Goede Vrienden We geven een kort bericht over ons voorlopig verblijf in Libanon, dat nog steeds vol (meestal) aangename verrassingen is. Onze blik op het huidige wereldgebeuren is daarentegen niet erg hartverwarmend maar kan ons wel aansporen om in de strijd meer bewust aan de goede kant te gaan staan en niet onwetend of vroom mee te helpen om het immense lijden van volkeren nog te verzwaren. Van harte P. Daniel
X/15 Vrijdag 28 augustus 2015
Waarde landgenoten Neen, het gaat nu niet over een koninklijke toespraak maar over het feit dat we voor het eerst heel even bezoek kregen van een goede vriend, een Vlaamse journalist, op doorreis naar Syrië. We voelden ons als “waarde landgenoten”. Je zult hier en/of daar wel een verslag van hem kunnen lezen (http:willyvandamme.wordpress.com). De kinderen hebben op ons terras hun eerste bijbelspel opgevoerd: de opwekking van Lazarus. De voorbereiding was leerrijk en ook heel plezierig. De jongen, die Lazarus speelde, was werkelijk opgewekt en liep al dagenlang met zijn spierwitte kleren in de omgeving rond. De ouders en de buren waren opgetrommeld en zorgden na afloop voor een versnapering. Verder werden we door een familie uitgenodigd om te komen eten omdat zij bezoek hadden van Egyptische vrienden, die nu in Saoedi-Arabië wonen. We vernamen dat het volgens hen in Egypte stilaan beter gaat. Ze vertelden ook over de moed en vindgingrijkheid waarmee vurige christenen in Saoedi-Arabië het christelijk geloof verkondigen en beleven. In de parochie is de noveen begonnen voor de patroonheilige: de hl Simeon de Styliet. Na de avondmis is het telkens op het grote kerkplein “kermis” (komt eigenlijk van “kerwijdingsmis”!), waar de jeugd – groot en klein – de leiding in heeft. Muziek en dans, kraampjes, familiale gezelligheid en plezier. De pastoor had voor ons maar één wens: er bij zijn. En donderdagavond werd in de Carmel van Harissa het feest gevierd van de heilige Maria Bawardy, “de kleine Arabische” (1846-1878), stichteres van de Carmel van Bethlehem. Samen met een aantal bisschoppen en priesters mochten we concelebreren in deze bijzonder plechige en lange dienst, voorgegaan door patriarch Gregorios III Laham. Alles in een schitterende
“outfit” van wit en goud, waar de modewereld alleen maar jaloers op kan zijn. Een jong charismatisch gezin, kwam ons halen en terugbrengen, evenwel met de uitdrukkelijke vraag om daarna met hen een avondmaal te gebruiken, vooral tot vreugde van de kinderen (en eerlijk gezegd, ook van ons). De plechtige eucharistie en de familiale maaltijd hadden elk 2,5 uur geduurd.
Een behoorlijke carrière in de muziek- en filmwereld
Het volgende vormt één boeiend verhaal. Jean-Marie Benjamin (° ’46, Salon de Province, Fr.) heeft flink zijn weg gemaakt als “arrangeur” en componist: 28 platen met klassieke muziek, popmuziek, liederen en filmmuziek, symfonieën, een oratorio, concerten. Zijn ”Ode to the Child” werd door UNICEF als officiële hymne erkend. Zo was hij van 1983-6 erg actief, in dienst van UNICEF. Toch was er nog een diepere drijfveer in hem. Op 19-jarige leeftijd was hij erg getroffen door Padre Pio, de Italiaanse, gestigmatiseerde kapucijn, die zoveel wonderen deed. Hij ging hem opzoeken, had een onderhoud met hem en bleef 11 dagen in San Giovanni Rotondo. Deze ervaring heeft hem zo aangegrepen dat hij veel later naar Italië terugkeerde en besloot priester te worden. Hij werd in Rome in 1991 priester gewijd en vestigde zich in Umbrië. Zijn bisschop gaf hem de opdracht en de vrijheid zijn gaven nu als priester te benutten. Hij heeft namelijk van zeer nabij de oorlogen tegen Irak meegemaakt en getracht de gruwelen daarvan bekend te maken met alle middelen waarover hij beschikte, om herhaling te voorkomen. Hij wil de wereld en de christenen wakker schudden voor het onrecht dat ongemerkt verder gaat. Vandaar zijn nieuw boek: Irak, L’effet boomerang. Entretien avec Tarek Aziz, Balland, 2015. De onthutsende waarheden die hij hierin onthult zijn uiteindelijke dezelfde als die van Libië, Syrië, Libanon, Oekraïne, Jemen. Het lijden van deze volken is niet ‘spontaan’ en ‘van binnenuit’ ontstaat maar welbewust gepland om de belangen van wereldmachten te dienen. Onder de mom van hulp worden volken uitgemoord, landen vernietigd, christenen uitgeroeid en miljoenen mensen op de vlucht gedreven, zonder de minste scrupule. En dit gaat gewoon door...terwijl de media er alles aan doen om de waarheid te verbergen. (Irak – Les vérités qui dérangent, Jean-Marie Benjamin geïnterviewd door Silvia Cattori, mondialisation.ca, 13 augustus 2015).
Een schreeuw om rechtvaardigheid
In 1997 trok Jean-Marie samen met zes anderen naar Irak om een film te maken over Mesopotamië, de wieg van de beschaving. Hoewel er een embargo gold konden zij vrij heel het land doorkruisen, vijf weken lang en hun film realiseren: “La genèse du temps”. Daarna trok Jean-Marie om de drie of vier maand terug naar Irak tot in 2003.
In de buurt van Bassorah, Z.-Irak, vroeg zijn gids hem nadrukkelijk niets aan te raken omdat de coalitietroepen in deze zone het radioactieve 238 hadden gebruikt. Met een schok begreep hij waarom er na de oorlog meer mensen stierven dan tijdens de bombardementen. Om zeker te zijn zocht hij Amerikaanse veteranen op, die hierdoor zelf aangetast waren. Zo kon hij ook geheime documenten inzien waaruit bleek dat in 1991 inderdaad 400 tot 450 ton radioactief materiaal gebruikt werd. Niettemin werden zijn beweringen in de media weggehoond als zijnde “propaganda van Saddam Hussein”. Pas twee jaar later werd bekend dat de NAVO ook in Joegoslavië radioactieve wapens gebruikt had. Toen Jean-Marie zijn boek publiceerde (“Irak, l’apocalypse” , Éditions Favre, Lausanne, 1999) protesteerde de Amerikaanse ambassadeur bij de Heilige Stoel, met de vraag hoe hij geheime documenten van het Pentagon kan publiceren. Het staatssecretariaat van het Vaticaan antwoordde: vraag het hem zelf, hij zal wel antwoorden. Hij heeft nooit een brief met de vraag gekregen. Hierover realiseerde hij in 2001 nog wel de film “Irak –radioactivité” en schreef de volgende jaren nog meerdere boeken.
Het charter van de UNO bepaalt dat er, om politieke doeleinden na te streven, geen maatregelen mogen genomen worden waardoor mensen sterven of ziek worden. Dezelfde UNO legde Irak zware sancties op van 1991 tot 2003 waardoor 1,6 miljoen Irakezen stierven, waarvan 600.000 kinderen. Een UNICEF-rapport van 1999 maakte bekend dat er wegens het embargo maandelijks 5 à 6000 kinderen stierven. Samen met de nieuwe oorlogen van 2003 en 2012 zijn er 2,5 miljoen Irakezen gestorven. Jean-Marie noemt dit een welbewuste volkerenmoord. De schuldigen, zoals oudpresident Bush en de zijnen genieten ondertussen van een eervolle rust op hun ranch in Texas. De zo hoog geprezen “mensenrechten” gelden slechts voor bepaalde mensen, niet voor Irakese kinderen en de UNO is een middel in handen van supermachten.
De tragedie van Irak
Om Irak te kunnen aanvallen werd het beeld uitgevonden van een verschrikkelijke dictator, die door heel het volk gehaat werd. In feite werd Saddam Hussein door de overgrote meerderheid van het volk gesteund. Irak was voor 1991 een welvarend land met een wegennet van vier rijbanen over heel het gebied. De armere dorpen in het zuiden kregen gratis elektriciteit. Sociale zekerheid was gratis voor allen. Alle Iraakse studenten kregen studiebeurzen en de universiteit van Bagdad behoorde tot de grootste van het Midden Oosten. Vrouwen konden de hoogste posten bekleden en waren vrij om al of niet een sluier te dragen. Om het volk de mogelijkheid te geven zich te beschermen liet Saddam Hussein wapens uitdelen aan iedereen, soennieten, sjiieten, christenen. Dit was het sterkste bewijs dat hij zelf van zijn eigen volk niets te vrezen had.
De eerste minister, een christen, Tareq Aziz, was overtuigd dat Amerika Irak werkelijk wilde binnen vallen. De zonen van de president dachten daar anders over en helaas luisterde Saddam Hussein meer naar zijn zonen. Jean-Marie Benjamin werd in die tijd gecontacteerd door de geheime Franse diensten om naar Irak te reizen en er een onderhoud te hebben met Tareq Aziz. En inderdaad, de Franse president Chirac en zijn minister Dominique de Villepin stelden hun veto tegen een inval in Irak. Helaas, op 19 maart 2003 vielen de Amerikanen en Engelsen op laffe en onwettige wijze Irak binnen onder het motto “vrijheid voor Irak”. Zij hadden niet eens de toestemming van de UNO Veiligheidsraad nodig. Hier gold simpelweg de wet van de sterkste. Ook het omver halen van het standbeeld van Saddam Husein als bewijs van de haat van het volk was één grote manipulatie. De Irakezen steunden de bezetters helemaal niet maar stonden aan de kant van hun president. Wel had het Amerikaanse leger een honderdtal Koeweiti’s aangevoerd die voor de show moesten zorgen. Irak bedreigde op dat ogenblik niemand en de geheime diensten van de verschillende landen en zeker van Amerika wisten heel goed dat Irak geen massavernietigingswapens had. Toch werd de hysterie in de media opgevoerd. Tony Blair verkondigde luid dat Irak Londen binnen de 45 minuten kon treffen met een atoombom! De grootmachten wisten heel goed dat het leugens waren, maar ze zwegen.
“De westerse pers heeft flagrant gefaald”
Jean-Marie heeft een heel bitter oordeel over de media. Hij ontdekte dat de journalisten die een visum kregen voor Irak helemaal geen onderzoek deden. Met verschillenden van hen heeft hij gesproken maar allen zeiden ze dat zij moesten schrijven wat hun krant van hen verwachtte of dat, wanneer zij de werkelijkheid schreven, hun tekst toch
niet zou gepubliceerd worden. Zij wilden de driedubbele wedde van een journalist in oorlogsgebied niet verliezen. En zo verscheen het ene bericht na het andere dat gunstig was over de Amerikaanse inval in Irak. De journalisten schreven dat Amerika nu Irak echt aan het bevrijden was.
Een bijzonder pijnlijk bericht geeft hij over de gemeenschap Sant’ Egidio in Rome. Deze gemeenschap is ook bij ons gekend en geëerd om haar grote inzet voor armen en vluchtelingen, alsook om haar belangrijke acties voor de vrede. “Iedere keer als ik hen contacteerde om mijn acties te steunen hebben ze me genegeerd”. En hij gaat verder . met de bewering dat hoge Amerikaanse politici die de Italiaanse regering bezoeken, eerst langs Sant’ Egidio gaan. “Deze gemeenschap wordt voor een groot deel gesponsord door de V.S.. Zij gehoorzaamt aan haar sponsors”. Als dit waar is, is dit heel erg. Het verklaart meteen mijn verbazing bij het begin van de oorlog tegen Syrië. Ik kon niet begrijpen dat Sant’ Egidio de kant van de openbare opinie koos en weigerde op te komen voor wat er werkelijk in Syrië gebeurde.
De nieuwsberichten spraken niet over de wreedheden die de buitenlandse groepen tegen de onschuldige bevolking van een soeverein land begingen. De verslagen verwezen allen naar Saddam Hussein als een nieuwe Hitler die zijn eigen volk uitmoordde.
Irak, Libië, Syrië, Libanon.
Om de “herschikking van het Midden-Oosten” te rechtvaardigen heeft het westen de openbare opinie grondig voorbereid. Saddam Hussein, Kadhafi, Assad werden voorgesteld als bloedige dictators die hun eigen volk uitmoordden. En dit volk smeekte zogenaamd om een buitenlandse interventie. Wanneer de waarheid stilaan doorsijpelt is er geen enkele journalist die zich verontschuldigt om zijn leugens. En ondertussen wordt de IS uitgevonden zodat de internationale coalitie rustig kon verder werken aan de ontwrichting en overheersing. Voor Libië geldt hetzelfde als voor Irak. Vóór de inval was het een land in welvaart met veel gunsten voor de bevolking. Volgens de officiële versie werden door de invasie van de NAVO in Libië 60 mensen gedood! De werkelijkheid is dat Libië gedurende maanden werd gebombardeerd, ook door onze Belgische F 16. Daarbij vielen 160.000 doden, overwegend burgers. In Syrië krijgen we het zelfde scenario. We hebben het
land gekend voor de oorlog en we hebben genoten van zijn harmonieuze samenleving, gastvrijheid, welvaart en veiligheid. En nu staat Libanon op springen. Al meer dan 1,5 jaar is er geen president. Volgens de constitutie moet de president een maronitische christen zijn. Sinds het zionistische plan van H. Kissinger is de grote meerderheid soennitisch en vormen de christenen een minderheid. Christenen moeten uiteindelijk verdwijnen. Terwijl Iran de sjiieten en de christenen steunt, steunen Saoedi-Arabië, de grote vriend van Israël en het westen, fors de soennitische meerderheid en het soennitisch terrorisme. Zij zorgen er voor dat de christenen in Libanon steeds zwakker worden. Dit wordt nu nog erger door de stroom van Syrische vluchtelingen, die meestal soennieten zijn en waar de IS zich gemakkelijk tussen kan mengen. In Deir Al Ahmah in de Bekaa Valley (Libanon, aan de Syrische grens) leefden 3 à 4000 christenen. Nu zijn er 9000 Syrische vluchtelingen bijgekomen, meestal soennieten!
Christenen samen met alle mensen van goede wil, wordt wakker!
De chaos in Irak, Libië, Syrië, Nigeria, Mali, Oekraïne, Jemen is geen neveneffect maar het doel, reeds lang gepland. De eenvoudigste wijze om de rijkdommen van een land te veroveren is, strategisch gezien, niet dit land bezetten, maar het bestuur omverwerpen en het land ontwrichten. Dan kan er niets meer gebeuren zonder de wil van de nieuwe westerse machthebbers. Dit is de theorie van de gezaghebbende joodsAmerikaanse politieke filosoof Leo Strauss (1899-1973), waarvan de volgelingen nu een sekte vormen in het Pentagon die de eigenlijk strategie bepaalt: de constructieve chaos.
We mogen verwachten dat deze “constructieve chaos” zich nu vanuit een “uitgebreid nieuw Midden-Oosten” zal verspreiden in Europa door een snelle stijging van islamitische aanslagen én door een ongekende stroom van vluchtelingen. Hoe lang zullen EU en NAVO, vertrouwend op hun “Grote Broer”, blijven meehelpen om landen te ontwrichten en zo meteen hun eigen zelfvernietiging voorbereiden?
Jezus zegt: “... Ik had honger en dorst, Ik was vreemdeling, naakt, ziek en in de gevangenis... Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan”. Te veel christenen blijven geloven en bidden zonder inzicht of engagement. Zo steunen ze de heersende opvattingen en hun duistere machten. Het Woord Gods is niet voor bijbelgeleerden om er spitsvondige verklaringen rond te
weven. Het vraagt een daadwerkelijke keuze. Blijven wij zwijgend aan de kant van de moordenaars en verwoesters staan of zijn we met woord en daad bij de onschuldige slachtoffers?
.