Weeral maar geruchten! 2. Wijziging pensioenreglementering 3. Herziening reglement inwendige dienst 4. Ministerraad 29 januari en 6 februari

Weeral maar geruchten !

2

Wijziging pensioenreglementering

3

Herziening reglement inwendige dienst

4

Ministerraad 29 januari en 6 februari 2009

5

Ter herinnering: vanaf 2009 terug “sociale vakanties”

6

Akkoord 2008-2011

7

Ontwerp van Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2009

10

Landcomponent Info-day briefing

12

Vrijwillige legerdienst

14

Eventuele afbouw Campus Saffraanberg: totaal gebrek aan visie !

15

Geïndexeerde bedragen van de gezinsbijslag

17

Collectieve hospitalisatieverzekering

18

Postuitreiking aan het personeel dat in een kwartier is gedomicilieerd

19

Werking van het Aids Informatie Team

20

INFO DEFENSIE — FEBRUARI 2009

IN DIT NUMMER...

INFO DEFENSIE FEBRUARI 2009

1

Weeral maar geruchten ! De voorbije weken zorgden twee krantenartikels opnieuw voor onrust bij een deel van het personeel tewerkgesteld bij Defensie. Onder de koppen “Leraar strijdt voor behoud Saffraanberg” (Het Laatste Nieuws — 31 Jan 09) en “Leger gaat snoeien in muziekkapellen” (Het Nieuwsblad — 4 Feb 09) berichtten de kranten over een studie waarin gewag gemaakt wordt van het schrappen van 3.382 voltijdse functies.

Enkel maar een studie... In een reactie verklaarde de woordvoerder van Defensie dat de uitgelekte nota enkel een studie betrof waarin gewoon enkele voorstellen werden toegelicht over hoe het leger kan geheroriënteerd worden. Nog volgens de woordvoerder van de Minister was er nog niets beslist en werd de nota die bewust of onb ewu st op h et net verscheen dan ook meteen van het internet gehaald. Men wilde het personeel niet verontrusten. Later tijdens de bespreking van het akkoord 2008-2011 in de Kamercommissie voor de Landsverdediging herhaalde de minister dit en voegde hij eraan toe dat er voor september dit jaar geen enkele beslissing ter zake zal genomen worden.

Waarover gaat het ? Tijdens een infodag op 16 december 08 gaf HRO-O een PowerPoint-voorstelling van wat de implicaties zouden zijn van de politieke oriëntatienota op het personeelsgebeuren in Defensie. DGHR kreeg als opdracht een aangepast voorstel van loopbaanconcept te formuleren.

Op 3 december 2003 besliste de toenmalige regering om tegen 2015 het personeelsbestand te verminderen tot 37.725 FTE (fulltime equivalenten). De huidige minister wil de personeelsvermindering sneller doorvoeren en

2


op 1 januari 2011 is er op de organieke tabellen nog plaats voor 35.000 militairen en 2.725 burgerpersoneelsleden. Om tot die cijfers te komen moet overgegaan worden tot de realisatie van een actief extern mobiliteitsbeleid. Uiteraard rekent men ook op het succes van het nieuw ingevoerde VOP (vrijwillige opschorting van de prestaties). Achteraan de nota van HRO (zie verder) vinden we een lijstje met het aantal functies dat zou geschrapt worden. Het dossier dat finaal voor minister De Crem bestemd was zou reeds op 5 januari 09 aan de CHOD overgemaakt zijn.

Vergadering vakbonden – CHOD Op 26 januari 2009 nodigde de CHOD de vertegenwoordigers van de 4 representatieve va kb on d en uit op een halfjaarlijkse vergadering (de vorige vergadering dateert van ongeveer 2 jaar geleden). Dat er een studie van HRO bestond wisten we toen nog niet en ook de CHOD sprak er niet over. Wel verklaarde hij terecht dat Defensie de voorbije jaren steeds heeft moeten bijdragen tot de sanering van de staatsfinanciën. Vandaag echter is de budgettaire situatie van die aard dat we bij ongewijzigd budgettair beleid niet in staat zijn alle programma’s op de voorziene tijdstippen te verwezenlijken. Volgens de CHOD is het uitgesloten dat er een budgetverhoging komt. De enig mogelijke oplossing is dan het bewerkstelligen van een snellere daling van de personeelseffectieven. Persoonlijk heeft hij nooit gepleit voor minder dan 37.725 personeelsleden maar als het budget niet stijgt dan moet het leger kleiner in omvang worden. De enige oplossing is dan om de militairen vlugger op vrijwillige basis te laten afvloeien.

Hervormingsmoeheid

Plan 37.725

Andermaal maken wij ons de bedenking hoe geloofwaardig de woorden van de minister met betrekking tot de door hem vastgestelde hervormingsmoeheid bij het personeel Defensie wel zijn. Indien alle in bewuste studie voorgestelde maatregelen uitgevoerd worden dan kunnen we gerust spreken van een nieuwe grote hervorming binnen Defensie. Vooralsnog doet de minister de uitgelekte studie af als “één van de zo vele waarover nog niets beslist is” maar echt indruk maakt dit niet op ons. De ervaring leert ons immers dat in de loop der jaren de hervormingen niet bijster veel verschilden van eerder uitgevoerde studies. De vraag die we ons terecht moeten stellen is, hoeveel kleiner kan ons “klein leger” nog worden? Wij denken dat we op het punt gekomen zijn om te zeggen “genoeg is genoeg” en “trop is te veel”.

De uitgelekt nota van de personeelsdienst van Defensie spreekt over 14 maatregelen om tegen 2011 het leger met 3.382 FTE tot 37.725 personeelsleden af te slanken. Het betreft:

Bron:

Reorganisatie Competentiecentrum Steun (Doornik) Steun Operaties en Territoriale diensten

118 jobs 1500 jobs

Steun Luchtcomponent

100 jobs

Eenheden Material Resources

200 jobs

Ontvetten Staven

344 jobs

Ter Horeca

433 jobs

Gedeeltelijke deprofessionalisering wacht

500 jobs

Afschaffing vorming A3+ (studierichting militaire school Saffraanberg)

300 jobs

Sluiten kazerne Panquin (Tervuren)

20 jobs

Afschaffen VDKMS

30 jobs

Gedeeltelijk privatiseren Arbeidsgeneeskundige dienst

40 jobs

Privatiseren schoonmaak Militair Hospitaal

50 jobs

Herstructurering Sportcentrum Duisburg in autonome dienst

30 jobs

Muzieken

82 jobs

Wijzigingen pensioenreglementering Met ingang van 1 januari 2009 werden aan de wettelijke bepalingen met betrekking tot de pensioenen een aantal wijzigingen aangebracht. Die wijzigingen zijn het gevolg van het in uitvoering brengen van wat we eenvoudigweg het luik pensoenen van de wet GLC zullen noemen. Uit de vele wijzigingen hebben we gepoogd er voor u de voornaamste uit te halen.

Verlenging loopbaan

De gewezen militairen van het actief kader in werkelijke dienst als militair kunnen op hun verzoek met pensioen gaan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin zij de volle leeftijd van 58 jaar hebben bereikt, of op de eerste dag van de maand die volgt op de stopzetting van hun functies indien deze zich later voordoet. Zij moeten dan wel ten minste vijfentwintig pensioenaanspraakverlenende dienstjaren tellen die werden doorgebracht in de hoedanigheid van militair, met uitzondering van de bonificaties wegens studies en van andere periodes vergoed wegens diensten die

voor de vaststelling van de wedde meetellen. Voor de berekening van die vijfentwintig dienstjaren worden de in aanmerking komende diensttijd en perioden slechts meegerekend voor hun enkelvoudige duur.

Verandering tantièmes pensioenverrekening

bij

Een andere wijziging in verband met de pensioenberekening is de aanpassing van wat men het “tantième” noemt, dat voortaan 1/50 wordt in de plaats van 1/60. Hierbij verdwijnt ook de bonificatie (0 tot 20 %) in de laatste graad. Concreet betekent dit dat 1 jaar dienst recht geeft op 1/50 van het pensioen.


3

Verhoging leeftijdsgrens

De officieren die erom verzoeken en die op 31 december 2008 titularis waren van een graad waarin zij, overeenkomstig de op die datum geldende bepalingen, ambtshalve gepensioneerd zouden zijn bij het bereiken van de leeftijdsgrens van 51 jaar, kunnen aanspraak maken op een pensioen dat ingaat op de eerste dag van het trimester dat volgt op dat waarin zij de volle leeftijd van 51 jaar hebben bereikt. Ze moeten dan echter wel op 31 december 2008 ten minste de volle leeftijd van 42 jaar bereikt hebben en zij mogen op het ogenblik van hun opruststelling geen hoofd- of opperofficier, noch hoofdexpert zijn. De militairen beneden de rang van officier van het varend personeel die erom verzoeken en die op 31 december 2008 titularis waren van een brevet waardoor zij, overeenkomstig de op die datum geldende bepalingen, ambtshalve gepensioneerd zouden zijn bij het bereiken van de leeftijdsgrens van 51 jaar, kunnen aanspraak maken op een pensioen dat ingaat op de eerste dag van het trimester dat volgt op dat waarin zij de volle leeftijd van 51 jaar hebben. Ook hier geldt de voorwaarde dat zij op 31december 2008 ten minste de volle leeftijd van 35 jaar hadden bereikt.

Tijdsbonificatie

Voor de berekening van het militair anciënniteitpensioen van de militairen van het actief kader in dienst vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze bepaling wordt een tijdsbonificatie van twee jaar in aanmerking genomen als werkelijke dienst.

De voornoemde militairen moeten hun transferpunt voorbij zijn (alle militairen van het actief kader die op 31 december 2008 in dienst waren bij de krijgsmacht voldoen aan die voorwaarde) en ze moeten eveneens ten minste twaalf pensioenaanspraakverlenende dienstjaren tellen die werden doorgebracht in de hoedanigheid van militair van het actief kader, met uitzondering van de bonificaties wegens studies en van andere periodes vergoed wegens diensten die voor de vaststelling van de wedde meetellen. Voor de berekening van die twaalf dienstjaren worden de in aanmerking komende diensttijd en perioden slechts voor hun enkelvoudige duur in aanmerking genomen.

Referentiewedde

De referentiewedde voor het berekenen van de pensioenen wordt voortaan berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaren met inbegrip van de commando-, de vormings- en de meesterschapstoelage.

Transitiemaatregel

Voor wat de pensioenleeftijd betreft werd de minimumleeftijd op 56 jaar vastgelegd maar er bestaan weliswaar nog transitiemaatregelen voor het personeel dat dicht bij de oude pensioenleeftijd was. De militairen die behoren tot een categorie waarvan de pensioenleeftijd verhoogt, kunnen op aanvraag, blijven dienen tot de nieuwe pensioenleeftijd. Deze pensioenen worden beschouwd als pensioenen op leeftijdsgrens.

Herziening Reglement Inwendige Dienst Na jarenlang gebakkelei tussen bepaalde departementen binnen Defensie komt er nu toch schot in de herziening van het reglement over de inwendige dienst. Dat het huidig reglement dat in voege trad in 1979 dringend aan herziening toe is zal wel voor iedereen duidelijk zijn. Nagenoeg het volledig reglement moet herschreven worden, aangepast aan de huidige (eenheids)structuur. ACOS OPS & TRG werd aangeduid als piloot van dat dossier. De eerste voorbereidende technische vergaderingen waaraan de overheid en de

4


vier representatieve vakbonden deelnemen hebben plaats gevonden op 8 en 22 januari 2008. De volgende vergaderingen zijn voorzien op 19 februari, 13 maart en 02 april. Eenmaal zover kan het reglement b e s p r ok en w o rd en in h et h oog overlegcomité reglementen. Laat ons hopen dat dertig jaar na het uitkomen van de eerste versie dit dossier met succes afgerond geraakt. Alle personeelsleden van defensie hebben recht op een goed werkbaar instrument dat het dagelijks leven in onze kazernes regelt.

Ministerraad 29 januari en 06 februari 2009 Korting van € 30,- op de energiefactuur

06 Feb 09

De ministerraad heeft in het kader van het relanceplan beslist tijdens het eerste semester van 2009 een eenmalige korting van 30 euro toe te kennen op de elektriciteitsfactuur van alle residentiële verbruikers. Daarvoor heeft de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat minister van Klimaat en Energie Paul Magnette voorlegde. De leveranciers zullen op de elektriciteitsfactuur de boodschap vermelden: 'De eenmalige korting van 30 euro op uw elektriciteitsverbruik wordt toegekend door de federale regering in het kader van het economisch relanceplan. De leveranciers en netbeheerders kunnen de kosten voor de maatregelen recupereren door elke twee weken een aanvraagformulier voor de terugbetaling bij de FOD Economie in te dienen.

Belgische leiding UNIFIL Maritime Task Force

06 Feb 09

Minister van Landsverdediging Pieter De Crem heeft van de ministerraad groen licht gekregen om een 'commander task force' met staf van 1 maart tot 31 mei 2009 de leiding over de 'maritime task force (MTF)' UNIFIL te laten voeren aan boord van het Belgische fregat Leopold I met ingescheepte helikopter Alouette III. Aan boord van de Leopold I varen 160 Belgische militairen en zeven internationale deelnemers mee. Daarvan vormen 22 militairen de staf van de MTF. Twee Belgische militairen nemen deel aan het force headquarters in Naqoura als hoofd van de 'maritime operation cells' en 'assistent maritime operations'. De opdracht van UNIFIL MTF is om de illegale smokkel van wapens en militair materiaal naar Libanon te voorkomen door 'maritime interdiction operations' en patrouilleopdrachten uit te voeren in de maritieme operatiezone van UNIFIL. De MTF zal de Libanese marine ook bijstaan zodat ze meer zelfstandige militaire en veiligheidsopdrachten in territoriale wateren kan uitvoeren.


5

Belasting op de toegevoegde waarde (BTW) - stimulering van de bouw van woningen -

29 Jan 09

De ministerraad heeft op voorstel van Minister van Financiën Didier Reynders een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd (*) dat in het kader van het relanceplan een aantal maatregelen invoert om de bouw van woningen te stimuleren. De maatregelen zijn tijdelijk en gelden tot eind 2009. Verlaging van het BTW-tarief tot 6% voor:

de afbraak en heropbouw van woningen toegepast op het werk in onroerende staat in het kader van het sociale huisvestingsbeleid; de oprichting en levering van privé-woningen bestemd voor de unieke of hoofdzakelijke domicilie van de eigenaar en enkel op een schijf tot 50.000 euro; de publieke sociale huisvesting: privé-woningen bestemd om te verhuren of te verkopen als sociale huisvesting geleverd aan provinciën, intercommunale maatschappijen, gemeenten, intercommunale openbare centra voor sociale hulp en andere centra voor sociale hulp.

De werken in onroerende staat aan psychiatrische verzorgingstehuizen en initiatieven van beschut wonen kunnen eveneens het verlaagde BTW-tarief genieten. (*) wijziging van het koninklijk besluit Nr 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij de tarieven.

Bron :

Ter herinnering… vanaf 2009 terug “sociale vakanties” De kortingen gelden enkel voor de producten: Familiale vakanties in België (Centra - Appartementen - Hotels) Vakanties voor jongeren en met volgende beperking: 1 verblijf per familie en per jaar van Max 15 d. en/of 1 verblijf per kind van Max 15 d. Basis : Gecumuleerd belastbaar gezinsinkomen (laatste aanslagberekening) Gezinsinkomen

Kortingspercentage

Van

Tot

Alleenstaand

Samenwonend

0

18.000

75%

75%

18.001

23.000

30%

50%

23.000

28.000

15%

25%

Deze percentages worden met 5% verhoogd per kind ter laste (10% per gehandicapt kind) De Max kortingen mogen in geen geval 75% overschrijden

6


Indien je van oordeel bent dat je in aanmerking komt om te genieten van een korting raden wij u aan om contact op te nemen met : CDSCA – Afdeling Vakanties Bruynstraat 1 – Blok F — 1120 Brussel email : [email protected] Tf: 02/ 264 60 06 – 07 – 08 – 35

Akkoord 2008 — 2011 Nogal wat parlementairen, leden van de Kamercommissie voor de Landsverdediging zaten met vragen over het akkoord dat afgesloten werd tussen de Minister van Defensie en drie van de vier representatieve vakbonden. Naast de vragen naar het waarom van het niet ondertekenen door de ACOD waren er de inhoudelijke vragen en vragen over de budgettaire haalbaarheid van dat akkoord. De bespreking van het akkoord werd gevoerd op 28 januari 09 en in onderlinge overeenstemming beantwoordde de Minister de vragen van de commissieleden op 4 februari 09. Opmerkelijk was wel dat hij met geen woord repte over de weigering van het tekenen door de ACOD. Een vraag die gesteld werd door niet minder dan 4 parlementsleden. Zou de minister (heel even) niet aandachtig geweest zijn? We kunnen het moeilijk geloven maar dat hij uitgerekend om die vraag heen fietste verwondert ons geenszins. Opmerkelijk is wel dat de tekst die aan de parlementairen afgeven werd veel duidelijker is dan het afgesloten akkoord. Als voorbeeld halen we het punt 5 uit het akkoord aan. In het afgesloten akkoord worden daar amper zes woorden aan besteed : “ Instelling van de vrijwillige dienst”. Op een andere plaats in deze info kunt u een tekst lezen die hij, met betrekking tot dit voorstel, aan de parlementairen bezorgd heeft. Geef toe duidelijker kan het verschil niet zijn. Hierna brengen wij u een overzicht van de door Minister De Crem gegeven antwoorden:

Budgettaire kosten

De budgettaire kosten van de verhoging van de eindejaarstoelage van het militair personeel bedraagt 13.798.000 € voor 2008. De aanpassing van de kilometervergoeding kost 3.000 €. Eenieder weet dat de budgettaire situatie, waarin ik het departement van Landsverdediging heb aangetroffen, zeer moeilijk was. Ik zou u hier nogmaals willen wijzen op het feit dat ik structurele maatregelen heb getroffen om de thesaurierekening te saneren.

Tegelijk werd de ontsporing van de personeelskosten beperkt. Aldus zijn deze kosten op één jaar tijd van 63 naar 59 % van de totale begroting gedaald en de doelstelling met betrekking tot het aantal militairen en burgers voor 2015 zal reeds in 2010 worden gehaald.

Het gemengd loopbaanconcept

Het GLC werd ontworpen in het begin van de jaren 2000 met het oog op een verplichte afvloeiing van militairen na het zogenaamde oriëntatiepunt Dat oriëntatiepunt zette een punt achter het eerste deel van de loopbaan van de militair. Na een zware en onzekere procedure ging de militair dan de mogelijkheid krijgen ofwel zijn militaire loopbaan voort te zetten, ofwel burgerambtenaar bij het departement te worden ofwel het departement te verlaten. Dit systeem heeft zware nadelen. Ten eerste brengt de invoering van het systeem kosten met zich mee en rendeert het in begrotingstermen pas op zijn vroegst na tien jaar. Op het vlak van het personeelsbeheer brengt deze onzekerheid met betrekking tot de voortzetting van de militaire loopbaan teweeg waardoor deze een heel stuk minder aantrekkelijk wordt. Een vermindering van deze aantrekkelijkheid in een moeilijke economische context en in een krappe arbeidsmarkt moet worden vermeden. Wat de interne overgang van 10.000 militairen naar een burgerstatuut betreft, heeft het geen enkel voordeel nog op begrotingsvlak en evenmin op het vlak van de militaire werking van onze Krijgsmacht. Het departement heeft eerder een modern beheersinstrument nodig dat aantrekkelijkheid en rekrutering kan garanderen. Het GLC draagt niet bij tot deze doelstelling die in 2010 moet worden bereikt. Deze doelstelling wordt uitsluitend op vrijwillige basis bereikt.

Deze bedraagt momenteel -38 mio € en wordt binnenkort gebracht op -32 mio € komende van -280 mio €. De wet laat – 55 mio € toe.


7

Tegen 2019, zal de uitdaging niet de afvloeiing van het militair personeel zijn maar eerder de rekrutering en het behoud van dat personeel.

Het is ondermeer dat cijfer dat bijgedragen heeft tot de daling van de personeelsuitgaven (de eerste keer in 2 decennia) van 63 tot 59%.

Andere domeinen zoals de werving op diploma, de loopbaan, de oprichting van officier van niveau B voor de houder van een bachelor, de vakrichtingen en de beoordeling van de competenties zijn domeinen die kunnen worden behouden.

Het departement bestudeert momenteel de coherentie van de verschillende blijvende maatregelen en de integratie van nieuwe maatregelen betreffende het vertrek op vrijwillige basis.

Beleid inzake “vrijwillig vertrek”

Dit alles kadert in een beleid inzake vrijwillig vertrek dat ik wil voeren. Men moet aan de militairen die meer stabiliteit zoeken na een periode die zowel op fysiek, moreel als familiaal vlak zeer veeleisend was, de mogelijkheid bieden deze stabiliteit te bekomen. In 2008 werden gerealiseerd:

de

volgende

cijfers

112 militairen kregen hun definitief ontslag via een definitieve overheveling of via een heroriëntering of een beroepsomschakeling;

236 militairen werden ter beschikking gesteld of startten met een heroriëntering of beroepsomschakeling; De initiële doelstellingen voor 2009 zijn, net als voor 2008: 1. Het streven naar de identificatie van werkgevers teneinde het aantal potentiële, openbare werkgevers op te drijven; 2. De noden van de overheden waar reeds projecten lopen, blijven vervullen; 3. Een wetgeving blijven ontwikkelen waarmee het mogelijk is beter te beantwoorden aan de evolutie van de publieke en privémarkt. De besparing, n.a.v. het vertrek van de 112 voormelde militairen, wordt geraamd op 763.000 € in 2008.

8


Het beleid inzake personeelsleden

contractuele

Er werd op dit vlak geen enkel initiatief genomen. Behalve de regelmatige rotatie bij het schoonmaakpersoneel heeft het departement geen enkele nieuwe beweging geregistreerd, behalve het ontslag van 26 contractuele personeelsleden op 01 november 2008, in uitvoering van een onherroepelijke beslissing van 24 juli 2006 van Mevrouw Van Den Bossche, toenmalig Minister van Begroting. De betrokken personen worden door mijn administratie geholpen bij hun zoektocht naar een nieuwe baan. Momenteel zijn er nog slechts 17 op zoek naar een job.

Het globaal infrastructuurplan

De Generale Staf werd belast met de opmaak van een globaal infrastructuurplan. Er werd aan mijn kabinet een ontwerp van dit plan voorgelegd en het bestaat uit verschillende aspecten: de wijze waarop de nieuwe infrastructuren in de toekomst zullen worden gebouwd, de plaats waar ze zullen worden opgericht, de kwartieren die meer of minder mogelijkheden bieden, de gebouwen en/of kwartieren die zouden kunnen worden afgebroken/verlaten. Deze studie is zeer ruim, ze dekt heel het grondgebied en is bedoeld voor een zeer lange termijn: een nieuwe infrastructuur wordt minstens voor 30 jaar gebouwd. Ik ga de Generale Staf vragen verschillende aanvullende studies te verrichten met als doel te evalueren welke gevolgen de aangehaalde oplossingen zouden kunnen hebben, niet alleen voor de interne werking van Defen sie, de optimalisering van de kosten, maar ook bijvoorbeeld voor de aanwerving, mobiliteit, demografie en motivatie van het personeel van het Departement. De resultaten van deze aanvullende studies worden verwacht voor de maand september van dit jaar. Voor deze datum zal er geen enkele beslissing worden genomen over de eventuele sluiting van militaire kwartieren. De sluitingen die werden aangekondigd in de politieke oriëntatienota daarentegen worden niet in vraag gesteld.

het vier pijlersysteem

De vierde pijler is gebaseerd kaderverantwoordelijkheid.

op

de

Hij is van toepassing op zowel officieren als onderofficieren en vrijwilligers. Per graadniveau zal er een basisbedrag bepaald worden. Op dit nog te bepalen basisbedrag kunnen twee factoren inspelen met name enerzijds het type inzet en anderzijds de rol (training of operatie) van de functie. De rol drukt het aspect uit of het over een uitvoerende, medewerkers- of leidinggevende functie gaat. Zo zal bijvoorbeeld een bedrag voorzien worden voor de vrijwilliger die tijdens een operationele inzet de functie van sectie commandant uitoefent.

statische taken van vandaag: verstrekken van basisinformatie, inschrijven van sollicitanten en afnemen van testen. Zo scheppen we ruimte om specifieke doelgroepen aan te trekken zoals technici, vrouwen, allochtonen en laaggeschoolden. De mobiele recruiters zullen alle instanties die met tewerkstelling te maken hebben, sensibiliseren voor de vacatures van Defensie. Ook scholen en Centra voor Leerlingbegeleiding zullen beter geïnformeerd worden over het aanbod van Defensie en over de mogelijkheden om studies verder te zetten binnen Defensie.

Sluiting defensiehuizen

Door de sluiting van de Defensiehuizen in het bu rg ermidd en en de op ening va n informatiecentra in de kazernes, herstellen we het contact tussen de militairen en de werving. Zo ontstaat er een nauwere band tussen de militairen en de werving. Ondertussen zijn 5 Defensiehuizen gesloten en werden 3 informatiecentra geopend in Gent, Brussel en Namen. De overige volgen bij de start van het nieuwe concept werving op 01 oktober 2009. De keuze van de locatie van de informatiecentra is belangrijk omdat Defensie beseft dat lokale informatiepunten met een persoonlijk contact belangrijk blijven voor bepaalde doelgroepen die niet op de digitale snelweg zitten. In die zin loopt op dit moment een studie om de locaties voor de overige informatiecentra vast te leggen.

de werving

Het aantal sollicitanten voor een job binnen Defensie daalt. In 2008 waren er 10 % minder sollicitanten dan in 2007. Die dalende trend is niet verrassend. We komen immers uit een periode van economische hoogconjunctuur. Verontrustender is het fenomeen van de vergrijzing. In de komende jaren zullen bij de overheid en in de privésector elk jaar duizenden medewerkers met pensioen vertrekken. Het wordt dus hard knokken voor competente jongeren om de vacatures in te vullen. Alle werkgevers vissen immers in dezelfde vijver. Defensie moet een actieve houding aannemen. We mogen niet langer wachten tot de jongeren zich aanbieden in een Informatiecentrum. Onze mobiele recruiters zullen actief op de jongeren toestappen waar ze zich bevinden en op de momenten dat ze beschikbaar zijn. Daarom moeten we de medewerkers van de informatiecentra meer loshaken van de

Slotwoord: Na het lezen van bovenstaande tekst zijn we er meer dan ooit van overtuigd goed gehandeld te hebben door het akkoord niet te ondertekenen. Aan de vakbonden werd een zeer vage, algemene tekst voorgelegd waarin de minister zich uiteindelijk tot niets verbindt. Een tekst van hoop en al 2 bladzijden. Daarentegen bezorgt hij aan de parlementairen een document van 15 bladzijden waarin hij soms zeer gedetailleerd uitleg geeft over bepaalde punten van het akkoord. Antwoorden die dan nog meer te maken hebben met zijn algemene beleidsvisie dan met het akkoord zelf. Pikant detail: in tegenstelling tot het akkoord met de vakbonden bevat de tekst die aan de parlementairen afgegeven werd geen handtekeningen. En tot nader order verbindt men zich nog altijd maar tot datgene wat men ondertekend heeft.


9

Ontwerp van Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2009 Onder voorzitterschap van de toenmalige Eerste Minister Yves Leterme werd op 12 december 2008 de algemene uitgavenbegroting besproken. Open VLD – volksvertegenwoordigster Hilde Vautmans bracht verslag uit namens de Commissie voor de Landsverdediging.

Het 35 bladzijden tellend verslag bevat vragen en antwoorden die voor het overgrote deel reeds aan bod kwamen in hetzij de beleidsnota, de oriëntatienota, de ra p p o rt en va n h et Rekenhof of de talrijke vragen en antwoorden die gesteld werden in de Kamercommissie voor de Landsverdediging. In ons overzicht beperken we ons tot een paar punten die er besproken werden. De leden die het volledig verslag wensen na te lezen kunnen dit door onze website te raadplegen.

Uit militaire prospectie is gebleken dat de uiteindelijke vervanging van die toestellen het best met een overgangsperiode gepaard gaat. Het is de bedoeling een open meerjaren overeenkomst te sluiten voor 2 000 uur op jaarbasis, via de terbeschikkingstelling van een lijnvliegtuig van het type « wide body » dat door onze eigen crews zou worden bestuurd.

Lopende aankoopdossiers voertuigen Wat betreft de lopende aankoopdossiers voertuigen (LMV, MPPV, AIV) is de situatie de volgende :

LMV (Light Multirole Vehicle):

De vervanging van de Airbusvliegtuigen De vervanging van de Airbusvliegtuigen is en blijft een prioriteit. De toestellen werden in 1997 tweedehands aangekocht. Binnenkort zijn ze 25 jaar oud en hun vervanging was gepland voor 2012-2013. Ze zijn uitgerust met motoren waarvan er wereldwijd nog maar 63 in gebruik zijn (voornamelijk in toestellen van Federal Express). Na de beslissing van Volvo om alle onderhoudswerken aan dat type motoren stop te zetten, blijft er nog slechts één firma over die dergelijk onderhoud uitvoert: Pratt & Whitney Singapore. De firma heeft laten weten dat onderhoud enkel onder haar eigen commerciële voorwaarden te willen doen, met als gevolg dat Landsverdediging niet bij machte is de operationele beschikbaarheid van een A310 te waarborgen.

10


Dit programma, dat voorzag in de levering van 440 voertuigen, loopt af. Ten gevolge kleine vertragingen in het programma zullen einde 2008 367 van de 440 voertuigen geleverd zijn. De levering van de resterende 73 LMV’s is gepland voor januari en februari 2009.

MPPV (Multi Vehicle):

Purpose

Protected

Van de 220 in de vaste schijf hernomen voertuigen werden er, tussen 2006 en 2008, reeds 72 geleverd. De levering van de resterende voertuigen is voorzien tot 2011. Het bestellen van bijkomende voertuigen zal dus dienen te gebeuren voor deze datum.

Kosten van de operaties De netto-kosten van de operaties belopen 68,8 miljoen euro. De interne compensaties komen neer op 67 miljoen euro. De loonkost bedraagt ongeveer 35 miljoen euro. De totale kost komt bijgevolg op 171 miljoen euro.

AIV (Armoured Infantry Vehicle): Zes procent van de kosten van de operaties zijn vervat in de globale begroting. Dit bedrag houdt geen rekening met de afschrijving van het materieel. De opdracht is gegeven om ook deze kost in kaart te brengen. De kosten van de militaire partnerschappen (DRC, Benin) zitten niet vervat in de kosten van de operaties. Zij bedragen ongeveer 10 miljoen euro.

Van de 138 in de vaste schijf voorziene voertuigen werden al 20 stuks geleverd. De resterende leveringen zijn contractueel voorzien tot eind 2011. De uiterste datum voor het lichten van de voorwaardelijke schijven is 31 december 2010. Wat de AIV-versie DF90 betreft, werd in de commissie legeraankopen reeds aangegeven dat dit type niet meer wordt bijgekocht

Oprichting Federale Defensie (FOD)

Overheidsdienst

Met betrekking tot de oprichting van een FOD Defensie preciseert de minister dat de eerste voorstellen in die zin reeds werden geformuleerd naar aanleiding van de Copernicushervorming. Het is juist te stellen dat Defensie een zeer specifiek departement is wegens zijn bijzondere maatschappelijke inbedding en zijn commandostructuren. Dit belet niet dat getracht wordt verder in die richting te gaan wanneer het de efficiëntie van het departement ten goede zou komen. Hij zal een wetsontwerp indienen om de wet in die zin aan te passen.

bezoek onze website www.acod-defensie.be INFO DEFENSIE FEBRUARI 2009

11

LANDCOMPONENT Info-day briefing Op 21 januari 09 had Generaal Testelmans, LCC (Land Component Commander), ons samen met de KorpsComd, -Kpl en RSM’s uitgenodigd op zijn jaarlijkse briefing om een algemeen overzicht te geven van de toestand van de Landcomponent. Van in het begin was hij heel duidelijk: hij is voorstander van een totale transparantie en we kunnen wel stellen dat dit inderdaad het geval is geweest.

Elke verantwoordelijke (G1,G2…, CIS) moest een duidelijk overzicht geven van de actuele toestand en van zijn doelstellingen in functie van de beschikbare budgettaire en menselijke middelen.

beklaagde zich over het feit dat het binnenkort onmogelijk wordt om deel te nemen aan een opdracht Ops zonder dat het personeel over een internetaansluiting en telefoonfaciliteiten beschikt. Waarop de G6 (verantwoordelijke CIS) hem antwoordde dat dit voor het personeel inderdaad een belangrijk aspect is. Uiteindelijk zal de G3 zich er moeten bij neerleggen… Onlangs heeft Ops&Trg ons trouwens meegedeeld dat hij zich zorgen maakt over het misbruik dat bepaalde militairen plegen door nachten lang met hun familie te blijven communiceren, zodat ze de volgende dag door vermoeidheid niet langer in staat zijn hun opdrachten te vervullen. Het gebruik per persoon beperken tot 3 uur per week kan een oplossing voor het probleem zijn, zonder evenwel de plichtsbewuste militairen te straffen en te radicaal op te treden. Op dit vlak is er zeker nog heel wat werk aan de winkel met bepaalde kleine chefs…

Investeringen De toestand i.v.m. de investeringen in het raam van het PIDV (Investeringsplan voor Defensie en de Veiligheid) is meer dan problematisch. Tot in 2011 is er helemaal geen speelruimte meer. De tussen 2011 en 2013 beschikbare budgetten worden opgeslorpt door de voorwaardelijke schijven MPPV, AIV en het programma BEST. Het uit de dienst nemen van oud materiaal (Leopards, jeeps,…) moet worden herzien, wat tot bijkomende kosten zal leiden en in fine een omvorming van de Landcomponent zal teweegbrengen, die nog langer dan voorzien zal verlopen. Het optimisme is ver te zoeken en de voorspellingen laten voor 2016 geen budgettaire middelen doorschemeren! Bovendien zouden de prioriteiten van de DGMR niet altijd overeenstemmen met die van de Landcomponent…

Opdrachten De planning van de operationele opdrachten werd voorgesteld door de G3. Het gebrek aan Protection Forces, de geringe gevechtstraining en de wens om minder deel te nemen aan humanitaire opdrachten vormden de grote lijnen van deze voorstelling. De generaal

12


Materiaal De G4 heeft enerzijds aangedrongen op de nood aan een kritische analyse van het gebruik van de voertuigen buiten de Landcomponent en anderzijds op het feit dat tijdens de training met zorg moet worden omgegaan met het materiaal. Hoewel het ons in het raam van een eenheidsstructuur uiteraard normaal lijkt dat materiaal gemeenschappelijk wordt gebruikt, kunnen sommigen maar moeilijk aanvaarden dat Eenheden van andere Componenten over “hun” materiaal kunnen beschikken.

De LCC zal nog moeten herhalen dat deze houding niet langer kan. De G4 trakteerde ons ook op een aantal beelden van voertuigen , die tijdens oefeningen werden beschadigd, met de bedoeling het personeel erop te wijzen dat het respectvol met het materiaal moet omgaan. Dit punt ligt hem klaarblijkelijk nauw aan het hart, want hij kwam daar tijdens zijn uiteenzetting 5 tot 6 keer op terug. Jammer dat zijn collega’s niet met dezelfde aandrang spraken over het respect ten aanzien van het personeel.

Jammer genoeg is de boodschap niet altijd voor iedereen even duidelijk begrepen, aangezien 2 weken na deze uiteenzetting één van onze leden (kandidaat sinds 2 jaar, met een uitstekend dossier) niet door de evaluatiecommissie is geraakt. Reden: 77,5% voor MTLG. De korpsoverste vond dat minstens 80% diende te worden behaald om een waardige lansier te worden. Resultaat… min één! Defensie heeft nog heel wat werk voor de boeg.

Tentoonstelling Voor het overige leek hij tevreden met het aantal voertuigen dat in 2009 beschikbaar is voor de trainingen. Het oefenprogramma op AIV en PANDUR verloopt goed, maar raad eens? Wees voorzichtig met het materiaal!

Het personeel De toestand van de personeelsenveloppe doet een ernstig probleem rijzen. In 2008 heeft het personeelverloop een recordpercentage (68%) bereikt. In 2006 ging het nog om 45%. In 2009 worden voor de Landcomponent slechts 581 kandidaten verwachten dat voor alle graden samen! Bvr-5Li

1C/1Gr

1JP/G

2/4L

53

53

15

28

2A

1Para

3Para

11Gn

29

64

78

28

12/13Li

Regt ChA

2/4ChCh

1/3L

37

37

7

30

1Para

2Cdo

1A

4Gn

27

69

16

10

De vrijwillige opschorting van de prestaties (VOP) dreigt geen oplossing te bieden en dus herhaalde de LCC met aandrang dat zijn omkaderingspersoneel inspanningen moet blijven leveren om het verloop van de kandidaten zo veel mogelijk te vermijden.

Na afloop van de briefing werd er communicatiemateriaal tentoongesteld om de deelnemers bewust te maken van de technologische vooruitgang die is geboekt op het vlak van het opsporen van doelwitten. Met Lucht – Grond – Lucht middelen, zoals het Automatic Target Handoff System kunnen, met de hulp van onze piloten, doelen worden aangewezen voor de Landcomponent. Het is op basis van deze samenwerking dat de LCC van de gelegenheid gebruikt maakte om zijn personeel er aan te herinneren dat ze niet langer vanuit een individueel, maar wel vanuit een organiek oogpunt moet werken.

Besluit Generaal Testelmans drong aan op een eerste contact met de kandidaten. Dit is doorslaggevend om hen te motiveren om deel te blijven uitmaken van een organisatie, die hen respecteert. Hij herhaalde ook dat de militairen meer zijn dan ambtenaren, aangezien ze bij Operaties zeer bijzondere mandaten krijgen toegewezen. Ten aanzien van het commando benadrukte hij de manier waarop de bevelen moeten worden gegeven. Ze moeten altijd duidelijk gerechtvaardigd worden. Het leadership heeft betrekking op heel de hiërarchische lijn, te beginnen bij de sectiechef, de pelotonchef, enz.

Syndicale bijdrage gepensioneerde De dag dat u gepensioneerd bent betaalt u niet langer de volle bijdrage. De bijdrage voor een gepensioneerd lid bedraagt immers € 5,35 per maand. Gezien de verschillende pensioenleeftijden is het voor onze gewesten onmogelijk om bij te houden wie wanneer met pensioen gaat. Wij vragen u dan ook om zelf het initiatief te nemen en via uw lokale afgevaardigde, uw gewest of ons secretariaat, de datum waarop u met pensioen gaat kenbaar te maken.


13

Vrijwillige legerdienst Volgens Minister De Crem verschilt de vrijwillige legerdienst van de vrijwillige dienst van collectief nut, zoals ingevoerd door de wet van 11 april 2003 (een wet die nooit als dusdanig werd toegepast). De dienst van collectieve nut omhelsde immers alleen maar ondersteunende missies en de verleners hadden geenszins de hoedanigheid van militair. De personen die een dienst van collectief nut vervulden, werden beschouwd als bij Defensie ingeschakelde werkzoekenden, die evenwel onder de controle van hun gewestelijke werkgelegenheidinstellingen bleven. De verleners van de nieuwe vrijwillige legerdienst krijgen daarentegen de hoedanigheid van militair en zullen evengoed operationele als ondersteunende functies kunnen uitoefenen.

voldoen dan de mensen die beroepsvrijwilliger willen worden, met uitzondering van de studievoorwaarde. De geïnteresseerden hoeven niet gunstig gerangschikt te zijn, zoals de kandidaat vrijwilligers; er zal rekening worden gehouden met de chronologische volgorde van de inschrijvingen. Deze militairen zullen dienst doen in het actief kader onder het stelsel van een eerste aanwerving van 12 maanden. Gedurende de vier eerste maanden krijgen de betrokkenen een soldij. Om het bedrag ervan te bepalen, moet rekening worden gehouden met de eerder vermelde sociale bepalingen.

“De vrijwillige legerdienst moet ook een springplank vormen naar het beroep van militair”

Om een dienst van collectief nut te kunnen verlenen , diende men ofwel als werkzoekende te zijn ingeschreven, ofwel maatschappelijke integratie te genieten. Voor de vrijwillige legerdienst is dit niet langer het geval. Dit betekent geenszins dat deze personen worden uitgesloten van de vrijwillige legerdienst. Dit komt doordat een legerdienst en een soldij verenigbaar zijn met de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde werkzoekende of van rechthebbende van maatschappelijke integratie. Zo wordt de soldij ook verenigbaar met het recht op kinderbijslag en gewaarborgde gezinsbijslagen. De v e rsc h i ll e n d e b e pa l i n g e n aangaande deze materie moeten nog worden gecoördineerd met de minister van sociale zaken. De door de betrokkenen gepresteerde diensten zullen ook in aanmerking komen voor de pensioenen, wat het voorafgaande akkoord van de minister van pensioenen vereist. De vrijwillige legerdienst beantwoordt niet alleen aan een sociale doelstelling, maar moet ook een springplank vormen naar het beroep van militair. De belangstellenden zullen dan ook aan dezelfde voorwaarden moeten

14

In principe wordt de soldij hierdoor beperkt tot een bedrag van 5 euro per dag. Gedurende deze periode krijgen ze gratis kost en inwoon en worden de woon-werkverplaatsingen terugbetaald. Na afloop van deze vier maanden, worden de betrokkenen bezoldigd als soldaat en krijgen ze een bruto maandloon van ongeveer 1750 euro en gratis woon– werkverplaatsingen. Deze militairen starten hun rekrutering met een periode van opleiding, gevolgd door een stageperiode. Het spreekt voor zich dat de inhoud van de opleiding en van de stage verband houdt met de functie, die wordt uitgeoefend. De betrokkenen kunnen maar worden ingezet voor operaties wanneer hun opleiding hiervoor volledig achter de


rug is. Zowel vanuit het oogpunt van de reglementering inzake bescherming van de werknemers als vanuit het oogmerk van het operationele risico, behoort het tot de verantwoordelijkheid van Defensie om de nodige en voldoende opleidingen te geven, zodat de militairen klaar zijn om hun functie in alle veiligheid voor zichzelf en voor hun collega’s uit te oefenen. Hier is het van belang te verduidelijken dat er een gradatie bestaat in de operaties. Zo vormen de heraanleg van weg in Benin, evenals het inzetten van mensen in Afghanistan een operatie. Het spreekt voor zich dat de inzet van personeel, dat een vrijwillige dienst van een jaar vervult, zo goed als uitgesloten is in het tweede voorbeeld, terwijl het wel kan worden overwogen in het eerste geval. In de praktijk vergt het meer dan een jaar om een soldaat een basisopleiding (4 tot 6 maanden) te geven , hem met zijn eenheid een training te laten volgen, die specifiek is afgestemd op de operationele missie (4 maanden), de operatie uit te voeren (4 maanden) en de formaliteiten te vervullen na afloop van de missie. Daarom buigt de Generale Staf van Defensie zich over de mogelijkheid om de duur van de vrijwillige legerdienst te verlengen. Wanneer de rekrutering is afgelopen, wordt aan de voor de operationele functies opgeleide militairen de m og e l ij k h e i d g e bo d e n de hoedanigheid van kandidaat beroepsmilitair te verwerven. Voor degenen die opteren voor de ondersteuning van de operaties of voor degenen die deze hoedanigheid van kandidaat beroepsmilitair niet wensen te verwerven, zal de vrijwillige leg erd ie ns t vaa k de eerst e beroepservaring zijn, een ervaring die ze kunnen meedragen wanneer ze een beroepsloopbaan aanvatten.

De personen, die een vrijwillige legerdienst achter de rug hebben, zullen deze beroepservaring zeker kunnen laten gelden op de arbeidsmarkt. Tijdens hun legerdienst verwerven of ontwikkelen ze eigenschappen zoals zin voor orde en discipline, bereidheid tot samenwerken, plichtsbewustheid, stiptheid, respect voor de medemens en voor het materiaal, zin om zich in te zetten, en burgerzin, allemaal eigenschappen, die een goede basis vormen voor om het even welke verdere loopbaan. De erkenning van de door Defensie gegeven opleidingen vergemakkelijkt de integratie op de arbeidsmarkt en kadert in de op 8 december 2008 getekende bilaterale akkoorden, evenals in de akkoorden die binnenkort met de gewesten worden getekend.

Als besluit kunnen we stellen dat de vrijwillige legerdienst een gelegenheid is om gedurende een beperkte periode Defensie te ontdekken. Het voordeel van het leger is dat het ook mensen, die minder aan bod komen op de arbeidsmarkt, de mogelijkheid biedt om te worden opgenomen in een beroepsstructuur. Bovendien biedt de dienst de toegang tot een loopbaankader en de kans om bepaalde normen en waarden te verwerven en te ontwikkelen.

Voor Defensie is de dienst een kans om haar personeel te verjongen en waarschijnlijk om het personeelsverloop tijdens en na de opleiding te beperken. Deze dienst laat ook toe de doelgroep van jongeren, tot wie Defensie zich richt, uit te breiden. En rekening houdend met de belangstelling die het initiatief reeds opwekt, bestudeert de Generale Staf in dit kader de mogelijkheid om de formule uit te breiden tot de personeelscategorieën van de onderofficieren en officieren.

Na afloop van de vrijwillige legerdienst, moeten de betrokkenen nog 10 jaar lang verplicht deel blijven uitmaken van de reserve.

Het standpunt ACOD m.b.t. de vrijwillige legerdienst staat in de Tribune Maart 09

Eventuele afbouw Campus Saffraanberg: totaal gebrek aan visie ! Minister van Landsverdediging Pieter De Crem heeft minimum twee obsessies: goede vriend van de Verenigde Staten en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) worden/zijn en blindelings snoeien in het militair personeel om toch maar aan zijn beoogd getal van 37.725 actieve militairen te komen. De uitgelekte nota waarvan sprake is van een eventuele afbouw van de basis Saffraanberg in Sint-Truiden is die tweede obsessie! Hoe kan je nu blindelings knippen in opleidingen op een ogenblik dat rekrutering precies probleem nummer 1 bij het Belgische leger is?

Ofwel is dit een totaal gebrek aan visie, ofwel ken je er echt niets van, of beide!

Wat zijn de feiten? Door beslissingen van de vorige paarse regeringen en vooral van de voormalige minister van Landsverdediging André Flahaut is de Campus Saffraanberg precies één van de centrale opleidingslocaties van het Belgische leger geworden. Zo is er onder andere de enige Koninklijke School voor Onderofficieren (KSOO) gevestigd na de sluiting van Dinant en Zedelgem. Uit een uitgelekte studie van de generale staf blijkt nu dat er plannen zouden bestaan om zowel de Voorbereidende Divisie van de Koninklijke Militaire School (VDKMS), als de zogeheten vorming 3+ af te schaffen.


15

Minister van Landsverdediging Pieter De Crem zegt dat het enkel over een studie gaat en dat er nog geen enkele beslissing is, ‘maar wie gelooft die man nog?’. Het gaat hierbij om de afbouw van om en bij de 80 kaderfuncties en minstens 200 leerlingen. In mensentaal: in de VDKMS kunnen studenten zich een jaar lang voorbereiden op het toelatingsexamen aan de Koninklijke Militaire School (KMS), het opleidingscentrum op universitair niveau voor officieren. De afdeling 3+ is de richting waarbij 16-jarigen hun laatste twee jaar technisch secundair onderwijs kunnen afmaken om zich dan verder bij te scholen tot onderofficier.

Buiten de gevolgen voor het personeel zijn er ook de investeringen, onder andere in gebouwen en infrastructuur, die precies gebeurd zijn om de KSOO uit te bouwen. Minister Pieter De Crem rekent in aantallen en cijfers, niet in mensen. Bijna alsof je een lesgever van Saffraanberg van vandaag op morgen operationele taken laat uitvoeren in Afghanistan of in een ander conflictgebied in de wereld. Dit is pas populisme! Heel dit dossier rond Saffraanberg is typerend voor de manier waarop de huidige minister omgaat met het militair personeel en met de afbouw en/of sluiting van bepaalde kazernes en/of kwartieren. Onzekerheid is troef bij het personeel. Mensen zijn niet belangrijk! Ik kan mij ook niet van de indruk ontdoen dat we hier geconfronteerd worden met een sluipende besluitvorming buiten het democratisch, politiek circuit en buiten het parlement. Met andere woorden, de minister voert zijn beleidsnota in de praktijk uit zonder grondig maatschappelijk en politiek debat en zonder betrokkenheid van de het personeel, in casu de vakbonden.

In Saffraanberg krijgen in het totaal om en bij de 600 jongeren hun militaire opleiding. Bovendien is er een sterk wisselend publiek van beroepsmilitairen, die de éne of de andere bijscholing volgen. Gewoon al maar denken aan deze maatregelen is onbegrijpelijk! Ze staan haaks op de beslissing van de vorige regeringen om van Saffraanberg precies ’het’ nationale opleidingscentrum te maken. Bovendien zijn er technische redenen genoeg om precies niet in deze opleidingen te snoeien. 1/3e van de officieren maken bijvoorbeeld hun opleiding vol na de VDKMS en 1/4e van alle onderofficieren zijn precies jongeren, die eerst hun technisch secundair onderwijs via het leger afmaken.

En ook economisch heeft dit zijn gevolgen: in de huidige economische crisis zou de overheid precies meer inspanningen moeten doen voor rechtstreekse en onrechtstreekse tewerkstelling. Beseft de minister van Landsverdediging dit niet of vindt hij dat zijn taak niet? Is de huidige minister van Landsverdediging dan echt een minister van Oorlog, die militairen op het terrein wil sturen zonder opleiding?

Er zijn tal van andere logische, technische redenen om niet terug te komen op deze enkele jaren geleden genomen beslissing, maar binnen het korte bestek van dit artikel zou het mij te ver leiden om hier in detail op in te gaan. Hoe zijn zulke maatregelen te verklaren als je net een jonger leger wil? Logica is hier ver te zoeken!

16


Ludwig Vandenhove burgemeester stad Sint-Truiden voorzitter commissie voor de Landsverdediging

Geïndexeerde bedragen van de gezinsbijslag Maandelijkse bedragen van de kinderbijslag toepasselijk vanaf 01 september 2008 EUR Gewone kinderbijslag (Art 40) 1 2 3

1ste kind 2de kind 3de kind en volgende

83,40 154,33 230,42

Kinderbijslag voor wezen (Art 50bis) 4

320,40

per wees

Bijkomende bijslag voor éénoudergezinnen (Art 41) (niet cumuleerbaar met de bijslagen Art 42bis en 50ter) 5 6 7

42,46 26,32 21,22

1ste kind 2de kind 3de kind en volgende

Bijkomende bijslag voor kinderen van werklozen of van gepensioneerden (Art 42bis) 8 9 10 11

42,46 26,32 4,62 21,22

1ste kind 2de kind 3de kind en volgende 3de kind en volgende van een éénoudergezin

Bijkomende bijslag voor kinderen van invalide werknemers (Art 50ter) 12 13 14 15

1ste kind 2de kind 3de kind en volgende 3de kind en volgende van een éénoudergezin

91,35 26,32 4,62 21,22

Oude bijkomende bijslag voor mindervalide kinderen (Art 47, § 1) (per mindervalide kind dat lichamelijk of geestelijk ongeschikt is voor minstens 66 %) 16 17 18

van 0 tot 3 punten voor zelfredzaamheid van 4 tot 6 punten voor zelfredzaamheid van 7 tot 9 punten voor zelfredzaamheid

375,22 410,73 439,07

Bijkomende bijslag voor mindervalide kinderen (Art 47, § 2) (per mindervalide kind) 19 20 21 22 23 24 25 26 27

Min 4 punten 1ste pijler en Max 5 voor de drie pijlers 6 tot 8 punten voor de drie pijlers en minder dan 4 punten 1ste pijler 6 tot 8 punten voor de drie pijlers en ten minste 4 punten 1ste pijler 9 tot 11 punten voor de drie pijlers en minder dan 4 punten 1ste pijler 9 tot 11 punten voor de drie pijlers en ten minste 4 punten 1ste pijler 12 tot 14 punten voor de drie pijlers 15 tot 17 punten voor de drie pijlers 18 tot 20 punten voor de drie pijlers meer dan 20 punten voor de drie pijlers

73,14 97,41 375,22 227,31 375,22 375,22 426,65 457,13 487,60

Jaarlijkse leeftijdsbijslag 2008 (Art 44ter, § 1) 28 29 30 31

kind van minder dan 6 jaar op 01 Jan kind van minder dan 12 jaar op 01 Jan kind van minder dan 18 jaar op 01 Jan kind van 18 jaar of meer op 01 Jan

25,00 (*) 53,06 (*) 74,29 (*) 25,00 (*)

basisbedragen x 1,2190 (*) index van de maand Jul (**) geblokkeerde bedragen


17

Leeftijdsbijslagen (Art 44 en 44bis) voor kinderen van rang 1 die geen recht hebben op de bijslagen bepaald in de Art 42bis en 50ter en die niet gehandicapt zijn

EUR

a. 32 33 34 35 36

Kinderen geboren vanaf 01 Jan 91 van minstens 6 jaar van minstens 12 jaar van minstens 18 jaar ter vervanging van een 1ste rang jonger dan 18 jaar ter vervanging van een 1ste rang vanaf 18 jaar

14,53 22,12 25,50 28,98 31,12

b. 37 38 39 40

Kinderen geboren voor 01 Jan 91 van minstens 6 jaar en minder dan 12 jaar op 31 Dec 96 van minstens 6 jaar en minder dan 12 jaar op 31 Dec 96 vanaf 18 jaar van minstens 12 jaar en minder van 16 jaar op 31 Dec 96 vanaf 18 jaar geboren voor 01 Jan 81

28,98 31,12 46,42 48,86

Leeftijdsbijslagen (Art 44 en 44bis) voor kinderen van rang 2 en volgende, wezen, en kinderen van rang 1 die gehandicapt zijn of die recht hebben op de bijslag bepaald in de Art 41, 42 bis of 50ter 41 42 43

28,98 44,27 56,29

van minstens 6 jaar van minstens 12 jaar van minstens 18 jaar

Kinderbijslag en leeftijdsbijslag voor mindervalide kinderen van + 25 jaar, wezen of afhankelijk van een invalide werknemer (Art 47bis)(indien 21 jaar voor 01 Jul 87) 44 45

92,71 (**) 29,87 (**)

kinderbijslag leeftijdsbijslag

Kraamgeld (Art 73bis) 46 47 48

1129,95 1129,95 850,15

1ste geboorte elk kind uit een meerlingzwangerschap elke volgende geboorte

Adoptiepremie (Art 74quater) 49

1129,95

Bijslag voor geplaatst kind in een gezin (Art 70ter) 50

55,96

Maximumbedrag van de wedde bedoeld bij KB van 12 Apr 84 (SIS I-580) 1672,38

51 basisbedragen x 1,2190 (*) index van de maand Jul

(**) geblokkeerde bedragen

Bron : DGHR-GID-SOCSZK-001

Collectieve hospitalisatieverzekering Het deel van de jaarpremie dat door betrokkene zelf dient betaald te worden voor de periode van 01 Jan 09 tot 31 Dec 09 zal afgehouden worden op de wedde van Feb 09. De jaarpremies voor 2009 zijn met 4.5% verhoogd en bedragen nu : Volwassene tot 65 jaar

18

73,44 €

Volwassene tussen 66 en 70 jaar

165,12 €

Volwassene ouder dan 70 jaar

256,92 €

Kind ten laste met kinderbijslag

36,72 €

Kind ten laste zonder kinderbijslag

73,44 €


Sommige personeelsleden zullen toch een afhouding voor de hospitalisatieverzekering op hun wedde hebben in de maand januari maar dit betreft nog premies verschuldigd voor aansluitingen tussen Apr en Sep 08. De premie voor aansluitingen gevraagd in Okt en Nov 08 zullen eveneens in Feb 09 afgehouden worden.

Bron : Msg HRG-A 09-048886

Postuitreiking aan het personeel dat in een kwartier is gedomicilieerd Een aantal leden bracht ons op hoogte van een situatie die zich steeds vaker voordoet. Sommige overheden, die verantwoordelijk zijn voor de huisvesting binnen een militair kwartier, vinden dat “de persoonlijke post alleen nog in de dienst van de betrokkene mag worden uitgedeeld en dat de concessionarissen voor hun briefwisseling het adres van hun dienst moet gebruiken, zelfs al zijn ze in het kwartier gedomicilieerd. Alleen de officiële documenten (bijv. brieven van de belastingen, deurwaardersexploten, enz.) zullen nog worden uitgereikt door de dienst, belast met de verwerking van de briefwisseling”.

Huishoudelijk reglement De tekst hierboven is geen fictie, maar het uittreksel van een bestaand huishoudelijk reglement. De eerste vraag die opkomt, is wie gaat bepalen wat al dan niet een officieel document is. Anderzijds is het goed eraan te herinneren dat de in het kwartier gedomicilieerde personen zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente, waar de huisvesting van het Kwartier in kwestie is gevestigd. Deze personen verplichten om hun briefwisseling te ontvangen op hun dienstadres druist in tegen het principe van onschendbaarheid van het briefgeheim, dat is opgenomen in artikel 29 van de Grondwet.

Wat zegt artikel 29 ? Het artikel zegt dat het briefgeheim onschendbaar is, maar dat de wet bepaalt welke personeelsleden in bepaalde gevallen gemachtigd zijn om dit te schenden. Zonder grote risico’s te nemen, kunnen we bevestigen dat zelfs een korpsoverste deze macht niet heeft, in tegenstelling tot wat sommige willen geloven… Dus gewoon een huishoudelijk reglement opstellen, zoals we hierboven hebben aangehaald is een schending van artikel 29 van de grondwet.

Het artikel 22 zou eveneens geschonden kunnen zijn, aangezien het dezelfde bedoeling heeft als artikel 8 van het Europese Verdrag voor de vrijwaring van de rechten van de mensen en van de fundamentele vrijheden, dat stelt dat “eenieder recht heeft op respect van zijn privé-, zijn familie– en zijn gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie en dat er geen inmenging mag zijn van enig openbaar gezag in de uitoefening van dit recht”.

Ontvangst van de post De personeelsleden van Defensie, die in een militair kwartier zijn gedomicilieerd moeten hun persoonlijke post ontvangen op het adres van hun woonplaats. Gelet op wat hierboven wordt gesteld, zou om het even welke burger onmiddellijk de risico’s kunnen inschatten, waaraan hij zich blootstelt door deze artikels te schenden. Jammer genoeg, is dit niet het geval met bepaalde militairen. Dus hebben wij een brief gestuurd naar de directeur-generaal van DGMR, die bevestigt dat onze tussenkomst gegrond en gerechtvaardigd is.

Besluit Een “redelijke” toegang tot de (al dan niet “officiële”) persoonlijke post moet worden voorzien door de beheerder van de huisvesting voor de militairen en burgers, die in het Kwartier zijn gedomicilieerd, zodat de concessionarissen hun post kunnen oppikken op een plaats en op uren, waarvan ze op de hoogte zijn. De informatie moet duidelijk verspreid worden en de termijn, waarbinnen de post niet meer kan worden opgeëist, moet redelijk zijn en gekend door de concessionarissen. Bovendien moet, wanneer de concessionarissen hierom verzoeken, deze termijn worden verlengd in geval ze zouden deelnemen aan operaties, opdrachten, of op vakantie zijn ....

Doorgeven adreswijzigingen

ACOD Defensie Fontainasplein 9/11 — 1000 Brussel Nog steeds krijgen we op ons secretariaat tientallen Info’s Defensie terug. De reden blijft onveranderd dat het lid in kwestie niet meer op het door ons gekend adres woont. Het is telkens opnieuw een opzoekwerk om te weten te komen wat het nieuw adres is. Sommige leden hebben het leger verlaten en bij Defensie werd geen gekend adres achtergelaten, wat het voor ons nog moeilijker maakt. Hierbij vragen wij onze leden nogmaals ons hun adreswijziging zo snel mogelijk door te willen geven.

℡

02/508 58 62

02/508 59 34

[email protected]


19

Werking van het Aids Informatie Team In antwoord op een vraag van Flahaut naar de werking van antwoordde minister De Crem afgelopen jaren informatiesessies als volgt verdeeld werden:

PS kamerlid André het Aids Infoteam dat het Team de heeft gehouden die

63% in niet-militaire scholen 37% in organismen van Defensie en dit, hoofdzakelijk in opleidingscentra. Hier zijn immers twee lesuren voorzien over dit onderwerp die door elke kandidaatmilitair moeten worden gevolgd (officier, onderofficier of soldaat)

instellingen van het land moest onderbreken terwijl er langs Nederlandstalige kant een overgangsperiode werd toegelaten tot eind 2009 gaf minister De Crem geen antwoord. Dat er voor de Nederlandstalige instellingen een overgangsperiode in acht genomen wordt vinden wij niet meer dan terecht. Anderzijds zijn we de mening toegedaan dat dezelfde normen moeten gelden ongeacht of die instellingen zich ten noorden dan wel ten zuiden van het land bevinden.

In het raam van de politiek oriëntatienota heeft het departement ACOS WB, dat zopas werd opgericht, als opdracht gekregen te zorgen voor het welzijn bij Defensie, in de ruime zin van het woord, en in het bijzonder ter ondersteuning van de operaties”. Hiertoe is een heroriëntering van de activiteiten van het Aids Infoteam nodig. Zo wordt het Team verzocht informatie en vormingen te geven over alle gezondheidsrisico’s waarmee de militairen tijdens operaties geconfronteerd worden. Daarom heeft de Commandant van de Divisie Gezondheid van het Departement het nodige gedaan om het personeel van het Team opleidingen te laten volgen in domeinen zoals malaria, voedselvergiftiging, dysenterie, cholera, tyfus, slangen, insecten, hondsdolheid, hygiëne, enz. … In december 2008 en januari 2009 werden er lessen gegeven aan de leden van het Team. Naar aanleiding hiervan moeten de leden van het Team natuurlijk hun fiches aanpassen en hun lessen voorbereiden. De minister heeft ertoe aangedrongen dat de informatie “gezondheidsrisico’s” wordt verbeterd en aangevuld ten gunste van de detachementen in operatie. In de opleidingscentra van Defensie blijft men dezelfde informatie verstrekken. Daardoor werd de resterende tijd die beschikbaar zou kunnen zijn voor informatiesessies in burgerscholen of –organismen, de voorbije maanden, aanzienlijk beperkt. Op de vraag waarom de Franstalige sectie van het Aids Infoteam, zonder omwegen, de opleidingen die voor 2009 voorzien waren in de Franstalige

20


Deze beslissing brengt vanzelfsprekend een onrechtvaardigheidsgevoel teweeg bij de verantwoordelijken van de getroffen scholen, maar ook bij de lesgevers van het Aids Info Team die reeds engagementen hadden afgesloten t.o.v. jongeren in de scholen. Het is soms verbazend vast te stellen hoever “particratie” kan gaan…. Hieronder vindt u enkele instellingen die het slachtoffer zijn van de zoveelste krenterige bezuiniging: Institut Renée Joffroy - 7801 IRCHONWELZ (ATH) Institut St-Vincent - 1180 UKKEL Institut St-Vincent - 1190 VORST Centre scolaire St Adrien — Val Duchesse - 1050 BRUSSEL ...

Bron: Antwoorden Minister De Crem op vragen van leden van de Kamercommissie Defensie m.b.t. het akkoord 2008-2011

Weeral maar geruchten! 2. Wijziging pensioenreglementering 3. Herziening reglement inwendige dienst 4. Ministerraad 29 januari en 6 februari

Recommend Documents