Trede 3 - nr.
Weekschema maken
Opdracht: Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Voorbereiden: Leer en oefen: • Neem samen me de docent/assistent het fotoboek “de deur uit” door • • •
Vertel over de dingen die je doet (binnen en buiten je huis) Schrijf de activiteiten die jij doet op Maak in klad een schema. Wat doe je welke dag?
•
Oefen met Word en ‘tabellen’ maken in Word
Uitvoeren Werk het schema op de computer uit. •
Gebruik het programma Word.
• •
Typ een titel. Voeg een tabel in, bijvoorbeeld: ochtend
middag
avond
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag zondag
•
Typ je gegevens erin.
•
Print het uit en doe het in je map
Terugkijken • • •
Ging het werken in Word goed? Wil je nog meer leren/oefenen op de computer? Als je naar jouw weekschema kijkt, over welke activiteiten ben je tevreden? Over welke activiteiten in de week ben je niet tevreden over en hoe zou je dat anders willen (zien)?
• •
Wat zou je willen leren t.a.v. gesprekken voeren met instanties, organisaties zoals met de sociale dienst, huisarts, apotheek, werk etc.? Welke activiteiten doe je nu niet, maar wil je wel doen?
•
Wat zou je (nog’ meer willen t.a.v. sociale contacten?
•
Zou je nog dingen willen leren met betrekking tot omgaan met anderen / sociale contacten / gesprekken voeren?
Trede 3 - nr.
Vragen om informatie in de bibliotheek
Opdracht: Je gaat naar de bibliotheek en vraagt informatie. Neem een folder mee. Voorbereiden: Leer en oefen: • Woordenschat bibliotheek (o.a. onderweg) • Filmpje ETV (www.etv.nl) • Opening en afsluiting gesprek • Vragen om informatie • Oefen de dialogen Uitvoeren Ga naar de bibliotheek.
1. Hoe kun je lid worden? 2. Hoe duur is het lidmaatschap? 3. Wat zijn de openingstijden? 4. Hoeveel boeken mag je lenen? 5. Hoe lang mag je ze lenen? 6. Wat gebeurt er als je de boeken niet op tijd terugbrengt? 7. Wat kun je nog meer lenen behalve boeken? 8. Welke boeken zijn geschikt voor mij? 9. Zijn er ook boeken in mijn taal? Terugkijken Hoe ging het? Heb je de informatie gekregen die je wilde? Gingen de volgende dingen goed? • ik wist alle woorden. • ik was goed verstaanbaar. • ik kon de ander begrijpen. Wat zou nog beter kunnen? Wil je lid worden van de bibliotheek?
Trede 3 - nr.
Lid worden van de bibliotheek
Opdracht: Je gaat lid worden van de bibliotheek. Voorbereiden: Leer en oefen: • Herhalen onderdelen vorige opdracht • Lees de folder of info op Internet • Tel nummer opzoeken • Telefonisch gesprek: vragen naar benodigdheden om lid te worden • Filmpje ETV (www.etv.nl) • Dialoog in de bibliotheek • Persoonsgegevens Uitvoeren 1. Bel naar de bibliotheek en vraag wat je mee moet nemen om lid te worden. 2. Ga naar de bibliotheek en sluit een abonnement af. Zoek een boek uit en vraag hoe de automaat werkt.
Terugkijken Is het gelukt? Laat je bibliotheekpas zien! Gingen de volgende dingen goed? • ik wist alle woorden. • ik was goed verstaanbaar. • ik kon de ander goed begrijpen. Wat zou nog beter kunnen? Hoe vaak ga je naar de bibliotheek?
Trede 3 - nr.
Presentatietafel maken
Opdracht: Je gaat op school een presentatietafel inrichten over een door jou gekozen onderwerp Vooruitkijken: Oefen Nederlands en bereid voor: •
Welk onderwerp? bespreek de mogelijkheden
•
Informatie zoeken over jouw onderwerp
• •
Materiaal verzamelen (foto’s, folders, boekjes, spullen, …) Informatiekaartjes maken bij het materiaal
•
Oefen hoe je de tafel gaat introduceren bij je klasgenoten
•
Oefen het beantwoorden van vragen van je klasgenoten
•
Bespreek de datum, het tijdstip en de plaats van de tafel in het lokaal met de docent van de groep
Uitvoeren Kom op tijd op school en richt de tafel in. De docent geeft jou het woord. Vertel kort wat het onderwerp van de tafel is. Nodig de mensen uit om te kijken. Ga bij de tafel staan. Je hoeft niet te praten. Geef wel uitleg of antwoord als iemand daar om vraagt. Maak een foto! Terugkijken Hoe ging het? Hoe zag de tafel eruit? Hoe waren de reacties? Ging het Nederlands goed? • ik heb vragen beantwoord • iedereen kon mij goed begrijpen. Wat zou een volgende keer nog beter kunnen?
Trede 3 - nr.
Interview met medewerker cursus
Opdracht: Je gaat een medewerker interviewen die een cursus geeft of organiseert. Het liefst de cursus die jij volgt. (Of een sport of andere activiteit) Voorbereiden: Oefen en bereid voor: • Wie zou je kunnen interviewen, bespreek de mogelijkheden • •
Verzoek voor het afnemen van een interview Afspraak maken
•
Agendabeheer
•
Vragen die je kunt stellen
•
Oefen het interview
Uitvoeren Leg de persoon, die je wilt interviewen, uit wat de bedoeling is en vraag of hij/zij mee wil werken. Maak een afspraak. Houd het interview. Neem het op. Luister het thuis af en maak aantekeningen.
Terugkijken Vertel hoe het ging. Wat heb je allemaal voor antwoorden gekregen? Gingen de volgende dingen goed? • ik wist alle woorden. • ik was goed verstaanbaar. • Ik kon de ander goed begrijpen. Laat het interview horen aan je begeleider. Wat zou je een volgende keer anders zeggen?
Trede 3 - nr.
Spreekbeurt over deelname cursus
Opdracht: Je gaat op school een spreekbeurt geven over jouw cursus / sport / activiteiten buiten school. Voorbereiden: Leer, oefen, zoek op: •
Informatie over jouw cursus (ook graag foto’s, materialen, filmpje)
•
Eventueel de informatie uit het interview (luister er nog een keer naar)
• •
Schrijf in steekwoorden op wat je wilt vertellen Oefen de spreekbeurt
•
Spreek af hoe lang het gaat duren
Uitvoeren Houd de spreekbeurt. Als je klaar bent nodig je de mensen uit om vragen te stellen. Beantwoord de vragen.
Terugkijken Hoe ging het? Gingen de volgende dingen goed? • ik wist alle woorden. • ik was goed verstaanbaar. • iedereen kon mij goed begrijpen. Wat zou een volgende keer nog beter kunnen?
Trede 3 - nr.
Gastspreker organiseren
Opdracht: Je gaat een gastspreker organiseren in de les. Voorbereiden: Nederlands oefenen en voorbereiden: • Wie zou je kunnen vragen, bespreek de mogelijkheden • •
De (mondelinge) uitnodiging (ook uitleggen wat je verwacht) Afspraak maken - Agenda beheer
• •
Afstemmen met de docent Alfa-college Gegevens uitwisselen (adres/tel. nrs/emailadressen)
•
E-mailen (welke informatie moet in de mail?)
• •
Microsoft-Office Word (inclusief opmaak en afbeelding invoegen) De mondelinge ontvangst, introductie en afscheid van de gast
Uitvoeren Leg contact met de gastspreker die je op het oog hebt. Vraag of hij/zij mee wil werken. Maak een afspraak (datum en tijd). Stem dit af met de docent van je groep. Stuur een bevestiging per e-mail (denk aan de gegevens die erin moeten). Maak een leuke aankondiging/flyer voor je medecursisten. Ontvang de gast op de betreffende dag. Introduceer de gast in de groep. Bedank aan het einde, geef de gastspreker eventueel een kleinigheid.
Terugkijken Maak een verslag in Word. Laat het lezen en bespreek deze opdracht. Hoe ging het? Heb je het goed georganiseerd? Was je Nederlands voldoende? Wat zou nog beter kunnen?
Trede 3 - nr.
Naar de VVV
Opdracht: Je gaat informatie vragen over musea in je woonplaats. Je vraagt ook om een folder. Voorbereiden: Leer en oefen: • Wat ga je vragen? • • •
Hoe ga je het zeggen? Hoe begin je het gesprek? Hoe eindig je het gesprek?
Uitvoeren Ga naar de VVV. Vraag informatie over musea. Welke musea? Wat is er te zien? Openingstijden? Entreeprijs? Schrijf de informatie die je krijgt op. Werk het uit in Word. Doe het in je map
Terugkijken
Hoe ging het? Heb je de informatie gekregen? Kon je de medewerker goed begrijpen? Kon de medewerker jou goed begrijpen? Wat zou een volgende keer nog beter kunnen?
Trede 3 - nr.
Bezoek aan de vrijwilligersvacaturebank
Opdracht: Je gaat je oriënteren op vrijwilligerswerk. Je bezoekt de vrijwilligersvacaturebank bij jou in de buurt en bespreekt of vrijwilligerswerk wat voor jou is. Voorbereiden: Nederlands oefenen en voorbereiden: • Praat met anderen: wat kan ik goed, wat vind ik leuk? • • •
Doe een beroepen-oriëntatietest (vraag de docent) Kijk naar minimaal 3 filmpjes over verschillende beroepen via www.alfadeur.nl Bekijk “klappen doe je met twee handen” (dvd of www.etv.nl)
• •
Bekijk de website van de vrijwilligersvacaturebank in Groningen (Stiel) Waar staan de vacatures? Wat voor vacatures zie je?
•
Wat is het bezoekadres bij jou in de buurt? Wie is de contactpersoon? Wat zijn de openingstijden?
• •
Wat ga je vragen? Hoe ga je het zeggen? Schrijf zoveel mogelijk zinnen op.
Uitvoeren Ga naar de vrijwilligersvacaturebank. Vertel dat je misschien vrijwilligerswerk wil doen. Vraag om informatie. Vraag in ieder geval wat voor soort vrijwilligerswerk er allemaal is. Vraag ook hoeveel tijd vrijwilligerswerk kost. Neem het gesprek op.
Terugkijken Hoe ging het gesprek bij de vrijwilligersvacaturebank? Kon je alles begrijpen? Kon de medewerker jou goed begrijpen? Wat denk je, is vrijwilligerswerk wat voor jou? Wat voor vrijwilligerswerk zou je leuk lijken? Laat het interview horen aan je begeleider. Wat zou je een volgende keer anders zeggen?
Trede 3 - nr.
In contact met een organisatie over vrijwilligerswerk
Opdracht: Je gaat je oriënteren op vrijwilligerswerk. Je hebt al wel een idee wat je zou willen/kunnen doen, maar je weet nog niet hoe of waar je dat kan doen Voorbereiden: Nederlands oefenen en voorbereiden: • Maak een CV • • •
Ga langs bij de vrijwilligersvacaturebank, vertel over je (vrijwilligerswerk)wensen Oefen van te voren wat je gaat zeggen. Zoek daarnaast zelf uit welke organisaties in aanmerking komen
•
Zoek de gegevens op van deze organisaties en noteer ze (contactpersoon, adres, tel nr., email etc.) Wat wil je vragen? Hoe ga je het zeggen?
•
Uitvoeren Neem contact op met de organisatie(s) waarvoor jij misschien vrijwilligerswerk wilt doen. Leg uit wat je wilt en te bieden hebt. Heeft de organisatie interesse? Maak een vervolgafspraak!
Terugkijken Hoe gingen de gesprekken? Kon je alles begrijpen? Kon men jou goed begrijpen? Heb je informatie gekregen die je wilde? Heb je een mogelijkheid om het vrijwilligerswerk te gaan doen dat jij graag wilt? Wat zijn je vervolgstappen? Wat moet je daar voor doen en wil je dat oefenen?
