1|Pagina
Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven
Door:
Rob Kemperman
Studentnummer:
417727
Datum:
2 juni 2009
Opleiding:
Media & Entertainment Management
Instelling:
Hogeschool INHOLLAND
Plaats:
Haarlem
Afstudeerbegeleider:
Fred Hoekstra
Bedrijf:
Lectoraat eLearning Hogeschool INHOLLAND
Adres:
Posthumalaan 90
Postcode/Plaats:
3072 AG Rotterdam
Bedrijfsbegeleider:
Drs. Pieter Swager
Voorwoord Voor U ligt het onderzoek naar het Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven, uitgevoerd in opdracht van de School of Communication, afdeling Media & Entertainment (algemeen gedeelte, in het kader van een afstudeerscriptie) en het lectoraat eLearning van Hogeschool INHOLLAND Rotterdam (praktijkonderzoek). In het kader van een afstudeeronderzoek is onderzoek gedaan naar wat het bedrijfsleven in een bepaalde regio gebruikt als het gaat om Web 2.0 technologie. Hierbij is het lectoraat eLearning in het bijzonder geïnteresseerd in Web 2.0 en het leren binnen bedrijven, op grond van praktijkervaringen vertaald naar ―interne kennisverspreiding‖. Daarnaast was ik zelf in het bijzonder geïnteresseerd in de toepassingen m.b.t. Web 2.0 en marketing doeleinden binnen bedrijven. Hierbij is er voornamelijk gekeken naar de creatieve sector in de regio Haarlem. Een vierdejaarsstudent van de School of Communication in Rotterdam richtte zich in een vergelijkbaar onderzoek op de regio Rotterdam. Voor de totstandkoming van dit rapport wil ik graag een aantal mensen bedanken:
Drs. Pieter Swager
Mijn praktijkbegeleider bij het lectoraat eLearning van Hogeschool INHOLLAND Rotterdam.
Dr. Guus Wijngaards
Lector van het lectoraat eLearning van Hogeschool INHOLLAND Rotterdam.
Fred Hoekstra
Mijn afstudeerbegeleider voor de opleiding Media & Entertainment Management bij de Hogeschool INHOLLAND Haarlem.
Maarten Terpstra
Enabler bij multi-user softwarebedrijf Wunderworks te Almere.
Karel Koch
Directeur studentenbedrijf GNR8 te Haarlem.
Joost van den Bersselaar
Cross media producer bij Primitivi te Haarlem.
John Meulemans
Managing partner communicatieadviesbureau Urbanology te Haarlem.
Samenvatting Ongeveer vijf jaar na de lancering van Web 2.0, ―het sociale web‖, begint het bedrijfsleven eindelijk gebruik te maken van Web 2.0 / sociale media technologie voor verscheidene doeleinden binnen de bedrijven. Dit was de reden voor het lectoraat eLearning van Hogeschool INHOLLAND Rotterdam om te onderzoeken wat het bedrijfsleven precies doet met Web 2.0 binnen het bedrijf teneinde tot een inventarisatie te komen en een aantal voorbeelden van ―good practice‖ te beschrijven. Op basis van de beschikbare tijd is gekozen voor één regio (Haarlem) en één sector uit het bedrijfsleven (de creatieve sector) om interessante voorbeelden van ―good practice‖ te verkrijgen. In overleg met het lectoraat is besloten dit onderzoek te beperken tot de gebieden ―interne kennisverspreiding‖ en ―marketing‖. Het onderzoek is gestart met deskresearch naar de webvormen die er zijn en vormen die nog in ontwikkeling zijn. Doel was inzicht te krijgen in de volgende aspecten: het onderwerp Web 2.0 de voordelen voor bedrijven als het gaat om inzet van Web 2.0 wat bedrijven in het algemeen doen met Web 2.0 om een algemeen beeld te krijgen van het gebruik van Web 2.0 in het bedrijfsleven voordat het field research van start zou gaan investeringsredenen voor Web 2.0 en Web 3.0 door bedrijven Uit verscheidene publicaties (bv. How businesses are using Web 2.0: A McKinsey Global Survey, Social media marketing industry report) komt naar voren dat bedrijven inmiddels begonnen zijn met het gebruik van Web 2.0 toepassingen voor interne kennisverspreiding en marketingdoeleinden. Zo bleek uit het wereldwijde onderzoek ―How businesses are using Web 2.0: A McKinsey Global Survey‖ dat van de 2847 topmanagers die meegewerkt hadden aan het onderzoek er 1452 Web 2.0 toepassingen gebruikten voor interne kennisverspreiding binnen het bedrijf. Het ―Social media marketing industry report van Micheal A. Stelzner‖ liet zien dat blogs, sociale netwerken en Twitter de meest gebruikte Web 2.0 tools zijn voor marketingdoeleinden. De Sociale Media monitor laat zien dat maar 14% van de top 100 Nederlandse adverteerders aanwezig zijn op Web 2.0 toepassingen zoals blogs en sociale netwerken, en dat er amper sprake was van het aangaan van een dialoog met de doelgroep. De belangrijkste reden, waarom bedrijven nog geen Web 2.0 toepassingen inzetten, was dat ze nog niet voldoende kennis van zaken en ervaring hadden om het goed in te zetten. Ook kwam naar voren dat de bedrijven die het wel en goed inzette, meer exposure genoten, meer traffic en abonnementen/opt-in bezoekers hadden (bezoekers die hun gegevens achterlaten), meer nieuwe zakelijke partnerschappen opbouwden, hogere zoekresultaten boekten, nieuwe leads verkregen, lagere totale marketinguitgaven hadden en meer concrete deals verkregen die door de inzet van Web 2.0 verklaard kunnen worden. Het fieldresearch onderzoek onder de bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem liet zien dat van de 29 aangezochte bedrijven: iets meer dan de helft (15 bedrijven) niet wilde meewerken dat 10 bedrijven geen Web 2.0 gebruikten, waarvan 2 bedrijven als reden gaven: ―te weinig kennis over Web 2.0 om het goed in te zetten‖ dat 4 bedrijven wel gebruik maakten van Web 2.0 voor interne kennisverspreiding en voor marketing doeleinden dat slechts 3 bedrijven wilden meewerken aan het laten beschrijven van hun good practice. Deze drie bedrijven gebruikten voornamelijk blogs, wiki‘s, aggregators (Netvibes, iGoogle) Google docs en Delicious voor interne kennisverspreiding. Voor marketingdoeleinden werden ingezet: blogs, sociale netwerken, wiki‘s, zoekmachine optimalisatoren, Twitter en Slideshare. De belangrijkste redenen die zij gaven om Web 2.0 toepassingen in te zetten waren tijdsbesparing en efficiëntie. Uit het gehele desk- en fieldresearch kwam naar voren dat het nog niet de tijd is voor bedrijven om te gaan investeren in de aankomende Web 3.0 technologie, de ―opvolger‖ van Web 2.0. De redenen hiervoor waren: acceptatie bij consumenten en bedrijven zal nog te lang duren en het duurt nog een tijd voordat het er daadwerkelijk is. Verder kwam uit de desk- en fieldresearch naar voren dat bedrijven nu wel in Web 2.0 moeten gaan investeren vanwege de efficiëntie en de tijdsbesparing die het oplevert.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
01
1. Inleiding
03
2. Het onderzoek
05
2.1 2.2 2.3 2.4
Aanleiding Doelstelling Vraagstelling Doelgroep
05 05 05 05
3. Webvormen
07
3.1 Web 1.0 3.2 Web 2.0 3.2.1 Kern elementen Web 2.0 3.2.2 Sociale media 3.2.3 Sociale software bouwstenen 3.2.4 Web 2.0 graphics 3.3 Web 3.0 3.4 Web 4.0 3.4.1 Web 4.0 visie Seth Godin 3.4.2 Web 4.0 visie Nova Spivack 3.4.3 Web 4.0 visie Ray Kurzweil
08 08 09 10 13 14 15 17 17 19 19
4. Web 2.0 binnen het bedrijfsleven 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
21
How businesses are using Web 2.0: A McKinsey Global Survey Social media monitor Sociale media voor commerciële doeileinden onderzoek SMPA Social media marketing industry report Voorbeelden Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven 4.5.1 Interne kennisverspreiding 4.5.2 Marketing
21 24 25 26 28 28 29
5. Web 2.0 voordelen voor bedrijven ten opzichte van Web 1.0
31
6. Web 2.0 Tools
37
6.1 6.2 6.3 6.4
Veel gebruikte tools Tools voor marketeers Tools voor interne kennisverspreiding Overige interessante Web 2.0 tools voor bedrijven
37 39 40 42
7. Praktijkonderzoek: Web 2.0 gebruik binnen de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem
43
7.1 Methodiek 7.2 Resultaten onderzoek naar het Web 2.0 gebruik in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem 7.3 Good practices 7.3.1 Good practice GNR8 7.3.2 Good practice Wunderworks 7.3.3 Good practice Urbanology 7.4 Conclusie desk- & fieldresearch
43 45 46 46 49 55 61
1|Pagina
8. Houdbaarheid Web 2.0 ten opzichte van Web 3.0 8.1 8.2 8.3 8.4
63
Voordelen Web 3.0 voor bedrijven Ontwikkeling status van de Web 3.0 technologie Adoptiesnelheid Conclusies houdbaarheid Web 2.0 ten opzichte van Web 3.0
63 64 64 65
9. Conclusie
67
Bijlage 1 Interview vragen onderzoek Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven
69
Bijlage 2 Sjabloon ter beschrijving van good practices
71
Bijlage 3 Oproep Web 2.0 gebruikende bedrijven in Haarlem op het ―Netwerk 023‖ forum
73
Bronvermelding
75
2|Pagina
1. Inleiding Welke webvormen zijn er en wat wordt er onder verstaan? Wat zijn de voordelen van Web 2.0 toepassingen voor de bedrijven ten opzichte van Web 1.0 toepassingen? Welke Web 2.0 tools zijn er en welke zijn interessant voor bedrijven om te gebruiken? Wat is de houdbaarheid van Web 2.0 ten opzichte van het aankomende Web 3.0? Maar misschien wel de belangrijkste vraag op het moment, wat doet het bedrijfsleven met Web 2.0 toepassingen binnen het bedrijf? Al deze vragen komen aan bod in dit rapport. Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven is geschreven in het kader van een onderzoeksproject afstudeerscriptie, in opdracht van de School of Communication,afdeling Media & Entertainment en het lectoraat eLearning van Hogeschool INHOLLAND Rotterdam. De gehele scriptie is opgesteld ten behoeve van de School of Communication,afdeling Media & Entertainment. Het praktijkonderzoek is gehouden voor het lectoraat eLearning van Hogeschool INHOLLAND. De centrale probleemstelling van dit onderzoek is,‖ Wat doen bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem met Web 2.0?‖ Deze probleemstelling gaat in op twee gebieden binnen de bedrijven, op het gebied van interne kennisverspreiding en op het gebied van marketing. Er is een regiobeperking en sectorbeperking ingesteld in verband met het korte tijdsbestek van het onderzoek, verder is het de bedoeling dat er uit het onderzoek een aantal voorbeelden van good practice naar voren komen. De centrale probleemstelling is naar boven gekomen vanwege het feit dat het bedrijfsleven zich nu, vijf jaar na de komst van Web 2.0, gaat verdiepen in de mogelijkheden van Web 2.0 voor hun bedrijven en de overstap van Web 1.0 technologie naar Web 2.0 technologie nu echt op gang aan het komen is. Aangezien het bedrijfsleven zich er nu meebezig begint te houden vindt het lectoraat eLearning van Hogeschool INHOLLAND Rotterdam het interessant om te kijken wat de bedrijven gebruiken qua Web 2.0 toepassingen voor interne kennisverspreiding. Zodat zij nieuwe manieren kunnen vinden om het onderwijs te verbeteren. Om antwoord te krijgen op de centrale probleemstelling en de daarbij komende deelvragen zijn er verscheidene boeken gebruikt voor algemene kennis over het onderwerp. Daarnaast is er vooral desk research gedaan via het internet, omdat het internet de meest up to date informatie heeft over de onderwerpen die aan bod komen in dit rapport. Er is gekeken naar welke webvormen er zijn, welke webvormen in ontwikkeling zijn, wat bedrijven in het algemeen doen met Web 2.0 (om inzicht te krijgen voor het onderzoek in Haarlem), wat voor tools er interessant zijn voor bedrijven en wat de voordelen en mitsen van Web 2.0 inzet zijn. Naast deze deskresearch heeft er fieldresearch plaats gevonden, om kwalitatief goede voorbeelden van good practice, over het Web 2.0 gebruik binnen het bedrijfsleven naar boven te krijgen in de regio Haarlem en omstreken. Voor kwalitatief onderzoek is gekozen omdat het lectoraat eLearning inhoudelijke informatie wilde verkrijgen over, wat bedrijven doen met Web 2.0. Niet hoeveel bedrijven het gebruiken (kwantitatief onderzoek). Dit rapport begint met de beschrijving van de aanleiding en doelstelling van het onderzoek (Hoofdstuk 1) gevolgd door een uitleg over welke webvormen er zijn en komen (Hoofdstuk 2). Het daarop volgende hoofdstuk gaat in op een aantal onderzoeken over wat het bedrijfsleven doet met Web 2.0 (Hoofdstuk 3) en zullen de voordelen van Web 2.0 ten opzichte van Web 1.0 aan bod komen (Hoofdstuk 4). Hierna komen de Web 2.0 tools die interessant kunnen zijn voor bedrijven aan bod (Hoofdstuk 5). De resultaten, methodiek en voorbeelden van good practice van het onderzoek naar wat de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem doet met Web 2.0 toepassingen voor interne kennisverspreiding en voor marketing doeleinden zijn aanwezig (Hoofdstuk 6). Beschrijving van de houdbaarheid Web 2.0 ten opzichte van Web 3.0 (Hoofdstuk 7). Het daarop volgende hoofdstuk geeft de algemene conclusie van dit rapport (Hoofdstuk 8).
3|Pagina
4|Pagina
2. Het onderzoek 2.1 Aanleiding Het INHolland Lectoraat eLearning probeert mee te helpen om in het onderwijs en daarbuiten daadwerkelijk te komen tot verantwoord en gemotiveerd gebruik van ICT (Informatie- en Communicatie Technologie). De belangrijkste taak van het lectoraat is het doen van eigen onderzoek, waarbij bestaande kennis die elders is opgedaan goed wordt gebruikt. Deze onderzoeken zijn o.a. gericht op kennisverwerving over het gebruik van ICT in het bedrijfsleven en over het toepassen van ICT binnen scholen om zo het onderwijs te kunnen verbeteren. Het onderzoek van Web 2.0 binnen het bedrijfsleven is opgezet om gegevens te verkrijgen over het gebruik van Web 2.0 tools binnen het bedrijfsleven waarbij o.a. de volgende vragen werden gesteld: welke tools worden er gebruikt, waarvoor worden ze gebruikt en waarom worden deze gebruikt (bv. Worden de Web 2.0 tools bijvoorbeeld gebruikt bij training van personeel?).
2.2 Doelstelling De scriptie moet antwoord geven op de vraag wat bedrijven met web 2.0 doen, aangevuld met een gericht onderzoek naar wat de bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem doen met Web 2.0 m.b.t. de inzet van Web 2.0 op de gebieden van interne kennisverspreiding en marketing. De scriptie levert naast een onderzoek naar de gebruiksmogelijkheden een aantal beschreven voorbeelden op (good practices).
2.3 Vraagstelling Centrale vraag Wat doen bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem met Web 2.0? Deelvragen Welke webvormen zijn er en wat betekenen ze? Welke Web 2.0 tools zijn interessant voor bedrijven en waar dienen deze voor? Wat zijn de voordelen en nadelen van Web 2.0 ten opzichte van Web 1.0? Is Web 2.0 nog interessant voor bedrijven of moeten ze al gaan kijken naar Web 3.0? Wat doen de bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in Haarlem met Web 2.0? Waarom gebruiken bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in Haarlem Web 2.0? Hoe gebruiken bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in Haarlem Web 2.0? Wordt Web 2.0 binnen de bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in Haarlem gebruikt om het personeel te trainen of anderszins om ‗te leren‘? Wordt Web 2.0 binnen de bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in Haarlem gebruikt voor marketing doeleinden?
2.4 Doelgroep Het onderzoek heeft met name betrekking op bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem. Met de creatieve sector van het bedrijfsleven in deze scriptie bedoelen we: vormgevers, reclamebureaus, adviesbureaus, fotografen, illustrators, drukkerijen, pers & omroep, media, muziek productie, uitgeverijen, film productie, boekenhandels en audiovisuele productie.
5|Pagina
6|Pagina
3. Webvormen Het internet oftewel het web bestaat al sinds de 60er jaren. Het was een project van het Ministerie van Defensie van de Verenigde Staten. De bedoeling van het internet was om een gedecentraliseerd netwerk te creëren dat nog steeds zou werken als bepaalde delen buiten werking gesteld waren. Dit betekende dat in plaats van lineair geschakelde computers waarbij het hele netwerk ontregeld is als één schakel ontbreekt, de computers in een web met elkaar verbonden werden. Dit militaire project werd ARPANET (Advanced Research Projects Agency Network) genoemd. Het Advanced Research Projects Agency van het Pentagon werd in 1969 opgericht om een veilig en 1 betrouwbaar communicatienetwerk voor het defensieapparaat te ontwikkelen. Om het netwerk wereldwijd te kunnen gebruiken, was een nieuw standaard protocol nodig. Zo werd de IP (Internet Protocol) technologie ontwikkeld waarin bepaald wordt hoe elektronische boodschappen ingepakt, geadresseerd en verstuurd worden via dit nieuwe netwerk. Dit standaard protocol werd in 1977 ontwikkeld en werd TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) genoemd. TCP/IP maakt het mogelijk om verschillende branches van andere complexe netwerken direct aan het ARPANET te verbinden. Dit nieuwe geheel van netwerken werd al gauw het Internet genoemd. Wetenschappers en onderzoekers in andere branches gingen al redelijk vlot gebruik maken van dit netwerk. Evenals de National Science Foundation (NSF) van de Verenigde Staten, die zelf een soortgelijk netwerk had ontwikkeld dat NSFNET heette. Dit netwerk nam de TCP/IP technologie over van ARPANET en zo ontstond een groot internationaal netwerk. In de 70er jaren werd het netwerk verfijnd door hoge snelheid computers op strategische plaatsen neer te zetten en met elkaar te verbinden waardoor de snelheid van het dataverkeer groeide. In 1985 begon de NSF een programma om het Internet in de gehele VS aan te bieden. De NSF creëerde een backbone onder de naam NSFNET, die ter beschikking werd gesteld aan alle educatieve instellingen, overheidsinstellingen en aan organisaties die bezig waren met internationaal onderzoeken. Het ARPANET werd in 1989 gesloten vanwege gebrek aan fondsen en aan support vanuit het leger. In de 90er jaren maakte het Internet een explosieve groei mee. Geschat werd dat het aantal op het internet aangesloten computers elk jaar verdubbelde. Halverwege 1994 verbond het Internet ongeveer twee miljoen computers in meer dan 100 landen en waren er ongeveer 23 miljoen gebruikers. In maart 2008 is het aantal internet gebruikers gegroeid 2 naar 1,3 miljard mensen (± 1/5 van de totale wereldbevolking). Tegenwoordig is het web opgesplitst in een aantal vormen, namelijk web 1.0, web 2.0, web 3.0 en web 4.0. Deze vormen staan elk voor een bepaald gedeelte in de tijdslijn van het web/internet en voor de toekomst van het internet. Elke vorm heeft zijn eigen karakteristieke eigenschappen.
1
2
http://blog.webs.be/2008/11/het-internet-een-stukje-geschiedenis/ http://www.shenouda.nl/blog/aantal-internet-gebruikers-maart-2008-13-miljard
7|Pagina
3.1 Web 1.0 Web 1.0 is het begin stadium van het internet/web. Dit begon in 1989, het jaar waarin Tim BernersLee (figuur 1) het voorstel schreef voor wat uiteindelijk uitgegroeid is tot het World Wide Web(WWW). Met het World Wide Web (WWW) werd het internet toegankelijk voor de grote massa, en de massa 3 omarmde het Web op grote schaal. Het World Wide Web (WWW) was het startschot voor een complete omwenteling voor de wijze waarop wij informatie opnemen en verwerken. Zoals de boekdrukkunst 500 jaar geleden een enorme revolutie betekende voor de verspreiding van informatie heeft de uitvinding van het WWW dit voor de huidige samenleving gedaan.
Figuur 1 Tim Berners-Lee
Een essentieel onderdeel van de eerste conceptuele opzet voor het WWW idee, was de mogelijkheid om elders te kunnen schrijven en te herschrijven. Dit heeft vijftien jaar geduurd omdat er gedurende die tijd steeds betere programma‘s op de markt kwamen die het schrijven en herschrijven van webpagina‘s vereenvoudigden. Daarnaast heeft er gedurende deze periode een enorme groei in de uitbreiding van de geheugenruimte plaatsgevonden en kreeg men makkelijker toegang tot diverse aspecten van het internet. 4
Web 1.0 is te omschrijven als het “read only web”. (Figuur 2) Bij web 1.0 draaide het voornamelijk om eenrichtingsverkeer. De informatie die op het internet verscheen, werd geschreven door één persoon. Deze publiceerde het op zijn eigen site op internet, waar anderen deze informatie weer konden lezen. Hier stopte het gehele proces, er was geen mogelijkheid om het uit te breiden of om feedback te geven. De ―webmaster‖ had continue de taak om zijn site te updaten om zodoende zijn bezoekers aan zijn website te binden. Een eigen site maken bij Web 1.0 was mogelijk, maar men moest dan wel de HTML (HyperText Markup Language) beheersen. Met HTML code kon men een site in elkaar zetten aan de hand van tekst. Zo schreef je een geheel tekstdocument met HTML code om je website vorm, kleur en informatie te geven.
3.2 Web 2.0
Figuur 2 Web 1.0
In een poging om de toenmalige structuur van het web te identificeren, classificeren en te beschrijven, is ergens in 2004 door Tim O‘Reilly de term "Web 2.0" bedacht. Met nadruk behandelde hij hierbij de ontwikkelingen in internetstructuur na de dotcom crash van 2001. De dotcom crash luidde het "einde" in van een fase van het internet. Parallel aan de ontwikkelingen bij software komen er vervolgens verbeteringen of upgrades, dus was er een nieuwe "versie" van het internet, "Web 2.0". Web 2.0 werd gebouwd op de oude versie echter met nieuwe toepassingen en benaderingen. Het gaat over de verandering van een verzameling websites naar een volledig platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers op het World Wide Web. Web 2.0 beschrijft een internetsite waar mensen en gebruikers uit verschillende culturen samenwerken en waarvan het gebruik van internetapplicaties en -informatie een toegevoegde waarde levert voor deze groepen. Web 2.0 is een internet waarvan de content hoofdzakelijk ligt in de handen van de gebruikers.
3
http://www.wowter.nl/blog/labels/TUVK08.html http://web2.socialcomputingmagazine.com/all_we_got_was_web_10_when_tim_bernerslee_actually_gave_us_w .htm 4
8|Pagina
3.2.1
Kern elementen Web 2.0 5
Web 2.0 heeft de volgende belangrijke elementen : Het web is het platform voor alle op internet aangesloten apparaten In "Web 1.0" werd met "aangesloten apparaten" alleen computers bedoeld. Bij Web 2.0 zien we dat er een breder spectrum van apparaten, zoals radio en televisie, aangesloten is op het internet. Tevens is er een uitbreiding naar het echte mobiele internet met mobiele telefoons, PDA's en draagbare computers. De gebruiker is essentieel. (sociale netwerken) Voor een groot deel gaat Web 2.0 over de internetgebruikers en de communicatie onderling. Dit in tegenstelling tot Web 1.0, dat gericht was op de bedrijven en mensen achter de verschillende websites op het internet. De internetgebruikers hebben de mogelijkheid om mee te denken en te reageren op de informatie die op websites te vinden is. Zij worden zelfs gevraagd om met bedrijven mee te denken om zo betere producten etc. op de markt te brengen (Prosumeren - de consument die helpt te produceren of zelf produceert). Zo komt er ―User-generated content‖ op het web. Dit houdt in dat niet alleen de bedrijven content op het web plaatsen maar ook de consumenten content (foto‘s, video‘s etc.) leveren. De internetgebruikers kunnen nu, veel eenvoudiger dan vroeger, zelf een website maken met behulp van ondersteunende programma‘s. De internetgebruikers kunnen dankzij het internet met elkaar communiceren. Dit kan op verscheidene manieren: o o o o
Tekst Ze kunnen via tekstmessangers als MSN of Twitter met elkaar berichtjes uitwisselen, of meepraten over bepaalde onderwerpen op blogs (weblogs). Audio Ze kunnen praten met elkaar via het internet dankzij verscheidene programma‘s als Skype in combinatie met een microfoon. Video Video gesprekken zijn mogelijk dankzij programma‘s als Skype in combinatie met webcams en een microfoon. Social networks Ze kunnen profielpagina‘s aanmaken bij verscheidene social networks om zo in contact te komen met andere mensen. (Hyves, Linkedin, myspace, etc.)
Gemak van de overdracht van gegevens, de beschikbaarheid van gegevens en het delen van gegevens zijn duidelijk en makkelijk. Bij Web 1.0 was het uploaden en downloaden van foto's een traag en moeizaam proces. "Sharing" muziek nam enkele uren in beslag. Het kostte de gebruiker veel tijd en zijn telefoonlijn werd overbelast. Laat staan dat iemand dacht aan het uploaden van video‘s thuis. Aan de basisvoorwaarden dat grote bandbreedte beschikbaar moest zijn evenals veel tijd en middelen om te kunnen uploaden, kon toen nog niet worden voldaan. Bij Web 2.0 is breedband de norm, vanwege de grote bandbreedte is het uploaden, downloaden en sharen van bestanden (tekst,video,audio, etc.) een kwestie van enkele
5
http://nl.tech-faq.com/web-2.0.shtml
9|Pagina
seconden/minuten. Behalve bij zeer grote bestanden die meer tijd in beslag nemen. Dit houdt in dat het uitwisselen van bestanden een minimum van tijd en moeite vergt van de gebruiker. Web 2.0 is te omschrijven als het “widly read-write web” / “social web”. (Figuur 3)
Figuur 3: Web 2.0 ten opzichte van Web 1.0
3.2.2
Sociale media
Sociale media zijn alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te 6 delen, vaak op een gebruiksvriendelijke en aantrekkelijke wijze . Het betreft niet alleen informatie in de vorm van tekst (nieuws, artikelen) maar ook geluid (podcasts, muziek) en beeld (fotografie, video) worden gedeeld via sociale media websites. De bekende voorbeelden voor sociale media websites zijn bijvoorbeeld Digg, Youtube, Wikipedia en Myspace internationaal en nationaal Hyves, Relatieplanet en JuJij. Ook zijn sociale media omgevingen waarop veel interactie plaatsvindt. Het zijn omgevingen waarop mensen samen komen om te communiceren over, voor hun, belangrijke onderwerpen. Vaak zijn mensen of groepen binnen een omgeving op zoek zijn naar andere met gelijke interesses of gerichtheid. Dit valt te verklaren vanuit het feit dat mensen vaak gelijkgestemden ―onbewust‖ eerder vertrouwen of leuker vinden. Het voornaamste waar het bij sociale media om draait is de rol van de websitebezoeker. De websitebezoeker is belangrijk aangezien hij vaak zorgt voor de inhoud van de webpagina. Bij Youtube betekent dit dat de bezoekers de website vullen door eigen gemaakte video‘s te uploaden en bij Wikipedia wordt de website gevuld door de artikelen die de bezoekers maken en bewerken. Een andere rol die de website bezoeker kan hebben is het rangschikken van de content op de website, dit is het geval bij NuJij. Bij NuJij kunnen de bezoekers stemmen op de aanwezige nieuwsartikelen. Door deze stemmen komen de belangrijkste berichten op de homepage van de website terecht omdat deze de meeste stemmen gekregen hebben. De sterke kanten van sociale media websites zijn dat ze: Altijd actueel zijn, de opvulling/inhoud van de website wordt continue uitgebreid door de mensen die aanwezig zijn op de websites, vaak vind er zelfs elke seconde een wijziging plaats op de website. De inhoud vaak deelbaar is. Dit houdt in dat de informatie van de website vaak te delen is met anderen aan de hand van bijvoorbeeld XML, RSS, Flash, Javascript etc. 6
http://www.social-media.nl/
10 | P a g i n a
De mogelijkheid hebben om kleine niches te belichten, oftewel bepaalde niches bekender kunnen maken. Makkelijk doorzoekbaar en democratisch georganiseerd zijn. Iedereen aan de website kan deelnemen, en een mening kunnen uiten, aangezien iedereen er gebruik van kan maken. Veel informatie bevatten. Er zijn vaak veel gebruikers op actief, dus er wordt veel content geplaatst, waardoor er voor iedereen wel iets interessants te vinden is. De zwakke kanten van sociale media websites zijn dat ze: Veel nonsens kunnen bevatten. Dit vanwege het feit dat iedereen de mogelijkheid heeft om er actief informatie op te zetten. Hierdoor kan er veel onbruikbaar materiaal aanwezig zijn op de website met als gevolg dat het minder toegesneden is op de behoeften van de gebruiker. Geen personalisatie bevatten omdat alles vaak door gemiddeldes wordt weergegeven, vanwege de democratische aanpak (stemmen). 7
Een aantal voorbeelden van sociale media/software zijn: Blogs Een weblog, ook wel blog genoemd, is een website waarop regelmatig - soms meerdere keren per dag - nieuwe bijdragen verschijnen en waarop de geboden informatie in omgekeerd chronologische volgorde (het nieuwste bericht verschijnt als eerst) wordt weergegeven. Wie een weblog bezoekt, treft dan ook op de voorpagina de recentste bijdrage(n) aan. De auteur, ook wel blogger genoemd, biedt in feite een logboek van informatie die hij wil delen met zijn publiek, de bezoekers van zijn weblog. Meestal gaat het dan om tekst, maar het kan ook om foto's (een fotoblog), video (vlog) of audio (podcast) gaan. Weblogs bieden hun lezers veelal de mogelijkheid om - al dan niet anoniem - reacties onder de berichten te plaatsen of een reactie via een Trackback-mechanisme achter te laten. Clippings Clippings zijn web applicaties die de gebruiker ervan de mogelijkheid geven om uitsneden van geschreven of getypte tekst, (mobiele telefoon) foto‘s op te slaan. Ook is het mogelijk om via zo‘n webapplicatie bepaalde delen van websites te aan te strepen of om er notities bij te zetten. Instant messaging Instant messaging applicaties zijn applicaties die in tekstvorm real-time communicatie tussen twee of meer personen mogelijk maken over het internet of een intranet. Deze applicaties kunnen vanaf meerdere apparaten (computers, mobiele telefoons, pda‘s etc.) met elkaar communiceren zolang ze maar met een net, zoals internet, verbonden zijn. Internet forums Een internet forum of message board, is een online discussie platform. Deze webapplicatie categoriseert de ―User-generated content‖. De gebruikers/bezoekers kunnen onderwerpen aanmaken om over te discussiëren waar andere gebruikers/bezoekers in kunnen participeren. Internet Relay chat (IRC) Internet Relay Chat (meestal afgekort tot IRC) is het achterliggende protocol van de gelijknamige vorm van chat over o.a. het Internet. Het is voornamelijk bedoeld voor groepsgewijze communicatie, maar laat ook directe communicatie tussen twee personen toe.
7
http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_social_software
11 | P a g i n a
Elearning Elearning applicaties zijn applicaties op het internet die de gebruikers helpen en/of ondersteunen met hun studie/leren. Mash-ups Mash-ups zijn samenvoegingen van content van verschillende soorten online bronnen die op deze manier een nieuwe service verlenen. Bijvoorbeeld een programma dat de locatie van huizen van een site pakt en deze op Google Maps visueel weergeeft zodat men kan zien waar ze zich bevinden. Massive multiplayer online games Een Massively Multiplayer Online Game (MMOG of MMO) is een type computerspel dat meerdere spelers (honderden of duizenden) tegelijk mogelijk maakt om in een virtuele wereld via het internet met elkaar te spelen. Als het spel een rollenspel is, spreekt men van Massive Multiplayer Online Role Playing Game (MMORPG). Bij dit soort spellen kunnen ze met elkaar spelen maar ook met elkaar praten door middel van tekst chat of voice chat(microfoon). Media sharing Media sharing applicaties zijn applicaties die het mogelijk maken om media bestanden met anderen te delen, zoals: video‘s, powerpoints, foto‘s ,blogs en audio files. Personals Personals zijn websites waarop een gebruiker/bezoeker een persoonlijke pagina kan aanmaken, via deze pagina kan de gebruiker/bezoeker communiceren met anderen, gevonden worden door anderen of contact leggen met anderen . Podcasts Podcasts zijn audio of video opnamens, het is een multimediale vorm van een blog. Podcasts worden vaak verspreid via aggregators zoals Itunes. Rss
8
RSS (Really Simple Syndication) maakt het mogelijk voor mensen om zich in te schrijven tot online distributie van nieuws, blogs, podcasts of andere informatiebronnen. Social bookmarking Social bookmarking sites worden door de gebruikers gebruikt om bookmarks van internet sites op te slaan, om ze te categoriseren, om naar bepaalde sites te zoeken, om de bookmarks met anderen te delen en om je eigen lijst overzichtelijk te maken. Social cataloging Een social cataloging applicatie is een webapplicatie die de gebruiker helpt bij het categoriseren van bijvoorbeeld cd‘s, boeken, video-games, films, etc. die een gebruiker heeft of waarin hij/zij interesse heeft. Social networking Sociale netwerken zijn systemen die gebruikers van dat netwerk de mogelijkheid geven om te zien wie er aanwezig zijn op het netwerk, wat hun talenten, kennis en eigenschappen zijn etc. 8
http://www.frankwatching.com/archive/2007/04/19/mckinsey-hoe-bedrijven-web-20-gebruiken/
12 | P a g i n a
Bedrijven gebruiken sociale netwerken (bv.LinkedIn) ook om te zien wie er experts zijn op een bepaald gebied waarin zij bijvoorbeeld een vacature hebben. Virtual worlds Virtuals worlds zijn virtuele werelden op het internet waarop mensen met elkaar in contact kunnen komen. Ze kunnen met elkaar praten via tekst chat en soms ook voice chat, maar er zit vaak ook een spelelement in zoals het bouwen van een eigen huis, het uitvoeren van een baan, geld verdienen etc. Wikis Een wiki is een applicatie of (web)toepassing, waarmee webdocumenten gezamenlijk kunnen worden bewerkt. Een typische eigenschap hiervan is dat het mogelijk is in een gewone web browser. 3.2.3
Sociale software bouwstenen 9
Sociale software bestaat uit een combinatie van een aantal bouwstenen/elementen (Figuur 4), maar er zijn maar weinig sociale software systemen die alle bouwstenen bevatten. De bouwstenen zijn: o o o
o o o o
Identity – Een manier om unieke personen te identificeren in het system. Presence – Een manier om te weten te komen wie er online is, beschikbaar is of in de buurt is. Relationships – Een manier om te laten zien hoe twee users in het system met elkaar in contact staan. ( bv. Flickr, de gebruikers kunnen contacten van elkaar zijn, maar ook vrienden of familie). Conversations – Een manier om te converseren met andere personen in het systeem. Groups – Een manier om groepen te starten met mensen die dezelfde interesses hebben. Reputation – Een manier om de status van andere mensen in het systeem te zien. ( Wie is er betrouwbaar, etc.) Sharing – Een manier om dingen (die interessant zijn voor anderen) te delen met anderen. Zoals: foto‘s of video‘s. 10
In figuur 4 is te zien wat de bouwstenen van sociale software zijn, maar er zijn ook een drietal voorbeelden uitgewerkt van drie sociale software systemen. Hieruit is duidelijk te zien dat de sociale software systemen de focus leggen op één of twee bouwstenen en dat een aantal andere bouwstenen het geheel ondersteunen.
Figuur 4: Bouwstenen van sociale software
Flickr – Bij Flickr ligt de focus op sharing, maar het systeem ondersteunt ook conversations, identity, relationships, groups en reputation. Twitter – Bij Twitter ligt de focus op presence, maar het systeem ondersteunt ook conversations, identity en relationships. Digg – Bij Digg ligt de focus op sharing en conversations, maar het systeem ondersteunt ook identity, relationships en reputation. Wat opvalt is dat elke bouwsteen in elk sociale software systeem anders is geïmplementeerd. In elk sociale software systeem is het zo geïmplementeerd dat het helpt met het opbouwen van een speciaal gevoel dat bij dat systeem past.
9
http://nform.ca/publications/social-software-building-block http://nform.ca/publications/social-software-building-block
10
13 | P a g i n a
3.2.4
Web 2.0 graphics
Naast de technische vernieuwingen wordt Web 2.0 vaak ook in verband gebracht met een bepaalde visuele stijl. Er moet echter rekening mee worden gehouden dat grafische elementen geen verplicht deel uitmaken van Web 2.0, noch vasthangen aan de ontwikkeling die Web 2.0 doorgemaakt heeft. Grafische ontwikkelingen staan volledig los van technische, sociologische en marketinggerichte ontwikkelingen. Daar waar de ontwikkelingen in toegepaste technieken als AJAX, gebruikersgegenereerde inhoud en een verhoogde betekenis nog lange tijd zullen bestaan, omdat ze een echte (r)evolutie betekend hebben, zal de grafische schil die de technologie toegankelijk maakt volledig onafhankelijk hiervan veranderen. 11
Visuele elementen die vaak terugkomen in Web 2.0-sites zijn onder meer (Figuur 5): Kleurverlopen (gradients) Ronde hoeken Glazige buttons Achtergronden met diagonale arceringen Een 'natte vloer'-effect Grote lettertypes Een 'supermarktsticker', vaak met een kreet zoals 'bèta' Figuur 5: Grafische elementen Web 2.0
11
http://nl.wikipedia.org/wiki/Web_2.0
14 | P a g i n a
3.3 Web 3.0 Web 3.0 is de volgende ontwikkeling op het gebied van internet en een visie waar men naar toe wil gaan werken. Tim Berners- Lee is degene met de visie die op dit moment de meeste aanhangers heeft. Zijn visie voor Web 3.0 is het ―Semantische web‖ (Figuur 6). Het semantische web is volgens Tim Berner Lee de volgende stap van het internet. Onder invloed van Web 2.0 werd de samenwerking en communicatie tussen mensen sterk bevorderd. Bij Tim BernersLee‘s semantische web/Web 3.0 ligt de nadruk op de samenwerking en communicatie tussen alle op internet aangesloten computers. Deze computers worden in staat gesteld om alle data (data, links en 12 transacties tussen mensen en computers) die op het internet te vinden is, te analyseren . Hierdoor kunnen de zoekmachines hun antwoorden op jouw zoekopdracht beperken tot de pagina‘s die echt van belang zijn voor jou, en niet alles weergegeven waar bepaalde woorden in voorkomen uit je zoekopdracht die irrelevant voor jou zijn. Deze visie van Tim Berners- Lee houdt het volgende in: Op het moment dat de gebruiker een zoekopdracht geeft gaat de zoekmachine op zoek naar het goede antwoord, waarbij ze 13 zich op meerdere aspecten richt . Zo zal zij de vraag in z‘n totaliteit bekijken als een vraag en niet als een stuk tekst in een document(bv. Hoe oud is Hillary Clinton? Bij deze vraag zal er gezocht worden naar het antwoord, en zal er naar een pagina gelinkt worden die vertelt dat Hillary Clinton 61 jaar oud is, en niet naar een pagina waarin alle woorden terug te vinden zijn en waar bijvoorbeeld geen antwoord te vinden is. Dit omdat de zoekmachine wel weet dat de zoekwoorden voorkomen in de pagina‘s in de samengestelde lijst, alleen is de inhoud van die pagina‘s voor hem echter onbekend). Figuur 6: Het semantische web Zo zal zij kijken naar wat het best bij de zoeker past. (bv. De gebruiker tikt in ―Paris Hilton‖. De betekenis ofwel de semantiek- van de twee woorden kan verschillend worden opgevat, zo zal er gezocht kunnen worden naar een dame met de naam Paris Hilton of bijvoorbeeld naar een hotel in Parijs met de naam Hilton. Aan de hand van wat het beste bij zoeker past worden die gegevens bovenaan geplaatst in de lijst van website‘s). Zo zal zij behalve woorden ook andere dingen begrijpen. (bv. Icoontjes etc. Neem bijvoorbeeld figuur 7). De computer herkent het als houdt van en kan de zoeker dus ondanks dat niet de juiste tekst op die pagina aanwezig is, wel die pagina als optie in de lijst geven, aangezien hij begrijpt dat ―Max Lieke‖ hetzelfde betekent als de zoekopdracht ―Max houdt van Lieke‖.
Figuur 7: Iconen in een zin
Ook zal zij verder zoeken naar andere opties. (bv. Het Hilton hotel in Parijs wordt gezocht door de zoeker, en de zoekmachine begrijpt dit, dan kan hij ook meer diensten aan bieden. Zoals: 12 13
http://www.sramanamitra.com/2007/06/28/web-30-the-semantic-web/ http://www.frankwatching.com/archive/2008/04/11/de-betekenis-van-web-30-en-het-semantic-web/
15 | P a g i n a
o o o
Zal ik ook direct een vlucht voor je naar Parijs boeken? Zal ik ook direct een transfer van de luchthaven naar het hotel regelen? Zal ik een restaurant voor je reserveren waar je ‘s avonds kunt eten?
Bij het semantische web gaat het er voornamelijk om dat de inhoud van de webdocumenten begrepen wordt door de webapplicaties, want voor gebruikers is juist die inhoud belangrijk. Documenten gaan over mensen, gebeurtenissen, bedrijven, landen, sport, eten etc. In feite over alle onderwerpen die je maar kunt verzinnen. Je hebt het dan dus niet meer over documenten, maar over ―entiteiten‖ die in documenten voorkomen. De truc is dus om ook computers te laten begrijpen waar die entiteiten in documenten over gaan. Het semantische web geeft betekenis aan entiteiten in webpagina‘s en relaties tussen entiteiten. Het semantische web is dus een web van entiteiten en het huidige web kun je daarom beschouwen 14 als een web van documenten (Figuur 8).
Figuur 8: Huidige web vs Semantische web
Naast Tim Berner Lee zijn er nog meer mensen met een visie op Web 3.0. Nova Spivack (Figuur 9) 15 bijvoorbeeld geeft als uitgebreide definitie van Web 3.0 : het intelligente -semantic- web ( hij ziet dit als onderdeel van Web 3.0) een altijd en overal aanwezige verbinding met het internet. Dit staat ook wel bekend als het ubiquitous of pervasive web. Het web breekt hiermee als het ware uit het computerscherm en wordt ook op allerlei andere plaatsen beschikbaar: mobiele apparaten, maar ook apparaten die nog uitgevonden moeten worden. Een simpel voorbeeld hiervoor is een fotolijstje dat foto’s via internet ophaalt. Het digitale fotolijstje staat door internet in verbinding met bv. Flickr. Hier kan de eigenaar de gewenste foto’s selecteren die hij op z’n lijstje wil hebben en deze zullen dan gestreamed worden door het fotolijstje vanaf internet.
Figuur 9: Nova Spivack
network computing, waarbij software als services wordt aangeboden en gebruikt; het gebruik van open technologieën: open API‘s, open data formaten, open source software; het gebruik van open identity zoals bijvoorbeeld OpenID. de vergaande aanwezigheid van persoonlijke profielen en voorkeuren op internet.
14 15
http://www.frankwatching.com/archive/2008/04/11/de-betekenis-van-web-30-en-het-semantic-web/ http://www.frankwatching.com/archive/2008/04/11/de-betekenis-van-web-30-en-het-semantic-web/
16 | P a g i n a
3.4 Web 4.0 De visies voor Web 4.0 lopen op het moment nogal uiteen. Eén van de redenen hiervoor is dat de uitwerking van de vierde versie van het web nog ver van ons verwijderd is. Er kunnen in de tussenliggende tijd nog veel onvoorziene ontwikkelingen plaatsvinden die ongetwijfeld invloed hebben op de uiteindelijke vorm van Web 4.0. De meest bekende visies tegenwoordig komen van: Seth Godin, Nova Spivack en Ray Kurzweil. 3.4.1
Web 4.0 visie Seth Godin
Seth Godin‘s (Figuur 10) visie voor Web 4.0 is: Web 4.0 gaat over connectiviteit, over het ontdekken van belangrijke dingen waarnaar je niet perse aan het zoeken bent en over het netwerk (het web) dat initiatieven moet gaan tonen. Hij interpreteert Web 3.0 als de visie van Tim-Berners Lee, of te wel: "I have a dream for the Web [in which computers] become capable of analyzing all the data on the Web – the content, links, and transactions between people and computers. A ‘Semantic Web’, which should make this possible, has yet to emerge, but when it does, the day-to-day mechanisms of trade, bureaucracy and our daily lives will be handled by machines talking to machines. The ‘intelligent 16 agents’ people have touted for ages will finally materialize." Seth Godin ziet het semantische web dan ook als een zeer krachtig medium waardoor zijn visie van Web 4.0 nog beter zou werken, maar voor zijn visie van web 4.0 is het semantische web niet perse nodig. Hetgeen dat nodig is voor zijn vorm van Web 4.0 is: Een email programma dat bijhoudt wat de gebruiker doet en wat zijn collega‘s doen. Vanaf het moment dat het meer gebruikt gaat worden, zullen andere bedrijven/mensen hier ook mee gaan werken Figuur 10: Seth Godin en zal het email programma automatisch een koppeling maken tussen meerdere gebruikers. 17 Een telefoon/mobiele telefoon en provider die meer zijn dan een gewone telefoon : o Waarmee je voice mails in één keer kunt achterlaten voor groepen mensen. o Waarmee je een telefonische vergadering kunt beginnen met groepen mensen d.m.v het invoeren van één syntax. o Waarmee je vrienden kan bellen, gebaseerd op het gegeven waar ze zich op een bepaald moment bevinden. o Waarmee je telefoongesprekken kunt beginnen met vreemden, gebaseerd op hun web van relaties(zoals Facebook) of hun eigenschappen en status. (bv. Als je op de luchthaven aan het wachten bent en er zijn vrienden van vrienden van je, laat ze zien zodat je met ze kan praten). o Waarin een datingsite verwerkt is. (bv. Foto‘s, status en locatie gebaseerd zodat je kan zien wie er bij je in de buurt zijn op dat moment en met ze kan praten). o Waarmee marketers, tegen een bepaalde prijs, kunnen praten met consumenten die zich hiervoor beschikbaar gesteld hebben, gebaseerd op hun wensen, hun locatie of uit verveling etc. o Waarmee je een wachtlijst kunt opmaken voor mensen die met je willen praten, zodat je op een makkelijke en prettige manier iedereen kan benaderen. Een tekstprogramma dat nauwkeurig bijhoudt wat je hebt geschreven en tevens wat er op het web te vinden is dat jij weer kunt gebruiken voor het stuk dat je op dat moment aan het tikken bent.
16
17
http://sethgodin.typepad.com/seths_blog/2007/01/web4.html http://sethgodin.typepad.com/seths_blog/2007/01/inventing_a_new.html
17 | P a g i n a
Veranderingen bij Google, Yahoo en alle anderen om het mogelijk te maken dat wij overal en altijd op internet een identiteit hebben (non-anonymous zijn). Verder zijn er nog drie belangrijke kernelementen voor zijn visie van Web 4.0: Ubiquity Identity Connection
- De mogelijkheid tot het aanwezig zijn op elke locatie op een bepaald moment. - Identiteit - Connectiviteit
Ubiquity is nodig voor Web 4.0, omdat activiteit centraal staat, niet alleen data. Het merendeel van de menselijke activiteiten vindt ―off-line‖ plaats. Identity is nodig voor Web 4.0, omdat alles afhangt van wie je bent, wat je doet en wat je nodig hebt. Connectiviteit is nodig voor Web 4.0, aangezien je op het web elkaar nodig hebt. Zonder elkaar ben je niks. Voorbeelden van Seth Godin‘s visie voor Web 4.0 zijn: Als je een email aan het tikken bent naar iemand, en jullie zijn aan het brainstormen over een zakelijke deal met ―Apple‖. Dan zal er een pop-up window in beeld tevoorschijn komen die je laat weten dat David - van jullie vestiging in Tucson-, ook al bezig is met een soortgelijke onderhandeling met ―Apple‖, en dat het slim is om elkaar daar eerst eens over te benaderen. Je hebt een vlucht geboekt van Amsterdam naar Seattle. Deze is geannuleerd. Je telefoon weet dat je die vlucht geboekt hebt, hij weet dat de vlucht geannuleerd is en weet welke andere vluchten je zou kunnen overwegen te nemen. Hij gebruikt hiervoor semantische gegevens en heeft ook toestemming om je te onderbreken als het gaat over zulke zaken. Maar nog belangrijker is dat hij weet wat je collega‘s doen met deze annulering en je daarvan op de hoogte brengt. Google houdt bij wat de gebruiker opzoekt en tevens wat andere mensen, die overeenkomstige gerichtheid vertonen met de gebruiken, opzoeken. Elke dag laat Google zien waar je eigenlijk naar zou moeten zoeken, maar ook waar je in gebreke bent gebleven. Tevens introduceert Google de gebruiker bij andere mensen die naar dezelfde gegevens aan het zoeken zijn. Voor projectmanagers houdt de computer bij wat de tijdschema‘s zijn en wat er nog moet gebeuren. Ook de computers van alle andere medewerkers, die betrokken zijn bij dit project, krijgen de laatste en juiste updates. Mocht er dan iets veranderen waardoor het tijdschema niet meer klopt, zal de computer dit automatisch veranderen en het ook aan alle computers van de betrokken mensen laten weten, waardoor deze het ook weer automatisch bij zullen werken tot de juiste versie. Je bent te laat voor een diner. Je mobiele telefoon weet dit (hij weet je agenda, je locatie en je vervoersmiddel). Dus vertelt hij je, dat je te laat bent, hoe lang het nog duurt en zal dit ook automatisch naar de mensen die op je zitten te wachten versturen. Je bezoekt een blog voor de eerste keer. Je browser weet in welke informatie je geïnteresseerd bent en zal daarom de blogs met de meest interessante informatie voor jou ―highlighten‖.
18 | P a g i n a
3.4.2
Web 4.0 visie Nova Spivack 18
De visie van Nova Spivack voor web 4.0 is ―The Web OS‖(zie figuur 11) (Figuur 11). Deze naam die hij aan Web 4.0 gekoppeld heeft verklaart zichzelf al bijna, oftewel het internet wordt de wereldwijde computer waarmee je jouw apparaten kunt verbinden. Maar nog belangrijker in deze visie is dat het internet intelligent is. Het internet wordt een web van zeer intelligente interacties. Dit houdt in dat het internet gaat meedenken met jou om je op de best mogelijke manier te ondersteunen met jouw bezigheden.
Figuur 11: Visie Nova Spivack per webvorm
Bijvoorbeeld: Je wilt online data gaan opslaan, maar weet niet waar. Het internet zal dan voor jou gaan zoeken naar de veiligste plaats waar je jouw data online kan opslaan, of waar je tegen bijvoorbeeld de laagste prijs de gegevens kan plaatsen, etc. Jij hoeft niet meer te zoeken want het internet communiceert met al 19 jouw beschikbare apparaten om deze informatie voor je te vinden . 3.4.3
Web 4.0 visie Ray Kurzweil
Ray Kurzweil ziet web 4.0 net als Nova Spivack als een ―Web OS‖. Hij voorspelt dat de Web OS in het jaar 2029 gelijkwaardig zal zijn aan het menselijke brein. Dit betekent dat het web naast zijn vermogen om triljoenen feiten te onthouden, het tevens snel kan zoeken naar de juiste informatie in databases. Dit alles op een logische wijze, net als ons menselijke brein, met herkenning in de vorm van 20 patronen . Hij gaat zelfs nog een stap verder door te zeggen dat mens en machine uiteindelijk samengevoegd gaan worden. Door middel van het aanbrengen van nanobots (computergestuurde robots met het formaat van een bloedcel) in de hersenen van mensen. Deze nanobots staan dan in contact met onze neuronen waardoor directe communicatie kan optreden tussen de nanobots en de neuronen. Dit moet leiden tot communicatie met bijvoorbeeld internet. Dit alles klinkt misschien zeer futuristisch, maar op het moment zijn er al apparaten zo groot als bloed cellen die taken uitvoeren in het lichaam van dieren. Taken zoals: het behandelen van type 1 diabetes en het opzoeken en uitroeien van kankercellen in hun lichaam. 18
http://blogs.zdnet.com/BTL/?p=4499 http://www.youtube.com/watch?v=_4zfiwdNVWA 20 http://blogs.zdnet.com/BTL/?p=4499 19
19 | P a g i n a
20 | P a g i n a
4. Web 2.0 binnen het bedrijfsleven Bedrijven zijn tegenwoordig steeds actiever op het internet en met internettools. Zo heeft bijna elk bedrijf tegenwoordig wel een eigen website om zich kenbaar te maken naar de wereld en om informatie te verstrekken aan de potentiële geïnteresseerden. Dit is een duidelijk voorbeeld van Web 1.0 gebruik binnen het bedrijfsleven, aangezien het vaak gaat om een statische website die puur aanwezig is om mensen te informeren over het bedrijf, de producten of de service die ze verlenen. Maar er is tegenwoordig zoveel meer mogelijk met internet voor bedrijfsdoeleinden dan alleen een statische website met informatie. Dit brengt ons dan ook bij Web 2.0. Web 2.0 gaat een grote stap verder dan de statische web 1.0 websites. De sociale betrokkenheid tussen de consument en de bedrijven staat centraal vanwege de mogelijkheid tot dialoog. Er zijn tal van mogelijkheden te vinden voor bedrijven over hoe zij Web 2.0, social media etc. kunnen gebruiken voor hun bedrijf. Maar wat doen ze er nou echt mee? Tot op heden zijn er een aantal onderzoeken geweest op het vlak van Web 2.0 gebruik binnen het bedrijfsleven, nationaal en wereldwijd. Een aantal onderzoeken hiervan zijn: How businesses are 21 using Web 2.0: A McKinsey Global Survey (wereldwijd onderzoek met 2.847 respondenten), Social 22 meda monitor (Nationaal onderzoek) van Media Embassy, het social media voor commerciële 23 doeleinden onderzoek van het SMPA ( Social Media Professionals Association)(nationaal met 277 24 respondenten) en het Social media marketing industry report van Micheal A. Stelzner . (wereldwijd met 900 respondenten).
4.1 How businesses are using Web 2.0: A McKinsey Global Survey Dit onderzoek is een wereldwijd onderzoek geweest onder 2.847 topmanagers met een C-functie (managers met een ―corporate title‖). In het onderzoek werden ze ondervraagd over trends in een negental toepassingsgebieden, te weten (onderstaande omschrijvingen zijn de originele McKinsey definities): Blogs (short for Web logs) are online journals or diaries hosted on a Web site and often distributed to other sites or readers using RSS (see below). Collective intelligence refers to any system that attempts to tap the expertise of a group rather than an individual to make decisions. Technologies that contribute to collective intelligence include collaborative publishing and common databases for sharing knowledge. Mash-ups are aggregations of content from different online sources to create a new service. An example would be a program that pulls apartment listings from one site and displays them on a Google map to show where the apartments are located. Peer-to-peer networking (sometimes called P2P) is a technique for efficiently sharing files (music, videos, or text) either over the Internet or within a closed set of users. Unlike the traditional method of storing a file on one machine—which can become a bottleneck if many people try to access it at once— P2P distributes files across many machines, often those of the users themselves. Some systems retrieve files by gathering and assembling pieces of them from many machines. Podcasts are audio or video recordings—a multimedia form of a blog or other content. They are often distributed through an aggregator, such as iTunes. RSS (Really Simple Syndication) allows people to subscribe to online distributions of news, blogs, podcasts, or other information. Social networking refers to systems that allow members of a specific site to learn about other members‘ skills, talents, knowledge, or preferences. Commercial examples include Facebook and LinkedIn. Some companies use these systems internally to help identify experts. Web services are software systems that make it easier for different systems to communicate with one another automatically in order to pass information or conduct transactions. For example, a retailer and supplier might use Web services to communicate over the Internet and automatically update each other‘s inventory systems.
21
http://www.mckinseyquarterly.com/Marketing/Digital_Marketing/How_businesses_are_using_Web_20_A_McKin sey_Global_Survey_1913 22 http://www.socialmediamonitor.nl/ 23 http://www.smpa.nl/2009/03/06/onderzoek-smpa-sociale-media-kansrijk-maar-te-weinig-kennis-beschikbaar/ 24 http://www.whitepapersource.com/socialmediamarketing/
21 | P a g i n a
Wikis, such as Wikipedia, are systems for collaborative publishing. They allow many authors to contribute to an online document or discussion.
Onder de topmanagers die vertrouwd waren met deze negen Web 2.0 trends die in het onderzoek aangehaald werden, gaf meer dan driekwart aan dat hun bedrijf al in een of meer van deze trends investeerde. Webservices werd daarbij het meest (80%) genoemd, peer-to-peer networking scoorde met 47% ook hoog (Figuur 12).
Figuur 12: Investeringen van bedrijven in Web 2.0 technologie of tools
Slechts een klein aantal respondenten van het onderzoek gaf aan dat hun bedrijf meer dan twee van deze technologieën gebruikten. Maar meer dan tweederde van degenen wiens bedrijf al hierin investeerden denkt dat deze toepassingen belangrijk zijn om de opgebouwde marktpositie van het bedrijf te behouden, hetzij om een onderscheidend voordeel op te bouwen hetzij om de concurrentie aan te kunnen en aan de vraag van de klant te kunnen voldoen. Een derde van de ondervraagden had het over experimenteren. De topmanagers geven aan dat ze Web 2.0 toepassingen gebruiken om met klanten en business partners te communiceren en om samenwerking binnen hun bedrijf aan te moedigen. 70% Geeft aan dat men een combinatie van deze technologieën gebruikt om met hun klanten te communiceren. Als voorbeeld worden blogs aangehaald: een vijfde geeft aan dat ze blogs gebruiken om de klantenservice te verbeteren of om feedback van klanten te verzamelen.
22 | P a g i n a
Figuur 13: Gebruik Web 2.0 binnen bedrijven (McKinsey Global Survey)
De respondenten van dit onderzoek rapporteren ook dat men voor de communicatie met business partners en - in de tweede plaats - voor een nauwere samenwerking met leveranciers, webservices, peer-to-peer networking, collective intelligence, RSS en peer-to-peer networking gebruikt. Bedrijven gebruiken dezelfde technologieën om intern hun kennis beter te managen. Iets meer dan de helft van de 2847 respondenten gaf aan dat ze een of meer Web 2.0 toepassingen voor dat doel gebruikt (Figuur 13). Iets minder dan de helft gebruikt deze tools voor het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe producten, bijvoorbeeld door systemen op te zetten waarmee ideeën verzameld en gedeeld kunnen worden. De bedrijven zijn ook positief over hun investeringen in de Web 2.0 tools (Figuur 14). Meer dan de helft van de 2847 topmanagers geeft aan dat ze tevreden zijn over de resultaten van de investeringen in internettechnologie in de afgelopen vijf jaar. Driekwart geeft aan dat men de investeringen in Web 2.0 oplossingen op hetzelfde niveau houdt of laat toenemen. Een kleine groep van 13% geeft aan dat men teleurgesteld is in eerdere investeringen. Bedrijven die bij de vorige investeringsgolf voorop liepen en snel investeerden zijn meer tevreden dan de late volgers. Over de hele groep respondenten genomen is een vijfde erg tevreden over de opbrengsten. Analyseer je die groep van erg tevreden managers, dan is 46% daarvan early adopters en 44% fast followers.
Figuur 14: Positiviteit bedrijven over Web 2.0 investeringen
23 | P a g i n a
4.2 Social media monitor De Social Media Monitor is gebaseerd op de lijst top 100 Nederlandse adverteerders (bron: Nielsen Media). Per merk is de aanwezigheid geanalyseerd. Op basis van een aantal variabelen is per sociale medium een score toegekend. Op basis van deze scores zijn de eindscores bepaald en is de ranglijst opgesteld. De betrokken sociale media zijn Hyves, Facebook, Twitter, LinkedIn, YouTube, Flickr en een eigen weblog. De eerste editie van de Social Media Monitor laat zien dat adverteerders het massaal laten afweten. Slechts 14% van de merken is aanwezig op sociale media. Als we kijken naar de merken die wel aanwezig zijn, dan valt het op dat er veelal geen sprake is van interactie en veel mogelijkheden onbenut blijven. De merken die voornamelijk aanwezig en actief zijn op de sociale media, zijn de Nederlandse mediabedrijven (radio, televisie en kranten). De radiostations als 3FM, Q-Music en Radio4 en televisiezenders gericht op jongeren, zoals MTV en TMF. Deze zijn aanwezig op Hyves, Twitter en Youtube en houden een weblog bij. Na de mediabedrijven zijn de telecombedrijven het meest op sociale media aanwezig, waarbij zij voornamelijk gebruik maken van Twitter als een customerservicetool. De sociale media Facebook en Flickr worden door Nederlandse bedrijven niet gebruikt en LinkedIn wordt door enkele bedrijven wel voor HR en werving en selectie doeleinden gebruikt, maar ook daar zijn geen officiële groepen aangemaakt om de dialoog aan te gaan met de reguliere consument. In totaal zijn er achtendertig merken gevonden die aanwezig zijn op sociale media, die zich richten op het Nederlandse publiek en zijn aangemaakt door het desbetreffende bedrijf. Hoewel aanwezig, zijn veel van deze organisaties echter niet actief op de sociale media. De bedrijven die actief zijn posten regelmatig nieuwe content; de inactieve bedrijven daarentegen posten niet of nauwelijks content op de sociale mediapagina‘s en hebben veelal zeer weinig leden. Opvallend is dat wanneer een bedrijf wel actief aanwezig is op sociale media er, enkele uitzonderingen op Twitter daargelaten, veelal geen sprake is van een dialoog met de consumenten die zijn aangemeld bij die pagina. Een dialoog aangaan met de consument is een aspect waarvoor sociale media geschikt zijn en in essentie ook voor bedoeld zijn. In de meeste gevallen is er een grote discrepantie met betrekking tot plaats en frequentie van het posten van content op de sociale mediapagina tussen het bedrijf en de leden. Op de sociale mediapagina‘s van Nederlandse bedrijven wordt altijd verwezen naar de bedrijfswebsite, maar andersom wordt er, behalve door Telfort, niet vanaf de bedrijfswebsite naar de sociale media verwezen. Alleen Telfort heeft op de bedrijfswebsite, in de sectie ‗webshop‘, een button staan die naar de Telfort-voordeel Twitter verwijst. Samengevat worden sociale media door sommige Nederlandse bedrijven slechts gebruikt als uitbreiding van de communicatiestrategie. Op die wijze worden nog niet alle mogelijkheden van de sociale media benut. Hoewel enkele bedrijven aanwezig zijn op de sociale media, gaan zij vaak niet de dialoog aan, zijn niet actief in het posten van content en communiceren zij de aanwezigheid op sociale media niet vanaf de bedrijfswebsite. Daarnaast blijven de sociale media Facebook, LinkedIn en Flickr ongebruikt door Nederlandse bedrijven. In de volgende tabel staat de top vijftien bedrijven die het best hebben gescoord. In de eerste kolom is de positie van het merk op de ranglijst te zien, In de vierde kolom de behaalde punten De puntentelling is opgesteld aan de hand van het stellen van verschillende vragen bij het kijken naar de sites waarmee het bedrijf actief is.
24 | P a g i n a
Merk Branche 1 3FM Media 2 Q-Music Media 3 Radio 4 Media 4 TMF Media 5 MTV Media 6 Bol.com Retail 7 NOS Media 8 NRC next Media 9 Vodafone Telecom 10 Wild fm Media 11 Kink fm Media 12 LG mobile Elektrische apparatuur 12 Ministerie v V&W Overheid 12 Radio 1 Media 12 Radio 538 Media 13 Sky radio Media 14 Comedy central Media 14 NRC Media 15 Telfort Telecom Tabel 1: Top 15 best scorende bedrijven van de Social Media Monitor
Totaal 41,3 37,3 34,3 32,7 28,8 28,2 27,8 27,7 21,2 21,0 19,2 18,2 18,2 18,2 18,2 18,2 17,2 17,2 16,0
4.3 Sociale media voor commerciële doeleinden onderzoek SMPA Dit online onderzoek van het SMPA (Social Media Professionals Association) en Ruigrok | Netpanel ging over het gebruik van sociale media voor commerciële doeleinden. Uit het onderzoek onder 277 respondenten blijkt dat meer dan 82 procent goed op de hoogte is van de ontwikkelingen op het gebied van sociale media. Tegelijkertijd vindt 67 procent dat er te weinig kennis bestaat over de inzet van sociale media voor commerciële doeleinden, maar men heeft hier wel behoefte aan. Onder de respondenten is vooral behoefte aan meer kennis en inzicht over de effecten van het inzetten van sociale media op onder meer (merk)bekendheid, imago, betrokkenheid, traffic en conversie. Kortom; er is behoefte aan meetbare resultaten. Ook zijn de ondervraagden benieuwd naar praktijkervaringen, do‘s en don‘ts, inspiratie en ook naar waar de grens van het toelaatbare ligt in de mate van commercieel zijn. De SMPA wil, hierop aansluitend, meer inzicht gaan geven in de praktijk van het gebruik van sociale media, onder andere door het verzamelen van cases. Uit het onderzoek blijkt ook, dat er onder de doelgroep een groot vertrouwen is in het commercieel gebruik van sociale media, ondanks het gebrek aan kennis. Het idee dat je met sociale media teveel controle uit handen geeft aan de doelgroep leeft nauwelijks meer. 25
Andere uitkomsten uit het onderzoek over de inzet van sociale media zijn : Van de werkenden gebruikt twee derde (66%) sociale media commercieel voor het bedrijf zelf, ruim een derde (38%) doet dit voor klanten. Werkenden die geen sociale media commercieel inzetten, doen dit met name niet vanwege een gebrek aan ervaring (60%) en kennis (44%). Voor ruim de helft (53%) van de ondervraagden die sociale media commercieel hebben ingezet voor bedrijf en/ of klanten, is deze inzet (zeer) succesvol geweest. Voor ondervraagden die sociale media hebben ingezet voor hun eigen bedrijf, heeft dit voor bijna twee derde (64%) een positief effect gehad op de merkreputatie. Voor de helft (46%)(waar van toepassing) heeft het een positief effect gehad op het koopgedrag. Van een negatief effect was geen sprake, hooguit van geen effect. Het inzetten van een bedrijfsweblog is regelmatig beschreven als een succesvol voorbeeld van commercieel gebruik van sociale media, omdat dit meetbare effecten had op onder andere sitebezoek, merkbekendheid en conversie. Minder succesvolle cases hebben vaak betrekking op communities die geen aansluiting vonden bij de doelgroep, of doodbloedden na een goede start. 25
http://www.smpa.nl/2009/03/06/onderzoek-smpa-sociale-media-kansrijk-maar-te-weinig-kennis-beschikbaar/
25 | P a g i n a
De helft van de werkenden (50%) ziet de eigen organisatie als (zeer) vooruitstrevend als het gaat om het inzetten van sociale media. Een derde vindt dit juist (helemaal) niet het geval. Onder de ondervraagden die werken, bevinden zich veelal beslissers. Ruim de helft (56%) beslist in samenspraak met anderen over het gebruik van sociale media, een derde beslist hier zelf over (32%). Tweederde (73%) geeft aan in het komende jaar 2009 (veel) meer sociale media te gaan gebruiken voor commerciële doelen. Wanneer men kijkt naar de komende vijf jaar, verwacht zelfs 89% (veel) meer te gaan uitgeven aan sociale media.
4.4 Social media marketing industry report Het Social marketing industry report is geschreven door Michael A. Stelzner, en gaat voornamelijk over het blootleggen van het ―wie, wat, waar, wanneer en waarom‖ van social media marketing. Het onderzoek is gehouden in maart 2009 en er hebben 880 respondenten aan 26 deelgenomen . Bijna de helft van de deelnemers is zelfstandig ondernemer, 26 procent is medewerker bij een bedrijf en 21 procent is eigenaar van een klein bedrijf (2 tot 100 werknemers). Van de deelnemers is bijna 80 procent tussen de 30 en 59 jaar, met een mediaan van 40 tot 49 jaar (Figuur 15). De vrouwen winnen het in dit onderzoek met een aandeel van 56 procent. Van de deelnemers aan het onderzoek maakte een ruime meerderheid gebruik van sociale media (88%)(Figuur 16). Figuur 15: Deelnemers Social media marketing industry report Daarbij moet worden aangetekend dat dit percentage bij ondernemers (90+%) hoger lag dan bij werknemers (81%). De best scorende leeftijdscategorie is de categorie 30-39 jarigen (92,8%).
Figuur 16: Gebruik van sociale media voor marketing doeleinden
Wat verder opvalt is dat maar liefst 72% aangeeft pas net, of slechts enkele maanden, met sociale media aan de slag te zijn (Figuur 17). Kortom, sociale media zijn nog nieuw voor veel marketing professionals en men heeft nog maar net de stap naar gebruik gezet.
26
Figuur 17: Ervaring met sociale media voor marketing doeleinden
http://www.marketingfacts.nl/berichten/20090331_social_media_marketing_industry_report_deel_1/
26 | P a g i n a
Iets meer dan de helft van de deelnemers (64%) spendeert wekelijks meer dan vijf uur aan sociale media. Verleggen we deze grens naar tien uur, dan spendeert iets minder dan de helft (39%) van de ondervraagden dit aantal uren. Opvallend is dat bijna tien procent (9,6%) van de ondervraagden zegt meer dan 20 uur per week aan sociale media te besteden en dat de meeste van deze marketeers juist werknemers zijn. Dus geen ondernemer zoals voor de hand zou liggen. Het rapport legt verder een directe relatie tussen de periode dat iemand aangeeft met sociale media bezig te zijn en het aantal uren dat hieraan wordt besteed (Figuur 18). Figuur 18: Wekelijks gebruik van sociale media voor marketing Kort door de bocht: hoe langer actief, hoe meer uren doeleinden men hier wekelijks mee bezig is. Wederom is de leeftijdscategorie 30-39 het meest waarschijnlijk om boven de tien uur aan sociale media te besteden. De voordelen van sociale media marketing die naar voren komen in het onderzoek zijn (Figuur 19): 1. Sociale media genereert meer exposure voor het bedrijf (81%) 2. Sociale media genereert meer traffic en abonnementen/opt-in bezoekers (61%) 3. Door sociale media zijn nieuwe zakelijke partnerschappen ontstaan (56%) 4. Door sociale media worden hogere zoekresultaten bereikt (53%) 5. Sociale media hebben nieuwe leads opgeleverd (48%) 6. Gebruik van sociale media heeft de totale marketinguitgaven omlaag gebracht (45%) 7. Sociale media heeft concrete deals opgeleverd (35%)
Figuur 19: Voordelen van het gebruik van sociale media voor marketing doeleinden
Als laatste geeft het onderzoek weer welke sociale media tools de marketeers het meest gebruiken (Figuur 20). De top groep van de sociale media tools die gebruikt worden bestaat uit Twitter, Blogs, LinkedIn en Facebook. Deze vier worden gemiddeld door twee keer zoveel bedrijven gebruikt dan de de rest van de sociale media tools die in het onderzoek genoemd werden. Wat duidelijk naar voren komt in het onderzoek is dat Twitter de meest gebruikte tool is door bijna elke deelnemer, aangezien iedereen met geen, gemiddeld of veel ervaring Twitter als meest gebruikte tool heeft staan.
Figuur 20: Gebruikte sociale media tools voor marketing doeleinden.
27 | P a g i n a
4.5 Voorbeelden Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven Zoals uit voorgaande onderzoeken te lezen is wordt er wel degelijk gebruik gemaakt van Web 2.0 en sociale media binnen het bedrijfsleven, maar zijn er nog geen concrete voorbeelden gegeven. Daarom een aantal voorbeelden van hoe bedrijven web 2.0 en met name sociale media gebruiken op het vlak van interne kennisverspreiding en marketing. 4.5.1 Interne kennisverspreiding 27
IBM heeft intern een podcasting systeem opgesteld . Het begon met een serie podcasts van ―IBM and the future of,…‖. Deze serie werd uitgebracht binnen het bedrijf om iedereen op de hoogte te stellen van de participatie van IBM binnen verscheidene onderwerpen, zoals: autorijden, stedenbouw en bankieren. Uiteindelijk heeft IBM het interne podcasting systeem open gezet zodat iedereen binnen het bedrijf er gebruik van kon maken, en hebben ze het aan RSS gekoppeld zodat iedereen die op de hoogte wilde blijven van bepaalde podcasts zich hierop konden abonneren om niks te hoeven missen. Door het openzetten van het podcasting systeem zijn de werknemers gaan experimenteren, en zijn er vele verschillende podcast series opgestart. Één van de succesvolle opgestarte podcast series is een wekelijkse update van de status van de supply chain organisation. Deze zend elke week op een vast tijdstip uit waardoor de 7000 werknemers niet meer bij elkaar hoeven te komen om de status te bespreken. Nu kan iedereen het bekijken wanneer hij/zij wil zonder een bepaald tijdstip in zijn/haar agenda vrij te houden voor de bijeenkomst. Het is goedkoper en efficiënter. 28
IBM maakt tevens gebruik van een interne wiki . Deze interne wiki wordt door middel van participatie van iedereen gevuld en up to date gehouden met alle benodigde informatie. Deze informatie is dan op één centraal punt aanwezig, zodat iedereen die bepaalde informatie moet hebben, weet waar hij/zij dit kan vinden. IBM heeft een eigen online social bookmarking tool, ―Dogear‖. Met deze tool kunnen de gebruikers hun favoriete bookmarks opslaan en kunnen ze ook de experts op een bepaald gebied vinden binnen de organisatie. IBM heeft een intern weblog systeem, genaamd ―BlogCentral‖. Hier kan iedere werknemer een eigen blog opstarten of op de blogs van andere reageren. Aan de hand van dit systeem kunnen de werknemers uiteindelijk zien wie interessant zijn voor hun (binnen de onderneming), en kunnen ze de blog van die betreffende persoon volgen om zo up to date te blijven van de informatie die de auteur uitbrengt. 29
IBM heeft een intern sociaal netwerk opgestart onder de naam ―Fringe‖ . Op dit interne sociale netwerk kunnen de werknemers profielen aanmaken voor zichzelf en vanaf daar informatie over hun zelf delen met de andere werknemers. Deze informatie kan bestaan uit CV‘s, talenten/expertise gebieden, links en alle andere informatie die nuttig kunnen zijn voor andere werknemers binnen de organisatie. Door middel van dit netwerk konden de werknemers in contact komen met elkaar en de juiste personen vinden voor opdrachten, problemen en dergelijke. 30
Als laatste maakt IBM ook gebruik van hun eigen tool, IBM Lotus ―Sametime ‖. Deze tool kunnen de werknemers gebruiken om in contact te blijven met elkaar, op kantoor of vanaf huis. De tool maakt het mogelijk voor de werknemers om online samen te werken, om feedback te geven en vragen aan elkaar te stellen, om gegevens uit te wisselen en om audio/video vergadering te houden en bij te wonen.
27
http://www.itworld.com/051123podcastibm http://it.toolbox.com/blogs/elsua/ibms-knowledge-management-strategy-part-ii-entering-the-web-20-world10846 29 http://www.scribd.com/doc/8644735/Utilizing-Web-20-Technology-to-Enhance-Enterprise-KnowledgeManagement 30 http://www-01.ibm.com/software/lotus/sametime/ 28
28 | P a g i n a
Eastern mountain sports is een bedrijf gericht op de verkoop van hiking en 31 kampeer goederen. Intern gebruiken zij blogs om financiële gegevens kenbaar te maken aan elkaar. Bijvoorbeeld als er een verschuiving optreed in de verkopen van een winkel, dan zal dit op de blog komen. De andere winkeleigenaren reageren hierop door middel van de blog met feedback over waarom zij denken dat die verschuiving plaats gevonden heeft. Naast de blogs maakt Eastern mountain sports ook gebruik van RSS. Alle data die online gezet word door de werknemers is gekoppeld aan RSS. Door middel van RSS zal alle nieuwe informatie die vrij komt meteen op de computers van alle andere werknemers verschijnen, waardoor ze niet op zoek hoeven naar nieuwe informatie maar meteen zien wat er nieuw is en hier zo snel mogelijk op kunnen reageren. 32
Bij Dresdner Kleinwort maakt men gebruik van een wiki . Deze wiki wordt voornamelijk gebruikt om afspraken met elkaar te maken en om interactie te starten met andere werknemers. Een voorbeeld binnen het bedrijf is dat een manager per dag gemiddeld zo‘n 300 e-mails ontving, waarvan het merendeel totaal irrelevant voor hem was. Vanwege dit feit heeft hij de wiki opgestart om op een betere manier samen te kunnen werken. Uiteindelijk bleek dat door het gebruik van de wiki meer collega‘s participeerden dan via de e-mail. 4.5.2 Marketing Telfort maakt gebruik van Twitter om zijn klanten en andere mensen te benaderen en te ondersteunen met antwoorden op vragen die hun gesteld worden via 33 Twitter . Naast het helpen van mensen worden er ook tweets geplaats met aanbiedingen van telefoons of abonnementen of worden er prijsvragen aangekondigd. Voorbeelden van tweets die geplaats worden zijn:
34
LG maakt gebruik van een eigen blog . Deze LG blog wordt gebruikt om de nieuwste producten en innovaties op kenbaar te maken aan het publiek, om persberichten met informatie op te zetten en om de producten van LG meer onder het publiek te krijgen. Op de blog kunnen de mensen reageren op de nieuwe producten, op de vormgeving, technische specificaties, noem het maar op. Door middel van deze mogelijkheden ontstaat er een debat met de consumenten en komt LG te weten wat zij willen. Hier kunnen ze uiteindelijk op inspelen en hun voordeel meedoen. Naast de blog is LG ook actief op Twitter, Facebook, Youtube en Flickr. Deze online tools worden puur en alleen gebruikt om aanwezig te zijn en om exposure te genieten.
31
http://www.scribd.com/doc/8644735/Utilizing-Web-20-Technology-to-Enhance-Enterprise-KnowledgeManagement 32 http://www.scribd.com/doc/8644735/Utilizing-Web-20-Technology-to-Enhance-Enterprise-KnowledgeManagement 33 http://twitter.com/telfortvoordeel 34 http://www.lgblog.co.uk/
29 | P a g i n a
35
3FM is zeer actief met Web 2.0/ sociale media tools . Zo maken ze gebruik van Youtube, Twitter, Hyves en hebben ze een aantal eigen blogs. De Twitter van 3FM dient vooral om fans de mogelijkheid te geven hun favoriete dj‘s te volgen en meer over hun te weten te komen. Maar er wordt ook reclame gemaakt voor bepaalde items in hun uitzendingen of prijsvragen die gehouden worden. In het algemeen kan gezegd worden dat 3FM Twitter gebruikt om meer exposure te krijgen en om meer binding te genereren met hun fans en luisteraars. Hieronder twee voorbeelden van 3FM tweets die op hun Twitter site aanwezig zijn.
Op Youtube is 3FM voornamelijk aanwezig met filmpjes die opgenomen zijn in hun studio. Deze filmpjes zijn vaak van optredende of aanwezige artiesten in de programma‘s van de verscheidene dj‘s. Net als Twitter dient deze tool voornamelijk om mensen bij het merk te betrekken en om meer exposure te krijgen. De blogs van 3FM zijn onderverdeeld naar de dj‘s die draaien voor 3FM. Elke dj heeft zijn eigen blog en is ook meteen de enige die op die blog kan posten. Ze posten hier voornamelijk dingen die ze meegemaakt hebben, video fragmenten van optredens, filmpjes die ze op internet tegen kwamen en wilden delen, enzovoort enzovoorts. Kort gezegd zijn de blogs puur aanwezig om fans te betrekken bij de dj‘s en 3FM. Als laatste is 3FM aanwezig op Hyves. Voor het item ―Serious Request‖ is een eigen Hyves pagina opgezet om iedereen op de hoogte te brengen van de locatie van het glazenhuis, de opbrengsten en de sponsoren. Maar ook om polls te houden onder de mensen, nieuws te verspreiden over het item en vooral om exposure te genereren voor het item. 36
Dell maakt ook zeer veel gebruik van Web 2.0 / sociale media tools . Dell gebruikt verscheidene van deze tools om hun merknaam te verbeteren en om hun producten beter af te stemmen op de wensen van de gebruikers. Door middel van het aangaan van dialogen met hun klanten of potentiële klanten op Twitter, blogs en Facebook komen ze er achter wat de mensen willen en wat de problemen zijn. Hier kunnen ze meteen adequaat op reageren om verdere schade voor het merk te voorkomen of om de merknaam zelfs te verbeteren. Vanwege het feit dat ze de klanten of potentiële klanten tevens laten meedenken over hoe Dell zijn producten kan verbeteren of wat voor soort nieuwe producten ze op de markt moeten gaan brengen. Krijgen deze klanten of potentiële klanten het gevoel dat ze betrokken worden bij het merk. Dit levert uiteindelijk weer meer klantenbinding op, dus meer verkopen, of te wel meer omzet.
35 36
http://www.3fm.nl/ http://money.cnn.com/2008/09/03/technology/fortt_dell.fortune/index.htm
30 | P a g i n a
5. Web 2.0 voordelen voor bedrijven ten opzichte van Web 1.0 In hoofdstuk 2 is te lezen wat Web 1.0 en Web 2.0 precies inhoudt, maar waarom zouden bedrijven kiezen om gebruik te maken van Web 2.0 ―het sociale web‖ in plaats van Web 1.0 ―het statische web‖. Natuurlijk zouden de bedrijven niet kiezen voor iets wat duurder is als het hun uiteindelijk niet meer zou opleveren. Dus wat zijn de voordelen van Web 2.0 gebruik voor bedrijven ten opzichte van Web 1.0 gebruik. Een aantal voordelen zijn: Interactie met je doelgroep Groter productaanbod mogelijk Binding met je doelgroep Makkelijker om nieuwe informatie te verkrijgen Goedkopere marketing middelen Verhogen van de omzet Merkbeleving is makkelijker in de gaten te houden Meetbare resultaten voor op internet ingezette marketingmiddelen Genereren van meer exposure Interactie met je doelgroep Het eerste voordeel voor bedrijven dat ze hebben met Web 2.0 gebruik ten opzichte van Web 1.0 gebruik is dat er op een makkelijke en snelle manier interactie te verkrijgen is met hun doelgroep. Hun doelgroep is te vinden op bepaalde blogs (weblogs), van anderen of de eigen bedrijfsweblog, waar ze communiceren met elkaar en met bedrijven over van alles dat interessant kan zijn voor het bedrijf. Zo kunnen ze het hebben over: De huidige producten of services die het bedrijf levert, zijn deze goed of slecht in de ogen van de consument, wat kan er verbeterd worden zodat de gebruiker/consument het product gemakkelijker, beter, interessanter vind? Wat voor producten of services missen de consumenten nog, dus dankzij de consument kan het bedrijf er achter komen waar zijn doelgroep op zit te wachten, en kunnen hierop inspelen. Wat vinden de consumenten van je bedrijf? Etc. etc. etc. Web 2.0 maakt het een stuk eenvoudiger voor bedrijven om direct interessante informatie vanuit hun doelgroep te krijgen of om de doelgroep letterlijk te betrekken in hun productie proces. Dit wordt ook wel prosumeren genoemd. Prosumeren is het proces waarbij de consument gaat produceren. Door middel van Web 2.0 en de software die tegenwoordig op de markt verkrijgbaar is kan de consument zelf het bedrijf helpen met verscheidene zaken. Dit kan van alles zijn zoals: meedenken via de website van het bedrijf over het product of service (bv. Hoe de nieuwe BMW er uit moet komen te zien, of wat voor prestaties die moet gaan leveren) tot het overnemen van taken die tot voor kort door 37 bedrijven werden uitgevoerd (bv. Het produceren van reclamefilmpjes voor Kitkat ).
37
http://www.haveabreak.nl/#/lobby/
31 | P a g i n a
Groter productaanbod mogelijk Dankzij Web 2.0 is het mogelijk om handel te bedrijven via internet. Zo kan de website van het bedrijf een ondersteunende taak hebben door bijvoorbeeld extra informatie te geven over het bedrijf, over de producten etc. maar kan het ook zo zijn dat de website de het bedrijf zelf is. Hiermee wordt bedoeld dat het bedrijf alle handel via zijn website doet, zoals bv, ―Bol.com‖. Bol.com heeft geen vestigingen waar je binnen kan lopen om iets te kopen, ze zijn alleen online te vinden. In verband met het feit dat ze geen vestigingen nodig hebben om hun producten te verkopen en alleen maar magazijnen om de producten in op te slaan hebben zij minder kosten, waardoor de producten ook voor een meer aantrekkelijke prijs aangeboden kunnen worden. Tevens hebben ze een onbeperkte ruimte op het web om de producten die ze verkopen te plaatsen. Een winkel heeft een beperkte oppervlakte en dus een beperkte ruimte om producten te plaatsen. Het internet heeft geen beperking qua ruimte, dus het gehele assortiment, ook de minder bekende producten/merken, kunnen geplaatst worden. Dit wordt ook wel de ―longtail‖genoemd (Figuur 21). Bij de longtail gaat het er tevens om dat de producten die normaal gesproken niet geplaatst konden worden voor verkoop, aangezien ze niet populair genoeg zijn, in totaal meer opleveren dan de opbrengst van de normaal altijd 38 geplaatste populaire producten .
Figuur 21: De longtail
Binding met je doelgroep Web 2.0 heeft ervoor gezorgd dat bedrijven een betere binding met hun doelgroep/klanten kunnen aangaan. Interactie met de doelgroep/klanten heeft hierin een grote rol gespeeld. Door middel van de mogelijkheden die Web 2.0 bevat om interactie met de betreffende doelgroep/klanten aan te gaan, kunnen de bedrijven beter zien wat er speelt onder hun doelgroep/klanten en kunnen ze ook de klanten specifiek van dienst zijn met snelle ondersteuning, informatie etc. Verder worden de klanten meer betrokken bij het bedrijf (meedenken,ontwerpen, etc.) waardoor ze zichzelf nog meer aangetrokken voelen tot het bedrijf. Een onderzoek van de Direct Marketing Association heeft ook daadwerkelijk aangetoond dat Web 2.0 zorgt voor een betere klantenbinding. Dit onderzoek is ‖ New Media Emergence in DM & Brand‖. In dit onderzoek zegt 85 procent van de ondervraagde marketeers dat ze web 2.0 zien als een uitermate geschikte en hoogst effectieve manier voor het creëren van 39 klantenbinding . Makkelijker om nieuwe informatie te verkrijgen Dankzij Web 2.0 is het voor bedrijven makkelijker geworden om informatie te verzamelen. De nieuwste informatie staat meteen op het internet vermeld en kan gebruikt worden. Een goed voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de blog ―Frankwatching.com‖. Deze website wordt beheerd door één persoon, Frank Janssen, maar draait door 38 39
The Long Tail: Why the Future of Business is Selling Less of More, Chris Anderson http://www.marketingfacts.nl/berichten/20080616_onderzoek_web_20_effectieve_tool_voor_marketeers/
32 | P a g i n a
middel van vele verscheidene auteurs. Al deze mensen gaan congressen en evenementen af, en doen hiervan verslag op de website.
“Frankwatching is een website met nieuws en opinie over digitale trends. Je vindt er dagelijks artikelen, columns en reportages over trends, ontwikkelingen en events in de wereld van marketing, media, innovatie en technologie. Frankwatching is een platform voor professionals die kennis willen delen, discussies aan willen gaan en een netwerk van kennis en kennissen 40 op willen bouwen .” Dankzij websites met blogs zoals Frankwatching, is de nieuwste informatie zeer gemakkelijk terug te vinden voor bedrijven en mensen. Maar er zijn tig van dit soort blogs die je dan in de gaten zou moeten houden. Het neemt heel veel tijd in beslag om alle blogs en sites te doorzoeken naar relevante en interessante informatie. Bij gebruik van Web 2.0 wordt dit sterk vereenvoudigd. Verscheidene Web 2.0 tools zijn ontwikkeld om al de belangrijkste en nieuwste informatie op één plek samen te krijgen. Deze tools worden ook wel ―aggregators genoemd. Deze aggregators zorgen ervoor dat de gebruiker zelf kan beslissen welke blogs/sites interessant zijn voor hem/haar, voert deze in de aggregator in, en kan op één plek (het programma) alle nieuwste informatie van de door hem/haar ingevoerde sites/blog bekijken en lezen. Dit betekent minder surfen, zoeken en uiteindelijk dus tijd. Goedkopere marketing middelen Dankzij Web 2.0 zijn er veel middelen voor bedrijven bijgekomen om hun merk of producten onder de mensen te brengen. Zo zijn er de social network sites, blogs, podcasts, slimme 41 persberichten, gericht adverteren via zoekmachines en virals . Bijna al deze middelen zijn goedkopere marketingmiddelen dan de traditionele middelen als televisie, radio, etc. alleen virals kunnen een hoog kostenplaatje met zich meebrengen. Social network sites Dit zijn websites zoals YouTube, MySpace en Facebook in de VS; Hyves in Nederland; Friends Reunited in het Verenigd Koninkrijk; Cyworld in South Korea; Mixi in Japan. Deze sites stellen gebruikers in staat om inhoud zoals video's of persoonlijke profielen te uploaden. Omdat deze sites razend populair zijn onder jongeren beginnen marketeers te investeren in het adverteren op deze sites voor sociaal contact. Een voordeel van social network sites is dat bedrijven een jonger publiek kunnen bereiken dat steeds minder geïnteresseerd is in traditionele advertenties. Blogs Blogs, onlinedagboeken met commentaar en chat. Als blogs op de juiste wijze worden gebruikt, bieden ze marketeers de mogelijkheid om informeel met klanten te communiceren. Via blogs kunnen bedrijven nieuwe productideeën uittesten en nagaan hoe klanten hierop reageren. Blogs zijn goedkoop, en kosten over het algemeen niet meer dan 2000 à 5000 dollar om te ontwerpen. Podcasts Podcasts zijn audioprogramma's die mensen kunnen downloaden en op elk tijdstip kunnen afspelen op hun MP3-speler en die net zo pakkend kunnen zijn als een goed boek. Witgoedfabrikant Whirlpool uit de VS heeft bijvoorbeeld een podcastserie ontwikkeld, gericht op gezinnen, die elk 20 minuten duren en waarin onderwerpen aan de orde komen die uiteenlopen van kinderfeestjes tot het behandelen van gokverslavingen. Hoewel in de podcasts niet rechtstreeks Whirlpool-producten worden verkocht, wordt geprobeerd om een band met het merk te creëren voordat consumenten op zoek gaan naar een wasmachine of wasdroger, aldus Audrey Reed-Granger, hoofd PR van Whirlpool, de afdeling die de podcasts
40 41
http://www.frankwatching.com/colofon/ http://www.microsoft.com/belux/nl/business/businessvalue/webmarketing.mspx
33 | P a g i n a
maakt. "De mensen willen naar een boeiend programma luisteren in de auto of op de achtergrond bij huishoudelijke werkzaamheden," licht ze toe. Slimme persberichten Deze rechtstreeks aan de consument gerichte persberichten over producten of diensten bevatten gemakkelijk te vinden zoektermen. Bedrijven dienen het bericht in bij nieuwssites op internet die de berichten indexeren of 'samenvoegen' en de berichtkoppen aan abonnees sturen. Een bedrijf dat bijvoorbeeld hulpmiddelen of services voor marketing verkoopt, kan berichten uitbrengen met termen als 'verkoopcyclus versnellen' om de mensen naar informatie over het bedrijf te lokken. Windows Internet Explorer 7.0 biedt mogelijkheden op dit gebied, dankzij diverse functies die het abonneren op nieuwskanalen vereenvoudigen. Gericht adverteren via zoekmachines Het adverteren bij zoekmachines, waarbij bedrijven ervoor betalen om een bedrijfsadvertentie te laten weergeven op pagina's met zoekresultaten, is al enkele jaren populair. Bedrijven kunnen hun advertenties nu echter gericht afstemmen op de context van de inhoud die mensen online raadplegen. Met behulp van de technologie en services van bedrijven als AdValiant, Touch Clarity en Pulse 360, kunnen de advertenties van een hypotheekverstrekker bijvoorbeeld worden weergegeven in artikelen over doe-het-zelven of onroerend goed. De advertenties kunnen zich ook specifiek richten op lezers binnen een bepaald geografisch gebied, zoals de regio's waarbinnen de hypotheekverstrekker actief is. Virals Virals zijn een onderdeel van wat men virale marketing noemt. Virale marketing is een
marketingtechniek die poogt om bestaande sociale netwerken te exploiteren om zo de bekendheid van het merk te vergroten of positieve associaties te bewerkstelligen op een wijze die te vergelijken is met een virale epidemie. In die zin lijkt het op mond-tot-mondreclame die versterkt wordt door het internet, waardoor zeer snel en veelal op goedkope wijze een groot aantal mensen bereikt kan worden. Om dit te bereiken moeten de virals voldoen aan één van 42 de 4-G‘s om verspreid te worden. Ze moeten grof, geil, grappig of gewelddadig zijn . Virals die ingezet worden zijn vaak: video clips, flash games, advergames (game die producten adverteert), ebooks, plaatjes of zelfs tekst messages. Verhogen van de omzet Web 2.0 geeft mensen de mogelijkheid om feedback te geven. Deze feedback is te lezen door iedereen die op de site komt. Door te zorgen dat de mensen tevreden zijn krijgt het bedrijf positieve feedback die er weer voor zorgt dat andere mensen dat bedrijf als positief ervaren. Dit gevoel dat gecreëerd wordt zorgt ervoor dat mensen eerder geneigd zijn hun aankopen bij 43 dat bedrijf te doen, en dus wordt de omzet van dat bedrijf verhoogt . Tevens zal de longtail (paragraaf 3.2) ook de omzet doen stijgen. Uit het onderzoek ―New Media Emergence in DM & Brand‖ van Direct Marketing Association komt naar voren dat 80% van de 160 marketeers denken dat de omzet van hun bedrijf of de marges van hun bedrijf verbeterd kunnen worden door Web 2.0 toe te passen. Dit door de positieve feedback van klanten, het werven van nieuwe klanten via Web 2.0 en de kostenreductie van pr,marketing en advertising.
44
Merkbeleving is makkelijker in de gaten te houden Door middel van de mogelijkheden van Web 2.0 kunnen bedrijven de online merkbeleving van hun merken in de gaten houden. Ze kunnen zelf, of door middel van het inschakelen van een bedrijf gespecialiseerd in online monitoring, hun online merkbeleving onderzoeken aan de
42
http://netters.nl/viral-marketing-money http://www.bizz.nl/3008-positieve-recensie-een-kwart-meer-omzet.html 44 http://www.marketingfacts.nl/berichten/20080616_onderzoek_web_20_effectieve_tool_voor_marketeers/ 43
34 | P a g i n a
45
hand van wat er op het internet verschenen is rondom hun merknamen . Aangezien alles wat er in de media geschreven of verteld wordt ook op internet verschijnt, zal er samen met wat anderen over het bedrijf en zijn merknamen schrijven / bloggen / twitteren etc., een online merkbelevingsprofiel opgemaakt kunnen worden waarin te vinden is hoe het bedrijf ervoor staat. Er wordt helder wat goed gaat, wat niet en waarom. Meetbare resultaten voor op internet ingezette marketingmiddelen. Dankzij de technologie van Web 2.0 is het vrij eenvoudig om het resultaat te meten van ingezette online marketingmiddelen. Via services voor het bijhouden van conversies kan bijvoorbeeld het webverkeer geanalyseerd worden, om na te gaan hoeveel bezoekers eigenlijk doen wat de marketeers graag willen (doorklik ratio). Tevens kan men volgen hoeveel mensen lezen over een product, een product bestellen of zich abonneren op een nieuwsbrief. ClickTracks, een van deze online services, brengt $ 500 in rekening voor een pakket dat de basisactiviteiten op een website bijhoudt, aldus de website van dit bedrijf. Bedrijven die blogs posten, kunnen hulp krijgen van bedrijven zoals BlogPulse en Technocratie om bij te houden wie links toevoegt naar sites met blogs en wat hierover wordt gezegd. Nu er zoveel opties beschikbaar zijn, de meeste voor een fractie van de kosten van adverteren op tv, radio en in kranten, raden experts aan om een beetje te experimenteren. Dan wordt snel duidelijk welke methode, of welke combinatie van methoden, voor de klant geschikt is. Met de juiste aanpak kan een bedrijf voordeel behalen dankzij het grote bereik van Web 2.0 en worden mogelijkheden geboden om op geheel nieuwe wijze in contact te komen met klanten. Genereren van meer exposure Door het gebruik van sociale media voor marketing doeleinden ontstaat er meer exposure voor het bedrijf of merk. Dit is vanwege het feit dat de bedrijfsnaam of merknaam meer onder de mensen aanwezig is. Ze komen het vaker tegen en zullen er meer over praten met 46 anderen. Uit onderzoek is gebleken dat bij 64,86% van de aan het onderzoek meewerkende bedrijven meer exposure kregen door het inzetten van sociale media voor marketingdoeleinden. Duidelijk is dat het gebruik van Web 2.0 voor bedrijven veel voordelen heeft ten opzichte van Web 1.0 gebruik. Maar er zijn altijd voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat het ook daadwerkelijk een voordeel wordt. Zo is het bij Web 2.0 van belang dat men online gevonden kan worden, maar minstens zo belangrijk is, dat men kennis heeft van Web 2.0 / sociale media en dat men ook actief met de Web 2.0 toepassing (Blog, wiki, sociaal netwerk, etc.) bezig is. 47
Het online gevonden worden is sowieso van belang om van de voordelen van Web 2.0 te kunnen genieten. Wordt je niet gevonden in de massa‘s websites die er tegenwoordig online zijn, dan krijg je geen bekendheid, geen exposure. Dan slaan je goedkopere marketingmiddelen niet aan en zal er geen verhoging van je omzet ontstaan. De kennis over Web 2.0 en sociale media is van belang vanwege het feit dat men moet inzien wat de gebruikte tool doet, kan en gebruikt dient te worden. Hierdoor kan men de tool op de juiste manier inzetten en er zoveel mogelijk profijt van hebben. Op het moment dat deze kennis mist zal de tool niet op de juiste manier ingezet worden waardoor men er vele malen minder aan heeft dan wanneer de tool goed ingezet wordt. Ook is het van belang dat men actief met de Web 2.0/sociale media tool omgaat, dat hij up-to-date 48 blijft . Op het moment dat men niet actief omgaat met de ingezette tool, bijvoorbeeld met een blog, zal de dialoog die ontstaan is tussen het bedrijf en de consument tot een halt komen. Dit zorgt voor een averechts effect op de reputatie van het bedrijf.
45
http://www.communicatiecoach.com/vakgebied_strategie_art_online_monitoring.htm Sociale Media Marketing Industry Report , Michael A. Stelzner 47 What Would Google Do?, Jeff Jarvis 48 http://www.publi4u.be/nl/blog/website/website-uptodate-houden-uw-eigen-site-updaten/ 46
35 | P a g i n a
49
Volgens een onderzoek van Mckinsey Quarterley zijn er nog een zestal factoren die invloed hebben 50 op het succes van het inzetten van Web 2.0 tools , namelijk: The transformation to a bottom-up culture needs help from the top. Web 2.0 projecten moet je niet opleggen, maar aan de basis laten ontstaan en opbloeien. Maar tegelijk is het cruciaal dat de leiding het belang onderstreept en zelf participeert. Goed voorbeeld doet goed volgen. The best uses come from users—but they require help to scale. Sluit aan bij de behoefte van het personeel. Laat de werknemers bepalen wat ze willen en hoe ze de middelen gebruiken. Schrijf niet alleen voor wat ze moeten doen. Maar als het personeel eenmaal heeft gekozen is ondersteuning nodig om de nieuwe werkwijze bedrijfsbreed in te voeren. What‟s in the workflow is what gets used. Zorg dat de tools aansluiten op de reguliere tools die mensen gebruiken bij hun werk, want als ze naar alternatieven moeten zoeken (moeite doen) wordt er geen gebruik gemaakt van de tools. Appeal to the participants‟ egos and needs—not just their wallets. Financiële beloningen bevorderen nauwelijks verantwoord gebruik van sociale media. Zorg ervoor dat het werk makkelijker, prettiger wordt of zorg dat mensen die actief zijn in het gebruik van sociale media in het zonnetje gezet worden. Streel hun ego. The right solution comes from the right participants. Bekijk welke medewerkers een belangrijker rol kunnen spelen om het gebruik van sociale media geaccepteerd te krijgen. Wie zijn invloedrijk, van wie wordt een voorbeeld overgenomen. Balance the top-down and self-management of risk. Mensen zijn soms angstig voor de mogelijke gevolgen van de inzet van sociale media. Zoek naar een balans tussen zelfsturing en controle.
49
50
http://www.mckinseyquarterly.com/Six_ways_to_make_Web_20_work_2294 http://www.erwinblom.nl/blog/2009/2/18/6-regels-voor-succesvolle-inzet-van-web-20-door-bedrijven.html
36 | P a g i n a
6. Web 2.0 Tools Vandaag de dag zijn er duizenden Web 2.0 tools op internet te vinden. Voor alle doeleinden is wel een tool te vinden. Zo zijn er tools om informatie in de gaten te houden,om te ontwerpen, om informatie te delen, om mensen te vermaken, etc. Aangezien er zoveel verscheidene tools zijn zullen alleen de veel gebruikte en een aantal relevante tools voor deze scriptie behandeld worden.
6.1
Veel gebruikte tools Youtube is een web 2.0 applicatie waarop iedereen wereldwijd zijn video‘s kan uploaden en delen met anderen. De video‘s die online komen zijn zelfgemaakte video‘s, maar ook virals of televisie commercials van bedrijven. De video‘s zijn te bekijken via een computer met internet, mobiele telefoon met internet, blogs en e-mail. Het is mogelijk om feedback te geven op de video‘s in de vorm van een blog of door een videoboodschap achter te laten. Youtube is handig voor bedrijven om: presentaties te bekijken of te plaatsen, om user generated content te laten maken en daar te plaatsen en om je online beter te laten vinden (zoekmachine optimalisatie door de extra links). Flickr is een online management en sharing applicatie voor foto‘s. Iedereen kan een account aanmaken en zijn/haar foto‘s uploaden. Deze foto‘s zijn voor iedereen te zien waarbij vermeld wordt met welke camera en afstellingen deze gemaakt is. Deze informatie kan een andere ―fotograaf‖ helpen bij het maken van zijn foto‘s. Verder is het vaak mogelijk om de foto‘s te downloaden in verschillende formaten en is er een mogelijkheid om feedback te geven op de foto‘s in de vorm van een tekst blog. Bedrijven kunnen Flickr gebruiken om User generated content te verkrijgen en het daar op te laten plaatsen en om meer links te verkrijgen voor zoekmachine optimalisatie doeleinden. Twitter is een tool om op de hoogte te blijven van wat andere mensen doen of om andere op de hoogte te brengen van wat jij doet. Het is eigenlijk een blog die bestaat uit korte berichten van maximaal 140 karakters, waarin staat wat die persoon (of jij) op 51 dat moment meemaakt, doet etc. Bedrijven kunnen Twitter inzetten voor : Het op de hoogte houden van je collega’s Werk jij in een bedrijf waar je weinig direct contact hebt met je collega‘s en het toch handig is om te weten waar iedereen mee bezig is? Dan kun je elkaar via Twitter makkelijk op de hoogte houden. Kennisdelen met je collega’s Heb je een vraag en verwacht je dat (één van) je collega‘s het antwoord weten? Met Twitter bereik je je collega‘s direct. Urgente alertservice Werk jij op de afdeling communicatie, dan kun je een ‗bedrijfsaccount‘ aanmaken en die door werknemers laten volgen. Via deze account kun je urgente bedrijfsalerts en nieuwtjes verspreiden. Sales Aanbiedingen en je allerlaatste (product-) nieuwtjes versturen via Twitter aan ´volgende klanten/ prospects´. Community building Bezitters van jouw product(en) kunnen elkaars productervaringen volgen via Twitter. Branding/ merkwaarden laden Twitter gebruiken in je campagnes is (voorlopig) innovatief en modern. Servicen Hou je klanten met alerts op de hoogte over de door hun aangekochte producten/ diensten.
51
http://www.frankwatching.com/archive/2007/09/25/hoe-kunnen-bedrijven-profiteren-van-twitter/
37 | P a g i n a
Mogulus is een live broadcasting tool op het internet. De gebruikers kunnen hun eigen televisie kanaal aanmaken op internet en live of on-demand uitzenden. De gebruikers kunnen meerdere camera‘s opstellen en afwisselen van beeld tussen de camera‘s, ze kunnen vooraf opgenomen items instarten, graphics en flash films in hun shows verwerken en zelf via een mobiele telefoon vanaf locatie verslag leggen. Facebook is een sociale netwerk site waarmee mensen aan de hand van een eigen profiel pagina in contact kunnen komen met andere mensen (vrienden, oude bekenden, mensen met dezelfde interesses, etc.). Het is mogelijk om foto‘s en video‘s te uploaden, om links uit te wisselen en door het lezen van een andermans portfolio pagina meer over hem/haar te weten te komen. Bedrijven kunnen Facebook gebruiken om contact te houden met hun doelgroep. Hyves is een Nederlandse sociale netwerk site waarop mensen in contact kunnen komen met elkaar. Iedereen die gebruik wil maken van Hyves moet een persoonlijke pagina aanmaken, waarop zij zichzelf bekend maken aan de rest van het sociale netwerk. Hyves heeft de mogelijkheid om foto‘s, video‘s, blogs en andere widgets op de persoonlijke pagina aan te brengen. Via de blog en via krabbels (korte berichtjes die men op een andermans pagina kan achterlaten) kan men met elkaar communiceren. Bedrijven kunnen Hyves gebruiken contact te houden met hun doelgroep. Myspace is een online community waar je in contact kunt komen met vrienden en vrienden van jouw vrienden. Iedereen kan een persoonlijke pagina aanmaken en van daar uit de community verkennen en zichzelf aan hun kenbaar maken. Het is mogelijk om foto‘s, dagboeken, video‘s en andere interesses te delen met iedereen. Je kan met elkaar bijkletsen, daten, mensen koppelen, stambomen opstellen, zakelijk netwerken, oud klasgenoten/studiegenoten opzoeken en uit het oog verloren vrienden opzoeken. Bedrijven kunnen Myspace gebruiken contact te houden met hun doelgroep. Delicious is een site waarop iedereen ―bookmarks‖ van hun favoriete sites kunnen labelen, opslaan, managen en delen met anderen. De nadruk bij deze tool ligt op de kracht van de community, aangezien het geheel draait om het uitwisselen van ―bookmarks‖ zodat iedereen snel informatie en interessante sites kan vinden over het betreffende onderwerp. Voordelen zijn: Je hebt een centraal punt waar al je ―bookmarks‖ aanwezig zijn, in plaats van verschillende lijsten met ―bookmarks‖ op elke computer die je gebruikt. Je kan interessante ―bookmarks‖ met vrienden uitwisselen en zij met jou. Je kan zien wat de populairste links zijn op het web, en zo up to date blijven over wat er op dat moment speelt. Digg is een site waarop objectieve recensies geschreven worden voor films, dvd‘s, cd‘s en evenementen. Naast deze objectieve recensies kan de bezoeker ook recensies schrijven over de betreffende producten. Hierdoor kan iedereen dus lezen wat men van de film,cd etc. vond voordat ze hem zelf kopen of er naar toe gaan. Skype is een programma dat communicatie via het internet verzorgt. Dankzij Skype is het mogelijk om gratis met elkaar te bellen, videogesprekken aan te gaan of tekst berichten naar elkaar te versturen. Het is gratis zolang de ander benaderd wordt op zijn Skype account. Het is mogelijk om naar gewone telefoonnummers of mobiele nummers te bellen, maar daar moet voor betaald worden. Meebo is een tool die er voor zorgt dat men met elkaar kan communiceren aan de hand van tekst berichten. Deze gesprekken kunnen aangegaan worden tussen twee personen maar er kunnen ook groepsgesprekken gestart worden met een maximum van 40 deelnemers. Naast de gewone tekstberichten, kan men ook video chatten met elkaar en spelletjes spelen tegen elkaar. Meebo ondersteund alle accounts van instant massenger providers, zoals: AIM, Yahoo, MSN, Google talk, Gmail, Myspace IM, Facebook chat etc.
38 | P a g i n a
iGoogle is een Google Personalized Homepage. Het is een gratis dienst van Google. Het is een online startpagina van waaruit je het internet opgaat. Door items aan de pagina toe te voegen heb je een gepersonaliseerde startpagina met links naar favoriete websites, het weerbericht, RSS-feeds van vele websites en wordt er een overzicht gegeven van de laatst ontvangen e-mails (alleen voor Gmail). Vector magic is een online tool waarmee de gebruiker zijn bitmap bestanden kan vectorizeren. Dit houdt in dat elk bestandformaat, jpeg‘s, gif‘s, png‘s geopend kan worden in deze online tool, en dat deze plaatjes worden veranderd van bitmaps in gevectorizeerde plaatjes (plaatjes met vloeiende randen, hoeveel groter/kleiner je ze ook maakt). Wikipedia is een vrij toegankelijke online encyclopedie in verscheidene talen. In tegenstelling tot andere encyclopedieën wordt de inhoud van deze encyclopedie samengesteld door de gebruikers van de encyclopedie. Dit betekent dat iedereen die informatie wil toevoegen over een bepaald onderwerp dit kan doen. Tevens mag je informatie veranderen als niet klopt wat anderen geschreven hebben. Hierdoor is het een user-generated encyclopedie. Wordpress is een online site waar je een eigen blog kunt aanmaken. Deze aangemaakte blog kun je naar eigen wens aanpassen. Dit kan door het gebruiken van thema‘s, maar ook door zelf template files aan te maken. Op deze blogs kun je verscheidene plugins uploaden die extra taken voor de blog op zich nemen, zoals het scherm aanpassen als iemand met een mobiele telefoon of Nintendo DS inlogt of spammfilters uploaden. E-Bay is een van de grootste veilingsites op het internet voor het aanbieden van nieuwe of tweedehands spullen. Men kan op deze site lokaal, nationaal of internationaal handelen. Het is mogelijk op eBay spullen te koop aan te bieden voor een vooraf vastgestelde vaste prijs, maar ook voor een startprijs waar andere mensen per opbod de verkoopprijs bepalen.
6.2
Tools voor marketeers
Als marketeers gebruik maken van Web 2.0 technologie of tools maken ze meestal / gewoonlijk gebruik van de blogs, forums, sociale netwerken, virals, podcasts, slimme persberichten, gerichte 52 advertenties via zoekmachines voor verschillende doeleinden . Maar naast deze technologie zijn er ook nog andere tools die interessant kunnen zijn voor marketeers, namelijk: Hollr is een tool waarop men producten kan plaatsen die men heel erg goed, leuk vindt, of op andere wijze waardeert. Over deze producten kunnen ze reclame gaan maken via bijvoorbeeld Twitter, Facebook, Hyves of je blog etc. Dankzij de waardering van gebruikers komen de producten meer onder de aandacht bij anderen, waardoor deze meer te weten komen over het product. Dit levert het bedrijf positieve reclame op. Hiervoor worden de mensen die Hollr gebruiken beloond, door de bedrijven. Zij krijgen dan betaald per click die dankzij hun gemaakt is. Op het moment dat ze een product succesvol achten voordat het product succesvol geworden is krijgen ze een online beloning van Hollr, in de vorm van karma. Dit geeft de gebruiker meer aanzien in het Hollr netwerk. Bizzshark is een tool waarmee bedrijven de concurrenten in de gaten kunnen houden op gebied van marketingstrategieën, financiën, nieuws etc. Tevens kunnen zij zichzelf vergelijken met concurrenten op diverse gebieden. Analysis- one is een tool waarmee de marketeers een interne analyse van hun bedrijf kunnen maken. De analyses kunnen gevisualiseerd worden en geven bijvoorbeeld informatie over de zwaktes, de groei, de sterke kanten en de waarde van het bedrijf.
52
http://www.microsoft.com/belux/nl/business/businessvalue/webmarketing.mspx
39 | P a g i n a
Viraltracker is een tool waarmee marketeers het bereik en de respons van een viral reclame kunnen bijhouden op het internet. Hij doorzoekt blogs, forums, websites, sociale netwerken en video portals (zoals: Youtube, Google video, MSN video). Hij houdt het wereldwijd bij en actualiseert de gegevens. Bubbleguru is een tool waarmee bedrijven pop-up video‘s op de website of blog van het bedrijf kan plaatsen. Hierdoor krijg je betere communicatie en sturing op de site/blog, blijven bezoekers van je site/blog langer op de website aanwezig en dat stimuleert verkopen. Liverail is een online video platform voor advertenties en commercials. Op dit platform is het mogelijk om je bedrijf te promoten waarbij de kosten redelijk te voorspellen zijn. Er wordt betaald per keer dat de reclame bekeken wordt. Hierdoor zijn de resultaten goed meetbaar. Actionize is een beveiligd, web-based systeem dat clientèleinformatie up to date houdt en altijd beschikbaar is. Het verbetert de communicatie en samenwerking tussen alle mensen die intern of extern aan de projecten meewerken. Hierdoor kunnen de marketeers meer productief te werk gaan. Tumri is een merchandising- en advertentienetwerk dat de producten van een bedrijf bij de online doelgroep van het bedrijf kan brengen. Er wordt naar verscheidene kenmerken van de online user gekeken om zo een advertentie op maat te leveren. Vflyer is een tool om online advertenties te maken voor de producten van bedrijven. Deze advertenties zijn gemakkelijk en snel in elkaar te zetten en kunnen op alle online veilingsites gepost worden. StumbleUpon is een tool waarin je jouw persoonlijke interesses invult. Elke keer als je dan de StumbleUpon button in je browser indrukt wordt er automatische gezocht naar websites die interessant zijn voor jou.
6.3
Tools voor intern kennisverspreiding
Voor interne kennisverspreiding kunnen er verscheidenen technologieën of tools gebruikt worden zoals: wiki‘s, aggregators, blogs. Maar er zijn nog veel meer tools die interessant kunnen zijn zoals: Slideshare is een site waarop iedereen zijn of haar gemaakte powerpoints of word documenten kan delen met anderen. Het is zelfs mogelijk om er audio aan toe te voegen om een webseminar in elkaar te zetten. Op de site kunnen de bezoekers zoeken aan de hand van kernwoorden om zo powerpoints of word documenten over het onderwerp te vinden. Dit betekent dat iedereen gemakkelijk kan leren van wat andere mensen al onderzocht en uitgewerkt hebben. Socialcast is een tool die communicatie tussen werknemers en collega‘s makkelijker en effectiever maakt, aangezien er online privé communities opgestart worden voor de bedrijven. In deze communities kunnen de werknemers informatie met elkaar delen, vragen aan elkaar stellen, antwoord geven en samenwerken. Onehub is een tool gericht op het veilig delen van informatie. Met deze tool is het mogelijk om een beveiligd intranet of extranet op te zetten om informatie met anderen te delen. De informatie die naar elkaar verstuurd kan worden kan tot 2 gigabyte groot zijn. Today‘s meet maakt het mogelijk om online te presenteren naar anderen. Naast dat de presentator live met het publiek of met collega‘s kan praten is dit omgekeerd ook mogelijk. Hierdoor kunnen zij opmerkingen maken en/of vragen stellen waar de presentator antwoord op kan geven. De presentator kan deze gegevens opnemen in zijn presentatie als hij hem aan het testen was op een testgroep.
40 | P a g i n a
Co-op is een tool waarmee de werknemers van een bedrijf communiceren zonder elkaar te storen. Ze kunnen het gebruiken om updates te plaatsen, vragen te stellen, links uit te wisselen van interessante websites en de daarvoor benodigde tijd registreren. Yammer is een tool die bedrijven en/of organisaties de mogelijkheid geeft om productiever te worden. Door het stellen van korte vragen aan elkaar kunnen werknemers op de hoogte blijven van wie waar mee bezig is en of er problemen zijn. Zij kunnen hierop reageren door middel van het aanleveren van de juiste informatie, discussiegroepen te starten over het onderwerp of door gewoon links uit te wisselen. Cmypitch is een klein sociaal netwerk voor de kleine bedrijven. Het netwerk brengt de gebruiker in contact met andere mensen die een eigen bedrijf hebben opgestart. Door kennis en succesverhalen met elkaar te delen kun je succesvoller ondernemen. Flypaper is een tool waarmee mensen op simpele wijze interactieve powerpoint-presentaties kunnen maken die op Flash gebaseerd zijn. Ook aanpassen en/of delen van presentaties met video‘s en foto‘s etc. is mogelijk. Clearwiki is een privé wiki voor bedrijven. Deze wiki wordt gehost door Clearwiki die de wiki onderhoudt zodat het bedrijf daar geen omkijken naar heeft. De wiki is beveiligd en kan alleen worden gebruikt door de personen die uitgenodigd zijn tot de wiki. Backboard is een tool die gebruikt kan worden om direct feedback te krijgen op je gemaakte werk. Het gemaakte werk (tekst, tabellen, grafieken) wordt getoond aan anderen, in een beveiligde omgeving, waardoor samenwerking zal ontstaan met die anderen. Er kan over worden gediscussieerd en men kan feedback geven in de vorm van tekst met onderbouwing( grafieken, tabellen etc.). Teamspinner is een tool gericht op het samenwerken en kennisdelen tijdens projecten. Het is een beveiligde wiki, maar met de mogelijkheid tot het uploaden van bijlagen en commentaar van de schrijver of lezers. De veranderingen die plaats vinden, kunnen gevolgd worden aan de hand van RSS. Pbwiki is een tool die samenwerking tussen werknemers, bedrijven onderling en bedrijven en cliënten, mogelijk maakt. Deze wiki zorgt ervoor dat ieders kennis up to date blijft m.b.t. zaken die spelen, doordat men continue informatie kan raadplegen over deze zaken. Cozimo is een tool waarmee je gemaakt werk of vragen kan delen met anderen. De tool geeft de mogelijkheid om live feedback te geven op het gemaakte werk of de gestelde vraag. Dit kan dankzij een interactieve feedbackmogelijkheid. Povo is een op wiki-technologie gebaseerde samenwerkingstool. Deze tool brengt iedereen uit de betreffende community samen om te creëren en om kennis uit te wisselen. De community kan zijn, het bedrijf of een doelgroep van het bedrijf. Povo bevat tevens een zoekoptie om te zoeken naar een betreffende community. Mindmeister is een online mindmapping tool. Deze tool is geschikt om met meerdere mensen tegelijk te brainstormen. In navolging hiervan kan men gezamenlijk vanaf verschillende computers een mindmap samenstellen. Netvibes is een online tool waarmee men een eigen startpagina kan aanmaken. Deze pagina kan gevuld worden met widgets, blogs, websites, email accounts, social networks, zoekmachines, instant messengers, foto‘s,
41 | P a g i n a
videos, podcasts, en alle andere toepassingen die men interessant vindt op internet. Aan de hand van deze gepersonaliseerde pagina kan iemand binnen enkele minuten up to date blijven over de voor hem belangrijke zaken.
6.4
Overige interessante Web 2.0 tools voor bedrijven LinkedIn is een wereldomvattend sociaal netwerk voor zakelijke professionals van over de hele wereld. Op dit zakelijke sociale netwerk is te zien wat iemand voor baan heeft of heeft gehad. Wat hij/zij daarvoor allemaal heeft gedaan en met wie hij/zij allemaal in contact staat. Voor bedrijven is dit netwerk bij uitstek geschikt om te zien welke mensen/sollicitanten op welke wijze dan ook interessant kunnen zijn voor het bedrijf. Google alerts is een tool waarmee men de nieuwste zoekresultaten op Google kan volgen en daarover de nieuwste informatie toegezonden krijgt. Zo zal de gebruiker een email ontvangen met de nieuwste updates van zoekresultaten op Google, gebaseerd op de zoekopdracht of het onderwerp dat is opgegeven. Bedrijven kunnen dit gebruiken om de concurrentie te volgen en om up to date te blijven over voor hun relevante zaken. Worketc is een tool, ontwikkeld om kleinere bedrijven beter te laten functioneren. Het is een tool die de gebruiker ondersteuning biedt bij diverse belangrijke functies, zoals: klantenservice, CRM, projectmanagement, salesmanagement, ordenen van gegevens, verkoopcijfers en bestellingen. Dropcard is een tool waarmee de gebruiker direct en digitaal zijn contactgegevens via zijn mobiele telefoon kan versturen naar de e-mail van de geïnteresseerde.
42 | P a g i n a
7. Praktijkonderzoek: Web 2.0 gebruik binnen de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem Om aan een aantal voorbeelden van good practice te komen op het gebied van Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven is onderzoek gedaan binnen de testregio Haarlem en omstreken. De motivatie hiervoor, de resultaten en de voorbeelden vaan good practice zijn in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk te vinden.
7.1 Methodiek Om gegevens te kunnen verzamelen over het web 2.0 gebruik in de creatieve industrie van de regio Haarlem heb ik overleg gehad met Drs. Pieter Swager van het lectoraat E-learning van INHOLLAND. Hij deelde mij mee, dat zij op zoek waren naar kwalitatieve gegevens over wat het bedrijfsleven doet met Web 2.0 op het gebied van ―leren binnen de organisatie‖. Deze kwalitatieve gegevens zouden uitgewerkt moeten worden in een aantal voorbeelden van good practice. Omdat er kwalitatieve gegevens gevonden moesten worden, is er besloten om een kwalitatief onderzoek te houden. Een kwantitatief onderzoek levert gegevens op over hoeveel bedrijven er gebruik van maken, maar dit zou de onderzoeksvraag niet kunnen beantwoorden. Vanwege het feit dat het moeilijk was om informatie te verkrijgen over ―leren binnen de organisatie‖ is er in overleg besloten om te zoeken naar informatie over ―interne kennisverspreiding‖. Doordat er maar een korte periode beschikbaar was voor het onderzoek (half februari t/m half mei) leek het hem het best om het onderzoeksgebied af te bakenen naar een bepaalde sector in een bepaalde regio. Omdat de creatieve sector vaak wat innovatiever werkt is er voor deze sector van het bedrijfsleven gekozen in de regio Haarlem. De voorkeur is uitgegaan naar de regio Haarlem vanwege de eenvoudige bereikbaarheid. Aangezien ik zelf erg geïnteresseerd ben in de marketingkant bij bedrijven heb ik dit, in overleg met Drs. Pieter Swager, toegevoegd aan het onderzoek. Hij stemde in met mijn verzoek en het leek hem een goede oplossing, zodat de scriptie uitgebreider werd. Een andere student doet vergelijkbaar onderzoek in de regio Rotterdam, waardoor het lectoraat in een later stadium de resultaten kan vergelijken. Vervolgens ben ik op internet gaan zoeken naar bedrijven die zich in dit deelgebied bevonden en waarvan ik de indruk kreeg dat zij misschien iets deden met Web 2.0 technologie voor interne kennisverspreiding en/of voor marketing doeleinden. Van deze bedrijven heb ik een lijst samengesteld zodat ik wist welke bedrijven ik zou kunnen benaderen op het moment dat de vragen voor het interview opgesteld waren. Door onderzoek en overleg met Drs. Pieter Swager, heb ik een vragenlijst opgesteld voor het interview met de bedrijven die wilden meewerken (zie bijlage 1), en heb ik een sjabloon opgesteld voor de beschrijving van de good practices (zie bijlage 2). In overleg met Drs. Pieter Swager hebben wij in verband met de tijdsdruk en vanuit praktische overwegingen besloten om de bedrijven telefonisch te benaderen. Na vijfentwintig bedrijven benaderd te hebben, was er geen bedrijf dat mij verder kon helpen om tot een beschrijving van een good practice te komen. Dit vanwege de volgende feiten: dat ze of geen zin hadden om mee te werken geen tijd hadden om mee te werken geen Web 2.0 gebruikten voor de betreffende doeleinden dat ze het wel wilden gebruiken maar dat ze nog geen kennis genoeg hadden van het gehele onderwerp waardoor ze er nog niks mee deden. Deze manier van benaderen leverde weinig op, waardoor ik met Drs. Pieter Swager ben gaan brainstormen. Hier heb ik het idee geopperd om aan de hand van een creatief sociaal netwerk te Haarlem, genaamd ―Netwerk 023, gegevens te gaan verzamelen. Dit leek hem een goed idee en daarom ben ik naar de eerst volgende netwerkborrel van het netwerk gegaan, op 15 april 2009 in het Patronaat te Haarlem, om met verscheidene mensen te praten over wat zij deden, of ze Web 2.0 gebruikten binnen hun eigen bedrijf of het bedrijf waar zij in dienst waren en of zij geïnteresseerd waren voor een interview. Van de diverse mensen die ik die avond gesproken heb gebruikten er slechts drie Web 2.0 voor interne kennisverspreiding of voor marketingdoeleinden binnen hun bedrijf. Zij waren bereid een interview af te laten nemen. Dit waren Karel Koch van het bedrijf GNR8, Maarten Terpstra van het bedrijf Wunderworks en John Meulemans van het bedrijf Urbanology. Daarnaast kon ik een afspraak maken met Joost van den Bersselaar van het sociale media marketing bureau Primitivi voor een gesprek over sociale media, de toepasbaarheid, de toekomst en dergelijke zaken. Uit gesprekken die avond kwam verder naar voren dat bedrijven in de regio Haarlem nog niet veel gebruik
43 | P a g i n a
maken van Web 2.0 voor bedrijfsdoeleinden. Tevens werd mij aangeraden om buiten de regio te kijken, om een groter aantal interessante casebeschrijvingen te kunnen opstellen. De reden hiervoor was dat het Web 2.0 gebruik binnen de regio Haarlem, uit hun ervaringen en hun kennis van zaken, tegenviel. Dit werd bevestigd in mijn eerste telefonische rondvraag. Naar aanleiding hiervan heb ik Drs. Pieter Swager benaderd en bij hem het voorstel neergelegd op welke wijze ik de volgende fase van het onderzoek zou ingaan. Dit voorstel hield in: Het buiten de regio Haarlem zoeken naar meer voorbeelden van good practice, zodat er meer casebeschrijvingen, van bedrijven die Web 2.0 op een goede manier inzetten, opgesteld konden worden. Het praktijkonderzoek zou hierdoor een representatiever beeld schetsen van wat bedrijven met Web 2.0 doen. Of Het onderzoek vervolgen binnen de regio Haarlem om vast te moeten stellen dat bedrijven Web 2.0 binnen de regio weinig toepassen. In overleg met Drs. Pieter Swager is besloten dat er breder gekeken moest worden. Gebaseerd op deze beslissing kon ik het bedrijf Wunderworks in Almere benaderen. De voorbeelden van good practice zijn na het opstellen, ter goedkeuring naar de bedrijven gestuurd. Alle beschreven voorbeelden zijn goegekeurd door de bedrijven zelf. Om meer interessante bedrijven te vinden die mogelijk geïnteresseerd waren in mijn onderzoek heb ik een oproep geplaatst op het sociale netwerk ―Netwerk 023‖ (Figuur 22, zie bijlage 3). Na één week was er nog geen enkele reactie op gekomen. Naar aanleiding hiervan heb ik Maarten Terpstra benadert die, naast zijn werkzaamheden bij Wunderworks, zich bezig houdt met het sociale netwerk ―Netwerk 023‖, om te vragen of mijn oproep op de homepage van het sociale netwerk geplaatst kon worden. Dit vond hij geen probleem en hij heeft mijn oproep daar geplaatst. Helaas heeft dit tot op heden geen reacties opgeleverd.
Figuur 22 Oproep Web 2.0 gebruikende bedrijven in Haarlem
Uit de interviews met Karel Koch en Maarten Terpstra, kwamen namen naar voren van mensen die ik kon benaderen voor mijn onderzoek. Dit waren John Meulemans van Urbanology (met hem had ik al een afspraak gemaakt) en Iskander Smit van het bedrijf Info.nl te Amsterdam. Maarten Terpstra heeft
44 | P a g i n a
Info.nl voor mij benaderd waarna ik een email van Iskander Smit ontvangen heb, met het verzoek een afspraak te maken. Hierop heb ik gereageerd, maar tot op heden geen verdere reactie op ontvangen. De informatie uit de interviews met Karel Koch, Maarten Terpstra en John Meulemans heb ik uitgewerkt aan de hand van mijn sjabloon ter beschrijving van de good practice (zie bijlage 2) en zijn te vinden in paragraaf 6.3 .
7.2 Resultaten onderzoek naar het Web 2.0 gebruik in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem Het onderzoek naar het Web 2.0 gebruik in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem heeft verscheidene resultaten opgeleverd (Figuur 23). Door online onderzoek naar bedrijven in de creatieve sector van de regio Haarlem is naar voren gekomen dat sommige bedrijven aan het experimenteren zijn met Web 2.0 technologie voor marketing doeleinden. Zo heeft VNU Media op hun website van het weekblad Intermediair een twitterfeed gehad en maakt CWS media gebruik van Facebook, LinkedIn en Skype. Maar beide bedrijven konden geen tijd vrijmaken om mee te werken aan het onderzoek. Dit bleek uit de telefonische gesprekken die ik met vijfentwintig bedrijven gehouden heb. Uit de telefonische gesprekken is gebleken dat bedrijven in de creatieve sector van de regio Haarlem op het moment nog weinig doen qua Web 2.0 gebruik voor interne kennisverspreiding binnen het bedrijf of voor marketing doeleinden (Hierbij moet nadrukkelijk vermeld worden dat het in dit onderzoek niet om een representatieve steekproef gaat, maar om het naast elkaar plaatsen van een aantal typische voorbeelden van good practice). De reacties die uit de gesprekken naar voren kwamen waren dat bij vijftien bedrijven ze niet wilden meewerken in verband met tijd en drukte. Acht bedrijven maakten er geen gebruik van en twee bedrijven waren wel geïnteresseerd in Web 2.0 technologie binnen het bedrijf maar hadden nog geen kennis van zaken waardoor ze het nog niet gebruikten. Uit gesprekken met mensen op de netwerkborrel van het creatieve netwerk ―Netwerk 023‖ van de regio Haarlem, bleek dat weinig bedrijven in de regio Haarlem Web 2.0 gebruikten. Maar de bedrijven GNR8 en Urbanology gebruiken wel Web 2.0 technologie voor interne kennisverspreiding en voor marketing doeleinden. Deze zijn dan ook uitgeschreven als voorbeelden van good practice in de volgende paragraaf. Uit de gesprekken met professionals die aangesloten zijn aan het sociale netwerk ―Netwerk 023‖ kwamen een aantal redenen naar voren waarom nog niet veel bedrijven Web 2.0 technologie gebruikten. De redenen waren dat de bedrijven de kennis nog niet bezaten over Web 2.0 technologie om het goed in te kunnen zetten. Verder zijn bedrijven nog niet open en flexibel genoeg om over te gaan naar Web 2.0 technologie voor interne kennisverspreiding en voor marketing doeleinden. Als laatste vinden bedrijven, de inzet van Web 2.0 technologie, een te grote tijdsinvestering. Dit komt omdat het noodzakelijk is dat men tijd investeert in ingezette Web 2.0 technologie om de band met de doelgroep te kunnen behouden en te versterken.
Reacties onderzoek Web 2.0 gebruik in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem 15 10 5 0 Niet Gebruiken meewerken het niet
Missen kennis
Gebruiken het wel
Figuur 23 Reacties onderzoek Web 2.0 gebruik in de creatieve sector van het bedrijfsleven in Haarlem
45 | P a g i n a
7.3 Good practices Uit het onderzoek naar het Web 2.0 gebruik in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem zijn twee cases van good practice gekomen. Daarnaast is er nog één good practice uitgeschreven van het bedrijf Wunderworks in Almere. Deze is verkregen uit contacten via het sociale netwerk van creatieve bedrijven in de regio Haarlem, ―Netwerk 023‖. Tevens omdat een extra voorbeeld van good practice zeer interessant is voor het E-learning lectoraat van Hogeschool INHOLLAND. Alle drie cases zijn de enige die uitgeschreven konden worden voor het praktijkonderzoek. Deze drie uitgeschreven practices tonen aan dat het Web 2.0 gebruik binnen de bedrijven succesvol is, waardoor het tevens voorbeelden zijn van good practice. De cases gaan in op de gebieden interne kennisverspreiding (hoe verwerft men informatie en verspreid men deze informatie binnen het bedrijf) en marketing. 7.3.1
Good practice GNR8
Bedrijf:
GNR8
Medewerker:
Karel Koch, Directeur
Het bedrijf GNR8 is een studentenbedrijf dat is opgezet door de Hogeschool INHOLLAND Haarlem. In opdracht van bedrijven uit de creatieve industrie voeren studenten, in de vorm van stages, minors of afstudeerprojecten, verschillende projecten uit. Met de oprichting van GNR8 wordt een brug geslagen tussen de kennisinstelling en het regionale bedrijfsleven. GNR8 draait bijna volledig op studenten, en heeft twee keer per jaar een nieuwe lichting. De eerste lichting werkt bij GNR8 van september tot februari en de tweede lichting van februari tot juli. Interne kennisverspreiding Waarom heeft GNR8 Web 2.0 gebruik gekozen voor interne kennisverspreiding? Vanwege het feit dat GNR8 volledig op studenten draait, zo‘n 15 tot 20 per periode, die er maar voor periodes van 10 tot 20 weken aanwezig zijn, is het van belang dat de startende groep goed geïnformeerd wordt over het project dat zij moeten voortzetten van de vorige groep. Vroeger werd deze informatie aan het einde van de periode door de huidige groep op een cd weggeschreven zodat de volgende groep alle informatie had die nodig was (zodat zij verder konden gaan waar de vorige groep gestopt was). Maar dit verliep moeizamer dan men verwachtte. Daardoor zijn ze gaan kijken naar alternatieven. Aangezien GNR8 een bedrijf is dat zich richt op de nieuwe media en toepassingen hiervan, ze hier veel van uitproberen en kennis over opdoen, leek een wiki voor hen een geschikte oplossing. Wat gebruikt GNR8? Gnr8 maakt gebruik van een wiki, genaamd ―Wetpaint‖ om hun informatie te verzamelen, aan te passen en te bewaren. ―Wetpaint‖ is een online wiki waarop alleen de bevoegde mensen informatie op kunnen opzoeken of plaatsen, in dit geval de huidige werknemers van GNR8. In hoeverre is het effectief? GNR8 maakt nu ruim één jaar (opgestart in februari 2008) gebruik van de wiki ―Wetpaint‖, waardoor GNR8 al redelijk wat kennis opgedaan heeft over hoe een wiki intern het best te gebruiken is. Zo hebben ze een wiki voor GNR8 in het algemeen, om de werknemers op de hoogte te brengen van wat GNR8 precies is en wat ze doet, maar ze hebben ook wiki‘s opgestart voor de lopende projecten. Eén van deze projecten is TVents (een platform waarop alle informatiestromen rondom een evenement op samenkomen). Dit project loopt nu anderhalf jaar en heeft al drie verschillende projectteams gehad, de vierde is er op dit moment mee aan de slag gegaan. Al de relevante en belangrijke data over dit project wordt verzameld en bewaard op de TVents wiki, waardoor het een zeer complete informatiebron geworden is voor de projectgroepen. Zo staat er bijvoorbeeld op wat het is en wat er mee mogelijk is. Maar ook hoe je bepaalde dingen moet aanpakken, welke encoders geschikt zijn om
46 | P a g i n a
filmmateriaal van een evenement om te zetten tot geschikt internet materiaal, en meer van dit soort zaken. Met andere woorden alle informatie is op één punt aanwezig, waar iedereen die het nodig heeft, er bij kan en iedereen het kan bekijken, veranderen en gebruiken wanneer hij/zij dat wil of nodig zaken. Hierdoor hebben ze bij GNR8 de ervaring opgedaan dat er minder gesprekken hoeven plaats te vinden tussen de teams en de leidinggevenden (die normaal alleen de kennis hadden van het project). Tevens wordt op deze wijze iedereen op de hoogte gebracht van de zaken rondom het project. Dit houdt in dat er efficiënter te werk kan worden gegaan binnen het bedrijf. Wat heeft het opgeleverd voor GNR8? Het gebruik van de wiki heeft er voor gezorgd dat de werknemers binnen het bedrijf altijd de benodigde informatie bij de hand hebben en het zelf ook kunnen uitbreiden voor de volgende groepen studenten die projecten bij GNR8 gaan draaien. Doordat iedereen zichzelf kan informeren vinden er minder informatiegesprekken plaats. Dit betekent tijdsbesparing en dus een productievere groep werknemers. Is het succesvol geweest voor GNR8? Het is zeker succesvol geweest voor GNR8 om wiki‘s te gaan gebruiken omdat ze merken dat de studenten nu zelfstandiger kunnen opereren binnen het bedrijf en binnen hun projecten. Marketing doeleinden Waarom heeft GNR8 Web 2.0 gebruik gekozen voor marketing doeleinden? GNR8 is een bedrijf is dat zich richt op de nieuwe media en toepassingen hiervan, ze voeren op dit gebied opdrachten uit voor bedrijven. Ze hebben veel kennis op het gebied van Web 2.0 en sociale media. Door die specifieke kennis zijn ze zelf ook sneller geneigd om Web 2.0 tools en sociale media te gebruiken voor verscheidene doeleinden. Eén goed voorbeeld hiervan is dat ze actief aanwezig zijn binnen een sociaal netwerk. Het doel hiervan is om in contact te komen met andere bedrijven voor kennisuitwisseling, samenwerkingsdoeleinden en voor het verwerven van nieuwe opdrachten. Wat gebruikt GNR8? GNR8 is medeoprichter van, en aangesloten op, het sociale netwerk ―Netwerk 023‖ (Figuur 24). Dit sociale netwerk is het netwerk voor bedrijven in media, reclame en internet met als bindende factor Haarlem. Het netwerk bestaat sinds december 2007, heeft ondertussen bijna 700 leden en GNR8 is vanaf het begin actief geweest op dit sociale netwerk. In hoeverre is het effectief? Door actief aanwezig te zijn op het sociale netwerk ―Netwerk 023‖ heeft GNR8 volgens de leiding van het bedrijf meer exposure gekregen en is GNR8 in contact gekomen met verscheidene bedrijven. Een aantal van deze bedrijven hebben GNR8 benaderd om een opdracht voor hen uit te voeren. Eén bedrijf dat opdrachtgever voor GNR8 geworden is, is Primitivi (een communicatiebureau op het gebied van sociale media). Primitivi had als opdracht voor GNR8 om een twittersysteem op te zetten waardoor mensen alle tweets van de goede doelen tegelijk konden volgen, genaamd ―Giveatweet‖. GNR8 heeft dit gerealiseerd en het product met succes opgeleverd aan de klant. Een ander voorbeeld van een opdracht die ze binnen gehaald hebben dankzij het netwerk, is een opdracht van ―Directforce‖ (een actiemarketing bureau). Er werd gevraagd om een visuele database op te zetten voor het bedrijf. Dit betekende een database gekoppeld aan ―Google Maps‖. Dankzij deze combinatie is het mogelijk om te zien welke werknemers er voor een bepaalde actie bezig waren, hoe succesvol het was en waar ze zich bevonden. Dankzij de combinatie met ―Google Maps‖ kan men visueel zien welke plekken goede actieplekken waren en welke niet, etc. Ook deze opdracht is met succes afgerond. Duidelijk is dat GNR8 dankzij hun aanwezigheid op het sociale netwerk ―Netwerk023‖ opdrachten weet te verkrijgen. Ze worden benaderd door potentiële opdrachtgevers zonder hier zelf erg veel moeite voor te doen. De benadering vind op verschillende manieren plaats, via het mail systeem in het netwerk, gebeld worden doordat de contactgegevens op het netwerk aanwezig zijn, maar ook tijdens de netwerkborrels die worden georganiseerd door Netwerk 023. Uiteindelijk kost deze exposure GNR8 niks behalve een kleine tijdsinvestering.
47 | P a g i n a
Wat heeft het opgeleverd voor GNR8? Dankzij het aanwezig zijn op het sociale netwerk ―Netwerk 023‖ krijgt GNR8 meer exposure, waardoor steeds meer bedrijven weten dat het bedrijf bestaat. Deze extra exposure zorgt ervoor dat GNR8 extra opdrachten kan verwerven, wat weer doorwerkt in extra omzet voor het bedrijf. Is het succesvol geweest voor GNR8? Het aanwezig zijn op het sociale netwerk ―Netwerk 023‖ is succesvol voor GNR8. Zoals gebleken is weten ze extra opdrachten binnen te slepen via dit sociale netwerk wat zich doorvertaalt in extra omzet. Extra omzet betekent dat het bedrijf beter draait dus succesvoller geworden is dankzij zijn aanwezigheid op het sociale netwerk ―Netwerk 023‖.
Figuur 24 Sociale netwerk creatieve bedrijven in de regio Haarlem genaamd "Netwerk 023"
48 | P a g i n a
7.3.2
Good practice Wunderworks
Bedrijf:
Wunderworks
Medewerker:
Maarten Terpstra, Enabler (Marketing/communicatie & Support/R&D)
Het bedrijf Wunderworks is een softwarebedrijf start-up gericht op de verbetering van multi-user interactie en samenwerking op één desktop. Ze zijn gericht op het ontwikkelen van software die de betrokkenheid van werknemers vergroot en het naadloos samenwerken tussen de werknemers binnen het bedrijf wil perfectioneren. Wunderworks is opgericht in 2005 te Nederland en heeft 10 werknemers, naast deze vaste werknemers schakelen ze ook externe experts in wanneer het nodig is. Interne kennisverspreiding Waarom heeft Wunderworks Web 2.0 gebruik gekozen voor interne kennisverspreiding? Wunderworks heeft bewust gekozen voor Web 2.0 inzet op het vlak van interne kennisverspreiding binnen het bedrijf. Ze hebben ervoor gekozen omdat ze het een efficiënte manier vinden om de huidige kennis en de nieuwe kennis, die ze elke dag opdoen, te verspreiden onder hun werknemers. Door de inzet van Web 2.0 voor interne kennisverspreiding weet iedereen waar ze alle informatie kunnen vinden en kan iedereen nieuwe interessante en relevante informatie voor het bedrijf toevoegen. Het bedrijf blijft up to date over relevante zaken. Zo houden ze de concurrentie in de gaten, wat er over hen en hun producten geschreven wordt en de innovaties op het vlak van multiuser interactie. Wat gebruikt Wunderworks? Wunderworks maakt gebruik van een aantal verschillende Web 2.0 toepassingen voor interne kennisverspreiding. Ze maken gebruik van een interne blog die gekoppeld is met RSS, ze gebruiken een aggregator genaamd Netvibes om het internet te monitoren en ze doen aan crowdsourcing door middel van een feedback optie (Uservoice)op hun eigen website. Alle informatie die ze door het monitoren van het web en van de feedback op hun website krijgen, wordt op de interne blog gepost zodat iedereen meteen die informatie tot zijn beschikking heeft. Binnen Wunderworks houden ze ook eens per maand een ―linkmeeting‖. Deze ―linkmeeting‖ is een vergadering tussen alle medewerkers van het bedrijf. Hier bespreken ze onderling wie relevante en interessante links voor het bedrijf op het internet heeft gevonden, om zo de participatie van iedereen te verhogen. In hoeverre is het effectief? De interne blog De interne blog gebruikt Wunderworks slechts enkele maanden en deze blijkt in zakelijk opzicht goed te werken. Er wordt veel informatie verzameld over de concurrentie, over hoe er over het bedrijf en hun producten wordt geschreven en over nieuwe innovaties op het vlak van multi-user interactie. Elke nieuwe post die op de blog aangemaakt wordt, is gekoppeld aan RSS. Hierdoor krijgt iedereen binnen het bedrijf een notificatie dat er een nieuwe post aanwezig is. Dit betekent dat de medewerkers pas naar de blog moeten gaan op het moment dat ze hier bericht van krijgen. Het bedrijf boekt tijdwinst: niet hoeven zoeken naar berichten die er niet zijn, voorkomt tijdverspilling Dankzij de linkmeetings wordt er redelijk geparticipeerd door de medewerkers van het bedrijf. Iedereen leest de informatie, maar slechts vier van de tien voegen daadwerkelijk informatie toe aan de blog. Ze hopen dat uiteindelijk meer mensen gaan participeren als wordt ingezien hoe anderen ermee bezig zijn en men aan de nieuwe tool gewend is geraakt.
49 | P a g i n a
Netvibes aggregator De aggregator Netvibes wordt bij Wunderworks gebruikt om verscheidene forums, blogs, websites, Twitter en dergelijke in de gaten te houden, oftewel monitoring (Figuur 25). Maarten Terpstra is degene binnen het bedrijf die dit als een vaste taak heeft en is hier dagelijks mee bezig. Hij kan dankzij Netvibes op een eenvoudige manier het gehele web in de gaten houden door op trefwoorden te zoeken. Zoekwoorden die relevant voor Wunderworks zijn, zijn Figuur 25 Gevonden twitter bericht bijvoorbeeld Wunderworks en Multipoint (product van de concurrent over Wunderworks Microsoft). Doordat de aggregator alle relevante informatie verzamelt bij elkaar trekt hoeft Maarten niet zelf op zoek maar komt alle relevante informatie op één plek bij elkaar. Dit werkt dus een stuk efficiënter dan zelf het gehele web af te zoeken. Met een aggregator verspil je geen kostbare zoektijd. Crowdsourcing Op de website Wunderworks.com bevindt zich een feedback knop aan de linker kant van het scherm (programma Uservoice) (Figuur 26). De bezoekers kunnen deze feedback optie gebruiken om problemen neer te leggen bij Wunderworks maar ook om problemen voor te leggen bij andere bezoekers van de website (Figuur 27). Wunderworks krijgt op deze manier veel informatie binnen van wat hun doelgroep wil of wat er verbeterd kan worden aan een betreffend product.
Figuur 26 Website Wunderworks
Zo krijgen ze veel informatie over oplossingen van bezoekers. Naast een bruikbare informatiebron is het ook een goede vorm van service doordat Wunderwerk heel gericht op de ingezonden berichten reageert. Uiteindelijk worden de gebruikers van het feedbackforum steeds actiever waardoor vele problemen al zijn opgelost door anderen zonder inmenging van Wunderworks. Resultaat tijdwinst. Alle kennis die wordt opgedaan wordt op de interne blog gepost zodat iedereen zich kan informeren over mogelijke problemen en passende oplossingen van gebruikers.
Figuur 27 Feedback of Wunderworks.com
50 | P a g i n a
Wat heeft het opgeleverd voor Wunderworks? Er is natuurlijk niet precies op te noemen wat deze toepassing van Web 2.0 voor hun interne kennisverspreiding heeft opgeleverd. Maar wat wel duidelijk is, is dat het een enorme tijdsbesparing heeft opgeleverd. Elke toepassing die ze gebruiken heeft ervoor gezorgd dat ze meer of dezelfde informatie krijgen als op andere manieren, maar dat het tijdverlies m.b.t. informatieverwerving veel minder is. Verder hebben deze vormen van interne kennisverspreiding ervoor gezorgd dat de informatie bij iedereen in het bedrijf terechtkomt. Dit betekent dat iedereen op de hoogte is van hoe het met het bedrijf gaat, wat er opgelost moet worden, wat de concurrentie aan het doen is en wat er moet gebeuren. Is het succesvol geweest voor Wunderworks? Tot nu toe is het redelijk succesvol. Ze verkrijgen bruikbare informatie en weten wat er speelt bij doelgroep en concurrentie. Alleen de participatie van de werknemers moet nog omhoog zodat deze toepassing nog rendabeler kan worden. Marketing doeleinden Waarom heeft Wunderworks Web 2.0 gebruik gekozen voor marketing doeleinden? Wunderworks is een klein, maar ambitieus, bedrijf dat zich voornamelijk gericht heeft op Web 2.0 toepassingen voor marketingdoeleinden. Ze willen een specifieke doelgroep benaderen met hun marketinguitingen omdat ze specifieke producten leveren. Maar de belangrijkste reden is dat bij een breder opgezette campagne (uitingen via massamedia) de mogelijkheid ontstaat dat ze de vraag naar hun producten niet kunnen verwerken. Als laatste is er een klein budget voor promotie, dus moeten de beschikbare middelen verantwoord besteed worden. Een goede inzet van Web 2.0 toepassingen zorgt voor doelgerichte en efficiënte promotie en past daarom precies bij wat Wunderworks nastreeft. Wat gebruikt Wunderworks? Wunderworks maakt gebruik van een aantal Web 2.0 toepassingen voor marketing doeleinden. Ze zijn actief op blogs voor promotie,ze hebben een wiki voor mogelijke investeerders, ze doen veel aan zoekmachineoptimalisatie en ze hebben een eigen blog op de website van het Financiële dagblad. In hoeverre is het effectief? Aanwezigheid op blogs Wunderworks staat in contact met verscheidene blogs. Ze proberen continue om berichten over hun nieuwe producten en innovaties op de, voor hun interessante, blogs te plaatsen. Ze schrijven deze blogs altijd persoonlijk aan om zo een één op één relatie op te bouwen. Doordat ze vaak persoonlijk contact leggen, merken ze dat er vaak meer mogelijkheden ontstaan. De blogs waar ze hun berichten op plaatsen, zijn blogs die door hun doelgroep veel gebruikt en gelezen worden. Eén blog hiervan is de blog ―Lifehacker‖. Op 9 november 2008 hadden ze bijvoorbeeld een bericht op deze blog geplaatst over hun product ―Teamplayer‖ ( een softwareprogramma dat het mogelijk maakt om meerdere computermuizen tegelijk te gebruiken in één windows Figuur 28 Teamplayer post op Lifehacker omgeving)(Figuur 28).
51 | P a g i n a
Dankzij deze post op de voor hun juiste blog kreeg Wunderworks die dag meteen een stuk meer traffic op de site met geïnteresseerden. Zoals te zien is in figuur 29 is het bezoekersaantal van de Wunderworks website omhoog geschoten van enkele honderden bezoekers per dag naar 5436 bezoekers op de dag van de post.
Figuur 29 Bezoekers aantal Wunderworks.com na de blogpost op Lifehacker
Deze promotie heeft Wunderworks niks gekost behalve het schrijven van het bericht en de manuren hiervoor. Met deze geringe investering kreeg Wunderworks meer naamsbekendheid. Verder werd het programma door een groot aantal potentiële gebruikers gedownload. Wiki voor investeerders Wunderworks heeft een wiki opgezet via Wetpaint waarmee ze de potentiële investeerders van informatie kunnen voorzien over het bedrijf Wunderworks en hun producten (Figuur 30). Potentiële investeerders kunnen, te allen tijde en ongeacht waar ze zich bevinden, de informatie tot zich nemen. Deze wiki is voor iedereen toegankelijk. De wiki is voor Wunderworks een efficiënte tool om mensen te informeren. Door alle info op de wiki te plaatsen hoeft Wunderworks weinig materiaal te versturen, hierdoor maken ze minder kosten.
Figuur 30 Wunderworks wiki
52 | P a g i n a
Zoekmachineoptimalisatie Zoekmachineoptimalisatie is iets dat Wunderworks veel doet. Ze hebben alles aangepast om beter gevonden te worden door Google. Mede door de links met de blogposts en dergelijke, staan ze tegenwoordig hoog in het rankingsysteem van Google. Ze zijn zelfs op 11 november 2008 op de eerste pagina (Figuur 31), onder het zoekwoord multi user, gekomen door middel van blogposts op verscheidene blogs (links).
Figuur 31 Wunderworks product op Google's 1e pagina "Multi user
Blog op de website van het Financiële dagblad Wunderworks heeft sinds enkele maanden een eigen blog op de website van het Financiële dagblad (Figuur 32). Deze blog gebruiken ze om mogelijke investeerders te trekken, maar ook om andere te informeren hoe bedrijven mogelijke investeerders kunnen aantrekken. Deze blog wordt bijgehouden waardoor ze extra onder de aandacht komen. Waardoor de blog het meest voor hun kan betekenen en opleveren. Er is nog niet te precies te zeggen wat het Wunderworks oplevert. Wel is te zien dat ze meer traffic genereren op de website.
Figuur 32 Wunderworks blog (http://www.fd.nl/ondernemen/geld-gezocht/)
53 | P a g i n a
Wat heeft het opgeleverd voor Wunderworks? Het gebruik van deze Web 2.0 toepassingen voor marketing doeleinden heeft Wunderworks verscheidene dingen opgeleverd. Zo hebben ze meer bekendheid / exposure genoten door aanwezig te zijn op blogs en door hun zoekmachine optimalisatie, maar het belangrijkste is dat het hun onder de aandacht heeft gebracht bij potentiële investeerders en een grotere database met geïnteresseerden heeft opgeleverd. De database wordt aangelegd door het vragen naar een e-mail adres (niet verplicht) bij de download van een programma. Doordat het niet verplicht is geven bijna alleen geïnteresseerde mensen hun e-mail waardoor ze dus een zeer bruikbare database hebben opgebouwd. Is het succesvol geweest voor Wunderworks? Het is zeker succesvol geweest voor Wunderworks. De blogposts die ze plaatsten,genereerde veel traffic op de website. Dit was positief voor de naamsbekendheid en zorgde voor een grotere database met geïnteresseerden. Wunderworks heeft met geringe investeringen redelijk rendement. Kortom succesvol. Toekomst visie: Web 2.0 of Web 3.0 investering? Is het nog interessant voor bedrijven om te investeren in Web 2.0 of moeten ze al gaan investeren in Web 3.0? Dat verschilt per bedrijf, grotere bedrijven zouden al kunnen beginnen met investeren om vroeg kennis op te doen over Web 3.0, de mogelijkheden ervan en de manier van werken met Web 3.0. Maar voor de kleinere bedrijven is het nog niet interessant genoeg. Ten eerste begint Web 2.0 nu, 4 à 5 jaar na introductie, pas aan te slaan. Hierdoor zal het nog wel een aantal jaren duren voordat Web 3.0 interessant wordt voor bedrijven. Ten tweede is het nog niet duidelijk wanneer Web 3.0 / het semantische web daadwerkelijk zijn intrede maakt. Bedrijven met een gering budget kunnen beter investeren in Web 2.0 dan in Web 3.0. Dat levert naar verhouding meer rendement. Daarom is het ―zonde als je geen Web 2.0 gebruikt‖.
54 | P a g i n a
7.3.3
Good practice Urbanology
Bedrijf:
Urbanology
Medewerker:
John Meulemans, managing partner
Het bedrijf Urbanology is een communicatie-adviesbureau met een sterke focus op interactie en daarmee internet. Het bereiken, maar ook het betrekken van de doelgroep, staat centraal in hun aanpak. In plaats van zenden, geloven zij sterk in de interactie tussen merk en doelgroep. Hierdoor ontstaat een (h)echte relatie. Het bedrijf Urbanology bestaat uit een team van 12 werknemers. Veel van deze werknemers hebben het gebruik van nieuwe media ―in hun bloed‖, waardoor er binnen het bedrijf veel gebruik gemaakt wordt van nieuwe media en toepassingen hiervan. Zo gebruiken ze Web 2.0 toepassingen voor interne kennisverspreiding, voor marketing maar ook voor algemenere zaken. Eén voorbeeld hiervan is dat zij Last.fm gebruiken voor de muziek tijdens het werken. Er is een kanaal opgesteld waaraan alle profielen van de werknemers gekoppeld zijn, hierdoor is er een algemene playlist ontstaan met een mix van de muziekstijlen van alle werknemers. Interne kennisverspreiding Waarom heeft Urbanology Web 2.0 gebruik gekozen voor interne kennisverspreiding? Urbanology is een bedrijf waarvan de werknemers veel werken met nieuwe media. Hierdoor zit het gebruik van nieuwe media in hun bloed en dus ook in de ―DNA‖ van het bedrijf. Dit is de voornaamste reden waarom zij Web 2.0 gebruiken binnen het bedrijf. Daarnaast werkt het gebruik van Web 2.0 voor interne kennisverspreiding tijdsbesparend. Ze verliezen dankzij Web 2.0 weinig tijd. Er is een zeer efficiënte wijze van informatieverspreiding over zaken als afspraken met klanten, nieuwe deadlines en zaken die veranderd moeten worden voor de opdrachten. Een extra reden die nog gegeven werd is, dat geen specifieke software op de computers geplaatst hoeft te worden. Met als bijkomend voordeel dat de werknemers zich vanaf elke locatie kunnen informeren. Wat gebruikt Urbanology? De werknemers bij Urbanology maken gebruik van verscheidene Web 2.0 toepassingen voor interne kennisverspreiding. Ze maken gebruik van Google Docs, Google Agenda, Delicious, Mediawiki, iGoogle, Yahoo Pipes en Twitter. In hoeverre is het effectief? Google Docs Google Docs wordt intern gebruikt om samen aan documenten te werken (Figuur 33). Ze gebruiken het voor diverse documenten maar met name voor planningen en strategiedocumenten. Door het samen opstellen van planningen of strategieën voor opdrachten, kan iedereen meedenken en input leveren. Tevens is de informatie op één plek aanwezig, waardoor iedereen het gemakkelijk kan vinden. Dit betekent dat iedereen binnen Urbanology efficiënter kan werken en geholpen wordt door zijn collega‘s.
55 | P a g i n a
Figuur 33 Google Docs
Google Agenda (Calendar) Bijna alle medewerkers van Urbanology maken gebruik van Google Agenda (Figuur 34). Met Google Agenda kunnen ze al hun afspraken op één centrale plaats bijhouden en tevens hun agenda delen met collega‘s. Hierdoor kan iedereen op de hoogte blijven over wie, wanneer beschikbaar is of afspraken heeft. Dit vormt de basis voor een beter samenwerkingsverband. Plannen en organiseren van vergaderingen, benaderen van belanghebbenden, is eenvoudiger. Kortom het gebruik van Google Agenda leidt tot een efficiëntere samenwerking binnen het bedrijf.
Figuur 34 Google Agenda (Calendar)
56 | P a g i n a
Delicious Delicious wordt door Urbanology medewerkers gebruikt om elkaar op de hoogte te houden van interessante zaken die gevonden worden op het internet (Figuur 35). Dit kan informatie zijn zoals: input voor presentaties van collega‘s relevante informatie over klanten waarvoor collega‘s bezig zijn (spreker voor een evenement, nieuwe leveranciers, onderzoeksgegevens onderzoeken en statistieken over Urbanology, concurrenten of interessante producten Deze informatie wordt door de vinder getagged en er wordt een bookmark van gemaakt. Deze wordt doorgestuurd aan de juiste collega(s) zodat die de informatie kan gebruiken. Tevens wordt alle informatie gearchiveerd in Delicious opdat het gemakkelijk terug te vinden is. Doordat de werknemers van Urbanology op deze manier te werk gaan, zijn de werknemers altijd up to date en besparen ze tijd met zoeken. Ze ondersteunen elkaar.
Figuur 35 Delicious
Mediawiki Mediawiki wordt ingezet als verzamelpunt van alle informatie binnen Urbanology. Hier is alles te vinden over de opdrachten die op dat moment lopen. De wiki is voor alle medewerkers makkelijk bereikbaar. Daardoor kunnen alle medewerkers zich informeren over deadlines en opdrachten. Ook iedereen kan zelf informatie toevoegen als er bijvoorbeeld een nieuwe opdracht aangenomen is of als er iets veranderd moet worden in een bestaande opdracht. Hierdoor kan men binnen Urbanology efficiënter te werk gaan en blijft iedereen op de hoogte van de lopende opdrachten en de laatste ontwikkelingen. iGoogle / Yahoo Pipes iGoogle en Yahoo Pipes worden gebruikt om het web te monitoren. Ze gebruiken deze tools om, blogs, Twitter en verscheidene forums in de gaten te houden. Informatie waarop ze monitoren heeft betrekking op Urbanology, klanten, concurrenten en nieuwe innovaties. Hierdoor kunnen ze adequaat inspelen op concurrentie en op wat er over hun bedrijf geschreven wordt. De informatie die gevonden wordt, wordt intern naar de juiste mensen verstuurd, waardoor er efficiënter gewerkt kan worden. Twitter Tien van de twaalf medewerkers van Urbanology is actief op Twitter. Daarmee is het een interessante tool om elkaar snel op de hoogte te houden over interessante bevindingen. Door middel van Twitter sturen ze links door naar elkaar met (mogelijk) relevante informatie. Hierdoor krijgt iedereen medewerking van zijn collega‘s waardoor zij sneller en/of meer informatie verkrijgen. Zo kan er efficiënter gewerkt worden.
57 | P a g i n a
Wat heeft het opgeleverd voor Urbanology? Over het algemeen zorgt de inzet van de Web 2,0 toepassingen voor tijdsbesparing en een efficiënter lopend bedrijf. Elke toepassing die ze gebruiken heeft ervoor gezorgd dat ze in vergelijking tot andere wijzen van werken, meer of dezelfde informatie krijgen, in minder tijd. Tevens hebben deze vormen van interne kennisverspreiding er voor gezorgd dat de informatie bij iedereen in het bedrijf terechtkomt. Dit betekent dat iedereen op de hoogte is van, hoe het met het bedrijf gaat, welke problemen opgelost moeten worden, wat de concurrentie doet en wat er moet gebeuren. Is het succesvol geweest voor Urbanology? De inzet van de Web 2.0 toepassingen is zeker succesvol geweest voor Urbanology. Veel medewerkers binnen het bedrijf maken er gebruik van. Dit heeft ertoe geleid dat het bedrijf succesvol werkt. Zonder deze toepassingen was er een geringere toevoer van informatie geweest waardoor er per medewerker meer werk verzet had moeten worden. Dit betekent dat het bedrijf zonder inzet van Web 2.0 toepassingen dus minder efficiënt zou hebben gefunctioneerd. Marketing doeleinden Waarom heeft Urbanology Web 2.0 gebruik gekozen voor marketing doeleinden? Bij Urbanology is er gekozen voor Web 2.0 gebruik voor marketing doeleinden omdat het in het ―DNA‖ van het bedrijf zit om nieuwe media, en dus Web 2.0 toepassingen, te gebruiken. De medewerkers maken bijna allemaal (op z‘n minst 10 van de 12) gebruik van nieuwe en bestaande Web 2.0 tools. Dit stimuleert automatisch het gebruik van Web 2.0 toepassingen binnen het bedrijf. De andere reden voor het gebruik van Web 2.0 voor marketing doeleinden is, omdat het efficiënt is. Het levert vaak net zoveel of meer op dan traditionele marketing methodes, maar tegen een lagere kostprijs. Dit komt doordat het gebruik van Web 2.0 doelgerichter ingezet kan worden dan andere methodes. Wat gebruikt Urbanology? Voor marketing doeleinden maakt Urbanology gebruik van verscheidene Web 2.0 toepassingen. Dit zijn Twitter, Slideshare, Youtube en een eigen Urbanology blog (http://www.urbanologyblog.com/). In hoeverre is het effectief? Twitter Twitter wordt gebruikt als PR tool (Figuur 36). Via Twitter sturen ze tweeds over persberichten en nieuwsberichten naar buiten om zo exposure te genieten. Ze hebben wel meer traffic gekregen op hun website door de inzet van Twitter, maar het is niet zo dat er duizenden extra bezoekers op de website komen na een belangrijke tweed.
Figuur 36 Twitter berichten van Urbanology
58 | P a g i n a
Slideshare Slideshare wordt gebruikt om presentaties te verspreiden die door Urbanology verzorgd zijn. De voornaamste reden dat ze dit doen is om de kennis te verspreiden, maar de bijbedoeling is om merkbekendheid te genereren. De effectiviteit hiervan is niet meetbaar, wel is te zien hoe vaak een presentatie bekeken is. Zo is de presentatie ―Urbanology presentation Nonnerie 08/03/2007‖ 1973 keer bekeken. Dit betekent dat het, mede dankzij een specifiek thema, een redelijk aantal mensen heeft bereikt die interessant zijn voor Urbanology. Die conclusie mag getrokken worden omdat het over een specifiek onderwerp gaat, dat gezocht wordt door mensen met aandacht voor juist dat onderwerp. Als geïnteresseerden behoren ze tot een groep die interessant is voor Urbanology. Youtube Bij Urbanology hebben ze een eigen Youtube kanaal opgestart (Figuur 38). Het Youtube kanaal bestaat sinds februari 2009 en wordt gebruikt om gemaakte commercials, van de door hun bedachte campagnes, op te vertonen. Tot op heden heeft dit nog weinig opgeleverd omdat alle video‘s die aanwezig zijn op dit kanaal samen nog maar 66 bezichtigingen hebben verkregen. Het kost niks, maar heeft ook nog weinig opgeleverd.
Figuur 38 Youtube kanaal van Urbanology
Figuur 37 Urbanology Powerpoint op Slideshare
Figuur 39 Urbanology weblog
Blog De Urbanology weblog (http://www.urbanologyblog.com/) wordt gebruikt als nieuwsbrief (Figuur 39). Alle nieuwtjes over het bedrijf of over uitgevoerde opdrachten wordt via deze blog naar buiten gebracht. Hierdoor kan iedereen, intern maar ook extern, lezen wat het bedrijf doet en hoe het gaat. Tevens wordt er van elke nieuwe blogpost automatisch een tweed via Twitter verzonden. Van de blog werd veel gebruik gemaakt maar het huidige gebruik valt tegen. Dit komt voornamelijk vanwege het feit dat steeds minder mensen actief met de blog bezig zijn, waardoor er weinig op gepost wordt. Het was een goede manier om naar buiten te brengen wat men bij Urbanology deed maar doordat het niet actief genoeg gebruikt wordt is het een stuk minder bruikbaar geworden.
59 | P a g i n a
Wat heeft het opgeleverd voor Urbanology? De inzet van deze Web 2.0 toepassingen voor de marketing doeleinden van Urbanology hebben buiten merkbekendheid en algemene exposure weinig meer opgebracht. Maar omdat het hun niks kost, is alle exposure gratis geweest waardoor het toch positief is voor het bedrijf. Is het succesvol geweest voor Urbanology? Het gebruik van Twitter en de Urbanology webblog is succesvol te noemen. Het bezorgde het bedrijf redelijk wat meer exposure. Van het Youtubekanaal is dat niet te zeggen maar deze bestaat ook nog maar enkele maanden en bevindt zich hiermee nog in de aanloopfase. Als die informatie meer onder de mensen wordt verspreid, kan dat ook een grotere naamsbekendheid opleveren voor Urbanology. Toekomst visie: Web 2.0 of Web 3.0 investering? Is het nog interessant voor bedrijven om te investeren in Web 2.0 of moeten ze al gaan investeren in Web 3.0? Het is voor een bedrijf zeker interessant om nog in Web 2.0 te gaan investeren. Een aantal redenen hiervoor zijn: Web 2.0 wordt nu eindelijk geaccepteerd en omarmd door de consumenten, hierdoor komen er steeds meer mogelijkheden voor bedrijven als het gaat om Web 2.0 voor marketing doeleinden Bedrijven moeten zich eerst verdiept hebben in Web 2.0 voordat ze overstappen op Web 3.0. Dit vanwege de kennis die opgedaan moet worden in Web 2.0 om daarna succesvol Web 3.0 te kunnen gaan gebruiken. Het gebruik van Web 2.0 zorgt ervoor dat het bedrijf efficiënter werkt als het gaat om kosten en tijd. Investering in Web 2.0 is zeker verantwoord omdat de invoering van Web 3.0 nog lang op zich zal laten wachten. Wel kunnen de grotere bedrijven, die extra budget hebben voor innovaties, alvast gaan investeren in Web 3.0 technologie. Hierdoor kunnen ze veel kennis en ervaring opdoen over Web 3.0 en hoe bedrijven het beste Web 3.0 kunnen gebruiken. Dit leidt tot een voorsprong op de concurrentie op het moment dat Web 3.0 zijn intrede maakt.
60 | P a g i n a
7.4 Conclusie desk- en fieldresearch Wat opvalt als je de deskresearch onderzoekresultaten en de resultaten uit het praktijkonderzoek (fieldresearch te Haarlem) vergelijkt: er is een aantal overeenkomsten. Web 2.0/sociale media wel degelijk gebruikt wordt voor interne kennisverspreiding en voor marketing. Twitter, blogs en Delicious veel gebruikte Web 2.0/sociale media toepassingen zijn binnen bedrijven. het gebruik van Web 2.0/sociale media voor marketing doeleinden: o meer exposure genereert voor je bedrijf o meer traffic en opt-in bezoekers op de website genereert o meer zakelijke partnerschappen laat ontstaan o hogere zoekresultaten genereert bedrijven Web 2.0/sociale media voor interne kennisverspreiding inzetten vanwege de efficiëntie en tijdsbesparing. het tekort aan kennis over Web 2.0/sociale media binnen bedrijven van invloed is op het gebruik van Web 2.0/sociale media. het investeren in Web 3.0 technologie tot op heden alleen interessant kan zijn voor grotere bedrijven. Verschillen die te constateren zijn tussen de resultaten uit het deskresearch en praktijkonderzoek (fieldresearch te Haarlem) zijn: dat de medewerking van bedrijven in de deskresearch cases velen malen groter was dan in het praktijkonderzoek te Haarlem. dat uit het deskresearch blijkt dat Facebook één van de meest gebruikte Web 2.0/sociale media tools voor bedrijven en in het praktijkonderzoek te Haarlem niet eenmaal naar voren komt.
61 | P a g i n a
62 | P a g i n a
8. Houdbaarheid Web 2.0 ten opzichte van Web 3.0 Met het oog op de razendsnel verlopende ontwikkelingen op het web kunnen bedrijven zich de vraag stellen of investeren in web 2.0 nog wel verantwoord is. Moet de aandacht niet gericht worden op de toepassingen en mogelijkheden van Web 3.0 ? Zeker onder de huidige omstandigheden, met de gevolgen van de kredietcrisis, is het van groot belang dat bedrijven verantwoord investeren. Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet er gekeken worden naar een aantal punten. Zo moet er gekeken worden naar de voordelen van Web 3.0 voor het bedrijfsleven, naar de staat van ontwikkeling van de Web 3.0 technologie en naar de adoptiesnelheid van de bedrijven en consumenten.
8.1 Voordelen Web 3.0 voor bedrijven 53
Web 3.0 ofwel het semantische web heeft een aantal voordelen voor bedrijven , namelijk: Eenvoudigere communicatie Stel dat Bedrijf X iets bestelt bij Bedrijf Y. Bedrijf Y koopt zijn producten in bij Leverancier L. Is er een vertraging in de bestelling, dan maakt een semantisch web het mogelijk dat Bedrijf X dat weet zonder tussenkomst van Bedrijf Y. In het profiel, de FOAF ( Friend-of-a-friend file, een file die door een Uniform Resource Identifier (URI), een unieke code (die gelijk kan zijn aan een URL) gekoppeld is aan de persoon in kwestie. In feite werkt de URI als 54 een SOFI-nummer, hij identificeert een internetgebruiker .), staat immers dat Bedrijf X en Bedrijf Y een klantleverancier relatie hebben. Bedrijf Y is akkoord dat haar klanten op de hoogte gehouden worden van vertraagde leveringen. Leverancier L kan daarom Bedrijf X direct over de vertraging inlichten. Uitbreiding van netwerken Bedrijven kunnen eenvoudiger de diensten vinden waarnaar ze op zoek zijn, maar kunnen via associaties van deze diensten op nieuwe mogelijkheden geattendeerd worden. De connecties van bedrijven zijn immers algemeen beschikbaar op het web en daardoor toegankelijker voor andere bedrijven die naar die connecties op zoek zijn. Agendabeheer en automatische berichtgeving tussen instanties Stel je boekt een zakenvlucht naar Parijs en reserveert tevens een hotelkamer. Je hebt in die stad een meeting die je kunt halen als de vlucht op tijd is. Maar helaas duurt de vlucht langer dan voorzien. Je mist je meeting en het hotel vraagt zich ook af of ze de reservering nog moeten handhaven. Het zou dan gemakkelijk zijn als het hotel en de organisator van de meeting automatisch bericht kregen van je vertraging. Als jouw vlucht niet alleen bekend is in de vluchtapplicatie, maar bij alle applicaties op het web, dan kunnen die applicaties daar op inspelen. Als je vlucht in je ―FOAF‖ file (een soort profiel op internet) staat en je toestemming hebt gegeven dat anderen hiervan op de hoogte zijn, dan kunnen ze over je vertraging ingelicht worden. Zoeken naar gegevens Op het moment dat een werknemer van een bedrijf op zoek is naar bepaalde informatie, en het web zou "weten" waar die persoon naar op zoek is, dan zou het web met resultaten kunnen komen die daar bij aansluiten. Dit zorgt voor een enorme tijdbesparing en het efficiënter monitoren van onder andere het bedrijf, zijn online reputatie en concurrentie. Dit 55 betekent dat een bedrijf meer en makkelijker kennis kan vergaren. Figuur 40 laat zien dat uit onderzoek van MarketCap BV een groot gedeelte van de participanten het semantische web ook daadwerkelijk ziet als een technologie die de business intelligence van een bedrijf kan verrijken.
53
http://bekels.blog.com/Enterprise%203.0/ http://bekels.blog.com/2348366/ 55 http://www.channelworld.nl/upload/1247571_621_1216037123596-CW_09_PDF_Markt(MC).pdf 54
63 | P a g i n a
Figuur 40 Gebieden waarop het semantische web bedrijven kan verrijken
Een bedrijf zal er nooit profijt van hebben als het als enige investeert in de semantische 56 webtechnologie . Alleen indien veel (zo niet alle) bedrijven de bereidheid hebben te investeren in de nieuwe toepassingen en technologie, is een effectief en functioneel netwerk, gebaseerd op samenwerken, te realiseren. Daarnaast is het van belang dat de consumenten het semantische web gaan gebruiken. Want als consumenten de voordelen van iets inzien, zullen de bedrijven hierop inspelen. Bedrijven kunnen vervolgens weer profiteren van de aandacht van de consumenten.
8.2 Ontwikkeling status van de Web 3.0 technologie Op dit moment zijn er meerdere bedrijven die werken aan de ontwikkeling van technologie voor het 57 semantische web. Bedrijven als Adobe, Yahoo! en IBM zijn al aan het experimenteren met nieuwe software voor het semantische web. Het bedrijf Radar Networks houdt zich voornamelijk bezig met de technologie achter het semantische web, zoals het ontwerpen van zoekmachines die de zoekstrategieën van afzonderlijke gebruikers analyseren en in kaart brengen. Dit bedrijf richt zich ook op technologie die de online content beter categoriseert evenals de ―artificiële intelligentie‖ die nodig is 58 om het werken met het Web voor een specifieke persoon te optimaliseren Momenteel zijn meerdere, vooral grote, bedrijven bezig met semantische technologie. Maar het is nog niet zover dat het semantische vandaag of morgen is gerealiseerd. Nergens is precies te vinden hoever men is met de ontwikkelingen op het gebied van het semantische web, maar duidelijk is dat het voorlopig nog even duurt voordat het semantische web werkelijkheid is.
8.3 Adoptieshelheid Als bedrijven zich gaan interesseren in het semantische web is de aandacht voor adoptiesnelheid van belang. Het wordt namelijk pas interessant voor bedrijven om te investeren in tijd en middelen als ook andere bedrijven ermee gaan werken en als consumenten het gebruiken. Alleen als aan die voorwaarden wordt voldaan is het interessant voor bedrijven om Web 3.0 toepassingen te omarmen. Ook is het risico aanwezig dat - bij aanvang - het bedrijf geen profijt zal hebben van de investeringen. Pas als veel bedrijven het gaan gebruiken én de consument er gebruik van maakt, kan er semantiek optreden waardoor het gehele semantische web kan gaan samenwerken. Vanaf dit moment kunnen bedrijven van de voordelen genieten.
56
http://bekels.blog.com/Enterprise%203.0/ http://www.w3.org/2001/sw/SW-FAQ 58 http://www.twine.com/about-radar 57
64 | P a g i n a
Verder is nog van belang om te vermelden dat de adoptiesnelheid van Web 2.0 bij bedrijven vrij laag lag. Web 2.0 is begonnen in 2004, werd door de consumenten redelijk snel geaccepteerd en gebruikt, maar de bedrijven beginnen nu, pas in 2009, te kijken naar wat het precies is en welke voordelen het hun kan bieden. Uit gesprekken met meerdere bedrijven die op het gebied van sociale media actief 59 zijn - over wat zij merken op de markt en over hun visie voor de toekomst - blijkt dat bedrijven nu eindelijk interesse gaan tonen. Toch stellen zij zich nog steeds afwachtend op met betrekking tot het invoeren en toepassen van deze technologie. Ze wachten op een aantal duidelijke cases (voorbeelden van good practice) voor ze zich laten overhalen om het echt te gaan gebruiken. Dit is begrijpelijk omdat een bedrijf eerst de resultaten wil kunnen inschatten, voordat wordt besloten om grote investeringen te doen. Hieruit valt te concluderen dat wanneer Web 3.0 (het semantische web) daadwerkelijk aantreedt, de bedrijven waarschijnlijk weer eerst aan de hand van voorbeelden van good practice overgehaald dienen te worden voordat het merendeel het gaat gebruiken. Dit betekent dat er nog de nodige jaren voorbij zullen gaan voordat er bereidheid is bij de bedrijven om te gaan investeren.
8.4 Conclusie houdbaarheid Web 2.0 ten opzichte van Web 3.0 Het zal voor bedrijven pas interessant worden om in het semantische web (Web 3.0) te investeren als de consument en een groot deel van de bedrijven het gaat gebruiken. Maar omdat nog steeds onduidelijk is wanneer het semantische web zijn toetreding maakt en wanneer de consumenten en bedrijven het geaccepteerd hebben, is het voor veel bedrijven, met name de MKB bedrijven nog niet interessant genoeg om in Web 3.0 te gaan investeren. Verstandig is het wel voor de bedrijven om daadwerkelijk Web 2.0 te gaan gebruiken. Het wordt steeds duidelijker dat - mits op de juiste manier gebruikt - het een goedkopere en efficiëntere manier is voor marketing en interne kennisverspreiding. Ook is het verstandig als de bedrijven die gaan investeren in Web 2.0, het Web 3.0 ―ready‖ maken, zodat ze niet later (als het semantische web zijn intrede maakt) dubbel moeten investeren. Grotere bedrijven die meer geld kunnen vrijmaken voor onderzoek en innovatie, zouden wel kunnen beginnen met het investeren in Web 3.0 technologie. Het ziet er namelijk naar uit dat het semantische web zijn toetreding gaat maken, wanneer is onzeker, maar duidelijk is dat het komt. Door van te voren te investeren in de technologie en de kennis, kunnen deze bedrijven eenvoudig de overstap maken en kunnen ze een meer succesvolle start maken met deze nieuwe webvorm.
59
Joost van den Bersselaar, Primitivi. Karel Koch, GNR8. Maarten Terpstra, Wunderworks. John Meulemans, Urbanology.
65 | P a g i n a
66 | P a g i n a
9. Conclusie De centrale probleemstelling voor dit onderzoek luidde: ― Wat doen bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem met Web 2.0? ‖. Om hierop antwoord te kunnen geven moest er eerst duidelijk worden wat de webvormen zijn, met name wat de webvorm Web 2.0 precies is en wat bedrijven in het algemeen al doen met Web 2.0 ter onderbouwing van dit specifiekere onderzoek naar goede voorbeelden van good practice binnen de regio Haarlem. Duidelijk is dat Web 2.0 het sociale medium is, wat inhoudt dat het een medium is waarop men een dialoog met andere aan kan gaan. Het is geen statisch web meer waarop maar enkele mensen iets konden plaatsen en de rest van de mensen het alleen konden lezen. Van belang is dat iedereen van alles met elkaar kan delen, dit kunnen tekst-,foto-,video- en audio bestanden zijn maar ook ideeën, antwoorden of gesprekken zijn. Wat duidelijk naar voren komt is dat de webvorm Web 2.0 een aantal voordelen had voor bedrijven ten opzichte van zijn voorganger Web 1.0. Dit zijn voordelen als: Betere interactie met je doelgroep Groter product aanbod mogelijk Meer binding met je doelgroep Makkelijker om nieuwe informatie te verkrijgen Goedkopere marketing middelen Verhogen van de omzet Merkbeleving is makkelijker in de gaten te houden Meetbare resultaten van via het internet ingezette marketing middelen Genereren van meer exposure Hierbij moet wel vermeld worden dat er wel essentiële voorwaarden zijn waaraan voldaan moeten worden voordat men voordelen van Web 2.0 kan krijgen. Van belang is het namelijk dat met online gevonden kan worden, dat men actief met de ingezette toepassingen bezig is en, het belangrijkste, dat men kennis heeft van hoe Web 2.0 toepassingen werken en hoe deze ingezet kunnen worden. Zonder de kennis zal het veel minder opleveren voor een bedrijf dan wanneer ze wel over de juiste kennis van zaken beschikken. Uit gepubliceerde onderzoeken naar wat bedrijven in het algemeen precies doen met Web 2.0 en sociale media is het duidelijk geworden dat er wel degelijk bedrijven zijn die Web 2.0 gebruiken voor interne kennisverspreiding en voor marketing doeleinden. Uit een wereldwijd onderzoek onder 2847 topmanagers blijkt dat 1452 bedrijven Web 2.0 voor interne kennisverspreiding gebruikten. Uit een ander onderzoek blijkt dat er bij de bedrijven die Web 2.0 toepassingen gebruiken voor marketing doeleinden, veel gebruik gemaakt wordt van blogs, sociale netwerken en Twitter. De Sociale Media Monitor laat zien dat de bedrijven die Web 2.0 toepassingen inzetten nog maar een klein gedeelte is van alle bedrijven die het zouden kunnen inzetten, zo wordt er maar door 14% van alle bedrijven in de top 100 Nederlandse adverteerders gebruik gemaakt van sociale media voor marketing doeleinden. Media bedrijven en Telecom bedrijven zijn de bedrijven die het meest gebruik maken van sociale media voor marketing doeleinden. Eén belangrijke reden die gegeven wordt, waarom bedrijven geen Web 2.0 / sociale media inzetten, is dat bedrijven vaak nog niet de kennis en ervaring bezitten om er goed mee overweg te kunnen waardoor ze het nog niet aandurven om het in te zetten. Maar de bedrijven die het goed inzetten genereren meer exposure, meer traffic en abonnementen/opt-in bezoekers, nieuwe zakelijke partnerschappen, hogere zoekresultaten, nieuwe leads, lagere totale marketinguitgaven en meer concrete deals. Uit het praktijkonderzoek onder 27 bedrijven in de creatieve sector van het bedrijfsleven in de regio Haarlem en 2 bedrijven buiten Haarlem komt naar voren dat maar weinig bedrijven daadwerkelijk Web 2.0 gebruiken voor interne kennisverspreiding en voor marketing doeleinden. Hierbij moet nadrukkelijk vermeld worden dat het in dit onderzoek niet om een representatieve steekproef gaat, maar om het naast elkaar plaatsen van een aantal typische voorbeelden van good practice. Van deze in totaal 29 bedrijven werkte er 15 niet mee, 10 gebruikten het niet waarvan er 2 het niet gebruikten wegens kennisgebrek. De overige 4 bedrijven gebruikten wel Web 2.0 binnen hun bedrijf. Dit waren de bedrijven GNR8 en Urbanology in Haarlem, Wunderworks in Almere en Info.nl in Amsterdam. Van deze vier bedrijven hebben er drie meegewerkt aan een uitgebreid interview voor drie voorbeelden van good practice. Uit deze voorbeelden werd duidelijk dat de voornaamste redenen om Web 2.0
67 | P a g i n a
toepassingen te gebruiken, efficiëntie (werkt snel, en levert meer op tegen vaak lagere kosten) en dat het bij de mensen in het bedrijf past om het te gebruiken (het zit in het DNA van het bedrijf). Het gebruik van Web 2.0 toepassingen voor interne kennisverspreiding levert tijdsbesparing op en voor marketing doeleinden betekent het vaak extra exposure en nieuwe opdrachten. Tools die gebruikt worden door deze drie bedrijven zijn blogs, wiki‘s, aggregators (Netvibes, iGoogle) Google docs en Delicious voor interne kennisverspreiding, voor marketing doeleinden zijn dit blogs, sociale netwerken, wiki‘s, zoekmachine optimalisatie, Twitter en Slideshare. De toekomst van Web 2.0 is Web 3.0, zoals het er nu uitziet volgens de meest bekende visie, het semantische web. Het semantische web heeft een aantal voordelen voor bedrijven ten opzichte van Web 2.0. Deze voordelen zijn eenvoudige communicatie, uitbreiding van netwerken, agendabeheer en automatische berichtgeving tussen instanties en gemakkelijker / sneller vinden van benodigde informatie. Maar uit desk research en field research is gebleken dat het nog een tijd zal duren voordat het semantische web zijn intrede maakt. Daarnaast zal de acceptatie van Web 3.0 door de bedrijven en consumenten waarschijnlijk nog enkele jaren duren, dit aangezien Web 2.0 namelijk geïntroduceerd werd in 2004 en pas eind 2008 begin 2009 redelijk geaccepteerd werd door het bedrijfsleven. Maar het belangrijkste is dat de consumenten het accepteren, want als zij het niet accepteren is het ook niet interessant voor bedrijven om het te gaan gebruiken. Vanwege deze redenen is het nog niet interessant voor bedrijven om al in web 3.0 te gaan investeren, en zeker niet interessant genoeg om Web 2.0 daarvoor over te slaan. Uit de interviews met Urbanology, GNR8 en Wunderworks is gebleken dat, volgens hun visie, het zonde is om niet te investeren in Web 2.0, aangezien je zonder kennis van Web 2.0 je het jezelf moeilijk maakt om Web 3.0 te gaan gebruiken. Maar de belangrijkste redenen die zij gaven waren dat Web 2.0 nog teveel te bieden heeft om het niet te gebruiken, het is efficiënt en werkt tijdsbesparend. Wel kwam naar voren dat grote bedrijven die budgetten hebben voor innovatie wel kunnen kijken om te investeren in Web 3.0. Deze bedrijven kunnen dan alvast kennis opdoen over het semantische web om zo een voorsprong te creëren op andere bedrijven, maar ook dat ze ervoor kunnen zorgen dat het semantische web werkelijkheid wordt. Voor mogelijk vervolgonderzoek zou ik aanbevelen om rekening te houden met de crisis die op het moment speelt. Waarschijnlijk mede onder invloed van de crisis, is in mijn onderzoek duidelijk geworden dat meerdere bedrijven niet willen of kunnen meewerken. Onderliggende motieven die van invloed waren op deze vaak weigerachtige houding, betroffen regelmatig de hoeveelheid kostbare tijd die bedrijven kwijt zijn aan een interview en het uiteindelijk geringe rendement dat het voor organisaties oplevert. Maar het verwerven van een groter aantal bedrijven is wel essentieel om een duidelijk beeld te krijgen van wat bedrijven doen met Web 2.0 voor ―leren binnen het bedrijf‖. Daarnaast is gebleken dat als het onderzoek beperkt blijft tot een kleine regio, het aanzienlijk moeilijker wordt voldoende en ook geschikte bedrijven te vinden die hun medewerking willen verlenen aan een onderzoek. Door de regio groter te nemen zullen er meer bedrijven gevonden worden die hun medewerking willen verlenen aan het onderzoek. Als laatste kan het interessant zijn om bekende blogs (gerenommeerde blogs waar veel mensen uit de doelgroep aanwezig zijn, bv. Frankwatching.com) te benaderen ter plaatsing van een enquête. Gebleken is, uit deskresearch, dat de op deze blog aanwezige gebruikers bereid zijn om hun medewerking te verlenen aan een onderzoek. Op het moment dat het onderzoek regionaal beperkt blijft kan het posten op dit soort blogs niet interessant zijn. De blogs trekken namelijk een breder publiek dan bedrijven uit één regio. Dus mocht er een vervolgonderzoek komen is het van belang dat: er meer bedrijven actief betrokken kunnen worden de bedrijven profijt hebben van hun inspanningen het onderzoeksgebied vergroot wordt er bekende blogs (bv.Frankwatching) benaderd worden voor medewerking ter plaatsing van een enquête.
68 | P a g i n a
Bijlage 1
Interview vragen onderzoek Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven
Interview vragen: Web 2.0 gebruik onder de bedrijven in de creatieve sector van Haarlem.
Bedrijf:
(Kan anoniem)
Medewerker:
(Kan anoniem)
Ik doe onderzoek naar het Web 2.0/sociale media gebruik binnen ondernemingen in Haarlem, met name op het gebied van interne kennisverspreiding en marketing. Hiermee bedoel ik het gebruik van tools zoals: blogs, wiki’s, sociale netwerken, Youtube, Twitter, Flickr en dergelijke binnen de onderneming voor deze twee afdelingen.
1. Gebruiken jullie web 2.0/sociale media binnen het bedrijf en voor welke doeleinden? Of te wel wordt er door Uw bedrijf gebruik gemaakt van bijvoorbeeld Youtube, Flickr, Twitter, wiki‘s, blogs, sociale netwerken en dergelijke? 1.1
Ook voor marketing doeleinden? (Blogs, virals, social networks, zoekmachine advertenties etc.)
1.2
En voor interne kennisverspreiding? (Training, informatie delen, scholing, instructie etc.) (Aggregators, wiki’s, youtube, slideshare)
2. Wat wordt er ingezet, waarom en waarvoor?(Blogs, virals, social networks, zoekmachine advertenties etc.)
3. Is het succesvol geweest? 4. Tegenwoordig spreken veel mensen al over Web 3.0. Hiermee bedoel ik: ―het semantische web, een internet waarbij de computers met elkaar gaan samenwerken en daadwerkelijk begrijpen wat er gevraagd wordt in plaats van het zoeken naar de letterlijke tekst van de opgegeven syntax in online bestanden”. Vindt U dat bedrijven al in deze technologie moeten gaan investeren in plaats van Web 2.0 technologie? 4.1
Of gebeurt dit al?
4.2
Waarom wel/niet?
5. Door de kredietcrisis zoeken bedrijven naar goedkopere en meer efficiënte manieren om hun doelgroep te benaderen. Betekent dit dat er nu meer Web 2.0/sociale media ingezet wordt voor marketing doeleinden? (Is er meer vraag naar web 2.0/sociale media marketing?)
69 | P a g i n a
70 | P a g i n a
Bijlage 2
Sjabloon ter beschrijving van good practices
Beschrijving Practice Onderzoek 'Web 2.0 gebruik in de creatieve sector van het bedrijfsleven in Haarem‟. Onderzoek naar praktijkvoorbeelden [09 april 2009] Introductie Het betreft hier een verkennend onderzoek naar inspirerende voorbeelden van Web 2.0 gebruik in het bedrijfsleven op het gebied van interne kennisverspreiding en marketing. Door interviews met sleutelfiguren binnen het bedrijfsleven wordt een beeld geschetst van de interne leerpraktijk met Web 2.0 en het gebruik van Web 2.0 voor marketing doeleinden.
Het kader Het kader is bedoeld voor een onderzoek naar Web 2.0 gebruik voor interne leerpraktijken en voor Web 2.0 in de marketing. Dit houdt in dat er onderzoek gedaan wordt naar wat voor soort Web 2.0 middelen zoals: Interne wiki‘s, blogs, aggregators, Youtube, Flickr, Twitter en andere sociale software gebruikt worden, waarvoor en hoe succesvol ze zijn. Hierdoor kan het INHOLLAND lectoraat elearning kennis opdoen over wat voor soort Web 2.0 applicaties er gebruikt worden en die misschien ook voor hun interessant zijn. In de te onderzoeken bedrijven zal per definitie sprake zijn van een vorm van „Web 2.0‟, zodat het bruikbaar is om een nadere beschrijving van de kennisverpsreiding en marketing methoden te geven. Daartoe wordt de volgende werkdefinitie gebruikt voor het begrip Web 2.0': Web 2.0 is de nieuwe versie van het internet, het zijn websites waar je online van alles met elkaar kunt delen. Bijvoorbeeld documenten, het bijhouden van een to-do-lijstje, kennis vergaren, reacties plaatsen, foto's en video's kunt opslaan en delen met anderen. Je hebt er geen software voor nodig, alleen een browser. Verder doe je (en gebeurt) alles online: informatie delen, samenwerken, enz. Je bent dus "sociaal" bezig, of te wel het sociale net.
1.
Algemene en kwantitatieve gegevens
Hieronder aanvullende en meer algemene en kwantitatieve gegevens, die voor het onderzoek, en vooral voor de beschrijving van het praktijkvoorbeeld belangrijk zijn: Titel case Betrokken instellingen, organisaties en/of bedrijven [afhankelijk van eisen rond anonimiteit]; Actoren (met kenmerken) per instelling/organisatie (aantal betrokken studenten, deelnemers of werknemers in een leerpraktijk [en per tijdvak]; aantal betrokken docenten/trainers en/of begeleiders/tutoren/moderatoren, of anderszins); Domein, waarop de case betrekking heeft; Doorlooptijd van de case Aantal maanden/jaren dat er ervaring is opgedaan met dit soort toepassingen in deze vorm; Meerwaarde van de toepassing
71 | P a g i n a
2. Aspecten van Web 2.0 gebruik binnen de creatieve sector van het bedrijfsleven in Haarlem. 2.1
Interne kennisverpreiding
Aandachtpunten: Waarom heeft men Web 2.0 gebruik gekozen voor interne kennisverspreiding? Wat gebruikt men? In hoeverre is het effectief? Wat heeft het opgeleverd voor het bedrijf? Is het succesvol geweest voor het bedrijf?
2.2
Marketing doeleinden
Aandachtspunten: Waarom heeft men Web 2.0 inzet gekozen voor marketing doeleinden? Wat gebruikt men? In hoeverre is het effectief? Wat heeft het opgeleverd voor het bedrijf? Is het succesvol geweest voor het bedrijf?
2.3
Toekomst visie: Web 2.0 of Web 3.0 investering?
Aandachtspunten: Is het nog interessant voor bedrijven om te investeren in Web 2.0 of moeten ze al gaan investeren in Web 3.0? Waarom, of gebeurt dit al?
72 | P a g i n a
Bijlage 3
Oproep Web 2.0 gebruikende bedrijven in Haarlem op het “Netwerk 023” forum
73 | P a g i n a
74 | P a g i n a
Bronvermelding Literatuur 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Anderson, C. (2006) The Long Tail: Why the Future of Business is Selling Less of More Carter, S. (2007) New Language Of Business Soa & Web 2.0 Jarvis, J. (2009) What Would Google Do? Shuen, A. (2008) Web 2.0: A Strategy Guide Spaink, K. (2008) Beter internet: welgeleerde buitenstaanders over Web 2.0 Tuten, T.L. (2008) Advertising 2.0: Social Media Marketing in a Web 2.0 World
Papers 1. Bughin, J. & Manyika, J. (2007) How businesses are using Web 2.0: A McKinsey Global Survey 2. Jansen, L. (2009) Social meda monitor 3. Ruigrol | Netpanel, SMPA (2009) Het social media voor commerciële doeleinden onderzoek 4. Stelzner, M.A. (2009) Social media marketing industry report 5. Wijngaards, G. (2008) How social software challenges teaching and learning Gesprekken met experts 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Bersselaar, J. van den. Primitivi Koch, K. GNR8 Meulemans, M. Urbanology Swager, P. Drs. Hogeschool INHOLLAND Rotterdam Terpstra, M. Wunderworks Wijngaards, G. Dr. Hogeschool INHOLLAND Rotterdam
Internetbronnen 1. 3FM serious radio, (2009) Radio 3FM http://www.3fm.nl/ 2. How businesses are using Web 2.0: A Mckinsey global survey, (2007) The McKnisey Quarterly http://www.mckinseyquarterly.com/Marketing/Digital_Marketing/How_businesses_are_using_ Web_20_A_McKinsey_Global_Survey_1913 3. IBM Lotus sametime, (2009) IBM http://www-01.ibm.com/software/lotus/sametime/ 4. KITKAT (2008) Kitkat http://www.haveabreak.nl/#/lobby/ 5. List of social software, (2008) Wikipedia http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_social_software 6. Nederlandse merken nauwelijks aanwezig in social media, (2009) Media Embassy http://www.socialmediamonitor.nl/ 7. Telfortvoordeel (2009) Telfort http://twitter.com/telfortvoordeel 8. Twine was created by Radar Networks (2009) Radar Networks http://www.twine.com/about-radar 9. UKBlog (2009) LG http://www.lgblog.co.uk/ 10. Wat is Web 2.0?, Nl-tech faq http://nl.tech-faq.com/web-2.0.shtml 11. Web 2.0 grafische elementen, (2009) Wikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/Web_2.0 12. WEBSITE UP-TO-DATE HOUDEN: UW EIGEN SITE UPDATEN, (2009) PUBLI4U http://www.publi4u.be/nl/blog/website/website-uptodate-houden-uw-eigen-site-updaten/
75 | P a g i n a
13. Bekel, P. (2008) De betekenis van Web 3.0 en het semantic web http://www.frankwatching.com/archive/2008/04/11/de-betekenis-van-web-30-en-het-semanticweb/ 14. Bekels, P. (2007) Voorbij de Social Graph: de Giant Global Graph http://bekels.blog.com/2348366/ 15. Bekels, P. (2008) Business opportunities voor het semantic web http://bekels.blog.com/Enterprise%203.0/ 16. Besten, A. den (2008) Semantic Web (Web 3.0) aan begin van revolutie http://www.channelworld.nl/upload/1247571_621_1216037123596CW_09_PDF_Markt(MC).pdf 17. Blom, E. (2009) 6 regels voor succesvolle inzet van Web 2.0 door bedrijven http://www.erwinblom.nl/blog/2009/2/18/6-regels-voor-succesvolle-inzet-van-web-20-doorbedrijven.html 18. Brand, M. Social Media http://www.social-media.nl/ 19. Broek, M. van den (2008) Onderzoek: Web 2.0 biedt effectieve tools voor marketeers http://www.marketingfacts.nl/berichten/20080616_onderzoek_web_20_effectieve_tool_voor_ marketeers/ 20. Cowley, S. (2005) IBM employees play with podcasting http://www.itworld.com/051123podcastibm 21. Creemers, T. (2007) Online monitoring: het in kaart brengen van conversaties over je bedrijf of merk http://www.communicatiecoach.com/vakgebied_strategie_art_online_monitoring.htm 22. Farber, D. (2007) From semantic Web (3.0) to the WebOS (4.0) http://blogs.zdnet.com/BTL/?p=4499 23. Fasseur, B. (2009) Social media marketing industry report (deel 1) http://www.marketingfacts.nl/berichten/20090331_social_media_marketing_industry_report_d eel_1/ 24. Fortt, J. (2008) Michael Dell ‘Friends’ his customers http://money.cnn.com/2008/09/03/technology/fortt_dell.fortune/index.htm 25. Gantenbein, D. Web 2.0 marketing: wat het voor u kan betekenen http://www.microsoft.com/belux/nl/business/businessvalue/webmarketing.mspx 26. Godin, S. (2007) Inventing a new cell phone http://sethgodin.typepad.com/seths_blog/2007/01/inventing_a_new.html 27. Godin, S. (2007) Web4 http://sethgodin.typepad.com/seths_blog/2007/01/web4.html 28. Herman, I. (2008) W3C Semantic Web Frequently Asked Questions http://www.w3.org/2001/sw/SW-FAQ 29. Hinchcliffe, D. (2006) All We Got Was Web 1.0, when Tim Berners-Lee Actually Gave Us Web 2.0 http://web2.socialcomputingmagazine.com/all_we_got_was_web_10_when_tim_bernerslee_a ctually_gave_us_w.htm 30. Janssen, F. (2004) Colofons http://www.frankwatching.com/colofon/ 31. Janssen, F. (2007) McKinsey: Hoe bedrijven Web 2.0 gebruiken http://www.frankwatching.com/archive/2007/04/19/mckinsey-hoe-bedrijven-web-20-gebruiken/ 32. Koens, O. (2008) Positieve recensie: een kwart meer omzet http://www.bizz.nl/3008-positieve-recensie-een-kwart-meer-omzet.html 33. Marshall, K.R. (2008) Utilizing Web 2.0 Technology to Enhance Enterprise Knowledge Management http://www.scribd.com/doc/8644735/Utilizing-Web-20-Technology-to-Enhance-EnterpriseKnowledge-Management 34. Memebox, (2008) Nova Spivack on the Web OS http://www.youtube.com/watch?v=_4zfiwdNVWA 35. Rietdijk, S. (2008) Virale marketing = Money Making Marketing http://netters.nl/viral-marketing-money 36. Roberts, R.P., Miller, A. & Chui, M. (2009) Six ways to make Web 2.0 work http://www.mckinseyquarterly.com/Six_ways_to_make_Web_20_work_2294
76 | P a g i n a
37. Roumen, M. (2009) Onderzoek SMPA: sociale media kansrijk, maar te weinig kennis beschikbaar http://www.smpa.nl/2009/03/06/onderzoek-smpa-sociale-media-kansrijk-maar-te-weinigkennis-beschikbaar/ 38. Rubens, W. (2009) Bijtanksessie Web 2.0 en kennisontwikkeling
http://www.slideshare.net/wrubens/bijtanksessie-web-20-en-kennisontwikkeling 39. Schippers, K. (2008) Het internet: een stukje geschiedenis http://blog.webs.be/2008/11/het-internet-een-stukje-geschiedenis/ 40. Schutz, B. (2007) Hoe kunnen bedrijven profiteren van Twitter? http://www.frankwatching.com/archive/2007/09/25/hoe-kunnen-bedrijven-profiteren-vantwitter/ 41. Shenouda, J. (2008) Aantal internet gebruikers maart 2008: 1,3 milard! http://www.shenouda.nl/blog/aantal-internet-gebruikers-maart-2008-13-miljard 42. Smith, G. (2007) Social software building blocks http://nform.ca/publications/social-software-building-block 43. Sramana, M. (2007) Web 3.0 & the semantic web http://www.sramanamitra.com/2007/06/28/web-30-the-semantic-web/ 44. Stelzner, M. (2009) Social media marketing industry report http://www.whitepapersource.com/socialmediamarketing/ 45. Stelzner, M. (2009) Social media marketing industry report http://www.whitepapersource.com/socialmediamarketing/report/ 46. Suarez, L. (2006) IBM's Knowledge Management Strategy Part II - Entering the Web 2.0 World http://it.toolbox.com/blogs/elsua/ibms-knowledge-management-strategy-part-ii-entering-theweb-20-world-10846 47. Wow!ter (2008) 1989: Mijn gesproken column tijdens de technologie update voor kenniswerkers http://www.wowter.nl/blog/labels/TUVK08.html
77 | P a g i n a