aanbod DPB-Brugge basisonderwijs oktober 2011 missiemaand - leeftocht - vredesweek