Webinar Jeugdrecht
• AvdR • Waardenburg, 21 september 2015
Prof.mr. Paul Vlaardingerbroek (
[email protected])
Vanuit Kasteel Waardenburg Cursusduur: van 10.00 – 12.15
Jeugdhulp en jeugdbescherming (smaatregelen)
terminologie • • • • • • • • • • •
kind (zie o.a. Boek 1 BW; bijv. art. 1:2 e.v. BW) jeugdige (zie art. 1.1.Jeugdwet); minderjarige (art. 1:233 BW); jongvolwassene /adolescent (zie WvSr) Jongere? ouder (moeder, vader, duomoeder) adoptiefouder/adoptieouder (zie art. 1.1 Jw) gastouder Stiefouder (art. 1:395 BW) pleegouder (art. 1.1 Jw) gezamenlijk-gezag-ouder/253t-ouder
Wie zijn belanghebbenden bij OTS?
Prejudiciële vraag “belanghebbende” •
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 27 maart 2014 ECLI:NL:GHSHE:2014:885: Dient in een procedure tot (verlenging van de) ondertoezichtstelling de ouder zonder, indien het verzoek tot (verlenging van de) ondertoezichtstelling niet van hem/haar afkomstig is, als belanghebbende te worden aangemerkt?
•
Hoge Raad 12 september 2014 ECLI:NL:HR:2014:2665: Het antwoord luidt ontkennend: deze ouder heeft niet de bevoegdheid hoger beroep in te stellen van een beslissing over de (verlenging van de) ondertoezichtstelling indien het verzoek daartoe niet van hem afkomstig is.
6
Vader belanghebbende? Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 5 februari 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:365 OTS twee kinderen (geboren in 2008 resp. 2011). Vader heeft beide zonen erkend, maar oefent alleen over tweede zoon samen met moeder gezag uit en heeft zorgregeling Hof: De rechten en verplichtingen van de niet met het gezag beklede ouder worden daardoor niet rechtstreeks geraakt in de zin van art. 798 lid 1 Rv. Hiermee strookt dat, wanneer een OTS eenmaal van kracht is geworden, slechts de met het gezag beklede ouder(s) en de minderjarige zelf (mits ≥ 12 jaar) tegen de door de met het toezicht belaste stichting gegeven aanwijzingen kunnen opkomen en – naast de stichting – om opheffing van de maatregel kunnen vragen en dus niet de niet met het gezag beklede ouder. Vader in hoger beroep tegen andere kind niet-ontvankelijk.
7
Vader belanghebbende? ja Gerechtshof 's-Hertogenbosch 19 februari 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:585: 15-jarig kind verblijft bij biologische vader die hem niet erkend heeft en geen gezag over hem heeft. Vader komt in hoger beroep tegen uitgesproken ondertoezichtstelling. Hof verklaart vader ontvankelijk in zijn verzoek. Bijzondere omstandigheden. Kind al vanaf geboorte in gezinsverband met vader geleefd en sinds september 2013 zorgt vader alleen voor het kind. Moeder maakt geen gebruik van haar gezagspositie. Hof:Vader het instellen van hoger beroep ontzeggen, zou hem te zeer belemmeren in zijn uit 8 EVRM voortvloeiende recht op bescherming van zijn ‘family life’ en daarmee dus in strijd komen.
8
•
•
• •
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant heeft van het Keurmerkinstituut een voorlopig certificaat Bericht Keurmerkinstituut 31 maart 2015: BJZ N-B heeft een voorlopig certificaat gekregen en mag weer kinderen aannemen. Dat maakte interim-directeur Durk Kooistra op 31 maart bekend. De niet-certificering van dit Bjz in 2014 leidde tot zorgen in alle Brabantse gemeenten. Door bezuinigingen waren er te weinig gecertificeerde medewerkers over en moest personeel worden bijgeschoold. Kinderen die hulp nodig hadden, werden de afgelopen maanden geholpen via de William Schrikker Groep. Volgens het Keurmerkinstituut is de kwaliteit van zorg inmiddels op orde. Ook zijn de interne processen verbeterd en de werkwijzen verder ontwikkeld. Het voorlopige certificaat is twee jaar geldig. Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant staat nog wel onder verscherpt toezicht van twee inspecties die eerder concludeerden dat de uitvoering van de kinderbescherming en jeugdreclassering niet op orde was.
Verdere beperking gezag door GI Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-02-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:1216 • Wet Herziening kb-maatregelen. Toelichting artikel 1:265e BW. • GI had kind tijdens spoedplaatsing kind op andere school geplaatst. GI heeft moeder daarvoor excuses aangeboden, maar meent dat zij dat mocht doen. • Kire concludeert: een beperking van het gezag is alleen mogelijk middels een beslissing van de kinderrechter, nadat daartoe door de gecertificeerde instelling een verzoek is gedaan.
10
Verleningsbeslissing voor machtiging gesloten UHP Rechtbank Amsterdam 9 februari 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:978 • Kire verwerpt verweer ontbreken van verleningsbeslissing van College B&W bij verzoek ots en gesloten uhp van Raad. • De raadsvrouw van de minderjarige heeft ter zitting verweer gevoerd op het punt dat bij de stukken ex artikel 6.1.2 van de Jeugdwet een verleningsbeslissing van het college van BenW of de GI ontbreekt. • Artikel 6.1.2 lid 5 van de Jeugdwet bepaalt dat een machtiging tot uithuisplaatsing slechts kan worden verleend indien het College of de GI heeft bepaald dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is. • De kinderrechter heeft ter zitting expliciet gevraagd of JBRA instemt met de gesloten plaatsing van de minderjarige. JBRA heeft daarmee uitdrukkelijk ingestemd. • De kinderrechter houdt het ervoor dat de gecertificeerde instelling daarmee heeft bepaald dat een dergelijke machtiging nodig is. Het verweer van de raadsvrouw treft derhalve geen doel. 11
Bevoegdheid tot het doen van een verzoek om gesloten plaatsing Rb Rotterdam 25 maart 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:2064 •
•
•
Verzoek machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden. Nu de minderjarige geen kinderbeschermingsmaatregel opgelegd heeft gekregen en ten aanzien van hem ook niet om een kinderbeschermingsmaatregel is verzocht, dient op grond van artikel 6.1.8, eerste lid, van de Jeugdwet het verzoek daartoe door het college te worden gedaan. Een dergelijk verzoek kan dus niet zelfstandig - op eigen titel - door JBRR of door een andere (rechts)persoon worden gedaan. Wil JBRR een verzoek om een (spoed)machtiging als bedoeld in artikel 6.1.8, eerste lid, van de Jeugdwet doen, dan zal in ieder geval moeten blijken dat het college aan JBRR daartoe de bevoegdheid heeft verleend. Dat moet bij volmacht gebeuren, nu enkel het nemen van besluiten kan worden gemandateerd. Het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank valt daar niet onder. O.g.v. de schakelbepaling van artikel 10:12 Awb kan echter geen volmacht worden verleend als de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. De vraag echter of JBRR door het college gemachtigd was om de verzoeken van 26 en 27 februari 2015 te doen, en zo ja, of de aard van de bevoegdheid zich verzet tegen het verlenen van een volmacht om namens het college dergelijke verzoeken te doen, laat de rechtbank onbeantwoord, nu het college bij brief van 18 maart 2015 de verzoeken van JBRR van 26 en 27 februari 2015 heeft bekrachtigd. Een verzoekschrift kan niet tevens gelden als een verleningsbeslissing. Aan het ontbreken van een verleningsbeslissing heeft de rechtbank echter om verschillende redenen geen gevolgen verbonden.
Recht jeugdige op inzage/ontvangst dossier? Hoge Raad 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3535 • Minderjarige heeft geen recht op inzage en afschrift van processtukken inzake zijn eigen ondertoezichtstelling. • Minderjarige kan via wettelijke vertegenwoordiger vragen om inzage stukken en als die weigert verzoeken om bijzondere curator. 13
Rechtspositie kinderen • Hoge Raad 29-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1409 Kinderen kunnen bij de rechtbank informeel verzoeken indienen tot benoeming van een bijzondere curator en tot wijziging van het gezag en de zorgregeling. Zij kunnen van de afwijzing van deze informele verzoeken hoger beroep instellen, maar dan wel vertegenwoordigd door een wettelijke vertegenwoordiger of een bijzondere curator.
Gecertificeerde instelling • Een rechtspersoon die in het bezit is van een (voorlopig) certificaat als bedoeld in art. 3.4. Jeugdwet en die een jeugdbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoert. • Gecertificeerd door het Keurmerkinstituut
15
Taken GI • Taken (art. 3.5 Jeugdwet): De GI stichting heeft tot taak te bezien welke jeugdhulp in het kader van een kb/jb-maatregel of jeugdreclassering nodig heeft
Afdelingen GI • Gezinsvoogdij • Voogdij • Jeugdreclassering 16
• • • • •
Vergoedingen pleegzorg (pm/pd) vanaf 1-1-2015
0 t/m 8 jaar € 537/17,66 9 t/m 11 jaar € 543/17,86 12 t/m 15 jaar € 591/19,45 16 t/m 17 jaar € 653/21,47 18 jaar en ouder € 660/21,70
• De toeslag voor extra kosten bedraagt maximaal € 3,51 per dag. 17
Huidige organisatiestructuur
18
Taakverdeling gemeenten na stelselherziening
- De gemeenteraad: stelt een verordening en periodiek een plan vast m.b.t. preventie, jeugdhulp en de uitvoering van kb-maatregelen en jr (art. 2.2 lid 1 Jw) - Het college van B&W: voert alle overige taken en verantwoordelijkheden op grond van de Jw uit - De burgemeester: kan de RvdK verplichten een zaak voor te leggen aan de KIR (art. 1:255 lid 3 BW) 19
Verantwoordelijkheid gemeenten sinds stelselherziening - Treffen van voorzieningen (art. 2.3 lid 1 Jw) incl. mogelijk maken van een plaatsing bij pleegouder of in gezinshuis i.g.v. uhp (art. 2.3 lid 6 Jw) - Zorgen voor kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod jeugdhulp en GI’s (art. 2.6 lid 1a Jw) - Zorgen voor toegang tot jeugdhulp en de crisisdienst (art. 2.6 lid 1b Jw) - Uitvoering kb-maatregelen en jeugdreclassering (art. 2.4 lid 2 Jw) - Veilig Thuis - AMHK (art. 4.1.1 WMO 2015) 20
Woonplaatsbeginsel • • • •
Art. 2.4 lid 2 Jw jo art. 1.1 Jw Minderjarige volgt ouder/voogd Bij voogdij bij GI: werkelijk verblijf Onbekend: werkelijk verblijf op moment hulpvraag • Na 18e levensjaar: woonplaats jeugdige 21
Ouderbijdrage • Ouders betalen een ouderbijdrage bij de uithuisplaatsing van hun kind, behalve wanneer het gaat om ouders wier gezag beëindigd is door een beslissing van de Rb. • De gemeente is verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp, zoals ondersteuning, jeugdbescherming en jeugdreclassering. De gemeente wijst aan wie een ouderbijdrage moet betalen. Daarna stuurt de gemeente hierover gegevens naar het CAK.
Ouderbijdragen per 1-1-2015 • De bedragen in onderstaande tabel zijn per maand en op basis van verblijf van 7 dagen p. w. voor ‘dag’ en 10 dagdelen per week voor ‘dagdeel’. De bedragen gelden vanaf 1 januari 2015. • Leeftijd kind Dag Dagdeel • 0 t/m 5 jaar € 75,75 € 37,88 • 6 t/m 11 jaar € 104,16 € 52,08 • 12 t/m 20 jaar € 132,56 € 66,28
• •
•
Ruim 70 gemeenten hebben de inning van ouderbijdragen opgeschort
Bericht NJI en Binnenlands bestuur (1 april 2015): Het aantal gemeenten dat het innen van de ouderbijdrage voor jeugdhulp heeft opgeschort is toegenomen tot meer dan zeventig. Binnenkort worden in nog eens 150 gemeenten moties ingediend om te stoppen met de bijdrage. De bijdrage is omstreden omdat voor kinderen met een lichamelijke aandoening geen bijdrage geldt. Ook wordt alleen een bijdrage gevraagd voor kinderen tot 18 jaar. Daarnaast zou een groot deel van de bijdrage opgaan aan administratiekosten. Ouderplatforms roepen de Tweede Kamer en staatssecretaris Van Rijn van VWS in een brief op tot een landelijke opschorting van de bijdrage. Die is niet alleen oneerlijk vinden zij; ouders met zieke kinderen hebben vaak al extra kosten. Ook vinden zij de bijdrage in strijd met internationale verdragen voor de rechten van het kind. Het ministerie van VWS onderzoekt de kritiek en geeft rond de zomer 2015 duidelijkheid.
De Raad voor de Kinderbescherming •
Uitvoeringsinstelling Ministerie van Veiligheid en Justitie
• • • •
Beschermingszaken: tweedelijnsorganisatie! Gezag en omgang na scheiding Strafrecht Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen (ASAA)
• • •
Advies/onderzoek (ongewijzigd na stelselherziening) Toetsende taak RvdK wordt uitgebreid: Indien een OTS met UHP twee jaar of langer heeft geduurd, dient het verlengingsverzoek een advies van de RvdK te bevatten (art. 1:265j lid 3 BW) Mogelijk later ook een herziene taak van de RvdK m.b.t. het toezicht op de voogdij (art. 1:305 BW treedt voorlopig niet in werking) 25
Van BJZ naar Gecertificeerde Instelling Provinciaal beleid vanaf 1-1-2015: gemeentelijk niveau Wettelijke taken BJZ waren: • Indicatiestelling (naar CJG) = verleningsbeslissing • Uitvoering taken AMK (naar AMHK) • Uitvoering jeugdbeschermingsmaatregelen (gezinsvoogdij, voogdij) • Uitvoering jeugdreclassering •
Taken zijn overgeheveld naar gemeenten! Jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering mogen alleen worden uitgevoerd door gecertificeerde instellingen (art. 3.2 lid 1 Jw); een GI biedt zelf geen jeugdhulp (art. 3.2 lid 2 Jw)
26
Gecertificeerde instelling • Certificering geschiedt door het Keurmerkinstituut (zie www.keurmerk.nl) • Verlening certificaat indien voldaan aan kwaliteitseisen zoals opgenomen in normenkader (normen aanvullend op kwaliteitseisen Jw) (art. 3.4 lid 2 en 3 Jw) • Certificaat is 2 of 3 jaar geldig, afhankelijk van de ervaring van de instelling (art. 3.4 lid 5 Jw) • Aanvullende (kwaliteits)eisen in H4 Jw 27
Gecertificeerde instelling • De GI bepaalt of en, zo ja welke jeugdhulp is aangewezen bij de uitvoering van de kb-maatregel of JR; zij overlegt hiertoe met het college (art. 3.5 lid 1 Jw), tenzij de verplichting tot het bieden van jeugdhulp rechtstreeks voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing (art. 3.5 lid 4 Jw) • …vervolg op volgende sheet…
28
Centrum voor Jeugd en Gezin • Gemeentelijk beleid • Bundeling bestaande lokale voorzieningen • Bijv. consultatiebureau’s, jeugd-GGD, steunpunt opvoeding, welzijnswerk, ZAT’s. • Thans schakel BJZ /Gecertificeerde Instelling • Indicatiestelling is nu verleningsbeslissing • Nieuw: de wijkteams met integrale samenwerking van disciplines en bevoegdheden 29
Jeugdhulp •
Jeugdhulp (art. 1.1 Jw):
Ondersteuning van en hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders bij alle opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen – Enkele terreinen van jeugdhulp (w.o. jeugd-ggz) overgeheveld vanuit Zvw en AWBZ naar Jw – Preventie, de uitvoering van kb-maatregelen en jeugdreclassering vallen niet onder het begrip jeugdhulp, maar de gemeente is daar wel verantwoordelijk voor (art. 2.1 Jw) – Jeugdhulp kan in principe alleen worden verleend aan jeugdigen tot 18 jaar, tenzij in het kader van jeugdstrafrecht of indien jeugdhulp al gestart voor 18e jaar
30
Eigen kracht • Art. 4.1.2 jo 4.1.1. Jw: verantwoorde hulp • Familiegroepsplan: eigen kracht betrekken • Plan van aanpak of hulpverleningsplan (art. 4.1.3 Jw) • Schriftelijk bij JR, Kbm en gesloten jeugdhulp • Instemmingsrecht pleegouders: lid 6 31
Jeugdhulpplicht
• Gemeenten zijn gehouden een voorziening te treffen als de jeugdige en zijn ouders er zelf niet uitkomen vervolgens beslist de gemeente of en welke voorziening de jeugdige nodig heeft (art. 2.3 Jw) • De gemeente maakt een zelfstandige afweging, maar is gehouden om te zorgen voor een deskundige advisering over en beoordeling van de vraag of een (niet vrij toegankelijke) voorziening nodig is verleningsbeslissing • N.B. bezwaar en beroep is mogelijk: bezwaarcommissie gemeente en beroep kinderrechter als bestuursrechter van verleningsbeslissing
32
Rechtsbescherming •
Hoger beroep staat bij UHP steeds open! Art. 806 Rv T.a.v. verleningsbeslissingen bij MUHP geldt: besluit staat op de ‘negatieve lijst’ van de Awb, dus o.g.v. art. 8:5 Awb geen bezwaar en beroep mogelijk
•
Noodzaak MUHP (en dus de noodzaak van de verleningsbeslissing) kan in de procedure bij de KIR (en vervolgens in hoger beroep en cassatie) worden getoetst
33
Jeugdhulpplicht (vervolg) • Het college moet bij de bepaling van de aangewezen vorm van jeugdhulp rekening houden met de behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige en zijn ouders en de godsdienstige gezindheid, levensovertuiging en culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders (art. 2.3 lid 4 Jw). • Het college zorgt ervoor dat hier ook bij de uitvoering van de kb-maatregelen en jeugdreclassering rekening mee gehouden wordt (art. 2.4 lid 3 Jw).
Bureaucratisering • De William Schrikker Groep (WSG) schat 1,5 miljoen euro meer kwijt te zijn aan bureaucratie dan vóór de decentralisatie van de zorg. Dat zei bestuursvoorzitter Erik Heijdelberg van de WSG op 30 maart 2015 in een interview op NPO Radio 1. • Tot aan de invoering van de Jeugdwet had de WSG een centraal aanspreekpunt voor pleegzorg, jeugdbescherming en reclassering bij de provincie. Nu moet ze als landelijke jeugdzorgorganisatie zaken doen met 392 loketten van de betreffende gemeenten. Acht administratieve krachten zijn daar fulltime mee bezig. Erik Heijdelberg stelt voor dat gemeenten een werkmaatschappij oprichten voor landelijke organisaties om kosten te besparen.
Geheimhoudingsplicht bij declaraties jeugdhulpverleners?
• Bericht NJI 21 april 2015:In de Jeugdwet ontbreekt een bepaling over het doorbreken van de geheimhoudingsplicht bij de afwikkeling van declaraties van jeugdhulpverleners. Zo'n wettelijke bepaling moet er zo snel mogelijk komen, schrijft het College bescherming persoonsgegevens (CBP) in een brief aan de ministeries van VenJ en VWS. Voor de afwikkeling van en controle op declaraties heeft de gemeente persoonsgegevens van cliënten nodig. Volgens de Jeugdwet hebben jeugdhulpverleners echter een geheimhoudingsplicht. Zij mogen geen persoonsgegevens aan derden verstrekken. Een uitzondering is gemaakt voor het leveren van beleidsinformatie aan het CBS.
…Vervolg… • Voor de afwikkeling van declaraties bij de gemeente is geen uitzondering geregeld. Daarom mogen jeugdhulpverleners alleen informatie doorgeven als ze voor dat specifieke doel toestemming hebben gevraagd aan de cliënt. • Het CBP betwijfelt of het voor jeugdhulpverleners mogelijk is om rechtsgeldige toestemming te krijgen. Ook zijn er geen criteria voor welke persoonsgegevens gemeenten redelijkerwijs nodig hebben. Verschillen tussen gemeenten in aard en omvang van te verstrekken persoonsgegevens vindt het CBP niet te rechtvaardigen. Verder zijn er geen garanties dat gemeenten zorgvuldig zullen omgaan met de gegevens.
Gegevensuitwisseling ten behoeve van facturatie en declaratie van jeugdhulp (11 juni 2015)
• Op 2 juni 2015 hebben verschillende partijen, waaronder VNG, VWS, branche- en beroepsorganisaties waaronder ook GGZ Nederland en het landelijk platform GGZ met elkaar gesproken over de privacy in de Jeugdwet. De aanleiding voor het overleg is het ontbreken van een wettelijke grondslag voor het uitwisselen van persoonsgegevens ten behoeve van de facturatie en declaratie van jeugdhulp. Deze zienswijze wijkt overigens af van het standpunt van VWS, die van mening is dat de huidige wet- en regelgeving voldoende waarborgen bieden onder meer door een Veegwet. GGZ Nederland adviseert haar leden om te wachten met het aanleveren van persoonsgegevens, aangezien zonder een wettelijke grondslag deze uitwisseling in strijd is met de wet.
… vervolg … •
Binnenkort komt VWS met een ministeriële regeling waar exact in zal komen te staan welke persoonsgegevens wel gewisseld mogen worden met het oog op financiering en bekostiging. De Veegwet biedt daartoe nog onvoldoende garanties. Het College Bescherming van persoonsgegevens heeft zich kritisch uitgelaten over deze Veegwet. VWS bereidt op dit moment een Tweede Nota van Wijziging op de Veegwet voor, waarmee mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de kritiek van het CBP. Voordat de Veegwet inwerking treedt, is een ministeriele regeling nodig om een wettelijke grondslag te creëren voor het verstrekken en verwerken van persoonsgegevens. Dit hele proces gaat zeker een paar weken duren. VWS heeft op 2 juni tijdens het overleg aangekondigd om een tijdelijke ministeriële regeling te maken, om de facturatie en declaratie op korte termijn veilig te stellen. Gemeenten die nu persoonsgegevens opvragen bij zorgaanbieders, handelen in strijd met de wet.
Justitiële jeugdhulpverlening
Als eigen kracht niet (meer) mogelijk is
Verdieping in justitiële jeugdhulpverlening
• • • •
Vrijwillig, drang, dwang: opvoedingsondersteuning Leeftijdsgrenzen? Verschil uitgangspunten BW en Jeugdwet Beperking of ontneming van het gezag Voorlopige OTS en voorlopige voogdij
Bescherming van minderjarigen • Bescherming van minderjarigen Minderjarigen (art. 1:233 BW) < 18 jaar; o niet getrouwd, geregistreerd (geweest): zie art. 31 BW; o niet meerderjarig verklaard (art. 1:253ha BW) • Jongvolwassenen? • En ongeboren kinderen? Preventieve kinderbescherming bij onverantwoord ouderschap? 41
Minderjarigheid - gezag Gevolgen minderjarigheid: o Beperkt handelingsbekwaam (formeel + materieel art. 1:234 BW) o Minderjarige staat onder gezag (art. 1:245 BW) o Ouderlijk gezag of voogdij (lid 2) o Vermogen/ persoon/ vertegenwoordiging (lid 4) Art. 1:2 BW Art. 19 IVRK jo. art. 3 IVRK 42
OTS
Rechtsgrond OTS (art. 1:255 lid 1 BW) De KIR kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en: a. de zorg die in verband met die bedreiging noodzakelijk is (…) door de ouder(s) niet of onvoldoende wordt geaccepteerd (i.p.v. en andere maatregelen hebben gefaald of zullen falen), en b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding (...) in staat zijn te dragen
Gevallen? Ruime discretionaire bevoegdheid KIR •Ouder- en/of kindfactoren •Prenatale kinderbescherming? Zie bijv. Rb. Arnhem 20 oktober 2009, ECLI:NL:RBARN:2009:BK9430 en Rb. Dordrecht 7 februari 2012, ECLI:NL:RBDOR:2012:BV6246 (afwijzing i.v.m. levensvatbaarheidsgrens) •Zaak- Laura Dekker •Omgangszaken (HR 13 april 2001, NJ 2002, 4, ECLI:NL:HR: AB1009; Hof Den-Bosch 21 mei 2007, ECLI:NL:GHSHE:2007:BB1484; HR 21 maart 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0261) •Medische behandeling (toepassing art. 1:265h BW) •Ambtshalve OTS voor andere minderjarigen en gezin, als verzoek niet alle minderjarigen betreft (art. 1:255 lid 5 BW)
44
Betrokkenheid minderjarige Bespreking verzoekschrift met minderjarige Art. 799a lid 2 Rv: • Uit het verzoekschrift tot OTS moet blijken of, en zo ja hoe, de inhoud dan wel de strekking ervan is besproken met de minderjarige en welke reactie de minderjarige hierop heeft gegeven Art. 799a lid 3 Rv: • Deze bepaling is ook van toepassing bij andere verzoeken, o.a.: vervanging GI, verlenging OTS, opheffing OTS, UHP, verlenging UHP, gedeeltelijke gezagsuitoefening GI, medische behandeling, etc. In overeenstemming met art. 12 IVRK (i.t.t. art. 809 Rv) 45
Inhoud OTS • Plan van aanpak – (art. 1:262a BW wordt niet ingevoerd; zie Stb. 2014, 442 • Zie echter: art. 4.1.3 Jw
• Uitvoering door GI – schriftelijke aanwijzingen!
Schriftelijke aanwijzingen Art. 1:263 BW • Wat is het? Aan wie? • Aan jeugdige • Of ouder (mits de aanwijzing de opvoeding betreft)
• Inhoud? – Beschikking in de zin van Awb 47
Rechtsmiddelen
Verzoek tot vervallenverklaring ex art. 1:264 BW • Ouder(s) met gezag of jeugdige vanaf 12 jr • KIR • Binnen 2 weken • Geen schorsende werking • Rechtsbescherming: geen HB – 807 Rv Verzoek tot intrekking ex art. 1:265 BW • Ouder(s) met gezag of jeugdige vanaf 12 jr • ‘gewijzigde omstandigheden’ • GI • Rechtsbescherming: beroep bij KIR
Bekrachtiging Art. 1:263 lid 3 BW
• Bekrachtiging schriftelijke aanwijzing op verzoek van GI door KIR • Daarbij kan een door de wet toegelaten dwangmiddel (dwangsom of lijfsdwang) worden verzocht bij niet nakoming van de aanwijzing, tenzij het belang van het kind zich tegen oplegging daarvan verzet
49
Geschillen OTS Vervanging GI – art. 1:259 BW
Geschillenregeling – art. 1:262b BW • Geschillen die de uitvoering van de OTS betreffen • Niet: gedragingen waarop het klachtrecht van de Jeugdwet (art. 4.2.1 Jw) van toepassing is • De KIR neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt • De KIR beproeft eerst een vergelijk
Verplichte vertegenwoordiging advocaat – art. 1:265k BW 50
Gedeeltelijke gezagsoverheveling Art. 1:265e BW - Alleen bij UHP - Inhoud/ratio – Aanmelding onderwijsinstelling – Toestemming medische behandeling – Doen van aanvraag tot verlenen verblijfsvergunning Wie verzoekt? Verhouding pleegouders Zie Rb Zeeland-W-Brabant 26 februiari 2015, ECL:NL:RBZWB:2015:1216: Foutje BJZ nu BJZ het kind zelf had aangemeld op school na spoed-UHP, maar zonder beslissing Kire ex art. 1:265e BW
51
Verdere beperking ouders in hun gezag • •
• •
•
Rb Gelderland 2 maart 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:1677 De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling te verlengen van het kind voor de duur van een jaar. Tevens wordt verzocht de machtiging UHP van het kind in een voorziening voor pleegzorg te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. Voorts heeft de GI op grond van artikel 1:265e lid 1 BWverzocht te bepalen dat het gezag over het kind gedeeltelijk, namelijk voor zover het betreft de aanmelding bij een onderwijsinstelling, de toestemming van een medische behandeling en de aanvraag van een verblijfsvergunning toegekend wordt aan de GI met ingang van heden. KIRE: Toewijzing OTS. Afwijzing verzoek ex art. 1:265e BW. Gelet op de ingrijpendheid hiervan, dient het geen automatisme te zijn om dergelijke verzoeken te doen in het kader van een uithuisplaatsing en zullen deze verzoeken vanzelfsprekend goed onderbouwd dienen te worden.
Vaststelling of wijziging verdeling zorg- en opvoedingstaken of omgangsregeling Art. 1:265g BW • KIR kan op verzoek GI voor de duur OTS een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of omgangsregeling vaststellen, voor zover in het belang van de minderjarige noodzakelijk • Vastgestelde regeling kan o.g.v. gewijzigde omstandigheden worden gewijzigd • Bij einde OTS geldt de regeling als regeling o.g.v. art. 1:253a lid 2 of art. 1:377a lid 2 BW 53
De voorlopige OTS Art. 1:257 BW -
Snel optreden in acute noodsituatie Verzoek door? Verhoor ouders, andere belanghebbenden, minderjarige > 12 jr? Rechtspositie betrokkenen; Venema-casus Max. 3 maanden Geen hoger beroep (art. 807 Rv). Wel HB mogelijk bij UHP in kader OTS
Uithuisplaatsing Hoofdregel art. 1:265a BW • Bij een uithuisplaatsing gedurende dag en nacht is een machtiging UHP nodig! Art. 1:265a BW
• Plaatsing van de minderjarige gedurende dag en nacht buiten het gezin
Verzoek UHP: verleningsbeslissing (art. 1:265b BW), tenzij…. Lid 3
• Hiërarchie verzoekers: GI of anders RvdK of OM • I.g.v. verzoek door RvdK of OM overleggen verleningsbeslissing van college noodzakelijk (KIR kan beslissen op verzoek zonder verleningsbeslissing indien belang van het kind dit vergt) • Gesloten jeugdhulp: hoofdstuk 6 Jw van toepassing 56
Grond(en) UHP KIR verleent machtiging indien dit noodzakelijk is (art. 1:265 b lid 1 BW): 1. in het belang van de opvoeding en verzorging van de jeugdige, of: 2. tot onderzoek van de geestelijke of lichamelijke gesteldheid van de jeugdige (observatieplaatsing) 57
Duur en tenuitvoerlegging machtiging UHP • Art. 1:265 c BW • • • • •
Maximaal 1 jaar, met telkens 1 jaar verlenging Op verzoek GI, anders op verzoek RvdK of OM Tenuitvoerlegging: binnen 3 maanden, anders vervalt machtiging (lid 3) Niet langer dan termijn verleningsbeslissing? Looptijd mag niet langer zijn dan looptijd OTS!
•
Art. 1:265 d BW – mogelijkheid tussentijdse beëindiging
Positie pleegouder/stiefouder
Art. 798 Rv
• Bij amendement (Kooiman, Van Toorenburg) is aan art. 798, lid 1 Rv een passage toegevoegd: “Degene die niet de ouder is en de minderjarige op wie de zaak betrekking heeft gedurende ten minste een jaar als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, wordt aangemerkt als belanghebbende.” • Ziet blijkens toelichting amendement m.n. op pleegouders, maar stiefouders kunnen hier ook onder worden begrepen 59
Positie pleegouder- bijzonder
Art. 1:265i BW
• De GI behoeft de toestemming van de KIR voor wijziging in het verblijf van een minderjarige die ten minste een jaar door een pleegouder is opgevoed en verzorgd • Deze toestemming wordt alleen afgewezen indien de KIR dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk oordeelt • N.B. dit artikel is toegevoegd aan de artt. 800 en 809 Rv, dus ook als spoedbeslissing (zonder horen) mogelijk! 60
UHP en omgang • Beperking contact ouder en uit huis geplaatst kind – art. 1:265f lid 1 BW • Geldt als schriftelijke aanwijzing – lid 2 • Verzoek wijziging omgangsregeling – art. 1:265 g BW
Rechtsbescherming •
Hoger beroep staat bij UHP steeds open! Art. 806 Rv T.a.v. verleningsbeslissingen bij MUHP geldt: besluit staat op de ‘negatieve lijst’ van de Awb, dus o.g.v. art. 8:5 Awb geen bezwaar en beroep mogelijk
•
Noodzaak MUHP (en dus de noodzaak van de verleningsbeslissing) kan in de procedure bij de KIR (en vervolgens in hoger beroep en cassatie) worden getoetst
62
Gesloten jeugdhulp • Tot 2008 samenplaatsing OTS-jongeren met ‘gesloten’ UHP met jeugdige delinquenten in Justitiële Jeugdinrichting • Wet op de jeugdzorg: gesloten jeugdzorg: – – – –
Ander departement Ministerie VWS i.p.v. Ministerie van Veiligheid en Justitie; Ander regime: i.p.v. Beginselenwet nu de Wet op de Jeugdzorg (art. 29o t/m 29v Wjz) en per 2015 Jeugdwet (hoofdstuk 6). Individueel hulpverleningsplan, geen normaal of beperkt beveiligd regime; Civielrechtelijk geplaatste jongeren worden gescheiden geplaatst van strafrechtelijk geplaatste jongeren.
Daarna : gesloten UHP in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp (JeugdhulpPlus) • Per 2015: gesloten jeugdhulp, geregeld in nieuwe Jeugdwet
Afwijzing verzoek machtiging gesloten jeugdhulp i.v.m. met de mogelijkheid van een familiegroepsplan Rb Rotterdam 4 maart 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:1979 • Gelet op artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Hiervan is thans geen sprake. Integendeel, het kind heeft een groei doorgemaakt en accepteert de hulpverlening. Dat de moeder en de broer van het kind te kampen hebben met psychische problematiek is niet voldoende redengevend om dat kind opnieuw uit huis te plaatsen zonder alternatieven, zoals een familiegroepsplan, te overwegen. • De kinderrechter heeft de mogelijkheid geboden een familiegroepsplan op te stellen, voor het geval de thuissituatie escaleert. De moeder heeft te kennen gegeven dat zij gebruik wenst te maken van deze mogelijkheid.
• Gezagsbeëindiging • Benoeming voogdij-instelling: de gecertificeerde instelling; of natuurlijke persoon
Verzoek gezagsbeëindiging afgewezen Rechtbank Overijssel 8 mei 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:3361 Afwijzing verzoek van RvdK tot beëindiging van het gezag. Rb: gezagsbeëindiging volgt niet als er sprake is van een ouder die, zoals deze moeder van de kinderen, duurzaam en consistent instemt met de plaatsing, die niet (meer) “trekt” aan de kinderen en die op een constructieve wijze met de jeugdbeschermer, de pleegouders en de pleegzorg meewerkt, die haar gezag niet misbruikt en die ook voortdurend goed bereikbaar is voor de jeugdbeschermer en pleegouders. Bij handhaving van de bestaande situatie (OTS en UHP) is geen sprake van kinderen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en dan is er voor beëindiging van het zo op prijs gestelde gezag geen goede grond. Als vrijwillige plaatsing geen goede optie is dan behoort in gevallen als deze de OTS en de machtiging UHP toch maar jaarlijks met instemming van moeder te worden verlengd.
Gesloten jeugdhulp • Inhoud? • Welke jongeren?
• Vrijheidsbeneming – Art. 37b IVRK jo. art. 5 EVRM – Besloten of gesloten 67
Gesloten Jeugdhulp - criteria Art. 6.1.2 lid 2 Jw
• De jeugdige ernstige opgroei-of opvoedingsproblemen heeft; en • deze ernstige opgroei-of opvoedingsproblemen zijn ontwikkeling naar de volwassenheid ernstig belemmeren; en • deze ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen maken dat opneming en verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
Gesloten jeugdhulp – leeftijdsgrenzen? • Situatie tot 1-1-2015 naar de letter van de wet tot 21 jaar • Strijd met art. 5 lid 1 onder d EVRM
- EHRM Koniarska - Rb. Amsterdam, 23 januari 2009, ECLI:NL:RBAMS:2009:BH0778: onverbindend verklaring art. 29a lid 2 Wjz. - Thans: aangepaste toepassing - afronding binnen korte en afzienbare tijd? OF - instemming direct betrokkenen \ (Rb. Rotterdam 2 december 2009, ECLI:NL:RBROT:2009:BK5163) Maar ook: afwijzing zie Rb. ’s-Gravenhage 17 maart 2009, ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ7545; Rb. ’s-Hertogenbosch 27 februari 2009, ECLI:NL:RBSHE:2009:BH4397. Nu (vanaf 1-1-2015): art. 6.1.2 lid 4 Jw
Besluit Jeugdwet •
•
• •
Amvb met nadere regels, o.a. over: - toegang tot en kwaliteit van jeugdhulp - certificering - professionalisering - gesloten jeugdhulp m.n. van belang: - Paragraaf 4.2 over de uitvoering van de kb-maatregelen en JR door GI’s; expliciet opgenomen: termijn van 5 werkdagen voor het 1e contact tussen de GI en de minderjarige en zijn ouders (in het kader van een OTS of JR) Zie brochure VNG: april 2015 15 VRAGEN OVER HET KWALITEITSKADER JEUGD Kwaliteitskader Jeugd: waarom is dit belangrijk voor u als gemeente? http://www.vng.nl/files/vng/publicaties/2015/201504_10_vragen_over_kwaliteitskader_jeugd.pdf
70
Rechtspositie jeugdige en ouders • Vertrouwenspersoon (art. 2.6.1. lid 1 sub f Jw) • Klachtrecht jeugdhulpaanbieder en GI (art. 4.2.a Jw): gedragingen dan wel nalaten, innemen van standpunten of beslissingen; jegens jeugdige of ouder(s); structurele aard: melden aan gemeente (art. 4.2.2 Jw) • Medezeggenschap (art. 4.2. b Jw): cliëntenraad; adviesfunctie: art. 4.2.6 Jw; gevraagd en ongevraagd; • Representatief: art. 4.2.5 Jw: ook jeugdigen opnemen? 71
CORV CORV = Collectieve Opdracht Routeer Voorziening • Digitaal knooppunt dat zorgt voor de elektronische afhandeling van het formele berichtenverkeer tussen justitie-partijen (RvdK, politie, OM/CJIB, rechtbank) en het gemeentelijke domein (gemeenten, AMHK, GI’s) • Verplicht per 1 januari 2015 • Rechtspraak sluit begin 2017 aan (i.v.m. KEI) • Zie het Youtube-kanaal van MinvanVenJ en van MinvanVWS: tps://www.youtube.com/watch?v=Akfh_jD1xY4&feature=youtu.be 72
Gedragsdeskundige rapportages • Taal: juridisch kader • Waarheidsvinding: RvdK en GI zijn verplicht in rapportages of verzoekschriften de feiten volledig en naar waarheid aan te voeren (art. 3.3 Jw)
• Toestemming – Ouders/kinderen? – Richtlijnen inschakelen externe deskundigen
73
Informatie Art. 7.3.11 lid 4 Jw: Derden die beroepshalve beschikken over informatie m.b.t. een onder toezicht gestelde minderjarige, diens verzorging en opvoeding of de persoon van de ouder(s), welke informatie noodzakelijk is voor de uitvoering van de OTS, verstrekken de GI deze informatie desgevraagd of uit eigen beweging, zonder toestemming van de betrokkenen en indien nodig met doorbreking van de geheimhoudingsplicht indien nodig specifieke informatie vragen in beschikking!
74
Melden • Art. 7.3.11 lid 4 Jw geldt als een meldplicht (of liever: informatieplicht, zodat de gevraagde informatie aan de GI moet worden verstrekt • Lijkt vooral bestemd voor informatieplicht medisch circuit)
• Vgl. art. 1:240 BW hier is een meldrecht opgenomen waar het aan de RvdK te verstrekken informatie betreft Let op: de GI heeft na 1 januari 2015 dus een sterker recht op informatie dan de RvdK! 75
Verzoekers Art. 6.1.8 Jw ▪ Een verzoek tot het verkrijgen van een machtiging, een spoedmachtiging of een vwe machtiging wordt ingediend door het college van de woonplaats van de jeugdige ▪ I.g.v. een (verzoek tot) OTS, kan het verzoek worden ingediend door de RvdK of de officier van justitie of de GI 76
Gesloten jeugdhulp – procedurele vereisten I Machtiging! Art. 6.1.2 lid 5 Jw • Nieuw: = verleningsbeslissing • Verzoek moet in alle gevallen (m.u.v. spoedmachtiging) een verleningsbeslissing van college of GI bevatten, tenzij uitzondering van art. 6.1.2 lid 7 Jw (dan alleen verklaring RvdK dat aan de gronden is voldaan noodzakelijk)
Gesloten jeugdhulp - procedurele vereisten II Art. 6.1.2 lid 6 Jw • Instemming gekwalificeerde gedragswetenschapper, die jeugdige met oog daarop kort te voren heeft onderzocht Zie https://skjeugd.nl/ en http://www.professionaliseringjeugdzorg.nl/pjz/Bestanden/KwaliteitskaderJeugdzorg.pdf?highlight=kwaliteitskader%2c%20jeugdzorg – Rb. Zwolle 8 december 2008, ECLI:NL:RBZLY:2008:BG8871 – rechtswaarborgen verklaring? • Rb. Maastricht 25 oktober 2011, ECLI:NL:RBMAA:2011:BU3427 – bevooroordeelde gedragswetenschapper – HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:951 • • •
Eisen aan onderzoek gedragswetenschapper Positie gedragswetenschapper Art. 5 lid 1, aanhef en onder d, EVRM en art. 12 IVRK
78
Verklaring GW’er Niet voldoen aan de eisen van art. 29b lid 5 Wjz (per 1-1-2015 art. 6.1.2 lid 6 Jw) leidt tot afwijzing verzoek Rb Oost-Brabant 28 maart 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:2310 • Door BJZ overgelegde verklaring van de gedragswetenschapper voldeed niet aan de eisen als vermeld in de Wjz: -Nagelaten aan te geven voor welke termijn hij van oordeel is dat de machtiging wordt verzocht. -- Nagelaten aan te geven waarom de behandeling naar overplaatsing (begeleide kamertraining) in een instelling voor gesloten jeugdzorg nodig is. -De gw’er stelt dat ‘een korte periode van geslotenheid wenselijk’ is, maar BJZ vraagt een periode van 6 maanden. -- De instemmingsverklaring van 30 juli 2013 is identiek aan de eerdere instemmingsverklaring van 13 maart 2013. Van een recent onderzoek is i.c. dus geen sprake.
79
Gesloten jeugdhulp – procedurele vereisten II • • •
Minderjarige > 12 jr / redelijke waardering belangen mag zelfstandig in rechte optreden (art. 6.1.2 lid 2 Jw) Rechter verleent ambtshalve last tot toevoeging raadsman aan jeugdige (art. 6.1.10 lid 4 Jw) ‘Hoorplicht’ rechter (art. 6.1.10 lid 1 Jw) • Minderjarige ongeacht leeftijd • Degene die gezag over minderjarige uitoefent • Degene die jongere als behorende tot gezin verzorgt en opvoedt • tenzij niet bereid te doen horen • Indiener verzoek •
•
Ook in spoedsituaties?
Art. 6.1.10 lid 2 Jw – familiegroepsplan – Spoedmachtiging uitgezonderd 80
Gesloten jeugdhulp – spoedeisende situaties Art. 6.1.3 Jw ▪ Voorlopige machtiging heet in Jeugdwet : spoedmachtiging ▪ Ongewijzigd: grond, alleen i.g.v. ots/voogdij/instemming ouders, alleen indien onmiddellijke verlening jeugdhulp noodzakelijk is • •
Max. 4 weken Instemming gedragswetenschapper, tenzij feitelijk onmogelijk –
HR 31 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5422
•
Horen?
•
Nieuw: bij intrekken instemming ouder(s) niet nog twee weken, maar gehele termijn spoedmachtiging geldig (i.t.t. reguliere machtiging) N.B. in art. 6.1.3 lid 4 Jw wordt art. 6.1.2 lid 7 Jw (verklaring RvdK) van overeenkomstige toepassing verklaard (dit lijkt een foutje te zijn)
•
Gesloten jeugdhulp - duur Art. 6.1.12 Jw ▪ Geldigheidsduur ‘gewone’ machtiging ten hoogste één jaar, eerste vwe machtiging ten hoogste zes maanden, verlenging vwe machtiging ten hoogste een jaar ▪ Spoedmachtiging geldt tot het tijdstip van de beslissing op de ‘gewone’ machtiging, maar voor ten hoogste vier weken ▪ Beschikking uitvoerbaar bij voorraad
▪ Machtiging vervalt als deze gedurende drie maanden niet ten uitvoer is gelegd
Trajectaanpak Schorsing van de machtiging Art. 6.1.12 lid 5 Jw
• Door de jeugdhulpaanbieder; schorsing alleen na instemming door een gedragswetenschapper; • De schorsing kan worden ingetrokken indien blijkt dat de TUL (weer) nodig is • Op de intrekking van de schorsing is de procedure tot vervallenverklaring (art. 6.1.7 Jw) door de KIR van overeenkomstige toepassing [N.B. voor de intrekking van de schorsing is geen instemmingsverklaring noodzakelijk] 83
De voorwaardelijke machtiging I Art. 6.1.4 Jw Slechts indien: a. [aan de grond is voldaan] b. (…) de [bedreiging] alleen buiten de accommodatie kan worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden + overige voorwaarden ‘reguliere machtiging’ Hulpverleningsplan: omschrijving van de voorwaarden en het toezicht daarop en de in te zetten jeugdhulp; opgesteld door de jeugdhulpaanbieder(s) De KIR kan – naast de algemene voorwaarde van het aanvaarden van jeugdhulp – andere voorwaarden stellen die het gedrag van de jeugdige betreffen! ▪ Jeugdige (of ouders) moet zich bereid verklaren de voorwaarden na te leven / redelijkerwijs aannemelijk dat jeugdige zich aan voorwaarden zal houden? ▪ Na verlenen vwe machtiging kan het hulpverleningsplan slechts met instemming van de jeugdige worden gewijzigd (art. 6.1.5 Jw)
84
De voorwaardelijke machtiging II
Art. 6.1.6 Jw • De jeugdhulpaanbieder die bereid is de jeugdige op te nemen ziet toe op de naleving van de voorwaarden • Opneming indien de vwen niet worden nageleefd of de bedreiging niet langer kan worden afgewend door het naleven van de vwen • Stelt zich eerst op de hoogte van actuele situatie! • Voor ten hoogste de resterende duur van de vwe machtiging, maar nooit langer dan zes maanden • Schriftelijke kennisgeving beslissing tot opneming binnen vier dagen aan jeugdige (met afschrift aan…)
Art. 6.1.7 Jw • KIR kan wijziging hulpverleningsplan of opneming geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren • Dit geldt zowel bij een opneming in het kader van een vwe machtiging als een opneming na een schorsing (zie art. 6.1.12 lid 5 Jw)! • Indien de jeugdige al is opgenomen, beslist de KIR in elk geval binnen 3 weken na het indienen van het verzoekschrift (redelijke termijn?)
85
Schorsing vs. voorwaardelijk Schorsing machtiging vs. voorwaardelijke machtiging
▪ Voorwaarde voor voorwaardelijke machtiging (i.t.t. schorsing machtiging): opstellen hulpverleningsplan met voorwaarden ▪ In beide gevallen beslissing tot opneming door jeugdhulpaanbieder ▪ In beide gevallen procedure tot vervallenverklaring bij KIR mogelijk 86
Inhoud/regeling verblijf
• Uitgangspunt ‘verantwoorde zorg’ – art. 4.1.1 Jw • Hulpverleningsplan? Art. 4.1.3 Jw • Huisregels en protocollen Art. 6.2.4 Jw • Verlof – art. 6.4.1 Jw • Maatregelen – art. 6.3.1 t/m 6.3.5 Jw • Vrijheidsbeperkend • Beperkend • Controle • Noodzakelijk in kader doel?
87
Klachtrecht gesloten jeugdhulp • • • •
Bij klachtencommissie Beroep bij (voorzitter) beroepscommissie RSJ te Den Haag Zie art. 6.5.1 Jw (en art. 74 t/m 76 BJJ) Wie zitten in klachtencommissie?: – Jurist – Gekwalificeerde gedragswetenschapper – Arts, bij klachten over medische behandeling
• Klager kan zich laten bijstaan door vertrouwenspersoon 88
De verleningsbeslissing bij gesloten jeugdhulp Verleningsbeslissing bij gesloten jeugdhulp (geen spoedmachtiging) (let op bij verlengen = verlenen!) Verzoeker • GI: nee, maar wel verklaring van GI dat jeugdhulp nodig is (6.1.9/1 jo 6.1.2/5) • RvdK: ja (6.1.9/1 jo 6.1.2/5), tenzij Raad verklaart dat voldaan is aan de vereisten voor gesloten jeugdhulp (6.1.2/7) • OM: ja (6.1.9/1 jo 6.1.2/5), tenzij Raad verklaart dat voldaan is aan de vereisten voor gesloten jeugdhulp (6.1.2/7) Verleningsbeslissing bij gesloten jeugdhulp (spoedmachtiging) • In alle gevallen : nee (6.1.9/3)
Verleningsbeslissing bij “gewone” machtiging • GI: nee (265b/1) • RvdK: ja (265b/2), tenzij het belang van het kind zich hiertegen verzet (265b/3) • OM: ja (265b/2), tenzij het belang van het kind zich hiertegen verzet (265b/3) 90
Beslissen zonder verhoor • Slechts een beperkt aantal verzoeken aan de kinderrechter of rechtbank kan worden toegewezen zonder betrokkenen vooraf te horen. Het gaat om de verzoeken waaraan de artikelen 800 en 809 Rv refereren, namelijk: -schorsing gezag/voorlopige voogdij; -VOTS; en -spoed-uhp. Bij alle andere verzoeken dienen partijen, al dan niet op korte termijn, te worden gehoord.
Afwijzing gesloten jeugdhulp bij 18-plusster Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 augustuis 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6523 • Verzoek gesloten plaatsing na 18-jarige leeftijd afgewezen, omdat er geen concreet uitzicht is op afronding van de behandeling binnen korte en afzienbare tijd na het bereiken van de 18-jarige leeftijd. • Er hebben zich ernstige incidenten voorgedaan, waarbij de jonge vrouw agressief is geweest tegen haar ouders en/of haar vader en de Multidimensionale Familie Therapie (hierna: MDFT)-therapeute. Uiteindelijk is zij door de politie meegenomen en in verzekering gesteld. Zij is inmiddels veroordeeld tot 50 uur werkstraf met een proeftijd van twee maanden in verband met bedreiging van haar vader. Er dient binnenkort een tweede strafzaak. Thans is derhalve ook de jeugdreclassering bij haar betrokken
Verbergen kind voor GI (art. 279 Sr) Rb Overijssel, 13 mei 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:2290 Begin december 2014 heeft X chatcontact met de dertienjarige Y. Y staat onder toezicht van Bureau Jeugdzorg (BJZ) en woont in een pleeggezin. Y geeft aan dat zij van huis weg wil lopen. X, fervent strijder tegen BJZ, plaatst een oproep op zijn Facebookgroep ‘Jeugdzorgmissers’. Een vrouw reageert en zegt dat zij Y wel op wil vangen. X regelt het vervoer naar de vrouw en draagt Y op de chatgesprekken te wissen, haar telefoon uit te zetten en de batterij eruit te halen. Op 5 december 2014 wordt Y door de politie bij de vrouw thuis aangetroffen. Dat de verdachte goede bedoelingen had, maakt voor de rechtbank niet uit. Omdat de man heeft aangegeven ouders en kinderen te blijven helpen in de strijd tegen Jeugdzorg, legt de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf (6 maanden waarvan vier voorwaardelijk met drie jaar proeftijd op).
Bedankt voor uw aandacht.