KLASseTIPS KLASseTIPS bij KLAP, het onafhankelijke nieuwsmagazine voor kinderen
19de jaargang - Nr. 10 bis
Redactie: Marijke Verbeke, Siska Viaene, Wim Vromant
1-4 jUni 2010
juni 2010
WEEK van de KiNdERKRANT in de KLAS
Uitgewerkte lessuggesties 1. Klap: het magazine! * Deze les sluit aan bij het evenement ‘Week van de Kinderkrant in de Klas’. Naar aanleiding daarvan bekijken we het magazine Klap wat meer van dichtbij. * Motivatie Kranten vormen een rijke bron aan taal en wereldoriëntatie. Leerlingen leren aan de hand van krantenartikels wat er zich afspeelt in de wereld, dichtbij en veraf. Ze leren feiten en meningen onderscheiden en durven en kunnen eigen ideeën over de actualiteit onder woorden brengen. Deze werkbladen kan je gebruiken in een les taal of wero. * Doelstellingen - Kranten en tijdschriften voor volwassenen en Klap met elkaar vergelijken en enkele gelijkenissen en verschillen verwoorden. - Weten wat Klap is. - De gegeven titels in de juiste rubriek onderbrengen. * Werkwijze Maak de lln. nieuwsgierig naar werken met kranten in de klas. Toon een krant voor volwassenen en de Klapkrant. Laat een klasgesprek op gang komen met aandacht voor verschillen en gelijkenissen. Doe dit ook met een tijdschrift en de Klapkrant. Vervolgens beantwoorden de lln. individueel de vragen onder punt 1. Daarna worden deze klassikaal besproken. Laat de lln. nadien grondiger kennismaken met de Klapkrant. Zo kunnen ze de vragen onder punt 2 oplossen. Motiveer door dieper in te gaan op de verschillende antwoorden en bespreek zeker de inhoud van de verschillende rubrieken. De opdracht bij punt 3 kunnen ze individueel of per twee maken. Stimuleer de lln. om op zoek te gaan naar minder relevante woorden. Voor punt 4 laat je de lln. individueel aan de slag gaan. Overloop eerst de verschillende rubrieken die in Klap aan bod komen.
2. Journalist... een bijzonder vak * Deze les sluit aan bij het evenement ‘Week van de Kinderkrant in de Klas’. * Motivatie Deze week is het ideale moment om even stil te staan
bij het beroep van journalist. We denken na over wat een journalist moet doen en kunnen. Daarna gaan we zelf als journalist aan de slag. Dit werkblad kan gebruikt worden in een les wero of taal. * Doelstellingen - Weten wat een journalist is (zowel geschreven als gesproken pers). - Omschrijven wat het werk van een journalist inhoudt. - Enkele eigenschappen van een journalist kennen. - Een artikel schrijven in een bepaalde tijdsspanne. * Werkwijze Vertrek vanuit een artikel in de Klapkrant. Focus in een gesprek op de zender van de boodschap: wie heeft het artikel geschreven? Waarom dit artikel? Hoe is hij daarbij te werk gegaan? Waarop moet hij letten als hij dit artikel schrijft? Bouw ondertussen op het bord een woordveld op met de belangrijke woorden. Daarna bekijk je een item uit het jongerenjournaal ‘Karrewiet’. Voer hetzelfde gesprek. De lln. zoeken naar gelijkenissen en verschilpunten met de journalist die werkt voor een krant. Na het gesprek kunnen de lln. aan de slag met het werkblad.
3. De Klap-nieuwsquiz * Deze quiz sluit aan bij de Klapkrant van juni 2010.
4. Neuzen op www.klapkrant.be * Deze les sluit aan bij de website van Klap. Op deze site worden elke schooldag drie nieuwtjes gepost. Dit nieuws is enkel bestemd voor de Klapabonnees. * Motivatie Naar aanleiding van de ‘Week van de Kinderkrant in de Klas’ richten we de schijnwerpers op de Klapsite. Met deze werkbladen verkennen de leerlingen de site. Ze ontdekken dat er elke schooldag nieuwtjes te lezen zijn en leren werken met het archief en de woordenlijst. * Doelstellingen - Lln. kunnen informatie opzoeken door gebruik te maken van de website van de Klapkrant. - Lln. weten dat ze op de site elke schooldag drie
nieuwsberichten kunnen lezen. - Lln. weten dat ze op de site oude nieuwsberichten kunnen opvragen door te klikken op ‘Archief’. - Lln. weten hoe ze een E-card kunnen versturen. * Werkwijze Tijdens een les ICT of actualiteit kunnen de leerlingen
via de website van de Klapkrant de opdrachten in groepjes uitvoeren en afwerken. In een taalles kunnen de leerlingen een korte tekst neerschrijven waarom ze zo van hun papa houden. Een paar dagen voor Vaderdag kunnen ze een E-card kiezen en hun tekstje tikken op de voorziene plaats.
Sleutel bij de werkbladen 1. Klap: het magazine! 1. a. verschil naar inhoud (lengte van de artikels, keuze van de onderwerpen,…) verschil naar lay-out (lettertypes, grootte van de titels, aantal foto’s (kleur tegenover zwartwit), aantal blz.,...) verschil naar frequentie (de meeste kranten verschijnen dagelijks, een tijdschrift verschijnt wekelijks of maandelijks) b. Zo wil men inspelen op verschillende lezers met verschillende interesses. c. Klap is een tijdschrift dat maandelijks verschijnt, het gebruikt heel veel foto’s en wisselt korte en iets langere artikels af. d. Heet van de naald, Nieuws uit eigen land, Nieuws uit het buitenland, Natuur en wetenschap, Sport, Cultuur, Reis door Europa,... e. de titel, een grote foto, drie titels die je nieuwsgierig moeten maken, een verwijzing naar de site f. als ‘bewijs’ – om emoties op te roepen – om de aandacht te trekken – ter verduidelijking – als afwisseling – als nadruk op een deel van het gebeuren – ... g. tijdschriften voor volwassenen: meer bladzijden, moeilijker woorden, veel meer tekst,...
3. 1. Hij moet openstaan voor nieuwtjes, hij moet als een speurhond op zoek gaan naar nieuws. 2. stinkend en lelijk 4. eigen antwoord
3. De Klap-nieuwsquiz 1. 1. b – 2. c – 3. a – 4. c – 5. b – 6. a – 7. b – 8. c – 9. b – 10. a 2. 1. B – 2. C – 3. D – 4. A – 5. E en F
4. Neuzen op www.klapkrant.be 1. a. ‘Boek van de week’ b. Helemaal onderaan kan je klikken op twee voorbije jaargangen. Die kan je volledig doorbladeren. Net daarboven kan je een proefnummer bestellen. 2. a. Dit zijn resten en sporen van dieren en planten die heel lang geleden leefden. Deze resten, afdruk of skelet zijn bewaard in de grond. b. Een gat in de vorm van een trechter. Een krater vind je op een vulkaan en ook op de maan.
3. eigen antwoorden
3. ‘Archief’ a. een soort waterjuffer en reuzenpinguïns b. ‘Lekke banden door slechte wegen’ en ‘Reuzenrat in vulkaankrater’
4. Cultuur – Sport – Aan de slag – Nieuws uit het buitenland – Nieuws uit eigen land – Nieuws uit het buitenland – Sport – Natuur en wetenschap – Nieuws uit eigen land – Cultuur
4. a. drie belangrijke nieuwsfeiten b. eigen antwoord c. Natuur en wetenschap – Buitenlands nieuws – Sport – Binnenlands nieuws – Cultuur
2. Journalist... een bijzonder vak
5. a. Benno en de griezelfabriek b. Eric Clavie c. Benno d. eigen antwoord
2. eigen antwoorden
1. schrijf je artikels maak je reportages sport, politiek, binnenlands nieuws, een land in het buitenland, cultuur, gezondheid, media 2. ontvangt – persbureaus – persberichten verwerkt – kritisch – raadpleegt – onderzoek schrijft – tekst – titel of kop – onderschriften
6. ‘Mop van de week’ Om zelf een mop in te sturen. 7. ‘E-cards’
Klap: het magazine! (1) 1. Even vergelijken a. Waarin verschillen kranten en tijdschriften van elkaar? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
b. Waarom is dit verschil er? ........................................................................................................................................................................................................................................................
c. Verklaar nu: Klap is een actualiteitenmagazine. ........................................................................................................................................................................................................................................................
d. Welke verschillende rubrieken vind je in Klap? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
e. Wat zie je op de coverfoto? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
f. Waarom staan er foto’s bij de artikels? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
g. Welk verschil is er tussen Klap en een tijdschrift voor volwassenen? ........................................................................................................................................................................................................................................................
2. Wat valt op? Je krijgt drie minuten de tijd om deze Klap te doorbladeren. Vul nadien in.
Ik herinner mij een foto over:
Ik herinner mij een bericht over:
............................................................................................................
............................................................................................................
............................................................................................................
............................................................................................................
Ik herinner mij iets grappigs:
Ik herinner mij iets ernstigs:
............................................................................................................
............................................................................................................
............................................................................................................
............................................................................................................
Ik herinner mij een strip over:
Ik herinner mij een bekend persoon waarover
............................................................................................................
iets geschreven is:
............................................................................................................
............................................................................................................
Klap: het magazine! (2) 3. Ga in deze Klap op zoek naar vijf woorden die je niet kent. Schrijf ze hieronder op. Wat betekenen ze volgens jou? Kijk na met een woordenboek of op het internet. Mijn moeilijk woord:
Wat het volgens mij betekent:
Wat het woordenboek zegt:
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
............................................................................
4. Welke titel hoort in welke rubriek thuis? Enkele komen uit deze Klap, andere zijn overgenomen uit vorige nummers. Kunst aan zee
............................................................................................................................
Marathon achteruit
............................................................................................................................
Lente-eitjes maken
............................................................................................................................
Obama president
............................................................................................................................
Lange Wapper
............................................................................................................................
Nobelprijs voor de Vrede
............................................................................................................................
IJsduiken
............................................................................................................................
Heel veel kwallen
............................................................................................................................
Vlaamse Kinderrechtencommissaris
............................................................................................................................
Circus in de stad
............................................................................................................................
Journalist… een bijzonder vak (1) 1. Wat doet een journalist? Als journalist:
.......................................................................................................... voor
kranten of tijdschriften.
.......................................................................................................... voor
radio of tv.
Sommige journalisten houden zich voornamelijk bezig met één onderwerp. bv.
....................................................................................................................................................................................................................................................
2. Hoe gaat een journalist van een krant te werk? Een journalist .......................................................................................................... veel informatie. Die krijgt hij via ........................................................................................................... Of hij ontvangt ...................................................................................................... over een onderwerp. Hij volgt ook het nieuws in de media op de voet. De journalist ................................................. de informatie. Welke informatie is bruikbaar en welke niet? Is de informatie juist? Hij is daarbij heel ..................................................................... Hij ................................................. meerdere bronnen. Soms moet hij zelf op ................................................. of maakt hij een gebeurtenis live mee. Of hij heeft verdere gegevens nodig. Misschien moet hij daarvoor iemand interviewen. De journalist ................................................. een artikel. Hij ordent de bruikbare informatie in een .................................................. Die moet goed leesbaar en verstaanbaar zijn. Hij bedenkt een goede ................................................. bij het artikel. Hij schrijft de ................................................. bij de foto’s.
3. Een goede journalist... 1. ... moet ‘een neus hebben voor nieuws’. Wat zou dat betekenen? ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................
2. ... moet neutraal zijn. Zijn of haar persoonlijke mening mag niet in het artikel naar voren komen. Welke woorden zijn niet neutraal in dit artikel (en geven dus de mening van de journalist weer)? Omkring ze.
Dit is Achiel. Hij is 68 jaar oud. Hij heeft een moestuin waarin hij groenten kweekt. Je vindt er tomaten en wortelen. Zijn hond heet Freddie. Het is een oud en stinkend dier. Achiel gaat vaak kaarten. Dan neemt hij zijn lelijke fiets om naar het bejaardentehuis te rijden. Daar kaart hij met andere bejaarden. Dat is zijn hobby.
Journalist… een bijzonder vak (2) 4. En nu zelf aan de slag Een journalist moet vaak met een ‘deadline’ werken, dat is een vooraf vastgelegd tijdstip waarop een tekst klaar moet zijn. Vaak zorgt dat voor stress. Opdracht: jullie hebben een half uur de tijd om een klasgenoot te interviewen over zijn of haar hobby. Dat betekent: vragen voorbereiden, interview afnemen en uitschrijven. De kookwekker wordt gezet, de tijd loopt! Wie slaagt erin om zijn of haar verslag op tijd klaar te hebben?
Vragen: ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................
Tekst: ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................................................................
De Klap-nieuwsquiz (1) 1. Zet een kruisje voor de juiste zin.
1. Wat is een ‘groene lening’? (blz. 2) ❑ a. Een lening om je huis groen te verven. ❑ b. Een lening om iets te kopen dat energie bespaart. ❑ c. Een lening om bomen te planten.
2. Hoe oud moet je zijn om te stemmen? (blz. 4) ❑ a. 6 jaar ❑ b. 12 jaar ❑ c. 18 jaar
3. Op 17 mei stierf de stichter van het pretpark Bobbejaanland. Hoe heette die man? (blz. 4) ❑ a. Bobbejaan Schoepen ❑ b. Bobbejaan Schapen ❑ c. Bobbejaan Scheupen
4. Een dief heeft schilderijen gestolen uit een museum in Parijs. Waarom was dat gemakkelijk? (blz. 6) ❑ a. De schilderijen stonden buiten. ❑ b. Hij had zich verkleed als poetsvrouw. ❑ c. Het alarm was al twee maanden stuk.
5. Hoelang is het geleden dat Congo onafhankelijk werd? (blz. 10) ❑ a. 25 jaar ❑ b. 50 jaar ❑ c. 75 jaar
6. Welke dieren bestudeert de bioloog Brad Norman? (blz. 11) ❑ a. walvishaaien ❑ b. sprinkhanen ❑ c. blauwe kevers
7. Waarom zijn mensen soms boos op de steenmarter? (blz. 11) ❑ a. Hij kruipt op hun hoofd. Daar doet hij een dansje. ❑ b. Hij klimt in de motor van een auto. Daar bijt hij de draden stuk. ❑ c. Hij kruipt in de koekjeskast. Daar eet hij alles op.
De Klap-nieuwsquiz (2) 8. Waarom is het zo bijzonder dat Ralf Klug een marathon liep? (blz. 12) ❑ a. Hij was verkleed als een walvishaai. ❑ b. Hij liep de hele marathon met zijn zoontje op zijn rug. ❑ c. Hij liep de hele afstand achteruit.
9. Waar vindt het wereldkampioenschap voetbal plaats in 2010? (blz. 12) ❑ a. in België ❑ b. in Zuid-Afrika ❑ c. in Egypte
10. Wat is ‘recycleren’? (blz. 14) ❑ a. Oude of gebruikte spullen opnieuw gebruiken. ❑ b. Een lange afstand fietsen. ❑ c. Naar tekenfilms kijken.
De Klap-nieuwsquiz (3) 2. Weet je deze landen in Europa liggen? Zet de passende letter bij elke zin.
1. Er werden vijf schilderijen gestolen uit een museum in Frankrijk. 2. Ralf Klug uit Duitsland liep een marathon voor het goede doel. 3. Het geld gaat naar een kindertehuis in Tsjechië. 4. Het wereldkampioenschap rope-skipping vindt plaats in Groot-Brittannië. 5. In Oost-Europa zijn verschillende rivieren overstroomd. Dat was bijvoorbeeld zo in Polen en Slowakije.
A E
C D B
250 K m 250 M . i
F
Neuzen op www.klapkrant.be (1) Om de opdrachten op te lossen, ga je op zoek op bovenstaande site. 1. a. Ik ben geen abonnee. Kruis aan welke rubriek ik toch kan openen en lezen. m ‘Nieuws van de dag’
m ‘Archief’
m ‘Boek van de week’
m ‘Speeltijd’
b. Ik wil de Klapkrant leren kennen. Welke twee dingen kan ik doen? - .......................................................................................................................................................................................... - ..........................................................................................................................................................................................
2. Tik de websleutel, die je rechts bovenaan op de cover van de Klapkrant vindt, in. Nu kan je alle rubrieken openen, waaronder de ‘Woordenlijst’. Hierin staan alle moeilijke woorden die in de teksten van de Klapkrant en op de site gebruikt worden. Wat betekent: a. fossiel
................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................
b. krater
................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................
3. Je wil natuurlijk ook de artikels lezen waarin deze woorden voorkomen. Wat moet je aanklikken? ...........................................................................................
a. Welke fossielen werden gevonden? ........................................................................................................................
en
........................................................................................................................
en
........................................................................................................................
b. Het woord krater vind je in volgende artikels: ........................................................................................................................
4. Klik op de rubriek ‘Nieuws van de dag’. a. Wat kan je daar elke schooldag lezen? .................................................................................................................................................................. b. Schrijf de drie titels van vandaag op: ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
c. Voor elk artikel staat een pictogram dat verwijst naar de rubriek: Binnenlands nieuws, Buitenlands nieuws, Sport, Cultuur, Natuur en wetenschap. Schrijf bij elk pictogram de juiste naam.
........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
Neuzen op www.klapkrant.be (2) 5. Benieuwd naar het ‘Boek van de week’? Klik erop. a. Wat is de titel van het boek? ........................................................................................................................................................................................................................................................
b. De auteur van het boek is
..........................................................................................................................................................................................
c. De hoofdpersoon van het boek is
..........................................................................................................................................................................
d. Zou je het boek graag lezen? Omdat
Ja
Neen
........................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
6. Om eens goed te kunnen lachen, klikken we op .................................................... Wanneer klikken we op
?
......................................................................................................................................................................................................................................................
Dit moet je zeker eens DOEN!
7. Het is bijna Vaderdag. Op 13 juni kunnen we papa verrassen met een kaartje. Vind je ergens op de site een leuke attentie voor Vaderdag? Schrijf hieronder kort waarom je van je papa houdt. ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
Je kan daarna .................................................... aanklikken en je keuze maken. Tik je gedichtje in. Je papa zal er heel blij mee zijn.