1
Weet wat u wilt! 1.1
Een eigen praktijk of toch niet? – 2
1.2
Hoe ziet uw ideale praktijk eruit? – 2
1.3
Waar en hoe wilt u dokteren? – 3
1.4
Bent u een ondernemer? – 3
1.5
Start met informatie verzamelen – 5
1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.5.6 1.5.7 1.5.8
Beroepsverenigingen – 5 Startersdag – 5 Starterscafé – 5 Cursus praktijkmanagement – 5 Wagro’s – 5 Waarnemersdagen – 6 Hidha-dag – 6 HAweb – 6
1.6
Verken het zorglandschap – 6
1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.6.4 1.6.5 1.6.6 1.6.7 1.6.8 1.6.9 1.6.10 1.6.11 1.6.12 1.6.13
Patiënten – 6 Nuldelijnszorg – 7 Eerstelijnszorg – 8 Tweedelijnszorg – 8 Zorggroep – 8 IGZ – 8 Zorgverzekeraars – 9 Overheid – 9 Gemeente – 10 NMa – 10 NZa – 10 CVZ – 11 De farmaceutische industrie – 11
1.7
Neem kennis van de financiering van de zorg – 11
1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4
De kosten van gezondheidszorg – 12 Hoe lopen de geldstromen in de curatieve zorg? – 12 Budgettaire kaders – 13 De financiering van de huisartspraktijk – 14
1.8
Maak een keuze die bij u past – 15
1.9
Checklist – 15
1
2
1
Hoofdstuk 1 • Weet wat u wilt!
> Tip Heeft u al besloten een eigen praktijk te starten, begin dan bij paragraaf 1.6 ‘Verken het zorglandschap’. Heeft u nog geen keuze gemaakt? Dan raden wij u aan bij het begin te beginnen. Succes!
Een eigen praktijk starten heeft invloed op uw werk- én privésituatie. Juist daarom is het belangrijk dat u een weloverwogen besluit neemt. In dit hoofdstuk ondersteunen wij u bij het maken van een keuze die bij u past. Bent u aan het eind van dit hoofdstuk van mening dat u een eigen praktijk wilt voeren? Wij adviseren u dan om verder te lezen in dit boek.
1.1
Een eigen praktijk of toch niet?
Een huisartspraktijk is een onderneming. Als praktijkhouder komt u in aanraking met ondernemersvraagstukken. Sommige vraagstukken staan ver af van de patiëntenzorg waar u primair voor gekozen heeft. Denk aan missie, visie, strategie, huisvesting, administratie, declaratieverkeer en contractbeheer. Deze zaken kosten, zeker in het begin van uw loopbaan als praktijkhouder, veel tijd. Vraagstukken die dichter bij de dagelijkse patiëntenzorg staan zijn werkoverleg, het maken van samenwerkingsafspraken en ketenzorg. Krijgt u de kriebels van al die regelzaken of ziet u het ondernemerschap als uitdaging? Als ondernemer kunt u zelf keuzes maken over de manier waarop u wilt werken. In loondienst kunt u aan de slag met patiëntenzorg, maar bent u voor de organisatie van uw werk afhankelijk van de keuzes van uw werkgever. Weet u wat u wilt? Pas als u dat weet, kunt u zoeken naar uw ideale praktijk. > Tip Doe eerst praktijkervaring op door te werken in dienstverband en/of waar te nemen. Deze periode helpt u bij het vormen van een mening.
1.2
Hoe ziet uw ideale praktijk eruit?
Voordat u begint met het zoeken naar een praktijk, is het belangrijk om voor uzelf te bepalen wát u precies zoekt. Hoe wilt u nu, maar ook over vijf jaar werken? Wat vindt u belangrijke aspecten van uw vak? Waar ontleent u uw plezier aan? Misschien houdt u van kleinschalig werken in een eenmanspraktijk. Wellicht gaat u graag de uitdaging aan om een praktijk vrij te vestigen. Indien u parttime wenst te werken, heeft u in ieder geval een collega nodig die tijdens uw afwezigheid in de praktijk is. In een duopraktijk kunt u taken verdelen, maar krijgt u ook te maken met de opvattingen van uw directe collega en mogelijk meer personeel dat aansturing behoeft. Een groepspraktijk of gezondheidscentrum geeft nog meer mogelijkheden voor taakverdeling, taakdelegatie, taakdifferentiatie, specialisatie en multidisciplinaire samenwerking. Hoe meer activiteiten, hoe complexer de organisatie. Bedenk eens welke rol u met uw sterke kanten in een organisatie kunt spelen. En bedenk eens welke eigenschappen u zoekt in collega’s om uw zwakke kanten te compenseren. Welke teamcultuur wenst u? 1 In een eigen praktijk kunt u naast uw praktijkwerkzaamheden bijvoorbeeld AIOS opleiden, wetenschappelijk onderzoek doen of u kunt zich inzetten voor bestuurlijk werk. Uw wensen hebben consequenties voor uw collega’s. En andersom. 1
De HVRC heeft landelijke eisen gesteld aan opleiders. Eén daarvan is dat u minimaal vijf jaar werkzaam moet zijn als huisarts, waarvan een jaar in uw huidige praktijk. Kijk voor meer informatie bij de praktijkvereisten opgesteld door de HVRC.
1.4 • Bent u een ondernemer?
3
Huisartsen meten de omzetverdeling vaak af aan de verdeling van de patiëntenzorg. Het is belangrijk om vooraf goede onderlinge afspraken te maken over hoe u de praktijk voert.
1.3
Waar en hoe wilt u dokteren?
Waar in het land wilt u zich als huisarts vestigen? Bij de beantwoording van die vraag speelt een aantal overwegingen een rol. De zorgvraag in een praktijk is afhankelijk van de locatie van de praktijk. Bent u geïnteresseerd in zorg voor chronische aandoeningen? Ga dan op zoek naar een gebied waar veel vergrijzing is. Op de website 7 www.nivel.nl/VAAM vindt u demografische gegevens over een postcodegebied. De website biedt ook inzicht in het aanbod eerstelijnszorg dat in het postcodegebied aanwezig is. U levert als huisarts contextgeneeskunde. Juist daarom heeft zowel de patiënt als u er belang bij dat u woont in de omgeving van uw praktijk. De Mededingingswet garandeert de mogelijkheid tot vrije vestiging van de huisarts. De wet bepaalt ook dat de patiënt zijn eigen huisarts kiest.
1.4
Bent u een ondernemer?
U bent al een zorgverlener. Bent u ook een ondernemer? Hieronder vindt u een test die inzicht geeft in uw ondernemerskwaliteiten. De test helpt u bij het beantwoorden van de vraag: bent u een ondernemerstype?2 z
Scan uw eigenschappen3
Geef uzelf een score tussen de 1 en 10 (1 = laag) voor onderstaande eigenschappen of capaciteiten: 1. Hard werken Kunt u het opbrengen om veel tijd in uw praktijk te steken? Avonden en weekenden doorwerken als het nodig is? 2. Visie en missie Weet u wat u wilt bereiken en hoe u zich met uw zorg wilt onderscheiden in de markt? 3. Enthousiasme Misschien wordt u door omstandigheden ondernemer, maar begint u ermee omdat u erin gelooft en er ook echt enthousiast van wordt? 4. Stressbestendigheid Bent u stressbestendig? Heeft u voldoende vertrouwen in de huisartsenzorg die u biedt of ligt u iedere nacht uren wakker omdat u er onzeker over bent? 5. Risicobeheersing Neemt u beslissingen na goed overwegen en houdt u rekening met wat er in het slechtste geval kan gebeuren? Of begint u zonder na te denken ergens aan? 6. Tegenslagen 2 3
NB: de test geeft slechts een indicatie! afgeleid van www.ikwileenbedrijfbeginnen.nl
1
4
Hoofdstuk 1 • Weet wat u wilt!
1 7.
8.
9.
10.
Kunt u goed met eventuele tegenslagen omgaan? Gaat u dan met frisse moed door of gaat u bij de pakken neerzitten? Het thuisfront Een belangrijke factor is dat uw directe omgeving uw initiatief steunt. Doet uw partner moeilijk wanneer u alweer een avond doorwerkt, waardoor de sfeer thuis bederft? Zelfdiscipline Als eigen baas bent u degene die de organisatie stuurt. Bent u voldoende gemotiveerd om bijvoorbeeld altijd om 8.00 uur te beginnen en dan minimaal negen uur te werken? Communicatieve en sociale vaardigheden Een praktijk heeft patiënten nodig en deze patiënten moeten natuurlijk ook bereikt en gewonnen worden. Weet u iedere potentiële patiënt voor u te winnen of heeft u moeite ze aan te spreken? Leidinggevende capaciteiten Bent u een geboren leider of heeft u moeite met mensen aansturen, motiveren en ondersteunen?
Tel de scores voor de vragen 1 t/m 10 bij elkaar op: 5 0-49 punten: Denk er nog eens goed over na. Vraag een ander de vragen voor u in te vullen, misschien ziet u het wat te negatief. 5 50-69 punten: Met wat hulp op uw zwakkere punten gaat het lukken! 5 70-90 punten: U bent er helemaal klaar voor! In . Tabel 1.1 vindt u een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen een zelfstandige huisarts en een huisarts in loondienst. . Tabel 1.1
Overzicht verschillen loondienst en zelfstandige
Loondienst
Zelfstandige
Arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd
Geen sprake van een arbeidsovereenkomst
Salaris komt voort uit arbeidsovereenkomst
Salaris komt voort uit privéonttrekking onderneming
Wettelijke bescherming
Geen wettelijke bescherming
In opdracht werken van werkgever
Werken naar eigen inzicht
Werkgever is op grond van Burgerlijk Wetboek (6:170) aansprakelijk voor fouten van werknemer
Aansprakelijk voor eigen fouten en fouten van eventueel personeel
Verzekerd van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en werkeloosheid
Zelf verantwoordelijk voor het treffen van voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid. Risico op geen werk niet te verzekeren
Inkomensafhankelijke premie zorgverzekeringswet (Zvw) komt ten laste van werkgever; 7,1% van loon (max. € 50.056 in 2012)
Inkomensafhankelijke premie Zvw komt ten laste van ondernemer, 5% van het inkomen (max. € 50.056 in 2012)
Directe inhouding loonheffing (voorheffing inkomstenbelasting)
Aangifte inkomstenbelasting achteraf (let op voorlopige aanslag)
Werkgever regelt pensioenopbouw (via SPH)
Pensioendeelname verplicht via SPH
Geen fiscale faciliteiten voor ondernemers
Fiscale faciliteiten voor ondernemers zoals zelfstandigenaftrek, startersaftrek en vrijstelling van een percentage van de winst (2012)
1.5 • Start met informatie verzamelen
1.5
Start met informatie verzamelen
1.5.1
Beroepsverenigingen
5
Bij diverse beroepsverenigingen is een schat aan informatie aanwezig. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) biedt u praktische tools zoals de declareerwijzer, een boekhoudprogramma, cursussen, bouwadvies en dit handboek. Daarnaast zet de LHV zich in voor het versterken van de strategische positie van huisartsen en de huisartsenzorg, zowel binnen Nederland als in Europa. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is de wetenschappelijke vereniging van Nederlandse huisartsen. Het heeft als doel het bevorderen van een wetenschappelijk gefundeerde uitoefening van de huisartsgeneeskunde in de praktijk. De Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN) is de brancheorganisatie van huisartsenposten.
1.5.2
Startersdag
De LHV-Startersdag is de ideale plek om u voor te bereiden op een start als praktijkhouder. De dag biedt een keuzeprogramma met workshops speciaal voor startende praktijkhouders. De informatiemarkt biedt u de mogelijkheid meer kennis te vergaren. Ook ontmoet u collega’s met wie u kunt sparren of aan wie u vragen kunt voorleggen.
1.5.3
Starterscafé
De starterscafés zijn geaccrediteerde bijeenkomsten voor jonge huisartsen waarin vooral nietpatiëntgebonden zaken een rol spelen. Ook is het een perfecte plek om collega’s te ontmoeten en vragen te stellen. Kijk voor de actuele data van de starterscafés op de website van de LHV.
1.5.4
Cursus praktijkmanagement
Kom naar de cursus praktijkmanagement. In vier dagen geven docenten inzicht in het ondernemerschap van de huisarts. Een onmisbare basis voor toekomstige praktijkhouders. Dat bewijst het feit dat ruim duizend collega’s u zijn voorgegaan in het volgen van de cursus. De website van de LHV geeft de cursusdata aan.
1.5.5
Wagro’s
Wagro’s staat voor waarnemersgroepen. Dit zijn huisartsengroepen voor waarnemers en Hidha’s (huisartsen in dienst van een huisarts) die meestal onder een huisartsenkring vallen. Wagro’s geven starters een stem binnen de LHV-Kringen. Als u niet alleen wilt ondernemen is het aansluiten bij een Wagro een manier om te netwerken. Via uw netwerk vindt u wellicht een collega met dezelfde ondernemerswensen als u.
1
6
1
Hoofdstuk 1 • Weet wat u wilt!
1.5.6
Waarnemersdagen
De waarnemersdagen van de LHV bieden naast medisch inhoudelijke nascholingen ook de mogelijkheid om medewaarnemers te ontmoeten. Deze dag is geschikt om te netwerken.
1.5.7
Hidha-dag
De Hidha-dag is een geaccrediteerde scholingsdag van de LHV. Op deze dag volgen huisartsen die in dienstverband werken een inhoudelijk programma dat toegespitst is op hun werksituatie. Deze dag biedt gelegenheid om collega’s te ontmoeten.
1.5.8
HAweb
HAweb is het online netwerk en dashboard voor LHV- en NHG-leden. Op HAweb vindt u groepen zoals ‘De startende huisarts’. Binnen de groep vindt u startersinformatie en kunt u discussies voeren. Dit is hét medium om gericht vragen te stellen aan uw doelgroep. HAweb biedt ook een platform voor vacatures. Op ‘HAweb Vacatures’ plaatst en zoekt u kosteloos vacatures. Met meer dan zesduizend huisartsen op HAweb heeft het vacatureplatform direct een groot bereik.4
Verken het zorglandschap
1.6
De huisarts is het eerste aanspreekpunt van patiënten bij hun primaire gezondheidsvragen. Daarnaast is de huisarts de aangewezen regisseur in de zorg die de patiënt (en zijn naasten) deskundig begeleidt voor, tijdens en na zijn ziekte. De patiënt is een externe belanghebbende, ook wel externe stakeholder, bij het leveren van huisartsenzorg. Naast externe belanghebbenden krijgt u als praktijkeigenaar ook te maken met interne belanghebbenden. Interne belanghebbende zijn maten in een maatschap en/of personeel. Personeel beschrijven we in hoofdstuk 12, Werkgeverschap. In . Figuur 1.1 ziet u een overzicht van de stakeholders waar de huisarts mee te maken heeft.
1.6.1
Patiënten
In een praktijk draait het om patiënten. De patiënt is de belangrijkste stakeholder voor de huisarts. U bent als praktijkhouder verantwoordelijk voor het organiseren van goede huisartsenzorg gedurende zeven dagen per week en 24 uur per dag. Deze verantwoordelijkheid geldt voor de patiënten die bij u ingeschreven staan. Iedere patiënt is bij een huisarts ingeschreven (Inschrijving Op Naam zie paragraaf 7.11 Registreer uw patiënten in de ION-database). De relatie van een huisarts met zijn patiënten is een bijzondere. Vaak blijven patiënten lang verbonden aan een praktijk. Dit biedt u de mogelijkheid een vertrouwensband met hen op te bouwen. Als generalist kent u de achtergronden, opvattingen en context van uw 4
Dit is de stand per medio 2012. Het aantal aangesloten leden blijft stijgen sinds de introductie begin 2012.
7
1.6 • Verken het zorglandschap
de huisarts als de spil in het web
externe belanghebbende
NMa
interne belanghebbende
NZa
nuldelijnszorgverleners tweedelijnszorgverleners
gemeente eerstelijnszorgverleners
doktersassistente CVZ
overheid
beroepsverenigingen
praktijkmanager
IGZ farmaceuten
Hidha
zorgverzekeraars
praktijkondersteuner waarnemer AIOS
patiënten
collega’s
zorggroep
Hagro
huisartsenposten
. Figuur 1.1
Stakeholders huisarts
patiënten. Het persoonlijke continue karakter van de relatie met de patiënt maakt de huisartsenzorg uniek. Tegenover u in de spreekkamer zitten jonge en oudere, mondige en minder mondige patiënten. Iedere patiënt heeft zijn eigen achtergrond, opvattingen en wensen. Dat is afhankelijk van de persoon, maar ook van de fase van het leven of van het ziekteproces waarin de patiënt zich bevindt. Patiënten met een chronische aandoening hebben bijvoorbeeld meer behoefte dan andere patiënten aan het meedenken over hun zorgplan en het nemen van verantwoordelijkheid in het zorgproces. Voor alle patiënten geldt dat zij behoefte hebben aan een vertrouwde huisarts die hen kent en die de samenhang in de zorg bewaakt. In overleg met de patiënt komt u tot de voor hem of haar beste keuzes. Zo levert u patiëntenzorg op maat.
1.6.2
Nuldelijnszorg
Eén op de vijf mensen biedt mantelzorg in zijn leven. Mantelzorg is ‘meer dan drie maanden achter elkaar en/of minimaal acht uur per week onbetaald5 zorg en ondersteuning bieden’. Mantelzorgers en informele zorgers bieden de voor- en nazorg bij een ziekenhuisopname, ondersteuning van chronisch zieken, verzorging en ondersteuning van mensen in een palliatieve fase, of ‘gewoon’ zorg voor een ouder en/of partner. Regelmatig zijn deze mantelzorgers en informele zorger zelf ook ‘patiënt’ bij de huisarts. Zowel de patiënt als de huisarts heeft veel steun aan hen. Ze geven informatie over het ziekteproces van de persoon die zij ondersteuning/ zorg bieden. Mensen blijven langer thuis wonen door de steun van mantelzorgers en informele zorgers. De overheid wenst een sterkere nuldelijnszorg: mensen vangen komende jaren meer zorg thuis en in hun directe omgeving op. De LHV heeft de Toolkit Mantelzorg ontwikkeld. Deze toolkit ondersteunt u bij het herkennen van mantelzorgers, bij het bepalen of zij ondersteuning nodig hebben, en geeft u inzicht waar u deze ondersteuning kunt vinden. U vindt de toolkit op de website van de LHV. 5
Vilans en Mezzo.
1
8
1
Hoofdstuk 1 • Weet wat u wilt!
1.6.3
Eerstelijnszorg
Eerstelijnszorg is zorg waar de patiënt zonder verwijzing en op eigen initiatief naartoe kan. Naast huisartsen werken ook tandartsen, verloskundigen, paramedici, verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg in de eerstelijnszorg. De eerstelijnszorg lost de meeste gezondheidsproblemen op. Daarnaast is deze zorg goedkoper dan ziekenhuiszorg. Daarom stimuleert de overheid dat mensen zoveel mogelijk in de eerstelijn geholpen worden.
1.6.4
Tweedelijnszorg
Tweedelijnszorg is alleen toegankelijk na een verwijzing van een huisarts. Ziekenhuiszorg en geestelijke gezondheidszorg vallen hieronder. In het algemeen stijgen de kosten in de zorg. Ook de tweedelijnszorg staat, net als de eerstelijnszorg, onder druk om deze kostenstijging te beteugelen. De minister vraagt huisartsen om zorgtaken over te nemen uit de tweedelijn die de eerstelijn goedkoper kan leveren. Het ontstaan van de ketenzorg is hier een voorbeeld van.
1.6.5
Zorggroep
De invoering van integrale bekostiging vanaf 2007 heeft mede geleid tot het ontstaan van zorggroepen. De zorggroepen zijn verantwoordelijk voor de organisatie, coördinatie en levering van de door hen gecontracteerde zorgprogramma’s. De meeste huisartsen zijn aangesloten bij een zorggroep voor diabeteszorg.6 De relatief nieuwe organisaties ontwikkelen zich door op organisatorisch vlak. Ook zetten meer zorggroepen zich in voor het inzichtelijk maken en verbeteren van de kwaliteit van de geleverde zorg, door middel van spiegelinformatie, visitatie en het aanstellen van een kwaliteitsfunctionaris.7
1.6.6
IGZ
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bevordert voornamelijk de volksgezondheid door effectieve handhaving van de kwaliteit van zorg, preventie en medische producten. Daarnaast adviseert de inspectie bewindspersonen. Ook adviseert en stimuleert zij zorgaanbieders. Eventueel gebruikt de IGZ drang en dwang om verantwoorde zorg te realiseren. De inspectie onderzoekt en oordeelt onpartijdig, deskundig, zorgvuldig en onafhankelijk van politieke kleur of heersend zorgstelsel. Het toezichtveld van de IGZ bestaat uit ongeveer 40.000 instellingen en bedrijven, waar zo’n 1,3 miljoen personen werken. Hiervan zijn circa 800.000 personen zorgprofessionals.8 Tijdens de loopbaan krijgt de huisarts vrijwel zeker te maken met de IGZ (zie daarvoor ook 7 par. 6.8 Een tuchtzaak). De huisarts is verplicht melding te maken van incidenten. Ook bent u als huisarts verplicht om inspecteurs te begeleiden.
6 7 8
Dit is de situatie in 2012. Bron: RIVM, De organisatie van zorggroepen anno 2011. 7 www.igz.nl
1.6 • Verken het zorglandschap
1.6.7
9
Zorgverzekeraars
De vier grootste zorgverzekeraars zijn Achmea, CZ, VGZ en Menzis. Onder deze vier zorgverzekeraars vallen meerdere labels. Naast de grote zorgverzekeraars bestaan enkele kleinere, veelal lokale, partijen zoals DSW en Zorg en Zekerheid. De inschrijftarieven en consulten declareert u bij de zorgverzekeraars van uw patiënten. U hoeft hiervoor niet in het bezit te zijn van een contract met de desbetreffende zorgverzekeraars. Voor andere declaraties, zoals opslagen boven op het inschrijftarief, heeft u een contract nodig met de zorgverzekeraar van de patiënt waarvoor u het tarief declareert. Voor de passantentarieven is slecht één contract met een zorgverzekeraar nodig. Zie voor meer informatie 7 par. 8.3 Declaraties en ontvangsten. U onderhandelt in principe met één zorgverzekeraar over een contract. Dat is uw preferente zorgverzekeraar. Gebruikelijk is dat dit de zorgverzekeraar is met de meeste patiënten in uw praktijk. De overeenkomst met de preferente zorgverzekeraar stuurt u naar de zorgverzekeraars van de overige patiënten, ook wel ‘verre’ zorgverzekeraars genoemd, met de vraag of ze die ook willen tekenen. Dit noemt men ‘het contract volgen’. Het volgen door verre zorgverzekeraars is niet verplicht. In de meeste regio’s is het wel gebruikelijk. Het is niet gebruikelijk in gebieden waar, van oudsher, twee zorgverzekeraars een groot aandeel hebben in het patiëntenbestand van de huisarts. In het zuiden van het land erkennen CZ en VGZ elkaar bijvoorbeeld niet als preferente verzekeraar als ze beide een groot deel van de patiënten in de praktijk vertegenwoordigen. Ook is bekend dat volgen in de ketenzorg niet altijd gebruikelijk is. Zie voor meer informatie aangaande contractering 7 par. 2.3 Overeenkomsten.
1.6.8
Overheid
Via gereguleerde marktwerking in de zorg streeft de overheid naar een beter systeem voor gezondheidszorg. Het systeem moet efficiëntie stimuleren en leiden tot betere kwaliteit, betaalbaarheid, toegankelijkheid en transparantie. De zorguitgaven stijgen sneller dan de groei van de economie. De kostenstijging is volgens velen onhoudbaar. Het drukt op de koopkracht van burgers. De burger kan de euro immers maar één keer uitgeven. Ook de solidariteit van gezonden naar zieken, van jongeren naar ouderen, van hoge naar lage inkomens en van werkenden naar niet-werkenden staat hierdoor onder druk. Het doel van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is het groeitempo van de collectieve uitgaven in de (curatieve en langdurige) zorg verlagen en structureel beheersen. De betaalbaarheid, toegankelijkheid, beschikbaarheid en kwaliteit van de zorg mag hierdoor niet in het gedrang komen. Gezondheidszorg is immers een grondrecht in Nederland. Daarnaast speelt nog het dreigende personeelstekort in de zorg. Mede door de vergrijzing zijn meer handen aan het bed nodig, terwijl het aantal beschikbare handen juist afneemt. Door deze ontwikkeling neemt de vraag naar nuldelijnszorg toe. Men rekent ook op technologische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen moeten het mogelijk maken om met minder handen meer werk te verzetten. Dat voorkomt een te hoge last op de nuldelijnszorg. Deze demografische, economische en politieke omstandigheden hebben direct invloed op de manier waarop huisartsen hun vak uitvoeren. De minister vraagt huisartsen meer te doen. De werkdruk stijgt. Ook staan de vergoedingen onder druk. Juist daarom is het belangrijk dat huisartsen zich blijven organiseren om samen vorm te geven aan een toekomstbestendig vak. Ook de overheid is gebaat bij een hoge organisatiegraad van huisartsen. Afspraken komen hierdoor sneller tot stand.
1
10
1
Hoofdstuk 1 • Weet wat u wilt!
1.6.9
Gemeente
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg. Jeugdgezondheidszorg en ouderengezondheidszorg vallen hieronder. De gemeente maakt ook beleid op het terrein van preventie van alcoholmisbruik, roken, overgewicht, depressie en diabetes. Om de vier jaar doen gemeenten verslag over de bereikte resultaten. Daar komt bij dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze wet regelt dat mensen met een beperking de voorziening, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten, of mensen met psychische problemen. De Wmo zorgt ervoor dat iedereen kan meedoen aan de maatschappij en zoveel mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. Iedere gemeente heeft de vrijheid om andere accenten te leggen in de uitvoering van de Wmo. Neem daarom als hagro contact op met de gemeente waar u werkt. Vraag naar de manier waarop zij de Wmo uitvoert. Zijn er projecten en activiteiten die aansluiten bij uw eigen praktijkvoering? Streef naar een vruchtbare samenwerking. Samenwerking tussen gemeente en zorgverlener levert immers een bijdrage aan goede patiëntenzorg. Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor de leefbaarheid in hun gebied. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft gemeenten daarom het advies gegeven om met behulp van instrumenten op het gebied van ruimtelijke ordening, grondbeleid, huisvesting, parkeerbeleid, vergunningenbeleid, coördinatie en subsidiëring mede zorg te dragen voor voldoende huisartsenzorg in de regio.
1.6.10
NMa
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) ziet erop toe dat bedrijven op de vrije markt met elkaar concurreren. Concurrenten mogen bijvoorbeeld niet collectief onderhandelen of afspraken maken over prijzen. Doen ze dat toch, dan straft de NMa die bedrijven. Waar de markt nog onvoldoende ‘werkt’, zoals in de sectoren energie, zorg en vervoer, spant de NMa zich zoveel mogelijk in om die vrije markt te bereiken. De NMa schept voor deze markten randvoorwaarden. Dit noemt zij reguleren. Alle inzet is gericht op voordeel voor de consument. Het is goed u te realiseren dat een huisartsenpraktijk een onderneming is. Huisartsen worden daarom geacht met elkaar te concurreren. De NMa publiceerde in 2010 ‘Richtsnoeren voor de zorgsector’. Hierin legt de NMa uit welke vormen van samenwerking wel of niet zijn toegestaan. De LHV heeft de belangrijkste do’s en don’ts op het gebied van concurrentie en contractering voor u op een rij gezet. Ook geeft de LHV een overzicht van alternatieven die passen binnen de Mededingingswet en de door de NMa opgestelde Richtsnoeren. Ga voor deze informatie naar de website van de LHV. Zie verder ook 7 H. 13 Wetgeving. De huisarts is vrij zich te vestigingen waar hij wil. De patiënt is vrij de huisarts te kiezen die hij wenst.
1.6.11
NZa
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de opdracht goed werkende zorgmarkten te maken en te bewaken. Ze noemt zich daarom ook wel marktmeester in de zorg. De NZa stelt regels,
1.7 • Neem kennis van de financiering van de zorg
11
budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat gereguleerd is. Ook stelt ze condities voor marktwerking vast, die geheel of gedeeltelijk geliberaliseerd kunnen worden. De NZa stelt voor de meeste onderdelen van de huisartsenzorg maximumtarieven vast (bijvoorbeeld: consulttarief en inschrijftarief). Voor verrichtingen die vallen onder modernisering en innovatie (M&I-tarieven) gelden vrije tarieven. Vrije tarieven zijn tarieven die tot stand komen in onderhandelingen tussen zorgaanbieders en verzekeraars.
1.6.12
CVZ
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) is zowel een advies- als uitvoeringsorganisatie voor de wettelijke ziektekostenverzekeringen: de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het CVZ heeft drie kerntaken. Het adviseert over de inhoud van het basispakket. Daarnaast verdeelt het onder zorgverzekeraars de procentuele premies die werkgevers en uitkeringsinstanties inhouden op het inkomen van verzekerden. Tot slot voert het CVZ regelingen uit voor speciale groepen, zoals het innen van premies bij mensen die ten onrechte geen verzekering hebben gesloten en bij verzekerden die hun premies niet betalen.
1.6.13
De farmaceutische industrie
Ook de farmaceutische industrie is een stakeholder van de huisarts. U heeft met hen te maken. Zorg dat u zich in uw omgang met de farmacie, bijvoorbeeld tijdens een door de farmacie gesponsorde bijeenkomst, bewust bent van zowel het nut als het commerciële belang van deze industrie. Als het gaat om relatiegeschenken of deelname aan nascholing en congressen, is het goed te weten dat zowel de farmaceutische bedrijven als de dokters juridisch gebonden zijn aan regels. Op overtreding staat een sanctie. Meer informatie vindt u bij de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (de CGR). Artsen, instellingen en wetenschappelijke verenigingen krijgen in 2013 te maken met een centraal transparantieregister. Iedereen kan het register raadplegen op internet. Zo krijgt het publiek inzicht in de financiële relaties met de farmaceutische industrie die op jaarbasis boven de vijfhonderd euro uitkomen. Meer informatie vindt u bij de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (de CGR).
1.7
Neem kennis van de financiering van de zorg
U bent als praktijkhouder zowel huisarts als ondernemer. Zorg dat u goed begrijpt waar de omzet van uw onderneming vandaan komt. Hieronder vindt u een uiteenzetting van de kosten van de gezondheidszorg en de geldstromen in de curatieve zorgsector (zie . Figuur 1.2, check . tabel 1.2 en 1.3). Huisartsenzorg maakt hier onderdeel van uit. In de daaropvolgende paragrafen zoomen we verder in tot aan het praktijkniveau.
1
12
1
Hoofdstuk 1 • Weet wat u wilt!
. Tabel 1.2
Kosten van de gezondheidszorg in Nederland in 2012 (in miljarden €)
Zorgverzekeringswet (ZVW)
36,0
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)
26,0
Wet maatschappelijke ordening (Wmo)
1,4
onvoorziene uitgaven
1,6
overige uitgaven
2,0
totaal
67,0
. Tabel 1.3 Verdeling kosten Zorgverzekeringswet (ZVW) in 2012 (in procenten van € 36 miljard) huisartsen en gezondheidscentra
6%
ziekenhuizen
47%
medisch specialisten
6%
ziekenvervoer
2%
farmacie
17%
hulpmiddelen
4%
GGZ
11%
grensoverschrijdende zorg
1%
ketenzorg
1%
tandheelkunde
2%
paramedische hulp
2%
verloskunde
1%
totaal
100%
1.7.1
De kosten van gezondheidszorg
In . tabel 1.2 is te zien dat de kosten van de gezondheidszorg in Nederland in 2012 circa 67 miljard euro bedragen. Daarvan gaat 36 miljard naar de Zorgverzekeringswet (ZVW), 26 miljard naar de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), 1,4 miljard naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), 1,6 miljard naar onvoorziene uitgaven en 2,0 miljard naar overige uitgaven. Zie voor meer informatie over de beschreven wetten het hoofdstuk wetgeving (7 H. 13). In . tabel 1.3 zie u dat de 36 miljard die naar de Zorgverzekeringswet gaat, verdeelt VWS in 2012 over de posten Huisartsen en Gezondheidscentra, Ziekenhuizen, Medisch specialisten, Ziekenvervoer, Farmacie, Hulpmiddelen, GGZ, Grensoverschrijdende Zorg en Ketenzorg. U ziet dat huisartsenzorg slechts een klein deel van de totale kosten van de gezondheidszorg op zich neemt. Zie ook 7 par. 1.7.3 Budgettaire kaders.
1.7.2
Hoe lopen de geldstromen in de curatieve zorg?
Uw patiënten betalen verplicht een basispremie, ook wel nominale premie, voor een basiszorgverzekering aan een zorgverzekeraar. Zij kiezen zelf of ze ook premie betalen aan een zorgverzekeraar voor een aanvullende verzekering. Werkgevers betalen voor hun werknemers een inkomensafhankelijke bijdrage aan het zorgverzekeringsfonds. Zelfstandigen, zoals praktijkhouders, dragen deze premie via de Be-
13
1.7 • Neem kennis van de financiering van de zorg
Hoe lopen de geldstromen in de curatieve zorg?
BURGERS
ver zek erin g:€ 13,8 ev erz eig mil eke en jard risic ring en: o: € €3 1,4 ,3 m mil jard ilja rd
WERKGEVERS EN UITKERINGSINSTANTIES
RIJK
be
mie
d jar
Rijksbijdrage: € 2,1 miljard
mil
pre
7,8
Compensatie inkomensafhankelijke premie: € 14,3 miljard
s: nd sfo ing leid Op
aan
:€
vull
en
ng
end
tali
r em ie b asis
Zorgtoeslag: € 3,5 miljard
en
le p
Compensatie eigen risico: € 0,09 miljard
Eig
nom ina
Inkomensafhankelijke premie zelfstandigen en gepensioneerden: € 2,3 miljard
€
0,8 d jar mil
:€ ing ven vere ico Ris
19,5
jard mil
ZORGVERZEKERINGS FONDS
Ac ade m
isc he
com pon ent: €
0,6 m
ilja rd
ZORGVERZEKERAARS
ZORGAANBIEDERS
Vergoedingen aanvullende verzekeringen: € 3,3 miljard
Vergoedingen basisverzekering: € 33,0 miljard
. Figuur 1.2
Geldstromen in de curatieve zorg. (Bron: De ArgumentenFabriek)
lastingdienst zelf af aan het zorgverzekeringsfonds. Ook het rijk betaalt aan dit fonds. Het zorgverzekeringsfonds verdeelt het geld over zorgverzekeraars voor de risicoverevening. De risicoverevening is een financiële compensatie voor het feit dat verzekeraars geen hogere premies mogen vragen voor verzekerden met hogere verwachte ziektekosten, zoals ouderen en chronisch zieken. De zorgverzekeraars ontvangen dus zowel geld van de patiënten als geld van het zorgverzekeringsfonds. Met dit geld kopen zij huisartsenzorg in voor hun verzekerden. U declareert bij de zorgverzekeraars van uw patiënten (zie ook 7 par. 2.3.9 Overeenkomst met zorgverzekeraars en 7 par. 8.3 Declaraties en ontvangsten). Uw patiënten ontvangen geen rekeningen van u.
1.7.3
Budgettaire kaders
Ondanks dat de premies het grootste deel van de zorgkosten dekken, is de overheid wel verantwoordelijk voor het vaststellen en in de hand houden van deze kosten. De minister van VWS stelt voor ieder jaar een begroting vast. De zorgkosten moeten binnen deze budgettaire begrotingskaders blijven. Als de zorgkosten hoger uitvallen, zoekt de minister hiervoor een oplossing. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bepaalt in de huisartsenzorg het grootste deel van de tarieven. De tarieven die de NZa niet vaststelt zijn vrije tarieven. De NZa stelt ook prestaties vast. De NZa kan een opdracht (een zogeheten ‘aanwijzing’) krijgen van de minister om de tarieven aan te passen. Dit is een manier, die de afgelopen jaren herhaaldelijk gebruikt is, om
1
14
Hoofdstuk 1 • Weet wat u wilt!
3000
1
2500
€ 1.000.000
€ 241
€ 348 € 336
€ 344
€ 353
€ 2.105
€ 2.104
€ 2.104
2012
2013
2014
2000 1500 1000
€ 2.219
€ 2.310
2010
2011
500 0
Huisartsenzorg
. Figuur 1.3
Jaar
Ketenzorg
Budgettaire kaders huisartsenzorg en ketenzorg
de zorgkosten weer beter in het kader te laten passen. De minister kan overigens ook besluiten om de tarieven juist met rust te laten. In . Figuur 1.3 ziet u een grafiek met een overzicht van de kaders huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg (ketenzorg) van de afgelopen en komende jaren. Voor een actuele stand, zie 7 www.lhv.nl.
De financiering van de huisartspraktijk
Keten-DBC
3,2.%
€ 10.000
POH-module en consulten
5,6.%
€ 17.500
M&I-module en verrichtingen
8,3.%
€ 26.000
0,5.%
€
Consulten
1.7.4
Aanvullend en bijzonder aanbod Lokale onderhandelingen NZa en NMa toezichthouders
1.500
29,8.% € 93.000
Module Module
Basisaanbod Gemengde financiering Nza stelt prijs en prestatie vast 46,8.% € 146.000 Inschrijftarief
ANW
. Figuur 1.4
5,8.%
€ 18.000
Overzicht tarieven en omzetopbouw 2010.
15
1.9 • Checklist
De huisartsenzorg kent een gemengd financieringssysteem. U declareert zowel per ingeschreven patiënt een vast bedrag per kwartaal als een bedrag per keer dat de patiënt aanspraak maakt op uw diensten, voor bijvoorbeeld een consult, visite of verrichting. . Figuur 1.4 geeft een overzicht van de verschillende soorten tarieven die u kunt declareren. Ook ziet u uit welke tarieven de omzet is opgebouwd. Dit voorbeeld is gebaseerd op een praktijk van 2.350 ingeschreven patiënten. De verhouding en bedragen bij de verschillende omzetposten zijn gemiddelden. Deze vormen dus slechts een indicatie. De twee modules boven het inschrijftarief zijn de opslagtarieven voor patiënten in een achterstandswijk en voor patiënten ouder dan 65 jaar. U ziet dat de inschrijf- en consulttarieven het overgrote deel van de omzet van een huisartsenpraktijk genereren (ongeveer 75%). Voor de ketendiagnosebehandelcombinaties (ketenDBC’s) is de omzet sterk afhankelijk van het aantal patiënten in uw praktijk met diabetes of een andere chronische aandoening waarvoor een keten-DBC geldt. De gemiddelde omzet voor deze post is daarom nog meer een indicatie dan de andere omzetposten.
1.8
Maak een keuze die bij u past
U heeft informatie vergaard. Ook heeft u inmiddels nagedacht over wat u wilt. Zie hiervoor ook de checklist in . Figuur 1.5. Het moment om een keuze te maken is daar. Het woord ‘juiste’ staat heel bewust niet in de titel. Een juiste of onjuiste keuze bestaat in dit geval niet. Het belangrijkste is dat u een keuze maakt die bij u past. Kiest u voor het praktijkhouderschap? Lees dan verder in dit boek en leer over hetgeen u te wachten staat!
1.9.
Checklist Checklist Weet wat u wilt! Doe werkervaring op als waarnemer en/of Hidha. Praat met ervaringsdeskundigen. Weet welke uitgangspunten u heeft bij het leveren van huisartsenzorg. Weet of en zo ja, hoe u wilt ondernemen. Ken uw kwaliteiten én tekortkomingen als huisarts en als praktijkhouder. Neem kennis van de financiering van de curatieve zorg. Begrijp de financiering van de huisartsenpraktijk. Sluit u aan bij de beroepsverenigingen LHV en NHG. Blijf uzelf. Kies hetgeen dat bij u past!
. Figuur 1.5
Checklist Weet wat u wilt
1